Onderwijs- en examenregeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs- en examenregeling"

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling Christelijke Hogeschool Windesheim Masteropleiding (bekostigd) Leraar godsdienst van de 1 e graad en de afstudeervariant Geestelijk Verzorger Croho nr Deeltijd Deze onderwijs en examenregeling behoort tot het Studentenstatuut De opleiding is geaccrediteerd met ingang van 20 februari 2013 tot en met 19 februari 2017 Waar student en hij staat kan ook gelezen worden de studente en zij. De links in dit document werken alleen bij raadpleging van dit document op het intranet van Windesheim

2 INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING 4 A OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING De onderwijsvisie van Windesheim De onderwijsleeractiviteiten Studiebegeleiding Kwaliteit en studeerbaarheid Vorm van de opleiding 8 B - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD Doelstelling van de opleiding De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding Inhoud van de opleiding De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld 16 C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS Inrichting van de opleiding 16 1a Het curriculum 16 1b - Bijzondere leerwegen 16 2 Overzicht informatie van het curriculum, en per onderwijseenheid Accreditatie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN 18 Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN 18 Artikel 1.1 Algemene begripsbepalingen 18 Hoofdstuk 2 TOEGANG EN TOELATING 22 Artikel Toelatingseisen 22 Artikel 2.2 -Toelatingsbewijs en inschrijving 22 Artikel EVC (WHW art lid 2 sub r) 22 Artikel Ontzegging toegang onderwijs - beëindiging inschrijving (art. 7.42a WHW) 22 Hoofdstuk 3 - INRICHTING VAN DE OPLEIDING 23 Artikel Vraaggestuurd en Competentiegericht onderwijs 23 Artikel Inrichting van de opleiding 23 Artikel Examens en graden van de opleiding 23 Artikel Studiepunten onderwijseenheid 23 Artikel Onderwijsperioden per studiejaar 23 Artikel Gedragscode Nederlandse taal 23 Hoofdstuk 4 STUDIEBEGELEIDING (art lid 2 sub u WHW) 24 Artikel Studiebegeleiding 24 Artikel Studiecoaching 24 Artikel Algemene studiebegeleiding 24 Artikel Bijzondere studiebegeleiding 24 Hoofdstuk 5 - TENTAMENS EN EXAMENS 26 Artikel Vorm van de tentamens 26 Artikel Schriftelijke toets 26 Artikel Portfolio of werkstuk als toets 26 1

3 Artikel Mondelinge toets 26 Artikel Vrijstelling voor tentamens 26 Artikel Afleggen van tentamens 27 Artikel Cijfers 27 Artikel 5.8 uitslag en tentamencijfer 28 Artikel Inzage beoordeeld werk 28 Artikel Geldigheidsduur tentamens en vrijstellingen 28 Artikel Examen 28 Artikel Cum laude 29 Hoofdstuk 6 - EXAMENCOMMISSIE 29 Artikel Instelling en taken examencommissie 29 Artikel Benoeming en samenstelling examencommissie 29 Artikel Subcommissies 30 Artikel Examinatoren 30 Artikel Getuigschriften en verklaringen 30 Hoofdstuk 7 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN 31 Artikel Bezwaar en beroep 31 Artikel Wijziging van de regeling 31 Artikel Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling 31 Artikel Slot- en overgangsbepalingen 31 Artikel Inwerkingtreding 31 2

4 INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING In het Studentenstatuut zijn de regels opgenomen die betrekking hebben op de rechten en plichten van studenten. Samen met het Reglement Examencommissie is de Onderwijs- en Examenregeling (OER) de belangrijkste regeling in het studentenstatuut. De opleiding heeft één Onderwijs- en Examenregeling. Deze is zo vormgegeven dat iedere doelgroep en student binnen de opleiding kan werken met het deel dat voor hem of haar relevant is. In de OER is een concrete uitwerking van de inhoud van de opleiding opgenomen. Deze is opgesteld door het management van de opleiding. De examencommissie oordeelt of de OER op een juiste manier wordt uitgevoerd. Als een student vragen, opmerkingen of klachten over de uitvoering van de OER heeft, dan kunnen deze aan de examencommissie worden voorgelegd. In het Reglement Examencommissie staan de regels die de examencommissie daarbij hanteert. Het studentenstatuut en het Regeling Examencommissie is te vinden op de opleidingscommunity. Naast de OER en het Reglement Examencommissie zijn er nog meer regelingen, deze zijn alle in het Studentenstatuut opgenomen. Bijvoorbeeld regelingen over medezeggenschap, financiële uitkeringen, huisregels en privacy-regels, de rechtsbescherming van studenten en het klachtenloket. Het studentenstatuut met al deze regelingen is te vinden op Sharenet en WISE. Op sharenet onder de opleidingscommunity van Theologie en Levensbeschouwing vinden studenten alle zaken met betrekking tot uitvoering onderwijs en praktische zaken. Het is ook het communicatiekanaal van de opleidingen. We wensen ieder een goed collegejaar , Peter de Haan Directeur lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en opleidingen Theologie en Levensbeschouwing 3

5 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING A OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1 - De onderwijsvisie van Windesheim Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten wordt een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast wordt de kennis voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non-profitorganisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Onze vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. In de leersituatie wordt steeds spanning gecreëerd tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, waardoor studenten worden geprikkeld hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. Uitdagend, tegelijkertijd realistisch. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteert de professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door onderzoekvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten wordt persoonlijke en adequate begeleiding aangeboden, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens wordt tijd- en plaats-onafhankelijk werken gefaciliteerd. Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat: Topopleiding. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het 4

