OnderwijsKansenbeleid in Leiden Samenwerken aan OnderwijsKansen. Afspraken tussen de partners in OnderwijsKansenbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OnderwijsKansenbeleid in Leiden Samenwerken aan OnderwijsKansen. Afspraken tussen de partners in OnderwijsKansenbeleid"

Transcriptie

1 OnderwijsKansenbeleid in Leiden Samenwerken aan OnderwijsKansen Afspraken tussen de partners in OnderwijsKansenbeleid

2 PARTNERS ONDERWIJSKANSENBELEID LEIDEN Stichting Peuterspeelzalen Leiden e.o. (SPL) Kinderopvangorganisatie B4KIDS Protestants Christelijke Schoolvereniging Leiden (PCS Leiden) Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden (PROO Leiden) Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) Stichting Islamitische Basisscholen Leiden Stichting Jeugd en Samenleving Rijnland (JES Rijnland) Gemeente Leiden 2 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

3 Afspraken tussen de partners in OnderwijsKansenbeleid Samenwerken aan OnderwijsKansen Vastgesteld 10 oktober 2013 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

4 Inhoudsopgave VOORWOORD 5 1. INLEIDING Aanleiding Doel en reikwijdte nota Leeswijzer 8 2. ONDERWIJSKANSENBELEID - KADER Wat is OnderwijsKansenbeleid? Doelgroepdefinitie Visie De visie vertaald: aanpak via hoofdthema s VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Doel 1. Waarborgen van voldoende aanbod VVE-plaatsen Doel 2. Waarborgen van een kwalitatief volwaardig aanbod van VVE Doel 3. Optimaliseren van het bereik en de deelname van doelgroepkinderen aan VVE Doel 4. Tot stand brengen van een goede doorgaande leerlijn SCHOOLSE PERIODE Doel 1. Uitvoeren en evalueren van schoolspecifiek taalbeleid op alle OnderwijsKansenscholen Doel 2. In stand houden van een gevarieerd aanbod aan voorzieningen ter ondersteuning van leerlingen met een taalachterstand Doel 3. Voortzetten van programma s ter stimulering van leesbevordering bij doelgroepkinderen OUDERBETROKKENHEID Doel 1. Doorontwikkelen van een samenhangend ouderbeleid Doel 2. Bevorderen van onderwijsondersteunend gedrag bij de ouders van doelgroepkinderen op (voor)scholen Doel 3. Zorgen voor beroepskrachten die competent zijn in het omgaan met ouders PROGRAMMAONDERSTEUNING Doel 1. Verschaffen van duidelijkheid in de aansturing, afstemming en uitvoering van het OnderwijsKansenbeleid Doel 2. Zorgen voor monitoring, evaluatie en bijsturing van het beleid FINANCIËN Beschikbare middelen Verdeling middelen per thema 36 BIJLAGEN Begrippenlijst (inclusief afkortingen) Ontwikkelingen binnen het OnderwijsKansenbeleid en het sociale domein Belangrijkste aanbevelingen evaluatie OnderwijsKansenbeleid Feitenblad OnderwijsKansen in Leiden Overzicht Leidse voorscholen en basisscholen Concept jaarplan met indicatoren 52 4 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

5 Voorwoord Leiden is een stad met een groot en breed aanbod aan onderwijsinstellingen; van taalontwikkeling bij peuters tot en met de universiteit, van gymnasium tot instrumentmakersschool: het is er allemaal. Het onderwijs is van goede kwaliteit en ook de inwoners van onze stad hebben gemiddeld een hoog opleidingsniveau. Toch is er ook een groep ouders die nog relatief laag is opgeleid, waardoor hun kinderen het risico lopen onvoldoende toegerust te zijn voor de toekomst. We werken er hard aan om alle kinderen in Leiden gelijke kansen te bieden op een goede schoolloopbaan. Daarmee beginnen we al in de peuterleeftijd. In Leiden willen we dat ieder kind zich optimaal ontwikkelt en het onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. De afgelopen maanden is de huidige beleidsperiode grondig geëvalueerd. Daaruit blijkt dat Leiden het goed doet. De kwaliteit van het OnderwijsKansenbeleid is beter dan in veel gemeenten van vergelijkbare grootte. Maar er blijven ook verbeterpunten voor beleid en uitvoering. Op basis van de aanbevelingen uit de evaluatie hebben de gemeente en haar partners voor de nieuwe beleidsperiode een aantal doelen benoemd en uitgewerkt om het lokale beleid verder vorm te geven. Zo zetten we stevig in op het tot stand brengen van een goede doorgaande leerlijn. We maken duidelijke afspraken over het signaleren van doelgroepkinderen en het daadwerkelijk bereiken van deze kinderen met onze educatieve programma s. Ook is een belangrijke rol weggelegd voor de ouders. Hun betrokkenheid en ondersteuning bij het naar school gaan en leren is een zeer bepalende factor voor goede schoolprestaties. De komende jaren bouwen we voort op wat we goed doen en al bereikt hebben met het OnderwijsKansenbeleid. Daarnaast bewegen we mee met nieuwe ontwikkelingen in het Rijksbeleid en maken we gebruik van nieuwe wetenschappelijke inzichten over effectieve interventies en programma s. Zo weten we dat de beste resultaten geboekt worden wanneer programma s evidence based zijn. Ook een flinke investering over meerdere jaren, maar vooral hoge kwaliteit van het onderwijsaanbod maken dat de resultaten van kinderen omhoog gaan. We zoeken naar initiatieven die de samenwerking tussen kennisinstellingen in de stad en het onderwijs bevorderen. We leggen verbindingen met het programma Leiden Kennisstad. Dit nieuwe beleidskader is tot stand gekomen dankzij intensieve samenwerking van alle betrokken partners: ouders en scholen, voorschoolse voorzieningen, maatschappelijke instellingen en de gemeente. Dank aan iedereen die mee heeft gedacht tijdens de bijeenkomsten en workshops. Wij waarderen uw inbreng en aanwezigheid zeer. Door een gezamenlijke inzet van ieders kwaliteiten en deskundigheid krijgen kinderen in Leiden de kans zich te ontplooien tot zelfstandige volwassenen die hun talenten benutten. Samen werken we aan goede OnderwijsKansen! Wethouder Onderwijs, Sport en Milieu Frank de Wit OnderwijsKansenbeleid in Leiden

6 6 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

7 1. Inleiding 1.1 AANLEIDING Het Rijk acht een goed OnderwijsKansenbeleid 1 van belang voor de ontwikkeling van zowel kinderen als de samenleving in zijn geheel. Het Rijk geeft hiertoe de wettelijke kaders 2 aan en stelt middelen ter beschikking voor de uitvoering van het OnderwijsKansenbeleid binnen de voorschool en in het primair onderwijs 3 door gemeenten en onderwijsorganisaties. Daarnaast investeren gemeenten ook met eigen middelen. Gemeenten ontvangen een rijksbijdrage voor voorschoolse educatie, het opzetten en in stand houden van schakelklassen en initiatieven voor verlengde leertijd. Schoolbesturen van het primair onderwijs ontvangen een rijksbijdrage voor vroegschoolse educatie 4. Het voeren van OnderwijsKansenbeleid betreft daarmee voor een belangrijk deel het binnen de lokale context uitvoeren van (wettelijke) taken van de rijksoverheid, die aan gemeente en scholen middelen beschikbaar stelt voor bestrijding van achterstanden. Gemeenten hebben de regie over het lokale OnderwijsKansenbeleid en zijn verplicht om samen met schoolbesturen en houders van voorschoolse voorzieningen afspraken te maken over het verbeteren van de leerprestaties van leerlingen met een (dreigende) achterstand. Onder deze afspraken vallen tenminste het definiëren en de werving van de doelgroep, de toeleiding naar de voor- en de vroegschoolse voorzieningen, het zorgdragen voor overdracht en een doorlopende leerlijn naar vroegschoolse educatie en het behalen van resultaten bij de vroegschoolse educatie. De Regiegroep OnderwijsKansen is het formele overlegorgaan waar het OnderwijsKansenbeleid wordt uitgewerkt, gevolgd en geëvalueerd. 1.2 DOEL EN REIKWIJDTE NOTA In Leiden werken we al ruim 30 jaar samen aan Onderwijs Kansen. Sinds 2002 wordt er met een vierjarig beleidsplan gewerkt, wat voor grote steden een wettelijke verplichting is. Het beleid begon in 1980 onder de naam Combinatiepakket Leiden met activiteiten in delen van de stad waar veel gezinnen in sociaaleconomische achterstand en/of met een migratie geschiedenis woonden. Anno 2013 werken we met een stadsbreed beleidskader, waaraan gemeente, onderwijs en andere maatschappelijke partners concrete doelstellingen koppelen. Wijkgericht werken blijft daarbij belangrijk. Het vigerend beleidsplan loopt eind 2013 af, dus is er noodzaak tot de ontwikkeling van een vervolgaanpak op OnderwijsKansen voor de periode Ook spelen er veel (landelijke) ontwikkelingen. Deze nota geeft aan hoe in Leiden samengewerkt wordt aan OnderwijsKansen tot en met de basisschoolperiode. Het OnderwijsKansenbeleid is opgesteld samen met de diverse partijen die bij het beleid zijn betrokken en betreft een voorstel voor een gezamenlijke aanpak waarbij wordt gestuurd op doelen, prestaties en samenhang. Dit met als uitgangspunt de beschikbare middelen zoals deze op dit moment bekend zijn 5. De in deze nota gepresenteerde visie en doelen komen voort uit de evaluatie van de beleidsperiode en de hierin geformuleerde aanbevelingen, de gemaakte bestuursafspraken en de bestandsopname VVE van de Inspectie van het Onderwijs. Daarnaast wordt ingespeeld op belangrijke wettelijke en maatschappelijke trends en ontwikkelingen op het gebied van OnderwijsKansen en aanverwante beleidsterreinen. In bijlagen 2 en 3 vatten we deze zaken kort samen. De nota is tot stand gekomen onder leiding van de Regiegroep OnderwijsKansen Leiden. Hierin zijn vertegenwoordigd: Stichting Peuterspeelzalen Leiden e.o (SPL), kinderopvangorganisatie B4KIDS, Protestants Christelijke Schoolvereniging Leiden (PCS Leiden), Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden (PROO Leiden), Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL), Stichting Islamitische Basisscholen Leiden, Stichting Jeugd en Samenleving Rijnland (JES Rijnland) en de gemeente Leiden. 1 In Leiden is afgesproken om de term OnderwijsKansen te hanteren. Op rijksniveau wordt de term onderwijsachterstanden gehanteerd. 2 Wet Primair Onderwijs en wet OKE. 3 Binnen het primair onderwijs kan onderscheid gemaakt worden tussen het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Het speciaal basisonderwijs valt buiten de middelen die het Rijk beschikbaar stelt en buiten de reikwijdte van deze nota. 4 Voor een definitie van schakelklassen en voor- en vroegschoolse educatie, zie bijlage 1. 5 Eind 2014 wordt met gemeenten afgerekend over 4 jaar. Voor wat betreft deze specifieke uitkering is het nog onduidelijk of een vergelijkbaar bedrag beschikbaar blijft na Daarnaast ontvangen gemeenten extra middelen tot en met 2015, waarover specifieke afspraken zijn gemaakt met het Rijk (bestuursafspraken). Het is nog onduidelijk of en op welke wijze deze extra middelen na 2015 naar gemeenten toe zullen komen. Dit kan mogelijk consequenties hebben voor de in te zetten activiteiten. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

8 Daarnaast zijn diverse andere partijen uit de stad nauw betrokken. Ook ouders zijn bevraagd op hun wensen en behoeften rondom voorschoolse voorzieningen, schoolse activiteiten en ouderbetrokkenheid. 1.3 LEESWIJZER Hoofdstuk 2 schetst het kader waarbinnen het OnderwijsKansenbeleid in Leiden tot stand is gekomen: wat verstaan we onder OnderwijsKansenbeleid, voor wie is het bedoeld en hoe wordt het vorm gegeven. We kiezen daarbij een aanpak in vier hoofdthema s: voor- en vroegschoolse educatie, de schoolse periode, ouderbetrokkenheid en programmaondersteuning. De hoofdstukken 3 t/m 6 gaan achtereenvolgens gedetailleerder in op deze thema s. Per thema geven we concrete doelen aan, met daaraan gekoppelde prestaties. Hoofdstuk 7 beschrijft vervolgens het financieel kader. Ten slotte eindigen we met de bijlagen, waarin de nodige achtergrondinformatie te vinden is: onder andere een begrippenlijst, een feitenblad met cijfers van het OnderwijsKansenbeleid en belangrijke ontwikkelingen in het sociale domein. Ook wordt in de vorm van het concept jaarplan een overzicht gegeven van concrete acties om onze doelen te verwezenlijken en worden hierbij indicatoren en streefwaarden benoemd. Bij die onderwerpen waar het een vastgelegde bestuursafspraak betreft, is dit aangegeven met een sterretje (*). Deze afspraken lopen tot en met 2015 en betreffen specifieke afspraken tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Leiden waarvoor extra middelen beschikbaar zijn. 8 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

9 2. OnderwijsKansenbeleid - kader 2.1 WAT IS ONDERWIJSKANSENBELEID? OnderwijsKansenbeleid is bedoeld om gelijke kansen te creëren voor kinderen met een achterstand in de taalen/ of sociaal-emotionele ontwikkeling. Het streven is om achterstanden bij kinderen te voorkomen en te bestrijden en waar nodig kinderen meer mogelijkheden en kansen te bieden om hun talenten te ontwikkelen. Het is voor henzelf en voor de samenleving van groot belang dat kinderen hun capaciteiten ten volle kunnen benutten. Daarom wordt ingezet om goede OnderwijsKansen te bieden in een zo vroeg mogelijk stadium. Het beleid richt zich hierbij zowel op het kind als op de ouders en kenmerkt zich door een intensieve samenwerking van partners zoals scholen, speelzalen, kinderopvang, consultatiebureaus, welzijnsinstellingen, bibliotheken enzovoort. Het streven is dat kinderen met een leerlinggewicht dezelfde resultaten boeken als kinderen zonder gewicht (landelijke gemiddelde CITO) en op basis daarvan de doorstroming naar het voortgezet onderwijs ook vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde. Goed OnderwijsKansenbeleid zorgt ervoor dat kinderen met het risico op een achterstand dezelfde kansen krijgen als kinderen die dat risico niet lopen. 2.2 DOELGROEPDEFINITIE Sommige kinderen beginnen hun schoolcarrière met een achterstand. Dit hoeft niets te maken te hebben met de mogelijkheden van het kind, maar kan samenhangen met omgevingsfactoren, zoals economische, sociale en culturele factoren. Het ministerie van OCW gaat uit van het gegeven: hoe lager de opleiding van de ouders, hoe groter de kans op achterstand van het kind. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen van laagopgeleide ouders meer risico hebben op een achterstand in de taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes. Het is vrijwel onmogelijk om deze achterstand uit te drukken in tijd of hoeveelheid, maar uit onderzoek van het Kohnstamm Instituut blijkt wel dat kinderen van laagopgeleide allochtone ouders een grotere achterstand hebben dan kinderen van laagopgeleide autochtone ouders 6. Kinderen van laagopgeleide ouders krijgen dan ook een gewicht mee. Op basis hiervan hebben ze recht op extra ondersteuning en wordt de rijksbijdrage aan gemeente en scholen bepaald. In 2006 is de zogenaamde gewichtenregeling vanuit 6 Ledoux, Roeleveld, Driessen, Cuppen & Meijer, Amsterdam: Kohnstamm Instituut, Prestaties en loopbanen van doelgroepleerlingen in het onderwijsachterstandenbeleid. Stand van zaken en ontwikkelingen in de periode , Nijmegen: ITS, OnderwijsKansenbeleid in Leiden

10 het Rijk aangepast. Het land van herkomst van de ouders speelt sindsdien geen rol meer in het bepalen van het gewicht van het kind. De gemeente Leiden en haar partners zijn van mening dat deze definitie van het Rijk te beperkend is: er zijn veel kinderen die formeel geen doelgroep zijn (gewicht hebben), maar wel degelijk een groot risico lopen op (taal)achterstand. Daarom vallen deze kinderen in Leiden ook onder de doelgroep. We noemen deze kinderen sterretjeskinderen. Het gaat om kinderen met een zwak taalniveau die om andere redenen dan enkel het opleidingsniveau van de ouders (de gewichteregeling) een risico op (taal)achterstand lopen. Hierbij gaat het meestal om (een combinatie van) omgevingsfactoren als sociaaleconomische status, het arbeidsniveau en het land van herkomst van de ouders. De Leidse doelgroepdefiniëring wordt door de Inspectie van het Onderwijs hoog gewaardeerd. Sterretjeskinderen in de voorschool vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, sterretjeskinderen op de school onder de verantwoordelijkheid van de school. Indien de gewichtenregeling vanuit het Rijk verder versobert, zal dit betekenen dat er nog meer kinderen onder de definitie van sterretjeskinderen zullen gaan vallen. We zullen ons dan moeten beraden op eventuele financiële gevolgen en wat we deze groep kinderen aan willen en kunnen bieden. Daar waar bij een doelgroepkind ook sprake is van bijvoorbeeld een fysieke of verstandelijke beperking of een andere zorgvraag, vindt goede afstemming plaats tussen ouders, consultatiebureau en VVE voorziening of het VVE aanbod op dat moment het meest passend is voor het kind (zie ook Bijlage 2, Sociale Domein paragraaf Passend Onderwijs). 2.3 VISIE In Leiden willen we dat alle kinderen gelijke kansen hebben in het onderwijs. We willen dat kinderen hun capaciteiten kunnen benutten en dat ze het maximale uit zichzelf kunnen halen. Daarvoor is het belangrijk dat kinderen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben. In het OnderwijsKansenbeleid staan alle doelgroepkinderen tot en met de basisschoolperiode met een (risico op) taalachterstand centraal. We streven ernaar al deze kinderen de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben. Al vanaf de peutertijd willen we kinderen op weg helpen. Voor doelgroepkinderen in de leeftijd 0-4 jaar zorgen we daarom voor voldoende plaatsen in voorschoolse voorzieningen en willen we al deze kinderen bereiken en daadwerkelijk laten deelnemen aan een educatief programma. De kwaliteit van de uitvoering van deze programma s is daarbij zo hoog mogelijk. Ook in de basisschoolperiode zorgen we voor een divers aanbod aan (taalstimulerende) programma s voor doelgroepkinderen, in aanvulling op een stevig VVE- en taalbeleid op alle OnderwijsKansenscholen. Van groot belang is de doorgaande leerlijn: het aanbod dat kinderen krijgen in de peutertijd moet vervolg krijgen op de basisschool, zo kunnen de beste resultaten behaald worden. Het gaat om continuïteit van de inhoud maar ook om het pedagogisch handelen van de professional. Op grond van het bovenstaande ziet de doelgroepdefinitie van de gemeente Leiden er als volgt uit: GEWICHTENREGELING RIJK 7 : gewicht 0,3. Beide ouders maximaal vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of lbo/vbo (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs. gewicht 1,2. Eén ouder maximaal basisonderwijs en één ouder maximaal vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of lbo/vbo (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs. STERRETJESKINDEREN. EEN KIND T/M DE BASISSCHOOLLEEFTIJD: dat op basis van het opleidingsniveau van de ouders niet onder de gewichtenregeling van het Rijk valt. dat een zwak taalniveau heeft en een risico loopt op (taal)achterstand vanwege een (combinatie) van omgevingsfactoren. Het taalniveau wordt vastgesteld door een Cito of logopedische toets uitgevoerd door een professional van een (voor)school. In vrijwel alle gevallen wordt door een logopedist mede beoordeeld of de spraak- en/of taalproblemen veroorzaakt worden door onvoldoende taalaanbod vanuit de omgeving. 7 Huidige gewichtenregeling van het Rijk. Deze wordt mogelijk aangepast. Dit kan effect hebben op de omvang van de rijksmiddelen die de gemeente en scholen ontvangen. 10 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

