Inhoudsopgave deelnemersstatuut

Transcriptie

1 Inhoudsopgave deelnemersstatuut Inhoudsopgave Inleiding Geldigheid van het deelnemersstatuut De Onderwijsovereenkomst De Praktijkovereenkomst De Onderwijs- en Examenregeling Deelnemers en ouders Deelnemers Meerderjarig Privacy Onderwijs en examinering Onderwijs Examinering Rapportage en advisering Voorzieningen Computergebruik Auteursrecht Gedragsregels Gedragingen in het algemeen Veiligheid Aansprakelijkheid Alcohol, tabak en drugs Schorsing en verwijdering Klachtrecht Inleiding Klachten over examenbeslissingen Overige klachten Tot slot

2 1. Inleiding Dit deelnemersstatuut is bedoeld voor de deelnemers (leerlingen) van de opleiding doktersassistent bij de ASOP. Het Bestuur van de ASOP vindt het van groot belang dat het deelnemersstatuut daadwerkelijk door de deelnemers wordt gelezen en gevolgd. Daarom is het van belang dat deelnemers het statuut goed begrijpen. Vandaar een oproep aan alle gebruikers om onduidelijkheden te melden aan een van de medewerkers van de ASOP, zodat een volgende uitgave kan worden aangepast!. De ASOP valt onder de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). 2. Geldigheid van het deelnemersstatuut Dit deelnemersstatuut is geldig vanaf het moment van ondertekening door het Bestuur en is voorzien van een actuele geldigheidsdatum. Vaststelling vindt plaats door het Bestuur van de ASOP. 2.1 De Onderwijsovereenkomst Deelnemers die een opleiding volgen bij de ASOP sluiten een onderwijsovereenkomst. Dat is een in juridische taal opgesteld document waarin de rechten en de plichten van de deelnemers aan de opleiding èn van de medewerkers van de ASOP worden beschreven. Ook een minderjarige deelnemer dient de onderwijsovereenkomst zelf te tekenen. Bij minderjarigheid van de deelnemer wordt de onderwijsovereenkomst door de ouder/verzorger mede ondertekend, ten bewijze van de door hem verleende toestemming voor het aangaan van de onderwijsovereenkomst. In de onderwijsovereenkomst wordt verwezen naar het deelnemersstatuut dat daarmee onderdeel is geworden van de gehele overeenkomst. Het deelnemersstatuut is te zien als een nadere uitwerking en een uitleg van de bepalingen van de onderwijsovereenkomst. Iedereen binnen de ASOP deelnemers èn medewerkers, is gebonden aan de bepalingen van dit deelnemersstatuut. 2.2 De Praktijkovereenkomst Als deelnemers de bedrijven of instellingen in gaan voor het praktijkgedeelte van hun opleiding de Beroepspraktijkvorming (BPV) (dit is stage of werk) wordt er ook een overeenkomst afgesloten: de Praktijkovereenkomst. Dat is een overeenkomst tussen drie partijen: de onderwijsinstelling, het leerbedrijf of de organisatie en de deelnemer. 2.3 De Onderwijs- en Examenregeling (ook wel de OER ) In de genoemde wet (WEB) staat dat er voor elke opleiding een OER*) moet worden gemaakt. De OER moet een beeld geven van wat er allemaal tijdens je opleiding wordt gedaan, hoe en wanneer je getoetst wordt, hoe het examen werkt enzovoorts. Doordat al die informatie in één document moest worden verzameld, is een dik boekwerk ontstaan waar je slechts moeizaam doorheen kunt komen. Je hebt het recht die in te zien. De OER is een deel van je overeenkomst met de onderwijsinstelling: je bent er aan gebonden. De onderwijsinstelling ook! Het OER staat op de studentenpagina van de ASOP. In het OER staat onder andere het examenreglement en informatie van de opleiding die je volgt. Het is niet altijd mogelijk en soms ook niet wenselijk van tevoren de gehele opleiding in details te overzien. Vandaar dat het OER op sommige punten niet gedetailleerd is uitgewerkt. Het is de bedoeling dat deelnemers in een later stadium van die details op de hoogte worden gesteld. Overigens is het mogelijk dat er gedurende de opleiding wijzigingen worden aangebracht in het OER. Deelnemers worden, indien mogelijk, op tijd op de hoogte worden gesteld van die wijzigingen. 3. Deelnemers 3.1 Deelnemers Deelnemers die staan ingeschreven bij de ASOP zijn verplicht alle onderwijsactiviteiten bij te wonen, de toetsen af te leggen en zich te houden aan alle andere verplichtingen die de onderwijsovereenkomst met zich meebrengt. De onderwijsinstelling besteedt veel zorg aan de begeleiding van de deelnemers. Het eerste aanspreekpunt in deze is de vaste staf (docent, secretariaat en directie) die altijd aanwezig is. Aan de hand van het gesprek bepaalt hij/zij de verdere stappen 2

3 3.2 Meerderjarig Deelnemers worden op hun 18e verjaardag als meerderjarig beschouwd. Meerderjarige deelnemers moeten zich ook houden aan alle verplichtingen die gelden voor minderjarigen. Een belangrijk verschil is nu echter dat meerderjarigen zélf verantwoordelijk worden gehouden voor hun verplichtingen. De meerderjarige deelnemer is zelf verantwoordelijk voor ziek- en absentiemeldingen. Rapportages, brieven enzovoorts worden aan de deelnemer zelf gestuurd. Vanaf het moment dat hij/zij meerderjarig wordt is de deelnemer zelf verantwoordelijk voor de betaling van zijn kosten. Maar als betaling uitblijft kunnen ouders/verzorgers, tot de deelnemer 21 jaar wordt, nog financieel aansprakelijk worden gesteld voor onder andere de schoolkosten. 3.3 Privacy De ASOP administreert verschillende gegevens van deelnemers. De wet verplicht onderwijsinstellingen bepaalde gegevens te registreren. De gegevens zijn weer noodzakelijk voor de controle van de studievoortgang en de voortgangsrapportage. Alle gegevens worden zorgvuldig bijgehouden en het bestuur bepaalt wie er inzage in mag hebben. De ASOP houdt zich aan de privacyregelgeving die op deze administratie van toepassing is. Deelnemers hebben er recht op hun eigen gegevens in te zien. Als ze vinden dat er iets onjuist geregistreerd staat, kunnen zij de directie vragen de desbetreffende gegevens te verbeteren. De ASOP geeft geen inzage in gegevens van leerlingen door derden zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. 4. Onderwijs en examinering 4.1 Onderwijs De belangrijkste taak van een onderwijsinstelling is natuurlijk het verzorgen van onderwijs. Docenten van de ASOP hebben als taak dit onderwijs goed en verantwoord aan te bieden. Een speerpunt van de ASOP is de onderwijsvernieuwing, waarbij het er kortweg om gaat dat de deelnemer zelf in hoge mate verantwoordelijk is voor de opleiding. Dat gaat natuurlijk niet zomaar: deelnemers worden hierin intensief begeleid. Ook docenten en onderwijsassistenten worden getraind om deze nieuwe onderwijsvorm in te kunnen voeren. Voor deelnemers betekent de onderwijsvernieuwing dat zij niet meer dagelijks lessen krijgen voorgeschoteld met een docent die alles doseert. Deelnemers worden gestimuleerd om zelf dingen uit te zoeken, te bestuderen, dit onder de deskundige leiding en ondersteuning van de docent. Het lijkt of daarmee veel vrijheid wordt gegeven aan deelnemers en dat is ook zo! Echter: die vrijheid mag niet worden gezien als vrijblijvendheid: de eisen zijn niet veranderd. De voortgang van de deelnemers wordt in de gaten gehouden en tussentijds getoetst, omdat aan het eind van de opleiding wel alle leerdoelen moeten zijn behaald! Dit ten einde het examen met goed gevolg te kunnen afleggen. In de onderwijsovereenkomst staat ook dat de ASOP er voor moet zorgen dat het onderwijs van goede kwaliteit is, terwijl van deelnemers wordt verwacht dat zij zich optimaal inspannen om zo goed mogelijke studieresultaten te krijgen. Dat houdt onder meer in dat opdrachten, huiswerk enzovoorts zo goed mogelijk moeten worden uitgevoerd en afgestemd wordt op de kerntaken van de opleiding. Dat wil zeggen of er redelijke mogelijkheden zijn om straks met de gevolgde opleiding aan de slag te kunnen. 4.2 Examinering De examinering volgt het onderwijs: een deelnemer komt naar de ASOP om de opleiding doktersassistent te doen. Die opleiding wordt door de overheid opgedeeld in grote brokken: de kerntaken. De docenten verdelen die kerntaken soms verder in onderwijseenheden. Die onderwijseenheden worden getoetst. Alle toetsen samen vormen de examinering. Alle inhoudelijke eisen staan geformuleerd in de kwalificatiedossiers. Die zijn verplicht gesteld door de overheid. De manier waarop men onderwijst en toetst is niet voorgeschreven. De onderwijsinstelling vermeldt die zaken in de OER. Het is van groot belang dat de kwaliteit van toetsing constant wordt bewaakt. Dat gebeurt in de eerste plaats door de examencommissie. In de tweede plaats is er de Inspectie van Onderwijs. De Inspectie is onafhankelijk van de onderwijsinstelling en heeft als taak de examinering op inhoud en niveau te bewaken. Deze vorm van bewaking heet in de wet externe legitimering. Als het goed is merken deelnemers niets van deze controleactiviteiten, behalve dat de kwaliteit van de toetsing is geborgd en steeds wordt geëvalueerd. 3

4 4.3 Rapportage en advisering De onderwijsinstelling dient regelmatig de deelnemer op de hoogte te stellen van zijn of haar vorderingen. Tevens moet zij indien nodig - deelnemers naar aanleiding van die rapportage advies geven over de voortgang. Die adviezen zijn in de meeste gevallen bindend. 5. Voorzieningen 5.1 Computergebruik Een van de voorzieningen die nadere aandacht vraagt is de computer. Deelnemers weten over het algemeen heel goed hoe daarmee moet worden omgegaan en daar schuilt gelijk een gevaar: Het is gemakkelijk bestandjes te kopiëren, programma s te downloaden van het internet of programma s op een eigen schijfje te zetten en mee naar huis of naar school te nemen. Voor de duidelijkheid wordt er op gewezen dat dit allemaal niet mag. Uitsluitend na nadrukkelijke toestemming of in opdracht van de docent kunnen er opdrachten op eigen informatiedragers worden verwerkt. 5.2 Auteursrecht Als vervolg op het vorige hoofdstuk: op alle programmatuur, teksten/afbeeldingen enz. al dan niet op papier, heerst auteursrecht. Dit houdt in dat degene die het materiaal heeft gemaakt recht heeft op een vergoeding voor het gebruik van dat materiaal. Daar hoort bij dat de auteur bescherming krijgt tegen illegaal kopiëren. Dit recht moet worden gerespecteerd op straffe van een fikse boete. Wie de regels hieromtrent overtreedt is zelf aansprakelijk voor de gevolgen. 6. Gedragsregels 6.1 Gedragingen in het algemeen Doe maar gewoon. Die regel zou goed genoeg moeten zijn. Geweld, vernieling, discriminatie, intimidatie, kortom: alle zaken die buiten het schoolgebouw niet mogen, mogen ook binnen niet. Bovendien wordt van deelnemers verwacht dat zij de onderwijsinstelling in staat stellen haar doelstellingen waar te maken, ofwel de identiteit van de ASOP zodanig te respecteren dat grondslag en doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Van medewerkers van de ASOP mag méér worden verwacht: zij moeten in elk geval actief aan die realisatie bijdragen! Vanzelfsprekend moeten deelnemers en medewerkers gezamenlijk zorgen voor een goed leer- en leefklimaat. In dit verband is ook het verbod op het gebruik van mobiele telefoons in de klaslokalen van het schoolgebouw verklaarbaar. Een van de belangrijkste gedragsregels is het tonen van respect : respect tussen deelnemers en medewerkers, maar ook tussen deelnemers onderling en medewerkers onderling. En niet te vergeten respect voor eigen en andermans spullen. Op de stageplaats is dit ook van toepassing. Ook daar wordt de ASOP door de stagenemer (leerling) vertegenwoordigd. 6.2 Veiligheid Deelnemers en medewerkers moeten zich houden aan de veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn. Dat geldt in de schoolgebouwen maar ook bijvoorbeeld in de bedrijven waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. Veel bedrijven hebben bijzondere veiligheidsregels. Verder is het de taak van iedereen om er zorg voor te dragen dat de veiligheid in en rondom school gewaarborgd is. Gesignaleerde onveilige situaties dienen zo spoedig mogelijk gemeld te worden bij directie of secretariaat. 6.3 Aansprakelijkheid De ASOP is niet aansprakelijk voor diefstal, vermissingen of schade die wordt toegebracht aan deelnemers of aan hun bezittingen, tenzij er sprake is van verwijtbaar gedrag, waaronder grove schuld of opzet, van personeel van de ASOP. Als deelnemers letsel aan anderen of schade aan het schoolgebouw, leermiddelen of andere eigendommen van de ASOP toebrengen, zijn zij voor die schade zelf aansprakelijk. Als de desbetreffende deelnemer minderjarig is, dan worden de ouders/verzorgers hiervan op de hoogte gesteld. Deelnemers kunnen de kans op schade verminderen door o.a. goed op hun spullen te letten en geen waardevolle spullen in hun jassen te laten zitten of mee naar de opleiding te nemen.. 4

5 6.4 Alcohol, tabak en drugs Hierover kunnen we kort zijn: het is niet toegestaan in het bezit te zijn van alcohol en/of drugs. En in bezit moet ruim worden opgevat: men mag deze middelen niet bij zich hebben, en men mag er ook niet van onder invloed zijn. Voor tabak geldt dat er binnen het schoolgebouw niet mag worden gerookt. Het bezit en het gebruik van wapens zijn altijd en overal verboden op straffe van onmiddellijke verwijdering van de opleiding. 6.5 Schorsing en verwijdering Indien een deelnemer regels overtreedt of de onderwijsovereenkomst niet nakomt, kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Er kan een schorsing worden opgelegd en in ernstige gevallen kan men zelfs worden verwijderd. Het gaat hier niet alleen om gedragsregels, maar ook bijvoorbeeld om structureel verzuim of verwijtbaar slecht presteren. De precieze regeling wordt niet in het deelnemersstatuut opgenomen: deze is opgenomen in de onderwijsovereenkomst. 7. Klachtrecht 7.1 Inleiding Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Dat geldt in de hele maatschappij dus ook bij de ASOP. De ASOP wil er alles aan doen om fouten te voorkomen en als ze toch zijn gemaakt deze zo goed mogelijk af te handelen. Meestal kun je met je klacht terecht bij degene die naar jouw oordeel de klacht veroorzaakte. Gelukkig wordt het probleem dan in de meeste gevallen naar tevredenheid van iedereen opgelost. Blijft de klacht van kracht, dan is het belangrijk dat je er niet te lang mee blijft rondlopen. Als je te lang wacht kan dat voor je zelf vervelend zijn, maar bovendien kunnen er termijnen verstrijken waardoor je klacht niet meer geldig is. Duidelijk moet zijn: waar kun je met een klacht terecht. De volgende paragrafen willen daar een antwoord op geven. Kom je er niet uit, vraag dan aan de directie om je daarbij te helpen. 7.2 Klachten over examenbeslissingen Dit is een complexe categorie van klachten. Let er op dat het alleen gaat om klachten over de beslissing van een examinator of de examencommissie. Stel je hebt een onvoldoende gescoord voor een toets en je bent het daar absoluut niet mee eens. Dan gaat het om een beslissing van een examinator. Tegen die beslissing kun je in beroep gaan. Hiervoor gelden de bepalingen van de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen. Ook deze regeling is te vinden op studentenpagina van de ASOP. De regeling komt voort uit de wetgeving hieromtrent; daarom is het belangrijk dat je je goed aan die regeling houdt! Zo moet de klacht in de vorm van een beroepschrift binnen twee weken na de beslissing indienen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Dat beroepschrift moet aan een aantal eisen voldoen. Dit staat allemaal duidelijk vermeld in de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen op de studentenpagina van de ASOP. Ander voorbeeld: tijdens de afname van een theorietoets staat de radio keihard aan, waardoor je je niet kunt concentreren. Die klacht hoort hier niet thuis omdat het niet gaat om een beslissing van een examinator of examencommissie. Deze klacht wordt behandeld bij Overige klachten, paragraaf Overige klachten Alle klachten die niet onder paragraaf 7.2. vallen, horen bij Overige klachten. Voorbeeld: je bent geschorst omdat je teveel hebt verzuimd. De regeling die de ASOP heeft staat in de Regeling Overige Klachten. Die regeling komt hierop neer: Stel je hebt een klacht. Je hebt geprobeerd met de tegenpartij de klacht tot een goed einde te brengen, maar dat is helaas niet gelukt. Je kunt dan de klacht neerleggen bij de directeur. Dat doe je door middel van een brief, gericht aan de directeur waarin je de klacht goed omschrijft. De directeur zal een gesprek met je houden, eventueel maatregelen treffen en hopelijk behoort de klacht daarna tot het verleden. Lukt dat niet, dan kun je de klacht voorleggen aan de Klachtencommissie ASOP. Deze commissie werkt volgens de Regeling overige klachten en zal een gesprek met je aangaan betreffende de klacht en vervolgens zo snel mogelijk uitspraak doen. 5

6 7.4 Tot slot Natuurlijk moet iedereen zoveel mogelijk proberen te voorkomen dat er klachten ontstaan. De ASOP wil in elk geval van de klachten iets leren. Dat betekent dat de ASOP naar aanleiding van de klachten bekijkt of bepaalde procedures misschien moeten worden veranderd. Complimenten De ASOP ontvangt ook veel complimenten. Om hiervan te kunnen leren, wat als prettig ervaren wordt door cursisten of medewerkers, kan er ook een compliment worden ingediend bij directie, leerkracht of secretariaat. Dit kan schriftelijk, mondeling of per . Ook complimenten dragen bij aan een goede kwaliteitsborging en evaluatie van de opleiding. Geldigheidsdatum statuut: cohort Namens het bestuur van de ASOP: C.C. Henrotte 6