De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers: kenmerken, zorggebruik en uitstroom van personen in behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers: kenmerken, zorggebruik en uitstroom van personen in behandeling"

Transcriptie

1 Vakgroep Orthopedagogiek De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers: kenmerken, zorggebruik en uitstroom van personen in behandeling Wouter Vanderplasschen Kathy Colpaert Kurt Lievens Eric Broekaert In opdracht van: Provinciaal Platform Middelenmisbruik PopovGGZ

2 Redactiesecretariaat: Liesbet Bockaert OOBC Guislainstraat 47, 9000 Gent 09 / Orthopedagogische Reeks Gent, Nummer 15, 2003 ISSN: D/2003/6585/15 v.z.w. Consultatie- en Begeleidingsdiensten en Orthopedagogisch Observatie- en Behandelingscentrum, J. Guislainstraat 47, 9000 Gent Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek, H. Dunantlaan 2, 9000 Gent Lay-out: Kurt Lievens, PopovGGZ Omslagontwerp: Dot Plus 09 / Druk: Nevelland 09 / Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de auteur en uitgever. No part of this book may be reproduced in any other form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Een uitgave van: Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek, H. Dunantlaan 2, 9000 Gent 09/ / ortserve.ugent.be Wouter.Vanderplasschen@UGent.be Provincie Oost-Vlaanderen, Provinciaal Platform Middelenmisbruik, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent 09/ / Bert.Mostien@oost-vlaanderen.be PopovGGZ, Oude Abdij, Drongenplein 26, 9031 Drongen 09/ / info@popovggz.be

3 - Inhoud Woord vooraf 1 Inleiding 3 1. Beschrijving van de onderzoeksmethodologie 1.1. Inleiding Participerende voorzieningen Proefgroep Procedure Instrumenten Data-analyse Kenmerken van personen die een vraag naar behandeling stellen 2.1. Inleiding Methodologie Resultaten Discussie Behandelingsverleden en zorggebruik van personen die een vraag stellen naar behandeling 3.1. Inleiding Methodologie Resultaten Discussie Draaideurcliënten in de Oost-Vlaamse drughulpverlening 4.1. Inleiding Methodologie Resultaten Discussie 64

4 5. Man-vrouwverschillen bij personen in behandeling voor drugproblemen 5.1. Inleiding Methodologie Resultaten Discussie Verschillen tussen justitieel en niet-justitieel verwezen cliënten 6.1. Inleiding Methodologie Resultaten Discussie 84 Besluit en aanbevelingen 1. Samenvatting Aanbevelingen 92 Bijlage 1: registratieformulieren Bijlage 2: overzicht van een aantal gegevens over personen in behandeling voor alcohol- en/of drugproblemen, verzameld via registratiesystemen in België

5 - Woord vooraf - Woord vooraf In het kader van het provinciale gezondheidsbeleid wordt sinds 1996 in Oost-Vlaanderen een coördinatiestructuur uitgebouwd voor de aanpak van het middelenmisbruik. Deze structuur moet een antwoord bieden op de reële nood aan overleg, afstemming en samenwerking binnen de sectoren "preventie" en "hulpverlening". De provinciale coördinatie van de drughulpverlening (Ovidius) is van in het begin in nauwe en constructieve samenwerking verlopen tussen het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg (PopovGGZ) en de Provincie Oost-Vlaanderen. Het streven naar meer afstemming en samenwerking is een zoektocht geworden naar geschikte instrumenten en methodieken. Er wordt vooral gewerkt rond case management (zie onder meer de publicatie "Implementatie van een methodiek van case management in de drughulpverlening") en de uitbouw van een zorgcircuit. In de "Conceptnota organisatiemodel zorgcircuit middelenmisbruik" (Vanderplasschen et al., 2001b) werd in nauw overleg met alle sectoren uit het werkveld een visie ontwikkeld over hoe men binnen de provincie Oost-Vlaanderen op middellange termijn zou kunnen komen tot een zorgcircuit middelenmisbruik. Daarnaast startte begin 1999 het intake-overleg (werkgroep van Ovidius). Dit intake-overleg had niet alleen de bedoeling de diverse intakeprocedures te verduidelijken, maar ook om de aard en omvang van de aangemelde drugproblematiek in kaart te brengen. Onder auspiciën van de Vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent werden in 1999 en 2000 gedurende twee periodes van 8 maanden systematisch alle aanmeldingen en intakes geregistreerd in de drughulpverlening in groot-gent, Lokeren en Aalst. Op 15 juni 2001 verscheen het rapport met de resultaten van deze registratie (Vanderplasschen et al., 2001a). Op basis van de bevindingen uit dat rapport, werd eind 2001 gestart met een nieuw registratieonderzoek, met de bedoeling de resultaten van beide vorige registratieperiodes te verbreden en verder uit te diepen. Niet alleen het aantal deelnemende voorzieningen (n=18) groeide, er kwam tevens meer aandacht voor het behandelingsverleden van de cliënten en de weg die ze afleggen vanaf de intake tot het ontslag. Deze derde registratieperiode liep van 3 december 2001 tot 31 mei 2002, aangevuld met 6 maanden uitstroomregistratie tot 30 november De wetenschappelijke verwerking van de onderzoeksgegevens vindt u in dit rapport. Ik zou een bijzonder woord van appreciatie willen uitspreken tot alle bij het onderzoek betrokken medewerkers van volgende voorzieningen, die door hun vrijwillige inzet substantieel hebben bijgedragen tot dit resultaat: Ambulant Centrum De Kiem, Gent Crisisinterventiecentrum De Sleutel, Wondelgem Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Drie Stromen, vestigingsplaats Lokeren Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Regio Groot-Gent Eclips, vestigingsplaats CAT Curatiehuis, Gent Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-Oost-Vlaanderen, vestigingsplaats De Spiegel, Oudenaarde Dagcentrum De Sleutel, Gent Dienst Wetenschappelijk Onderzoek De Sleutel, Merelbeke Drugvrij Residentieel Programma De Kiem, Gent Moortsele Geestelijke Gezondheidszorg Waas en Dender, vestigingsplaats Delta, Sint-Niklaas Medisch-sociaal opvangcentrum voor druggebruikers, Gent 1

6 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - Medisch-sociaal opvangcentrum voor druggebruikers, Lokeren Ontwenningskliniek De Pelgrim, Scheldewindeke Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist (afdeling Vita), Zelzate Psychiatrisch Centrum Sleidinge (afdeling crisistoxicomanie), Sleidinge Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus (verslavingsunit), Sint-Denijs-Westrem Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma De Sleutel, Eeklo Stedelijk Onthaalcentrum voor Alcohol-, Medicatie- en Druggebruik, Traject, Aalst Therapeutische Gemeenschap De Sleutel, Merelbeke Therapeutische Gemeenschap De Sleutel, Sint-Kruis-Winkel Ook deze vierde publicatie spruit voort uit de constructieve samenwerking tussen de Vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent, het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg PopovGGZ en de Provincie Oost-Vlaanderen. Hiermee hebben we weer een stap in de goede richting gezet. Jean-Pierre Van Der Meiren Gedeputeerde voor Welzijn en Gezondheid, Provincie Oost-Vlaanderen Voorzitter van het Provinciaal Platform Middelenmisbruik 2

7 - Inleiding - Inleiding In 2001 verscheen de publicatie "De instroom in de Oost-Vlaamse drughulpverlening: registratie van aanmeldingen en intakes tussen februari 1999 en mei 2000" (Vanderplasschen et al., 2001a). Op basis van een registratie-onderzoek in 11 voorzieningen in de regio rond Gent werd daarin een overzicht gegeven van een aantal karakteristieken van personen die een vraag stellen naar behandeling omwille van drugproblemen. Hierbij werd onder meer aandacht besteed aan de uitval tussen de aanmelding en het effectief opstarten van een bepaalde behandeling en aan verschillen tussen (types) voorzieningen. Specifieke aandacht ging uit naar de kenmerken van personen die tijdens de tweede registratieperiode van 8 maanden verschillende keren een vraag stelden naar behandeling. Tevens werd getracht om een inschatting te maken van het aantal "draaideurcliënten": personen die tijdens die registratieperiode in 3 of meer voorzieningen een vraag naar behandeling stelden (Vanderplasschen et al., 2001a). Eén van de opvallendste vaststellingen in dit rapport was het relatief grote aantal vragen naar behandeling, in vergelijking met andere Belgische en Europese steden (Stauffacher, 1999; Van Dijck et al., 2000). De vele vragen naar behandeling binnen de Oost-Vlaamse drughulpverlening hebben als gevolg dat hulpverleners heel wat tijd investeren in intakegesprekken. In 15% van de gevallen leidt dergelijk intakegesprek echter niet tot het opstarten van een behandeling. Bovendien blijkt dat een intakegesprek soms op vrij korte termijn herhaald wordt: bijna 20% van de cliënten had tijdens de registratieperiode meer dan één intakegesprek en 15% werd in meer dan één voorziening geregistreerd. Op basis van onze schatting en operationele definitie kon evenwel slechts 4% van alle geregistreerde personen als "draaideurcliënt" omschreven worden (Vanderplasschen et al., 2001a). Hoewel dit onderzoek heel wat interessante informatie opleverde over een aantal kenmerken van personen in behandeling en de manier waarop zij gebruik maken van het hulpverleningsaanbod, waren aan deze studie ook een aantal beperkingen verbonden (Vanderplasschen et al., 2001a). Bovendien riep deze studie heel wat nieuwe vragen op, zoals: welke soort behandeling wordt opgestart na de intakeprocedure, stromen cliënten daarna door naar een andere voorziening, hoelang blijven deze cliënten in behandeling, op welke manier wordt de behandeling afgerond, enz? Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden werd een aangepast onderzoeksopzet uitgewerkt, waarvan u de resultaten vindt in deze publicatie. Vergelijkbaar cijfermateriaal over personen in behandeling omwille van alcohol- of drugproblemen is in ons land nog steeds schaars (De Donder, 2002; Vanderplasschen et al., 2002; Sleiman & Sartor, 2002). Nochtans bestaan er verschillende registratiesystemen, waarmee informatie verzameld wordt over personen in behandeling. De meeste van deze systemen beperken zich echter tot een bepaalde werkvorm (bv. DARTS voor de gespecialiseerde centra met een RIZIV-conventie (Thienpont, 2003)), regio of gemeenschap (bv. ADDIBRU voor Brussel (ODB-CTB, 2000); VRM voor Vlaanderen (Vandenbussche, 2001)) of organisatie (bv. De Sleutel (Raes & Lombaert, 2003)). Methodologische verschillen laten niet toe om de data uit deze verschillende systemen te combineren en te interpreteren op landelijk niveau (Colpaert & De Clercq, in voorbereiding). Indien rekening gehouden wordt met de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende registratiesystemen, kan evenwel heel wat interessante informatie uit deze onderzoeken gehaald worden. Waar mogelijk zullen onze bevindingen dan ook vergeleken worden met dit cijfermateriaal. 3