6 beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim Is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. Biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. Levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heen kijken. Onderwijsprofiel master Theologie & Levensbeschouwing: In het kader van de missie van de Windesheimorganisatie en het domein Bewegen en Educatie wil Theologie en Levensbeschouwing vanuit de bronnen van het christendom studenten en professionals opleiden om binnen instellingen en bedrijven een betekenisvolle rol te kunnen spelen in de moderne multiculturele en multireligieuze samenleving in Nederland. Vanuit een ondernemende houding wil zij in samenwerking met de werkvelden het onderwijs vernieuwen en het onderzoek bevorderen. De opleidingen van Afdeling Theologie en Levensbeschouwing worden gekenmerkt door het hermeneutisch criterium. Wij leiden beroepsbeoefenaren op die expert zijn in religieuze communicatie, waarin hermeneutiek een kernwoord is. De beroepsbeoefenaar kan menselijke en maatschappelijke situaties verstaan met behulp van sociaalwetenschappelijke en theologische inzichten en deze plaatsen in het licht van bijbel en christelijke traditie. De afgestudeerde kan daarnaast christelijke en andere levensbeschouwelijke bronnen verstaan en verbinden met mensen in hun situaties. Deze beide verstaansprocessen kan de beroepsbeoefenaar inzetten ten dienste van het levensbeschouwelijk/religieus-communicatieve handelen in contexten van pastoraat, liturgie, onderwijs en identiteit. Internationalisering is binnen het hele hoger onderwijs een speerpunt met als belangrijk oogmerk de masterstudenten als professionals voor te bereiden om als actieve leden te participeren in een steeds meer door globalisering gekenmerkte samenleving. In het kader van het internationaliseringbeleid van Windesheim formuleert het domein Bewegen en Educatie onder andere de volgende streefdoelen: Zie: Beleid internationalisering Domein Bewegen en Educatie, september Het ontwikkelen van internationale en interculturele competenties van docenten en studenten. (Ambities, o.a.) Windesheim wil zijn studenten en medewerkers voorbereiden op hun rol als professional en burger voor het leven en werken in een toenemende internationale en interculturele context. Daarnaast vormt Windesheim een strategisch samenwerkingsverband met een of meer partners (uit verschillende continenten) om te komen tot uitwisseling van studenten, personeel en om gezamenlijk te werken aan innovatieve projecten, double degree etc. Binnen de kaders van deze ambitie heeft de Afdeling Theologie en Levensbeschouwing internationale samenwerkingsovereenkomsten met het Theologische Seminarie van de Evangelische Broedergemeente in Suriname. Leden van de afdeling T&L leveren een bijdrage aan professionalisering van de docenten van het seminarie, en aan het accreditatiewaardig maken van het curriculum. Een van de teamleden van Theologie en Levensbeschouwing is voor de periode gestationeerd bij het Gambia College in Brikama in Gambia. Zij begeleidt studenten uit Nederland in hun stage in het basis- en voortgezet onderwijs. Daarnaast verzorgt zij zelf onderwijs aan de lerarenopleiding van het Gambia College. Tevens ondersteunt zij deskundigheidsbevordering van pastores, waarin 5

7 docenten en studenten van Windesheim participeren. Internationalisering is geborgd in het curriculum. Van de verplichte literatuur en leerbronnen is ongeveer 30% internationaal georiënteerd. Daarnaast zijn in het curriculum vier van de negentig ec s expliciet gereserveerd voor internationaliseringactiviteiten. Studenten kiezen hierbij verplicht voor een internationale stage of studiereis, of conferentie. Meer concreet: deelname aan studieconferenties van EFTRE (European Forum for Teachers of Religious Education), ECPCC (European Council for Pastoral Care and Counceling), ICPCC (International Council on Pastoral Care and Counceling) en SIPCC (Society for Intercultural Pastoral Care and Counceling). De internationale context daagt de student nog sterker uit tot openheid, receptiviteit, flexibiliteit, oriëntatie, hermeneutiek, genuanceerder meningsvorming, sensitiviteit ten aanzien van gendervragen in andere contexten en verheldering van particulariteit in denken over religie. De kosten hiervoor zijn voor rekening van de student. De opleiding biedt tevens een kosteloos alternatief aan. De lectoraten van Windesheim spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van hogeschool tot regionaal kenniscentrum. Door stelselmatig onderzoek, dat aansluit bij de behoeften in de markt en het beroepenveld, ontwikkelen de lectoraten nieuwe kennis. Binnen het domein Bewegen en Educatie bevindt zich het Kenniscentrum Educatie, waarbinnen naast het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing de volgende lectoraten werkzaam zijn: Pedagogische kwaliteit van het onderwijs; Onderwijszorg in de keten; ICT en onderwijsinnovatie; Bewegen, School en Sport; Didactiek van de kunstvakken. Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing legt zich toe op onderzoek naar vorm en inhoud van levensbeschouwelijke communicatie in een plurale maatschappij. Het onderzoek is gericht op versterking van professionaliteit in de beroepspraktijk (geestelijk verzorgers, docenten, pastores/kerkelijk werkers, ritueel begeleiders). De kernthema s normatieve professionaliteit, levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie staan centraal in het onderzoek. Daarbij wordt altijd uitgegaan van pluraliteit in opvattingen en belevingen in de alledaagse praktijk. Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing heeft de onderzoeksleerlijn van de masteropleiding ontworpen. De taakgroep onderzoek is verantwoordelijk voor uitvoering van verschillende onderwijseenheden en de onderzoeksbegeleiding. De masteronderzoeken van de studenten worden gekoppeld aan de onderzoekslijnen van het lectoraat. Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing zorgt voor voortgaande professionalisering in onderzoeksbegeleiding van de docenten van de Afdeling. Een aantal docenten participeert in de uitvoering van onderzoeksprojecten van het lectoraat. Uitgangspunten ten aanzien van didactisch en pedagogisch concept en het onderzoek. In het pedagogische concept van onze opleidingen Theologie en Levensbeschouwing staat het begrip Bildung centraal. Hierin gaat het om een leerproces dat de identiteitsvorming dient. Terwijl de term opvoeden vaak als vertrekpunt de eisen van cultuur en omgeving neemt met als doelstelling de aanpassing aan deze cultuur en omgeving, vertrekt Bildung vanuit het subject, dat de wereld, de cultuur, de omgeving vormgeeft en (her)structureert. De doelen voor de identiteitsontwikkeling en de wegen die daartoe leiden worden vanuit de mens vorm gegeven. Binnen Windesheim is voor deze eigen vormgeving de term zelfsturing gekozen. Bildung is echter een rijker begrip. De identiteit ligt als het ware voor de mens en is nooit af. Natuurlijk heeft het alles te maken met het concrete onderwijsproces van technische en materiële keuzen als: welke onderwijseenheid ga ik volgen? en aan welke competentie ga ik werken? Maar Bildung is meer dan dat. Het geeft aan dat ten diepste leren te maken heeft met persoonsvorming, met menswording. Dit betekent dat we vooral zelfverwervende en integrerende didactische vormen zullen benutten, gericht op het opdoen van aantoonbare kennis en inzicht, die het niveau van de bachelor overtreffen en/of verdiepen, waarbij de student het vermogen ontwikkelt om als professional deze kennis en inzichten toe te passen binnen de brede beroepscontext. Het pedagogisch concept is verbonden met de wijze waarop wij ons vak, de theologie, verstaan. Wij zijn een theologieopleiding waar theologie wordt bestudeerd en onderwezen volgens het hermeneutisch criterium. Dit criterium luidt: 6

8 De beroepsbeoefenaar heeft de competentie om enerzijds bijbel en christelijke traditie en anderzijds mens(en) en huidige samenleving in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te vertolken met en voor de doelgroep. Bij het begrip hermeneutiek gaan wij als opleiding uit van een principiële pluraliteit in interpretatie, zowel van bijbel en traditie en de daaraan toegeschreven waarheidsclaims, als van de persoonlijke of maatschappelijke situatie, zoals die verankerd liggen in bijbel en traditie. De afgestudeerde eerstegraads godsdienstleraar, of de geestelijk verzorger werkt in de context van verschillende en soms conflicterende interpretaties en ziet deze als aanknopingspunt voor een dialogisch vormingsproces. Hij tracht een proces van bestaansverheldering op gang te brengen waarin het subject zijn van mensen ten volle wordt gehonoreerd. Hierbij kan de afgestudeerde zijn eigen spiritualiteit (of religieuze identiteit) op creatieve en uitnodigende wijze inzetten, zonder daarbij de eigen verantwoordelijkheid en ruimte van de gesprekspartners voor het vormgeven aan hun eigen religieuze identiteit in te perken. Voor ons onderwijs betekent dit dat wij mensgericht en studentgericht willen werken, waarbij het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes, persoonlijke en professionele vorming in onderlinge balans in het curriculum is vormgegeven. Onze opleiding richt zich op kwalitatief hoogwaardig onderwijs, waarin de student aan zijn persoonlijke ontwikkeling kan werken met als kenmerken: - persoonlijke begeleiding, - een aanbod van veelzijdige studiematerialen via Elo, - het verwerven van eigenaarschap door het opzetten van een persoonlijk digitaal portfolio. Deze laatste twee kenmerken tonen aan dat ICT een belangrijke rol speelt in het leren van de student. Didactisch gezien betekent dit alles, dat we vooral zelfverwervende, integrerende en interactieve didactische vormen zullen benutten. Het gaat er uiteindelijk om, studenten te stimuleren tot een zodanige persoonsvorming, dat zij vanuit een eigen theologische- en geloofsidentiteit als bewuste en autonome professional in het werkveld kunnen staan. 2 - De onderwijsleeractiviteiten Bovenstaande uitgangspunten, waarin kennis, beroepsgerichtheid, onderzoek en persoonsvorming centraal staan, geven wij vorm in een onderwijsmodel met de volgende vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn, de beroepsspecifieke leerlijn, de onderzoeksleerlijn en de reflectie-leerlijn. In de conceptuele leerlijn staat centraal algemene (theologische) basistheorie die ondersteunend is voor alle competenties (theorie met een grote T). In de beroepsspecifieke leerlijn gaat het om integratie van beroepspraktijk en vaktheorie (theorie met een kleine t). In de onderzoeksleerlijn voert de student eerst onder begeleiding en in toenemende mate zelfstandig, kwalitatief, praktijkgericht onderzoek op masterniveau uit. In de reflectie-leerlijn wordt ruimte geboden aan methodische reflectie in intervisie, het werken aan een persoonlijk ontwikkelingsplan en studieloopbaanreflectie. Het onderzoek In het curriculum neemt onderzoek een belangrijke plaats in. Wij gaan voor de leerlijn onderzoek uit van de Richtlijn Praktijkgericht Onderzoek van het Domein Bewegen en Educatie. Daarin worden de volgende uitgangspunten geformuleerd: Praktijkgericht onderzoek 1. voldoet aan wetenschappelijke criteria voor goed onderzoek. 2. vindt zijn aanleiding in de praktijk. 3. dient bij te dragen aan de professionele ontwikkeling van de (toekomstige) professional. 4. dient bij te dragen aan (kennis voor) de praktijk van het hoger onderwijs en/of het beroepsveld. 5. kan bijdragen aan generaliseerbare kennis of fundamentele inzichten. De onderzoekshouding van de student kenmerkt zich door: - sensibiliteit voor vragen en omissies in de beroepspraktijk - sensibiliteit voor de ethische en sociale aspecten rondom een onderzoek. 7

9 Er is een doorlopende onderzoeksleerlijn qua niveau, theologische kenmerken, onderzoeksmethodiek en didactische uitgangspunten. Eindniveau De student kan op masterniveau zelfstandig een (praktijkgericht / hermeneutisch) kwalitatief onderzoek uitvoeren in de beroepspraktijk van godsdienst-levensbeschouwelijk onderwijs en geestelijke verzorging. Kenmerk is de Triple loop learning met de graduele toename op drie pijlers: - zelfstandigheid - complexiteit onderzoeksmethodologie - complexiteit beroepsgerelateerd vraagstuk Er zijn toetscriteria, die het eindniveau van het onderzoek garanderen. Deze zijn gebaseerd op de Richtlijn Praktijkgericht Onderzoek, die o.a. is gebaseerd op de Dublin descriptoren. 3 - Studiebegeleiding De Studiebegeleiding wordt onderscheiden in Studieloopbaanbegeleiding (SLB) en Intervisie. Beide vakken zitten in de reflectieleerlijn. In de intervisie bereflecteert en analyseert de student de leer- en werkervaringen. In de studieloopbaanbegeleiding stuurt de student zijn eigen studie en loopbaan, uitgaande van de door Windesheim aan de HBO-competenties toegevoegde competentie van zelfsturing en de beroepsspecifieke competenties. 4 - Kwaliteit en studeerbaarheid De masteropleiding is een deeltijdstudie van 90 ec s met een programma van twee jaar. Er kan elk jaar gestart worden met deze opleiding in het A of B jaar. Een deel van het modulaire onderwijs is cohort-gebonden, een ander deel van jaar A en B is cohortonafhankelijk. De opleidingen Theologie en Levensbeschouwing evalueren het onderwijsprogramma periodiek en op diverse wijzen. Zo evalueren de docenten zelf, in samenspraak met de studenten hun onderwijseenheid en stellen deze desgewenst bij. Daarnaast vinden groepsevaluaties plaats, waarbij de onderwijseenheden van een bepaalde lesperiode worden geëvalueerd. De digitale evaluaties van de onderwijseenheden geven een goed beeld van de ervaren studielast. Voor een diepgaande controle op de toetsing en goedkeuring analyseert en beoordeelt de toetscommissie jaarlijks de studiewijzers op diverse onderdelen zoals: de relatie tussen de inhoud van de onderwijseenheid tot de te verwerven (deel)competenties en het niveau daarvan; de realiseerbaarheid en representativiteit van het gevraagde beroepsproduct; de wijze en criteria van toetsing en beoordeling. Steekproefsgewijs toetst de examencommissies de onderwijseenheden op studeerbaarheid. Het studentenstatuut wordt voorgelegd aan de opleidingscommissie en de examencommissie voor advisering en goedkeuring. Individuele trajecten voor studenten met achterstand worden in overleg met de SLB-er door de examencommissie vastgesteld. 5 - Vorm van de opleiding De masteropleiding is qua onderwijsvorm competentiegericht. Dat betekent voor de leraren godsdienst dat zij in de opleiding werken aan de SBL competenties op masterniveau, die voor godsdienstleraren zijn aangevuld met specifieke competenties op het gebied van godsdienstpedagogiek. De studenten geestelijke verzorging werken aan de negen competenties zoals die zijn afgesproken in het domeincompetentieprofiel Godsdienst-pastoraal werk voor de Bachelor of Theology. Het niveau van de competenties en het eindniveau van de opleiding wordt gewaarborgd door de Dublindescriptoren. Het onderwijs wordt in deeltijd aangeboden. De opleiding heeft geen werk opgenomen als onderwijseenheid. Aan de opleiding is een stage verbonden. De criteria voor goedkeuring van de stage zijn vermeld in de stagehandleiding. 8

10 In de stage kan de student de volgende beroepsrollen uitoefenen: professional in primair proces (leraar / geestelijk verzorger) leidinggevende (teamleider, coach, functionerend in middenkader of op managementniveau) ontwikkelaar, innovator en initiator (doen van onderzoek op grond van fenomenen; aanzetten geven tot communicatieve processen rondom identiteit, methodiek ontwikkelen, enz.) Alle rollen en situaties worden ondersteund door het uitgangspunt: De masteropgeleide beroepsbeoefenaar is een nieuwsgierige onderzoeker. Indien een student werkzaamheden uitvoert op het eerste graadsniveau/masterniveau in een dienstbetrekking in het werkveld waarvoor wordt opgeleid, kan dit werk als stage aangemerkt worden. B - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1 - Doelstelling van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd de student de vereiste competenties en/of een zodanige integratie van kennis, vaardigheden en inzicht bij te brengen, dat hij in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening. De master Godsdienstleraar eerstegraads/geestelijk Verzorger op Windesheim leidt studenten op voor functies in zorg en onderwijs waar een beroep wordt gedaan op academische vaardigheden. Ten opzichte van de universitaire opleidingen legt de master nadruk op onderwijs dat gericht is op en voortvloeit uit vragen uit de beroepspraktijk. Ten opzichte van de onderzoeksvaardigheden van de universitaire master ligt de nadruk op het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden die aansluiten bij de vragen die HBO-theologen in de praktijk tegenkomen. [Dat betekent voor de godsdienstleraar bijvoorbeeld dat hij/zij zelfstandig een praktijkgericht onderzoek kan uitvoeren naar de identiteit van de school in relatie tot de directe context; dat betekent voor een geestelijk verzorger bijvoorbeeld dat hij/zij in een zorginstelling een instrument kan ontwikkelen waarmee zorgverleners de levensbeschouwelijke dimensie in de zorg kunnen bepalen en dit kunnen inzetten in het zorgplan]. De master Godsdienstleraar eerstegraads/geestelijk Verzorger in kernwoorden: Kerndoel: Een bezielende, cultuur vernieuwende en motiverende rol kunnen spelen in de geestelijke verzorging en het godsdienst en levensbeschouwelijk onderwijs. Mensen ruimte kunnen verschaffen en bijstaan in hun zoeken naar antwoorden op vragen over zin en onzin, zeker waar het leven gekenmerkt wordt door onvermogen om greep te krijgen op complexiteit en verandering. Kernwaarden: de ander (in maatschappij en organisatie) willen verstaan, meertalig, zelfreflexief en in staat om normativiteit te hanteren. Toekomstbeeld: humaniteit in zorg en onderwijs door middel van versterking, bezieling en bevordering van de levensbeschouwelijke communicatie tussen individuen, in groepen en organisaties. 2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding De deelcompetenties voor de masteropgeleide godsdienstleraar, en ter onderscheiding daarvan de deelcompetenties op bachelorniveau. Competenties 1.Interpersoonl ijk competent Deelcompetenties bachelorniveau vakspecifiek voor godsdienstleraren in cursief weergegeven De docent schept een goed klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling, waarbinnen Deelcompetenties op masterniveau voor godsdienstleraren (in rood de verwijzing naar de deelcompetenties van de geestelijke verzorging) 1. De docent schept in complexe situaties ruimte voor de leerlingen met levensbeschouwelijke vragen. De docent kan de leerlingen coachen in havo/vwo 9

11 ruimte is voor ervaringen van leerlingen met betrekking tot levensbeschouwelijke opvattingen, levensvragen, uitingen en demonstraties daarvan. De docent is op een praktisch niveau op de hoogte van communicatietheorieën, groepsdynamica, interculturele en (inter-) religieuze communicatie en kent vooral ook de implicaties daarvan voor zijn eigen doen en laten. De docent is authentiek in het inter-persoonlijke verkeer en laat zien op welke wijze hij zelf omgaat met levensbeschouwelijke zaken. bovenbouw en HBO. 2. De docent heeft expertkennis van communicatietheorieën, van groepsdynamica, interculturele en (inter)religieuze communicatie en is zich bewust van de implicaties daarvan voor eigen handelen. 3. De docent kan complexe materie communiceren met leerlingen van alle niveaus en diverse sociale en culturele oorsprong. 4. De docent heeft een hoog zelfreflectief vermogen, is (levensbeschouwelijk) authentiek in omgang met anderen en transparant in eigen omgang met levensbeschouwelijke zaken. 2.Pedagogisch competent De docent biedt leerlingen in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die ze moeten maken en hij bevordert het zich verder kunnen ontwikkelen. De docent is bekend met de sociaal-emotionele, levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van tieners, jongvolwassenen en volwassenen, met de problemen en belemmeringen die zich daarbij kunnen voordoen en weet hoe hij die problemen in de praktijk kan signaleren en hoe hij daarmee om kan gaan. De docent begeleidt de leerlingen bij hun zoektocht naar de eigen religieuze identiteit. Hij reikt informatie (-bronnen) aan waardoor leerlingen in staat zijn hun eigen vragen te beantwoorden, antwoorden te formuleren en te communiceren. De docent stimuleert de levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van de leerling en zijn ethische sensibiliteit en begeleidt leerlingen bij het opstellen en beargumenteren van religieuze en ethische redeneringen. 1. De docent is deskundig in de sociaalemotionele, levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van tieners, jong volwassenen en volwassenen. De docent kan problemen signaleren, analyseren en daaraan conclusies verbinden voor het handelen. 2. De docent is expert a. in het begeleiden van leerlingen in hun (religieuze en levensbeschouwelijke) identiteit. b. op het gebied van actuele informatie voor leerlingen, waardoor zij gestimuleerd worden hun eigen antwoorden te zoeken, formuleren en communiceren. 3. De docent stimuleert leerlingen in morele en ethische sensibiliteit. De docent begeleidt in complexe vragen de leerlingen bij ethische en religieuze argumentaties 10

12 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent De docent moet de leerlingen helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven gebruikt worden. Ook helpt hij de leerlingen zicht te krijgen op wat zij in de samenleving en in de wereld van het werken kunnen verwachten. De docent is op de hoogte van de levensbeschouwelijke diversiteit binnen de groep en kan daar bij aansluiten. De docent heeft kennis van de theologie en verwante wetenschappen op HBO of universitair niveau en van de vakinhoud, zoals omschreven in kerndoelen en eindtermen voor het vak GL. Hij kan deze koppelen aan leerinhouden en werkvormen. De docent weet de levensbeschouwelijke cq. religieuze betekenisverlening in het algemeen en die van de leerlingen in het bijzonder te duiden en uit te leggen (hermeneutiek). De docent draagt zorg voor organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen in de school. Hij zorgt er voor dat leerlingen een ordelijke taakgerichte omgeving treffen, waar ook ruimte is voor eigen initiatief. De docent brengt de religieuze traditie waarin de identiteit van de school vorm krijgt, voor het voetlicht. De docent draagt (zonodig) bij aan het organiseren en doordenken van viermomenten in de school als vorm van leren en communiceren. 1. De docent is expert op het gebied van het expliciteren van betekenisverlening, door leerlingen en door anderen binnen en buiten de school. 2. De docent is expert op het gebied van culturele en levensbeschouwelijke diversiteit in de groep en kan daarin de groep en afzonderlijke leerlingen begeleiden. 3. De docent is in staat mede vanuit internationaal perspectief interculturele en interreligieuze communicatie binnen groepen te faciliteren en begeleiden. 4. De docent heeft mede vanuit internationaal perspectief verdiepte kennis van de theologie op masterniveau en kan deze koppelen aan leerinhouden, is in staat zelf leermethoden te analyseren, verbeteren of ontwikkelen. 5. De docent is de verantwoordelijke deskundige op het gebied van het ontwikkelen van het curriculum godsdienst-levensbeschouwing. 1. De docent kan leiding geven aan het efficiënt en effectief voorbereiden en uitvoeren van complexe taken of opdrachten binnen of buiten de school. Hij/zij maakt daarbij optimaal gebruik van de aanwezige deskundigheid en capaciteit. 2. De docent begeleidt de school bij het expliciteren van de identiteit van de school. 3. De docent kan leiding geven aan religieuze communicatie binnen de gemeenschap van de school. 11

13 5. Competent in het samenwerken met collega s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving De docent draagt er zorg voor dat zijn werk en dat van zijn collega s in de school op elkaar zijn afgestemd. Hij werkt samen met collega s binnen de school en levert een bijdrage aan de schoolorganisatie. De docent heeft enige kennis van organisatie- en bestuursvormen voor scholen in het voortgezet onderwijs (en BVE) De docent analyseert en ontwikkelt met collega s levensbeschouwelijke en waardeconcepten binnen de kaders van het pedagogisch concept van de school. De docent geeft (samen met anderen) vorm aan de schoolidentiteit. De docent onderhoudt contacten met ouders/verzorgers van de leerlingen en werkt zodanig mee dat de samenwerking van de school met andere instellingen goed verloopt. De docent verduidelijkt voor ouders en belangstellenden de betekenis van godsdienst en levensbeschouwing in de samenleving. De docent is bekend met de leefwereld van ouders of verzorgers en met de culturele en religieuze achtergronden van de leerlingen en hij weet mede vanuit eigen affiniteit met deze culturele en religieuze gemeenschappen hoe hij daar rekening mee moet houden in zijn doen en laten als leraar. 1. De docent kan leidinggeven aan een team en zorgt voor optimale en effectieve samenwerking binnen het team en binnen de organisatie. 2. De docent kan situationeel gebruik maken van verschillende leiderschapsvormen. 3. De docent is deskundig op het gebied van organisatie- en bestuursvormen binnen het voortgezet en hoger onderwijs. 4. De docent kan leidinggeven aan het proces van analyse en formulering van de levensbeschouwelijke concepten en waarden die onder de pedagogische uitgangspunten van de school liggen. 5. De docent is in staat om de relevantie van het vak godsdienst en levensbeschouwing voor het voetlicht te brengen binnen de school. 6. De docent kan samenwerken en communiceren over complexe onderwerpen met gelijken, leidinggevenden en niet-specialisten. 1. De docent kan in complexe situaties begeleiden in contacten met ouders/verzorgers en andere organisaties. 2. De docent kan verantwoordelijkheid dragen voor de professionalisering van collega s. 3. De docent is in staat om de relevantie van het vak godsdienst en levensbeschouwing voor het voetlicht te brengen voor derden. 4. De docent is expert op het gebied van de multiculturele en multireligieuze leefwereld van de leerlingen en hun ouders/verzorgers en weet hoe daarmee rekening te houden, vanuit eigen affiniteit en authenticiteit. De docent begeleidt en informeert daarin ook collega s. 12

14 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De docent ontwikkelt en professionaliseert zich voortdurend om zijn verantwoordelijkheden blijvend waar te kunnen maken. De docent reflecteert op zijn persoonlijke levensbeschouwing in dialoog met de school waar hij werkzaam is. 1. De docent heeft hoog zelfreflectief vermogen en is zich bewust van de invloed van het eigen referentiekader in onderwijs, levensbeschouwing/geloof, leiderschap, en onderzoek. 2. De docent leert en ontwikkelt zich zelfstandig. 3. De docent reflecteert vanuit de eigen levensbeschouwing op de eigen professionaliteit en zet dit in ten gunste van eigen handelen en identiteitsontwikkeling. De deelcompetenties voor de masteropgeleide geestelijk verzorger (g.v.er) en ter onderscheiding daarvan de deelcompetenties op bachelorniveau. Competenties 1.Hermeneutische competentie 2.Pastorale competentie Deelcompetenties op bachelorniveau De g.v.er heeft het vermogen om enerzijds de bronnen van de religieuze traditie, gemeenschap en/of organisatie, die hij/zij vertegenwoordigt en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te vertolken. De g.v.er heeft het vermogen om mensen, individueel en groepsgewijs, vanuit een contextuele optiek en op hermeneutisch verantwoorde wijze te ondersteunen in het omgaan met religieuze en levensvragen in zeer uiteenlopende situaties. Deelcompetenties op masterniveau 1. De g.v.er is deskundige op het gebied van het expliciteren van betekenisverlening in relatie tot de religieuze traditie, met en voor gesprekspartners, binnen en buiten de organisatie. 2. De g.v.er kan als deskundige de relevantie van godsdienst en levensbeschouwing duiden en expliciteren in en buiten de organisatie. 3. De g.v.er heeft mede vanuit internationaal perspectief verdiepte kennis van de theologie op masterniveau en kan deze koppelen aan pastorale methoden en deze analyseren, verbeteren of ontwikkelen. 1. De g.v.er is expert in de begeleiding van gesprekspartner(s) met levensbeschouwelijke vragen in complexe pastorale situaties. 2. De g.v.er heeft expertkennis van theorieën omtrent geestelijke verzorging, van groepsdynamica, interculturele en (inter)religieuze communicatie en is zich bewust van de implicaties daarvan voor eigen handelen. 3. De g.v.er is deskundig op het gebied van ethiek. 4. De g.v.er heeft kennis van 13

15 psychiatrische ziektebeelden en persoonskenmerken en de implicaties hiervan voor de geestelijke verzorging 5. De g.v.er heeft een hoog zelfreflectief vermogen, is (levensbeschouwelijk) authentiek in omgang met anderen en transparant in eigen omgang met levensbeschouwelijke zaken. 3. Liturgische competentie De g.v.er heeft het vermogen om religieuze vieringen en rituelen van verschillende aard en doelstelling gestalte te geven en daarin (mede) voor te gaan. 1. De g.v.er initieert religieuze communicatie in de vorm van doordachte gemeenschappelijke rituele momenten in de organisatie. 2. De g.v.er is in staat deze rituele momenten kritisch-analytisch te analyseren en theologisch te verantwoorden. 4. Missionaire competentie 5. Educatieve competentie 6. Agogische competentie De g.v.er heeft het vermogen om de eigen religieuze traditie met anderen te communiceren en uit te dragen en op een open en uitnodigende wijze aanwezig te zijn in de samenleving, ook in een cross-culturele context. De g.v.er heeft het vermogen om een krachtige leeromgeving oor individuen en groepen te creëren en om leer- en vormingsprocessen met levensbeschouwelijke thema s te faciliteren. De g.v.er heeft het vermogen om vanuit de religieuze traditie, gemeenschap en/of organisatie die men vertegenwoordigt op een bewuste, doelgerichte, procesmatige en systematische wijze (samen) te werken aan verandering. 7. Leiderschap De g.v.er heeft het vermogen om individuen (professionals en vrijwilligers), groepen en organisaties te leiden en te begeleiden op levensbeschouwelijk gebied, gericht op het bereiken van gestelde eisen. 1. De g.v.er begeleidt de organisatie in het ontdekken, expliciteren en beleven van de identiteit van de organisatie. 2. De g.v.er weet zijn hermeneutische expertise in te zetten om intra- en interreligieuze dialoog binnen de organisatie en in samenhang met de context te stimuleren en begeleiden. 1. De g.v.er is expert in het begeleiden van medewerkers met betrekking tot de religieuze en levensbeschouwelijke component in de beroepscontext. 2. De g.v.er stimuleert en begeleidt medewerkers in morele en ethische sensibiliteit en argumentatie. 1. De g.v.er maakt gebruik van zijn/haar expertise op het gebied van groepsprocessen en veranderingsprocessen ten dienste van (personen in) de organisatie. 2. De g.v.er begeleidt in de reflectie binnen de organisatie op beleidsvoorbereiding en uitvoering. 1. De g.v.er kan leiding geven aan een team en zorgt voor optimale en effectieve samenwerking binnen het team en binnen de organisatie. 2. De g.v.er kan situationeel gebruik maken van verschillende leiderschapsvormen. 3. De g.v.er is deskundig op het gebied van organisatie- en bestuursvormen binnen de oranisatie. 4. De g.v.er geeft leiding aan de analyse 14

16 en formulering van de levensbeschouwelijke concepten en waarden die onder de mensbeelden (en zorgconcepten) in de organisatie liggen. 8. Communicatie De g.v.er heeft het vermogen om adequaat en doelgroepgericht te communiceren met individuen, groepen en organisaties zowel mondeling als schriftelijk, verbaal als non-verbaal. 1. De g.v.er kan complexe materie communiceren met mensen van alle niveaus en diverse sociale en culturele oorsprong. 2. De g.v.er is mede vanuit internationaal perspectief in staat interculturele en interreligieuze communicatie binnen groepen te faciliteren en begeleiden. 9. Persoonlijke competentie De g.v.er heeft het vermogen om vanuit de eigen spiritualiteit of de spiritualiteit die hij/zij zich heeft eigengemaakt vanuit de religieuze gemeenschap en/of organisatie die hij/zij vertegenwoordigt te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. 1. De g.v.er heeft hoog zelfreflectief vermogen en is zich bewust van de invloed van het eigen referentiekader in geestelijke verzorging, in zijn/haar levensbeschouwing/geloof, in zijn/haar leiderschap en onderzoek. 2. De g.v.er leert en ontwikkelt zich zelfstandig. 3. De g.v.er reflecteert vanuit de eigen levensbeschouwing op de eigen professionaliteit en zet dit in ten gunste van eigen handelen en identiteitsontwikkeling. 3 - Inhoud van de opleiding De opleiding wordt zoveel mogelijk betrokken op beroepssituaties, dus projecten worden uitgevoerd in de beroepspraktijk. Daarmee krijgen studenten het gereedschap om actuele vragen kritisch te begeleiden. Ten opzichte van de bachelor legt de master nadruk op begeleiden, leiden en managen. Dat houdt in dat afgestudeerden hebben leren omgaan met complexiteit en het zelfstandig uitvoeren van onderzoek. Kortom: onze studenten ontwikkelen zich van uitvoerder tot vernieuwer. Godsdienstleraren werken in scholen en geestelijk verzorgers in zorginstellingen, bij de krijgsmacht of justitie. Onze studenten hebben dagelijks te maken met de rationaliteit van het management. Dat wordt zichtbaar in prestatiedruk, schaalvergroting, efficiency, controle, technologische ontwikkeling, complexiteit en voortdurende verandering. In het werk staan kennis en vaardigheden, resultaten en verantwoording vaak centraal. Daartegenover komt het vermogen om situaties te interpreteren en keuzes te maken al gauw in de marge. Integriteit en geduld kunnen uit beeld raken. In de master staat humaniteit in zorg en onderwijs hoog in het vaandel. Dat krijgt onder meer gestalte doordat studenten leren vrije (speel)ruimte te creëren en het dominante discours te onderbreken. In de master leren studenten mensen bij te staan en te begeleiden in hun zoeken naar antwoorden op levensvragen, zeker waar het leven gekenmerkt wordt door complexiteit en verandering. Onze studenten krijgen de noodzakelijke bagage om op te treden als sparring partner voor leidinggevenden in zorg en onderwijs. Daarbij speelt levensbeschouwelijke communicatie een belangrijke rol. Op levensbeschouwelijk vlak zien we individualiteit, pluriformiteit en diversiteit. Groepen en individuen, Nederlandse subculturen en wetenschappelijke disciplines hebben een eigen idioom. De opleiding sluit bij deze diversiteit aan door gevoeligheid voor de meerdere talen en die ook te leren spreken en verstaan. 15

17 De opleiding krijgt gestalte vanuit het christelijke perspectief en is voortdurend in dialoog met allerlei andere levensbeschouwelijke perspectieven. Daarbij is het belangrijk dat godsdienstleraren en geestelijk verzorgers zich bewust zijn hoe hun eigen verhaal meedoet in de wijze waarop zij functioneren en dat zij dat ook kunnen hanteren. Studenten ontwikkelen de competentie om de christelijke traditie op een betekenisvolle en dialogische manier te vertolken in samenhang met de huidige cultuur met en voor de doelgroep van de organisatie waar zij werkzaam zijn. 4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld De opleiding vindt het van belang, dat er contact bestaat tussen opleiding en de beroepenvelden van leraar godsdienst en geestelijk verzorger. Hier wordt gestalte aan gegeven door de jaarlijkse werkveldbijeenkomsten met mensen uit werkveld geestelijk verzorger en godsdienstleraar. Inhoudelijk wordt hieraan gestalte gegeven door de stage. In samenwerking met de beroepenvelden worden de competentieprofielen ontwikkeld en actueel gehouden. C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1 - Inrichting van de opleiding 1a Het curriculum De masteropleiding is een deeltijdstudie van 2 jaar. Er kan elk jaar gestart worden met deze masteropleiding in het A- of B-jaar. Een deel van het modulaire onderwijs is cohort-gebonden, een ander deel van jaar A en B is cohort-onafhankelijk. Wij onderscheiden in het curriculum vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn, de beroepsspecifieke leerlijn, de onderzoeksleerlijn en de reflectie-leerlijn. In de conceptuele leerlijn staat centraal de algemene (theologische) basistheorie die ondersteunend is voor alle competenties (theorie met een grote T). In de beroepsspecifieke leerlijn gaat het om integratie van beroepspraktijk en vaktheorie (theorie met een kleine t). In de onderzoeksleerlijn voert de student, eerst onder begeleiding en in toenemende mate zelfstandig, kwalitatief, praktijkgericht onderzoek op masterniveau uit. In het gehele onderwijs wordt een nieuwsgierige, onderzoekende en dialogische houding beoefend en gestimuleerd. In de reflectie-leerlijn reflecteert en analyseert de student de leer- en werkervaringen. In deze reflectieleerlijn stuurt de student zijn eigen studie en loopbaan, uitgaande van de door Windesheim aan de HBO-competenties toegevoegde competentie van zelfsturing. In de beroepsspecifieke leerlijn bevinden zich de beroepsspecifieke (godsdienstleraar en geestelijk verzorger) leerplanonderdelen. 1b - Bijzondere leerwegen Niet van toepassing 2 Overzicht informatie van het curriculum, en per onderwijseenheid Leerroute Master GL-Geestelijk Verzorger Leerroute Master GL-Leraar Godsdienst 16

18 Overgangsregelingen Voor de studenten die volgens de getekende OVEREENKOMST INZAKE OVERDRACHT VAN PTH- EN THEOLOGIE-OPLEIDINGEN VAN NHL AAN WINDESHEIM d.d. juni 2013 hun studie bij de NHL theologieopleidingen per 1 september 2013 vervolgen bij Windesheim, gelden de volgende overgangsregelingen: 1. Alle studenten kunnen hun studie volgen c.q. voortzetten binnen de bepalingen van het NHL- Hogeschool-Studentenstatuut (GPW/Lero) en binnen de bepalingen van deze overgangsregeling. Dit geldt voor zover niet strijdig met het Windesheim Studentenstatuut. Voor de rechtsbescherming geldt alleen het Studentenstatuut van Windesheim. 2. Er worden voor de studenten geen leerplanonderdelen van het NHL curriculum meer aangeboden. 3. Alle cohorten dienen hun vakken (en ev. bijhorende tentamens) te hebben afgerond op uiterlijk 31 augustus Studenten die denken in aanmerking te komen voor een uitzondering op de regels kunnen een beroep doen op de examencommissie. In geval van conflicten beslist de examencommissie. Hun rol is beperkt tot zaken die beoordelen, afstuderen en programma betreffen. 3 - Accreditatie De opleiding is geaccrediteerd met ingang van 20 februari 2013 tot en met 19 februari

19 2. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN Deze regeling wordt vastgesteld door de directeur, na verkregen advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming van de deelraad. Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1.1 Algemene begripsbepalingen Accreditatie: keurmerk dat de kwaliteit van een opleiding tot uitdrukking brengt (artikel 1.1 sub s WHW). Assessment: Assessor: Associate degree: Bacheloropleiding: Beroepsvereisten: CMR: College van Beroep voor de examens (CBE) een onderzoek naar de competenties van een student. degene die in een assessment beoordeelt in welke mate de student zijn competenties beheerst. een samenhangend geheel van onderwijseenheden, af te sluiten met een examen waaraan de graad Associate degree (Ad) verbonden is. zie hbo-bacheloropleiding. eisen die worden gesteld voor de uitoefening van een bepaald beroep, op grond van een wettelijk voorschrift (artikel 7.6 WHW). Tot deze eisen horen ook de eisen die aan verpleegkundigen worden gesteld. Die eisen zijn vastgelegd in de Richtlijnen van de Raad van de EG. Centrale Medezeggenschapsraad. De CMR is de centrale medezeggenschapsraad van Windesheim. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten met het college van bestuur (CvB) en te besluiten over onderwerpen binnen onze hogeschool. het College van Beroep voor de Examens Windesheim is ingesteld door het College van Bestuur (artikel 7:60 t/m 7:63 WHW ). Dit college is een onafhankelijk beroepscollege. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn jurist. In het College hebben ook studenten zitting. Colloquium Doctum: toelatingsonderzoek voor (aankomend) studenten die niet aan de (21+ toets) vooropleidingseis voldoen (artikel 7:29 WHW). Comakership: Competenties: Competentiegericht: onderwijs: Competentieniveau: tripartiete verhouding tussen Windesheim Flevoland, de student en een bedrijf of instelling waarbij de student een praktijkopdracht uitvoert. De praktijkopdracht maakt deel uit van het curriculum. het duurzaam vermogen tot handelen in een beroepscontext met waarneembaar resultaat, ter uitvoering van bepaalde verrichtingen in een omschreven beroepsrol onderwijs waarin de leerdoelen en de eindkwalificaties van de opleiding worden gekoppeld aan de beroepspraktijk. aanduiding van het niveau waarop iemand een competentie beheerst. 18

Studentenstatuut

Studentenstatuut Christelijke Hogeschool Windesheim Masteropleiding (bekostigd) Leraar Godsdienst van de eerste graad en de afstudeervariant Geestelijk Verzorger Croho nr. 45274 De opleiding is geaccrediteerd met ingang

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER De PThU kent twee competentieprofielen, die voor de gemeentepredikant en die voor de geestelijk verzorger. Ze verschillen in onderdelen, maar

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

O 1 Inter-persoonlijk competent

O 1 Inter-persoonlijk competent V O 1 Inter-persoonlijk competent hij maakt contact met de leerlingen/deelnemers en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen hij biedt een kader waarbinnen de leerlingen/deelnemers

Nadere informatie

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. III FACULTEIT Maatschappij en Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Studiegids Deeltijd Masteropleiding 2011-2012. Theologie en Levensbeschouwing Domein Bewegen en Educatie. Leraar Godsdienst van de 1e graad

Studiegids Deeltijd Masteropleiding 2011-2012. Theologie en Levensbeschouwing Domein Bewegen en Educatie. Leraar Godsdienst van de 1e graad Studiegids Deeltijd Masteropleiding Leraar Godsdienst van de 1e graad Vastgesteld door de directeur van het Domein Bewegen en Educatie op 1 september 2011 na voorafgaand positief advies van de opleidingscommissie,

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd: 1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum:

COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum: Titel Subtitel FHTL COMPETENTIES MA GPW Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging Aan dit document werkten mee: Chr. t Mannetje Hans Jonker Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum: vastgesteld

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS 90 Tweedegraads docenten en hbo-bachelors met een pedagogisch-didactisch getuigschrift die lesgeven in een beroepsgericht vak, kunnen bij

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Competenties en Gedragsindicatoren

Competenties en Gedragsindicatoren Master Design Willem de Kooning Academie Competenties en Gedragsindicatoren Competentiegericht onderwijs De Master Design heeft competenties geformuleerd om de vormgeving, sturing en onderbouwing van het

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

Imam / islamitisch geestelijk werker

Imam / islamitisch geestelijk werker Imam / islamitisch geestelijk werker Rimke van der Veer Rasit Bal 10 april 2008 1 Inhoudsopgave 1.Wat ging er aan vooraf 2.Intentieverklaring 3.Projectgroep en stuurgroep 4.Resultaten 2006 / Speerpunten

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

Speelruimte van betekenis

Speelruimte van betekenis Uitnodiging: Speelruimte van betekenis Conferentie voor opleiders levensbeschouwelijke, godsdienstige en morele vorming over de paradigmawisseling in hun vak Op 31 oktober en 1 november 2011 vindt de conferentie

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen lerarenopleiding Onderwijs- en Examenregeling GMW Bijlage 1a De Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Nadere informatie

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College. SBL competenties toegespitst op de Doorlopende Coach 1. Type product/dienst Instrument 2. Doelgroep Docenten/begeleiders Teamleiders/locatieleiders 3. Hoe competent ben jij als doorlopende coach? Deze

Nadere informatie

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Catechetiek Leerjaren 3 en 4 2012-2013 Module Catechetiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Leren in de gemeente 2. Introductie a.

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Homiletiek Leerjaren 3 en 4 2012-2014 1 Module Homiletiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Het Woord vertolken 2. Introductie a. Wat

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Hebreeuwse en Joodse studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op

Nadere informatie

Associate degree Deeltijd

Associate degree Deeltijd Associate degree Deeltijd 2018-2019 Bloemsierkunst Vakmanschap, effectief communiceren en managen op hbo-niveau in de bloemsierkunst U bent werkzaam in de bloemenbranche, als zelfstandig ondernemer of

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Congres Brede School 19 april 2016

Congres Brede School 19 april 2016 Congres Brede School 19 april 2016 DEELSESSIE 10: OPLEIDEN VAN PEDAGOGISCH PROFESSIONALS VAN DE TOEKOMST. Even voorstellen.. Opleidingentafel Pedagogisch Pact Landelijke aanpak professionalisering pedagogische

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

MASTER LGL COMPETENTIES

MASTER LGL COMPETENTIES MASTER LGL COMPETENTIES Preambule De master opleiding FHTL veronderstelt dat de studenten hun bachelor behaald hebben en dus startbekwaam zijn. Deze bekwaamheid vertaalt zich door naar de onderstaande

Nadere informatie

Competentiegericht Onderwijs

Competentiegericht Onderwijs Competentiegericht Onderwijs Verband tussen economische groei en innovatie van een land en het competentiebeleid en levenslang leren van een land Vlaanderen > koppeling kan beter en proactiever Hefboom

Nadere informatie

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER Leadership IN EDUCATION (MASTER) Van leidinggevenden in het onderwijs wordt verwacht dat zij in staat zijn duurzame schoolontwikkeling te realiseren en onderwijsinnovatie

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Algemene Economie CROHO: 45275 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie