Stage-opdrachten BOL niveau 3 3e jaar

Transcriptie

1 2015 Stage-opdrachten BOL niveau 3 3e jaar ROC Mondriaan

2 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Voorbereiding persoonlijk examenplan... 3 Orienteren EE Bijlage 1: Persoonlijk activiteiten plan Bijlage 2: Persoonlijk examen plan Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 1 van 17

3 Inleiding Je zit nu in je laatste jaar van de opleiding tot verzorgende. Dit jaar staat voor een groot deel in het teken van de examinering, zowel op school als in de praktijk. Je gaat binnenkort voor de laatste keer stagelopen, een stage van 20 weken. Tijdens deze stage zal je moeten bewijzen dat jij het niveau hebt van een beginnend beroepsbeoefenaar. Aan de opleiding tot verzorgende IG zijn landelijke eisen gesteld, deze staan beschreven in het kwalificatiedossier voor MBO verzorgende In het kwalificatiedossier vind je de kerntaken en werkprocessen die een verzorgende IG uitvoert op haar werkplek. Bij de werkprocessen horen competenties die de verzorgende IG nodig heeft om de kerntaken professioneel te kunnen uitvoeren. Deze kerntaken, werkprocessen en competenties vormen de basis voor de examens die je op je stageplek uitvoert en waarmee je je competentie-ontwikkeling laat zien. Je gaat het volgende examen afleggen: EE 5 : Professioneel Handelen Daarnaast moet je in deze stage ook alle delen van de bewijsmap van EE 6 : verpleegtechnische vaardigheden afronden. Ook bij het afleggen van examens is een goede voorbereiding het halve werk, dit stage opdrachtenboek is daarbij een hulpmiddel. Via het uitvoeren van voorbereidingsopdrachten moet je uiteindelijk komen tot een persoonlijk examen plan, een PEP. Dit PEP is de basis voor jouw succes, voer jij alle examens goed uit en krijg jij een positieve beoordeling voor deze laatste stage dan ligt de weg naar het diploma open. Succes! De opdrachten waar je in je stage aan gaat werken noemen we beroepsopdrachten. Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 2 van 17

4 Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 3 van 17

5 Voorbereiding Voordat je met je examen van start gaat, maak je eerst de oriëntatie-opdrachten. Elk examen komt dan aan bod. Maak voor deze voorbereiding een planning met behulp van bijvoorbeeld het Persoonlijk Activiteiten Plan, PAP (zie bijlage 1). Oriëntatie-opdracht bij EE 5 opdracht 1 weet ik kan ik Ik weet welke onderdelen naast het zorg(leef)plan in een zorgdossier kunnen zitten Ik weet hoe ik gegevens over de zorgvrager kan verzamelen Ik weet hoe ik de verzamelde gegevens moet analyseren Ik weet hoe ik rekening kan houden met de zelfredzaamheid van de zorgvrager Ik ken de betekenis van het begrip monitoren Ik weet hoe ik moet evalueren Ik weet welke gezondheid/ gedragsproblemen ik kan halen uit het zorg(leef)plan van een zorgvrager Ik kan benoemen wat voor mij persoonlijk leerpunten zijn bij deze opdracht *Ik weet volgens welke visie er gewerkt wordt binnen de instelling/organisatie *Ik weet welke standaardformulieren het zorg(leef)plan bevat in de instelling /organisatie * de met een sterretje gemarkeerde punten zoek je uit op de afdeling waar je stage loopt. Kun je alle bovenstaande punten met een volmondig ja dat weet ik, ja dat kan ik beantwoorden dan ben je klaar voor je examen. Aarzel je een beetje dan is het verstandig om nog weer eens even de boeken in te duiken en/of de oefenopdrachten (of een deel van de opdrachten) uit te voeren. Je kunt natuurlijk ook in overleg met je werkbegeleider eigen activiteiten opzetten om je voor te bereiden op je examen. Oefenen: maak een zorgleefplan (zie volgende pagina) Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 4 van 17

