3De rol van CPA en ambulancediensten bij rampen en zware ongevallen

Transcriptie

1 VOORD RAC H T 42 Haarlem, 15 juli 1997 Onderwerp: Wijziging verordening CPA-gebiedsindeling Bijlagen: 2 1Aanleiding Bij besluit van 23 juni 1997, nr hebben wij de Nota Ambulancezorg in Noord-Holland vastgesteld. In de nota wordt uitgebreid ingegaan op recente ontwikkelingen in de ambulancezorg 1, die onder meer geleid hebben tot wijzigingen in de uitvoering van de Wet ambulancevervoer (WAV). De nota bevat daarnaast het Spreidingsplan Ambulancezorg voor Noord-Holland Een belangrijk aandeel in het goed verlopen van de ambulancezorg heeft de meldkamer, die in de WAV centrale post ambulancevervoer (CPA) wordt genoemd. Recente ontwikkelingen maken een verandering van de gebiedsindeling voor enkele CPA's in Noord-Holland noodzakelijk. 2 In de volgende paragrafen zullen enkele inhoudelijke en bestuurlijke aspecten nader belicht worden. Vervolgens zal een beschrijving worden gegeven van de stand van zaken en knelpunten bij de Noord- Hollandse CPA's, uitmondend in een voorstel tot wijziging van de Verordening tot vaststelling van gebieden waarvoor centrale posten ambulancevervoer functioneren, hierna te noemen: de verordening. 2De rol van de CPA in het algemeen De ambulancezorg wordt gedirigeerd vanuit de CPA. Geen ambulancezorg is toegestaan dan na voorafgaande opdracht door de CPA. Dit is geregeld in de WAV. Alle verzoeken om een ambulance te sturen komen bij de meldkamer binnen. Hier vindt in hoog tempo op grond van verkregen telefonische (medische) informatie een proces plaats van zorginhoudelijke beoordeling van het verzoek, prioriteiten stellen, ambulance kiezen en opdracht geven uit te rukken of van bestemming te veranderen, contact onderhouden tussen ambulance en ziekenhuis, indien nodig contact onderhouden met huisarts, politie of brandweer. De centralisten (zo worden de medewerkers van de meldkamer genoemd) gaan daarbij volgens gemaakte afspraken en opgestelde protocollen te werk. 3De rol van CPA en ambulancediensten bij rampen en zware ongevallen Hoewel rampen en zware ongevallen weinig voorkomen, moet de hulpverlening er toch goed op voorbereid zijn. De Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen hebben de grondslag gelegd voor de opbouw van de rampenbestrijdingsorganisatie. Er is voor gekozen om de organisatie voor de rampenbestrijding op te bouwen ("op te schalen") vanuit de bestaande hulpverleningsorganisaties als GGD, politie, brandweer, CPA, ambulancediensten en ziekenhuizen. Een goede organisatie van de rampenbestrijding is bij deze opzet alleen maar mogelijk, als de op te schalen onderdelen zelf goed functioneren en goed op elkaar zijn afgestemd. 1 In het woordgebruik ligt reeds de ontwikkeling van ambulancevervoer via ambulancehulpverlening naar ambulancezorg besloten. Het begrip ambulancezorg is van recente datum en symboliseert volgens de ambulancesector de verbondenheid met de spoedeisende medische zorgverlening. In deze voordracht wordt uitsluitend het begrip ambulancezorg gebruikt. 2 Voordracht en ontwerp-besluit hebben als hoofdstukken 4 en 5 deel uitgemaakt van de ontwerpnota Ambulancezorg in Noord-Holland en hebben daarmee de vereiste voorbereidings- en inspraakprocedure doorlopen. De tekst van de voordracht is aangevuld vanwege de actualiteit en waar nodig herschikt. 1

2 Bij opschaling van de geneeskundige hulp bij zware ongevallen en rampen vervult de CPA een centrale functie. Deze ontvangt als één van de eerste de melding, beoordeelt de ernst van de situatie (in een deel van de gevallen nadat de eerste ambulance ter plaatse de situatie heeft verkend) en alarmeert op grond daarvan de benodigde functionarissen en hulpverleners. Dit opschalen zorgt voor een grote druk op de aanwezige centralist(en), die in zeer hoog tempo vele activiteiten moet(en) ontplooien die niet tot de dagelijkse routine behoren, terwijl tegelijkertijd ook de gebruikelijke meldingen kunnen binnenkomen. Volgens het rapport De opbouw van de organisatie voor de geneeskundige hulpverlening bij rampen, deelrapport 2, dat in 1995 is opgesteld door de Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding en de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt de vitale rol van de CPA onderschat. De minimale bezetting van veel CPA's is een zeer kwetsbaar punt. En ook de geoefendheid van de centralisten in het omgaan met zware ongevallen en rampen is in het algemeen beperkt, aldus het rapport. Op grond van dit rapport heeft het kabinet het Project Versterking Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen gestart. In zijn nota Met zorg verbonden heeft het kabinet aangegeven dat er uiterlijk in mei 1998 landelijke kaders moeten zijn vastgesteld voor onder andere kwaliteit, financiering en organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Mogelijk zullen deze kaders gevolgen krijgen voor de CPA's. De bevolking moet er op kunnen vertrouwen, dat hulpverleningsorganisaties te allen tijde snel en adequaat reageren bij noodsituaties. Wanneer blijkt dat een zwakke plek indirect wordt veroorzaakt door de beperkte omvang van een deel van de CPA-regio's, is het de taak van de provincie bij te dragen aan het scheppen van de voorwaarden voor een kwalitatief en kwantitatief voldoende bezetting van de meldkamer. 4Regelingen over kwaliteit van CPA-werkzaamheden Op 1 april 1996 is de Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ) in werking getreden. De overheid heeft hierdoor een veel terughoudender rol gekregen bij de bepaling en bewaking van de kwaliteit van de zorgverlening. De KWZ legt de bedrijfstak op om zelf invulling te geven aan het begrip verantwoorde zorg; elke zorginstelling dient overeenkomstig te handelen. Deze wet, die de CPA als zorginstelling beschouwt, heeft een aantal wijzigingen in de WAV met zich meegebracht. De enige wettelijke bepaling over het niveau van opleiding en ervaring van medewerkers van de CPA is met de invoering van de KWZ per 1 april 1996 geschrapt. Deze bepaling hield in, dat de leiding van de CPA in handen moest zijn van een arts of dat de leiding moest worden bijgestaan door een arts. De ambulancesector heeft deze bepaling inmiddels als minimum-norm aanvaard tot het moment, dat het begrip verantwoorde zorg nader is ingevuld. Centralisten van de CPA worden beschouwd als een deel van het zorgsysteem. Vrij algemeen is de opvatting in de ambulancesector, dat centralisten bij voorkeur CPA-verpleegkundigen met ambulance-ervaring moeten zijn, omdat zij een belangrijke zorginhoudelijke rol moeten spelen bij de beoordeling van situaties, bij de overdracht van informatie en bij advisering van mensen die de hulp van een ambulance in willen roepen. Of dat moet gelden voor alle centralisten, of dat dit beperkt kan worden tot een deel van de centralisten, is nog een punt van discussie. Iedereen is het er wel over eens dat er 7 x 24 uur minimaal één ter zake kundige verpleegkundige op de meldkamer aanwezig moet zijn. Ook buiten de ambulancesector vindt deze opvatting brede steun. Reeds spoedig na de inwerkingtreding van de WAV hebben de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de provincie deze opvatting gehuldigd. Het kabinet heeft in zijn nota Met zorg verbonden herhaald, dat dit een eis is. De Inspectie hanteert als norm, dat op een meldkamer voor de CPA permanent minimaal twee ter zake kundige centralisten, waarvan minimaal één verpleegkundige, aanwezig moeten zijn. Deze norm zullen wij ook als vuistregel gebruiken bij onze beoordeling van de situatie op de meldkamer in het kader van de uitoefening van onze taak op het terrein van de indeling van de provincie in CPA-gebieden. 5Wettelijke regeling van de CPA 2

3 Het is de wettelijke taak van provinciale staten om het grondgebied van de provincie in CPA-regio's in te delen. Daartoe hebben zij de verordening vastgesteld, waarin de CPA-gebiedsindeling is vastgelegd. De indeling geschiedt mede op grond van richtlijnen van het departement. De instelling en instandhouding van de CPA is in de WAV opgedragen aan de besturen van de gemeenten in een CPA-regio. Zij gaan daartoe een gemeenschappelijke regeling aan. 6Huidige indeling in CPA-gebieden In maart 1986 heeft Twijnstra Gudde n.v. rapport uitgebracht over een onderzoek naar de omvang van de CPAgebieden in de provincie Noord-Holland. Tijdens dit onderzoek, dat in opdracht van de provincie is uitgevoerd, zijn enkele varianten voor samenvoeging van CPA-gebieden doorgerekend. Hieruit blijkt, dat er bij samenvoeging van CPA-gebieden niet alleen kwalitatieve voordelen te behalen zijn, maar tegelijkertijd aanzienlijke besparingen. In 1987 hebben provinciale staten de verordening, waarin de CPA-gebiedsindeling is vastgelegd, gewijzigd. De CPA-regio's Zaanstreek/Waterland, Amsterdam/Diemen/Abcoude en Amstelland en De Meerlanden zijn toen samengevoegd tot de nieuwe CPA-regio Amsterdam en Omstreken. Wat betreft de overige CPA-regio's nodigden provinciale staten het toenmalige college uit om in overleg met betrokkenen te bezien, hoe een kwalitatief aanvaardbare CPA gestalte kon krijgen. In 1989 hebben provinciale staten besloten de CPA-regio Het Gooi te laten bestaan. Tevens besloten zij de gebiedsindeling van de overige CPA-regio's vooralsnog ongemoeid te laten. Voor een overzicht van de huidige situatie wordt verwezen naar de tabel in de volgende paragraaf. 7Gemeenschappelijke meldkamers Het beleid van de rijksoverheid was ten tijde van de invoering van de WAV, dat meldkamers van de CPA zoveel mogelijk moesten worden gevoegd bij reeds bestaande meldkamers van andere hulpverleners of ondergebracht bij GGD-en of ziekenhuizen. Er is een diversiteit ontstaan in vormen en mate van samenwerking. In beginsel zijn er 3 hoofdvormen: -de op zich zelf staande meldkamer, waar uitsluitend of voornamelijk gewerkt wordt voor de ambulancezorg; -de co-locatie, waarbij de meldkamerwerkzaamheden van bijvoorbeeld brandweer en CPA in één ruimte plaats vinden door centralisten van beide vakgebieden; -de geïntegreerde meldkamer van CPA en brandweer, maar hier en daar ook met politie als derde partij, waarbij de centralisten zonder onderscheid voor elk van de aangesloten hulpverleningsorganisaties werken. Na een periode, waarin het streven van de rijksoverheid gericht is geweest op de vorming van geïntegreerde meldkamers van politie, brandweer en CPA, is het beleid nu meer gericht op het realiseren van een vorm van co-locatie met gebruik van gemeenschappelijke apparatuur, waarbij in de visie van het kabinet de directe inhoudelijke betrokkenheid van de CPA bij de spoedeisende medische hulpverlening te allen tijde moet zijn gewaarborgd. 3

4 De situatie in Noord-Holland op dit moment is als volgt: CPA-regio Inwonertal Plaats Meldkamer Kop van Noord-Holland Schagen integratie met brandweer West-Friesland Hoorn co-locatie met brandweer Noord-Kennemerland Alkmaar co-locatie met brandweer Kennemerland Haarlem co-locatie met brandweer Amsterdam en Omstreken Amsterdam zelfstandige CPA-meldkamer Het Gooi Hilversum co-locatie met brandweer 8Afstemming gebiedsindeling politie, brandweer, CPA en ziekenhuizen Een goede afstemming van de werkgebieden van de verschillende hulpverleningsorganisaties is een belangrijke voorwaarde voor het slagvaardig optreden in situaties, waarin door vele instanties snel gehandeld moet worden. In eerste instantie wordt daarbij gedoeld op de werkgebieden van politie, brandweer en CPA. Maar ook de indeling op grond van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) is voor de geneeskundige hulpverlening van belang. Op deze wijze kan een goede coördinatie van de hulpverlening en een goede afstemming op de ziekenhuiszorg bevorderd worden. Naar de opvatting van het kabinet zal de CPA-regio bovendien minimaal inwoners moeten bevatten. Met deze uitspraak wordt een reeds lang bestaand criterium voor de regio-omvang pregnant naar voren gebracht. Het kabinet heeft aangekondigd met de provincies te gaan overleggen om de diverse gebiedsindelingen te harmoniseren. De gebiedsindeling voor de hulpverleningsorganisaties is voor het laatst in provinciale staten aan de orde geweest bij de vaststelling van de WGHR-gebieden: de regio's die provinciale staten in 1993 aan hebben gewezen op grond van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen. Bij die gelegenheid is geconstateerd, dat de gebieden voor het grootste deel hetzij samenvallen, hetzij samen met een naburige regio nauwkeurig passen binnen het werkgebied van een andere hulpverleningsorganisatie. Uitzonderingen vormen de volgende indelingen: -De gemeente Haarlemmermeer valt onder de politieregio Kennemerland, maar tegelijkertijd onder de CPAregio Amsterdam en Omstreken en WZV-regio Amsterdam. -De Utrechtse gemeente Abcoude valt onder de CPA-regio Amsterdam en Omstreken en voor het overige onder Utrechtse regio's. -De Utrechtse gemeente Eemnes valt onder de CPA- en WZV-regio Het Gooi; voor het overige valt het onder Utrechtse regio's. De Utrechtse gemeente Loosdrecht vormt in dit verband geen uitzondering omdat deze deel uitmaakt van alle hulpverleningsregio's in Gooi en Vechtstreek. 9Financiering van de CPA De financiering van de CPA vindt plaats op grond van de Ziekenfondswet en de Wet tarieven gezondheidszorg. De zorgverzekeraars voeren de financiering uit op grond van richtlijnen, die door het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG) zijn opgesteld en door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn goedgekeurd. De CPA is met ingang van 1997 gebudgetteerd. De budgettering bouwt nog voort op een systematiek, waarbij de CPA wordt gefinancierd naar het aantal verreden ritten in de regio, dat voor vergoeding in aanmerking 4

5 komt. Hierdoor is er in de kern een financiële relatie blijven bestaan tussen het aantal verreden ritten en de personele bezetting van de meldkamer. Het gevolg is, dat het voor CPA-regio's met een geringe omvang veel moeilijker is om voldoende verpleegkundigen als centralist in dienst te hebben. In 4 van de 6 CPA-regio's in onze provincie slaagt de CPA er niet in om ononderbroken 7 x 24 uur minimaal één verpleegkundige met ambulance-ervaring achter de meldtafel te hebben. In de vijfde regio is er 7 x 24 uur een verpleegkundige aanwezig, maar heeft tijdens een deel van de nachtelijke uren slaapdienst; deze CPA slaagt daar slechts in door een financiële bijdrage van de gemeenten via de brandweerbegroting. 10Standpuntbepaling Op grond van de overwegingen, die in dit hoofdstuk beschreven zijn, dient de bezetting van de meldkamers van de kleinere CPA-gebieden in kwalitatief en kwantitatief opzicht op peil gebracht te worden, zodat de meldkamers toegerust zijn voor hun taak op het terrein van de ambulancezorg en geneeskundige hulpverlening bij rampen en zware ongevallen. Tenzij de betrokken gemeenten bereid zijn uit eigen financiële middelen bij te dragen, kan dit onder de huidige financieringsstructuur alleen gerealiseerd worden door vergroting van CPA-gebieden. Bijkomend gevolg zal zijn, dat door het verruimen van de regiogrenzen de parate ambulances efficiënter ingezet kunnen worden. Onze opvatting wordt gedeeld door de Inspectie en de zorgverzekeraars. Zij hebben reeds lange tijd blijk gegeven van hun opvatting, dat met uitzondering van Amsterdam en Omstreken de CPA-regio's te klein van omvang zijn voor het doel waarvoor de CPA's zijn ingesteld. 10.1De drie noordelijke CPA-regio's Over het samengaan van de CPA-regio's Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland wordt reeds vanaf de inwerkingtreding van de WAV gesproken. Tot voor kort konden de 3 regio's niet tot overeenstemming komen. Provinciale staten zagen er om deze reden in 1989 van af om de door hen gewenste samenvoeging op te leggen. Inmiddels hebben de besturen van de CPA's, de besturen van de regionale brandweren en het regionaal college van de politie Noord-Holland-Noord een beginselakkoord bereikt. Afgesproken is dat een gemeenschappelijke meldkamer zal worden ingericht in de nieuwe brandweerkazerne in Alkmaar-Noord. Er wordt momenteel een plan uitgewerkt om te komen tot een meldkamer, die aan de huidige kwaliteitseisen voldoet en die gebaseerd is op het principe van co-lokatie met de politiemeldkamer en vèrgaande samenwerking van CPA- en brandweermeldkamer. De huidige 3 brandweer/cpa-meldkamers en de politiemeldkamer zullen worden opgeheven. Een in opdracht van ons uitgevoerd onderzoek, dat in juni 1997 is gereedgekomen, wijst uit dat de samenvoeging kan leiden tot het vereiste kwaliteitsniveau en in financieel en technisch opzicht haalbaar en verantwoord is. De verwachting is, dat de betrokken gemeenten op termijn gezien geen financieel nadeel ondervinden van de samenvoeging, waarbij er van uit wordt gegaan, dat een deel van de kosten kan worden vergoed op grond van de planschaderegeling voor ambulancezorg en door een bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor het aandeel van de brandweer. De samenvoeging zal er toe leiden, dat de CPA-regio samenvalt met de WZV- en politieregio en de 3 brandweer- en WGHR-regio's overlapt. Deze opzet past geheel binnen het beleid, dat het kabinet in zijn jongste nota heeft neergelegd. Ook de zorgverzekeraar en de Inspectie zijn groot voorstander van samenvoeging. Wij stellen u voor om de verordening in die zin te wijzigen dat de gemeenten, die deel uit maken van de huidige CPA-regio's Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland, aangewezen worden om met ingang van 1 maart 1998 gezamenlijk het CPA-gebied Noord-Holland-Noord te vormen. Wij gaan ervan uit, dat rond die datum de gemeenschappelijke meldkamer kan gaan functioneren. Mocht echter de realisering van de gemeenschappelijke meldkamer enkele maanden later plaats vinden dan de bestuurlijke inrichting van de CPA Noord-Holland-Noord, dan is er vanaf 1 maart 1998 in ieder geval eenheid van bestuur, leiding en verantwoordelijkheid voor de meldkamerwerkzaamheden voor de ambulancezorg voor het gehele gebied. 10.2CPA-regio Kennemerland 5

6 Het bestuur van de CPA Kennemerland heeft ons bij brief van 28 mei 1996 meegedeeld, dat de (financiële) situatie van de CPA het niet mogelijk maakt de meldkamer optimaal bezet te houden. Met ingang van 15 juni 1996 is een contract afgesloten met de meldkamer van de CPA Amsterdam en Omstreken om voor een periode van 3 jaar de werkzaamheden in de nacht en in de avonduren na uur te laten verrichten vanuit laatstgenoemde meldkamer. De besturen van de CPA Kennemerland en van de CPA Amsterdam en Omstreken hebben ons desgevraagd geïnformeerd over de gang van zaken tot medio april De Inspecteur voor de Gezondheidszorg heeft op ons verzoek haar visie gegeven, nadat ons berichten bereikten over de moeite die beide meldkamers ondervonden om voor een voldoende personele bezetting te zorgen. Uit de 3 ontvangen brieven maken wij op, dat er door een aantal tijdelijke maatregelen inmiddels een situatie is ontstaan, die onze zorgen niet wegneemt, maar die - voor zover wij kunnen beoordelen - toelaat dat wij wachten op de aangekondigde voorstellen voor een definitieve oplossing. Wij gaan er daarbij van uit, dat de beide CPA's zelf de nodige maatregelen nemen om de bezetting en de apparatuur ook in deze tijdelijke situatie op peil te houden. Structurele oplossingen kunnen echter niet te lang op zich laten wachten. Het bestuur van de CPA Kennemerland en het bestuur van de Regionale Brandweer Midden- en Zuid- Kennemerland hebben in 1996 het initiatief genomen een stuurgroep in te stellen, die uiterlijk medio 1997 aan beide besturen moet rapporteren over de meest wenselijke structurele oplossing van de problematiek. Het resultaat van het onderzoek van de stuurgroep zullen wij betrekken bij onze toekomstige besluitvorming. Dat zullen wij eveneens doen met de ervaringen die zijn opgedaan met de tijdelijke oplossing. 10.3CPA-regio Het Gooi De omvang van de CPA-regio is krap. Het bestuur van het Gewest Gooi en Vechtstreek heeft in 1989 samen met de Regionale Brandweer Organisatie een gecombineerde meldkamer opgericht. Er is gekozen voor een opzet, waarbij 7 x 24 uur een verpleegkundige aanwezig is op de meldkamer, zij het een deel van de nacht als slaapdienst. Deze opzet is financieel mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het budget voor de brandweer, omdat deze combinatie voor de brandweer een besparing oplevert. Wij hebben het bestuur van de CPA in november 1996 gevraagd ons te informeren over de opgedane ervaringen met de organisatie van de meldkamer en over de toekomstverwachtingen. De Inspectie heeft in februari 1997 een bezoek gebracht aan de CPA. Zij heeft een aantal tekortkomingen geconstateerd in de organisatie van het CPA-gedeelte van de meldkamer. Het bestuur gaat in zijn brief van 7 mei 1997 in op het functioneren van de meldkamer. Mede naar aanleiding van de opmerkingen van de Inspectie meldt het bestuur dat er enkele noodzakelijke verbeteringen worden aangebracht. In zijn algemeenheid stelt het bestuur zich op het standpunt, dat de aanwezige uitgangssituatie een goede basis biedt voor goed functioneren, ook op langere termijn. Wij zijn - onder verwijzing naar hetgeen wij in paragraaf 3 hebben opgemerkt - van mening, dat permanent een kwalitatief en kwantitatief goede en goed geoefende bezetting van de meldkamer noodzakelijk is om de belangrijke spilfunctie onder alle omstandigheden te kunnen uitoefenen. Het bestuur verdient waardering, dat het naar aanleiding van het Inspectiebezoek verbeteringen gaat aanbrengen in de organisatie van de meldkamer. Wij zijn er echter niet gerust op, dat ook na de aangekondigde verbeteringen de gekozen opzet voor de meldkamer voldoende voorwaarden en waarborgen biedt voor slagvaardig en goed functioneren. De gekozen opzet heeft immers niet kunnen verhinderen, dat de geconstateerde gebreken konden ontstaan. Wij zullen de Inspectie vragen ons in het najaar te informeren over haar visie op het functioneren van de CPA. Tevens zullen wij het bestuur van de CPA verzoeken ons kort daarop met inachtneming van de visie van de Inspectie te informeren over zijn zienswijze over de voortgang van de invoering van de verbeteringen en over de effecten daarvan voor het functioneren van de meldkamer. Beide visies zullen wij betrekken bij onze oordeelsvorming in het kader van de provinciale taak op het terrein van de CPA-gebiedsindeling. 10.4CPA-regio Amsterdam en Omstreken De CPA Amsterdam en Omstreken geeft ons geen aanleiding tot het innemen van een ander standpunt dan in 1987 is gebeurd bij het besluit om het huidige grondgebied aan te wijzen als één CPA-regio. 6

7 11Toekomstige aanpassing van de regelgeving De reeds enkele malen genoemde kabinetsnota Met zorg verbonden is op 3 juni 1997 aangeboden aan de Tweede Kamer. Er worden hierin enkele wijzigingen van het rijksbeleid en van de financieringsstructuur in het vooruitzicht gesteld. Voornemens tot wijziging van de WAV bevat de nota echter niet. De parlementaire behandeling zal naar verwachting dit najaar aanvangen. Het kabinetsstandpunt geeft geen aanleiding om ons beleid op dit moment aan te passen. Wanneer de Tweede Kamer akkoord gaat en wanneer duidelijk is geworden op welke wijze het kabinet uitvoering zal geven aan de beleidsuitspraken en -voornemens, zullen wij - zoals reeds in aangekondigd in onze recent vastgestelde nota Ambulancezorg in Noord-Holland in een voortgangsnotitie aangeven, of en zo ja, welke gevolgen hieraan verbonden zijn voor ons beleid op het terrein van CPAgebiedsindeling, ambulancezorg en rampenbestrijding. Naar verwachting kunnen wij deze notitie in het najaar van 1998 uitbrengen. 12Slot Samenvattend stellen wij u voor om de verordening volgens bijgaand ontwerp-besluit in die zin te wijzigen dat de gemeenten, die deel uit maken van de huidige CPA-regio's Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland, aangewezen worden om met ingang van 1 maart 1998 gezamenlijk het CPA-gebied Noord- Holland-Noord te vormen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, F.G. van Diepen-Oost, voorzitter. C.J.N. Versteden, griffier. 7

8 ONTWERPBESLUIT Nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; gezien de voordracht van gedeputeerde staten betreffende de gebiedsindeling van centrale posten ambulancevervoer voor Noord-Holland; overwegende, -dat het ter verhoging van de kwaliteit en de doelmatigheid van de centrale posten voor ambulancevervoer gewenst is dat een herziening van de verordening tot vaststelling van gebieden waarvoor centrale posten voor het ambulancevervoer functioneren d.d. 4 februari 1974, nr. 9, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 december 1987, nr. 96, wordt vastgesteld; -dat het voorstel vanaf 3 december 1996 tot en met 27 januari 1997 voor commentaar aan belanghebbenden, waaronder de gemeentebesturen, de besturen van de centrale posten, de vergunninghouders voor ambulancezorg en de zorgverzekeraars, is voorgelegd; -dat op grond van artikel 4, derde lid, van de Wet ambulancevervoer de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor Noord-Holland bij brief van 28 november 1996 is verzocht haar zienswijze te geven op het voorstel; -dat tegen het voorstel geen bezwaren zijn aangevoerd en dat in overleg met de betrokken portefeuillehouders van de centrale posten de datum van wijziging van de gebiedsindeling is bepaald op 1 maart 1998; -dat de Statencommissie Zorg in zijn vergadering van 18 juni 1997 positief heeft geadviseerd; gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet ambulancevervoer; besluiten: Artikel 1 van de Verordening tot vaststelling van gebieden waarvoor centrale posten ambulancevervoer functioneren, welke is vastgesteld bij hun besluit van 4 februari 1974 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 december 1987, nr. 96), met ingang van 1 maart 1998 te wijzigen en vast te stellen als volgt: Artikel 1. De provincie Noord-Holland wordt, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart, verdeeld in de navolgende gebieden, waarvoor een centrale post voor het ambulancevervoer werkzaam zal zijn: 1Noord-Holland-Noord: omvattende de gemeenten Akersloot, Alkmaar, Andijk, Anna Paulowna, Bergen, Drechterland, Egmond, Enkhuizen, Graft-De Rijp, Harenkarspel, Heerhugowaard, Heiloo, Den Helder, Hoorn, Langedijk, Limmen, Medemblik, Niedorp, Noorder Koggenland, Obdam, Opmeer, Schagen, Schermer, Schoorl, Stede Broec, Texel, Venhuizen, Wervershoof, Wester Koggenland, Wieringen, Wieringermeer, Wognum en Zijpe; 2Kennemerland: omvattende de gemeenten Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort; 3Amsterdam en Omstreken: omvattende de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang; 8

9 4Het Gooi: omvattende de gemeenten Blaricum, Bussum, 's-graveland, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Nederhorst den Berg en Weesp. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd,, voorzitter., griffier. Titel:Vd 42: Gebiedsind. centr. posten ambulancevervoer D atum: Nummer :42 Documenttype:Voordracht 9