11 Bij al onze activiteiten met en voor doelgroepkinderen, betrekken we actief de ouders. Zij zijn tenslotte een van de belangrijkste bepalende actoren als het gaat om het verbeteren van leerprestaties van hun kinderen. Samen willen we werken aan gelijke OnderwijsKansen. 2.4 DE VISIE VERTAALD: AANPAK VIA HOOFDTHEMA S Doelgroepkinderen willen we een goed kindgericht, gedifferentieerd aanbod van programma s en voorzieningen bieden en dit aanbod waar mogelijk verbeteren. In Leiden richten we ons beleid daarbij in via vier hoofdthema s: voor- en vroegschoolse educatie (VVE), de schoolse periode, ouderbetrokkenheid en programmaondersteuning. 1. Voor- en vroegschoolse educatie Met VVE willen we bereiken dat er voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod is, waarmee we zoveel mogelijk doelgroepkinderen bereiken en laten deelnemen. We zetten in op vroegsignalering via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en gerichte toeleidingsprogramma s. De vroegschoolse en voorschoolse periode moeten op elkaar aansluiten: er moet een doorgaande leerlijn tot stand komen. 2. Schoolse periode Tijdens de schoolse periode (groep 1 t/m 8) richten we ons op het verstevigen van het taalonderwijs op scholen en het in stand houden van een gevarieerd aanbod aan voorzieningen voor leerlingen met een taalachterstand. Het gaat dan om verschillende vormen van schakelvoorzieningen die leerlingen extra leertijd geven. Zowel in de voorschoolse als in de schoolse periode is het van groot belang dat kinderen plezier hebben in lezen en voorgelezen worden. Plezier in lezen maakt dat kinderen taalvaardiger worden en makkelijker meekomen op school. We zetten daarom ook in op leesbevordering. 3. Ouderbetrokkenheid Om de leerprestaties te verbeteren zijn ouders een belangrijke schakel. Het ouderbetrokkenheidsbeleid, daarmee wordt in deze nota onderwijsondersteunend gedrag van ouders bedoeld, wordt gestimuleerd. Ouders krijgen ondersteuning thuis (spelend leren, voorlezen; gezinsgericht), maar ook worden de locaties ondersteund bij de omgang met ouders (centrumgericht). 4. Programma ondersteuning Tot slot kunnen er alleen bedoelde effecten optreden wanneer we het beleidsprogramma op de juiste wijze aansturen en monitoren en we ieders expertise inzetten. Voor ieder van deze vier thema s zijn doelen ten aanzien van dit onderwerp benoemd. Hier zijn vervolgens prestaties aan gekoppeld. Het geheel wordt jaarlijks door de Regiegroep uitgewerkt in een jaarplan waarin concreet staat weergegeven wat we hiertoe gaan doen en welke indicatoren we meten (in de bijlage is het concept jaarplan opgenomen). Thema Doelen 1. Waarborgen van voldoende aanbod VVE-plaatsen VVE 2. Waarborgen van een kwalitatief volwaardig aanbod van VVE 3. Optimaliseren van het bereik en de deelname van doelgroepkinderen aan VVE 4. Tot stand brengen van een goede doorgaande leerlijn 1. Uitvoeren en evalueren van schoolspecifiek taalbeleid op alle OnderwijsKansenscholen Schoolse periode 2. In stand houden van een gevarieerd aanbod aan voorzieningen ter ondersteuning van leerlingen met een taalachterstand 3. Voortzetten van programma s ter stimulering van leesbevordering bij doelgroepkinderen 1. Doorontwikkelen van een samenhangend ouderbeleid Ouderbetrokkenheid 2. Bevorderen van onderwijsondersteunend gedrag bij de ouders van doelgroepkinderen op (voor)scholen 3. Zorgen voor beroepskrachten die competent zijn in het omgaan met ouders Programma ondersteuning 1. Verschaffen van duidelijkheid in aansturing, afstemming en uitvoering van het OnderwijsKansenbeleid 2. Zorgen voor monitoring, evaluatie en bijsturing van het beleid OnderwijsKansenbeleid in Leiden

12 3. Voor- en vroegschoolse educatie Wat is VVE? De wet OKE stelt gemeenten verantwoordelijk voor voldoende en kwalitatief hoogwaardig VVE-aanbod op de voorschool en de schoolbesturen voor een juist aanbod in groep 1 en 2 van de basisschool. Een VVEprogramma biedt een gestructureerde didactische aanpak voor vier dagdelen per week op de voorschool (kinderdagverblijf of peuterspeelzaal) en op de vroegschool (groep 1, 2 van het basisonderwijs). VVE stimuleert de ontwikkeling op het gebied van taal en rekenen en bevordert de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind. Aan de hand van uiteenlopende thema s leren kinderen door middel van spel, interactie en knutselen allerlei vaardigheden en worden zo gestimuleerd in hun ontwikkeling. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van Leidse basisscholen en voorscholen die werken met VVE. Wat willen we bereiken? Met VVE willen we bereiken dat er voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod is, dat bezocht wordt door 100% van de doelgroepkinderen. De voorschoolse en de vroegschoolse periode moeten op elkaar aansluiten: er moet een doorgaande leerlijn tot stand komen. 12 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

13 Doelen 1. Waarborgen van voldoende aanbod VVE-plaatsen 2. Waarborgen van een kwalitatief volwaardig aanbod van VVE 3. Optimaliseren van het bereik en de deelname van doelgroepkinderen aan VVE 4. Tot stand brengen van een goede doorgaande leerlijn Prestaties Voortzetten VVE op peuterspeelzalen en kindercentra Voortzetten VVE op basisscholen met groot aantal doelgroepkinderen Starten met taalbeleidsplan nieuwe VVE Starten met tutorschap op nieuwe VVE scholen Werken met Piramide op alle VVE-instellingen Voortzetten maatwerk logopedie Werken met HBO-coaches in VVE-voorscholen* Verhogen taalniveau leidsters ten bate van de kwaliteit* Evalueren en mogelijk voortzetten Jong geleerd, thuis gedaan * Handhaven tutoruren in de scholen Periodiek beoordelen van en bijsturen op de kwaliteit van de uitvoering en de resultaten van VVE* Invoeren Protocol Vroegsignalering VVE Onderzoeken non-bereik VVE-doelgroep Voorlopig voortzetten van huidige toeleidingsactiviteiten en bereik ervan onderzoeken Heroverwegen van het palet van toeleidingsactiviteiten Vormgeven van inhoudelijk programma en werken met wijkgerichte netwerken Realiseren eenduidige overdracht* Bevorderen samenwerking via pilot startgroepen Streven naar huisvesting op één locatie in ieder geval bij nieuwbouw en renovatie 3.1 DOEL 1. WAARBORGEN VAN VOLDOENDE AANBOD VVE-PLAATSEN Het is belangrijk dat er voor peuters en kleuters die in aanmerking komen voor een VVE programma ook voldoende aanbod is. Hiertoe moet er een minimaal aantal uren VVE worden aangeboden en zijn er voldoende voor- en vroegschoolse voorzieningen verspreid over de stad. We willen in Leiden alle doelgroepkinderen bereiken met een VVE programma. Ook de kinderen die niet op een VVE-school zitten die met het programma Piramide werkt. Hieronder staan de prestaties benoemd die we willen leveren om het doel voldoende aanbod te bereiken. Voortzetten VVE op peuterspeelzalen en kindercentra De gemeente biedt vier dagdelen per week VVE op de voorschool, waarbij gewerkt wordt met een effectieve methode van VVE en zorgt voor voldoende aanbod verspreid over de stad. Leiden voldoet hier inmiddels aan en wil dit ook voortzetten. De gemeente subsidieert de uitvoering van VVE op de peuterspeelzalen en draagt bij aan scholing en materiaalkosten voor VVE-programma s van kinderopvangorganisaties. De SPL heeft per 1 januari 2013 op 16 groepen (van de in totaal 25) een VVE-aanbod dat OKE-proof is door doelgroepkinderen 4 dagdelen per week VVE aan te bieden vanaf de leeftijd van 2,5 jaar. B4KIDS biedt op 4 locaties (10 groepen) een VVEprogramma aan, waaraan doelgroepkinderen minimaal 10 uur per week kunnen deelnemen. De huidige evenwichtige spreiding over de stad en de gemengde groepen willen we handhaven 8. De gemeente gaat een subsidieregeling opstellen, waarin is vastgelegd hoe en wanneer het reguliere peuterspeelzaalwerk en de VVE door de gemeente gesubsidieerd wordt. Hierin zal uitgewerkt worden hoe doelgroepkinderen adequaat op VVE-locaties geplaatst kunnen worden. Daarnaast worden de voorwaarden voor subsidie van een VVE-programma op (nieuwe) locaties met een hoog percentage doelgroepkinderen uitgewerkt en zal er aandacht uitgaan naar de rol van de gemeente, organisaties en ouders in de bekostigingssystematiek van voorschoolse voorzieningen en VVE aanbod. Voortzetten VVE op basisscholen met groot aantal doelgroepkinderen Op 7 basisscholen 9 met een groot aantal doelgroepkinderen wordt in de groepen 1 en 2 VVE aangeboden. Dit willen we handhaven. 8 Op dit moment zijn VVE-locaties over het algemeen genomen behoorlijk gemengd: ruim 30% van de peuters op VVE-locaties behoort niet tot de doelgroep (cijfer ). 9 OBS Telders, IBS Er Riseleh, PCS De Springplank, PCS De Sleutelbloem, OBS De Viersprong, RK Basisschool De Singel en OBS Brede School Merenwijk. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

14 Elk schoolbestuur zet hiervoor de gewichtenmiddelen in die zij ontvangt van het ministerie van OCW 10. Starten met taalbeleidsplan nieuwe VVE Leiden maakt de keuze om ook aan doelgroepkinderen op nieuwe VVE-scholen ondersteuning te bieden. Deze scholen starten vanaf 2013 met het opstellen van een taalbeleidsplan. Nadere uitleg over deze prestatie is opgenomen in hoofdstuk 4, schoolse periode. Starten met tutorschap op nieuwe VVE scholen Nieuwe VVE-scholen stellen vanaf 2014 een tutor aan die voor groep 1 en 2 VVE organiseert. Naast middelen voor het opstellen van een taalbeleidsplan, zullen er tijdelijk middelen beschikbaar worden gesteld om tutoruren op de nieuwe VVE-scholen te bekostigen. Voorwaarde is dat de scholen aantoonbaar goed taalbeleid hebben. Zie ook hoofdstuk DOEL 2. WAARBORGEN VAN EEN KWALITA- TIEF VOLWAARDIG AANBOD VAN VVE VVE zorgt voor een kwalitatief goede pedagogisch didactische, stimulerende omgeving in de voorschoolse periode en helpt het basisonderwijs om kinderen een goede schoolloopbaan te bieden. In Leiden wordt daarom door alle VVE locaties 12 met één methode gewerkt en vindt er uitwisseling en scholing plaats. Door zelf evaluatie en visitatie van de Inspectie van het Onderwijs wordt de kwaliteit bewaakt. De prestaties die bij dit tweede doel horen volgen hieronder. Werken met Piramide op alle VVE-instellingen Alle door de gemeente gesubsidieerde VVE-instellingen werken met het erkende VVE-programma Piramide en daarvoor gecertificeerde medewerkers. Daarbij wordt het VVE-aanbod zowel op de voor- als op de vroegschool structureel onderhouden en voldoet het aan de door de wet gestelde criteria. Hiertoe bekostigt de gemeente regelmatig bijscholing en materialen voor de voorscholen. De schoolbesturen doen dit voor de scholen. Hierbij wordt door deze instellingen waar mogelijk samengewerkt. Logopedisten van OnderwijsAdvies voorzien in een vraagbaakfunctie voor leidsters in de VVE voorscholen en medewerkers van JES Rijnland. Het gaat hierbij om tweejaarlijkse groepsobservatie en het op verzoek informeren en adviseren over meertaligheid en spraaktaalproblematiek. Dit doen we bovenop de wettelijke taak die gemeenten hebben vanuit de jeugdgezondheidszorg ten aanzien van het preventief screenen van alle kinderen van 5 jaar op spraaktaalproblematiek. Werken met HBO-coaches in VVE-voorscholen* Door meewerkende HBO-coaches in te zetten op de groep willen we de kwaliteit op de werkvloer verhogen en opbrengstgericht werken13 verder vormgeven. De HBO-coaches hebben een voorbeeldfunctie op het gebied van pedagogisch-didactisch handelen en kunnen leidsters heel gericht begeleiden. Concreet betekent dit dat het aantal medewerkers met een HBO-opleiding binnen de voorschoolse educatie zal toenemen. In de bestuursafspraken is opgenomen dat er op de VVE-peuterspeelzalen en de VVE-kinderdagverblijven voor 1 dagdeel per week per groep een HBO er aangesteld moet worden. Per 1 januari 2013 is hiermee gefaseerd gestart. De afspraak loopt tot en met 2015 en zal in de eerste helft van 2014 tussentijds worden geëvalueerd op effectiviteit. Verhogen taalniveau leidsters ten bate van de kwaliteit* Leidsters zullen in 2013 getoetst worden op hun taalniveau. Zo nodig ontvangen zij bijscholing en daar waar dit niet haalbaar is moeten afspraken worden gemaakt hoe hiermee om te gaan. Ook hier betreft het een landelijke verplichting in het kader van de bestuursafspraken: alle leidsters in een VVE-voorschool dienen voor spreken en lezen taalniveau 3F te hebben. Toetsing zal in 2013 plaatsvinden, eventuele benodigde bijscholing in Daarnaast hebben de SPL en B4Kids de nieuwe taaleisen opgenomen in hun criteria voor het aannemen van nieuwe medewerkers.. Voortzetten maatwerk logopedie 10 Zie hoofdstuk 7 Financiën. 11 Dit zijn scholen met een groeiend aantal doelgroepkinderen, die niet met Piramide werken, maar met een ander programma. Absoluut gezien hebben zij wel voldoende doelgroepkinderen om in aanmerking te komen voor extra ondersteuning. Evalueren en mogelijk voortzetten Jong geleerd, thuis gedaan (JGTG)* Het gezinsgerichte programma zal eind 2013 worden geëvalueerd en indien effectief, worden voortgezet ten behoeve van ouderbetrokkenheid. 12 Locaties die met Piramide werken. 13 Zie bijlage 1 voor een definitie van opbrengstgericht werken. 14 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

15 JGTG is in september 2012 van start gegaan en sluit aan bij het VVE-programma Piramide. Het wordt ingezet omdat de effectiviteit van VVE in een voorschool versterkt wordt door wat de ouders thuis met hun kind doen: centrum- én gezinsgericht werken aan VVE 14. JGTG heeft twee hoofddoelen: ouders ondersteunen in het ontwikkelen van de vaardigheden die zij nodig hebben om het spelend leren van hun kind te ondersteunen én het bevorderen van de interactie tussen ouder en kind 15. Hiertoe wordt samengewerkt met studenten van de Hogeschool Leiden. Er wordt gewerkt met groepsbijeenkomsten en huisbezoeken en het programma is gericht op de leeftijdsgroep 2,5 tot 6 jaar. Handhaven tutoruren in de scholen Tutoruren zijn onmisbaar in goede VVE, daarom streven de schoolbesturen ernaar het aantal tutoruren op hetzelfde niveau te houden. Het is voor schooldirecteuren steeds lastiger om tutoruren van Piramide uit de gewichtengelden van de eigen schoolbegroting te bekostigen. De aanpassing van de gewichtenregeling, waarbij de factor etniciteit geen rol meer speelt, heeft in het hele land geleid tot een afname van het aantal gewichtenkinderen en daarmee tot vermindering van de personeelsformatie op scholen die veel gewichtenleerlingen hadden. Op scholen staat daardoor het aantal tutoruren onder druk. Periodiek beoordelen van en bijsturen op de kwaliteit van de uitvoering en de resultaten van VVE* In het kader van kwaliteitsbewaking zal om de twee jaar een zelfevaluatie en visitatie per VVE-locatie uitgevoerd worden. Ook de periodieke inspecties van de Inspectie van het Onderwijs kunnen ons helpen de kwaliteit van de uitvoering van VVE te monitoren. Verder is de jaarlijkse analyse van de resultaatafspraken van belang. Naast de zelfevaluatie/visitatie en periodieke inspecties heeft de gemeente in 2013, zoals voorgeschreven in de wet OKE, resultaatafspraken gemaakt met de schoolbesturen. Hierin is vastgelegd wat we willen bereiken met VVE: welke ontwikkeling zouden doelgroepkinderen doorgemaakt moeten hebben na deelname aan VVE in de voor- en vroegschool? Jaarlijks worden deze resultaten geanalyseerd en kan er gestuurd 14 Factstheet Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jarigen, Hier ligt een link met hoofdstuk 5 Ouderbetrokkenheid. Omdat Jong geleerd, thuis gedaan direct aansluit op de methode Piramide die kinderen volgen is het als prestatie in hoofdstuk 3 opgenomen. worden op verbetering van de uitvoering van VVE. In 2014 worden deze afspraken voor het eerst getoetst. Zie hiervoor ook hoofdstuk DOEL 3. OPTIMALISEREN VAN HET BEREIK EN DE DEELNAME VAN DOELGROEPKINDEREN AAN VVE In de wet OKE is opgenomen dat gemeenten een inspanningsverplichting hebben om alle doelgroeppeuters te vinden en toe te leiden naar een VVE voorziening. In Leiden gaat dat al heel goed. In nam 82% van het geschat aantal doelgroeppeuters deel aan een VVE programma op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. De hierna genoemde prestaties moeten er toe leiden dat er een sluitend systeem is zodat 100% van de doelgroeppeuters in beeld is en wordt toegeleid. Invoeren Protocol Vroegsignalering VVE Medio 2013 is het Protocol Vroegsignalering VVE gereed. Dit protocol bevat de afspraken voor indicatie en doorverwijzing van doelgroepkinderen vanaf het eerste moment dat zij in beeld zijn bij de JGZ/ het consultatiebureau. Op deze manier ontstaat een sluitend systeem van vroegsignalering en toeleiding. In het najaar van 2013 wordt het voor alle betrokken instellingen verplicht om volgens dit protocol te handelen. Het doel van het Protocol is het bereiken van meer samenhang tussen de verschillende (hulpverlenende) instanties, zodat doelgroepkinderen vroegtijdig een adequaat aanbod krijgen. De verschillende nu gebruikte toeleidingsinstrumenten krijgen daarin een plaats en worden hierop eventueel aangepast (effectieve methoden/ programma s signalering, doorverwijzing en toeleiding). Er wordt hierbij gewerkt met de doelgroepomschrijving van Leiden, dus inclusief de signalering van sterretjeskinderen. Het protocol gaat er vanuit dat bij het consultatiebureau alle kinderen in Leiden in beeld zijn, en dat daarmee een vindplaats voor 100% doelgroepkinderen VVE aanwezig is. De VVE indicatie wordt door het consultatiebureau opgenomen in het Digitaal Dossier JGZ. Vervolgens worden de ouders doorverwezen naar JES Rijnland voor toeleiding naar een passend VVE aanbod. In het protocol is vastgelegd op welke contactmomenten de JGZ medewerker met de ouder spreekt over VVE of bijvoorbeeld meertalig opvoeden. Ook is opgenomen op welke momenten spraaktaaldiagnostiek vanuit de logopedisten plaatsvindt. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

16 Wanneer een doelgroepkind bij één van de partners als SPL, B4Kids of JES Rijnland deelneemt aan een programma, koppelt de betreffende instelling dit terug aan de JGZ, die deze informatie toevoegt aan het Digitaal Dossier. Kinderen met een VVE indicatie worden standaard voor een extra consult uitgenodigd bij de JGZ. Per kwartaal maakt de JGZ hiervan een overzicht. Zo kan worden vastgesteld of alle potentiële doelgroepkinderen gesignaleerd worden en daadwerkelijke gaan deelnemen aan een VVE programma. Heroverwegen van het palet van toeleidingsactiviteiten Naar aanleiding van het onderzoek non-bereik, het onderzoek naar de effectiviteit van de huidige toeleidingsprogramma s en het ingevoerde Protocol Vroegsignalering bekijken of er toeleidingsactiviteiten gestopt of aangepast moeten worden. Hiermee willen we zorgen dat activiteiten passen in de sluitende aanpak voor vroegsignalering en toeleiding en er een goede kosten-batenafweging plaatsvindt. Onderzoeken non-bereik VVE-doelgroep Begin 2014 in beeld brengen welke doelgroepkinderen niet deelnemen aan een VVE-programma (non-bereik). Hiermee brengen we de omvang en de kenmerken van deze groep in beeld en kunnen we besluiten of aanpassing van toeleidingsactiviteiten nodig is en de aanpak sluitend. We starten geen nieuwe toeleidingsactiviteiten en/of aanpakken gericht op het verhogen van VVEbereik voordat dit onderzoek heeft plaatsgevonden. Voorlopig voortzetten van huidige toeleidingsactiviteiten en bereik ervan onderzoeken De huidige toeleidingsactiviteiten zullen we in ieder geval voortzetten totdat het Protocol Vroegsignalering is ingevoerd. Daarnaast gaan we in 2013 het bereik, de effectiviteit en eventuele overlap van deze toeleidingsactiviteiten onderzoeken. Niet alle ouders kennen de weg of zien de noodzaak van spelend leren. Er zijn verschillende voorzieningen waar kinderen kunnen spelen en leren voordat ze naar de basisschool gaan: de peuterspeelzaal, de bibliotheek, de speel-o-theek en allerlei activiteiten in wijk- en buurtcentra. JES Rijnland verzorgt op dit moment de toeleiding naar VVE en heeft het Programma toeleiding VVE en de Wijkfelicitatiedienst ontwikkeld om ouders te benaderen met als hoofddoel toeleiding van hun kind naar een VVE-programma. Daarnaast organiseren zij samen met de VVE-locaties open ochtenden om met ouders van potentiële doelgroepkinderen in contact te komen. Omgekeerd hebben de verschillende door JES Rijnland uitgevoerde gezinsprogramma s (zie hoofdstuk 5) toeleiding naar VVE als nevendoel. 16 Nevendoel is toeleiding van ouders naar programma s en voorzieningen in het kader van Opgroeien en Opvoeden. Zie ook hoofdstuk OnderwijsKansenbeleid in Leiden

17 Programma toeleiding VVE (voorheen Operatie Badeend ) Dit programma informeert ouders en motiveert hen gebruik te maken van VVE en andere voorzieningen in de wijk. Toeleiders komen hiermee achter de voordeur, dit maakt het tevens mogelijk opvoedings- of gezinsproblematiek tijdig te signaleren en gezinnen door te verwijzen naar de juiste instanties. Wanneer ouders interesse tonen in een informatief huisbezoek, noteren toeleiders (wijkverpleegkundigen, leerkrachten op de basisschool en leidsters op de peuterspeelzaal) de contactgegevens van het gezin. Een JES-medewerker neemt vervolgens contact met hen op voor het plannen van een huisbezoek. Wijkfelicitatiedienst Dit programma bezoekt gezinnen in wijken met een zwakke sociaaleconomische status bij de eerste verjaardag van een kind. Het is een positieve aanleiding om kennis te maken en ouders te informeren over het belang van spelend leren en de kind- en gezinsgerichte voorzieningen in hun wijk en in het bijzonder het gebruik van VVE in de voorschoolse periode te stimuleren. Hiermee wordt net als bij de andere toeleidingsprogramma s getracht een nog grotere groep ouders ertoe te bewegen hun kind gebruik te laten maken van een voorschoolse voorziening. Inloopspeelochtenden Deze ochtenden op de peuterspeelzaal bieden een laagdrempelig aanbod voor ouders met jonge kinderen die andere ouders willen ontmoeten, samen willen spelen met hun kind of kennis willen maken met de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaal start pas op 2-jarige leeftijd, de inloop speelochtenden zijn toegankelijk met kinderen vanaf 1 jaar en ook de jongere broertjes en zusjes zijn welkom. De leidster geeft het goede voorbeeld aan de ouders hoe zij hun kind spelend kunnen laten leren. 3.4 DOEL 4. TOT STAND BRENGEN VAN EEN GOEDE DOORGAANDE LEERLIJN Het kabinet wil ervoor zorgen dat onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen beter op elkaar zijn afgestemd. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van het jonge kind. Een goede pedagogische doorgaande begeleiding in de jonge jaren legt de basis voor schoolsucces en maatschappelijke carrière. Dan komt ook het VVE-aanbod volledig tot zijn recht. Sluitende arrangementen van kinderopvang, onderwijs, welzijn en andere disciplines, waarin elke partij zijn unieke bijdrage levert en door goede samenwerking het optimale resultaat voor het kind bereikt, spelen hier een belangrijke rol. Een gedeelde pedagogische visie, een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en goede samenwerking tussen professionals uit verschillende disciplines zijn de basisvoorwaarden. Deze manier van samenwerken krijgt handen en voeten in bijvoorbeeld integrale kindcentra (IKC) of brede scholen. In 2012 hebben partners uit onderwijs en voorschoolse voorzieningen in Leiden samen met de gemeente beleidsuitgangspunten geformuleerd en vastgesteld. Deze dienen om het beleid rond voorschoolse voorzieningen en de relatie met het onderwijs goed vorm te geven (de doorgaande leerlijn). In 2013 is dit verder uitgewerkt en is benoemd wat de voorwaarden zijn om de doorgaande leerlijn tussen voorscholen en scholen concreter vorm te geven. Deze voorwaarden zijn: ouders hebben vrije keuze voor de voorschoolse voorziening en de school van hun kind. alle scholen zijn gekoppeld aan een of meerdere voorschoolse voorzieningen. Er zijn landelijk verschillende ontwikkelingen op het gebied van de doorgaande leerlijn gestart: Stimuleren van integrale kindcentra. Hier worden peuterspeelzaal, kinderdagopvang, school en BSO gebundeld onder één bevoegd gezag. Dit sluit aan bij de trend om bij nieuwbouw van scholen in te zetten op multifunctionele accommodaties, waarin ook voor- en naschoolse voorzieningen gehuisvest worden. Het ministerie van OCW is in 2011 daarnaast gestart met de pilot startgroep peuters met de bedoeling om een intensieve samenwerking tussen peuterspeelzaal of kinderdagverblijf en basisschool tot stand te brengen. Het doel is om 3-jarigen onder te brengen in het pedagogisch klimaat van de school, om zo (mogelijke) achterstanden in een vroeg stadium te voorkomen en te bestrijden. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

18 scholen en voorschoolse voorzieningen nemen zelf initiatief voor het aangaan van maatwerk allianties, geen top-down voorgeschreven koppeling. de basis is een wijkgericht netwerk, waarin de schooldirecteur een initiatiefrol heeft. de bouwstenen voor een goede doorgaande leerlijn zijn: - de kwaliteit van de overdracht tussen voorschool en school - uniforme afspraken over resultaat (gezamenlijke pedagogische visie, gezamenlijke keuze (VVE) programma) - anticiperen op effecten van mogelijke aanpassing gewichtenregeling binnen de (voor)school - juiste educatie bij juiste (hulpbehoevende) leerling; kan per school verschillen - -ouderbeleid en ouderbetrokkenheid De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor het VVE-aanbod in de voorschoolse periode, de spreiding van voorzieningen over de stad en houdt toezicht op verdere samenwerking tussen de partners. Als vergezicht zien we school en voorschoolse voorzieningen op één locatie (een integraal kindcentrum, IKC), waarbij verbindingen worden gemaakt op meerdere ontwikkelingsgebieden. Op korte termijn (looptijd nota OnderwijsKansen) werken we aan de inhoudelijke samenwerking tussen scholen en voorschoolse voorzieningen via wijkgerichte netwerken, overdracht, startgroepen en waar mogelijk huisvesting. Deze prestaties worden hieronder uitgewerkt. Vormgeven van inhoudelijk programma en werken met wijkgerichte netwerken De Regiegroep is verantwoordelijk voor de verdere vormgeving van het inhoudelijk programma en uniforme werkwijzen om de doorgaande leerlijn te versterken. Daarnaast zorgt zij voor aansturing van de wijkgerichte netwerken. Schooldirecteuren krijgen een initiatiefrol in de wijkgerichte netwerken. De gemeente zal de vormgeving van de netwerken (tijdelijk) faciliteren. In veel steden zijn de voor- en vroegschoolse voorzieningen formeel aan elkaar verbonden. In Leiden is dit doorgaans nog niet het geval. Door (VVE-)instellingen binnen een wijk samen te brengen, kan de doorgaande leerlijn worden versterkt: professionals kennen elkaar en kunnen van elkaar leren op onderwerpen die van belang zijn bij een kwalitatieve uitvoering van een VVE-programma. Op thema s als opbrengstgericht werken en ouderbetrokkenheid zal de Regiegroep stadsbreed kerndoelen vaststellen. Realiseren eenduidige overdracht* Realiseren van een eenduidige, uniforme overdracht voor alle kinderen die van de voor- naar de vroegschool gaan. Ter ondersteuning van een goede doorgaande leerlijn is de overdracht tussen de voorscholen en de scholen van groot belang. Er wordt van elk kind relevante informatie van de voorschool aan de vroegschool doorgegeven. Dat is een wettelijke eis in de wet OKE waar het gaat om kinderen die VVE gevolgd hebben, maar ook een wens van de gemeente en partners. In 2012 is een website gebouwd en een protocol ontworpen dat de overdracht van de voorschool naar de basisschool faciliteert. Niet alleen voor VVE doelgroepkinderen maar voor alle kinderen, met informatie over alle ontwikkelingsgebieden én een mogelijke zorgvraag. In het voorjaar van 2013 wordt door een aantal scholen en voorscholen met de website en het bijbehorend protocol gewerkt. Na evaluatie medio 2013 wordt het overdrachtsprotocol dan stadsbreed in 2014 geïmplementeerd. De Regiegroep zal jaarlijks controleren of de informatie uit de overdracht ook gebruikt en opgevolgd wordt. Bevorderen samenwerking via pilot startgroepen Door middel van een startgroep kunnen schoolbesturen samen met een voorschoolse voorziening ervaring opdoen met intensieve inhoudelijke samenwerking ten behoeve van 3-jarigen die zich in het pedagogisch klimaat van de school kunnen ontwikkelen. Het ministerie van OCW is in 2011 gestart met de pilot startgroep peuters. Aan deze pilot nemen landelijk dertig basisscholen deel in combinatie met peuterspeelzalen. Ook in Leiden is een pilot gestart: OBS Teldersschool werkt hierin samen met kinderdagverblijf De Kleine Beer (B4KIDS). Dit is de enige combinatie waar een kinderdagverblijf aan deelneemt. Met de pilot onderzoeken we of de ontwikkeling van peuters met een risico op een taalachterstand verbeterd kan worden als zij eerder naar de basisschool gaan. Het inhoudelijke aanbod voor de peuters is de ver antwoordelijkheid van de school en wordt uitgevoerd door een bevoegde leerkracht en een pedagogisch medewerker. De landelijke onderzoeksresultaten van de pilot worden verwacht in de eerste helft van Daarnaast financiert de gemeente Leiden samen met 18 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

19 scholen en voorschoolse voorzieningen ook 3 lokale pilots startgroepen (tot en met 2015). De pilots worden in Leiden in 2014 tussentijds geëvalueerd en met elkaar vergeleken. Wanneer de tussenevaluatie positief uitpakt, willen we blijven inzetten op een goede doorgaande leerlijn, mogelijk via uitbreiding van de startgroepen. Hiertoe zullen er op dat moment nadere voorwaarden voor financiering opgesteld worden. Streven naar huisvesting op één locatie in ieder geval bij nieuwbouw en renovatie Bij nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen streven we samen met de gemeentelijke afdelingen van onderwijshuisvesting en vastgoed, naar huisvesting van voor- en naschoolse voorzieningen en basisscholen op één locatie of in de directe nabijheid van elkaar. Gezamenlijke huisvesting is wenselijk, maar vooralsnog niet in alle situaties haalbaar. Om huisvesting te realiseren bij basisscholen zijn extra investeringen nodig. Bij ongeveer 30% van de basisscholen in Leiden is in feite al een peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf/ buitenschoolse opvang bij of in de directe nabijheid van de school gerealiseerd, zoals bij De Arcade en Het Gebouw. Op korte termijn zijn er circa vijf locaties waarbij renovatie/ nieuwbouw van het schoolgebouw aan de orde is. Deze ontwikkeling biedt kansen voor gecombineerde huisvesting. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

20 4. Schoolse periode Wat is de schoolse periode? Met de schoolse periode bedoelen we de groepen 1 t/m 8 van de basisschool. Wat willen we bereiken? Een goede taalbeheersing en nadruk op taalbeleid is zeer belangrijk. Het vormt de basis voor al het leren. Met voor- en vroegschoolse educatie wordt spelen - derwijs aan taalontwikkeling en woordenschat gewerkt en o.a. de taalachterstand deels ingelopen. Maar taalstimulering houdt niet op bij groep 2. In de midden- en bovenbouw is er ook specifieke aandacht nodig voor de taalontwikkeling van (doelgroep)kinderen. Tijdens de schoolse periode richten we ons op het verstevigen van het taalonderwijs op scholen en het in stand houden van een gevarieerd aanbod aan voorzieningen voor leerlingen met een taalachterstand. Het gaat dan om (vormen van) schakelvoorzieningen die leerlingen extra leertijd geven. Daarnaast is het van groot belang dat kinderen plezier hebben in lezen en voorgelezen worden. Plezier in lezen maakt dat ze taalvaardiger worden en makkelijker meekomen op school. We zetten daarom ook in op leesbevordering. Doelen 1. Uitvoeren en evalueren van schoolspecifiek taalbeleid op alle OnderwijsKansenscholen 2. In stand houden van een gevarieerd aanbod aan voorzieningen ter ondersteuning van leerlingen met een taalachterstand 3. Voortzetten van programma s ter stimulering van leesbevordering bij doelgroepkinderen Prestaties Starten met taalbeleidsplan nieuwe VVE Starten met tutorschap op nieuwe VVE scholen Evalueren schoolspecifiek taalbeleidsplan (taal APK) Uitbreiden aantal reguliere schakelklassen* Voortzetten KOPklas Ontwikkelen zomerschool* Uitbreiden taalondersteuning tijdens WeekendKlas* Starten met pilot nieuwe vorm verlengde leertijd* Voortzetten bibliotheek OnderwijsKansen Voortzetten gezinsgerichte leesbevordering via de VoorleesExpress 20 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

21 4.1 DOEL 1. UITVOEREN EN EVALUEREN VAN SCHOOLSPECIFIEK TAALBELEID OP ALLE ONDERWIJSKANSENSCHOLEN Om de taalontwikkeling van doelgroepleerlingen ook na de vroegschoolse periode te blijven stimuleren, is een effectief, schoolspecifiek taalbeleid nodig voor de midden- en bovenbouw van het primair onderwijs. Taalbeleid zorgt ervoor dat de Nederlandse taal in alle groepen en in alle ontwikkelingsgebieden en vakken bewust onderwezen en gebruikt wordt. Het schoolspecifieke taalbeleid heeft als doel om de woordenschat te vergroten en begrijpend lezen te versterken. Dit meten we aan de hand van de Cito-taaltoets. Scholen leggen hun taalbeleid vast in een taalbeleidsplan en zetten daarnaast tutoruren in. Starten met taalbeleidsplan nieuwe VVE Nieuwe VVE-scholen starten vanaf 2013 met het opstellen van een taalbeleidsplan. In Leiden vinden we het belangrijk om in taalontwikkeling te investeren en om het taalbeleid beter te verankeren op de scholen met een groeiend aantal doelgroepkinderen. Daarom maken we de keuze om vanuit de rijksmiddelen t/m 2015 extra te investeren in taalbeleid op nieuwe VVE-scholen. Hiertoe zullen deze scholen een taaltraject volgen, gefinancierd door de gemeente. Starten met tutorschap op nieuwe VVE scholen Nieuwe VVE-scholen stellen vanaf 2014 een tutor aan die voor groep 1 en 2 VVE organiseert. We maken de keuze om vanuit de rijksmiddelen t/m 2015 extra te investeren in taalbeleid op nieuwe VVE-scholen. Hiertoe zullen voor de nieuwe VVE scholen tijdelijk tutoruren worden gefinancierd. Voorwaarde is dat de scholen aantoonbaar goed taalbeleid hebben. Evalueren schoolspecifiek taalbeleidsplan Om de kwaliteit van het taalonderwijs te waarborgen voeren de OnderwijsKansenscholen met een taalbeleidsplan elke twee jaar een evaluatie uit, de Taal APK. De 8 basisscholen die de afgelopen periode een taalbeleidsplan hebben opgesteld evalueren elke twee jaar hun taalbeleidsplan, door middel van een Taal APK. Deze evaluatie biedt verbeterpunten om het taalbeleid verder te professionaliseren. Deze basisscholen hebben in het schooljaar voor het eerst een Taal APK uitgevoerd. De volgende Taal APK vindt daarom plaats in het schooljaar DOEL 2. IN STAND HOUDEN VAN EEN GEVARIEERD AANBOD AAN VOORZIENINGEN TER ONDERSTEUNING VAN LEERLINGEN MET EEN TAALACHTERSTAND Leiden heeft een veelzijdig aanbod aan voorzieningen, zowel gericht op neveninstromers, achterblijvende leerlingen als talentvolle leerlingen. Daarmee zijn er voor leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften schakelmogelijkheden, waardoor gesproken kan worden van een goed dekkend aanbod. De verschillende vormen van schakelen bieden leerlingen met een taalachterstand extra of intensievere taalles, onder of na schooltijd. Zo wordt de lestijd geïntensiveerd of verlengd. Schakelklassen bieden extra (taal)onderwijs en zijn bedoeld om kinderen in een jaar tijd (een deel van) hun taalachterstand in te laten lopen. Naast de schakelklassen zijn er ook internationale klassen voor leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland komen of korter dan één jaar in Nederland zijn. Deze klassen zijn gericht op het leren van de Nederlandse taal en het voorbereiden op deelname aan het reguliere onderwijs. Daarnaast biedt de KOPklas leerlingen met een niet-nederlandse achtergrond na groep 8 een extra jaar (taal)onderwijs als voorbereiding op het eerste leerjaar op een AVO-school. Het gaat om leerlingen die op een beperkt aantal gebieden hiaten in kennis en/of vaardigheden vertonen, die veroorzaakt worden door of te verklaren zijn uit de etnische achtergrond, dat wil zeggen uit problemen met de Nederlandse taal en/of problemen als gevolg van cultuurverschillen. Uit de evaluatie van het OnderwijsKansenbeleid blijkt dat besturen en schoolleiders tevreden zijn over het functioneren van de vormen van schakelen. De komende jaren willen we het veelzijdige aanbod van schakelklassen dan ook in stand houden en uitbreiden vanuit de mogelijkheden uit de Bestuursafspraken. Uitbreiden aantal schakelklassen* Voor 2015 wordt er gestreefd naar 4 schakelklassen verlengde schooldag (waarvan 1 bovenschools) en daarnaast 2 deeltijdschakelklassen. In reguliere schakelklassen volgen leerlingen gedurende één of twee schooljaren een gedeelte van hun lessen in een aparte groep of krijgen zij buiten de reguliere lestijden extra taalonderwijs. Medio 2013 waren er 4 schakelklassen (3 verlengde schooldag en 1 deeltijdklas). De komende periode wordt de schakelklas van OBS de Viersprong omgebouwd tot een bovenschoolse voorziening voor de Brede School Het Gebouw, waardoor meer leerlingen bereikt worden. Daarnaast starten we met een nieuwe schakelklas verlengde schooldag en OnderwijsKansenbeleid in Leiden