6 - A. Voer een anamnese gesprek 1 met een zorgvrager aan de hand van een standaardformulier - B. Bepaal de zorgproblemen, zorgdoelen, acties en evaluatiedatum in overleg met zorgvrager - C. Stel voor de zorgvrager een zorg(leef)plan op - D. Evalueer de zorg met de zorgvrager en stel eventueel het zorg(leef)plan bij 1 Het kan voorkomen dat er tijdens jouw stage geen nieuwe opname komt waarmee je een anamnesegesprek kunt voeren. Je kunt dan zoeken naar alternatieven, bijvoorbeeld een evaluatiegesprek voeren met een zorgvrager voorafgaand aan een zorgplan evaluatie, op grond van dat gesprek en de informatie uit de zorgplanbespreking, een zorgplan bijstellen. Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 5 van 17

7 Oriëntatie-opdracht bij EE 5 opdracht 2 Ik kan uitvoering geven aan het zorgleefplan ten aanzien van de persoonlijke zorg (basiszorg) en begeleiding Ik weet wat belevingsgericht werken is, ik weet wat een belevingsgerichte activiteit is, ik kan werken vanuit een belevingsgerichte visie Ik kan een zorgvrager begeleiden/stimuleren Ik kan een groep zorgvragers begeleiden/stimuleren Ik weet wat coördineren van zorg is Ik kan zorgdragen voor de coördinatie van zorg Ik weet hoe zorgleefplannen in elkaar zitten Ik kan een zorgleefplan bijhouden Ik kan rapporteren volgens de normen van de afdeling Ik kan een werkplanning maken voor mijzelf en een aantal andere medewerkers Ik kan de zorg delegeren Ik kan de zorg afstemmen op de zorgvrager(s) Ik weet wat continuïteit van zorg is Ik kan zorgdragen voor de continuïteit van zorg Ik kan knelpunten signaleren Ik weet hoe ik op deze afdeling knelpunten moet oplossen Ik kan de zorg evalueren met de zorgvragers en met collega s weet ik kan ik Kun je alle bovenstaande punten met een volmondig ja dat weet ik, ja dat kan ik beantwoorden dan ben je klaar voor je examen. Aarzel je een beetje dan is het verstandig om nog weer eens even de boeken in te duiken en/of de oefenopdrachten (of een deel van Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 6 van 17

8 de opdrachten) uit te voeren. Je kunt natuurlijk ook in overleg met je werkbegeleider eigen activiteiten opzetten om je voor te bereiden op je examen. Oefenen: Zorg verlenen Zorg verlenen is de hoofdzaak in het beroep van verzorgende. De afgelopen jaren heb je je op verschillende manieren bezig gehouden met deelgebieden van het zorg verlenen. In deze opdracht komen een aantal zaken samen: - Zorg organiseren - Zorg uitvoeren - Zorg coördineren - Zorg evalueren De nadruk bij deze opdracht ligt op de laatste 2 elementen, coördineren en evalueren. - Kies in overleg met je begeleider een groepje zorgvragers waarvoor jij de zorg gaat coördineren (minimaal 3, maximaal 6). De zorgvragers die je kiest zijn representatief voor de afdeling en de complexiteit van de zorg is gemiddeld. Bepaal samen met je begeleider hoe lang de periode is die je nodig hebt om aan dit onderdeel te werken. Verdiep je in de zorgleefplannen van de zorgvragers en de achtergronden van hun zorgvragen. - Maak een werkplan voor een aantal aaneengesloten dagen. Hierin staat welke zorg de zorgvragers nodig hebben; wat jij zelf kan doen en welke zorg je wilt delegeren; welke aspecten prioriteit hebben en welke afspraken, activiteiten en behandelingen bij de zorgvragers moeten plaatsvinden. - In je werkplan neem je op dat je van minimaal één zorgvrager het zorgleefplan gaat evalueren (in overleg met de EVV er) volgens de bij jouw organisatie geldende procedure - In je werkplan neem je in ieder geval één van de volgende besprekingen op: Werk- of teambespreking Bewonersbespreking met andere disciplines of Multi Disciplinair Overleg Bespreking met naasten/ wettelijk vertegenwoordigers. Bereidt deze besprekingen voor door te bedenken welke punten jij kunt inbrengen: je kunt een vraag stellen, een knelpunt/probleem bespreken, informatie of advies geven, je mening over het te bespreken onderwerp geven, enzovoort. Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 7 van 17

