8004 DE Zwolle mijn.rvo.ni Postbus 718. Kenmerk FF/75C/2015/0037toek.rr Bijlagen Betreft Toekenning ontheffing - Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie

1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus DE Zwolle Rijksdienst voor Tennet TSO Postbus W. van Dijk 8004 DE Zwolle mijn.rvo.ni Postbus 718 T AS ARNHEM ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer Kenmerk FF/75C/2015/0037toek.rr Bijlagen Betreft Toekenning ontheffing - Ruimtelijke ingrepen Geachte mevrouw Van Dijk, Naar aanleiding van uw verzoek van 12 januari 2015 en de aanvullingen hierop van 9 februari 2015 en 5 maart 2015, geregistreerd onder aanvraagnummer , om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Hierbij ontvangt u de ontheffing die u heeft aangevraagd, van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 9 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het doden of verwonden van de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat. Procedure In artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor Hoogspanningsstation Rilland met bijbehorende verbindingen en voorzieningen (hierna Station Rilland) gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de Minister van Economische Zaken (EZ). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor Station Rilland. Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De Minister van EZ heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor Station Rilland bevorderd. Onderhavig besluit is samen met het inpassingsplan en de andere besluiten als volgt voorbereid: - op 4 juni 2015 is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan huisbladen en regionale dagbladen; Pagina 1 van 7

2 - op 4 juni 2015 is door de Minister van EZ een ontwerp van het besluit aan TenneTTSO B.V. gezonden; - het ontwerp van het besluit heeft van 5 juni tot en met 16 juli 2015 ter inzage gelegen bij de gemeente Reimerswaal; - er is een informatiemarkt georganiseerd, op 18 juni 2015, waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijze naar voren te brengen. Rijksdienst voor Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZ daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden persoonlijk geïnformeerd. Zi enswijzen Naar aanleiding van de publicatie van de kennisgeving en de terinzagelegging van de ontwerpbesluiten voor Station Rilland zijn in totaal 11 zienswijzen (allen uniek) over de ontwerpbesluiten naar voren gebracht. Zie de antwoord nota zienswijzen voor een overzicht van de behandeling van de zienswijzen. In de antwoordnota vindt u ook de reacties op de inhoudelijke punten uit de zienswijzen die niet specifiek zijn, respectievelijk over alle ontwerpbesluiten gaan. Tegen het ontwerp van dit besluit zijn geen zienswijzen ingediend. In de genoemde antwoordnota vindt u de reacties op de inhoudelijke punten van de ontwerpbesluiten waarvan de reactie niet is opgenomen in het besluit zelf. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Gebruiksfase 380kV station Riland en aansluitingen, gelegen in de gemeente Reimerswaal. Het project betreft de bouw en de ingebruikname van een nieuw 380 kv hoogspanningsstation en de realisatie van 4800 meter nieuw bovengrondse hoogspanningsverbinding. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 9 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de grote Canadese gans (Branta canadensis), krakeend (Anas strepera), kwartel (Coturnix coturnix), smelleken (Falco columbarius) en de witgat (Tringa ochropus), voor de periode van 1 juni 2016 tot en met 31 mei Overwegingen Wettelilk kader Beschermde soorten De grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b, van de Flora- en faunawet. Pagina 2 van 7

3 Verbodsbepalingen Op grond van artikel 9 van de Flora- en faunawet is verboden om beschermde inheemse diersoorten te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Rijksdienst voor Aanvraag nummer Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op de Vogelrichtlijn ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Instandhouding van de soorten De grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat worden verwacht in het plangebied. Deze soorten hebben geen nest- of vaste rust- of verblijfplaatsen in het plangebied. Wel kunnen exemplaren van deze vogels draadslachtoffer worden, omdat deze vogels tegen de draden van de (nieuwe) hoogspanningsverbindingen kunnen vliegen. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soorten tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven paragraaf 6.3 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Draadslachtofferonderzoek Flora- en faunawet uitbreiding 380 KV-station Rilland van 16 oktober De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. Zonder het treffen van mitigerende maatregelen is er een kans dat ten aanzien van de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat sprake zal zijn van een zodanig aantal draadslachtoffers dat de 1%-mortalisteitsnorm wordt overschreden. Daarom wordt in zowel de bliksemdraad als de retourstroomgeleider draadmarkering, in de vorm van varkenskrullen, aangebracht. Toepassing van deze draadmarkering geeft een verwachte afname aan draadslachtoffers van 60% voor dagvliegers en lo% voor nachtvliegers. Het toepassen van een draadmarkering leidt tot een afname van het aantal draadslachtoffers onder de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat. Door de voorziene maatregelen wordt de 1%-mortaliteitsnorm voor deze soorten naar verwachting niet meer overschreden. Echter, er zal sprake blijven van het doden of verwonden van de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat. Pagina 3 van 7

4 Rijksdienst voor De grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat komen algemeen voor in Nederland. Met het toepassen van draadmarkering zal het aantal draadsiachtoffers zodanig klein zijn dat de landelijke instandhouding van deze soort niet in het geding komt. De gunstige staat van instandhouding van de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Belang van de inoreeo U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van het belang: de volksgezondheid of openbare veiligheid. De interconnectieverbinding met België via Zandvliet is op dit moment met één circuit ingelust in de 380kV verbinding Borssele Geertruidenberg. Hierdoor ontstaat een asymmetrische belasting van de verbinding, wat tot gevolg heeft dat de aanwezige transportcapaciteit, onder handhaving van voorgeschreven veilige bedrijfsvoeringscriteria, niet afdoende kan worden benut (als in beschikbaarheid, capaciteit en Ieveringszekerheid). Daarnaast levert dit een onderhoudsknelpunt op in de verbinding Borssele Geertruidenberg. De levering van voldoende elektriciteit komt onder druk te staan. De continuïteit van de stroomvoorziening door de 380kV hoogspanningsverbinding is van fundamenteel belang voor de openbare veiligheid. In het recente verleden zijn grote stroomstoringen zijn geweest in Europa en Noord-Amerika. De laatste heeft tot grote chaos geleid en de noodtoestand werd afgekondigd. Bij de stroomstoring in Italië in 2003 hebben in de grote steden plunderingen plaatsgevonden. Deze stroomstoringen tonen het belang aan van een betrouwbare stroomvoorziening, alsmede van het feit dat een betrouwbare stroomvoorziening van belang is voor de openbare veiligheid. Om aan de internationale doelstelling (het hebben van een volwaardige inter connectieverbinding) te voldoen moet de bestaande inlussing worden vervangen door een aftakking. Hiermee wordt het probleem van de asymmetrische belasting opgelost. Met het realiseren van een schakelbaar hoogspanningsstation wordt een robuuste koppeling met België mogelijk gemaakt. De lange verbinding tussen Borssele en Geertruidenberg wordt opgedeeld in twee kortere verbindingen en ontstaat er een zelfstandig schakelbare verbinding tussen Rilland en Zandvliet. Hiermee wordt een hogere beschikbaarheid van de interconnectieverbinding bereikt. De komst van station Rilland en het symmetrische belasten van de bestaande verbinding lost het acute onderhoudsknelpunt op de verbinding Borssele Geertruidenberg op voor wat betreft het onderhoud op het tracédeel Rilland Geertruidenberg. Pagina 4 van 7

5 Rijksdienst voor Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden ben ik van oordeel dat het belang de volksgezondheid of Openbare veiligheid voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de grote Canadese gans krakeend kwartel smelleken en de witgat, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen Andere bevredigende orlossing Het project is locatiespecifiek. Het knelpunt van de beschikbaarheid en de belasting van de interconnectieverbinding naar Zandvllet, kan worden opgelost door de bestaande inlussing naar Zandvliet in de verbinding Borssele Geertruidenberg te vervangen door een aftakking in de vorm van een schakelbaar hoogspanningsstation. Het hoogspanningsstation dient dan ook in de directe nabijheid van de bestaande inlussing naar Zandvliet gerealiseerd worden. Uitgangspunt is immers om geen onnodige lengte aan hoogspanningsverbindingen te realiseren. Met de bouw van het 380 kv-hoogspanningsstation Rilland kunnen de 380 kv-verbindingen Borssele Rilland, Rilland Zandvliet en Rilland Geertruidenberg separaat aan- en afgeschakeld worden. Het station wordt tevens geschikt gemaakt om in de toekomst de nieuwe verbinding Borssele Rilland 380 kv (ZuidWest 380 kv - West) en Rilland Tilburg (ZuidWest 380 kv - Oost) aan te sluiten. In de locatieafweging voor het station is, rekening houdend met de ligging van de bestaande en voorzienbare verbindingen, de locatie ten zuiden van de A58 en ten westen van het Scheldekanaal uiteindelijk gekozen. Daarbij is rekening gehouden met een zo groot mogelijke afstand tot de aanwezige woningen, de veiligheidscontour van de windturbines en dat de in- en uitgaande verbindingen langs bestaande obstakels (windturbines, 150 kv-station, ondergrondse kabels en leidingen) kunnen worden gevoerd. Binnen de ruimte die dan nog resteert, is voor de exacte positionering van het station met name gekeken naar de technische voorwaarden. Bovendien is de oriëntatie van het station zodanig dat de benodigde oppervlakte zoveel mogelijk is beperkt. De bestaande 380 kv-verbindingen Borssele-Geertruidenberg, Borssele-Zandvliet en Geertruidenberg-Zandvliet worden aangesloten op het 380 kv hoogspanningsstation Rilland. Om dit te bewerkstelligen zullen ten zuiden van de snelweg nieuwe verbindingsstukken in Wintrackmasten gebouwd worden. Deze nieuwe verbindingsstukken worden aangesloten op het station Rilland en op de bestaande hoogspanningsverbindingen. Ten westen van het station wordt de aansluiting richting Borssele gerealiseerd, ten oosten van het station de verbinding naar het zuiden richting Zandvliet en de verbinding noordoostelijk richting Geertruidenberg. Door de gekozen inrichting en het gebruik van mitigerende maatregelen wordt schade aan de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Aanvraagnummer Pagina 5 van 7

6 Rijksdienst voor Zorgnlicht Voor de soorten waarvoor ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voorts wijs ik u erop dat verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken jaarrond zijn beschermd. Voor het verwijderen van dergelijke verblijfplaatsen is te allen tijde een ontheffing vereist. Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Beroep Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd. Een belanghebbende die redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende besluit kan ook beroep instellen. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Aanvraagnummer Pagina 6 van 7

7 Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, Rijksdienst voor Aanvraag nummer De Staatssecretaris van Economische Zaken, Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 7 van 7

8 t.,

9 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van mevrouw W. van Dijk op 12 januari 2015, namens Tennet TSO en de aanvullingen hierop van 9 februari 2015 en 5 maart 2015 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: TennetTSO (hierna: ontheffinghouder) Adres: Utrechtseweg 310 Postcode en woonplaats: 6812 AR ARNHEM 1 Ontheffing voor het tijdvak van: 1 juni 2016 tot en met 31 mei 2041 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 9 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het doden of verwonden van de grote Canadese gans (Branta canadensis), krakeend (Anas strepera), kwartel (Coturnix coturnix), smelleken (Falco columbarius) en de witgat (Tringa ochropus). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Gebruiksfase 380kV station Rilland en aansluitingen, gelegen in de gemeente Reimerswaal, nabij Rilland en de A58 en ten westen van het Schelde-Rijnkanaal, één en ander zoals is weergegeven in figuur 2 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Draadslachtofferonderzoek Flora- en faunawet uitbreiding 380 KV-station Oostzaan van 16 oktober Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris van 2

10 - op 6. De ontheffinghoucler dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. De bliksemdraad en de retourstroomgeleider van de nieuwe hoogspanningverbinding dient voorzien te zijn van voldoende draadmarkering. Deze draadmarkering dient plaats te vinden door middel van het aanbrengen van varkenskrullen. Een deskundige krakeend, kwartel, smelleken en de witgat dient hierbij betrokken te worden. 2 op het gebied van de grote Canadese gans, Overige voorschriften 8. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de grote Canadese gans, krakeend, kwartel, smelleken en de witgat. 9. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 10. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 11. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag indienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 12. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is Rijksdienst voor, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Zaken, Rijksdienst voor 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon dle voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspeclfieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: HBO-, dan wei universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederiandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAyON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming van 2