Schriftelijke vragen van het lid Bootsma (D66) over poortjes op station Leiden Centraal BESLUITEN

Transcriptie

1 Behoudens advies van de commissie VOCS B&W-nr.: d.d Onderwerp Schriftelijke vragen van het lid Bootsma (D66) over poortjes op station Leiden Centraal BESLUITEN 1. De beantwoording van schriftelijke vragen van lid Bootsma (D66) d.d. 21 maart 05 met betrekking tot poortjes op station Leiden Centraal vast te stellen. 2. Dit besluit te zenden aan de vragensteller en de overige leden van de gemeenteraad.

2 35. Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van het raadslid P. BOOTSMA (D66) inzake poortjes op station Leiden Centraal (ingekomen 21 maart 2005). De Nederlandse Spoorwegen hebben het voornemen om agressie op de treinen tegen te gaan door het plaatsen van poortjes op de stations van risicotrajecten. Volgens plannen van NS is hiertoe later dit jaar het station van Leiden Centraal als onderdeel van de Schiphollijn hiervoor aan de beurt. Deze plannen houden mede in dat het station aan de voor- en achterzijde worden afgesloten met poortjes, die alleen met een zogeheten ov-chipkaart opengaan. D66 kan het doel om agressie in de trein tegen te gaan zeker onderschrijven. Ook zal deze maatregel ongetwijfeld betekenen dat er minder mensen op het station zullen rondhangen die daar overlast voor anderen veroorzaken. Dat is als positief te duiden. Het station van Leiden Centraal is eigendom van NS, maar de manier waarop dit station nog niet eens zo lang geleden is verbouwd is mede gericht geweest op het accommoderen van grote stromen mensen door het station heen, met winkeltjes in de passage. Met de nieuwbouw van de ROC op het grasveld achter het station zal dat alleen maar toenemen. De fractie van D66 heeft een aantal vragen bij deze plannen van NS. Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 31 mei 2005). 1. Is er overleg geweest tussen het College en NS over dit voornemen, en de manier waarop de poortjes geplaatst zouden worden? Hoe is dit overleg verlopen? Ja; de afgelopen tijd is er met enige regelmaat ambtelijk en één keer bestuurlijk overleg geweest met NS (public affairs) en ProRail (projectleiding). In deze overleggen hebben NS en ProRail de plannen aan de gemeente voorgelegd. Hieruit blijkt dat NS en ProRail toegangspoortjes willen plaatsen bij de ingangen van het station om onder andere zwartrijden en sociale onveiligheid aan te pakken. Met poortjes kunnen alleen mensen met een geldig vervoerbewijs het station binnen. Het college maakte in de gesprekken duidelijk dat ze net als NS en ProRail een veilig station willen, maar dit willen bereiken zonder de doorgang door het station als interwijk verbinding te belemmeren. Volgens ons is het station ontworpen als openbare en vrije corridor tussen de stadzijde en zeezijde en lossen poortjes sociale onveiligheid niet op; problemen zullen eerder verplaatsen naar het gebied net voor de poortjes. Wij hebben daarom bij NS en ProRail nadrukkelijk de wens neergelegd de poortjes op het perron neer te zetten. In de passage door het station bevinden zich tal van winkeltjes. Zij zijn in belangrijke mate afhankelijk van de reizigersstromen door het station. Navraag heeft de fractie geleerd dat er niet met alle winkeliers overleg is geweest over de vraag of zij voor of achter de poortjes zitten met hun winkel. Dat kan vergaande gevolgen voor de nering hebben voor winkels die voor een groot deel niet afhankelijk zijn van treinreizigers (bijvoorbeeld het bloemenwinkeltje of de AKO). Zo heeft de fractie vernomen dat Albert Heijn heeft aangegeven graag achter de poortjes te willen en dat dat kennelijk gehonoreerd is, maar heeft dat uiteraard grote gevolgen voor de tegenoverliggende winkels die daarmee ook achter de poortjes komen en er juist liever voor willen zitten.

3 2. Is de zorg van deze ondernemers onderdeel geweest van het overleg tussen NS, winkeliers en gemeenten? Zo ja, wat is het resultaat daarvan geweest? NS en ProRail hebben met de winkeliers overleg over het plaatsen van poortjes en de gevolgen voor de winkels. De gemeente neemt hier niet aan deel vanwege de private relatie tussen de winkels en NS.

4 2 De fractie van D66 heeft de indruk dat als de poortjes op de perrons geplaatst zouden worden, de passage kan blijven zoals deze nu is. De winkeliers hoeven dan niet te vrezen voor inkomstenderving. Fysiek moet dat geen probleem zijn, aangezien bijvoorbeeld op NS-station Schiphol het station nog veel meer geïntegreerd is met de omgeving en afsluiting daar niet anders zal kunnen dan bij de trappen naar de perrons. 3. Onderschrijft het College het belang van het plaatsen van de poortjes op de perrons, zodat de passage zelf gevrijwaard blijft van poortjes? Zijn de overwegingen daarvoor aan NS meegedeeld? Zo nee, wil het College dit alsnog met kracht doen? Wij dringen er bij NS en ProRail op aan de vrije doorgang door het station te behouden, onder andere omdat het station is ontworpen als openbare en vrije corridor tussen de stadzijde en zeezijde. NS en ProRail hebben laten weten hier zo veel mogelijk rekening mee te willen houden. De wijze waarop is op dit moment nog onderdeel van overleg tussen gemeente, NS en ProRail. Gedacht kan worden aan een speciale passeerderspas. In ieder geval moeten mensen, ook mensen die alleen door het station willen lopen, langs poortjes. NS en ProRail zijn niet bereid over alternatieve plaatsen voor poortjes na te denken. NS wil dan ook geen poortjes op het perron plaatsen; NS wil niet dat een overstappende reiziger twee keer door een poortje moet. Wij zijn ongelukkig met de uitkomst. Wij hebben tevergeefs hierover uitvoerig gesproken en onderhandeld met NS en ProRail. De partijen zijn echter niet op andere gedachten te brengen. Juridisch zien wij vooralsnog geen mogelijkheden om dit verder aan te kaarten. Wij zijn overigens ook van mening dat station Leiden Centraal niet het enige station zonder poortjes kan zijn; een gat in het systeem trekt vermoedelijk overlast aan. Navraag heeft de D66-fractie geleerd dat NS een andere oplossing bedacht heeft voor het probleem van de afgesloten passage. NS is van plan om op een chipkaart ook het zogeheten passagerecht mogelijk te maken voor mensen die wel de passage in willen maar niet met de trein hoeven te reizen. De fractie van D66 ziet grote nadelen aan deze oplossing. Wie geen OV-chipkaart heeft of deze niet bij zich heeft, kan vervolgens ook de hal niet in. Daar gaat dus een remmende werking van uit. Bovendien heeft de fractie van een woordvoerder van NS vernomen dat een kosteloos verblijf tussen de poortjes maximaal een half uur mag duren. Wie zich daar langer dan een half uur bevindt en dan weer terug door de poortjes wil, zal dus moeten gaan betalen voor een verblijf in de openbare ruimte, doordat dan een bedrag van de chipkaart wordt afgeschreven. Dat acht D66 zeer onwenselijk: het lijkt ons zowel voor de sociale veiligheid van de reizigers als voor de nering van de winkeliers juist beter als het in de hal druk blijft. Deze regeling lijkt ons ook anderszins zeer onpraktisch uit te kunnen pakken voor vroege afhalers en wegbrengers. De fractie heeft bovendien de indruk dat dit systeem lek is omdat de stations in alle andere richtingen dan Schiphol pas veel later van poortjes worden voorzien. 4. Is het College bereid in het overleg met NS deze argumenten in te brengen, en haar uiterste best te doen om te voorkomen dat de passage door het station wordt afgesloten? Wij zijn, zoals al gemeld, met NS en ProRail in overleg over het zo veel mogelijk behouden van de vrije doorgang. De argumenten die de heer Bootsma noemt (passage voor alleen OV-

5 chipcard-houders voor maximaal een half uur remt het gebruik van de stationsdoorgang) worden hierin betrokken.