9 In je werkplan neem je ook op: Consult vragen over de zorg voor één van de gekozen zorgvragers. Gevraagd of ongevraagd advies of informatie geven aan andere disciplines over één van de gekozen zorgvragers. Bij het maken van het werkplan laat je zien dat je efficiënt en kostenbewust kunt omgaan met de beschikbare materiële en financiële middelen. - Bespreek het werkplan met je begeleider, verwerk de feedback. - Maak een afspraak met je begeleider wanneer jij het gemaakte werkplan gaat uitvoeren. Je begeleider beoordeelt je aan de hand van de beoordelingscriteria. - Tijdens de uitvoering stel je de juiste prioriteiten. Je signaleert knelpunten die de uitvoering van de zorg belemmeren en neem initiatieven om deze te bespreken en/of op te lossen. - Het zorgleefplan dat je geëvalueerd heb ga je (in overleg met de EVV er) zo nodig bijstellen volgens de bij jouw organisatie geldende procedure. Deze opdracht wordt geëvalueerd aan de hand van de evaluatielijst: Evaluatielijst bij de opdracht zorg verlenen De student heeft deelgenomen aan één van onderstaande besprekingen: ja nee - Met andere disciplines - Met het team - Met naasten, wettelijke vertegenwoordigers De student heeft een eigen inbreng tijdens de bespreking, dit blijkt uit: - Bereidt zich voor op de bespreking met behulp van het zorgdossier, eigen observatie en observaties uit de zorgrapportage - Brengt vanuit de verzorgende discipline relevante punten in tijdens de bespreking - Geeft de eigen grenzen aan ten aanzien van haar verantwoordelijkheden en taken, wanneer dit nodig is - Gaat respectvol om met de mening en inbreng van anderen in de bespreking Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 8 van 17

10 De student vraagt consult over de geplande en verleende zorg, binnen de eigen discipline en buiten de eigen discipline: - Overlegt met de verantwoordelijke van zorg - Beargumenteert waarom het consult gevraagd moet worden - Bereidt het consult voor, door de vragen te verhelderen en de gegevens te verzamelen voor de te consulteren discipline - Informeert de zorgvrager en/ of naasten over het consult - Communiceert met de ingeschakelde discipline over de gestelde vragen - Behartigt de belangen van de zorgvrager tijdens het consult - Ondersteunt de zorgvrager tijdens het consult - De student schakelt de EVV er in, indien nodig: Bepaalt de eigen grenzen ven verantwoordelijkheden vóórdat hij de EVV er inschakelt - Evalueert het consult en schrijft verslag in het zorgleefdossier of rapporteert aan de verantwoordelijke van zorg. De student kan een zorgleefplan evalueren - Overlegt met de EVV er - Betrekt de zorgvrager en diens naasten bij de evaluatie - Signaleert tekortkomingen in de zorg - Signaleert wanneer zorgactiviteiten kunnen worden afgesloten - Stelt het Zorgleefplan zo nodig bij(in overleg met EVV er en zorgvrager) De student kan een eigen werkplan maken ja nee - Verzamelt informatie die nodig is om een werkplan te maken - Houdt bij het maken van een werkplan rekening met beschikbare menskracht en hulpmiddelen - Maakt een reële inschatting van de tijdsduur van bepaalde activiteiten - Zet de activiteiten uit in tijd - In de tijdsplanning is rekening gehouden met: - de dagelijkse activiteiten, wensen en mening van de zorgvrager - afspraken in het zorgleefplan - de complexiteit van zorg - afspraken in de agenda - kosten en beschikbaarheid van mensen en materialen - de werkwijze van betrokken disciplines - Gaat bij onverwachte situaties flexibel om met de tijdsplanning - Evalueert de tijdsplanning met de begeleider - Maakt een haalbaar werkplan Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 9 van 17

11 De student stelt prioriteiten op basis van: - De relevantie van de activiteiten - De mogelijkheden om mensen en middelen in te zetten. - De grenzen van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. - De beschikbare tijd - Bepaalt de volgorde waarop de activiteiten uitgevoerd moeten worden. - Evalueert het stellen van prioriteiten met de begeleider De student kan voorwaarden formuleren die wenselijk zijn voor de te verlenen zorg - De student signaleert knelpunten op het gebied van de zorgverlening, materiële/ immateriële knelpunten - Maakt knelpunten bespreekbaar Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 10 van 17

12 Oriëntatie-opdracht bij EE 5 opdracht 3 Ik weet wat kwaliteitszorg is Ik weet hoe je kwaliteit van zorg kunt bepalen Ik kan knelpunten in de zorgverlening signaleren Ik kan een knelpunt helder omschrijven Ik kan een oplossing voor een knelpunt bedenken Ik kan de nodige stappen benoemen en uitvoeren die moeten leiden tot een verbetering van een beschreven knelpunt Ik kan ook op het gebied van kwaliteitszorg methodisch werken Ik ben op de hoogte van hoe de organisatie (waar ik stage loop) vormgeeft aan de kwaliteitszorg weet ik kan ik Kun je alle bovenstaande punten met een volmondig ja dat weet ik, ja dat kan ik beantwoorden dan ben je klaar voor je examen. Aarzel je een beetje dan is het verstandig om nog weer eens even de boeken in te duiken en/of de oefenopdrachten (of een deel van de opdrachten) uit te voeren. Je kunt natuurlijk ook in overleg met je werkbegeleider eigen activiteiten opzetten om je voor te bereiden op je examen. Oefenen: Signaleren van knelpunten Als je in een organisatie samenwerkt kun je met verschillende knelpunten in aanraking komen. Deze knelpunten beïnvloeden de kwaliteit van zorg negatief. Het is dus belangrijk dat je knelpunten signaleert en inzicht hebt in de gevolgen ervan voor je werk. Knelpunten zijn in te delen in materiële en immateriële knelpunten. Een materieel knelpunt is een tekort aan middelen, voorwerpen en personeel. Er kunnen bijvoorbeeld bepaalde verbandmiddelen ontbreken of medicijnen die je nodig hebt voor een zorgvrager. Niet alleen voorwerpen of ruimtes, maar ook mensen vallen onder de middelen waarmee de zorgverlening wordt uitgevoerd. Dit betekent dat een tekort aan personeel ook een materieel knelpunt is. Denk maar aan het tekort aan verzorgenden in de vakantieperioden of aan langdurige afwezigheid van een maatschappelijk werker in een ziekenhuis. Bij immateriële knelpunten gaat het om problemen tussen mensen op het gebied van de communicatie of het gedrag. Als er onduidelijke afspraken zijn met andere afdelingen is dat een voorbeeld van gebrekkige communicatie tussen mensen. Dit is een immaterieel knelpunt. Ook slecht luisteren naar de wensen van een zorgvrager valt onder gebrekkig communiceren. Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 11 van 17

13 Als er communicatieproblemen zijn, is het moeilijk om de zorg voor een zorgvrager goed te organiseren. Dit is ook het geval als mensen zich ten opzichte van elkaar onprofessioneel gedragen. Het signaleren van knelpunten betekent dat je zaken opspoort die mislopen of dreigen mis te lopen. Ga in gesprek met je werkbegeleider en bespreek eventuele knelpunten in de zorgverlening die jij gesignaleerd hebt. Mogelijk heb jij zelf nog geen knelpunten gesignaleerd maar wellicht heeft je werkbegeleider die wel gesignaleerd. Bespreek de verschillende knelpunten en bekijk de mogelijkheden voor verbetering. Kies vervolgens één knelpunt en probeer dit knelpunt te omschrijven met behulp van onderstaande stappen: Stap 1: Vaststellen van de huidige situatie - Wat is het knelpunt (probleem)? - Waarom is het een knelpunt (probleem)? - Voor wie is het een knelpunt (probleem) Stap 2: Analyse huidige situatie - Wat is de oorzaak van het ontstaan van dit knelpunt (probleem)? Stap 3: Vaststellen van de gewenste situatie - Beschrijf wat je wilt bereiken en - wat daardoor in positieve zin zal veranderen op de huidige situatie Om de gewenste situatie te kunnen vaststellen maak je gebruik van onderstaande punten - Wensen van de cliënt en/of collega s - Opvattingen vanuit de theorie en/of beroepsnormen (literatuuronderzoek) - Visie, regels, afspraken en/of doelen van de zorginstelling of de organisatie - CAO, ARBO-Wet, BIG-Wet, WGBO of andere wetgeving Criteria waaraan de zorg moet voldoen (denk aan: protocollen, uitspraken van de beroepsgroep enz.) Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 12 van 17

14 Stap 4: Vaststellen van de haalbare situatie Is datgene wat je wilt bereiken in de reële praktijksituatie daadwerkelijk haalbaar? (Schrijf je argumenten op waarom wel, of niet, of gedeeltelijk haalbaar) Stap 5: Voorstellen tot kwaliteitsverbetering Beschrijf in steekwoorden een mogelijk voorstel dat het gesignaleerde knelpunt moet oplossen en daardoor leidt tot een kwaliteitsverbetering in de zorgverlening. Het is bij deze oefening nog niet de bedoeling dat je het voorstel tot verbetering helemaal gaat uitwerken dat hoef je pas bij het examen (de Proeve) te doen! Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 13 van 17

15 Oriëntatie-opdracht bij EE 5 opdracht 4 Oriëntatie-opdracht bij EE 5 opdracht 3 Ik kan methodisch werkbegeleiding geven Ik ken de regels van feedback geven Ik kan op de juiste manier feedback geven Ik kan goed luisteren Ik beheers de gesprekstechnieken ten aanzien van het introductiegesprek, het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek Ik kan nieuwe medewerkers vaardigheden aanleren Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen weet ik kan ik Kun je alle bovenstaande punten met een volmondig ja dat weet ik, ja dat kan ik beantwoorden dan ben je klaar voor je examen. Aarzel je een beetje dan is het verstandig om nog weer eens even de boeken in te duiken en/of de oefenopdrachten (of een deel van de opdrachten) uit te voeren. Je kunt natuurlijk ook in overleg met je werkbegeleider eigen activiteiten opzetten om je voor te bereiden op je examen. Oefenen: Werkbegeleiding geven Help, ik moet begeleiden 1. Begeleiden van studenten is een taak van de verzorgende. Terwijl je zelf nog in opleiding bent leer je jongere jaars te begeleiden in je rol van werkbegeleider. Beantwoord onderstaande vragen en bespreek deze met je (eigen ) praktijkopleider. a. Welke ervaringen heb je met het krijgen van werkbegeleiding? Wat vind je belangrijk bij het geven van werkbegeleiding? b. Zijn er naast de werkbegeleider nog andere functionarissen die in de begeleiding een rol spelen? Zo ja, welke? c. Is er een verschil tussen inwerken en het geven van werkbegeleiding. Zo ja, welke verschillen zie je? Wat zijn overeenkomsten? d. Welke taken en rollen heeft een werkbegeleider? e. Wat is een goede werkbegeleidingsstructuur? f. Welke eisen stelt een goede begeleiding aan een organisatie? Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 14 van 17

16 Maak een verslag (A4) van de uitkomsten van het gesprek met je praktijkopleider 2. Begeleiden van een student/medewerker bij het aanleren van een vaardigheid Kies in overleg met je werkbegeleider een student/medewerker die een vaardigheid moet aanleren. Je gaat de student/medewerker begeleiden en instrueren als werkbegeleider aan de hand van de criteria, zoals die zijn beschreven in het protocol. Je voert eerst een gesprek met de student om hem vooraf instructies te geven over de vaardigheid. Vervolgens ga je de student observeren tijdens het uitvoeren van zijn vaardigheid. Als laatste voer je opnieuw een gesprek met de student om de vaardigheid te evalueren. Als je genoeg hebt geoefend ga dan je examens plannen door het invullen van het Persoonlijk Examen Plan, zie bijlage 2. Stageopdrachten BOL3 / stage 3 / versie 1 /januari 2015 Pagina 15 van 17

17 Bijlage 1: Persoonlijk Activiteiten Plan = PAP Week Wat wil ik leren? Wat moet ik daarvoor doen? Welke begeleiding en van wie? Waar uitvoeren Start Eind Tijd (uur) Behaald KE 6: Verpleegtechnische handelingen / BOL-3 VVT / juni 2010 Pagina 16 van17

18 Week Examen Bijlage 2 Persoonlijk Examen Plan = PEP Welk examenonderdeel? Wat moet ik nog aan voorbereiding doen? Welke begeleiding heb ik daarbij nodig en van wie? Voorbereiding afgerond? Wanneer examen uitvoeren? start eind Toestemming gekregen? Behaald KE 6: Verpleegtechnische handelingen / BOL-3 VVT / juni 2010 Pagina 17 van17