22 een extra deeltijdschakelklas. Voor de kwaliteitsverbetering van de huidige schakelklassen gaan we een tweejaarlijks evaluatie (APK) uitvoeren. In het schooljaar heeft de eerste SchakelAPK plaatsgevonden. De eerstvolgende APK vindt daarom plaats in het schooljaar Daarnaast nemen we de scores van leerlingen op in de onderwijsmonitor om de effectiviteit van de verschillende soorten schakelklassen te kunnen meten. Voortzetten KOPklas De KOPklas wordt voortgezet. De KOPklas biedt leerlingen met een niet-nederlandse achtergrond na groep 8 een extra jaar taalonderwijs als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Het doel is dat de leerlingen hun schoolloopbaan voortzetten op het onderwijsniveau dat aansluit bij hun capaciteiten. Gestreefd wordt dat na drie jaar 90% van de oudleerlingen nog steeds minimaal AVO-niveau (VMBO-T, HAVO of VWO) volgt. In het schooljaar namen 15 leerlingen deel aan de KOPklas. De afgelopen jaren volgde minstens 89% van de ex-kopklasleerlingen in het derde leerjaar na de KOPklas onderwijs op VMBO-T-niveau of hoger. Ontwikkelen zomerschool* De zomerschool wordt ontwikkeld tot in elk geval 2015 en heeft een bereik van minimaal 24 leerlingen. In de zomer van 2013 starten we met een zomerschool van vier weken met minimaal 24 leerlingen. Met deze zomerschool streven we te voorkomen dat doelgroepkinderen in een 6 weken durende zomervakantie achterop raken. In 2014 bepalen we wat de specifieke doelgroep wordt voor de zomerschool: gaat het meer om high potential doelgroepleerlingen waarbij de grootste leerwinst te boeken is, of juist om low potential doelgroepleerlingen die de grootste achterstand hebben. woordenschat van schooltaalwoorden en begrijpend lezen. Om het effect van WeekendKlas te kunnen meten, onderzoeken we in 2014 wat de mogelijkheden zijn om scores van leerlingen in beeld te brengen. Starten met pilot nieuwe vorm verlengde leertijd* In 2014 starten we met een pilot verlengde leertijd. Het betreft hier een bestuursafspraak. Het doel van de pilot is om te zoeken naar een nieuwe vorm van verlenging van de onderwijstijd onder of na schooltijd om achterstanden bij doelgroepkinderen te voorkomen en bestrijden. Hoe deze nieuwe vorm van verlengde leertijd eruit gaat zien, gaan we nog nader onderzoeken. Mogelijk zullen we een vorm van huiswerkbegeleiding hierin opnemen en/of aandacht besteden aan de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. 4.3 DOEL 3. VOORTZETTEN VAN PROGRAMMA S TER STIMULERING VAN LEESBEVORDERING BIJ DOELGROEPKINDEREN Lezen vergroot de woordenschat, het analytisch denkvermogen en de concentratie. Lezen draagt ook bij aan kennis van de wereld, wat ondersteunend is voor begrijpend lezen. We vinden het daarom belangrijk al vanaf jonge leeftijd het (plezier in) lezen te bevorderen Voortzetten bibliotheek OnderwijsKansen Het streven is dat alle OnderwijsKansenlocaties gebruik maken van het aanbod van de bibliotheek en dat zij weten dat ze met vragen rondom leesbevordering e.d. hier terecht kunnen. Bij de bibliotheek OnderwijsKansen kunnen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en OnderwijsKansenscholen gratis leesproducten lenen. Veel van de producten die geleend kunnen worden, sluiten aan bij (de Piramide) thema s die op de (voor)school behandeld worden. Ook de schakelklassen hebben intensief contact met de bibliotheek voor ondersteuning bij de leesbevordering. Uitbreiden taalondersteuning tijdens WeekendKlas* De taalstimulering tijdens WeekendKlas wordt minimaal tot 2015 uitgebreid. Bij WeekendKlas werken kinderen met het programma Nieuwsbegrip, dat gericht is op het versterken van begrijpend lezen en het vergroten van de woordenschat. Tot en met 2015 investeert de gemeente tijdelijk met extra middelen, waardoor er een uitbreiding plaatsvindt van enkel de uitvoering van Nieuwsbegrip naar een algeheel taalbeleidsplan, met o.a. woordenlijsten en opdrachten die gebaseerd zijn op het vergroten van Voortzetten gezinsgerichte leesbevordering via de VoorleesExpress Voortzetten van het voorleesprogramma de VoorleesExpress. Met dit voorleesprogramma lezen vrijwilligers kinderen in de leeftijd van 2 tot 10 jaar uit taalarme gezinnen thuis voor. De VoorleesExpress als methodiek staat landelijk goed aangeschreven. Het doel van dit programma is om niet alleen het boek, maar ook het ritueel van een verhaal voor het slapen gaan in een gezin te introduceren. In 2012 werden 112 kinderen bereikt. 22 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

23 5. Ouderbetrokkenheid Wat is ouderbetrokkenheid? Alle ouders willen het beste voor hun kind. Dat is een belangrijk uitgangspunt als het gaat om ouderbetrokkenheid. Ouders spelen de meest bepalende rol bij het bieden van maximale kansen aan kinderen. Wanneer ouders hun kinderen actief stimuleren en ontwikkelingsgerichte activiteiten met hen doen, heeft dit rechtstreeks effect op de ontwikkeling van kinderen. Dat draagt bij aan een succesvolle schoolloopbaan 17. Ouders kunnen daarbij soms een steuntje in de rug 17 O.a. Crosnoe et al., 2010, zoals aangehaald door prof. dr. Judi Mesman, Universiteit Leiden; Factstheet Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jarigen, gebruiken. We zien de laatste jaren veel belangstelling voor de rol van ouders bij de ontwikkeling van kinderen, zowel binnen de Onderwijsraad, het ministerie van OCW als bij de Inspectie van het Onderwijs. Voorscholen, scholen en andere instellingen doen veel om ouders te bereiken, maar zijn niet altijd tevreden over de resultaten van hun inspanningen. Daarom is ouderbetrokkenheid voor de komende beleidsperiode opnieuw een belangrijk thema in deze nota. Het onderwerp wordt in dit hoofdstuk weliswaar apart beschreven, maar maakt onlosmakelijk deel uit van de andere onderwerpen die centraal staan in dit OnderwijsKansenbeleid. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

24 Opbrengstgericht ouderbeleid Er zijn vele vormen van ouderbetrokkenheid: hand- en spandiensten van ouders voor de (voor)school, formele en informele inspraak van ouders bij het beleid, activiteiten om ouders de school in te krijgen, voortgangsgesprekken, huisbezoeken, cursussen voor ouders, etc. Deze activiteiten leiden lang niet allemaal tot betere prestaties van kinderen. Uit onderzoek blijkt het volgende: ouderbetrokkenheid thuis hangt het sterkst samen met de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. hand- en spandiensten die ouders aan de school leveren, hebben weinig tot geen invloed op de ontwikkeling van het kind. de interactie tussen ouders en kinderen is een sterkere voorspeller van leerresultaten dan de mate waarin ouders op school actief zijn. Ouderbetrokkenheid die thuis plaatsvindt, is dus het meest effectief. Wanneer ouders hun kinderen actief stimuleren en ontwikkelingsgerichte activiteiten met hen doen, heeft dit rechtstreeks effect op de ontwikkeling van kinderen. Dat draagt bij aan een succesvolle schoolloopbaan. Dat houdt in dat ouders een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat creëren. Bij jonge kinderen kunnen ouders een breed scala aan activiteiten inzetten, zoals lezen, bibliotheekbezoek, spelenderwijs letters leren, zingen en rijmen. Voorscholen, scholen en andere instellingen kunnen ouders ondersteunen bij deze taak. De gemeente wil dit mede faciliteren en zorgt voor samenhang vanuit de gemeenschappelijk vastgestelde doelen. Wat willen we bereiken? Om de leerprestaties te verbeteren zijn ook ouders een belangrijke schakel. We willen dat alle activiteiten voor en met ouders een directe relatie hebben met het optimaliseren van ontwikkelingskansen voor kinderen. Dat is de focus voor de komende beleidsperiode. Het overkoepelende doel dat we de komende jaren willen bereiken met het beleid rond ouderbetrokkenheid luidt: het versterken van de samenwerking tussen (voor)-scholen en ouders bij de ontwikkeling van kinderen om daarmee de onderwijsprestaties van doelgroepkinderen te vergroten. Het ouderbetrokkenheidsbeleid wordt daarom concreter uitgewerkt: ouders krijgen ondersteuning thuis (spelend leren, voorlezen; gezinsgericht), maar ook worden de locaties ondersteund bij de omgang met ouders (centrumgericht). Doelen 1. Doorontwikkelen van een samenhangend ouderbeleid 2. Bevorderen van onderwijsondersteunend gedrag bij de ouders van doelgroepkinderen op (voor)scholen 3. Zorgen voor beroepskrachten die competent zijn in het omgaan met ouders Prestaties Vaststellen van activiteiten Afstemming op ouders Onderlinge afstemming instellingen Zicht op opbrengsten van ouderbeleid Subsidie voor ouderbeleid Communicatie door beroepskracht 5.1 DOEL 1. DOORONTWIKKELEN VAN EEN SAMENHANGEND OUDERBELEID De verschillende activiteiten die uitgevoerd worden op het gebied van ouderbeleid gaan we in kaart brengen, beoordelen en op elkaar afstemmen. Zo komen we tot een samenhangend pakket van maatregelen. Dit doen we met een zogenaamde ouderbetrokkenheidskaart. Om een complete kaart te maken is het nodig dat scholen en voorscholen afstemmen met ouders en dat de instellingen onderling communiceren zodat er een eenduidig aanbod ontstaat. De opbrengsten worden gemonitord via de Leidse onderwijsmonitor. We werken aan dit doel door middel van de hierna volgende prestaties. Vaststellen van activiteiten Vaststellen welke activiteiten blijven bestaan, worden gestart en/of worden afgebouwd naar aanleiding van de ouderbetrokkenheidskaart. In de eerste helft van 2014 brengt de gemeente systematisch in kaart welke activiteiten plaatsvinden c.q. worden aangeboden voor ouders van doelgroepkinderen: waar wordt het uitgevoerd, met welk doel, voor welke doelgroep, wat kost het en wat is de opbrengst? Daardoor ontstaat een zogenaamde ouderbetrokkenheidskaart van Leiden. In een matrix worden de doelen, subdoelen en doelgroepen van de ouderactiviteiten in kaart gebracht, waardoor een eventuele overlap zichtbaar wordt. Op basis van het overkoepelende doel op ouderbeleid Het versterken van de samenwerking tussen (voor)scholen en ouders bij de ontwikkeling van kinderen om daarmee de onderwijsprestaties van doelgroepkinderen te vergroten. 24 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

25 stellen we vast welke activiteiten blijven bestaan, welke nieuwe activiteiten worden gestart en welke worden afgebouwd. De kern van het gemeentelijke ouderbeleid is dat ouders ondersteuning krijgen bij de wijze waarop zij thuis de ontwikkeling van hun kind stimuleren. Daarvoor is een drietal stappen nodig: professionals bouwen een relatie op met ouders, wisselen informatie uit en geven hulp en ondersteuning aan ouders. Sommige van de huidige activiteiten zijn rechtstreeks gericht op het ondersteunen van ouders, andere hebben dit als subdoel. De genoemde drie stappen zijn behulpzaam bij het categoriseren van ouderactiviteiten. Afstemming op ouders Activiteiten zijn afgestemd op wensen en behoeften van ouders. (Voor)scholen gaan na welke wensen, behoeften en verwachtingen ouders hebben. Dit gebeurt tijdens intakegesprekken als ouders nieuw zijn bij een instelling. Daarnaast is het streven stadsbreed op alle Onderwijs- Kansenscholen te werken met oudertevredenheidsonderzoeken, bijvoorbeeld met de methodieken WMK of scholen met succes. Activiteiten kunnen zo beter afgestemd worden op de ouderpopulatie. Mochten zij merken dat er bij hun ouderpopulatie andere vragen leven dan het geboden activiteitenaanbod, dan kunnen IN AFWACHTING VAN HET SAMENSTELLEN VAN EEN GEMEENTELIJKE OUDERBETROKKENHEIDSKAART WORDEN VOORALSNOG IN STAND GEHOUDEN: Samenspel: een programma waarin ontwikkelingsstimulering van jonge kinderen gecombineerd wordt met opvoedingsondersteuning voor ouders. Een groep van tien ouders en hun kind komt één dagdeel per week, gedurende een half jaar als samenspelgroep bijeen. Een meerwaarde van Samenspel is dat ouders andere ouders ontmoeten en kennismaken met de peuterspeelzaal. Uit evaluaties blijkt dat ouders die Samenspel hebben bezocht zich sterker voelen als opvoeder. Kinderen gaan na een half jaar Samenspel over naar een peutergroep en ouders nemen tijdens en na de Samenspelgroep regelmatig deel aan een ouderprogramma van JES Rijnland. Deelname aan Samenspel vergroot ook de ouderbetrokkenheid van ouders op de peutergroepen. De peuterspeelzaalleidsters en JES medewerkers werken samen op Samenspel, ieder vanuit de eigen professie. Jong geleerd, thuis gedaan : gezinsgericht programma dat in september 2012 van start is gegaan. Het sluit aan bij het VVE-programma Piramide en de inzet van het programma op de (voor)school. Het wordt ingezet om de effectiviteit van VVE in een (voor)school te versterken door ouders thuis te leren hoe zij met hun kind activiteiten kunnen ondernemen die de ontwikkeling stimuleren. Op die manier verbinden we centrumgericht en gezinsgericht werken aan VVE met elkaar. Het programma heeft twee hoofddoelen: ouders ondersteunen in het ontwikkelen van de vaardigheden die zij nodig hebben om het spelend leren van hun kind te ondersteunen én het bevorderen van de interactie tussen ouder en kind. Het programma wordt eind 2013 geëvalueerd. JES Rijnland ziet erop toe dat het programma wordt afgestemd op het programma Opstapje. Moeders in de buurt: wijkgericht programma rond opvoeden, waarin moeders opvoedingsvaardigheden leren van elkaar en van professionals. Onderwerpen als contact maken met je kind, lezen, de bibliotheek, ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteuning komen ook aan bod. Taal & ouders (ook wel SLIM voor Ouders): eenmalig gefinancierd vanuit gemeente, cofinanciering met het Europees Integratie Fonds. SLIM biedt Nederlandse taallessen voor ouders op de basisschool van hun kind, zij leren letterlijk en figuurlijk de taal van de school, waardoor zij beter deel uit kunnen maken van de (onderwijs) ontwikkeling van hun kinderen (ook voor moeders met kinderen op de voorschool). Daarnaast zal het gezinsgerichte programma Opstapje in ieder geval door de gemeente gefinancierd blijven worden. Opstapje is een programma dat als bewezen effectief erkend is en opgenomen is in de databank van het NJI. In het programma Opstapje staat de interactie tussen moeder en kind centraal. Zoals eerder aangegeven is deze interactie een sterke voorspeller van schoolsucces van kinderen. Bij Opstapje leren moeders hoe zij spelenderwijs hun kinderen kennis en vaardigheden kunnen aanleren die zij op de basisschool nodig hebben. Door tijdens het spelen de interactie centraal te stellen ontwikkelen de moeders ook zelf vaardigheden om hun kind te stimuleren in de ontwikkeling. Verder organiseren de scholen: - De Ouderkamer op Brede School de Merenwijk. In deze ruimte in de school, die speciaal is ingericht voor de ouders, kunnen zij elkaar ontmoeten, maar volgen zij ook cursussen en bijeenkomsten rondom onderwijs en opvoeding. - Themabijeenkomsten voor ouders. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

26 zij deze vraag signaleren en contact zoeken met een collega-instelling die wel aanbod heeft voor deze ouderpopulatie. Na een oriëntatie op wat er nodig is qua aanbod kan de (voor)school via het bestuur een aanvraag indienen bij de gemeente Leiden. De aanvraag wordt besproken in de Regiegroep zodat zij het overzicht houden. Onderlinge afstemming instellingen Er vindt afstemming en communicatie plaats tussen de instellingen die zich bezighouden met onderwijsondersteuning en opvoedingsondersteuning. Voor ouders is het van belang dat de ondersteuning die zij krijgen eenduidig is. Om die reden wordt vanuit het jeugdbeleid gewerkt met de methodiek 1gezin1plan en gebruiken alle instellingen in Leiden de methodiek TripleP bij interventies rond opvoedingsondersteuning. Zo geldt ook voor activiteiten binnen het Onderwijs- Kansenbeleid dat ouders dezelfde boodschap horen. Een voorbeeld daarvan is Talen in Balans. In deze korte cursus krijgen ouders handvatten hoe om te gaan met meertalig opvoeden. Ook de professionals worden hierin geschoold: zo spreekt iedereen dezelfde taal als het over meertaligheid gaat. Zicht op opbrengsten van ouderbeleid De opbrengsten van ouderbeleid meetbaar maken en monitoren met de Leidse onderwijsmonitor. We willen goed in beeld krijgen wat de opbrengsten van het ouderbeleid zijn. Dit doen we door het ontwikkelen van indicatoren die we meenemen in de onderwijsmonitor. 5.2 DOEL 2. BEVORDEREN VAN ONDERWIJS- ONDERSTEUNEND GEDRAG BIJ DE OUDERS VAN DOELGROEPKINDEREN OP (VOOR)SCHOLEN Optimaliseren van ontwikkelingskansen van kinderen is de focus van het ouderbeleid. Om dit te bereiken wordt het onderwijsondersteunend gedrag bij ouders aangemoedigd. Hiertoe stelt de gemeente subsidie ter beschikking, waarbij specifieke voorwaarden worden gesteld. Subsidie voor ouderbeleid De gemeente stelt subsidievoorwaarden op voor (voor) scholen om ouderbeleid te versterken. De indicatoren van de Inspectie van het Onderwijs zijn richtinggevend en maken deel uit van de subsidievoorwaarden. We willen dat uiterlijk in 2015 alle VVE-voorscholen en OnderwijsKansenscholen een vastgelegd ouderbeleid hebben. De gemeente subsidieerde in 2012 het traject ouderbetrokkenheid op maat : scholen konden een subsidieaanvraag indienen om gericht ouderbeleid te voeren. Verschillende (voor)scholen hebben een aanvraag ingediend en zijn gestart met dit traject 19. In de komende beleidsperiode stelt de gemeente opnieuw subsidie beschikbaar voor beleid op het gebied van ouderbetrokkenheid. De gemeente zal hiervoor concrete subsidievoorwaarden vaststellen. Het gaat, evenals bij de vorige subsidiemogelijkheden, om maatwerk per (voor)school, waarbij de zeven prestatie-indicatoren uit het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs richtinggevend zijn. Deze worden in het hiernavolgende kader nader beschreven. Daarnaast geldt de focus uit dit hoofdstuk, namelijk een directe relatie tussen prestaties en het optimaliseren van ontwikkelingskansen van kinderen, als belangrijk uitgangspunt. Veel VVE-scholen kunnen nog een slag maken als het gaat om ouderbetrokkenheid. Dit geldt ook voor de nieuwe VVE scholen. Bij hen zal echter wel eerst de invoering van nieuwe VVE centraal staan (zie de voorgaande hoofdstukken). Zodra dit op poten staat, zullen zij zich meer moeten richten op de ouders. 19 Vijf scholen hebben een aanvraag gedaan, waarvan vier scholen ook de training Oudergerichte Attitude hebben gedaan. 26 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

27 Concretisering indicatoren Inspectie De Inspectie geeft in haar rapport aan dat de meeste voor- en vroegscholen in Leiden geen gericht ouder beleid beschreven hebben. De helft van de instellingen stimuleert ouders onvoldoende om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te ondernemen met de kinderen. De Inspectie maakt met name melding van het feit dat het observeren van de ontwikkeling van kinderen op de voorschoolse instellingen en het informeren van ouders daarover, vooral voor het derde jaar geen gebruikelijke praktijk is. Hierin willen we de komende jaren een sterke verbetering aanbrengen. Onderstaand geven we aan welke indicatoren de Inspectie hanteert en op welke wijze we deze terug willen zien bij de (voor)scholen. 1. Ouderbeleidsplan Elke VVE-(voor)school heeft een doelgericht en schriftelijk vastgelegd ouderbeleid. Doelgericht houdt in dat er op basis van een analyse van de huidige situatie een vraag of behoefte in beeld wordt gebracht en dat vervolgens maatregelen worden vastgesteld die hieraan tegemoet kunnen komen. In het ouderbeleid stelt de voorschool vast welke resultaten ze wil bereiken bij ouders en bij kinderen. Bij subsidiebeoordeling worden in navolging van de Inspectie de volgende criteria gehanteerd: Er wordt inzicht gegeven in de analyse van de ouderpopulatie, zoals taalachtergrond, opleidingsniveau, werkend/niet-werkend en sociaaleconomische factoren. Op basis van de analyse van de ouderpopulatie, de wensen en mogelijkheden van de ouders en de eigen doelstellingen is een concreet VVE-ouderbeleid geformuleerd en op schrift gesteld. Het beleid wordt in de praktijk ook daadwerkelijk uitgevoerd. Op de vroegschool vormt het VVE-ouderbeleid een onderdeel van het ouderbeleid van de basisschool. 2. Informatie over VVE De (voor)scholen geven ouders informatie over de doelen van VVE en over de belangrijke rol die ouders zelf spelen bij de ontwikkeling van hun kind. Ook informeren zij de ouders over het belang van een goede afstemming van de opvoeding en ontwikkelingsstimulering thuis en op de VVE-instelling en over de effecten daarvan. Ouders worden geïnformeerd over VVE: wat houdt het in, wat kunnen ze verwachten van de instelling, en omgekeerd: wat verwacht de instelling van de ouders. (Voor)scholen hebben vastgelegd hoe zij dit SMART in de praktijk realiseren. 3. Intake De (voor)scholen hebben een persoonlijk gesprek met ouders bij de intake (kennismaking). Dit gebeurt aan de hand van een intakeformulier waarop achtergrondkenmerken van het aangemelde kind genoteerd worden: samenstelling gezin, plaats van het kind daarin, ontwikkelings-, gezondheids- en gedragskenmerken, relevante informatie over de thuissituatie en opvoedingsgewoontes. De belangstelling die de instelling heeft voor de thuissituatie van de kinderen, is belangrijk voor de ontwikkeling en is een voorwaarde voor de ouderbetrokkenheid thuis. Dat begint al bij het kennismakingsgesprek, waarin naar de thuissituatie wordt geïnformeerd en bijvoorbeeld wordt gevraagd welke taal thuis wordt gesproken met het kind en of er jongere broertjes of zusjes zijn die wellicht ook naar een voorschoolse voorziening kunnen worden toegeleid. 4. Ontwikkelingsstimulering thuis De (voor)scholen stimuleren ouders om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten met hun kind te doen en geven hen daarvoor materialen en aanwijzingen. Ter ondersteuning hiervan kunnen instellingen een specifiek ouderprogramma gebruiken of de oudercomponent van het VVE-programma intensief uitvoeren. We stimuleren (voor)scholen om wijkgerichte programma s onderling af te stemmen en samen een doorgaande lijn te ontwikkelen. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

28 5. Relevante ouderactiviteiten De voor(scholen) organiseren relevante ouderactiviteiten, gericht op het toerusten van ouders voor de ontwikkelingsstimulering van hun kind. De (voor)scholen worden geacht gerichte ouderactiviteiten te organiseren die aansluiten bij de door hen gestelde doelen voor ouderbeleid (het gaat dan bijvoorbeeld om informatiebijeenkomsten over VVE, thema bijeenkomsten, inloopuren, koffieochtenden etc). Ook is het belangrijk dat de (voor)school de ouders enthousiasmeert om hieraan deel te nemen. De ouders worden gestimuleerd om bij het brengen van hun kind activiteiten te doen met hun kind. Er is een aanbod van activiteiten die ouders bij binnenkomst met hun kind(eren) kunnen doen. Leidsters/ leerkrachten voeren bij het brengen en halen informeel korte gesprekken met de ouders over hun kind(eren). De Inspectie hanteert als norm dat minimaal 60% van de ouders participeert in de activiteiten. Wij sluiten ons aan bij deze norm. 6. Informatie en communicatie over de ontwikkeling van het kind Pedagogisch medewerkers, peuterspeelzaalleidsters en leerkrachten betrekken ouders regelmatig bij de ontwikkeling van hun kind(eren) op de VVE-instelling. Gesprekken met ouders over de ontwikkeling van kinderen zijn gebaseerd op toetsresultaten en observatiegegevens. Er is tenminste drie maal in de peuter- en de kleuterperiode een oudergesprek op uitnodiging van de voor(school), waarin ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Tijdens de ouder gesprekken worden toets resultaten en observatiegegevens bekeken en besproken. Bij zorgpunten worden ouders direct geïnformeerd over hun kind en zijn er regelmatig gesprekken om de voortgang te bespreken. Over het gebruik van toetsen en observatiesystemen maakt de gemeente afspraken met de (voor)scholen, zie hiervoor ook paragraaf Thuistaal De pedagogisch medewerkers en leerkrachten weten welke taal ouders thuis spreken. Informatie over de ontwikkeling van het kind, VVE-activiteiten en over de instelling kunnen worden vertaald in de thuistaal, wanneer ouders geen Nederlands spreken en lezen. De gemeente Leiden kent het project Talen in balans waarin het thema meertalig opvoeden aan de orde komt, ook voor professionals. Op dit moment is er nog vraag naar dit programma. Op den duur wordt het programma naar behoefte aangeboden. Wanneer leidsters of leerkrachten het nodig of wenselijk achten dat ouders de Nederlandse taal leren om meer betrokken te raken bij de ontwikkeling van hun kinderen, kunnen zij ouders op dit moment doorverwijzen naar het programma SLIM voor ouders. 5.3 DOEL 3. ZORGEN VOOR BEROEPSKRACHTEN DIE COMPETENT ZIJN IN HET OMGAAN MET OUDERS Tot slot is onderling vertrouwen een belangrijke voorwaarde voor partnerschap tussen ouders en (voor) school, voor wie opvoeding en onderwijs een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Om dat te bereiken moeten (voor)scholen investeren in het opbouwen van een vertrouwensrelatie met ouders. Leerkrachten en leidsters vinden dat nogal eens een lastige opgave, zeker als hun eigen achtergrond erg verschilt van die van de ouders. Ook kunnen er vooroordelen zijn over en weer. Het is daarom belangrijk dat professionals over de juiste vaardigheden beschikken om te communiceren met ouders. Leiden gebruikt daarbij de ouderschapstheorie van Alice van der Pas. Communicatie door beroepskracht Elke beroepskracht is in staat om op een open en gelijkwaardige manier te communiceren met ouders. Het streven is dat eind 2014 alle (voor)scholen de deskundigheid bij groepsleerkrachten en pedagogisch medewerkers op het gebied van communicatie met ouders hebben vergroot. Dat kan door middel van bijvoorbeeld trainingen voor oudergesprekken, intervisie of contact met de Pabo over dit onderwerp. Het coördinaat OnderwijsKansen zal hiertoe de scholingsbehoefte inventariseren en op basis hiervan een aantal trainingen selecteren, waarvoor beroepskrachten zich kunnen inschrijven. De gemeente bekostigt deze trainingen. Ook JES-medewerkers kunnen hieraan deelnemen. De (voor)scholen zullen het onderwerp opnemen in de POP-gesprekken met medewerkers 28 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

29 6. Programmaondersteuning Wat is programmaondersteuning? Om met een beleidsprogramma te komen tot de gewenste effecten is goede programmaondersteuning noodzakelijk. Hierbij gaat het om helderheid over taken en verantwoordelijkheden van alle partners, goede aansturing en monitoring van de activiteiten en prestaties. In dit hoofdstuk geven we aan hoe we dat willen doen. Wat willen we bereiken? Een sterk punt in het OnderwijsKansenbeleid is dat het gezamenlijk werken aan OnderwijsKansen al een lange traditie en een groot draagvlak onder alle betrokken partijen heeft. Ook houden we in Leiden uitgebreid cijfers bij via de Leidse onderwijsmonitor. Aanscherping en verbetering van de samenwerking, sturing en monitoring en daarmee komen tot betere uitvoering van het beleid, is nog wel mogelijk. Doelen 1. Duidelijke aansturing, afstemming en uitvoering van het Onderwijs Kansenbeleid 2. Zorgdragen voor monitoring, evaluatie en bijsturing van het beleid Prestaties Naleven van- en elkaar aanspreken op ieders rol en taken Opstellen en actualiseren gezamenlijk jaarplan Jaarlijks actualiseren indicatoren Onderwijs- Kansenbeleid Inzetten onderwijs monitor voor beleidsevaluatie Volgen en bijstellen kwaliteit uitvoering van VVE via zelfevaluatie/visitatie* Toetsen van VVEresultaten aan resultaatafspraken* Hanteren kindvolg systeem op alle VVE-locaties* Uitvoeren eindevaluatie OnderwijsKansenbeleid OnderwijsKansenbeleid in Leiden

30 6.1 DOEL 1. VERSCHAFFEN VAN DUIDELIJKHEID IN DE AANSTURING, AFSTEMMING EN UITVOERING VAN HET ONDERWIJS- KANSENBELEID Het OnderwijsKansenbeleid komt tot stand door intensieve samenwerking tussen de gemeente en de partners in het veld. Op verschillende niveaus wordt beleid gemaakt en uitgevoerd en bijgesteld. Hiervoor is het belangrijk om ieders taken en rollen duidelijk te benoemen. Deze staan hieronder benoemd. Heldere verantwoordelijkheden Voor de komende beleidsperiode moet het duidelijk zijn wat de rollen en taken zijn van de verschillende spelers binnen het OnderwijsKansenbeleid, zodat we elkaar hierop kunnen aanspreken en we het beleid zo goed mogelijk uit kunnen voeren. Jaarlijks reflecteren we hierop met elkaar. Bij de uitvoering van het beleid zien we tussen gemeente en partners in het veld twee lijnen. Enerzijds via uitvoeringsafspraken en verantwoording over inzet van(subsidie)middelen. Anderzijds via aansturing en inhoudelijke afstemming van de concrete activiteiten. Aan beide lijnen ligt het Onderwijs- Kansenbeleid ten grondslag. Rol en taken Regiegroep De Regiegroep is het formele overlegorgaan voor het OnderwijsKansenbeleid. Hier wordt het beleid uitgezet en aangestuurd, de samenhang tussen projecten wordt uitgewerkt, gevolgd en geëvalueerd. Er worden besluiten genomen over alles dat niet duidelijk is voorbehouden aan één van de specifieke partners. De Regiegroep stelt werkgroepen in voor de uitwerking van- en advisering over thema s. Andere taken van de Regiegroep zijn: introductie en afstemming van relevante actuele onderwerpen in het OnderwijsKansenbeleid. bewaken integraliteit op stedelijk niveau, onder andere de afstemming ten aanzien van de brede scholen en Weer Samen Naar School (WSNS) vallen hieronder. jaarlijks vaststellen van een jaarplan via de structuur van doelen, prestaties en acties in het OnderwijsKansenbeleid. monitoren van voortgang, doelen, prestaties en acties op basis van de Leidse onderwijsmonitor en het jaarplan. transparantie bieden over (inzet van) budgetten, subsidievoorwaarden en regelingen op de verschillende onderdelen. besluiten over keuzes projectactiviteiten. afspraken doorzetten en bewaken richting eigen achterban. op een open en constructieve wijze elkaar infomeren over zaken/ problemen die in de eigen organisatie spelen en die een link hebben met het beleid. Denk bijvoorbeeld aan bekostigingsvraagstukken of landelijke ontwikkelingen met lokale gevolgen. In de Regiegroep OnderwijsKansen hebben de volgende partijen zitting: Gemeente Leiden (voorzitter) Stichting Peuterspeelzalen Leiden e.o. (SPL) Kinderopvangorganisatie B4KIDS Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden (PROO Leiden) Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) Protestants Christelijke Schoolvereniging Leiden (PCS Leiden) Stichting Islamitische Basisscholen Leiden Stichting Jeugd en Samenleving Rijnland (JES Rijnland) Rol en taken gemeente De gemeente voert de regie op het OnderwijsKansenbeleid. Taken die hierbij horen zijn: opstellen duidelijk beleidskader. samenhang met de Leidse Educatieve Agenda (LEA) bewaken en de link leggen met jeugdbeleid en andere beleidsterreinen. beschikken van subsidies, waarin heldere prestatieafspraken staan geformuleerd en sanctioneren van niet naleven. Rol en taken Coördinaat OnderwijsKansen Er wordt door veel partners op diverse thema s (samen) gewerkt aan het bevorderen van OnderwijsKansen. Om te zorgen voor een integrale aanpak en een goede en logische verbinding tussen lopende en nieuwe activiteiten, heeft de Regiegroep OnderwijsKansen er in 2006 al voor gekozen een Coördinaat OnderwijsKansen in te stellen. Vanuit het oogpunt van de aanwezige expertise en programmatische betrokkenheid bij het OnderwijsKansenbeleid is het Coördinaat ondergebracht bij JES Rijnland. Het Coördinaat heeft de volgende taken en rollen: coördinatie van de uitvoering van beleid: afstemming van activiteiten, oppikken van behoeften en vragen in het werkveld en deze terugkoppelen naar het 30 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

31 betreffende bestuur, verbinden van partners en stimuleren van samenwerking; ondersteuning van de Regiegroep en haar werkgroepen (administratie, planning, notulen, monitoren jaarplan Regiegroep etc); verzorgen van de PR van het OnderwijsKansenbeleid: onderhoud website uitbrengen van onderwijskansenkrant De Kans, organiseren van (scholings)bijeenkomsten en kennisuitwisseling voor partners. Het Coördinaat wordt aangestuurd door de gemeente. De Regiegroep formuleert opdrachten voor het Coördinaat, waarbij de gemeente toeziet op de juiste randvoorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. Het Coördinaat houdt goed voeling met het werkveld in de scholen en voorschoolse voorzieningen, zónder controlerende functie. Signalen en behoeften die zij oppikt, worden zorgvuldig en systematisch teruggekoppeld aan het betreffende bestuur die dit onderwerp desgewenst in de Regiegroep kan agenderen. Het Coördinaat OnderwijsKansen is ondergebracht bij JES Rijnland, maar zorgt er voor dat het voor alle partners duidelijk is dat zij handelen als Coördinaat van de Regiegroep OnderwijsKansen. Dit uit zich in eenduidige bewoording, een eigen logo en een vast gezicht. Rol en taken JES Rijnland JES Rijnland heeft twee rollen binnen het Onderwijs- Kansenbeleid. JES is lid van de Regiegroep vanwege haar rol in de verschillende (ouder)programma s die zij uitvoert en rapporteert hierover in de Regiegroep. Daarnaast is het Coördinaat ondergebracht bij JES Rijnland. Rol en taken schoolbesturen en besturen van voorschoolse voorzieningen Vertegenwoordigers van de schoolbesturen en voorschoolse voorzieningen die te maken hebben met doelgroepkinderen hebben zitting in de Regiegroep. Zij zijn verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van en aansluiting op het OnderwijsKansenbeleid van hun (voor) scholen. De verantwoordelijkheden van de besturen bestaan verder uit: rapporteren over voortgang en resultaat aan Regiegroep. bewaken dat OnderwijsKansenbeleid en (locatie) plannen (bijvoorbeeld schoolontwikkelplan) op elkaar aansluiten. bieden van advies en ondersteuning richting de locaties (bijvoorbeeld bij het indienen van een subsidieaanvraag). Signalen en behoeften uit het veld terug rapporteren in de Regiegroep. Rol en taken basisscholen Niet alles wat we willen kan overal en tegelijkertijd ingevoerd of uitgevoerd worden. Zo is het bijvoorbeeld verstandig dat scholen die nog geen duidelijk taalplan hebben zich eerst hiermee bezig houden en vervolgens extra inzet moeten plegen op ouderbetrokkenheid. Gemeente JES Rijnland Scholen Voorschoolse voorzieningen Regiegroep Coördinaat OK Bestuurlijk overleg OnderwijsKansenbeleid in Leiden

32 Daarnaast vragen specifieke situaties om specifieke acties en/of maatwerk, niet ieder project sluit aan bij de populatie van een school. Binnen de kaders van het OnderwijsKansenplan kunnen scholen prioriteiten aangeven en voorstellen doen. Daarbij aansluitend op de specifieke verbeterpunten die voor een school gelden. De Regiegroep toetst vervolgens de voorstellen altijd aan het beleid en verwerkt het resultaat in de jaarplannen van de Regiegroep. Andersom dienen de activiteiten ook opgenomen te worden in de eigen schoolplannen en het schoolbeleidsplan. Samenvattend gaat het om: doen van SMART voorstellen die aansluiten bij de speerpunten van het Onderwijs- Kansenbeleid en de specifieke situatie van de school. opnemen inzet en activiteiten in de eigen schoolplannen en het schoolbeleidsplan. rapporteren over voortgang en resultaat uitvoering beleid aan de Regiegroep (verantwoording afleggen), vaak is het bestuur hierbij de tussenschakel. Rol en taken werkgroepen Werkgroepen kunnen tijdelijk of structureel van aard zijn en gaan inhoudelijk in op een specifiek onderwerp (bijvoorbeeld vroegsignalering). Naar aanleiding van de taak of opdracht van een werkgroep bepaalt de Regiegroep wie er zitting nemen en of ondersteuning van het Coördinaat gewenst is. Het werkveld heeft in een werkgroep de mogelijkheid om praktijkkennis in te brengen waarover de Regiegroep dan besluit. Een werkgroep levert voorstellen aan bij de Regiegroep of kan op verzoek van de Regiegroep iets uitwerken. Zij levert binnen een afgesproken termijn concrete voorstellen op basis van een duidelijke, SMART geformuleerde schriftelijke opdracht. Rol en taken bestuurlijk overleg Naast het overleg met de Regiegroep start de gemeente vanaf dit najaar vier maal per jaar met een overleg tussen de wethouder Onderwijs, bestuurders primair onderwijs en bestuurders voorschoolse voorzieningen. Afhankelijk van de agenda schuiven hierbij ook andere belangrijke partners aan zoals JES Rijnland en WSNS. Onderwerpen die aan de orde komen zijn bijvoorbeeld: onderwijshuisvesting, het OnderwijsKansenbeleid, passend onderwijs, voortijdig schoolverlaten en de samenhang met het jeugdbeleid. Afstemmen en verbindingen leggen tussen de beleidsterreinen vormt hierbij ook een belangrijke component. Daar waar het OnderwijsKansenbeleid betreft, is de rol van de Regiegroep besluit voorbereidend en de rol van het bestuurlijk overleg besluit nemend. Het gaat in het bestuurlijk overleg over de hoofdlijnen/ grote kaders (zoals een nieuwe nota of het jaarplan vaststellen) DOEL 2. ZORGEN VOOR MONITORING, EVALUATIE EN BIJSTURING VAN HET BELEID Wanneer het beleid wordt uitgevoerd en de resultaten regelmatig worden gemeten en geëvalueerd, kunnen we vaststellen of de beoogde effecten worden bereikt en hierop bijsturen. Hiervoor worden verschillende middelen ingezet. Opstellen en actualiseren gezamenlijk jaarplan Jaarlijks bekijken of het gezamenlijke jaarplan met prestaties is uitgevoerd en opstellen van een jaarplan voor het komende jaar. De Regiegroep maakt elk jaar een jaarplan. De doelen, prestaties en acties uit het OnderwijsKansenbeleid vormen hiervoor de basis. Met name de acties zullen per jaar moeten worden geactualiseerd. Aan het einde van ieder jaar evalueren we de prestaties en acties. Het concept jaarplan is in bijlage 6 opgenomen. Jaarlijks actualiseren indicatoren OnderwijsKansenbeleid Jaarlijks actualiseren we de indicatoren en kerncijfers uit het OnderwijsKansenbeleid in de Leidse onderwijsmonitor. Om goed te monitoren of we met de acties uit de nota de gewenste doelen en prestaties bereiken, gebruiken we kerncijfers, prestatie- en effectindicatoren. Deze zijn opgenomen in bijlagen 4 en 6. Wanneer doelstellingen of prestaties worden bijgesteld, worden zo nodig ook indicatoren bijgesteld. Enkele indicatoren worden ook meegenomen in de programmabegroting van de gemeente. In de Leidse onderwijsmonitor verschijnt jaarlijks de stand van zaken van de indicatoren. Inzetten Leidse onderwijsmonitor voor evaluatie beleid Jaarlijks evalueren we de doelstellingen en prestaties uit het OnderwijsKansenbeleid aan de hand van de Leidse onderwijsmonitor. Elk najaar verschijnt de onderwijsmonitor, een feitenblad met cijfers aansluitend op de doelstellingen, prestaties en indicatoren van het Onderwijs- Kansenbeleid. Mede op basis hiervan kan de Regiegroep bijsturing van beleid voorstellen. 32 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

33 Volgen en bijstellen kwaliteit uitvoering van VVE via zelfevaluatie/visitatie* Tweejaarlijks via het systeem van zelfevaluatie/visitatie de kwaliteit van de uitvoering van VVE evalueren en indien nodig per instelling een specifiek verbeterplan opstellen. In Leiden wordt op alle VVE-locaties met één methode gewerkt en vindt er uitwisseling en bijscholing plaats. Om VVE op een goede manier in te zetten, is het belangrijk om te weten wie de doelgroep is en om deze kinderen goed toe te leiden naar VVE-voorzieningen. Hiervoor worden diverse instrumenten ingezet. Daarnaast is evaluatie van de uitvoering van VVE door leidsters en leerkrachten van groot belang. De gemeente maakt op basis van genoemde evaluatie met de Inspectie van het Onderwijs afspraken over verbeterpunten. De periodieke inspecties van de Inspectie van het Onderwijs kunnen ons helpen de kwaliteit van de uitvoering van VVE te monitoren en te verbeteren. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de uitvoering van de bestuursafspraken die zijn gemaakt tussen het Rijk (de minister) en de 37 grote gemeenten (G37). De Inspectie heeft met de minister afgesproken dat ze in 2013 en in 2015 de kwaliteit van VVE in met name de G37 opnieuw zullen monitoren en kijken of de VVE-instellingen aan verbeterpunten hebben gewerkt en waar nog verbeteringen mogelijk zijn. In het najaar van 2009 is een pilot uitgevoerd met een instrument ter zelfevaluatie en visitatie. Er ligt een opdracht bij het Coördinaat om het instrument opnieuw uit te voeren in een pilot en vervolgens over heel Leiden uit te rollen. In zal het instrument worden uitgewerkt en een vervolgpilot worden uitgevoerd en zullen betrokkenen worden geïnformeerd. Vervolgens zal het instrument in schooljaar worden uitgevoerd voor de hele stad en daarna elke 2 jaar. Hierbij zal afstemming plaatsvinden met de Inspectie. Toetsen van VVE-resultaten aan resultaatafspraken* Jaarlijkse analyse van de resultaten, op basis van de resultaatafspraken. De gemeente heeft in 2013, zoals voorgeschreven in de wet OKE, resultaatafspraken gemaakt met de schoolbesturen. Het betreft streefdoelen die de minimale groei laten zien die alle doelgroepkinderen zouden moeten behalen na het volgen van VVE in de voor- en vroegschool. Deze ambities zijn opgesteld in overleg met een vertegenwoordiging van alle VVE-locaties in Leiden en staan opgenomen in het concept jaarplan in bijlage 6. Jaarlijks worden deze resultaten geanalyseerd en kan er gestuurd worden op verbetering van de uitvoering van VVE. In 2014 worden deze afspraken voor het eerst getoetst. Hanteren kindvolgsysteem op alle VVE-locaties* De VVE-locaties die werken met Piramide hanteren een bijbehorend kindvolgsysteem. Kinderen en hun ontwikkeling worden in Leiden goed gevolgd. Er zijn 7 vroegscholen (in totaal 9 locaties) waar met Piramide en bijbehorend kindvolgsysteem wordt gewerkt. Het hanteren van een kindvolgsysteem betekent volgens de Inspectie van het Onderwijs dat er gebruik wordt gemaakt van de (nieuwste) Citotoetsen die horen bij Piramide, dat scores goed worden bijgehouden en overgedragen. Alle scholen in Leiden werken bovendien met hetzelfde algemene leerlingvolgsysteem ESIS. Ook gaan zij vanaf dit najaar het gezamenlijke overdrachtssysteem gebruiken en zijn zij aangesloten op de Leidse onderwijsmonitor. Verder vindt er afstemming plaats over toetsen en kunnen kinderen op rugnummer gevolgd worden. Gebruik van dezelfde systemen maakt verzameling en analyse van gegevens voor bijvoorbeeld de onderwijsmonitor makkelijk. In de onderwijsmonitor is het bovendien mogelijk om op individueel niveau een kind te volgen (geanonimiseerd). Opstellen eindevaluatie OnderwijsKansenbeleid Eind 2017 evalueren we de nota OnderwijsKansen Het is goed te bedenken dat het OnderwijsKansenbeleid geen statisch gegeven is, maar een model dat in ontwikkeling blijft: de komende 4 jaar volgen er (Rijks) ontwikkelingen, waardoor we tussentijds mogelijk prestaties moeten aanpassen of toevoegen. Wanneer uitkeringen wellicht na 2014/2015 omlaag gaan, moeten er nadere keuzes gemaakt moeten worden welke projecten al dan niet voortgezet worden. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

34 7. Financiën In dit hoofdstuk geven we aan wat de beschikbare middelen zijn die de gemeente ontvangt voor het OnderwijsKansenbeleid en hoe we deze de komende beleidsperiode willen inzetten BESCHIKBARE MIDDELEN De begroting is opgezet in kalenderjaren omdat het Rijk in kalenderjaren subsidieert. De gemeente zal op basis van de onderstaande meerjarenbegroting én de jaarlijkse gemeentebegroting per jaar subsidies verlenen. Per jaar zijn structureel de volgende bedragen beschikbaar: 34 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

35 Beschikbare middelen gemeente Specifieke uitkering OAB (OCW) Extra middelen inzake Bestuursafspraken (OCW) Gemeentelijke middelen Totaal Specifieke uitkering OnderwijsAchterstandenbeleid (OAB) Het betreft hier een vierjarige uitkering, eind 2014 wordt met gemeenten afgerekend over totaal 4 jaar. Het is nog onduidelijk of een vergelijkbaar bedrag beschikbaar blijft na Dit kan mogelijk consequenties hebben voor de in te zetten activiteiten. Extra middelen bestuursafspraken Naast de specifieke uitkering ontvangt de gemeente extra middelen tot en met 2015, waarover specifieke afspraken zijn gemaakt met het Rijk. De huidige bestuursafspraken lopen t/m Het is nog on duidelijk of en op welke wijze deze extra middelen na 2015 naar gemeenten toe zullen komen. Het budget staat wel structureel op de rijksbegroting. Voor activiteiten die nu uit de bestuursafspraken worden gefinancierd, geldt dat er medio 2015 gekeken zal worden (wanneer meer duidelijkheid is over toekomst bestuursafspraken) welke activiteiten we wel en niet kunnen en willen voortzetten. Rijksbekostiging aan PO ten bate van VVE Schoolbesturen PO ontvangen voor hun scholen op basis van het aantal leerlingen met een gewicht financiering. Scholen in zogenaamde impulsgebieden krijgen extra gelden. Deze inkomsten worden ingezet voor het continueren van de huidige VVE op scholen. Het betreft een lumpsum, dit betekent dat scholen niet verplicht zijn al het geld van deze uitkering te besteden aan VVE. Mogelijke aanpassing gewichtenregeling De gemeente ontvangt geoormerkte rijksmiddelen voor het OnderwijsKansenbeleid. Ook de scholen ontvangen middelen op basis van de gewichtenregeling. Op dit moment beraadt het ministerie van OCW zich op de verdeelsystematiek. Aanpassing van de gewichtenregeling kan leiden tot een aanpassing van de omvang van de rijksmiddelen die de gemeente en scholen ontvangen. Gemeentelijke middelen Vanaf 2016 worden de eigen gemeentelijke middelen OnderwijsKansen wegbezuinigd. Wel worden vanuit het gemeentelijke budget Jeugdbeleid het project Moeders in de buurt en de inzet methodiek Triple P (mede) bekostigd. Ook wordt vanuit het budget Peuterspeelzaalwerk tot en met 2015 een bijdrage aan de startgroepen geleverd. 20 De begroting wordt aangepast aan het jaarlijks vast te stellen gemeentelijk accres en de definitieve Rijksbeschikking. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

36 7.2 VERDELING MIDDELEN PER THEMA Onderstaande werkbegroting geeft een verdeling van de in te zetten middelen per thema. Vanzelfsprekend kunnen rijksmiddelen alleen ingezet worden binnen de daarvoor opgestelde doelen en voorwaarden in de wet OKE. Deze wet bepaalt dat er in ieder geval inzet gepleegd moet worden op VVE en schakelklassen. Een groot aantal activiteiten ligt tevens vast in de bestuursafspraken met het Rijk (gemarkeerd met een *). Voor enkele projecten geldt dat deze de komende periode geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomsten zullen deze vervolgens al dan niet voortgezet worden. Verder is het goed te weten dat de startgroepen peuters deels worden betaald vanuit het budget peuterspeelzaalwerk ( per jaar t/m 2015). Wanneer de evaluatie van de startgroepen positief uitpakt, willen we extra blijven inzetten op de doorgaande leerlijn. Daarnaast is nieuwe VVE voorlopig op begroot. Indien nodig wordt hierop een aanvullende bekostiging verzorgd vanuit de resterende rijksmiddelen Tot slot is er een flexibel budget vanuit de Rijksmiddelen OnderwijsKansen begroot, waarmee we kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en goed lopende pilots kunnen uitbouwen Voor- en vroegschoolse educatie Toeleiding en bereik doelgroep* VVE programma op voorschool Kwaliteit VVE* Doorgaande leerlijn* subtotaal Schoolse periode Schakelvoorzieningen* Verlengde leertijd* Nieuwe VVE* Leesbevordering subtotaal Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid op Maat* Gezinsgericht programma Opstapje Wijkgericht programma Moeders in de Buurt Schoolmaatschappelijk werk Taal & Ouders subtotaal Programma ondersteuning Monitoring & onderzoek Coördinatie / PR/ ondersteuning subtotaal Flexibel TOTAAL uitgaven OnderwijsKansenbeleid in Leiden

37 Bijlagen OnderwijsKansenbeleid in Leiden

38 1. Begrippenlijst (inclusief afkortingen) Bestandsopname De Inspectie van het Onderwijs heeft een bestandsopname gemaakt van de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) op alle peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen binnen de G37. Eind 2010 is de inspectie hiervoor op bezoek geweest in de gemeente Leiden. Na afronding van de vvebestandsopname verscheen begin 2013 het eindrapport. Op basis van dit rapport zal de inspectie signaal gestuurd toezicht houden en ook de gemeente of de locaties zelf kunnen om een bezoek van de inspectie vragen. Bestuursafspraken VVE/ Verlengde leertijd De G37 hebben concrete afspraken gemaakt over hoe zij zich in deperiode extra gaan inspannen om taalachterstand bij kinderen vroegtijdig aan te pakken. Kwaliteitsverbetering en capaciteitsuitbreiding van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), schakelklassen en extra leertijd zijn de centrale thema s in deze afspraken. De gemeente Leiden heeft afspraken gemaakt met schoolbesturen PO en voorschoolse voorzieningen over inzet en besteding van de extra middelen. Doorgaande leerlijn Een doorgaande leerlijn is een meerjarig onderwijsprogramma over verschillende leerjaren en verschillende schooltypen/ educatieve voorzieningen. Gewichtenregeling Het ministerie van OC&W stelt dat kinderen van laagopgeleide ouders een grotere kans hebben op achterstand. Het gewicht van de kinderen is verbonden aan extra middelen om deze kinderen een passend aanbod te kunnen doen. Harmonisatie Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven trekken door verschillend aanbod, verschillende mogelijkheden en historische achtergrond verschillende groepen kinderen waardoor segregatie in de hand gewerkt wordt. De overheid heeft in de wet OKE (1 aug 2010) opgenomen dat álle voorschoolse voorzieningen dezelfdeuitgangspunten voor veiligheid, gezondheid en kwaliteit hanteren. Internationale Klas Kinderdagverblijf Een speciale klas op de basisschool voor kinderen van 6 tot 13 jaar die direct uit het buitenland komen. Door intensief taalonderwijs worden zij zo snel mogelijk klaargestoomd voor het reguliere primair onderwijs. Op dit moment worden kinderen tussen 2 en 4 jaar bereikt via twee verschillende typen voorzieningen: kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Deze voorzieningen kennen een geheel eigen ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling. De peuterspeelzaal bereikt vaak andere kinderen dan de kinderopvang. Van oudsher richt het peuterspeelzaalwerk zich voornamelijk op het ontmoeten van andere kinderen, het stimuleren van ontwikkeling en het inspelen op achterstanden. De kinderopvang daarentegen is in eerste instantie ontstaan om opvang te bieden aan kinderen van werkende ouders. Tegenwoordig werken vrijwel alle kinderopvangvoorzieningen met een educatief programma. Peuterspeelzalen worden gefinancierd door gemeenten, kinderopvang via een rijksregeling voor ouders. Het Rijksbeleid heeft geresulteerd in voldoende aanbod (in relatie tot de vraag) aan kinderdagopvang en BSO. Deze zijn echter niet financieel toegankelijk voor alle kinderen. De gemeente subsidieert mede daarom aanvullend peuterspeelzaalwerk, zodat er voldoende voorzieningen zijn voor ieder kind. Om ieder kind goede ontwikkelingskansen te bieden, bieden we kinderen uit specifieke doelgroepen een VVE-programma, voornamelijk via de peuterspeelzalen. In de kinderopvang is ook steeds meer aandacht voor de educatieve aspecten van de voorschool. In Leiden werken steeds meer kindercentra met een VVE-programma. Keuzevrijheid voor ouders is altijd een belangrijke waarde geweest. In Leiden betekent dit dat het peuterspeelzaalwerk toegankelijk is voor alle kinderen. KOPklas Ministerie OCW Een variant van de schakelklas voor leerlingen die na groep 8 een taalachterstand hebben waardoor zij onder hun niveau presteren. Door een jaar extra basisonderwijs gericht op taalontwikkeling makezij een goede start op het voortgezet onderwijs. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 38 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

39 Nieuwe VVE Locaties (primair onderwijs) die qua percentage doelgroepkinderen niet voldoende middelen hebben om extra aanbod te doen in de vorm van een intensief VVE programma, maar waar absoluut gezien wel genoeg doelgroepkinderen te vinden zijn om een vorm van extra ondersteuning te bieden. Dit naar aanleiding van de wens van de Regiegroep om alle doelgroepkinderen te bereiken met een passend aanbod. OnderwijsKansenbeleid Opbrengstgericht werken Officieel: onderwijsachterstandenbeleid. Vierjarig beleidsplan waarin beschreven staat hoe de gemeente Leiden met haar partners(ontwikkelings- en taal-) achterstanden bij kinderen wil voorkomen en bestrijden. Opbrengstgericht werken is het systematisch, doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Dat betekent: door het kind centraal te stellen uit ieder kind het beste halen. Deze doelstelling geldt voor alle leerlingen en dus niet alleen voor leerlingen met een risico op achterstand. Hierin is een cruciale rol weggelegd voor de leerkracht. Het doel van elke leerkracht is om het maximale uit elke leerling te halen. Dit lukt alleen door goed te kijken wat de leerling nodig heeft, en door op een goed doordachte en doelgerichte manier onderdelen uit de methode in te zetten die nodig zijn, waarbij de leerkracht haar beleid kan bijsturen en gericht actie onderneemt. Peuterspeelzaal PO PO-Raad Schakelklas Sterretjeskinderen Zie toelichting onder kinderdagverblijf Primair onderwijs Primair Onderwijs Raad (landelijk) Een speciale klas op de basisschool voor kinderen met een taalachterstand. Door een jaar (of twee jaar) extra intensief taalonderwijs tijdens of na schooltijd lopen zij hun achterstand op taal in en stromen zij uiteindelijk door naar een passend niveau van het voortgezet onderwijs. Kinderen die om andere redenen dan enkel het opleidingsniveau van de ouders een risico op (taal)achterstand lopen. Hierbij valt te denken aan (een combinatie van) omgevingsfactoren als sociaaleconomische status, het arbeidsniveau en het land van herkomst, die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het jonge kind. Toeleiding Verlengde leertijd VVE Door middel van huisbezoeken en aanwezigheid bij activiteiten in het netwerk, doorverwijzen, terugkoppelen gezinnen naar de juiste instanties toeleiden. Verlenging van de effectieve leertijd, waarin actief aan het wegwerken van achterstanden wordt gewerkt. Voorbeelden: verlengde schooldag (schakelklas), zomerschool of weekendschool. Voor- en vroegschoolse educatie. VVE-programma s zijn gericht op het voorkomen en bestrijden van (taal)achterstand bij jonge kinderen. De doelstelling van VVE is om de ontwikkeling van jonge kinderen met een (dreigende) achterstand zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. VVE-locatie Voorschoolse educatie Een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of basisschool waar met een VVEprogramma gewerkt wordt. Programma / methodiek voor peuters van 2 tot 4 jaar oud met een (risico op een) (taal)achterstand, op de peuterspeelzaal of de kinderopvang. Hiermee lopen kinderen spelenderwijs hun achterstand in voordat zij op de basisschool starten. Vroegschoolse educatie Onderwijs voor kleuters met een (risico op een) (taal)achterstand in groep 1 en 2 van de basisschool. Hiermee lopen kinderen spelenderwijs hun achterstand in voordat zij naar groep 3 doorstromen. Vroegsignalering Wet OKE Het zo vroeg mogelijk signaleren van doelgroepkinderen en kinderen met een risico op een (taal)achterstand. Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, aangenomen op 1 augustus OnderwijsKansenbeleid in Leiden

40 2. Ontwikkelingen binnen het OnderwijsKansenbeleid en het sociale domein In deze bijlage staan belangrijke ontwikkelingen op het gebied van OnderwijsKansen en aanpalende beleidsterreinen weergegeven. Leiden is er een periodiek bestuurlijk overleg tussen de gemeente, schoolbesturen en voorschoolse voorzieningen in de vorm van de Regiegroep OnderwijsKansen. ONDERWIJSKANSEN Wet OKE In augustus 2010 is de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) van start gegaan. Deze wet is een verzameling van wetswijzigingen in de wet Kinderopvang, de wet op het Onderwijstoezicht en de wet op het Primair Onderwijs. De wet beschrijft dat de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt op de kwaliteit van de VVE. De wet stelt gemeenten verantwoordelijk voor een kwalitatief VVE-aanbod op de voorschool en de schoolbesturen voor een kwalitatief aanbod in groep 1 en 2 van de basisschool. Daarbij dienen effectieve programma s gebruikt te worden. Gemeenten en scholen dienen hierover resultaatafspraken te maken. In Bestandsopname VVE In 2010 heeft de Inspectie van het Onderwijs onderzoek gedaan naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Leiden. De Inspectie concludeert dat op de meeste VVE-locaties enthousiast en professioneel wordt gewerkt aan de ontwikkeling van kinderen. De Leidse definitie van doelgroepkinderen en de Leidse onderwijsmonitor worden genoemd als voorbeeld voor andere gemeenten. Daarnaast noemt de Inspectie een aantal onderwerpen die nog verder moeten worden opgepakt. Dit betreft de ouderbetrokkenheid, doorgaande lijn, resultaatafspraken groep 2, differentiatie tussen kinderen en uitbreiding van de VVE-tijd voor 2,5 jarige kinderen. De afgelopen jaren is 40 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

41 de gemeente samen met organisaties uit de Regiegroep aan de slag gegaan met deze punten. Na de zomer van 2013 volgt een nieuw onderzoek door de Inspectie. Bestuursafspraken VVE en verlengde leertijd In 2011 is besloten dat de G4 en G33, waaronder de gemeente Leiden, extra middelen van het Rijk ontvangen voor VVE en extra leertijd in het basisonderwijs. In maart 2012 zijn per gemeente afspraken gemaakt over de inzet van de extra middelen en wat gemeenten hiervoor gaan doen in de periode Voor Leiden is 1 miljoen per jaar aan extra middelen beschikbaar gesteld om onder andere de kwaliteit van VVE te verhogen. De gemeente Leiden heeft samen met haar samenwerkingspartners de doelen opgesteld die zij met dit bedrag wil halen. Deze doelen zijn het aanstellen van VVE coaches op HBO niveau in de voorschool, het hanteren van een kindvolgsysteem op alle VVE locaties, het continueren van schakelklassen, het uitbreiden van het aantal VVE plaatsen en het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers. Daarnaast wordt er ingezet op het intensiveren van de ouderbetrokkenheid en het verhogen van de kwaliteit van de uitvoering van VVE. Deze doelen vormen een aanvulling op het OnderwijsKansenbeleid en komen terug in de huidige nota. In het bestuursakkoord van januari 2012 tussen het ministerie van OCW en de koepel van het Primair Onderwijs (PO-Raad) is besloten dat alle scholen die extra geld krijgen om onderwijsachterstanden weg te werken, in 2015 de opbrengsten van vroegschoolse educatie in beeld brengen. Daarnaast moeten basisscholen ook bij vroegschoolse educatie in groep 1 en 2 doelen stellen voor leerlingen. Waarbij het streven is om spelenderwijs te leren, in het kader van een programma voor VVE. Daarnaast is ook de Leidse onderwijsmonitor geëvalueerd. Vanaf 2014 koppelen we de onderwijsmonitor aan het OnderwijsKansenbeleid. Dit houdt in dat bij de gestelde doelen in de nota, indicatoren worden beschreven die we de komende jaren gaan meten en waarop we kunnen bijsturen. Hiermee wordt de monitor ingezet als beleidsinstrument. SOCIALE DOMEIN Harmonisatie voorschoolse voorzieningen In het huidige regeerakkoord staat de ambitie om de voorzieningen voor het jonge kind te harmoniseren en geldstromen te ontschotten. Dit heeft direct verband met voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de rol van de gemeente daarin. Het Rijk heeft nog niet besloten hoe ze een mogelijke stelselwijziging wil aanpakken. De landelijk gestelde stip op de horizon is een integraal kindcentrum (IKC), een integrale basisvoorziening voor alle kinderen van 0 tot 12 jaar. Naar verwachting tracht het Rijk in de uitwerking van het regeerakkoord te komen tot een bundeling van bestaande geldstromen voor kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk om voor de 2,5-4 jarigen alvast een integrale voorziening te kunnen realiseren. Leiden heeft samen met de partners uit de Regiegroep eind 2012 een aantal beleidsuitgangspunten vastgesteld. Een hiervan is dat elk kind recht heeft op een voorschoolse voorziening, in het belang van zijn sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling. Dit houdt in dat Leiden het belangrijk vindt dat er voor alle kinderen een financieel toegankelijk aanbod is. Vooruitlopend op deze landelijke ontwikkelingen zet Leiden in op de uitwerking van de doorgaande leerlijn van 0-12 jarigen (zie paragraaf 3.4). De landelijke ontwikkelingen over de harmonisatie zullen nauwlettend worden gevolgd en hier zal zo goed mogelijk op worden ingespeeld. Pilot peuteropvang In augustus 2012 is gestart met een pilot waarbij 5 van de 23 peuterspeelzalen zijn omgevormd tot 5,5-urige peuteropvang. Hierbij blijft het pedagogische aanbod voor 2- en 3-jarigen overeind, maar wordt er in plaats van door de gemeente gesubsidieerd peuterspeelzaalwerk, via de Belastingdienst (kinderopvangtoeslag) gefinancierde peuteropvang geboden. Doel van de pilot is om te onderzoeken of het mogelijk is om een deel van het budget peuterspeelzaalwerk anders in te zetten, zonder dat dit een nadelig effect heeft op het bereik van 2- en 3-jarigen. De pilot wordt nauwlettend gevolgd en geëvalueerd in Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt Passend Onderwijs in heel Nederland ingevoerd. De doelstellingen van Passend Onderwijs zijn: Alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben krijgen passend onderwijs. Er is een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

42 Alle leerlingen maken een ononderbroken ontwikkelingsproces door.. De samenwerkingsverbanden van scholen stellen ondersteuningsplannen op, waarin zij vastleggen hoe zij de doelstellingen verwezenlijken. Over de plannen wordt verplicht overleg gevoerd met de gemeenten. In dit overleg kan ook het OnderwijsKansenbeleid onderwerp van gesprek zijn. De doelstellingen van Passend Onderwijs en OnderwijsKansenbeleid zijn sterk met elkaar verwant. Uitvoeringsplannen OnderwijsKansenbeleid en de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden moeten daarom goed op elkaar worden afgestemd. Met de invoering van Passend Onderwijs kunnen kinderen op een school worden aangemeld vanaf 3 jaar, of op een eerder gezamenlijk vastgestelde leeftijd. Werk en Inkomen Jongvolwassenen komen goed voorbereid op de arbeidsmarkt. Dat is één van de belangrijkste doelstellingen van het onderwijs. De hoofddoelstelling van het programma Werk en Inkomen is de bevordering van arbeidsparticipatie (met als gevolg het verminderen van uitkeringsafhankelijkheid). Daarvoor zijn goed onderwijs en goede scholing onmisbare randvoorwaarden. De kans op werkloosheid is bij mensen met een lage of geen opleiding vele malen groter dan bij hoogopgeleiden. Een investering in OnderwijsKansenbeleid is daarmee een investering in de toekomst, die zich vele malen terugbetaalt. Gemengde scholen Tegengaan van segregatie in het onderwijs is al langer een thema in landelijk en gemeentelijk beleid. De aandacht is momenteel vooral gericht op de kwaliteitsverbetering van scholen waarbij er veel nadruk wordt gelegd op de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen. Het gaat met name om het bieden van gelijke kansen voor en kwalitatief goed onderwijs aan alle kinderen. Leiden doet dit door het informeren van ouders over schoolkeuze (bewuster maken van een goede schoolkeuze, tijdige keuze en het aanbod in het eigen district). Schoolkeuzevoorlichting bevordert gelijke kansen en stimuleert ouders eerder na te denken over schoolkeuze. Er is ook draagvlak voor het invoeren van één aanmeldleeftijd, wat gelijke kansen op inschrijving op de school van de eigen keuze bevordert. De gemeente heeft met de schoolbesturen afgesproken de aanmeldleeftijd in fasen uit te werken en te koppelen aan het dossier Passend Onderwijs. Brede School Het Gebouw Op deze brede school zitten veel doelgroepkinderen waar het OnderwijsKansenbeleid op gericht is. Het inhoudelijk programma van de brede school dient aan te sluiten op de lijnen die in de Regiegroep worden afgesproken. Gezondheidsbeleid Sociaaleconomische status (opleiding en inkomen) is een belangrijke determinant van gezondheid. Dus ook voor de gezondheid is het van belang dat ieder kind in Leiden de opleidingskansen krijgt, die het meest recht doen aan zijn of haar capaciteiten. Een belangrijke rol daarin speelt ons OnderwijsKansenbeleid. Andersom zien we dat kinderen die goed en gezond eten, ook beter kunnen concentreren en leren. Een andere link met gezondheidsbeleid is er als het gaat om de signalering en toeleiding van kinderen en ouders naar voorzieningen. Decentralisatie Jeugdzorg Gemeenten worden per 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Dit maakt het o.a. mogelijk om deze hulp dichter bij kinderen, hun gezinnen en leefomgeving (waaronder de school) te organiseren. De beweging die de afgelopen jaren in gang gezet is (aansluiten bij de doelen van het gezin, met oog voor alle leefgebieden en specifieke aandacht voor de rol van het sociale netwerk) kan op deze manier versterkt worden. Belangrijke cultuurverandering voor veel professionals (waaronder die van het onderwijs), blijkt hierbij het praten met in plaats van praten over gezinnen. Jeugdbeleid In de gemeente Leiden wordt preventieve gezondheidszorg, opvoedondersteuning en hulp en ondersteuning aan gezinnen geboden via de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Hierdoor wordt er meer gedaan aan preventie en wordt er meer lichte en snelle hulp geboden waardoor er een betere afstemming tot stand komt met de zorgstructuren op scholen, met name de zorgadviesteams. Het CJG, waar het consultatiebureau onderdeel vanuit maakt, heeft een signalerende functie. Er zijn veelvuldig contacten met de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven. De warme overdracht tussen de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven en de basisscholen wordt verzorgd met een website (digitale brievenbus) vanaf de zomer van OnderwijsKansenbeleid in Leiden

43 3. Belangrijkste aanbevelingen evaluatie OnderwijsKansenbeleid In het najaar van 2012 en het voorjaar van 2013 heeft Sardes het OnderwijsKansenbeleid geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat er veel goed gaat in het OnderwijsKansenbeleid in Leiden. De kwaliteit van het OnderwijsKansenbeleid is beter dan in gemeenten van vergelijkbare grootte. Toch zijn er ook een aantal verbeterpunten voor het beleid, de uitvoering en de effecten. De belangrijkste aanbevelingen uit deze evaluatie zijn hieronder opgenomen. Formulering en aansturing beleid Formuleer doelstellingen en uitvoeringsmaatregelen zoveel mogelijk SMART. Maar laat ook ruimte vrij om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Evalueer het beleid jaarlijks op basis van een voortgangsrapportage. Maak na twee jaar een midterm review. Maak transparant welke middelen er worden ingezet voor het OnderwijsKansenbeleid. Herijk taken en verantwoordelijkheden in de aansturing. Maak duidelijk wat de gemeentelijke kaders zijn. Formuleer de prestatieafspraken tussen gemeente en schoolbesturen scherper. Geef aan welke ruimte, taken, verantwoordelijkheden zijn weggelegd voor de Regiegroep. Scherp de taakstelling van het Coördinaat OnderwijsKansen aan. Voorkom de situatie waarin een bestuurder als lid van de Regiegroep een andere boodschap heeft voor een school dan als leidinggevende van de schooldirecteur. Kijk zorgvuldig naar de personele invulling van de werkgroepen. Spreek elkaar aan op afspraken en verantwoordelijkheden. Scholen Presenteer het beleid helderder aan scholen, zodat duidelijk is welke keuzes scholen kunnen maken binnen hun eigen schoolbeleid. Maak als gemeente afspraken met de schoolbesturen over resultaten en verantwoording. Geef daarbij helderheid over de criteria, geldstromen en subsidies. Daag scholen uit tot mede-eigenaarschap van het OnderwijsKansenbeleid. Streef naar meer vraaggericht dan aanbodgericht werken. Schakelklassen Ga na of de landelijke uitkomsten naar de effectiviteit van verschillende soorten schakelklassen ook opgaan voor Leiden. Leidse onderwijsmonitor Gebruik de onderwijsmonitor meer voor analyse en bijstelling beleid. Onderzoek wat nodig is om de gegevens eerder ter beschikking te krijgen. Toeleiding VVE Bij toeleiding naar VVE moet een sluitende aanpak worden gerealiseerd. Duidelijk moet worden wie verantwoordelijk is voor welke toeleidingsactiviteit. Daarnaast moet systematisch worden nagegaan of kinderen voorschoolse voorzieningen bezoeken. Er moet nauwkeurig worden geregistreerd welke peuters worden toegeleid en of de toeleidingsactiviteiten daadwerkelijk tot aanmelding leiden. Alvorens nieuwe acties voor toeleiding op te zetten, moet gekeken worden hoe groot het non-bereik is. Op basis hiervan kan worden bekeken of intensivering van de aanpak nodig is. Ouderbetrokkenheid Formuleer binnen de Regiegroep een visie op ouderbeleid die richting kan geven voor de komende vier jaar. Maak een overzicht waarin de samenhang van het bestaande aanbod zichtbaar wordt en waaruit blijkt op welke wijze de programma s op elkaar aansluiten. Geef als Regiegroep aan de instellingen de opdracht om per instelling te bedenken wat tot de kerntaken wordt gerekend als het gaat om ouderactiviteiten. Maak voor elke afzonderlijke ouderactiviteit op uitvoeringsniveau duidelijke afspraken over taken en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren. Stel prioriteiten, ook per instelling, door na te gaan welke ouderactiviteiten wel en niet passen. Toets het geheel met elkaar aan de gezamenlijke visie en doelen. Betrek de ouders er bij. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

44 Op basis van ontwikkelingen binnen het OnderwijsKansenbeleid, het sociale domein en de evaluatie van het beleid komen we tot onderstaande SWOT-matrix (een overzicht van sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen) Sterktes Kwaliteit OnderwijsKansenbeleid is beter dan in vergelijkbare gemeenten. Groot draagvlak bij Regiegroep en lokale politiek voor OnderwijsKansenbeleid. Kwaliteit van de uitvoering VVE is goed Brede invulling van de doelgroep Duidelijke definitie doelgroepkind Taal is sterk onderdeel Leidse OnderwijsKansenbeleid. Aanbod schakelklassen is veelzijdig. De resultaten van de KOPklas zijn goed. Ouderbeleid heeft belangrijke plaats in OnderwijsKansenbeleid. Ouderprojecten worden door professionele organisatie uitgevoerd. VVE-peuterspeelzalen, -kinderopvang en scholen voeren om de twee jaar een evaluatie en visitatie uit om de kwaliteit te bewaken. Er worden afspraken gemaakt over het gewenste resultaat na groep 2, om resultaten van VVE vast te kunnen stellen. Kansen Onderwijs vernieuwt door nieuwe werkwijzen en aanpakken. Nieuwe informatie, door ontwikkelingen binnen wetenschappelijk onderzoek. Voortzetting rijksbudgetten OnderwijsKansen na Gemeenten ontvangen tijdelijk extra middelen om de kwaliteit van de uitvoering van VVE te verhogen. Zwaktes Doelstellingen beleid onvoldoende scherp en SMART. Regiegroep moet zich meer richten op hoofdlijnen. Veel aanbodgericht i.p.v. vraaggericht werken. Projecten passen niet altijd binnen schoolbeleid. Projectencaroussel. Weinig continuïteit bij- en veel nieuwe projecten. Ouderprojecten zijn hier een voorbeeld van. Wijksgewijze samenwerking komt niet goed van de grond, omdat scholen en besturen ook elkaars concurrenten zijn. Leidse onderwijsmonitor onvoldoende bruikbaar als beleidsevaluatie instrument. Nog geen sluitende aanpak bij werving en toeleiding VVE. Non-bereik VVE nog niet duidelijk. Onderdelen ouderbeleid onvoldoende uitgewerkt. Rol JES is verwarrend: coördinerende functie en partner in de uitvoering. Bedreigingen Minder middelen beschikbaar voor scholen en daling personeelsformatie, door herdefiniëring gewichtenregeling. OnderwijsKansenbeleid voortdurend in beweging, waardoor lokale uitvoering van beleid moet meebewegen. Veel nieuwe ontwikkelingen (passend onderwijs, jeugd beleid) die zich in een vierjarige beleidsperiode aandienen. Onzeker rijksbeleid t.a.v. (financiering) (voor)schoolse voorzieningen. De vraag naar kinderopvang neemt sinds 2012 sterk af onder andere vanwege de bezuinigingsmaatregelen vanuit het Rijk. In lijn hiermee dalen ook aanbod en bereik van VVE in de kinderopvang. 21 Bron: Kansen pakken. Evaluatie van het OnderwijsKansenbeleid gemeente Leiden OnderwijsKansenbeleid in Leiden

45 4. Feitenblad OnderwijsKansen in Leiden Onderstaande gegevens 22 geven een beeld van OnderwijsKansen in Leiden. De cijfers zijn afkomstig uit verdeling onder de kleuters. Geschat wordt dat op de Leidse onderwijsmonitor en van JES Rijnland, de 1 januari peuters een gewicht hadden van kinderopvang en de peuterspeelzalen. De weergegeven 0,3 en 169 peuters een gewicht van 1,2. Er waren cijfers betreffen de voorschoolse voorzieningen en 9 VVE-intensieve, 13 VVE-light speelzalen 7 en 4 kindercentra met een VVE-intensief programma. basisscholen die aan de monitor meedoen. Op 1 januari 2012 waren er 106 sterretjeskinderen in 1. VVE VOORSCHOLEN EN PEUTERS beeld 24. Daarvan zaten er 59 op een VVE-intensieve Van de peuters zijn de gewichten op voorhand niet speelzaal, 41 op een VVE-light speelzaal en 6 kinderen bekend, daarom wordt uitgegaan van de gewichten- op de VVE-kinderopvang. VVE voorscholen en (doelgroep)peuters VVE-light speelzalen VVE intensief speelzalen Kinderdagverblijven Aantal peuters Aantal geschatte gewichtenpeuters 27 - Gewicht Gewicht (18%) 214 (9%) 214 (9%) 315 (13%) 145 (6%) 170 (7%) 280 (12%) 123 (5%) 157 (7%) 303 (13%) 134 (6%) 169 (7%) Aantal sterretjeskinderen6 141 (6%) 126 (5%) 120 (5%) 106 (4%) Toeleiding Programma toeleiding VVE, aantal gezinnen bezocht Aantal gezinnen voorbereid op/toegeleid naar: Voorschoolse voorziening Programma JES Rijnland BplusC29 Overige voorzieningen (o.a. Gilde, CJG, speel-o-theek, Participatiepas) Aantal peuters op voorschoolse voorzieningen (okt 12) Gewicht 0 Gewicht 0,3 Gewicht 1,2 Sterretjeskinderen VVE speelzaal VVE-light speelzaal Reguliere speelzaal VVE kinderdagverblijf Cijfers zijn voorlopige cijfers. 23 Het onderscheid dat in 2011 nog werd gemaakt tussen VVE-intensief en VVE-light in de voorschoolse voorzieningen is inmiddels achterhaald door de invoering van de wet OKE. De SPL heeft in de loop van 2011 en 2012 een aantal VVE-light groepen omgevormd tot groepen met een VVE-aanbod dat aan de OKE-eisen voldoet. 24 Het aantal sterretjeskinderen kan niet op voorhand worden vastgesteld. Pas wanneer een kind bij een voorschoolse voorziening of toeleidende instelling in beeld is, kan worden vastgesteld dat een kind geen gewicht heeft, maar wel op basis van de lokale criteria in aanmerking komt voor VVE. 25 Inclusief peuterspeelzaal Pippeloentje van Stichting Woonwagenwerk Leiden. 26 Aantal 2- en 3-jarigen in Leiden op 1 januari in het betreffende jaar. 27 Geschat aan de hand van het aantal 4- en 5-jarigen met een gewicht. 28 Het aantal sterretjeskinderen kunnen we pas vaststellen als een kind bij een voorschoolse voorziening of toeleidende instantie in beeld is. Dit aantal geeft dus aan hoeveel sterretjeskinderen er in beeld zijn. 29 Exclusief de gezinnen van de VoorleesExpress die allen lid zijn geworden. OnderwijsKansenbeleid in Leiden

46 30 Uitgaande van de schatting van het aantal gewichtenpeuters zat 82% van de peuters met een gewicht op een VVEspeelzaal of VVE-kinderdagverblijf. Het gaat daarbij om 69% van de peuters met een gewicht van 0,3 en 92% van de peuters met een gewicht van 1,2. 30 Deze gegevens komen uit de Leidse onderwijsmonitor waarbij we uitgaan van peuters tussen de 2 en 4 jaar oud. In de landelijke monitor van Sardes wordt uitgegaan van peuters tussen de 2,5 en 4 jaar oud. Zij komen op een bereik van 91%. 46 OnderwijsKansenbeleid in Leiden

47 2. VVE VROEGSCHOLEN Op 1 januari 2012 hadden 156 (6%) Leidse kleuters een gewicht van 0,3 en 189 (7%) kleuters een gewicht van 1,2. Er waren 14 OnderwijsKansenscholen, waarvan 8 VVE-intensief en 6 VVE-light scholen. VVE vroegscholen en (gewichten)kleuters Totaal aantal scholen Totaal aantal OnderwijsKansenscholen VVE intensief Nieuwe VVE Totaal aantal kleuters Aantal gewichtenkleuters 479 (18%) 359 (13%) 349 (13%) 345 (13%) - Gewicht (9%) 171 (6%) 161 (6%) 156 (6%) - Gewicht (9%) 188 (7%) 188 (7%) 189 (7%) Van de gewichtenkleuters zat 72% op één van de 14 OnderwijsKansenscholen. Daarbij gaat het om 63% van de kinderen met het gewicht 0,3 en 80% van de kinderen met een gewicht 1,2. 31 We spreken inmiddels over nieuwe VVE-scholen. Voor de periode staat het aantal VVE-light scholen weergegeve OnderwijsKansenbeleid in Leiden

Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld

Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld Protocol Vroegsignalering VVE Alle doelgroepkinderen in beeld Inleiding In het kader van het OnderwijsKansenbeleid 1 heeft de gemeente de wettelijke taak om alle kinderen met een (risico op een) taalachterstand

Nadere informatie

Foto Mylene Siegers. Samenwerken aan. OnderwijsKansen. OnderwijsKansenbeleid in Leiden Van ambitie naar actie: de tussenstand

Foto Mylene Siegers. Samenwerken aan. OnderwijsKansen. OnderwijsKansenbeleid in Leiden Van ambitie naar actie: de tussenstand Foto Mylene Siegers Samenwerken aan OnderwijsKansen OnderwijsKansenbeleid in Leiden 2014 2017 Van ambitie naar actie: de tussenstand mei 2016 2 OnderwijsKansenbeleid: waar staan we halverwege de beleidsperiode?

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Westland Plaats : Naaldwijk Gemeentenummer : 1783 Onderzoeksnummer : 293977 Datum onderzoek : 17 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

1. de portefeuillehouder Onderwijs, Milieu & Sport te machtigen om de Bestuursafspraken VVE en verlengde leertijd te ondertekenen.

1. de portefeuillehouder Onderwijs, Milieu & Sport te machtigen om de Bestuursafspraken VVE en verlengde leertijd te ondertekenen. B en W nummer 12.0092. ; besluit d.d. 7-2-2012 Onderwerp Bestuursafspraken VVE en verlengde leertijd Burgemeester en wethouders besluiten:behoudens advies van de commissie 1. in te stemmen met de Leidse

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent Addendum Doelgroepdefinitie VVE Lokaal Educatieve Agenda 2011-2014 Samenwerken aan talent Juni 2013 LEA 2011-2014 De Lokaal Educatieve Agenda, ook wel LEA genoemd, is het beleidsplan waarin de gemeente

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Weststellingwerf Plaats : Wolvega Gemeentenummer : 0098 Onderzoeksnummer : 292793 Datum onderzoek : 10

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0095 Rv. nr.: 12.0095 B en W-besluit d.d.: 18-9-2012 B en W-besluit nr.: 12.0802 Naam programma: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Beleidsuitgangspunten voorschoolse voorzieningen en de relatie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Dalfsen, augustus 2012 1 Inleiding Dit document is een uitwerking van de Notitie Beleid en uitvoering

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Nieuwkoop Plaats : Ter Aar Gemeentenummer : 0569 Onderzoeksnummer : 277962 Datum onderzoek : 4 november 2014

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012 DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012 Utrecht, november 2012 3426545 Pagina 1 van 15 Pagina 2 van 15 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 1 VVE op gemeentelijk niveau 9 2 De oordelen over

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Leiderdorp Plaats : Leiderdorp Gemeentenummer : 0547 Onderzoeksnummer : 279088 Datum onderzoek : 24 november

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012 DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012 Definitief Utrecht, februari 2013 H3492754 Pagina 1 van 18 Pagina 2 van 18 INHOUD Voorwoord 5 1 VVE in de gemeente Maasdonk 9 2 De oordelen over de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats Gemeentenummer

Nadere informatie

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne 2012-2014 1 Vastgesteld door de gemeenteraad van Deurne op 2 1.Inleiding Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie De Wet OKE (Ontwikkelingskansen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Beverwijk Plaats : Beverwijk Gemeentenummer : 0375 Onderzoeksnummer : 279708 Datum onderzoek : 10 december 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats : Heerhugowaard Gemeentenummer : 0398 Onderzoeksnummer : 293167 Datum onderzoek : 23 mei

Nadere informatie

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren De ondergetekenden: 1. Gemeente Someren, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. T. Maas, 2. Stichting PlatOO, voor deze overeenkomst

Nadere informatie

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden Delfland Plaats : Schipluiden Gemeentenummer : 1842 Onderzoeksnummer : 286929 Datum onderzoek : 11 januari

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Hof van Twente Plaats : Goor Gemeentenummer : 1735 Onderzoeksnummer : 278130 Datum onderzoek : 29 september

Nadere informatie

Schets van de Educatieve Agenda

Schets van de Educatieve Agenda Schets van de Educatieve Agenda 1. Inleiding In augustus 2006 is de tweede periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) beeindigd. Vanaf augustus 2006 is een nieuw inhoudelijk kader van toepassing

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Purmerend Plaats : Purmerend Gemeentenummer : 0439 Onderzoeksnummer : 278362 Datum onderzoek : 24 november 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Stadskanaal Plaats : Stadskanaal Gemeentenummer : 0037 Onderzoeksnummer : 279577 Datum onderzoek : 19 november

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Menterwolde

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Menterwolde RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Menterwolde Plaats : Muntendam Gemeentenummer : 1987 Onderzoeksnummer : 289166 Datum onderzoek : 25

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Sliedrecht

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Sliedrecht RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Sliedrecht Plaats : Sliedrecht Gemeentenummer : 0610 Onderzoeksnummer : 289118 Datum onderzoek : 26

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Hoogezand-Sappemeer Plaats : Hoogezand Gemeentenummer : 0018 Onderzoeksnummer : 288257 Datum onderzoek : 22

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin locatie Noord Enkhuizen voorwoord Voor u ligt het VVE-beleidsplan van de Stichting Montesssori-peutergroep Enkhuizen. Deze stichting, die peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Loppersum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Loppersum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Loppersum Plaats : Loppersum Gemeentenummer : 0024 Onderzoeksnummer : 279080 Datum onderzoek : 15 december 2014

Nadere informatie

Convenant Proces van signalering, toeleiding en plaatsing voor- en vroegschoolse educatie

Convenant Proces van signalering, toeleiding en plaatsing voor- en vroegschoolse educatie Convenant Proces van signalering, toeleiding en plaatsing voor- en vroegschoolse educatie De ondergetekenden: 1. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Leeuwarderadeel Plaats : Stiens Gemeentenummer : 0081 Onderzoeksnummer : 288786 Datum onderzoek : 21

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Waddinxveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Waddinxveen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Waddinxveen Plaats : Waddinxveen Gemeentenummer : 0627 Onderzoeksnummer : 294682 Datum onderzoek : 8 januari 2018 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Den Helder Plaats : Den Helder Gemeentenummer : 0400 Onderzoeksnummer : 277984 Datum onderzoek : 4 september

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hoorn

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hoorn RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Hoorn Plaats : Hoorn Nh Gemeentenummer : 0405 Onderzoeksnummer : 278266 Datum onderzoek : 30 september 2014

Nadere informatie

Samen staan we sterker

Samen staan we sterker Samen staan we sterker Notitie voor Gemeente Berkelland over de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Eibergen-Rekken-Beltrum 4 september 2008 SKER-DHG 1 Inleiding Medio

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Tiel Plaats : Tiel Gemeentenummer : 0281 Onderzoeksnummer : 292531 Datum onderzoek : 13 april 2017 Datum

Nadere informatie

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

31322 Kinderopvang Aanpak onderwijsachterstanden. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 31322 Kinderopvang 27020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 327 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21

Nadere informatie

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Opdrachtgever: Hans Tanis, Wethouder Onderwijs Auteurs: Hans Erkens en Diana Vonk Datum: 9 oktober 2013 Inleiding 1.1. Aanleiding

Nadere informatie

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr:

Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente Haarlem in schooljaar ' BBV nr: Informatienota Onderwerp Voortgangsrapportage : De kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie in de gemeente BBV nr: 2016/450120 1. Inleiding De gemeente Haarlem is sinds de inwerkingtreding van de

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3

Nadere informatie

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland 1. Signaleren 1.1 VVE beoordeling tijdens contactmoment op het consultatiebureau Jeugdgezondheidszorg (JGZ) (Uitvoerend: JGZ) 1.2 VVE

Nadere informatie

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE Locatie(s) : Plaats :3841 HA Harderwijk Onderzoeksnummer :16281 Datum onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE De Friese Meren Gemeentenummer : 1921 Onderzoeksnummer : 287893 Datum onderzoek : 25 februari 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

De toekomst begint vandaag!

De toekomst begint vandaag! verder bouwen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch De toekomst begint vandaag! Als professionals, schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en gemeente werken we samen aan de kindcentra 0-13 s-hertogenbosch;

Nadere informatie

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 VVE IN HAARLEMEMRLIEDE CA. Y.Mahrach dec 2013 Inleiding Per 1 augustus 2010 is de wetgeving voor onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie gewijzigd. De gemeente

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Franekeradeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Franekeradeel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Franekeradeel Plaats : Franeker Gemeentenummer : 0070 Onderzoeksnummer : 292354 Datum onderzoek : 17 maart 2017

Nadere informatie

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. 1. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE programma's in PEUTERSPEELZALEN? Ja Nee 2. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE

Nadere informatie

Sluitende aanpak toeleiding VVE

Sluitende aanpak toeleiding VVE Sluitende aanpak toeleiding VVE Februari 2013 Inleiding Sinds 2001 werken we in Almere aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is onderwijs op een speelse manier

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Terschelling Plaats : West-Terschelling Gemeentenummer : 0093 Onderzoeksnummer : 278069 Datum onderzoek : 19

Nadere informatie

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voor- en vroegschoolse educatie op gemeentelijk niveau opgenomen. Het waarderingkader

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Zoeterwoude

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Zoeterwoude RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Zoeterwoude Plaats : Zoeterwoude Gemeentenummer : 0638 Onderzoeksnummer : 292340 Datum onderzoek : 17 februari

Nadere informatie

Prestatieafspraken VVE in de gemeente Wijdemeren

Prestatieafspraken VVE in de gemeente Wijdemeren Prestatieafspraken VVE in de gemeente Wijdemeren Aanleiding Op basis van de Wet Primair Onderwijsartikel 167 en artikel 167b lid 1 sub b (WPO) en in samenhang met de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit

Nadere informatie

Notitie Wet OKE. Gemeente Zeevang 2010

Notitie Wet OKE. Gemeente Zeevang 2010 GEMEENTE ZEEVANG Notitie Wet OKE Gemeente Zeevang 2010 Ferdinand Haselaar/ Eveline Tijmstra Gemeente Zeevang Januari 2011 Vastgesteld bij raadsbesluit van 15 februari 2011 Bekend gemaakt op 3 maart 2011

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF Utrecht, februari 2013 Reg.nr. 3496774 Pagina 1 van 16 INHOUD Voorwoord 3 1 VVE in de gemeente Aa en Hunze 7 2 De oordelen over de voor

Nadere informatie

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

PRAAT MET DE RAAD kort verslag PRAAT MET DE RAAD kort verslag Datum: 19 mei 2015 Spreker: Corine Laurant, namens Stichting Kinderen en Ouders Onderwerp: Stichting Kinderen en Ouders als gesubsidieerde instelling voor peuterspeelzalen

Nadere informatie

Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Bloemendaal

Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Bloemendaal Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Bloemendaal November 2013 Corsa nummer: 2013040608 Inleiding Per 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie (OKE) in werking getreden.

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Heerenveen Plaats : Heerenveen Gemeentenummer : 0074 Onderzoeksnummer : 287974 Datum onderzoek : 18 februari

Nadere informatie

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen Bijlage hoofdstuk 2 8 januari 2016 Bijlage behorende bij hoofdstuk 2 van het SER advies Kindvoorzieningen: Evaluaties van (de kwaliteit van) Nederlandse kindvoorzieningen Fukkink et al. (2013); Veen et

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling! Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,

Nadere informatie

VVE op het platteland biedt kansen!?

VVE op het platteland biedt kansen!? VVE op het platteland biedt kansen!? Marga Salakory m.salakory@giralisgroep.nl Anne Marie Klomp a.klomp@giralisgroep.nl Inhoud deelsessie Landelijke en regionale ontwikkelingen in VVE, onderwijs en opvang

Nadere informatie

Stichting Christelijke Kindcentra de Drieslag Koningin Juliana

Stichting Christelijke Kindcentra de Drieslag Koningin Juliana Stichting Christelijke Kindcentra de Drieslag Koningin Juliana Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 5 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 12 november 2018 een onderzoek

Nadere informatie

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017 ONDERSTEUNING IN DE VOORSCHOOLSE PERIODE Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017 INLEIDING Het grootste deel van de kinderen ontwikkelt zich normaal; zij bezoeken zonder noemenswaardige bijzonderheden

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM Locatie : De Brinnr. : 17QS-2 Plaats : 2324 ER Leiden Regnr. : 3011610 Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 322 Kinderopvang 27 020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 327 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Primair Onderwijs Onze referentie Bijlagen Resultaten

Primair Onderwijs Onze referentie Bijlagen Resultaten >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Geldermalsen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Geldermalsen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Geldermalsen Plaats : Geldermalsen Gemeentenummer : 0236 Onderzoeksnummer : 279478 Datum onderzoek : 13 oktober

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaam : 27 januari 2011 Portefeuillehouder : A. Dijkstra Punt : [08] Behandelend ambtenaar : A. Buma Doorkiesnummer : (0518) 452918 Onderwerp : Wet OKE / VVE 2011-2014 Inleiding

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Renkum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Renkum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Renkum Plaats : Oosterbeek Gemeentenummer : 0274 Onderzoeksnummer : 293770 Datum onderzoek : 5 september 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Oegstgeest

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Oegstgeest RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Oegstgeest Plaats : Oegstgeest Gemeentenummer : 0579 Onderzoeksnummer : 292341 Datum onderzoek : 22 februari

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Coevorden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Coevorden RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Coevorden Plaats : Coevorden Gemeentenummer : 0109 Onderzoeksnummer : 278126 Datum onderzoek : 29 september

Nadere informatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie Calimero Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 2 april 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 29 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de voorschoolse

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE LEIDEN IN 2013

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE LEIDEN IN 2013 DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE LEIDEN IN 2013 Onderzoeksnummer : 270497 Datum vaststelling : 9 juli 2014 ED4153568/3 Inhoud Voorw oord... 5 1 Inleiding... 7 2 Vve in de

Nadere informatie

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School De gemeente Halderberge heeft tot taak het maken van proces- en resultaatafspraken bij Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Om deze afspraken te kunnen monitoren heeft de gemeente aan de GGD gevraagd

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Aalburg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Aalburg RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Aalburg Plaats : Wijk en Aalburg Gemeentenummer : 0738 Onderzoeksnummer : 292533 Datum onderzoek : 19 april

Nadere informatie

3. Protocollen en reglementen VE Beleid Datum 9 januari 2014 Versie 1 Blad 1 van 7

3. Protocollen en reglementen VE Beleid Datum 9 januari 2014 Versie 1 Blad 1 van 7 Blad 1 van 7 CONCEPT VE BELEID Versie januari 2014 Blad 2 van 7 INHOUD 1. INLEIDING 3 2. DE DOELGROEP 3 3. DE VE-PEUTERSPEELZAAL 3 4. TAALNIVEAU VAN DE PEUTERLEIDSTERS 4 5. COACHING ON THE JOB: DE HBO-COACH

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Opsterland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Opsterland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Opsterland Plaats : Beetsterzwaag Gemeentenummer : 0086 Onderzoeksnummer : 292643 Datum onderzoek : 14

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Noordwijkerhout

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Noordwijkerhout RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Noordwijkerhout Plaats : Noordwijkerhout Gemeentenummer : 0576 Onderzoeksnummer : 277964 Datum onderzoek : 31

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Mill en Sint Hubert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Mill en Sint Hubert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Mill en Sint Hubert Plaats : Mill Gemeentenummer : 0815 Onderzoeksnummer : 276859 Datum onderzoek : 14 juli

Nadere informatie

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019

Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie mei 2019 Nota van uitgangspunten voorschoolse educatie 2020-2023 14 mei 2019 1 Inhoud Aanleiding 3 1 Doel van de nota van uitgangspunten 4 2 Ambitie 4 3 Aanpak 5 4 Sturing en partnerschap 7 5 Budgettaire kaders

Nadere informatie

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER Locatie(s) : : Brinnr. :16ZH Plaats :1628 DJ Hoorn Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE Kinderdagverblijf Buitenpret Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1. Omschrijving VVE 1.1 Algemeen 3 1.2 Doelgroepbepaling 4 1.3 Toeleiding

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE BInspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Krimpen aan den IJssel Plaats : Krimpen aan den

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Soest

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Soest RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Soest Plaats : Soest Gemeentenummer : 0342 Onderzoeksnummer : 293771 Datum onderzoek : 31 augustus 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Inspectierapport VVE - arrangement t Kruimeltje Veeneslagen KDV, Brandlicht 1 te Rijssen

Inspectierapport VVE - arrangement t Kruimeltje Veeneslagen KDV, Brandlicht 1 te Rijssen Inspectierapport VVE - arrangement t Kruimeltje Veeneslagen KDV, Brandlicht 1 te Rijssen Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Rijssen-Holten Datum inspectiebezoek: 11-06-2018 Type onderzoek:

Nadere informatie

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen Evaluatie VVE Pilot Nieuwleusen Een samenwerking tussen: Doomijn peuterspeelzaal Kon. Julianalaan Landstede Kinderdagverblijf t Hummelhof Carinova consultatiebureau Nieuwleusen Gemeente Dalfsen Maart,

Nadere informatie

Subsidiekader Samenspel gemeente Den Haag

Subsidiekader Samenspel gemeente Den Haag Subsidiekader Samenspel gemeente Den Haag I. Inleiding De gemeente Den Haag streeft er naar om zoveel mogelijk doelgroepkinderen met een taalachterstand te bereiken en toe te leiden naar voor- en vroegschoolse

Nadere informatie