stand van zaken inkoop Jeugdzorg

Transcriptie

1 collegebrief aan de raad Aan de gemeenteraad Van het college van burgemeester en wethouders Datum 11 november 2014 Onderwerp Zaaknummer stand van zaken inkoop Jeugdzorg Geachte leden van de raad, Inleiding De inkoop in de Jeugdzorg vordert. In bijgevoegde nieuwsbrief van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ wordt hierover gerapporteerd. Financiële consequenties De vertaling van de laatste inzichten (d.d ) is dat er een feitelijk tekort ontstaat van 1,3 miljoen. Dit inzicht is gebaseerd op een doorrekening van 97% van de offertes maar de onzekerheden zijn nog groot. Dit heeft alles te maken met het gegeven dat de opgegeven aantallen kunnen afwijken, het woonplaatsbeginsel voor afwijkingen kan zorgen, de nieuwe instroom kan wijzigen en de aantallen die vallen binnen de PGB s kunnen per gemeente verschillen. Het aandeel van Molenwaard hierin is niet bekend. Op basis van de doorgerekende cijfers zou het aandeel voor Molenwaard ongeveer 6% bedragen. Financieel zou dit uitkomen op een nadelig resultaat van Op dit moment is er een post onvoorzien binnen de gemeentelijke Begroting voor de Jeugdzorg opgenomen van Gezien de onzekerheid over aantallen en het feit dat nog niet alle gesprekken gevoerd zijn is het raadzaam deze post onvoorzien in stand te houden totdat begin 2015 meer bekend is over definitieve aantallen en alle gesprekken zijn gevoerd. Op dat moment kan een betere balans worden opgemaakt over het al dan niet inzetten van dit budget voor lokale versterking van jeugdvoorzieningen. Actualiteit In een notitie van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ wordt ingegaan op de actualiteit rondom de inkoop van Jeugdzorg (notitie 31 oktober 2014). Deze notitie is hieronder integraal opgenomen. In de media wordt de suggestie gewekt dat de inkoop van Jeugdzorg in 41 van de 42 regio s niet op tijd geregeld is waardoor continuïteit van zorg niet geborgd kan worden. In Zuid- Holland Zuid is de stand als volgt: - Er is gewerkt volgens het principe van bestuurlijk aanbesteden, waardoor het RTA-contract in nauwe samenwerking met en gedragen door de aanbieders tot stand is gekomen. Volgens de afspraken in het RTA worden voor 2015 alleen contracten afgesloten met de huidige aanbieders van de regionale zorgmarkt. - Voorafgaande aan de contractgesprekken is er een uitvraag gedaan bij de aanbieders om de juiste budgetomvang te kunnen vaststellen. De uitvraaggegevens bevatten veel fouten, waarvan de correctie 3 weken in beslag heeft genomen. De feitelijke inkoopgesprekken zijn hierdoor twee weken later gestart, te weten op 16 oktober Voor 1 november zijn alle contractgesprekken gevoerd met de aanbieders met een budget van meer dan en is met bijna alle aanbieders overeenstemming bereikt over de hoogte van het budget voor Met de aanbieders met een budget van minder dan is via de digitale onderhandelingstafel een overeenkomst bereikt. Met een drietal aanbieders vinden op dit moment de afrondende gesprekken plaats. - De opgestelde contracten worden verstuurd in de week van 3 november. - Aanbieders hebben tot medio november de tijd om het contract ondertekend te retourneren.

2 - Voor 1 december heeft elke aanbieder een ondertekende versie van het contract ontvangen. 2 Uit gesprekken met aanbieders door de Serviceorganisatie blijkt dat aanbieders het vooral van belang vinden dat zij tijdig, voor 1 november, weten wat de hoogte van het budget is. De administratieve afhandeling in november 2014 kan rekenen op begrip bij de aanbieders. Volgens de laatste informatie in de media lijkt het Ministerie van VWS een strakkere en andere definitie van tijdigheid te hanteren. Het Ministerie van VWS kent volgens deze definitie de regio Zuid-Holland Zuid een code oranje toe omdat de contracten niet zijn ondertekend voor 15 november. Hierbij wordt dan wel aangetekend dat Zuid-Holland Zuid alle contracten zal ondertekenen in de periode 2 e helft van november waarmee de zorgcontinuïteit in onze regio dus niet in gevaar komt. Bijlage Memo Stand van zaken uitvraag zorginkoop, Serviceorganisatie Jeugd ZHZ, 14 oktober 2014 Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard, De secretaris De burgemeester N. van Ameijde-Poortman MBA D.R. van der Borg

3 Stand van zaken uitvraag zorginkoop. De verdeling van het totale budget jeugdzorg is gebaseerd op gegevens uit diverse bronbestanden (overheden, verzekeraars, zorgkantoren) en een uitvraag bij de zorgaanbieders die tweemaal heeft plaatsgevonden. Een en ander is opgenomen in het BRTA. Aanbieders van zorg hebben vervolgens hun offerte ingediend en de inkoop heeft die offertes beoordeeld op juistheid. 97% van de offertes is nu beoordeeld. Het inkoopproces is goed voorbereid, er is goed gecontroleerd etc., maar dat neemt niet weg dat de eindscore niet 100% zeker en definitief is. Er kunnen zich wijzigingen voordoen en we kunnen in 2015 ook nog eens andere afspraken maken. Onderstaande tabel is de weerslag van de cijfers zoals opgenomen in het BRTA. De vertaling naar de laatste inzichten (d.d ) vanuit de zorginkoop uitvraag is dat we feitelijk 1,3 miljoen tekortkomen. Dit is het gevolg van hogere offertes dan waarmee rekening is gehouden en wordt ook gedeeltelijk veroorzaakt doordat we niet alle kosten van de Stichting Jeugdteams kunnen verrekenen met de zorgmarkt. Het betreft voornamelijk overhead kosten. Hierover (over de hoogte van deze overhead) zijn

4 we nog in gesprek met de Stichting jeugdteams. Deze kosten zouden nog met ca. 230 k teruggebracht kunnen worden. Ook is er in deze opstelling rekening gehouden met 17 miljoen aan PGB claims. Dit kan aan de hoge kant zijn. De omvang van deze claim zal echter pas later dit jaar bekend worden. De zorginkoop en het afsluiten van de contracten is momenteel nog in volle gang. Deze gegevenheden brengen een aantal risico s met zich mee in het gebruik van het budget in Niet limitatief en in willekeurige volgorde betreft het : Opgegeven aantallen door zorgaanbieders kunnen afwijken van de werkelijkheid Het juist toepassen van het woonplaatsbeginsel kan in heel Nederland verschuivingen veroorzaken, dus ook in onze regio. (Dit betreft het vraagstuk welke gemeente de zorg voor een cliënt moet betalen.) Nieuwe instroom cliënten waar we in eerste instantie weinig invloed op hebben zoals via verwijzingen door huisartsen, maar ook nieuwe instroom in de PGB, want vanaf 1 januari voor 2015 kan ook bij deze doelgroep sprake zijn van een aanzuigende werking zijn. Met name omdat het PGB binnen de Jeugdwet als keuzemogelijkheid voor elke voorziening geldt. Half februari hebben we pas zicht op de definitieve omvang van het cliëntenbestand bij de afgesproken zorgcontinuïteit. We schatten in dat de omvang van de huidige in omloop zijnde PGB-claims t.o.v. de oorspronkelijke raming mee kan vallen. (zie boven) De Serviceorganisatie bereidt nu voorstellen voor hoe we omgaan met het nu geconstateerde tekort. In de inkoopgesprekken wordt nu al aan aanbieders gecommuniceerd dat men rekening moet houden met een extra budgetkorting van plusminus 0,5-1% bovenop de generieke korting op het budget van 6%. De procedure daaromtrent is opgenomen in de inkoopvoorwaarden. De feitelijke inkoop is 13 oktober van start gegaan met een voorlichtingsbijeenkomst voor aanbieders die digitaal gecontracteerd worden. Dinsdag 14 oktober is er een voorlichtingsbijeenkomst voor aanbieders die niet gecontracteerd worden en via een PGB-constructie werken. Vanaf 14 oktober vinden de gesprekken met aanbieders met een contract > plaats. 20 oktober stemt de fysieke tafel over de deelovereenkomst RTA en deze wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 27 oktober. We gaan ervan uit dat alle contracten voor de afgesproken datum van 1 november 2014 zijn afgesloten. Dordrecht, Peter Kadee Directeur-kwartiermaker Service-organisatie

5 memo Aan de gemeenteraad Van College Datum 11 november 2014 Onderwerp Collegebesluiten ten aanzien van Jeugdzorg / Serviceorganisatie Zaaknummer Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking en worden de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. In de afgelopen periode hebben de gemeenten in Zuid-Holland Zuid zich voorbereid op de transitie Jeugdzorg. Een belangrijk onderdeel van deze voorbereiding is het opbouwen van de Serviceorganisatie. Met de wijziging van de GR DG&J wordt de Serviceorganisatie Jeugdhulp een onderdeel van de GR. Om ervoor te zorgen dat de Serviceorganisatie (SO) ook daadwerkelijk haar taken naar behoren uit kan voeren is het noodzakelijk het mandaatbesluit vast te stellen. Hierin wordt geregeld dat de directeur van de SO mandaat en volmacht krijgt van het college om de in het mandaatbesluit genoemde taken uit te voeren namens het college. Tevens wordt de verplichting op grond van de Wmo tot het instellen van een geïntegreerd Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) geregeld via aanpassing van de GR. Dit is nodig, omdat dit nu nog in aparte organisaties is ondergebracht nl. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling bij Buro Jeugdzorg en het Meldpunt Huiselijk Geweld bij de DGenJ. In lijn met eerder genomen besluiten is het tevens van belang de financiële zaken ten aanzien van de uitvoering van de jeugdhulp goed af te hechten. Het gaat dan om de bestemming van het resterende bedrag jeugdhulp ad met inachtneming van de verantwoordelijkheidsverdeling en werkwijze in geval van budgetoverschrijding en de herschikking van het budget jeugdhulp voor de Gecertificeerde Instelling (de rechtsopvolger van Bureau Jeugdzorg). Kader - Raadsvoorstel Serviceorganisatie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid, vastgesteld door de gemeenteraad op: 8 juli 2014; - Inrichtingsplan Serviceorganisatie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid, ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad op: 8 juli 2014; - Sturingsnotitie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid, ter kennisname toegestuurd aan de gemeenteraad op: 8 juli 2014; - Beleidsrijk Regionaal Transitiearrangement Zuid-Holland Zuid (BRTA), vastgesteld door de gemeenteraad op: 16 september Beoogd maatschappelijk resultaat Met deze besluiten, en met het besluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd die gelijktijdig aan u wordt voorgelegd, zijn alle noodzakelijke besluiten genomen om per de jeugdhulp te kunnen uitvoeren. Daarmee wordt een soepele overgang te gerealiseerd van taken die vallen onder de Jeugdwet. Argumentatie Mandaatbesluit Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1, AWB). In dit geval betekent dit dat de directeur van de Serviceorganisatie de bevoegdheid krijgt om besluiten te nemen namens het college

6 Molenwaard. Het gaat hier nadrukkelijk om de bevoegdheden, die in de Jeugdwet zijn toebedeeld aan het college van B&W. De bevoegdheden, die de Jeugdwet toebedeelt aan de gemeenteraad blijven bij de gemeenteraden. De verantwoordelijkheid blijft bij de individuele gemeenten. Dat betekent dat de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid in naam van de deelnemende gemeenten de taken gaat uitoefenen onder verantwoordelijkheid van de gemeenten en dat de gemeenten ook formeel de besluiten nemen over de daadwerkelijke toekenning van de jeugdzorg. 2 Risicoreserve In verband met het lokaal bestemmen van het resterend budget van , is het volgende van belang: De in het BRTA genoemde afspraak dat de 17 gemeenten in het lokale risicomanagement rekening houden met hun aandeel in de regionaal benodigde risicoreserve van in totaal Voor Molenwaard gaat het om een bedrag van in totaal Zoals u ook kunt lezen bij de Financiële consequenties heeft Molenwaard een bedrag van aangemerkt als risico en opgenomen in de weerstandsparagraaf van de begroting De tweede afspraak houdt in dat de 17 gemeenten in het kader van regionale solidariteit zorgdragen voor dijken op deltahoogte. Hiermee wordt het niveau bedoeld van de lokale basisvoorzieningen. Dit vanwege de relatie tussen deze voorzieningen en het beroep op de regionale zorgmarkt. Gemeenten kunnen (een deel van) het resterende budget in 2015 investeren in een lokale impuls. De regio zal ook onderzoek doen naar de basisvoorzieningen in de individuele gemeenten. De uitkomst van het onderzoek wordt ook betrokken bij het voorstel voor het regionale verdeelmodel voor 2016; zo is eerder gesproken over een geleidelijke toename van het budget voor een lokale impuls (ten koste van het budget voor de jeugdteams en regionale zorgmarkt). Om geen overhaaste besluiten te nemen zullen we begin volgend jaar met de raad verder van gedachten wisselen over de bestemming van genoemd bedrag en komen tot een concreet voorstel. Budgetoverschrijding Zoals in de Sturingsnotitie Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid is aangegeven, worden enkele vaste onderdelen toegevoegd aan de reguliere planning & control-cyclus van de GR. De aanleiding hiervoor is het grote maatschappelijke, financiële en politieke belang dat uitgaat van het uitvoeren van de jeugdhulp. Een belangrijke toevoeging bestaat uit de maandelijkse rapportages van de Serviceorganisatie aan de colleges van de 17 gemeenten. Deze rapportages bevatten inhoudelijke en financiële sturingsinformatie over gemandateerde en gedelegeerde taken. Elke maand levert de Serviceorganisatie op basis van monitoring een prognose voor het gehele jaar 1. Zo kan (onder andere) het zich voordoen van risico s vroegtijdig worden gesignaleerd. Daarnaast heeft de Serviceorganisatie in het inkoopproces een aantal waarborgen ingebouwd om te voorkomen dat budgetoverschrijding plaatsvindt zonder medeweten van de Serviceorganisatie. Zo worden budgetplafonds vastgelegd in de inkoopcontracten en mogen aanbieders zonder schriftelijke toestemming vooraf van de Serviceorganisatie, deze niet overschrijden noch een wachtlijst aanleggen. Verder voert de Serviceorganisatie in het inkoopproces en als onderdeel van het contractbeheer gesprekken met aanbieders over het treffen van efficiencymaatregelen en innovatie/transformatie. Wanneer toch budgetoverschrijding dreigt, dan zal de Serviceorganisatie voor de gedelegeerde jeugdhulptaken samen met het regionale beleidsteam een analyse maken en op basis daarvan een voorstel voor bijsturing voorleggen aan het algemeen bestuur van de GR. 1 In de eerste helft van 2015 doen gemeenten, Serviceorganisatie en aanbieders van jeugdhulp ervaring op met het genereren en duiden van sturingsinformatie. We schatten in dat in deze eerste maanden nog geen betrouwbare prognoses kunnen worden gemaakt. Dit zal naar verwachting wel mogelijk zijn vanaf medio 2015.

7 3 Besluiten tot het aanleggen van wachtlijsten, het beperken van de toegang tot jeugdhulp, het niet meer leveren van bepaalde typen jeugdhulp en het overschrijden van budget zijn voorbehouden aan het algemeen bestuur van de GR, in afstemming met colleges en raden van de 17 gemeenten. Het is niet wenselijk om op voorhand hiervoor kaders te stellen, omdat we over onvoldoende betrouwbare gegevens beschikken om vooraf een reële inschatting te maken van het gebruik en de kosten van de jeugdhulp in Als er budgetoverschrijding dreigt, zal een analyse moeten uitwijzen of de overschrijding wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld een algehele toename van het gebruik van jeugdhulp, of dat het een bepaald type jeugdhulp of zelfs een specifieke aanbieder betreft. Dat maakt optimale sturing (op maat) mogelijk. Herschikking budget jeugdzorg Omdat het AMHK geen zelfstandige organisatie wordt en ook de taken Crisis Interventie Team en Jeugd Preventie Team in 2015 niet worden belegd bij de Stichting Jeugdteams, moeten er nieuwe financiële afspraken worden gemaakt met de Gecertificeerde Instelling (de rechtsopvolger van Bureau Jeugdzorg). In bijgevoegde brief wordt dit nader toegelicht. Dit maakt herschikking van de budgetten noodzakelijk. Maatschappelijk draagvlak Zie onder beoogd maatschappelijk resultaat Financiële consequenties Er is afgesproken dat we er als gemeenten naar streven de drie decentralisaties budget neutraal te laten verlopen. Gemeenten hebben echter met het vaststellen van het BRTA afgesproken hun aandeel in de benodigde regionale risicoreserve van op te nemen als risico in hun begroting, als onderdeel van het lokale risicomanagement. Hiermee zijn zij voorbereid op de situatie waarin de GR tussentijds of na afloop van het jaar een beroep doet op gemeenten in geval van noodzakelijke extra middelen voor (het doen organiseren van) jeugdhulp. Molenwaard heeft hiervoor een bedrag van aangemerkt als risico en opgenomen in de weerstandsparagraaf van de begroting Wanneer er daadwerkelijk extra middelen noodzakelijk zijn voor de gedelegeerde taken, dan leidt dit, zoals bij een GR gebruikelijk is, na afloop van het jaar tot verrekening tussen de GR en de deelnemende gemeenten. Dit stemt overeen met het besluit van de 17 gemeenten tot regionale solidariteit. Mocht zich gaandeweg het jaar een budgetoverschrijding voordoen die leidt tot een acuut liquiditeitsprobleem bij de Serviceorganisatie, dan zal de Serviceorganisatie een beroep doen op de gemeenten, via een bestuursrapportage / begrotingswijziging. Hiervoor geldt het huidige systeem, waarbij gemeenten als eigenaren, geacht worden bij te dragen. In het mandaatbesluit wordt onder andere de informatie- en overlegplicht vastgelegd. Zo wordt geregeld dat in geval van bijvoorbeeld dreigende budgetoverschrijding de directeur van de Serviceorganisatie de benodigde informatie verschaft en overleg voert met het college alvorens de gemandateerde bevoegdheden (verder) uit te oefenen. Budgetoverschrijding voor gemandateerde taken wordt in rekening gebracht bij de desbetreffende gemeente(n). Bijlagen: - Mandaatbesluit Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid - Brief herschikking budget BJZ