8 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - Voorliggend registratie-onderzoek beperkt zich tot één provincie. Het is evenwel vrij uniek dat nagenoeg alle zorgeenheden met een specifiek hulpverleningsaanbod voor personen met drugproblemen hieraan participeerden. Gezien de verscheidenheid van het zorgaanbod in de provincie Oost-Vlaanderen, kunnen de resultaten van dit onderzoek als indicatief beschouwd worden voor de situatie in andere provincies. Dit neemt niet weg dat een omvattend en gemeenschappelijk landelijk registratiesysteem, zoals dit in andere landen al lange tijd bestaat (Ouwehand & Van Alem, 1999; EWDD, 2002; Nationale Drugmonitor, 2002; Simpson et al., 2002; Friedmann et al., 2003), wenselijk en noodzakelijk is. De federale drugnota van januari 2001 benadrukte de nood aan een uniforme, landelijke registratie binnen de verschillende vormen van drughulpverlening (Federale Regering, 2001), maar tot op heden blijkt op dit vlak weinig veranderd. Tussen december 2001 en mei 2002 werden alle personen die op dat ogenblik in behandeling waren of tijdens die periode een vraag naar behandeling stelden in één van de deelnemende voorzieningen systematisch geregistreerd. Tot en met november 2002 werd ook de afloop van deze behandelingen geregistreerd. In alle participerende diensten werd gebruik gemaakt van dezelfde registratieformulieren (zie Bijlage 1). Er werden wel aparte handleidingen opgesteld voor ambulante en residentiële centra. De resultaten van dit onderzoek werden gebundeld in voorliggende publicatie en geven een representatief en betrouwbaar beeld van de karakteristieken en het zorggebruik van personen die een vraag stellen naar behandeling of die in behandeling zijn in de Oost-Vlaamse drughulpverlening. Toch dient rekening gehouden te worden met een aantal beperkingen. Vooreerst waren een aantal diensten die vrij frequent in contact komen met druggebruikers niet bij het onderzoek betrokken, zoals huisartsen, spoedafdelingen van algemene ziekenhuizen en sociale werkplaatsen. Deze diensten werden niet betrokken omdat zij zich niet specifiek richten tot gebruikers van illegale drugs en/of omdat deze doelgroep niet omwille van drug- maar wel omwille van andere problemen (bv. lichamelijke gezondheid, tewerkstelling) met deze instanties in contact komt. De hier besproken onderzoeksresultaten worden dus in belangrijke mate bepaald door het aantal en de aard van de betrokken voorzieningen. Deze beperking is evenwel eigen aan registratie-onderzoek (Donmall, 1999; Stauffacher & Kokkevi, 1999). Ten tweede is het niet bekend hoeveel procent van alle druggebruikers een beroep doet op de (gespecialiseerde) drughulpverlening. Sommige (Amerikaanse) auteurs schatten dat slechts een minderheid van de problematische druggebruikers in contact komt met de hulpverlening (Tucker, 1999). In Nederland daarentegen wordt geschat dat ongeveer 80% van alle problematische druggebruikers door de hulpverlening bereikt wordt, wat enerzijds samenhangt met de laagdrempeligheid van bepaalde initiatieven en anderzijds met de "dwang en drang"-aanpak van overlastveroorzakende druggebruikers (Van den Brink, 2002). In België ontbreekt dergelijke informatie nagenoeg volledig (De Donder, 2002). Op basis van cijfers uit 1996 neemt men aan dat ongeveer een derde van alle intraveneuze druggebruikers een substitutiebehandeling volgt (EWDD, 2001). Verder weet men enkel dat tussen 1980 en verschillende cliënten minstens één keer een behandeling hebben gevolgd in een revalidatiecentrum voor verslaafden (dagcentrum, therapeutische gemeenschap, crisisinterventiecentrum, medisch-sociaal opvangcentrum), maar dit zegt verder niets over het bereik van deze centra (INAMI, 2001). Ten derde beperkt het onderzoek zich om pragmatische redenen tot personen met problemen als gevolg van het gebruik van illegale drugs. Het gebruik van verschillende soorten drugs ("polidruggebruik") is echter eerder regel dan uitzondering (Yates, 1999). Bij een aanzienlijk aantal geregistreerde personen is er, naast problemen met illegale middelen, dan ook sprake van 4

9 - Inleiding - gebruik en afhankelijkheid van legale drugs (bv. alcohol, medicatie). Om in aanmerking te komen voor registratie tijdens dit onderzoek moest evenwel sprake zijn van gebruik of afhankelijkheid van minstens één illegale drug. Tenslotte moet dit onderzoek gesitueerd worden tegen de achtergrond van een aantal nieuwe tendensen in de drughulpverlening (Kinnunen & Nilson, 1999) en een evoluerend Belgisch drugbeleid (Federale regering, 2001). Dit kan de manier waarop personen gebruik maken van het hulpverleningsaanbod beïnvloeden. Zo heeft de toenemende beschikbaarheid van substitutiebehandelingen ervoor gezorgd dat het totaal aantal personen in behandeling aanzienlijk is toegenomen (INAMI, 2001; EWDD, 2002). Tevens kan de oprichting van crisiseenheden voor middelenafhankelijke personen in een aantal algemene ziekenhuizen in verschillende grote steden ertoe leiden dat meer druggebruikers in contact komen met de hulpverlening. Daarnaast werd getracht om met dit onderzoek in te spelen op een aantal actuele evoluties, zoals circuitvorming binnen de drughulpverlening (Vanderplasschen et al., 2001b; 2003). We doen dit door na te gaan welke modules vooral gevolgd worden door de geregistreerde druggebruikers en door de resultaten te interpreteren vanuit de idee van het uitbouwen van een netwerk van zorgeenheden. In tegenstelling tot de vorige publicatie, die voornamelijk bestond uit een bespreking van de verschillende onderzochte variabelen, worden in dit document een aantal thema's uitgediept op basis van de onderzoeksgegevens. Aldus proberen we een aantal actuele onderwerpen te duiden, rekening houdend met de beschikbare literatuur. Deze thematische hoofdstukken worden voorafgegaan door een bespreking van de onderzoeksmethodologie en gevolgd door een aantal algemene conclusies en bedenkingen met betrekking tot de onderzoeksresultaten. - In het eerste hoofdstuk wordt de onderzoeksmethodologie besproken. Hierbij wordt ingegaan op de proefgroep (betrokken voorzieningen en cliënten), de gevolgde procedure, de gehanteerde instrumenten en data-analyse. - Het tweede hoofdstuk belicht de voornaamste karakteristieken van de onderzochte populatie, zoals een aantal sociodemografische indicatoren en gegevens over het alcohol- en druggebruik van deze groep. - Het zorggebruik van de geregistreerde druggebruikers komt aan bod in het derde hoofdstuk en betreft onder meer het hulpverleningsverleden, het zorggebruik tijdens de registratieperiode en de duur en afloop van de behandeling. - In het vierde hoofdstuk wordt specifiek ingegaan op de voornaamste kenmerken van cliënten die intensief en frequent gebruik maken van de hulpverlening (de zogenaamde "draaideurcliënten"). - In het vijfde hoofdstuk wordt nagegaan of er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen op het vlak van zorggebruik en een aantal cliëntkarakteristieken. - Het zesde hoofdstuk focust op verschillen tussen personen die verwezen werden door politie of justitie en niet-justitieel verwezen cliënten. Afsluitend wordt kritisch teruggeblikt op de onderzoeksresultaten, rekening houdend met de beschikbare literatuur, feedback van betrokken hulpverleners en recente evoluties in de drughulpverlening. Dit leidt tot een aantal aanbevelingen in functie van het verbeteren van de praktijk en het onderzoek. 5

10 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - Voor een goed begrip van dit rapport is het tenslotte belangrijk even stil te staan bij de door ons gehanteerde terminologie. Een meer uitgebreide motivering van deze keuzes is terug te vinden in het eerste onderzoeksrapport (Vanderplasschen et al., 2001a). Vooreerst kiezen we ervoor bij gebrek aan een goede Nederlandse vertaling om "treatment" in deze publicatie te vertalen als "behandeling". "Vraag naar behandeling" is afgeleid van het Engelstalige "drug treatment demand", en verwijst naar intakegesprekken in functie van het opstarten van een behandeling. Verder hebben we het over "personen in behandeling" en "personen die een vraag stellen naar behandeling omwille van drugproblemen". Bij de bespreking van de onderzoeksresultaten worden beide groepen ook aangeduid als "cliënten". De termen "voorziening", "dienst" en "centrum" worden gebruikt om de bij de registratie betrokken organisaties aan te duiden, terwijl "afdeling" en "zorgeenheid" verwijzen naar de kleinste organisatorische eenheden binnen deze organisaties. "Drugs" en "middelen" refereren naar alle stoffen die het bewustzijn beïnvloeden en om die reden ook gebruikt worden. Gezien de focus van dit rapport, worden met "drugs" vooral illegale drugs bedoeld. Specifieke middelen worden expliciet benoemd (bv. alcohol, cannabis, opiaten). Met de term "drughulpverlening" wordt het geheel van participerende voorzieningen en zorgeenheden aangeduid. Soms wordt het onderscheid gemaakt tussen categoriale en gespecialiseerde drughulpverlening. Met "categoriale drughulpverlening" wordt het geheel aan initiatieven bedoeld die een specifiek hulpverleningsaanbod hebben voor druggebruikers, zoals psychiatrische ziekenhuizen, centra geestelijke gezondheidszorg, enz. Met "gespecialiseerde drughulpverlening" wordt verwezen naar initiatieven die zich uitsluitend richten tot druggebruikers, zoals crisisinterventiecentra en medisch-sociale opvangcentra. Tenslotte willen we nog aangeven dat, om de leesbaarheid van de tekst te bevorderen, gebruik gemaakt wordt van de mannelijke vorm wanneer verwezen wordt naar personen. Waar de mannelijke vorm gebruikt wordt, kan deze dus ook steeds vervangen worden door de vrouwelijke variant. Referenties Colpaert, K. & De Clercq, T. (in voorbereiding). Implementing the "Treatment Demand Indicator" in Belgium: registration of drug users in treatment. Brussels: Scientific Institute for Public Health. De Donder, E. (2002). Alcohol, illegale drugs & medicatie: recente ontwikkelingen in Vlaanderen Leuven: Acco. Donmall, M. (1999). UK monitoring of problem drug users: the Drug Misuse Database a system based on regional centres. European Addiction Research, 5(4), Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD) (2001). Jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek in de Europese Unie Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD) (2002). Jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek in de Europese Unie Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Federale regering (2001). Beleidsnota van de federale regering in verband met de drugproblematiek (nietgepubliceerde beleidsnota). Brussel: Federale regering. 6

11 - Inleiding - Friedmann P., Lemon, S., Anderson, B. & Stein, M. (2003). Predictors of follow-up health status in the Drug Abuse Treatment Ouctome Study (DATOS). Drug and Alcohol Dependence, 69(3), Institut National d'assurance Maladie-Invalidité (INAMI). (2001). La rééducation fonctionelle des toxicomanes de 1980 à Bruxelles: INAMI. Kinnunen, A. & Nilson, M. (1999). Recent trends in drug treatment in Europe. European Addiction Research, 5(3), Nationale Drugmonitor (2002). Nationale Drugmonitor. Jaarbericht Utrecht: Bureau NDM. Ouwehand, A. & van Alem, V. (1999). The Dutch national alcohol and drugs database: progress in monitoring, monitoring in progress. European Addiction Research, 5(4), Overleg Druggebruik Brussel - Concertation Toxicomanies Bruxelles (CTB-ODB). (2000). Epidemiologische gegevens systematisch inzamelen. Brussel: CTB-ODB. Raes, V. & Lombaert, G. (2003). Jaarverslag De Sleutel Een evaluatie volgens EFQM. (niet gepubliceerd jaarverslag). Merelbeke: De Sleutel. Simpson, D., Joe, G. & Broome, K. (2002). A national 5-year follow-up of treatment outcomes for cocaine dependence. Archives of General Psychiatry, 59(6), Sleiman, S. & Sartor, F. (2002). Belgian National Report on Drugs Brussel: Scientific Institute of Public Health, Epidemiology Unit Belgian Information Reitox Network (BIRN). Stauffacher, M. (Ed.) (1999). Pompidou Group Project on Treatment Demand: final report. Treated drug users in 23 European cities, Data 1997, Trends Strasbourg: Council of Europe, Co-operation Group to combat drug abuse and illicit trafficking in drugs (Pompidou Group). Stauffacher, M. & Kokkevi, A. (1999). The Pompidou Group Treatment Demand Protocol: the first pan-european standard in the field. European Addiction Research, 5(4), Thienpont, J. (2003). Vlaams informatiesysteem VVBV. Codeboek DARTS. Update Gent: Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra Verslaafdenzorg (VVBV). Tucker, J.A. (1999). Reformulating the addictive behavior change process: changing addictive behavior, historical and contemporary perspectives. In: Tucker, J.A., Donovan, D. & Marlatt, A. (Eds.). Changing addictive behavior: Bridging clinical and public health strategies. New York: The Guilford Press, Vandenbussche, E. (2001). Vlaamse Registratie Middelenmisbruik (VRM): registratiegegevens Brussel: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD). Van den Brink, W. (2002). Addiction treatment, addiction research, paradigms between day to day work and visions (Symposium devoted to the lifetime contributions of Professor Dr. Ambros Uchtenhagen, 6 September 2002). Zurich: Institut for Suchtforschung. Vanderplasschen, W., De Bourdeaudhuij, I. & Van Oost, P. (2002). Co-ordination and continuity of care in substance abuse treatment: an evaluation-study in Belgium. European Addiction Research, 8, Vanderplasschen, W., Lievens, K. & Broekaert, E. (2001a). De instroom in de Oost-Vlaamse drughulpverlening: registratie van aanmeldingen en intakes tussen februari 1999 en mei 2000 (Orthopedagogische Reeks Gent Nummer 14). Gent: vzw OOBC. Vanderplasschen, W., Lievens, K., Van Bouchaute, J., Mostien, B., Claeys, P. & Broekaert, E. (2003). Zorgcoördinatie in de verslavingszorg: de stapsgewijze uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik. Tijdschrift voor Geneeskunde (aanvaard voor publicatie, ). Vanderplasschen, W., Mostien, B., Claeys, P., Raes, V. & Van Bouchaute, J. (2001b). Conceptnota Organisatiemodel Zorgcircuit Middelenmisbruik (Orthopedagogische Reeks Gent Nummer 13). Gent: vzw OOBC. 7

12 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - Van Dijck, A., Bruggeman, B., Demey, R., Todts, S., & Van Hal, G. (2000). Inventarisatie van publiek beschikbare gegevens m.b.t. de gespecialiseerde drughulpverlening in Antwerpen ( ) (ESOC publicatie nr. 34). Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Vakgroep Epidemiologie en Sociale Geneeskunde. Yates, R. (1999). Multi-drug use: a new problem or the recognition of how it always was?. In: Broekaert, E., Vanderplasschen, W. & Soyez, V. (Eds.). Proceedings of the International Symposium on Substance Abuse Treatment and Special Target Groups. Gent: Ghent University, Department of Orthopedagogics,

13 - Beschrijving van de onderzoeksmethodologie - 1. Beschrijving van de onderzoeksmethodologie Kathy Colpaert Kurt Lievens Wouter Vanderplasschen 1.1. Inleiding Naast bevolkingsonderzoek (bv. surveys onder scholieren, gedetineerden), officiële statistieken (bv. inbeslagnames door politie, productie en consumptie van alcohol en medicatie) en etnografisch onderzoek (vooral gericht op de belevingswereld van de betrokken doelgroep), vormt registratie-onderzoek één van de voornaamste methoden om een inschatting te maken van de prevalentie van alcohol- en drugproblemen (De Donder, 2000). Dit soort onderzoek biedt directe informatie over de organisatie en werkwijze van de behandelende voorzieningen en geeft onrechtstreeks een beeld van (de evolutie van) het problematisch druggebruik (Stauffacher & Kokkevi, 1999; EWDD, 2002). De keuze voor registratie-onderzoek vloeit voort uit de bevindingen van het vorig onderzoek naar de instroom in de drughulpverlening en uit het feit dat deze methode, ondanks haar beperkingen, toelaat onze onderzoeksvragen adequaat te beantwoorden (Vanderplasschen et al., 2001a). Registratie-onderzoek binnen de drughulpverlening heeft het voordeel dat gegevens over cliënten geregistreerd worden door hulpverleners. Zij hebben een nauw contact met cliënten, waardoor ze toegang hebben tot informatie van hoge kwaliteit. Bovendien zijn ze als specialisten binnen dit werkveld in staat om gegevens op te tekenen van hoge validiteit en betrouwbaarheid (Simon et al., 1999; EMCDDA, 2000). Dit soort onderzoek kan met relatief weinig middelen voor een langere periode opgezet worden, aangezien de gevraagde gegevens meestal reeds verzameld worden voor klinische doeleinden (Simon, 1997; EMCDDA, 2000). Anderzijds zijn er ook nadelen verbonden aan deze onderzoeksmethode. Vooreerst wordt registratie-onderzoek heel sterk bepaald door de manier waarop het hulpverleningsaanbod is georganiseerd en eventuele wijzigingen die zich in dit verband tijdens de loop van het onderzoek voordoen (Hartnoll, 1994). Tevens kan de betrouwbaarheid van de data in vraag gesteld worden. Cliënten kunnen bijvoorbeeld sociaal wenselijk antwoorden omwille van het taboe dat nog steeds rust op druggebruik en op de behandeling voor dergelijke problemen (Soldz et al., 2002). Bovendien blijkt het opvolgen van gestandaardiseerde richtlijnen door een vaak erg verscheiden en wisselende groep registrerende hulpverleners niet evident en kan na verloop van tijd registratiemoeheid optreden (Soldz et al., 2002; Vanderplasschen et al., 2001a). Ondanks de voornoemde nadelen worden registratiesystemen binnen de drughulpverlening meestal beschouwd als zeer waardevolle bronnen van informatie (Simon et al., 1999), wat uiteindelijk bepalend is geweest bij onze keuze voor dit soort onderzoek. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de verschillende participerende voorzieningen, de betrokken cliënten, de gevolgde procedure, de gebruikte instrumenten en de wijze van dataanalyse toegelicht. 9

14 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers Participerende voorzieningen Aan dit onderzoek participeerden nagenoeg alle voorzieningen (n=18) uit de provincie Oost- Vlaanderen, die zich specifiek richten op de begeleiding en behandeling van personen met problemen als gevolg van het gebruik van illegale drugs. Slechts twee voorzieningen namen niet aan het onderzoek deel: de eerste omdat ze bij de start van het onderzoek nog maar pas operationeel was, de tweede omdat ze op dat moment slechts in beperkte mate betrokken was bij het regionaal netwerk en zorgcircuit middelenmisbruik. De crisiseenheid voor personen met middelengerelateerde stoornissen van het Universitair Ziekenhuis Gent opende pas na afloop van de onderzoeksperiode (december 2002) haar deuren. TABEL 1.1: OVERZICHT VAN DE PARTICIPERENDE VOORZIENINGEN 1 gespecialiseerde centra niet-gespecialiseerde centra a m b u l a n t Ambulant Centrum De Kiem Gent (Ambulant Centrum De Kiem) Dagcentrum De Sleutel Gent (DC De Sleutel) Medisch-Sociaal Opvangcentrum voor druggebruikers Gent (MSOC Gent) Medisch-Sociaal Opvangcentrum voor druggebruikers Lokeren (MSOC Lokeren) Stedelijk Onthaalcentrum voor Alcohol-, Medicatie- en Druggebruik, Traject Aalst (Traject Aalst) Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Regio Groot Gent Eclips, Vestigingsplaats CAT Curatiehuis Gent (CAT Curatiehuis) Geestelijke Gezondheidszorg Waas en Dender, Vestigingsplaats Delta Sint-Niklaas (CGG Delta) Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Drie Stromen, Vestigingsplaats Lokeren (CGG Lokeren) Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-Oost- Vlaanderen, Vestigingsplaats De Spiegel Oudenaarde (CGG De Spiegel) r e s i d e n t i e e l Crisisinterventiecentrum De Sleutel Wondelgem (CIC De Sleutel) Drugvrij Residentieel Programma De Kiem Gent/Moortsele (DRP De Kiem) Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma De Sleutel Eeklo (RKJ De Sleutel) Therapeutische Gemeenschap De Sleutel Merelbeke (TGM De Sleutel) Therapeutische Gemeenschap De Sleutel Sint-Kruis-Winkel (TGS De Sleutel) Ontwenningskliniek De Pelgrim Scheldewindeke (De Pelgrim) Psychiatrisch Centrum Sleidinge (afdeling Crisistoxicomanie) Sleidinge (PC Sleidinge) Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist (afdeling Vita) Zelzate (PC Sint-Jan-Baptist) Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus (verslavingsunit) Sint-Denijs-Westrem (PZ Sint-Camillus) Een aantal van de deelnemende voorzieningen richten zich nagenoeg exclusief tot gebruikers van illegale drugs en worden om die reden in deze publicatie de "gespecialiseerde verslavingszorg" genoemd. De meeste van deze centra hebben een overeenkomst met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV): de zogenaamde revalidatiecentra voor verslaafden (INAMI, 2001). Het Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma van De Sleutel valt strikt genomen onder de bevoegdheid van het departement welzijn van de Vlaamse Gemeenschap, 1 Tussen haakjes vindt u de afkorting van de naam van deze centra zoals die verder in deze publicatie gebruikt zal worden. 10

15 - Beschrijving van de onderzoeksmethodologie - maar wordt omwille van zijn exclusieve gerichtheid op druggebruikende jongeren tot de gespecialiseerde verslavingszorg gerekend. Ook Traject Aalst, een stedelijk onthaalcentrum gericht op de preventie en behandeling van alcohol-, medicatie- en drugproblemen, wordt om die reden in deze groep ingedeeld. Verder waren een aantal centra uit de geestelijke gezondheidszorg betrokken, die naast een hulpverleningsaanbod voor andere psychische problemen ook voorzien in een aanbod voor druggebruikers. In Tabel 1.1 wordt een overzicht gegeven van de participerende voorzieningen, ingedeeld op basis van het onderscheid tussen "gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde" en "ambulante en residentiële" centra. In vergelijking met het eerste registratie-onderzoek naar de instroom in de Oost-Vlaamse drughulpverlening (Vanderplasschen et al., 2001a) vallen een aantal verschillen op. Een aantal voorzieningen namen voor het eerst deel: CGG De Spiegel, CGG Delta, MSOC Lokeren en het Ambulant Centrum De Kiem. Verder waren dit keer ook de therapeutische gemeenschappen en het Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma van De Sleutel bij het onderzoek betrokken. Laatstgenoemde centra namen niet deel aan de instroomregistratie omdat de instroom in deze afdelingen nagenoeg uitsluitend via het CIC De Sleutel verloopt. Doordat aanzienlijk meer voorzieningen aan het onderzoek participeerden, werd een grotere "coverage" verkregen, maar tegelijk werd het moeilijker de cijfergegevens te vergelijken met het eerste registratie-onderzoek. Bovendien maakt de afbakening tot centra met een specifiek aanbod voor druggebruikers dat onze onderzoeksresultaten niet veralgemeend kunnen worden naar centra uit het welzijnswerk of de algemene gezondheidszorg die ook met deze doelgroep in contact komen. Bij de bespreking van de onderzoeksresultaten zullen de betrokken voorzieningen niet ingedeeld worden op basis van de werkvorm, maar wel op basis van de aard en de duur van de interventie. De aldus onderscheiden types voorzieningen blijken significant van elkaar te verschillen met betrekking tot verscheidene onderzochte variabelen, waarmee wordt aangegeven dat ze een specifieke doelgroep bereiken. Deze indeling doet echter afbreuk aan de eigenheid van elke afzonderlijke voorziening, want ook binnen een bepaald type voorzieningen worden soms aanzienlijke verschillen opgemerkt en geeft de verzamelnaam slechts een globale indicatie van het hulpverleningsaanbod en het cliënteel van de betreffende voorziening. a. Ambulante centra voor psychosociale opvang Ambulant Centrum De Kiem; CAT Curatiehuis; CGG Delta; CGG De Spiegel; CGG Lokeren; DC De Sleutel; Traject Aalst Deze centra richten zich voornamelijk op de psychosociale begeleiding en behandeling van druggebruikers. Een begeleidingsgesprek vindt meestal plaats na afspraak en in de meeste gevallen betreft het een drugvrije behandeling. Maximum 1/3 van de geregistreerde cliënten volgt een substitutiebehandeling. b. Ambulante centra voor medisch-sociale opvang MSOC Gent; MSOC Lokeren Deze centra stellen zich laagdrempelig op en bieden naast psychosociale opvang ook medische begeleiding aan. In principe hoeft hiervoor geen afspraak gemaakt te worden. Bij meer dan de helft van de in deze centra geregistreerde cliënten wordt een substitutiebehandeling opgestart. 11

16 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - c. Residentiële centra voor kortdurende opvang CIC De Sleutel; PC Sleidinge Deze centra staan in voor kortdurende residentiële opvang van druggebruikers, voornamelijk in functie van crisisopvang, stabilisatie en ontwenning. De duur van een opname bedraagt meestal minder dan twee weken. d. Residentiële centra voor langdurige opvang De Pelgrim; DRP De Kiem; PC Sint-Jan-Baptist; PZ Sint-Camillus; RKJ De Sleutel; TGM De Sleutel; TGS De Sleutel In deze centra wordt individueel of in groep langdurige opvang van druggebruikers georganiseerd. De behandelingsduur bedraagt meestal meer dan drie maanden en de behandeling is meestal gericht op (drugvrije) reïntegratie in de samenleving Proefgroep De proefgroep voor deze studie bestond enerzijds uit een steekproef van druggebruikers die begin december 2001 een ambulante behandeling volgden en anderzijds uit alle personen die op datzelfde moment opgenomen waren in een residentiële voorziening of die een vraag naar behandeling stelden in één van de betrokken residentiële of ambulante voorzieningen. Meer specifiek betrof het alle personen die omwille van problemen met illegale drugs ofwel: - een behandeling volgden in één van de deelnemende ambulante centra én op deze centra een beroep deden tijdens de week van 3 tot 9 december 2001; - op 3 december 2001 opgenomen waren in één van de participerende residentiële voorzieningen; - tussen 3 december 2001 en 31 mei 2002 op intakegesprek 2 zijn geweest in één van deze ambulante of residentiële voorzieningen. Enkel personen met problemen als gevolg van het gebruik van illegale drugs werden geregistreerd. Cliënten met alcohol of medicatie als voornaamste probleemmiddel werden slechts geregistreerd indien zij eveneens illegale drugs gebruikten Procedure Voorliggend registratie-onderzoek liep over een periode van 12 maanden (3 december 2001 tot en met 30 november 2002), waarbinnen vier verschillende fases kunnen onderscheiden worden: de opstart-, instroom-, doorstroom- en uitstroomregistratie. Voor een overzicht van deze verschillende fases verwijzen we naar Figuur 1.1. Tijdens de opstartregistratie werd een steekproef getrokken van cliënten die in één van de deelnemende voorzieningen in behandeling waren. Hiertoe werden enerzijds alle personen 2 Een "intakegesprek" kan omschreven worden als een eerste persoonlijk contact tussen een cliënt en een hulpverlener met de bedoeling om wederzijds informatie uit te wisselen: de hulpverlener over het hulpaanbod in de betreffende voorziening, de cliënt over zijn specifieke hulpvraag. Wat in deze publicatie als "intakegesprek" wordt omschreven, wordt in de afzonderlijke voorzieningen dikwijls anders benoemd: afspraak, voorzorggesprek, introductiegesprek, enz... 12

17 - Beschrijving van de onderzoeksmethodologie - geregistreerd die op 3 december 2001 residentieel opgenomen waren en anderzijds alle personen die bij één van de betrokken ambulante centra in behandeling waren én die tijdens de week van 3 tot 9 december ook een begeleidingsgesprek hadden bij het betreffende centrum. Waar in de residentiële centra dus alle personen geregistreerd werden die bij de start van de onderzoeksperiode een behandeling volgden, betrof dit in de ambulante centra een willekeurige steekproef uit de totale groep van cliënten die op dat moment in behandeling was. Allicht werden op die manier minder dan de helft van alle personen die ambulant behandeld worden, geregistreerd. Met dit verschil tussen ambulante en residentiële voorzieningen dient rekening gehouden te worden bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Tijdens de instroomregistratie werden alle cliënten geregistreerd die tussen 3 december 2001 en 31 mei 2002 op intakegesprek zijn geweest in één van de deelnemende voorzieningen. Een intakegesprek kan leiden tot het opstarten van een behandeling, maar kan ook aanleiding geven tot een directe doorverwijzing of kan zonder verder gevolg blijven. In tegenstelling tot het onderzoek naar de instroom waarbij alle intakegesprekken gedurende een periode van 8 maanden werden geregistreerd, bleef dit nu beperkt tot een periode van 6 maanden. Dit beperkt enigszins de vergelijkbaarheid van de resultaten met die van het vorig onderzoek, met name met betrekking tot het zorggebruik tijdens de registratieperiode. Bovendien dient er rekening mee gehouden te worden dat de instroom in residentiële centra relatief hoger is, gezien sommige personen zich tijdens de registratieperiode meermaals aandienden voor een intakegesprek. In ambulante centra was slechts sprake van een nieuw intakegesprek, indien gedurende tenminste 6 maanden geen contact was geweest tussen hulpverlener en cliënt (Vanderplasschen et al., 2001a). De doorstroomregistratie die plaats vond tussen 3 december 2001 en 30 november 2002 had enkel betrekking op ambulante voorzieningen. Elke cliënt die vóór 31 mei werd doorverwezen naar een andere voorziening en bij wie geweten of gepland was dat hij gelijktijdig of achteraf in behandeling zou blijven bij het doorverwijzende ambulant centrum, werd geregistreerd. Hoewel vooraf door de betrokken hulpverleners aangegeven werd dat dergelijke vorm van tijdelijke doorverwijzing regelmatig gebeurt, werden tijdens het onderzoek minder dan 20 doorstroomformulieren ingevuld. Gezien dit zeer lage aantal werden geen verdere analyses uitgevoerd op deze data. Tijdens de uitstroomregistratie werd de afloop van de behandeling geregistreerd voor elke cliënt die begin december 2001 reeds als "in behandeling" was geregistreerd of bij wie tussen 3 december 2001 en 31 mei 2002 een behandeling werd opgestart. De uitstroom werd geregistreerd tussen 3 december 2001 en 30 november 2002, zodat ook voor cliënten bij wie de hulpverlening pas in mei 2002 was opgestart, minstens een periode van 6 maanden in acht kon worden genomen om de afloop van de behandeling na te gaan. Onder "uitstroom" werden volgende modaliteiten begrepen: - de cliënt en/of hulpverlener hebben de behandeling expliciet afgerond (eenzijdig of in onderling overleg); - de behandeling werd nooit duidelijk afgerond, maar er is gedurende minstens 6 maanden geen contact meer geweest tussen cliënt en hulpverlener; - de cliënt is nog steeds in behandeling op 30 november Dit opzet laat enkel toe een uitspraak te doen over de manier waarop de behandeling al dan niet werd afgerond, maar niet over het resultaat van de behandeling of de situatie van de cliënt op dat moment. 13

18 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - FIGUUR 1.1: OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE FASES VAN HET REGISTRATIE-ONDERZOEK OPSTART registratie INSTROOM registratie DOORSTROOM registratie UITSTROOM registratie Voor de gehele proefgroep werd door de betrokken hulpverlener of registratie-verantwoordelijke een opstart- of instroomformulier ingevuld. Enkel voor personen bij wie het intakegesprek effectief leidde tot het opstarten van een behandeling of die reeds in behandeling waren tijdens de opstartfase, diende een uitstroomformulier ingevuld te worden en indien van toepassing een doorstroomformulier. Teneinde registratiegegevens uit te zuiveren van dubbeltellingen over voorzieningen heen, werd een niet-identificeerbare cliëntencode gebruikt op basis van de 2 de en 4 de letter van de voor- en familienaam en het geboortejaar. Deze code laat toe om met een vrij grote waarschijnlijkheid cliënten te traceren die gedurende de registratieperiode meer dan één keer geregistreerd werden. Alle registratieformulieren werden systematisch manueel ingevuld in de verschillende voorzieningen en daarna doorgestuurd naar de Vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent. Daar werden deze gegevens gecontroleerd op eventuele fouten en ingevoerd in SPSS. Aangezien De Sleutel sinds enige tijd cliëntendossiers bijhoudt met behulp van een specifiek softwarepakket, werd voor deze organisatie een afwijkende procedure gevolgd. Corresponderende variabelen werden vanuit dit databestand geëxporteerd naar de datamatrix van onze studie. Enkel met betrekking tot de variabelen "productgebruik" en "behandelingsverleden" bleek dit niet geheel mogelijk. Productgebruik werd afgeleid uit de gegevens van de EuropASI op basis van een beslissingsboom. Bij twijfel tussen "gebruik" en "afhankelijkheid" werd steeds "onbekend" geregistreerd, wat een onderschatting voor gevolg heeft van het werkelijk aantal afhankelijke of gebruikende personen in onze database. Informatie over het behandelingsverleden is voor cliënten van De Sleutel enkel terug te vinden in de papieren dossiers. In het elektronisch systeem is enkel informatie beschikbaar over het behandelingsverleden binnen het netwerk van De Sleutel. Dit kan een serieuze onderschatting betekenen van het behandelingsverleden bij cliënten die geregistreerd werden in één van de voorzieningen van De Sleutel Instrumenten Na overleg tussen vertegenwoordigers van de betrokken voorzieningen, de provinciale drugcoördinator, de coördinator van PopovGGZ en de onderzoekers van de Vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent, werden de registratieformulieren (cf. Bijlage 1) opgesteld voor de verschillende fases van het onderzoek. Hiervoor werd verder gebouwd op de ervaringen uit het onderzoek naar de instroom en de aanbevelingen die hierin gedaan werden in functie van verder onderzoek (Vanderplasschen et al., 2001a). Via de registratieformulieren werden een 14

19 - Beschrijving van de onderzoeksmethodologie - beperkt aantal variabelen geregistreerd die sowieso in de meeste voorzieningen al verzameld worden, aangevuld met een aantal variabelen die verband houden met zorggebruik (cf. Tabel 1.2). Het instroom- en opstartformulier zijn grotendeels gebaseerd op bestaande registratiesystemen zoals het "Drug Aid Registration System" (DARTS) (Thienpont, 2003), de "Vlaamse Registratie Middelenmisbruik" (VRM) (Vandenbussche, 2001) en het "Treatment Demand Indicator" (TDI) Protocol (EMCDDA, 2000). Hierdoor kunnen onze onderzoeksresultaten vergeleken worden met die van het vorig onderzoek en van andere studies. Met het opstart- en instroomformulier werden nagenoeg dezelfde data geregistreerd: administratieve gegevens, cliëntkarakteristieken, informatie over het behandelingsverleden en productgebruik. Tijdens de opstartregistratie werden tevens gegevens opgevraagd over de behandeling die men op dat moment volgde (begindatum en gevolgde module(s)), terwijl tijdens de instroomregistratie dan weer gegevens over het intakegesprek geregistreerd werden (afloop van het intakegesprek en geplande module(s)). In vergelijking met het vorig onderzoek (Vanderplasschen et al., 2001a), werden een aantal variabelen aangepast of toegevoegd. Zo werd de manier waarop de leeftijd werd bevraagd, gewijzigd (geboortejaar in plaats van leeftijdscategorie). Aan de hulpverleners werd ook gevraagd om binnen de voorziening aan elke registratie een uniek volgnummer toe te kennen, zodat het instroom- en het uitstroomformulier aan elkaar gelinkt konden worden. De belangrijkste wijziging betrof de manier waarop het "productgebruik" werd geconceptualiseerd. Naast de categorieën "gebruik" en "afhankelijkheid" werden ook "geen gebruik" en "onbekend" als categorie toegevoegd. Tevens werd, naar analogie met de meeste registratiesystemen, het belangrijkste product geregistreerd en werd ook nagegaan of de cliënt het afgelopen jaar injecteerde. Om inzicht te verkrijgen in het hulpverleningsverleden en huidig zorggebruik, werd geregistreerd in welke voorzieningen cliënten reeds in behandeling waren geweest en welke zorgmodule 3 momenteel gevolgd werd (opstartregistratie) of gepland was (instroomregistratie). Tijdens de doorstroom- en uitstroomregistratie werden cliëntkarakteristieken, productgebruik en gegevens over het behandelingsverleden niet opnieuw bevraagd. Met het doorstroomformulier werden enkel administratieve gegevens geregistreerd en informatie over de doorverwijzing (voorziening waarnaar wordt verwezen; datum waarop cliënt is teruggekomen). Het uitstroomformulier betreft een aantal administratieve gegevens, de laatste module(s) die een cliënt heeft gevolgd en de manier waarop de behandeling werd afgerond. Om interpretatieverschillen tussen hulpverleners zoveel mogelijk te beperken en om de uniformiteit van de verzamelde gegevens te verhogen, werd een handleiding opgesteld. Hierin worden de verschillende variabelen verduidelijkt en wordt ook geëxpliciteerd wanneer welk formulier ingevuld moet worden. Voor ambulante en residentiële voorzieningen werd een aparte handleiding opgesteld 4. 3 Deze modules zijn terug te vinden in de "Conceptnota organisatiemodel zorgcircuit middelenmisbruik" (Vanderplasschen et al., 2001b). Op basis van internationale literatuur en discussies in werkgroepen werden hierbij verschillende vormen van hulpverlening aan druggebruikers geclassificeerd in 32 modules. 4 Deze handleidingen zijn op verzoek te verkrijgen bij de auteurs. 15

20 - De Oost-Vlaamse drughulpverlening in cijfers - TABEL 1.2: OVERZICHT VAN DE GEREGISTREERDE VARIABELEN TIJDENS DE VERSCHILLENDE FASES VAN HET ONDERZOEK OPSTART-registratie INSTROOM-registratie DOORSTROOM- registratie UITSTROOM-registratie Administratieve gegevens 1. Identificatiecode cliënt 1. Identificatiecode cliënt 1. Identificatiecode cliënt 1. Identificatiecode cliënt 2. Identificatie voorziening 2. Identificatie voorziening 2. Identificatie voorziening 2. Identificatie voorziening 3. Volgnummer 3. Volgnummer 3. Volgnummer 3. Volgnummer 4a. Datum registratie 4b. Datum intakegesprek 4c. Datum doorverwijzing 4d. Datum ontslag 5. In behandeling sinds... Cliëntkarakteristieken 6. Geslacht 6. Geslacht 7. Verblijfplaats 7. Verblijfplaats 8. Geboortejaar 8. Geboortejaar 8. Geboortejaar 8. Geboortejaar Behandelingsverleden 9. Nieuwe cliënt? 9. Nieuwe cliënt? Productinformatie 10. Aantal vroegere voorzieningen 10. Aantal vroegere voorzieningen 11. Aantal vroegere behandelingen 11. Aantal vroegere behandelingen 12. Voorziening(en) waarbij de cliënt momenteel in behandeling is 13. Geen gebruik, gebruik of afhankelijkheid tijdens laatste jaar, per product 12. Voorziening(en) waarbij de cliënt momenteel in behandeling is 13. Geen gebruik, gebruik of afhankelijkheid tijdens laatste jaar, per product 14. Belangrijkste product 14. Belangrijkste product 15. Spuitgedrag ooit 15. Spuitgedrag ooit 16. Spuitgedrag laatste jaar 16. Spuitgedrag laatste jaar Info over huidige intake 17. Verwijzer 17. Verwijzer 18. Afloop van de intake Info over de toekomstige / huidige / voorbije behandeling 19a. Module(s) die cliënt op dit ogenblik volgt 19b. Geplande modules indien na intake een behandeling gestart werd 19d. Module(s) die de cliënt het laatst gevolgd heeft Info over uitstroom 20. Wijze van uitstroom Info over doorverwijzing 21. Voorziening waarnaar de cliënt werd doorverwezen 22. Datum waarop cliënt opnieuw is langsgekomen in de verwijzende voorziening 16

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Hulpverlening bij problematisch middelengebruik vanuit een welzijn- en gezondheidsperspectief

Hulpverlening bij problematisch middelengebruik vanuit een welzijn- en gezondheidsperspectief Hulpverlening bij problematisch middelengebruik vanuit een welzijn- en gezondheidsperspectief Is er een probleem? Stadia van motivatie Stadia van verslaving. Experimenteren Gebruiken Misbruiken Verslaving

Nadere informatie

Hulpverlening bij middelenmisbruik (verslavingszorg)

Hulpverlening bij middelenmisbruik (verslavingszorg) Dit rapport is bedoeld voor intern gebruik De info per dienst is beperkt om het volledige landschap overzichtelijk in beeld te brengen Als echter gegevens onjuist of gedateerd zijn, il dan correcties mailen

Nadere informatie

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldpunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen in hun zoektocht

Nadere informatie

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN VLAANDEREN juli 2017 Deze factsheet presenteert cijfers over de hulpverlening bij problemen met alcohol of andere drugs op basis van de belangrijkste cijfergegevens uit de TDI-registratie in Vlaanderen

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: Geestelijke Gezondheidszorg (residentieel) Spreker: Koen Lefevre (Psychiatrisch Centrum Sint-Jan) Geestelijke gezondheidszorg (GGZ): 6 officiële voorzieningensoorten Psychiatrische

Nadere informatie

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid Prof. dr. Brice De Ruyver Studiedag De Kiem 29 maart 2012, Gent 1 Structuur 1. De bevraging van de noden

Nadere informatie

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17 Inhoud Lijst met afkortingen 13 Voorwoord 15 Inleiding 17 DEEL 1 TRENDS IN CIJFERS OVER ILLEGALE DRUGS IN VLAANDEREN/BELGIË 1997-2007 19 HOOFDSTUK 1! ILLEGALE DRUGS. SITUERING EN DEFINIËRING 21 1.1 Wat

Nadere informatie

Dr. Jessica De Maeyer, UGent - HoGent Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen, UGent Vakgroep orthopedagogiek

Dr. Jessica De Maeyer, UGent - HoGent Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen, UGent Vakgroep orthopedagogiek Dr. Jessica De Maeyer, UGent - HoGent Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen, UGent Vakgroep orthopedagogiek Afhankelijkheid: langdurig (chronisch?), complex en meervoudig probleem: polydruggebruik relationele

Nadere informatie

De stapsgewijze uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik: ervaringen vanuit de provincie Oost-Vlaanderen

De stapsgewijze uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik: ervaringen vanuit de provincie Oost-Vlaanderen De stapsgewijze uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik: ervaringen vanuit de provincie Oost-Vlaanderen Wouter Vanderplasschen Universiteit Gent Vakgroep Orthopedagogiek H. Dunantlaan 2 9000 Gent

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

STUDIEVOORMIDDAG. Polydruggebruik en psychische problemen bij alcohol- en druggebruikers in behandeling

STUDIEVOORMIDDAG. Polydruggebruik en psychische problemen bij alcohol- en druggebruikers in behandeling STUDIEVOORMIDDAG Polydruggebruik en psychische problemen bij alcohol- en druggebruikers in behandeling 18 JUNI 2012 INLEIDENDE TEKST Zowel in Europa als in de Verenigde Staten stelt men vast dat polydruggebruik

Nadere informatie

Permanente vorming European Studies in Substance Misuse Academiejaar 2005-2006

Permanente vorming European Studies in Substance Misuse Academiejaar 2005-2006 Permanente vorming European Studies in Substance Misuse Academiejaar 2005-2006 1. Achtergrond en motivering Drugmisbruik is een wereldwijd probleem dat geen enkele maatschappij of land onaangetast laat.

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

STUDIEDAG. Evidence-based werken in de verslavingszorg

STUDIEDAG. Evidence-based werken in de verslavingszorg STUDIEDAG Evidence-based werken in de verslavingszorg Brussel, dinsdag 27 maart 2007 Evidence-based werken in de verslavingszorg De laatste jaren wordt de term evidence-based steeds vaker in de mond genomen

Nadere informatie

radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. connect 0-4 is een programma dat instaat

radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. connect 0-4 is een programma dat instaat radar RADAR is het netwerk geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren in Oost-Vlaanderen. RADAR verbindt verschillende actoren en organisaties om de geestelijke gezondheid van kinderen, jongeren

Nadere informatie

Therapeutisch programma voor druggebruikers en hun omgeving

Therapeutisch programma voor druggebruikers en hun omgeving Therapeutisch programma voor druggebruikers en hun omgeving De Kiem biedt hulp aan personen die problemen ervaren door het gebruik van drugs en aan mensen uit hun omgeving. Het residentiële luik van het

Nadere informatie

Jaarverslag De Spiegel 2014

Jaarverslag De Spiegel 2014 Jaarverslag De Spiegel 2014 Paul Van Deun 1 Registratie Patiëntkenmerken 2014 1.1 Aantallen In 2014 werden er beduidend meer nieuwe behandelingen gestart dan in de twee vorige jaren. Deze stijging doet

Nadere informatie

Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> http://tdi.wiv-isp.be << 1. ALGEMENE INFORMATIE

Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> http://tdi.wiv-isp.be << 1. ALGEMENE INFORMATIE Treatment Demand Indicator (TDI) Addibru Formulier Versie 2.0 >> http://tdi.wiv-isp.be

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 6 e Directie Dienst 61 Welzijn Provincieraadsbesluit betreft verslaggever ZORG subsidie voor zorgcircuitvorming en specifieke aandachtsgroepen in de geestelijke gezondheidszorg (62/03b07/fm/05003) de heer

Nadere informatie

Samenvatting van het BELGISCH NATIONAAL RAPPORT OVER DRUGS

Samenvatting van het BELGISCH NATIONAAL RAPPORT OVER DRUGS Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Samenvatting van het BELGISCH NATIONAAL RAPPORT OVER DRUGS 2003 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie/ Programma

Nadere informatie

Onderzoek naar de afstemming tussen zorgvraag en aanbod in de Oost-Vlaamse drughulpverlening

Onderzoek naar de afstemming tussen zorgvraag en aanbod in de Oost-Vlaamse drughulpverlening Onderzoek naar de afstemming tussen zorgvraag en aanbod in de Oost-Vlaamse drughulpverlening Delphine Mortier Masterstudent vakgroep Orthopedagogiek, Ugent Promotor: Wouter Vanderplasschen Overzicht Inleiding

Nadere informatie

Netwerk. Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen

Netwerk. Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen - Verschillende oriëntatie- en behandelcentra : Ambulant Dagcentra Sociale werkplaatsen Netwerk Residentieel Crisisinterventiecentrum TG en TG dubbeldiagnose Residentieel kortdurend programma voor jongeren

Nadere informatie

Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers

Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers Prioriteiten voor een lokaal harm reductionbeleid: vertrekken vanuit de lokale professionelen en druggebruikers Freya Vander Laenen FADO, Utrecht, 12/11/2015 Achtergrond 2 Stad Gent Drugbeleidsplan (2013-2018)

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende werksoorten binnen de alcohol- en drughulpverlening.

Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende werksoorten binnen de alcohol- en drughulpverlening. WEGWIJS IN DE DRUGHULPVERLENING Mensen die er niet in slagen hun middelengebruik onder controle te krijgen, kunnen een beroep doen op een gevarieerd zorg- en hulpaanbod. De welzijns- en gezondheidssector

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: Geestelijke Gezondheidszorg (ambulant en thuis) Spreker: Kurt Lievens (PopovGGZ) Missie De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) biedt behandeling en begeleiding aan mensen met

Nadere informatie

Implementatie van een methodiek van case management in de drughulpverlening: een proefproject in de provincie Oost-Vlaanderen.

Implementatie van een methodiek van case management in de drughulpverlening: een proefproject in de provincie Oost-Vlaanderen. Vakgroep Orthopedagogiek Implementatie van een methodiek van case management in de drughulpverlening: een proefproject in de provincie Oost-Vlaanderen Wouter Vanderplasschen Kurt Lievens Eric Broekaert

Nadere informatie

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven Op 4 december 2006 stond er een klein bericht in Het Laatste Nieuws met als kop sterke stijging Vlaamse drugdoden. De Morgen deed het de dag nadien over

Nadere informatie

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Residentieel Jongerenprogramma (RKJ) Zuidmoerstraat 165 9900 Eeklo T 09-377 25 26 E-mail rkj.info@fracarita.org www.desleutel.be 2 Inleiding Het jongerenprogramma

Nadere informatie

De Spiegel Registratie Patiëntkenmerken Jaarverslag vzw DE SPIEGEL Jaarverslag. 2. Patiëntkenmerken. a. Geslacht en leeftijd

De Spiegel Registratie Patiëntkenmerken Jaarverslag vzw DE SPIEGEL Jaarverslag. 2. Patiëntkenmerken. a. Geslacht en leeftijd Jaarverslag De Spiegel 2015 Paul Van Deun Registratie Patiëntkenmerken 2015 1. Aantallen De stijging in het aantal behandelde patiënten zet zich ook door in 2015, uitsluitend dan in de ambulante afdelingen,

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 502 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 23 maart 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Moeder-kindeenheden - Stand van zaken Voor de meeste vrouwen

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM Hendrik VANHEES Hoogleraar Universiteit Antwerpen Hoofddocent Universiteit

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers

Factsheet Jeugd in cijfers Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen

Nadere informatie

Ontwenningskliniek De Pelgrim

Ontwenningskliniek De Pelgrim Ontwenningskliniek De Pelgrim Historiek VZW 1972 I.A.T. CAT Gent 1 januari 1973 KLINIEK DE PELGRIM T.G. De Kiem AUTONOOM 1978 Historiek VZW 1992 VZW DE KIEM VZW DE PELGRIM 2006 NIEUWBOUW 2002 NIEUWBOUW

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 6 e Directie Dienst 62 Gezondheid Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PARTNERGEWELD subsidiëren van 3 centra voor algemeen welzijnswerk voor de hulpverlening in het kader van de integrale projecten

Nadere informatie

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW - RESULTATEN VIP² GGZ 2017 - CGG PRISMA VZW - VISIE & AANPAK KWALITEIT TE MONITOREN EN TE VERBETEREN Kwaliteitszorg is een belangrijk thema binnen de werking van ons centrum. Het verbeteren van de kwaliteit

Nadere informatie

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM

BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM BASISWETTEKSTEN INZAKE HET RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM Hendrik VANHEES Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen Hoofddocent Universiteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Nieuwe gids GGB K&J 1

Nieuwe gids GGB K&J 1 Nieuwe gids GGB K&J 1 Waarom deze gids Missie en Visie 3 Visie: 7 uitgangspunten A. Het moet duidelijk zijn dat een geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren moet uitgaan van een globale aanpak

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

WELKOM. Aanbod GGZ voor kinderen en jongeren - regio Dendermonde

WELKOM. Aanbod GGZ voor kinderen en jongeren - regio Dendermonde WELKOM Aanbod GGZ voor kinderen en jongeren - regio Dendermonde Programma 11u45 Ontvangst 12u30 Voorstelling: RADAR (Netwerk GGZ kinderen en jongeren Oost-Vlaanderen) CAR (Centra Ambulante Revalidatie):

Nadere informatie

Begeleiden als bepalende kerntaak

Begeleiden als bepalende kerntaak Begeleiden als bepalende kerntaak Themafiche: Begeleidingen in 2017 Deze themafiche geeft de resultaten van de kernopdracht van Pleegzorg West-Vlaanderen weer: de cijfers over de begeleidingen van pleegkinderen,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

(1) Vragen over de vragenlijst

(1) Vragen over de vragenlijst FAQ Overzicht vragen (1) Vragen over de vragenlijst...2 (2) Vragen over de organisatie van de meetperiode...2 Hoe en wanneer patiënten informeren?...2 Wat is de concrete timing?...3 Wanneer wordt de vragenlijst

Nadere informatie

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0. TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.) IDENTIFICATIE VAN DE REGISTRATIE CI2. CI4. Naam van het programma /

Nadere informatie

Handleiding Menukeuze

Handleiding Menukeuze Aan de slag in beroep en bedrijf Handleiding Menukeuze Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

DRUGVERSLAAFDE OUDERS MET JONGE KINDEREN:

DRUGVERSLAAFDE OUDERS MET JONGE KINDEREN: DRUGVERSLAAFDE OUDERS MET JONGE KINDEREN: Draaiboek voor opvoedingsondersteuning in een residentiële setting Ilse Derluyn, wetenschappelijk medewerkster De Kiem Het laatste decennium is er in het werkveld

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

MSOC Gent viert 20-jarig bestaan met 'Heet van de naald'

MSOC Gent viert 20-jarig bestaan met 'Heet van de naald' MSOC Gent viert 20-jarig bestaan met 'Heet van de naald' Met het evenement Heet van de naald werd op donderdag 12 januari 2017 in het Pand, het 20-jarig bestaan van het Medisch Sociaal Opvangcentrum (MSOC)

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 6 e Directie Dienst 62 Gezondheid Provincieraadsbesluit betreft verslaggever ZORG Subsidie voor zorgcircuitvorming en specifieke aandachtsgroepen in de geestelijke gezondheidszorg (62/03b/fm/04007) de

Nadere informatie

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD

Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid. Frieda Matthys, MD, PhD Preventie en hulpverlening in een evoluerend drugsbeleid Frieda Matthys, MD, PhD Overzicht Cannabis en gezondheid Prevalentie van gebruik Problemen door gebruik Drugbeleid vanuit gezondheidsperspectief

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek HET EEPOS

Kwaliteitshandboek HET EEPOS Algemeen Het Eepos voert over de verschillende afdelingen heen één gezamenlijk opnamebeleid, waarbij de verschillende ondersteuningsfuncties flexibel kunnen worden aangeboden. We streven er naar dat de

Nadere informatie

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht BIJLAGE inspiratiemap Materialenoverzicht drugs 1 1. Brochures of affiches Hieronder vindt u een lijst met informatieve materialen over cannabis en andere drugs De materialen zijn verkrijgbaar bij VAD.

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015 PopovGGZ vzw Oude Abdij, Drongenplein 26, 9031 Gent (Drongen) Overlegplatform tel: 09 / 216 65 50 & fax: 09 / 216 65 59 Geestelijke e-mail: info@popovggz.be Gezondheidszorg website: www.popovggz.be Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

Crisisopvang. onderzoek naar het oneigenlijk gebruik

Crisisopvang. onderzoek naar het oneigenlijk gebruik onderzoek naar het oneigenlijk gebruik Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek april 2003 Inhoudsopgave 1 Probleemstelling en onderzoeksopzet 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE

BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE Geachte, Beste, Voor u ligt een bevraging m.b.t. uw werk als ergotherapie in de psychiatrie. Met deze bevraging willen wij graag meer zicht krijgen op

Nadere informatie

De Meander is er voor mensen die een vraag hebben naar informatie, ondersteuning of begeleiding rond

De Meander is er voor mensen die een vraag hebben naar informatie, ondersteuning of begeleiding rond De Meander is er voor mensen die een vraag hebben naar informatie, ondersteuning of begeleiding rond alcohol, illegale drugs, medicatie en gokken. Doelgroep Meander: Iedereen met problemen in verband met

Nadere informatie

Tweejarige opleiding tot hulpverlener bij alcohol- en drugproblemen (2016-2017)

Tweejarige opleiding tot hulpverlener bij alcohol- en drugproblemen (2016-2017) Tweejarige opleiding tot hulpverlener bij alcohol- en drugproblemen (2016-2017) In samenwerking met de Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra en Verslaafdenzorg (VVBV) Doelgroep hulpverleners werkzaam

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Ambulante hulpverlening bij personen met een dubbel diagnose Het outreachproject Vlaams- Brabant: stand van zaken drie jaar na de opstart

Ambulante hulpverlening bij personen met een dubbel diagnose Het outreachproject Vlaams- Brabant: stand van zaken drie jaar na de opstart Ambulante hulpverlening bij personen met een dubbel diagnose Het outreachproject Vlaams- Brabant: stand van zaken drie jaar na de opstart Isabel Piot Sean Vandevoort Eddy Weyts Overzicht presentatie Een

Nadere informatie

De opleiding start op 16 februari 2016. Het volledige programma met de data wordt bekend gemaakt in het najaar 2015.

De opleiding start op 16 februari 2016. Het volledige programma met de data wordt bekend gemaakt in het najaar 2015. Vooraankondiging Tweejarige opleiding tot hulpverlener bij alcohol- en drugproblemen (2016-2017) In samenwerking met de Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra en Verslaafdenzorg (VVBV) De opleiding

Nadere informatie

De Sociale plattegrond. Inhoudstafel

De Sociale plattegrond. Inhoudstafel De Sociale plattegrond Sector: Verslaving Spreker: Marc Tack (CAT CGG Eclips) Inhoudstafel I. Kenmerken van problematisch alcoholen middelengebruik II. Implicaties voor de hulpverlening III. Overzicht

Nadere informatie

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst FAQ Overzicht vragen (1) Vragen over de vragenlijst...1 (2) Vragen over de organisatie van de meetperiode...2 Hoe en wanneer patiënten informeren?...2 Wat is de concrete timing?...2 Wanneer wordt de vragenlijst

Nadere informatie

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische

Nadere informatie

I nventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid. r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

I nventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid. r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam I nventarisatie onderzoeksinstellingen in de bouwnijverheid 158 r(br Stichting Bouwresearch rapporteurs: ir. M. G. M. Nelissen mw. J. Haverkamp Twijnstra Gudde NV Inventarisatie onderzoeksinstellingen

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Sociale Werkplaatsen De Sleutel. Mahatma Gandhistraat 2A 9000 Gent 09/232.58.08

Sociale Werkplaatsen De Sleutel. Mahatma Gandhistraat 2A 9000 Gent 09/232.58.08 Sociale Werkplaatsen De Sleutel Mahatma Gandhistraat 2A 9000 Gent 09/232.58.08 VZW SWP De Sleutel is een werking die behoort tot de algemene werking van De Sleutel. De visie van beide organisaties is dan

Nadere informatie

(Net)werking van een PAAZ

(Net)werking van een PAAZ (Net)werking van een PAAZ Frederic Ulburghs (hoofverpleegkundige) en Henrik Palmans (psychiatrisch verpleegkundige) Voorstelling PAAZ Enkele cijfers: +/- 13 FTE verpleegkundigen +/- 3 FTE psychologen +/-

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Deel 1: Instroom, netwerkintake en start hulpverlening

Deel 1: Instroom, netwerkintake en start hulpverlening 1 / 6 Deel 1: Aanmelding Alle aanmeldingen komen binnen bij de Instroomcoördinator. Een aanmelding kan telefonisch of schriftelijk via email, via fax of via de post gebeuren. Bij telefonische aanmelding

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Orthopedagogiek

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Orthopedagogiek Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Orthopedagogiek Kwalitatieve evaluatie van 10 jaar zorgcoördinatie en case management in de Oost-Vlaamse drughulpverlening: een rondvraag bij

Nadere informatie

Overheidsuitgaven voor drugs Alcohol, de grote slokop

Overheidsuitgaven voor drugs Alcohol, de grote slokop Overheidsuitgaven voor drugs Alcohol, de grote slokop Freya Vander Laenen Fado, Utrecht, 17 november 2011 1 1. METHODOLOGIE Achtergrond Sinds j 90: toenemend belang evaluatie drugbeleid Sinds 2001: EMCDDA

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving LORE BELLAERT (DOCTORANDA) H O O F D P R O M O T O R : P R O F. D R. W O U T E R V A N D E R P L A S S C H E N V

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE

Nadere informatie

CONCEPTNOTA ORGANISATIEMODEL ZORGCIRCUIT MIDDELENMISBRUIK

CONCEPTNOTA ORGANISATIEMODEL ZORGCIRCUIT MIDDELENMISBRUIK Vakgroep Orthopedagogiek CONCEPTNOTA ORGANISATIEMODEL ZORGCIRCUIT MIDDELENMISBRUIK Wouter Vanderplasschen (Universiteit Gent) Bert Mostien (Provincie Oost-Vlaanderen) Patrick Claeys (PopovGGZ) Veerle Raes

Nadere informatie

ROM in de verslavingszorg

ROM in de verslavingszorg ROM in de verslavingszorg Seminar NETQ Healthcare: Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg Utrecht, 9 juni 2009 Suzan Oudejans, Arkin Academy AIAR Proefschrift Resultaten meten Resultaten van de zorg

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april 2014 Véronique Vancoppenolle 1 PROGRAMMA 1. Wat doet het CAW voor wie? 2. Kijk op thuisloosheid vanuit het Algemeen Welzijnswerk 3.

Nadere informatie

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie NBVN Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie NBVN database & analyse De Commissie Registratie dankt alle dialysepatiënten en patiënten met een niertransplantaat voor hun

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 48/2014 van 2 juli 2014 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 (CO-A-2014-043)

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg 1 Eerstelijnspsychologische & orthopedagogische zorg 2 Dr. Sarah Morsink - Expert hervorming GGZ volwassenen ELP Netwerken Werkveld FOD expert team Beleid RIZIV Onderzoeksteam Andere actoren 3 Dr. Sarah

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie