Scope Problemen met Indefiniete NP s

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scope Problemen met Indefiniete NP s"

Transcriptie

1 Scope Problemen met Indefiniete NP s Een uiteenzetting van problemen en mogelijke oplossingen met betrekking tot de scope van indefiniete noun-phrases. Juliette Bosveld Tilburg, november 2005 Afb:

2 Inleiding Ambiguïteit komt veel voor in natuurlijke taal. Er zijn veel verschillende soorten van ambiguïteit; woorden zelf kunnen ambigu zijn, maar ook zinnen zijn soms ambigu. Een ambigue woord kan gezien worden als eenzelfde letter combinatie die gebruikt wordt voor twee verschillende betekenissen. Welke betekenissen er mogelijk zijn voor welke woorden kan opgezocht worden in een woordenboek, met andere woorden: alle mogelijke betekenissen liggen vast in het lexicon. Bij ambigue zinnen is het eigenlijk hetzelfde, dezelfde combinaties van woorden in dezelfde volgorde kan twee verschillende betekenissen aanduiden. Een probleem bij ambigue zinnen is echt dat de betekenissen van zin niet opgezocht kunnen worden in een lexicon. De betekenis van een zin wordt afgeleid aan de hand van de woorden die er in staan en de volgorde deze woorden. Maar als er sprake is van een ambigue zin moeten er dus twee of meerdere verschillende betekenissen afgeleid kunnen worden. Sprekers en hoorders weten welke betekenissen mogelijk zijn voor bepaalde zinnen en welke betekenissen niet mogelijk zijn voor deze zinnen. Er zijn dus duidelijk regels die voorschrijven hoe een betekenis afgeleid kan worden. Zinnen met kwantoren zijn vaak ambigu. Deze ambiguïteit ontstaan doordat het bereik van kwantoren, quantifier scope, op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Ook voor ambigue zinnen met kwantoren moeten er regels zijn, zodat hoorders kunnen achterhalen wat een spreker met een zin of uiting heeft bedoeld. In deze scriptie zal ik een aantal theorieën bespreken die proberen te beschrijven wat de juiste regels voor het behandelen van kwantoren zijn. In hoofdstuk 1 zal ik eerst uitleggen wat het bereik van kwantoren, quantifier scope, precies is en hoe dit kan leiden tot ambigue zinnen. Vervolgens zal ik kort ingaan hoe de betekenis van zinnen gegenereerd wordt volgens de Montague grammatica en wat dit voor invloed heeft op syntaxis van zinnen. Hierna bespreek ik de Quantifier Raising theorie en de problemen die deze theorie met zich meebrengt voor met name de indefiniete NP s. In hoofdstuk 2 zal ik een aantal theorieën bespreken die ontwikkeld zijn om de problemen die er zijn met deze indefiniete NP s te voorkomen. In hoofdstuk 3 zal ik eerst een theorie bespreken die uitgaat van een interpretatie zonder verplaatsing en zal ik duidelijk maken dat hierbij zich ook problemen blijven voordoen. Ten slotte zal ik, in hoofdstuk 3, ingaan op het gebruik van choice functions bij de interpretatie van indefinieten. Ik zal dit hoofdstuk afsluiten met kritiek op deze laatste theorie. Ik zal afsluiten met een korte samenvatting van hetgeen ik besproken heb en ik zal hier vervolgens een conclusie uit trekken. 2

3 Inhoudsopgave INLEIDING... 2 INHOUDSOPGAVE QUANTIFIER SCOPE EN DE KLASSIEKE VERKLARING QUANTIFIER SCOPE... 4 Quantifier scope... 4 Scope ambiguïteit... 5 Montague grammatica... 6 Problemen met traditionele semantische theorieën QUANTIFIER RAISING... 9 Quantifier Raising... 9 Indefinieten SAMENVATTING NIEUWE VERKLARINGEN ENTAILMENT Entailment Non-monotone quantifiers en implicaties Negatie AMBIGUÏTEIT VAN DE INDEFINIETE NP S Referentiële interpretatie en quantifier interpretatie Tussenliggende betekenissen NIEUWE QR VISIE Nieuwe definitie van QR Problemen met island free QR CHOICE FUNCTIONS INTERPRETATIE ZONDER VERPLAATSING In-situ Semantiek CHOICE FUNCTIONS Een oplossing Choice Functions Lege verzameling Kritiek op Reinhart s choice function theorie CONCLUSIE REFERENTIES Artikelen Boeken Webpagina s

4 1 Quantifier scope en de klassieke verklaring 1.1 Quantifier scope Quantifier scope Het begrip quantifier scope bestaat uit twee verschillende termen. Ten eerste bevat het de term quantifier, In het Nederlands ook wel kwantor genoemd. Kwantor is een breed begrip en komt in meerdere disciplines voor, zowel in de wiskunde als in de logica en de taalkunde. Als we in de Van Dale kijken zien we voor kwantor in context met de taalkunde de volgende betekenis: kwan tor (de ~ (m.), ~en) [taalk.] woord of woordgroep waarin informatie gegeven wordt over de hoeveelheid entiteiten waarnaar verwezen wordt. Bron: mei 2005 Bekende quantifiers zijn de woorden alle en iedere die binnen de logica aangeduid worden met en. Ook woorden als elke, sommige en een zijn quantifiers, net als de woordgroepen de helft van alle jongens en sommige grote meisjes. Ten tweede bevat het begrip quantifier scope de term scope. Zoals in de beschrijving van kwantor uit de Van Dale staat, hebben kwantoren betrekking op bepaalde entiteiten waarover gesproken wordt. In een zin als alle meisje lopen heeft de kwantor alle meisjes betrekking op lopen. Er wordt ook wel gezegd dat lopen in het bereik, de scope, van alle meisjes staat. Nu duidelijk is waar de twee termen uit het begrip quantifier scope voorstaan, kunnen we concluderen dat quantifier scope het bereik van een kwantor is. Quantifier scope is linkperifeer, dat wil zeggen dat het bereik altijd rechts van kwantor zelf ligt. Als we bijvoorbeeld een zin met de woordgroep de meisjes en alle jongens bekijken, kan meisjes niet in het bereik van alle jongens liggen. Quantifier scope is een semantisch begrip, het heeft betrekking op de betekenis van een zin. Maar zoals Winter in zijn artikel Choice functions and the scopal semantics of indefinites (1997) aangeeft is deze benaming ongelukkig gekozen. Scope is namelijk een structureel begrip. Door een begrip als scope te gebruiken voor het bepalen van een intuïtieve waarheidswaarde van een zin, wordt er meteen een aanname gedaan over de syntactische opbouw van de zin. Als we naar de volgende zin kijken, zien we het probleem dat hierdoor ontstaat. 1) Op tafel ligt een boek voor alle meisjes. Als we aan deze zin de intuïtief mogelijke betekenis willen toekennen dat er voor ieder meisje een eigen boek is, zou een boek ook binnen de scope van alle meisjes moeten liggen. Wanneer we zeggen dat een boek binnen het bereik van alle meisjes valt, zeggen we indirect iets over de onderliggende syntactische structuur van de zin. Zoals eerder vermeld zijn kwantoren linksperifeer; om alle meisjes bereik te geven over een boek zou het links van deze woordgroep moeten staan. Door het gebruik van 4

5 de term scope lijkt het net of verplaatsing een iets noodzakelijks is. Zoals we zullen zien, bestaan er inderdaad theorieën die uitgaan van een verplaatsing van de kwantor. Er zijn echter ook theorieën die zeggen dat er geen verplaatsing van de kwantor plaatsvindt. Scope ambiguïteit Zoals hierboven besproken is er bij kwantoren sprake van scope. Toch is het niet bij alle zinnen meteen duidelijk wat binnen deze scope valt. Dit wordt geïllustreerd met behulp van voorbeeld zin 2. 2) Alle meisjes kussen een jongen. Deze zin bevat twee kwantoren, Alle meisjes en een jongen. Op het eerst gezicht zou men verwachten dat Alle meisjes scope heeft over kussen een jongen. Dit is echter niet helemaal de juiste benadering. Deze zin heeft namelijk twee betekenissen. De eerste betekenis is dat er voor alle meisjes een jongen is zodanig dat ieder meisje een jongen kust. Marie kust Jan, Els kust Piet en Sofie kust Klaas. Dit is weergegeven in het onderstaande schema a. Hier heeft de kwantor Alle meisjes wijd bereik (wide scope) over een jongen. Het bereik van Alle meisjes is de gehele zin na de woorden Alle meisjes. Dit wordt ook nauw bereik (narrow scope) van een jongen genoemd. a b De tweede betekenis van de zin is dat alle meisjes dezelfde jongen kussen. Zoals weergegeven in schema b, waarbij alle meisjes Piet zoenen. In dit geval spreekt men van wijd bereik van een jongen over Alle meisjes. De betekenis van zinnen wordt vaak weergegeven aan de hand van de eerste orde logica. De twee hierboven besproken betekenissen zouden op de onderstaande wijze weergegeven kunnen worden: 2a) x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y)) 2b) y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y)) In 2a wordt de situatie in a aangeduid, in 2b de situatie in b. Omdat deze zin ambigu is vanwege de verschillende scope-opties van de kwantoren die de zin bevat, spreekt men van quantifier scope ambiguïteit. Hier is ook het probleem met het begrip quantifier scope zichtbaar. Zoals in paragraaf 1 besproken, zijn kwantoren linksperifeer. Bij de tweede betekenis lijkt de kwantor een jongen zijn scope echter naar links te nemen, men spreekt namelijk van scope van een jongen over alle meisjes. Omdat de scope van een kwantor zich altijd rechts van de kwantor bevindt, suggereert deze uitspraak dat in een onderliggende syntax een jongen zich links van Alle meisjes zou 5

6 moeten bevinden om de tweede betekenis mogelijk te maken. Dit suggereert dus een verplaatsing van de kwantor een jongen. Montague grammatica Er zijn theorieën waarbij deze verplaatsing ook daadwerkelijk wordt aangenomen. Montague grammatica 1 gaat bijvoorbeeld uit van een overeenkomst tussen de surface structure van een zin en zijn betekenis. Montague grammatica is gebaseerd op het compositionaliteitsprincipe; dit betekent dat de interpretatie van een complexe expressie een optelsom is van de interpretatie van zijn delen. Een gevolg hiervan is dat de semantische interpretatie van uitdrukkingen op dezelfde manier verloopt als de syntactische constructie. Semantische regels zijn gekoppeld aan syntactische regels. Aan de ene kant heeft iedere syntactische regel een semantische interpretatie. Aan de andere kant moet ieder semantisch aspect, dat niets te maken heeft met de betekenis van een basisexpressie, verbonden zijn aan een syntactische regel. Montague grammatica gaat uit van een compleet en correct syntactisch systeem. Aan de hand van dit syntactische systeem wordt vervolgens de betekenis van een zin geformuleerd in een niet-ambigue logische taal. Ambigue zinnen in natuurlijke taal krijgen dan ook twee verschillende logische vertalingen. Om een goede vertaling van een zin naar zijn logische equivalent(en) te kunnen bewerkstelligen is een juiste en complete syntactische theorie nodig. 2 2) Alle meisjes kussen een jongen. Zoals eerder besproken heeft zin 2 twee betekenissen, één betekenis waarbij er sprake is van wijd bereik voor Alle meisjes en één betekenis waarbij er sprake is van wijd bereik voor een jongen. De bomen c en d laten zien wat de verschillende manieren van syntactische opbouw van de zin moet zijn volgens de Montague grammatica, willen beide betekenissen afgeleid kunnen worden. In deze boomstructuren zien we de verschillende syntactische structuren van zin 2 zoals ook is weergegeven in de zinnen 2c en 2d. 2c) [Alle meisjes 1 [een jongen 2 [x 1 kussen y 2 ]] 2d) [Een jongen 2 [Alle meisjes 1 [ x 1 kussen y 2 ]] 1 Men kan eigenlijk niet spreken van de Montague grammatica omdat er verschillende modellen bestaan van mogelijke Montague grammatica s, die allemaal op meer of minder punten van elkaar verschillen. Deze modellen zijn gebaseerd op Montague s algemene theorie van syntax en semantiek zoals beschreven in Universal Grammar (1970). Als ik hier spreek over Montague grammatica bedoel ik het PTQ-model van Montague uit The proper treatment of quantification in ordinary english 2 Bron: Introduction to natural language semantics. 6

7 c Alle meisjes kussen een jongen Alle meisjes Zij 1 kussen een jongen meisjes Zij 1 Kussen een jongen Kussen Een jongen jongen d Alle meisjes kussen een jongen Een jongen Alle meisjes kussen hem 1 jongen Alle meisjes Kussen hem 1 Meisjes kussen Hij 1 Bij zin 2c wordt de betekenis van de zin gevormd door eerst de betekenissen van een jongen en zij kussen hem (waarbij zij en hem in te vullen variabelen zijn) te combineren tot de zin zij kussen de jongen. Om vervolgens zij in te vullen met Alle meisjes. Bij zin twee vind het samenvoegen van de delen andersom plaats. Hier worden eerst de woordgroep Alle meisjes en zij kussen hem (waarbij zij en hem weer in te vullen variabelen zijn) samengenomen. Vervolgens wordt hem ingevuld met een jongen om de betekenis van de zin te bepalen. Hoe dit in zijn werk gaat, is in e en f in een vereenvoudigde vorm weergegeven. 7

8 e zij kussen hem ~> KUSSEN(x 1,x 2 ) een jongen ~> λx. y[jongen(y) X(y)] (een jongen, zij kussen hem) ~> λx. y[jongen(y) X(y)] λx 2.KUSSEN(x 1,x 2 ) = y[jongen(y) λx 2.KUSSEN(x 1,x 2 )(y)] = y[jongen(y) KUSSEN(x 1,y)] Zij kussen een jongen ~> y[jongen(y) KUSSEN(x 1,y)] Alle meisjes ~> λx. x[meisje(x) X(x)] (alle meisjes, zij kussen een jongen) ~> λx. x[meisje(x) X(x)](λx 1. y[jongen(y) KUSSEN(x 1,y)]) = x[meisje(x) λx 1. y[jongen(y) KUSSEN(x 1,y)](x)] = x[meisje(x) y[jongen(y) KUSSEN(x,y)]] Alle meisjes kussen een jongen ~> x[meisje(x) y[jongen(y) KUSSEN(x,y)]] f zij kussen hem ~> KUSSEN(x 1,x 2 ) Alle meisjes ~> λx. x[meisje(x) X(x)] (Alle meisjes, zij kussen hem) ~> λx. x[meisje(x) X(x)] (λx 1.KUSSEN(x 1,x 2 )) = x[meisje(x) λx 1.KUSSEN(x 1,x 2 )(x)] = x[meisje(x) KUSSEN(x,x 2 )] Alle meisjes kussen hem ~> x[meisje(x) KUSSEN(x,x 2 )] een jongen ~> λx. y[jongen(y) X(y)] (een jongen, Alle meisjes kussen hem)~> λx. y[jongen(y) X(y)]( λx 2. x[meisje(x) KUSSEN(x,x 2 )]) = y[jongen(y) λx 2. x[meisje(x) KUSSEN(x,x 2 )](y)] = y[jongen(y) x[meisje(x) KUSSEN(x,y)]] Alle meisjes kussen een jongen ~> y[jongen(y) x[meisje(x) KUSSEN(x,y)]] Montague grammatica gaat er, zoals eerder gezegd, vanuit dat er een compleet en correct syntactisch systeem bestaat. De huidige syntactische systemen zijn echter nog niet correct wat betreft de scope ambiguïteit van kwantoren; er moeten duidelijke syntactische regels zijn over de mogelijkheden om zinnen op te bouwen. Deze syntactische regels moeten zorgen voor de mogelijkheid de juiste betekenis(sen) af te leiden. En ze moeten er ook voor zorgen dat er geen onjuiste betekenissen kunnen worden afgeleid. Problemen met traditionele semantische theorieën Quantifier ambiguïteit krijgt in hierboven besproken theorie niet veel aandacht. Montague grammatica gaat uit van een correcte en complete syntactische theorie. Doordat deze theorie voor ambigue zinnen twee of meer syntactische analyses mogelijk maakt, kunnen er ook twee of meer semantische afleidingen gemaakt worden. Een probleem hierbij is dat de huidige syntactisch theorieën niet compleet en correct zijn. De grammatica van Montague, zoals besproken in The Proper Treatment of Quantification in Ordinary English (1973), maakt gebruik van syntactische regels die gekoppeld zijn 8

9 aan semantische regels. Zoals we in de voorbeelden hierboven hebben gezien, kunnen zinnen met behulp van deze syntactische regels op verschillende manieren opgebouwd worden. Deze verschillende syntactisch combinaties van woorden en woordgroepen kunnen leiden tot verschillende semantische representaties. Zinnen die niet ambigu zijn, kunnen echter ook vaak op verschillende manieren opgebouwd worden, waardoor er twee verschillende semantische representaties ontstaan die wel dezelfde betekenis representeren. Er is hierbij sprake van een entailment relatie tussen beide semantische representaties 3. De syntactische regels uit PTQ zijn echter geen compleet en correct systeem voor een gehele taal. Daarom zijn er duidelijke regels nodig om te bepalen welke syntactische constructies wel en welke syntactische constructies niet mogelijk zijn binnen een taal. Deze constructies moeten zorgen over de juiste interpretaties van een zin en de onjuiste interpretaties uitsluiten 4. Er moeten juiste syntactische regels zijn over het behandelen van kwantoren. 1.2 Quantifier Raising Quantifier Raising Zoals in de vorige paragraaf besproken, wordt er in de traditie van Montague grammatica uitgegaan van een verband tussen oppervlaktestructuur (surface structure) van een zin en zijn betekenis; syntactische regels zijn gekoppeld aan semantische regels. In de ambigue zin 2 zouden er twee verschillende syntactische operaties mogelijk moeten zijn, zodat de zin omgezet kan worden in twee mogelijke betekenis vormen, vanwege het compositionaliteitsprincipe. Laten we, om dit duidelijk te maken, nog eens kijken naar zin 2. 2) Alle meisjes kussen een jongen. Om een jongen uit zin 2 wijd bereik te kunnen geven, ligt syntactische verplaatsing voor de hand. een moet voor Alle geplaatst worden om syntactisch gezien scope te hebben over Alle (hoe dit binnen de Montague grammatica in zijn werk gaat, is behandeld de vorige paragraaf). Wanneer we echter deze verplaatsing aannemen, hebben we het probleem dat er niets van deze verplaatsing is te zien, zowel niet in de deep structure (DS) als in de surface structure (SS) van de zin. Er wordt dus aangenomen dat het hier om een verborgen verplaatsing gaat, op het niveau van de logica form(lf). 3 Dit is op het eerste gezicht geen probleem, want de juiste betekenis wordt afgeleid, al is het twee of meer keren. Maar er is wel sprake van redundantie en dit wordt over het algemeen niet gezien als een nette oplossing. 4 Een probleem hierbij is dat het niet altijd duidelijk is welke betekenissen bij een zin horen. Er zijn zinnen die door sommige personen ambigue gevonden worden terwijl andere personen van mening zijn dat deze zinnen niet ambigue zijn. Dit kan leiden tot verschillende theorieën die elkaar kunnen tegen spreken, zoals ook duidelijk zal worden in de paragraaf over entailment uit hoofdstuk 2. 9

10 g Figuur g laat zien hoe deze verschillende representatiestructuren zich tot elkaar verhouden. Binnen deze theorie is de DS het onderliggende niveau van een zin. DS bevat de verschillende lexicale eigenschappen van de constituenten in de zin. DS geeft de basisstructuur aan van de zin. Deze structuur is in de uiteindelijke zin niet te zien, maar uit deze structuur ontstaat de SS door verschillende move-α functies. De SS representeert de oppervlakkige eigenschappen van de zin, de uiteindelijke ordening van de elementen met hun casus en hun uiteindelijk vorm. De phonetic form (PF) is de uiteindelijke vorm van de zin; de vorm waarin hij in teksten of gesprekken te vinden is. Zoals in het bovenstaande schema te zien is, zijn er verschillende theorieën met betrekking tot de verschillende representatiestructuren van een zin. We zien een schema met LF en een schema zonder LF 5. LF is een niveau van representatie waarbinnen de logico-semantische eigenschappen worden weergegeven. LF kan gezien worden als een syntactisch representatieniveau, omdat hier dezelfde syntactische regels gelden als in de andere structuren. LF is een structuur tussen de SS en de semantische weergaven van een zin. Verplaatsing die plaatsvindt tussen SS en LF is altijd verborgen, zogeheten covert movement. 6 Nu duidelijk is op welk representatie niveau de verplaatsing plaatsvindt, kunnen we verder gaan met de verplaatsing zelf. Het is natuurlijk niet zo dat alle kwantoren willekeurig uit een zin gehaald kunnen worden en naar voren kunnen worden geplaatst. Zinnen met kwantoren blijken niet altijd ambigu te zijn. Van de verplaatsing is in de zin niets te zien; hoe weet men welke kwantoren wel en welke niet verplaatst kunnen worden? Vanwege de overeenkomst die er lijkt te zijn tussen de verplaatsing van vraagwoorden, ook wel wh-movement genoemd, en de verplaatsing van kwantoren is er een functie quantifier raising (QR) aangenomen. QR is net als wh-movement een zogeheten move-α functie. Een move-α functie is een verplaatsingsfunctie die eigenlijk niets meer zegt dan dat er iets verplaatst wordt. De overeenkomst tussen wh-movement en QR zorgt ervoor dat aangenomen werd dat beide verplaatsingen zich aan dezelfde regels hielden. Deze regels worden de island constrains genoemd. Island constrains bepalen welke verplaatsing mogelijk is en tot waar deze verplaatsing kan lopen. De island constraints zeggen dat verplaatsing uit eilanden niet mogelijk is, waarbij onder andere complexe NP s en wh-guestions gelden als eilanden voor verplaatsing. Deze regels zijn gebundeld in de 5 Dit zijn niet de enige theorieën die er bestaan over representatiestructuren. Andere theorieën zijn hier echter niet relevant en ik zal ze daarom ook niet behandelen. 6 Bron Government & Binding Theory 10

11 bounding theory, waarin de boundaries (grenzen) voor verplaatsing bepaald worden. De beperking van verplaatsing wordt in deze theorie de subjacency conditie genoemd. Deze subjacency conditie zegt dat verplaatsing niet over meer dan één barrière heen kan. De definitie van barrière staat in h. h α is een barrière voor β desda a en b gelden a) α is een maximale projectie en α staat direct boven χ, waarbij χ een blocking category is voor β. b) α is een blocking category voor β en α is geen S. 7 Bron: Government and Binding Theory De overeenkomst tussen wh-movement en QR wordt concreet gemaakt in de volgende voorbeelden van Reinhart(1997): 5) A doctor will interview every new patient. 6) A doctor will try to assist every new patient personally. 7) Which patients will a doctor interview e? 8) Which patients will a doctor try to assist e personally? De zinnen 5 en 6 zijn ambigu; ze kunnen gelezen worden met wijde en nauwe scope van every patient. Als we deze zinnen vragend maken, zoals in 7 en 8, zien we dat het vragende voornaamwoord zonder problemen naar voren geplaatst kan worden. Er worden dan namelijk geen islands constraints gebroken. Bij de zinnen 9 en 10 zien we dat het vragende voornaamwoord niet naar voren geplaatst kan worden. 9) *Which patients will a doctor examine the possibility that we give e a tranquilizer? 10 *Which patients should a doctor worry if we sedate e? 11) A doctor will examine the possibility that we give every new patient a tranquilizer. 12) A doctor should worry if we sedate every new patient. In overeenstemming met 9 en 10 zien we in 11 en 12 dat de zinnen niet ambigu zijn; every new patient kan in beide zinnen geen wijd bereik hebben. Deze voorbeelden lijken er op te wijzen dat quantifier movement zich aan dezelfde beperkingen houdt als wh-movement. Indefinieten QR lijkt in eerste instantie een goede oplossing voor het probleem van quantifier scope ambiguïteit. QR geeft een verklaring voor het feit dat sommige zinnen wel ambigu zijn en andere niet. En hoe het kan dat een luisteraar weet wanneer verplaatsing mogelijk is, ondanks dat het om covert movement 7 Wat hierbij precies een blocking catagory is voor een element is afhankelijk van de verder opbouw van een zin. 11

12 gaat. Een ander voordeel is dat het om een move-α functie gaat en alle verplaatsingsfuncties zich aan dezelfde subjacency regels houden. 8 Dit blijkt ook uit voorbeelden van Winter (1997) 13) if every woman comes to the party John will be glad. 13a) x(woman(x) (comes(x) glad(j))) 13b) *who if comes to the party John will be glad. Zin 13a zou de betekenis van 13 zijn als every woman wijde scope zou kunnen hebben. Dit is echter geen mogelijke betekenis van zin 13. Hier staat namelijk niet dat alle vrouwen op het feest moeten komen om John gelukkig te maken. Als slechts één vrouw komt, is deze functie ook waar. Dat is duidelijk niet wat met de zin bedoeld wordt. Dit lijkt overeen te komen met de onmogelijkheid om het vragende voornaamwoord naar voren te plaatsen in de zin zoals weergegeven in 13b. Toch klopt deze redenering niet in alle gevallen. Laten we even kijken naar zin 14 ook uit Winter (1997). 14) if some woman comes to the party John will be glad. 14a) x(woman(x) comes(x) glad(j)) 14b) *who if comes to the party John will be glad? Bij deze zin is het net zoals in de zinnen 9 en 10 niet mogelijk om het vragende voornaamwoord naar voren te plaatsen in de zin. Echter, 14a is hier wel een juiste betekenis van 14. De quantifier blijkt hier wel wijde scope te kunnen hebben. De kwantor houdt zich dus niet aan de island constrains; het verplaatst zich over een barrière heen. Deze problemen met island free movement (verplaatsing over de eilandgrenzen heen) blijken zich voor te doen bij indefiniete NP s. Zoals de naam al zegt zijn indefiniete NP s, NP s waarvan niet vastligt om welk element of welke elementen het in de werkelijkheid precies gaat. Voorbeelden van indefiniete NP s zijn a, some, three, which en many. Quantifiers zoals a en three lijken in eerste instantie niet onbepaald, toch is bij gebruik van deze kwantoren niet duidelijk om welke elementen in de werkelijkheid het precies gaat. Een zin als three girls walk on the street geeft niet aan om welke drie meisjes uit onze werkelijkheid het precies gaat. Indefinieten zijn altijd zwakke of existentiële kwantoren. Tegenover deze indefinieten staan de sterke, ofwel de universele quantifiers. Het blijkt, o.a. uit Farkas(1981), dat er sterke quantifiers zijn die zelfs een scope hebben die meer beperkt is dan aangegeven door QR. QR blijkt dus op verschillende punten niet te volstaan als regel voor het al dan niet kunnen verplaatsen van kwantoren. Bij sommige zinnen zijn de regels te streng en bij andere zinnen juist niet streng genoeg. 8 Dit is positief met het oog op de generalisatie van regels. 12

13 1.3 Samenvatting Aan het begin van dit hoofdstuk hebben we gezien dat kwantoren vaak op twee verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Er kan sprake zijn van een betekenis die gebaseerd is op wijd bereik van de kwantor of van een betekenis gebaseerd op nauw bereik van de kwantor. De betekenissen met wijde scope houden vaak verplaatsing in van de kwantor. Voor deze verplaatsing werd de Qauntifier Raising functie verondersteld. Dit is een move-α functie die zich aan de subjacency regels moet houden. Bij deze verplaatsing ontstaan echter problemen omdat de subjacency regels geschonden worden bij het vormen van sommige mogelijke betekenissen. Zoals in de vorige paragraaf beschreven, zorgen vooral de indefiniete NP s voor problemen. Indefinieten blijken zich niet aan de island constrains te houden. Er is bij indefinieten sprake van island free movement, terwijl er sterke quantifiers zijn waarbij de beperkingen van QR zelfs nog te vrij zijn. De QR theorie is dus geen juiste beschrijving van de mogelijke syntactisch beperkingen. Er is een andere syntactische theorie nodig, één die aangeeft wanneer er wel en wanneer er geen verplaatsing mogelijk is en wat de grenzen van deze verplaatsing zijn. In het volgende hoofdstuk zal ik een aantal theorieën bespreken die zijn ontwikkeld om de problemen die we zien bij gebruik van QR te voorkomen. 13

14 2 Nieuwe verklaringen 2.1 Entailment Entailment In de jaren zeventig kwam bij o.a. Reinhart(1976) en Cooper(1979) de vraag op of zinnen zoals 2 überhaupt wel ambigu zijn. 2) Alle meisjes kussen een jongen. Laten we nog eens kijken naar de twee betekenissen van zin 2. Ten eerste is er de betekenis voor ieder meisjes is het zo dat ze een jongen kussen. Ten tweede is er de betekenis dat er één jongen is die door alle meisjes gekust wordt. 2a) x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y)) 2b) y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y)) Echter, in alle werelden waarin 2b waar is, is 2a ook waar; als één jongen gekust wordt door alle meisjes, dan kussen ook alle meisjes een jongen. Er is sprake van een entailment-relatie (semantische implicatie) van 2b naar 2a. De verzameling van werelden waarin 2b waar is, is een deelverzameling van de werelden waarin 2a waar is. Door alleen de betekenis van 2a toe te kennen aan zin 2 worden alle mogelijke werelden waarin 2 waar is, ondervangen. Het lijkt dus niet nodig om betekenis 2b af te leiden van zin 2; in dat geval zal zin 2 niet ambigu zijn. Als zin 2 inderdaad slechts één betekenis heeft, blijkt er geen noodzaak te zijn voor QR om plaats te vinden; de enige mogelijke betekenis kan namelijk afgeleid worden zonder verplaatsing. De relevante betekenis is namelijk die betekenis waarbij Alle wijd bereik heeft over een. Dit is de argumentatie die Reinhart(1976) geeft. Ook Cooper(1979) geeft argumentatie tegen het toekennen van wijde scope bij indefiniete NP s. Dit onderbouwt Cooper met behulp van het volgende voorbeeld. 15) Mary dates every man who knows a producer I know. De meest voor de hand liggende betekenis van zin 15 is dat Mary uitgaat met alle mannen die één specifieke producer kennen. Volgens deze betekenis heeft a producer I know wijd bereik over every man. Om deze betekenis toe te kennen is het volgens de QR traditie nodig dat a producer I know verplaatst wordt uit de NP every man who knows a producer I know en vóór every man wordt geplaatst. Dit is echter niet mogelijk volgens het complex NP-constraint dat zegt dat complexe NP s eilanden zijn voor verplaatsing. Volgens Cooper(1979) is dit echter geen probleem, omdat hij zegt dat alleen de nauwe scope lezing een mogelijke betekenis is voor zin 15. Volgens Cooper(1979) heeft deze zin dan ook alleen de betekenis die zegt dat Mary uitgaat met alle mannen die een producer 14

15 kennen die ik ook ken. Dit kunnen verschillende producers zijn, maar omdat het in de werkelijkheid niet erg aannemelijk is dat het om verschillende producers gaat, zou een spreker of een luisteraar van deze zin toch aannemen dat het om één producer gaat. De werkelijke betekenis impliceert de toegewezen betekenis met slecht één producer en omdat deze in onze wereld gangbaarder is, zal deze de voorkeur hebben. Cooper(1979) geeft in feite twee argumenten. Het eerste argument is, dat als er twee betekenissen zijn van één zin en als betekenis α van deze zin betekenis β van de zin impliceert, het niet nodig is om betekenis α apart te genereren. Ten tweede beweert Cooper(1979) dat een zin geïnterpreteerd kan worden met een betekenis die het niet direct heeft, omdat dit pragmatisch gezien voor de hand ligt. Dit tweede argument is een zwak argument. Zinnen kunnen inderdaad gebruikt worden met een andere betekenis dan betekenissen die ze in werkelijkheid hebben, net zoals ongrammaticale zinnen toch een betekenis kunnen hebben. Hier wordt echter eerst gezegd dat een zin een bepaalde betekenis niet expliciet heeft, om vervolgens deze betekenis wél toe te kennen omdat het pragmatisch meer voor de hand ligt. Zoals Ruys(1992) ook beargumenteert met het volgende voorbeeld. 16) Mary dates every man who knows a few producers I know. Zoals Ruys(1992) zegt is het pragmatisch gezien niet erg voor de hand liggend dat Mary uitgaat met álle mannen die een aantal producers kennen die ik ken. Toch kan deze zin niet geïnterpreteerd worden met wijd bereik voor a few producers ondanks het gegeven dat deze interpretatie de meest voor de handliggende state of affairs aanduidt. Maar zoals Ruys zelf al zegt is dit waarschijnlijk niet wat Cooper(1979) bedoelde. Cooper(1979) bedoelde te zeggen dat de wijde scope de nauwe scope impliceert, waardoor de wijde scope een mogelijke lezing is. Omdat het pragmatisch gezien meer aannemelijk is, is deze lezing waarschijnlijk de meest gangbare lezing. In feite blijft met deze redenering alleen het tweede argument over; hetzelfde argument dat Reinhart(1976) geeft. Non-monotone quantifiers en implicaties De redenering van Reinhart(1976) en Cooper(1979) blijkt slechts te kloppen voor een klein deel van de indefiniete NP s. Ruys(1992) laat dit zien aan de hand van een voorbeeldzin waarbij de existentiële kwantor in de scope staat van een non-monotone kwantor. 17) Exactly half the boys kissed some girl. 17a) [exactly ½ boys x [some girl y [ x kissed y]]] 17b) [some girl [exactly ½ boys x [ x kissed y]]] Zin 17 kan zowel de betekenis in 17a hebben als de betekenis in 17b. Er is echter geen entailmentrelatie tussen beide zinnen. Het kan zo zijn dat precies de helft van de jongens een meisje zoenen, voor iedere jongen een ander meisje. In deze situatie zou 17a de juiste betekenis hebben en 17b onwaar zijn. Als precies de helft van alle jongens één specifiek meisje zoent, kan zowel 17a als 17b waar zijn. Als 15

16 precies de helft van alle jongens één specifiek meisje zoent, maar meer dan de helft van de jongens een meisje zoent, is 17b wel waar, maar 17a niet. Er zijn dus werelden waarin 17a waar is en 17b niet, en werelden waarin 17b waar is en 17a niet. Als alleen de nauwe scope gegenereerd wordt, worden niet alle mogelijke betekenissen, alle werelden waarin de zin waar is, gedekt. Fodor en Sag(1982) zeggen over de redenering van Cooper(1979) en Reinhart(1976) het volgende: The general idea is plausible enough. It is that a sentence with interpretation I 1 may be understood by a hearer as if it had interpretation I 2 just in case (i) I 2 entails I 1 and (ii) the hearer has empirical knowledge (or belief) which renders inapplicable to the real world all entailments of I 1 other than I 2 Fodor and Sag (1982) Hierbij gebruiken ze de volgende voorbeeld zin ter verduidelijking. 18) John wants to date every girl who goes out with a professor who flunked him out of Linguistics 101. Fodor en Sag(1982) leggen deze uitspraak uit door te zeggen dat het niet onmogelijk is dat een luisteraar zich richt op de wijde scope betekenis van de zin en de feitelijke, letterlijke betekenis met de nauwe scope over het hoofd ziet. Dit kan in zin 18 versterkt worden als de luisteraar weet of aanneemt dat John slechts één docent in Linguistics 101 heeft. Fodor en Sag(1982) zeggen toch dat hoewel deze redenering aannemelijk klinkt, het in strijd is met de feiten. Als we kijken naar zin 19 en 20 zien we namelijk dat conditie (i) voor deze zinnen niet opgaat. 19) John wants to date exactly half the girls who go out with a professor who flunked him out of Linguistics ) Mary dates at least five men who know a producer I know. Bij zin 19 is er namelijk helemaal geen sprake van entailment tussen de wijd en nauw bereik lezingen. En bij zin 20 is het zo dat de wijde scope de nauwe scope impliceert. Ook conditie (ii) gaat niet op, omdat ook voor lezers die niet weten dat het slechts om één professor of één producer gaat en zelfs voor lezers die weten dat het om meerdere personen gaat, deze zinnen twee betekenissen hebben. Zowel Farkas(1981) als Abusch(1994) laten zien dat ook zinnen waarbij de existentiële kwantor zich bevindt in een implicatie, niet behandeld kunnen worden aan de hand van entailment. Zoals blijkt uit de voorbeelden 21 en 22, respectievelijk van Farkas en Abusch. 21) John gave an A to every student who recited a difficult poem by Pindar. 22) If some relative of mine dies, I will inherit a house. Bij zin 21 kan het om één en hetzelfde gedicht gaan voor alle studenten (wijde scope van a poem), of om een voor iedere student ander moeilijk gedicht van Pindar, waarbij het niet uit maakt om welk moeilijk gedicht (nauwe scope van a poem). Bij zin 21 is het duidelijk niet het geval dat de wijde scope lezing de nauwe scope lezing impliceert. Er zijn namelijk werelden waarbij de wijde scope 16

17 lezing waar kan zijn, maar de nauwe scope lezing niet waar is. Als een student namelijk een moeilijk gedicht voordraagt en geen A krijgt, kan de wijde scope lezing nog steeds waar zijn, omdat het niet het specifieke gedicht is. De nauwe scope lezing is in deze situatie echter niet meer waar, want het was wel een moeilijk gedicht. Het is hier dus wel degelijk noodzakelijk om de wijde scope lezing te genereren. Zin 22 is een soortgelijk voorbeeld, de wijde scope lezing impliceert niet de nauwe scope lezing. De nauwe scope lezing, die lezing die zegt dat het niet uitmaakt welk familielid er sterft om een huis te erven, kan onwaar zijn, terwijl de wijde scope lezing waar is. Als mijn opa sterft en ik erf geen huis, is de nauwe scope lezing duidelijk niet waar. Echter, de wijde scope lezing kan betekenen dat ik een huis zou erven alleen als mijn oma stierf. Deze betekenis kan nog steeds waar zijn. De bovenstaande argumenten zeggen alleen dat er zinnen zijn waarbij de wijde scope de nauwe scope niet impliceert en dat bij deze zinnen dus beide betekenissen gegenereerd moeten worden. Hierbij wordt echter niet gezegd of, als de entailment-relatie er wel is, beide lezingen gegenereerd moeten worden of dat genoegen genomen kan worden met één lezing, de nauwe scope. Negatie Zowel Reinhart(1976) als Cooper(1981) laten het achterwege uit te leggen waarom het nodig zou zijn slechts één betekenis te genereren als er sprake is van entailment tussen de wijde en nauwe scope lezing. Ruys(1992) probeert te achterhalen wat deze argumentatie geweest zou kunnen zijn. Ruys zegt dat een zin als 2 waar is als of 2a of 2b waar is, afhankelijk van welke betekenis de spreker of luisteraar toekent aan de zin. 2) Alle meisjes kussen een jongen. 2a) x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y)) 2b) y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y)) De waarheidwaarde is te representeren als een disjunctie van 2a en 2b, zoals weergegeven in 2e. 2e) x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y)) y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y)) Het tweede gedeelte (2b) voegt hier echter niets toe, omdat het slechts waar is als het eerste gedeelte (2a) ook waar is. Het tweede gedeelte kan dus achterwege gelaten worden. Zin 2a alleen is voldoende om de betekenis van 2 te representeren. Ruys(1992) laat echter zien dat er een probleem zit in deze redenering welke duidelijk naar voren komt bij de negatie van zinnen als 2. Zin 23 is de negatie van zin 2. Deze zin heeft net als zin 2 twee betekenissen, die weergegeven zijn in 23a en 23b, met in 23a de nauwe scope lezing en in 23b de wijde scope lezing. 23) Het is niet waar dat alle meisjes een jongen kussen. 23a) x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y)) 17

18 23b) y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y)) 23c) [ x (meisje(x) y jongen(y) kussen(x,y))] [ y (jongen(y) x (meisje(x) kussen(x,y))] Als we nu de argumentatie van Ruys(1992) aanhouden, zou 23 waar zijn als 23a waar is of als 23b waar is, zoals weergegeven in 23c. Nu is er echter een probleem, het is namelijk niet zo dat 23b 23a impliceert. Bij deze situatie is het juist andersom: 23a impliceert 23b. Als we de bovenstaande redenering aanhouden is het juist de nauwe scope betekenis die niet gegenereerd hoeft te worden. Er is wel degelijk een verplaatsing nodig om de juiste betekenis aan 23 toe te kennen. Als we met deze kennis blijven vasthouden aan de non-ambiguïteit analyse van Reinhart(1976) en Cooper(1981) komen we, zoals hierboven besproken, probleemgevallen tegen die niet uitgelegd kunnen worden zonder ambiguïteit. Deze problemen kunnen allemaal voorkomen worden door wel uit te gaan van scope ambiguïteit bij zinnen met indefiniete NP s. 2.2 Ambiguïteit van de indefiniete NP s Referentiële interpretatie en quantifier interpretatie Fodor en Sag(1982) kwamen met een andere oplossing voor het probleem dat ontstaat door scope ambiguïteit van indefinieten. Zij zijn van mening dat indefiniete NP s twee interpretatiemogelijkheden hebben: de referentiële interpretatie en de quantifier interpretatie. 24) A student in the syntax class cheated on the final exam. Volgens Fodor en Sag(1982) kan zin 24 op twee verschillende manieren gebruikt worden in een discours. Als eerste mogelijkheid kan de spreker bedoelen te zeggen dat er minimaal één student is die heeft gespiekt op het syntax tentamen. De spreker wil simpelweg zeggen dat de verzameling van spiekende studenten niet leeg is. Een tweede mogelijke bedoeling van de spreker zou kunnen zijn dat deze weet dat er een specifieke student heeft gespiekt op het tentamen, maar dat de spreker de naam niet weet of wil noemen. Dit is een pragmatisch onderscheid wat gemaakt wordt. Volgens Fodor en Sag(1982) is dit onderscheid wel vaker in de literatuur verwoord, maar is er nog nooit een bewijs geweest dat dit ook kan leiden tot een semantisch verschil. De logische equivalenten van deze twee betekenissen zijn echter dezelfde, zoals weergegeven in 24a. 24a) x(student(x) in-syntax-class(x) cheated-on-exam(x)) Als er een specifieke student is die gespiekt heeft op het tentamen is de verzameling van spiekende studenten niet leeg en als de verzameling van spiekende studenten niet leeg is, is er ook één specifieke student die gespiekt heeft op het tentamen. Wat Fodor en Sag(1982) dus beweren is dat er twee verschillende semantische analyses zijn die beide dezelfde waarheidscondities bevatten. Dit hoeft geen probleem te zijn, zeggen Fodor en Sag(1982). Er zijn namelijk wel meer zinnen denkbaar die volgens 18

19 de algemene theorie met betrekking tot syntax en semantiek, twee verschillende syntactische analyses kunnen hebben. De verschillende analyse leiden tot twee verschillende semantische interpretaties, die mogelijk dezelfde waarheidscondities kunnen hebben. Dat deze twee semantische interpretaties ook dezelfde logische notatie kunnen hebben, is misschien tegen de intuïtie in, maar formeel gezien niet onmogelijk. De ambiguïteit die er volgens Fodor en Sag(1982) bestaat is een lexicale ambiguïteit en twee verschillende syntactische analyses zijn dan ook niet nodig. Het is gelijk aan bank in de zin zij zit op de bank. Deze zin kan ook twee betekenissen hebben vanwege de ambiguïteit van het woord bank. Zoals we eerder hebben gezien heeft een theorie die slechts uitgaat van alleen de quantifier interpretatie, problemen met het formeel verantwoorden van mogelijk ambigue zinnen. Fodor en Sag(1982) zeggen dat een referentiële interpretatie een oplossing geeft voor dit probleem. De problemen doen zich voor met de wijde scope van de indefinieten; indefinieten lijken zich te kunnen verplaatsen over alle eilandgrenzen heen. Fodor en Sag(1982) zeggen echter dat er geen sprake is van verplaatsing. Dit lijkt alleen zo omdat de referentiële interpretatie de quantifier interpretatie met wijde scope impliceert. Bij de referentiële interpretatie is er geen sprake van een element dat een variabele bindt waardoor er geen problemen kunnen optreden vanwege eilandgrenzen. Als we terugkijken naar zin 24 kunnen we dit verduidelijken door te zeggen dat a student in dit voorbeeld, niet alleen een quantifier interpretatie heeft, maar ook een soort label kan zijn voor een vast element in het bewuste domein. In dit laatste geval heeft het dezelfde eigenschappen als bijvoorbeeld een naam. Referentiële indefinieten kunnen volgens Fodor en Sag(1982) ook in-situ, zonder verplaatsing, geïnterpreteerd worden, net als namen. Laten we het bovenstaande nog eens toelichten met voorbeeld zin 2. Volgens Fodor en Sag(1892) zou deze zin drie mogelijke LF s hebben zoals weergegeven in 2f, 2g en 2h. 2) Alle meisjes kussen een jongen. 2f) [Alle meisjes i [een jongen j [x i kussen x j ]]] 2g) [Een jongen j [alle meisjes i [x i kussen x j ]]] 2h) [Alle meisjes i [x i kussen een jongen]] Zin 2h wordt hierbij op dezelfde manier geïnterpreteerd als wanneer er had gestaan Alle meisjes kussen Piet. Bij deze laatste zin is het niet mogelijk dat het om verschillende Pieten gaat. Piet staat dus niet onder invloed van de kwantor Alle meisjes. Op dezelfde manier staat een jongen niet in de scope van Alle meisjes bij zin 2h en staat 2h dus in feite gelijk aan 2g. Fodor en Sag(1982) onderbouwen hun theorie met een aantal voorbeelden. Een aantal van deze voorbeelden laten zien dat de referentiële/quantifier interpretatie theorie gelijkwaardig is aan de quantifier interpretatietheorie. Deze voorbeelden zal ik hier verder niet bespreken. Maar bij een tweede soort voorbeelden die Fodor en Sag(1982) geven, laten ze zien dat er situaties zijn waarbij de quantifier interpretatie theorie alleen niet voldoende blijkt te zijn en de referentiële/quantifier interpretatie theorie wel een oplossing biedt. Enkele van deze voorbeelden zal ik hier kort toelichten. 19

20 Het eerste wat Fodor en Sag(1982) bespreken is dat als aangenomen wordt dat een indefiniete NP een element is dat scope heeft en een element is welke ongevoelig is voor island constraints, er een probleem optreedt. Dit komt duidelijk naar voren in het volgende voorbeeld. 25) every teacher overheard the rumor that a student of mine had been called before the dean. Deze zin bevat drie elementen met scope, waaronder één indefiniete NP, a student. Als er van uitgegaan wordt dat de indefiniete NP een element is met scope dat ongevoelig is voor island constraints zouden er drie lezingen van deze zin moeten zijn. Eén lezing met nauwe scope voor a student. Een tweede lezing met scope van a student over the rumor, waarbij a student nog steeds binnen de scope van every teacher staat. De laatste lezing is die waarbij de indefiniete NP wijde scope heeft over de gehele zin. De LF s van deze drie lezingen staan weergegeven in 25a, 25b en 25c. 25a) [ S every teacher i [ S t i overheard the rumor that [ S [a student of mine] j [ S t j had been called before the dean ]]]] 25b) [ S every teacher i [ S [a student of mine] j [ S t i overheard the rumor that [ S t j had been called before the dean ]]]] 25c) [ S [a student of mine] j [ S every teacher i [ S t i overheard the rumor that [ S t j had been called before the dean ]]]] Volgens Fodor en Sag(1982) is 25b echter geen mogelijke betekenis voor zin 25. Als er geen tussenliggende betekenis is, zou het onmogelijk zijn om een goede regel met betrekking op verplaatsing van indefiniete NP te maken. Het zou een regel moeten zijn die deze interpretatie van nauwe scope en wijde scope toestaat, waarbij de wijde scope ontstaat door verplaatsing. Maar deze regel zou tussenliggende scope moeten verbieden, een dergelijke soort regel zou volgens Fodor en Sag(1982) geheel adhoc zijn. Tussenliggende betekenissen Fodor en Sag(1982) beweren zoals besproken in de vorige paragraaf, dat wanneer QR niet mogelijk is vanwege island constraints, het toch zo kan lijken dat deze verplaatsing wel plaatsvindt vanwege de referentiële interpretatie. Het gevolg hiervan is dat er geen tussenliggende betekenissen mogelijk zijn; er is namelijk geen verplaatsing in de zin. Er zijn twee betekenissen, de quantifier interpretatie en de referentiële interpretatie. Volgens Fodor en Sag(1982) is de afwezigheid van tussenliggende betekenissen een argument voor de referentiële/quantifier interpretatie. Farkas(1981), Ruys(1992) en Abusch(1994) laten echter zien dat er bij sommige zinnen wel degelijk sprake kan zijn van een tussenliggende betekenis. Dit is een argument tegen de theorie van Fodor en Sag(1982), als er namelijk tussenliggende betekenissen zijn, zou er wel verplaatsing van de kwantor kunnen zijn. Ruys(1992) laat dit zien aan de hand van het volgende voorbeeld. 26) Every professor will rejoice if a student of his cheats on the exam. 20

21 Deze zin heeft volgens Ruys twee mogelijke betekenissen. De eerste betekenis zegt dat er voor elke professor een student is zodanig dat als deze student spiekt op het tentamen de docent blij zou zijn. De tweede betekenis is die lezing die zegt dat elke professor blij zou zijn als er een student is die spiekt op het tentamen. Het voornaamwoord his is hier gebonden aan de universele quantifier dus er kan geen sprake zijn van maximale wijde scope van a student of his en ook een referentiële betekenis behoort niet tot de opties. Toch heeft deze zin volgens Ruys(1992) de hierboven besproken twee betekenissen. Er is hier dus wel degelijk sprake van een tussenliggende scope. if kan zowel binnen de scope van a student of his vallen als buiten de scope, wat een argument is voor verplaatsing van de indefinieten. Abusch(1994) geeft eenzelfde soort voorbeeld met de volgende zin. 27) Each choreographer believes that it would be damaging for a dancer of his to quit the company. Naast de nauwe scope lezing, is er ook een lezing met tussenliggende scope. Dit is de lezing waarbij a dancer of his buiten de scope van believes staat, maar nog binnen de scope van each choreographer. De nauwe scope betekenis is dat elke choreograaf gelooft dat het schadelijk is voor een danser van hem, het maakt niet uit welke, om zijn dansgezelschap te verlaten. De tussenliggende scope betekenis is die betekenis, die zegt dat er voor elke choreograaf een specifieke danser is van hem waarvoor de choreograaf gelooft dat het schadelijk is voor de danser om zijn dansgezelschap te verlaten. Ook hier geldt weer dat er geen sprake kan zijn van de maximale wijde scope lezing of van een referentiële lezing omdat a dancer of his gebonden wordt door het voornaamwoord his aan each choreographer. Bij de voorbeelden van zowel Ruys(1992) als Abusch(1994) wordt gebruik gemaakt van een voornaamwoord dat gebonden is. Er is in de literatuur beweerd dat de tussenliggende lezingen van de indefinieten niet bestaan, maar dat de schijn er is van deze tussenliggende lezing vanwege het gebonden voornaamwoord. (Zie hier voor Kratzer (1995)). Farkas (1981) heeft echter al eerder laten zien dat er tussenliggende betekenissen zijn zonder gebruik van gebonden voornaamwoorden met het volgende voorbeeld. 28) Each student has to come up with three arguments which show that some condition proposed by Chomsky is wrong. Voorbeeldzin 28 kan duidelijk drie verschillende betekenissen hebben. De eerste mogelijke betekenis is dat iedere student drie argumenten moet geven tegen een conditie van Chomsky. Hierbij hoeft het niet telkens over dezelfde conditie te gaan (nauwe scope voor some condition). De tweede mogelijke betekenis is die waarbij alle argumenten, argumenten tegen dezelfde conditie moeten zijn. Maar deze conditie mag per student verschillen. (tussenliggende scope van some condition). De laatste betekenis is die met wijde scope van some condition, waarbij het voor alle studenten om dezelfde conditie gaat. Reinhart (1997) beargumenteert dat het niet zo kan zijn dat er bij deze zin slechts schijn is van een 21

22 tussenliggende betekenis en dat het niet gaat om een specifieke invulling van de nauwe scope betekenis. Dit doet Reinhart(1997) aan de hand van de volgende voorbeelden. 29) Most linguists have looked at every analysis that solves some problem. 29a) [Most linguists] 1 [[some problem] 3 [every analysis that solves e 3 ] 2 [e 1 looked at e 2 ]] Ook deze zin kan de tussenliggende betekenis hebben waarbij some problem scope heeft over every analysis maar nog binnen de scope van Most linguists valt. Deze lezing is geen implicatie van de nauwe scope lezing omdat het nog steeds kan zijn dat het voor iedere linguïst om een ander probleem gaat, maar de analyses die een linguïst bekeken heeft, gaan over datzelfde probleem. Van deze tussenliggende structuur is syntactische representatie weergegeven in 29a. Om deze lezing te krijgen is het nodig om de indefiniete NP uit een eiland te extraheren. Er zijn dus wel zinnen mogelijk waarbij een tussenliggende scope voor een mogelijk betekenis kan zorgen. Deze betekenissen kunnen niet referentiëel ondervangen worden: er moet wel sprake zijn van verplaatsing. Als er verplaatsing tot een tussenliggend niveau is - al dan niet met het negeren van island constraints -, is het niet aannemelijk om te zeggen dat de betekenis met de meest wijde scope lezingen niet gegenereerd wordt door verplaatsing, maar dat deze referentiëel bepaald wordt. Het sterkste argument van Fodor en Sag (1982) voor de referentiële benadering wordt hiermee teniet gedaan. 2.3 Nieuwe QR visie Nieuwe definitie van QR Zoals in hoofdstuk 1 besproken, is QR geen goede regel als het gaat om indefinieten. De verplaatsing van indefinieten blijkt minder beperkt te zijn dan QR voorschrijft. Daarnaast is QR vaak ook geen goede regel voor sterke kwantoren, deze blijken juist vaak meer beperkingen te hebben dat QR voorschrijft. Dit probleem met QR ontstaat omdat de subjacency condities niet voldoen. Als we aannemen dat subjacency geen beperking is voor verplaatsing worden veel problemen met indefinieten opgelost. Maar dan hebben we het probleem dat de sterke kwantoren zich juist wel verplaatsen volgens de subjacency conditie en in sommige gevallen zich zelfs nog aan strengere regels houden. In de jaren tachtig werd door o.a. Huang(1982), May(1985) en Chomsky(1986) geprobeerd om de QR visie aan te passen zodat de hierboven genoemde problemen verdwenen. Als eerste werd verondersteld dat QR geen move-α functie is, maar een speciale verplaatsingsfunctie die zich niet aan de subjacency conditie hoeft te houden. Door deze aanname zijn de problemen met de verplaatsing van indefiniete NP s verholpen. Nu is er echter nog een probleem met de verplaatsing van de sterke kwantoren, deze houden zich namelijk wel aan de island constraints. Het is zelfs zo dat sterke kwantoren in de meeste gevallen zich niet kunnen verplaatsen uit de clause waarin het zich bevindt. Dit komt duidelijk naar voren in de volgend voorbeelden, afkomstig uit Ruys(1992). 22

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Semantiek CKI/CAI Utrecht, herfst 2008 College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties

Nadere informatie

Semantiek 1 college 10. Jan Koster

Semantiek 1 college 10. Jan Koster Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde

Nadere informatie

Gegeneraliseerde Kwantoren

Gegeneraliseerde Kwantoren Semantiek CKI Utrecht, lente 2012 Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties tussen verzamelingen,

Nadere informatie

Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie. Boek. Overzicht van dit college. Anna Chernilovskaya. 7 juni 2011

Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie. Boek. Overzicht van dit college. Anna Chernilovskaya. 7 juni 2011 Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 7 juni 2011 Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van

Nadere informatie

2. Syntaxis en semantiek

2. Syntaxis en semantiek 2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 9

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 9 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 9 2/97 Vandaag: zesde college Regeer- en Bindtheorie (6/6) 3/97 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Semantiek 1 college 4. Jan Koster

Semantiek 1 college 4. Jan Koster Semantiek 1 college 4 Jan Koster 1 Uitgangspunt sinds vorige week Semantiek is representationeel (en niet referentieel), gebaseerd op interpretaties van sprekers en hoorders Geen scherpe scheiding tussen

Nadere informatie

Betekenis 2: lambda-abstractie

Betekenis 2: lambda-abstractie Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 4 June 2009 Wat? Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van

Nadere informatie

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006 De Sinn van fictie Wouter Bouvy 3079171 March 12, 2006 1 Inleiding Hoe is het mogelijk dat mensen de waarheid van proposities over fictie zo kunnen bepalen dat iedereen het er mee eens is? Kan een theorie

Nadere informatie

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

Embedded implicatures!?!

Embedded implicatures!?! Embedded implicatures!?! Belief reports Jan gelooft dat Piet ziek is. = Piet is ziek B j (Piet is ziek) Belief reports met scalaire elementen Jan gelooft dat Piet enkele boeken van Chomsky gelezen heeft

Nadere informatie

Opdrachten Werkcollege 4

Opdrachten Werkcollege 4 1. Vertaling in predicatenlogica Opdrachten Werkcollege 4 Vertaal de volgende zinnen naar de eerste orde predicatenlogica: Jan of Piet studeert wiskunde Moskou is een stad in Rusland Geen student die 5

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Ternaire relaties in ERDs zijn lastig

Ternaire relaties in ERDs zijn lastig Ternaire relaties in ERDs zijn lastig Maarten M. Fokkinga Versie van 3 juni 2002, 9:54 Inleiding In het afgelopen tentamen OIS (Ontwerpen van Informatiesystemen; 233026) stond onderstaande opgave over

Nadere informatie

Betekenis I: Semantiek

Betekenis I: Semantiek Betekenis I: Semantiek Marieke Schouwstra 21 mei De studie van betekenis Semantiek: de studie van betekenis in taal 17.1, 17.2, 17.3, vandaag Pragmatiek: de studie van betekenis in taalgebruik delen van

Nadere informatie

Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur

Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur Hoofdstuk 2, tot en met pagina 41. Maak opdrachten 1,2,3,4,5,7,9,10,11,15,16 *1 Met "welgevormd" wordt bedoeld dat de formule toegestaan

Nadere informatie

Formeel Denken. Herfst 2004

Formeel Denken. Herfst 2004 Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 8

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 8 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 8 2/89 Vandaag: vijfde college Regeer- en Bindtheorie (5/6) 3/89 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Logica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University

Logica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University Logica voor Informatica Propositielogica Syntax & Semantiek Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Wat is Logica? Afleiden van conclusies uit aannames Jan Sara Petra Schuldig

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 13 (slot)

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 13 (slot) LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 13 (slot) 2/69 Vandaag: vierde college Minimalisme (4/4) 3/69 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer!

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer! Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer! Dit tentamen bestaat uit 7 vragen. Lees elke vraag goed, en gebruik steeds de witte ruimte op de pagina, of de achterkant van

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 11 2/68 Vandaag: tweede college Minimalisme (2/4) 3/68 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Samenvatting. wh-vraagzinnen genoemd, omdat in het Engels dergelijke vraagwoorden met de letters wh beginnen.

Samenvatting. wh-vraagzinnen genoemd, omdat in het Engels dergelijke vraagwoorden met de letters wh beginnen. Samenvatting Talen verschillen in de wijze waarop woorden en zinnen of delen daarvan gecombineerd worden om een betekenisvolle expressie te vormen. Bijvoorbeeld, in de Engelse wh-vraagzin Who does John

Nadere informatie

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Wiskundige beweringen en hun bewijzen Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting. Bijlage B

Samenvatting. Bijlage B Bijlage B In dit proefschrift stellen we ons het doel de besluitvorming van agenten en de communicatie tussen deze agenten te beschrijven en te formaliseren opdat de agenten rechtvaardigbare opvattingen

Nadere informatie

Logic for Computer Science

Logic for Computer Science Logic for Computer Science 07 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vrijdag Aanstaande vrijdag is geen hoorcollege of werkcollege. De tussentoets is uitgesteld tot volgende week dinsdag.

Nadere informatie

i(i + 1) = xy + y = x + 1, y(1) = 2.

i(i + 1) = xy + y = x + 1, y(1) = 2. Kenmerk : Leibniz/toetsen/Re-Exam-Math A + B-45 Course : Mathematics A + B (Leibniz) Date : November 7, 204 Time : 45 645 hrs Motivate all your answers The use of electronic devices is not allowed [4 pt]

Nadere informatie

Inleiding: Semantiek

Inleiding: Semantiek Betekenis 1 Inleiding: Semantiek Semantiek: de studie van betekenis in taal Doel: modelleren hoe de betekenis van een zin of woordgroep is opgebouwd uit de betekenissen van de woorden. Inleiding: Drie

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 10

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 10 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 10 2/79 Vandaag: eerste college Minimalisme (1/4) 3/79 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 4 2/111 Vandaag: eerste college Regeer- en Bindtheorie (1/6) 3/111 Vandaag:! inhoudelijk gedeelte (een paar onderdelen van de theorie)! theoretisch

Nadere informatie

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen Propositielogica Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn Universiteit Antwerpen 24 augustus 2006 Propositionele connectoren Negatie Conjunctie Disjunctie Implicatie Equivalentie Propositionele

Nadere informatie

Logica voor Informatica

Logica voor Informatica Logica voor Informatica 10 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Syntax van predikatenlogica Alfabet Termen Welgevormde formulas (wff) 2 Alfabet van de predikatenlogica

Nadere informatie

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A.

The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. Link to publication Citation for published version (APA): van Rijn, M. A. (2017).

Nadere informatie

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1. Joost J. Joosten Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Het nutteloze syllogisme

Het nutteloze syllogisme Het nutteloze syllogisme Victor Gijsbers 21 februari 2006 De volgende tekst is een sectie uit een langer document over het nut van rationele argumentatie dat al een jaar onaangeraakt op mijn harde schijf

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 2 2/104 Vandaag: 3/104 Vandaag:! Algemene aspecten van de generatieve syntaxistheorie 4/104 Vandaag:! Algemene aspecten van de generatieve syntaxistheorie

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands De vraag die in dit proefschrift centraal staat, betreft de aard van aspectuele verschillen in het Russisch. Het belangrijkste doel is het aanwijzen van een eigenschap of

Nadere informatie

(4) [Rick op 16 mei:] Het tentamen dat jullie vandaag gaan maken is niet moeilijk.

(4) [Rick op 16 mei:] Het tentamen dat jullie vandaag gaan maken is niet moeilijk. Presuppositie Discourse-analyse Rick Nouwen Standaardvoorbeelden: (1) Mijn Porsche is stuk. >> de spreker heeft een Porsche (2) Het uitgebrande huis naast de AH bij mij om de hoek is verkocht. >> er is

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19158 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Temmerman, Tanja Maria Hugo Title: Multidominance, ellipsis, and quantifier scope

Nadere informatie

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785) Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Formele seman=ek Bijv. Proposi=elogica Informele seman=ek TAALWETENSCHAP Syntaxis Semantiek Pragmatiek Seman=sche categorieën Termen

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 12 2/96 Vandaag: derde college Minimalisme (3/4) 3/96 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Semantiek (2IT40) Jos Baeten. Formele Methoden. HG 7.19 tel.: Hoorcollege 1 (29 maart 2007)

Semantiek (2IT40) Jos Baeten. Formele Methoden.   HG 7.19 tel.: Hoorcollege 1 (29 maart 2007) Jos Formele Methoden josb@win.tue.nl http://www.win.tue.nl/~josb/ HG 7.19 tel.: 040 247 5155 Hoorcollege 1 (29 maart 2007) 2IT40 Organisatie Colstructie: docent: wanneer: donderdagen 3 e en 4 e uur waar:

Nadere informatie

Pragmatiek. 6 juni 2009

Pragmatiek. 6 juni 2009 Pragmatiek 6 juni 2009 Semantiek - Betekenis gedefinieerd in termen van verwijzing naar de werkelijkheid buiten de taal (denotatie) [[Jantje]] = het individu Jantje [[slaapt]] = de verzameling van slapende

Nadere informatie

De semantiek van zinnen met ook in het Nederlands Een onderzoek naar de semantische mogelijkheden voor samengestelde zinnen met ook.

De semantiek van zinnen met ook in het Nederlands Een onderzoek naar de semantische mogelijkheden voor samengestelde zinnen met ook. De semantiek van zinnen met ook in het Nederlands Een onderzoek naar de semantische mogelijkheden voor samengestelde zinnen met ook. Iris van der Wulp Studentnummer: 4295609 BA Eindwerkstuk Nederlandse

Nadere informatie

Caleidoscoop: Logica

Caleidoscoop: Logica Caleidoscoop: Logica Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 3 October, 2007 Overzicht 1 2 Negaties We gaan rekenen met proposities (beweringen). Bedenker: George Boole

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, hours.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, hours. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Examination 2DL04 Friday 16 november 2007, 14.00-17.00 hours. De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne propositie en predicaten-logica Syllogistiek

Nadere informatie

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER Inhoud Inleidend hoofdstuk 11 1. Logica als studie van de redenering 11 2. Logica als studie van deductieve redeneringen 13 3. Logica als formele logica Het onderscheid tussen redenering en redeneringsvorm

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

In deze les. Eerste orde logica. Elementen van EOL. Waarom eerste orde logica? Combinatie met logica. Variabelen en Kwantoren

In deze les. Eerste orde logica. Elementen van EOL. Waarom eerste orde logica? Combinatie met logica. Variabelen en Kwantoren In deze les Eerste orde logica Bart de Boer Waarom EOL? Syntax en semantiek van EOL Opfrisser Gebruik van EOL EOL in de Wumpus-wereld Waarom eerste orde logica? Eerste orde logica kan alles uitdrukken

Nadere informatie

2. Syntaxis en semantiek

2. Syntaxis en semantiek 2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus

Nadere informatie

Maak automatisch een geschikte configuratie van een softwaresysteem;

Maak automatisch een geschikte configuratie van een softwaresysteem; Joost Vennekens joost.vennekens@kuleuven.be Technologiecampus De Nayer We zijn geïnteresseerd in het oplossen van combinatorische problemen, zoals bijvoorbeeld: Bereken een lessenrooster die aan een aantal

Nadere informatie

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen mogelijk ook geschikt voor BSc Kunstmatige Intelligentie Alban Ponse section Theory of Computer Science Informatics Institute, University of Amsterdam

Nadere informatie

P l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012

P l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012 P l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012 Enkelvoud en meervoud in de morfosyntaxis: (1) a. Het meisje lacht/*lachen. b. De meisjes *lacht/lachen. c. Tina lacht/*lachen en Lotte lacht/*lachen.

Nadere informatie

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?

TAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne proposioe en predicaten- logica SyllogisOek

Nadere informatie

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen (29/01/15) 1. Benader de betekenis van de volgende Nederlandse zin zo goed mogelijk (6 punten) door een formule van de propositielogica: Als het regent word ik

Nadere informatie

Lexicografie en lexicologie

Lexicografie en lexicologie Lexicografie en lexicologie Basisliteratuur: Piet van Sterkenburg (ed.) (2003), A Practical Guide to Lexicography. John Benjamins Publishing Company, Amsterdam/Philadelphia. + aanvullende literatuur op

Nadere informatie

Lijnenspel. Remco van Groesen ( ) & Ellen Houbiers ( )

Lijnenspel. Remco van Groesen ( ) & Ellen Houbiers ( ) Lijnenspel Remco van Groesen (0769631) & Ellen Houbiers (0775493) Technische Universiteit Eindhoven Opdrachtgever: Benne de Weger Begeleider: Cor Hurkens 18 januari 2013 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2

Nadere informatie

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf! Martijn Hooning COLLEGE ANALYSE OPDRACHT 1 9 september 2009 Hierbij een paar vragen over twee stukken die we deze week en vorige week hebben besproken: Mondnacht van Schumann, en het eerste deel van het

Nadere informatie

Opdrachten Tarski s World

Opdrachten Tarski s World Opdrachten Tarski s World Logika thema 4 13 april 2004 1 Propositielogika 1.1 Atomaire proposities in Tarski s world Open de wereld, wittgens.sen, en het bestand met beweringen, wittgens.sen 1. Ga van

Nadere informatie

Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3

Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3 Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3 3.1 Stel ϕ, ψ α, β γ, en ψ, α, γ χ. Indien nu bovendien bekend wordt dat χ onwaar is, maar ψ en β waar, wat weet u dan over ϕ? oplossing:

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Definities Een propositie is een bewering die waar of onwaar is (er is geen derde mogelijkheid).

Nadere informatie

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen

Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen Honours projecten BSc Informatica: twee voorstellen mogelijk ook geschikt voor BSc Kunstmatige Intelligentie Alban Ponse section Theory of Computer Science Informatics Institute, University of Amsterdam

Nadere informatie

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/142381

Nadere informatie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 4: Waarheidstafels, Redeneringen, Syntaxis van PROP Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor de Fibonacci getallen geldt f 0 = f 1 = 1 (niet 0) Practicum 1 Practicum

Nadere informatie

Logica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University

Logica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University Logica voor Informatica predikatenlogica Syntax van predikatenlogica Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Redenering in Propositie Logica Als Jan zijn medicijnen neemt

Nadere informatie

Homework assignment 7 (Intensionality)

Homework assignment 7 (Intensionality) Homework assignment 7 (Intensionality) Semantiek 2013 Solutions Opgave 1 Bekijk de volgende zinnen: A. Lewis Carroll is Charles Dodgson, en Tina ontmoette Charles Dodgson. B. Lewis Carroll is Charles Dodgson,

Nadere informatie

Relationele Databases 2002/2003

Relationele Databases 2002/2003 1 Relationele Databases 2002/2003 Hoorcollege 4 8 mei 2003 Jaap Kamps & Maarten de Rijke April Juli 2003 Plan voor Vandaag Praktische dingen 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5. SQL Aantekeningen 2 Tabellen. Theorie

Nadere informatie

Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms

Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms Giso Dal (0752975) Pagina s 5 7 1 Deelverzameling Representatie

Nadere informatie

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe te leren voor de UNIT toetsen Hoe moet je nu beginnen met leren? We merken dat vooral leerlingen die net op school zitten moeite hebben met hoe ze nu een toets over New Inspiration (de units) moeten

Nadere informatie

Relationele Databases 2002/2003

Relationele Databases 2002/2003 Relationele Databases 2002/2003 Hoorcollege 4 8 mei 2003 Jaap Kamps & Maarten de Rijke April Juli 2003 1 Plan voor Vandaag Praktische dingen Huiswerk 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5. SQL Aantekeningen 2 Tabellen.

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

Logica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University

Logica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University Logica voor Informatica predikatenlogica Syntax van predikatenlogica Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Syllogistische redeneringen Syllogistische redeneringen zoals

Nadere informatie

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1. Joost J. Joosten Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde

Nadere informatie

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen Samenvatting Dit proefschrift gaat over de manier waarop mensen hun grammaticale kennis van hun moedertaal gebruiken terwijl ze luisteren en lezen. Het onderzoek concentreert zich op een bepaald type zinnen

Nadere informatie

De Syntax-Semantiekredenering van Searle

De Syntax-Semantiekredenering van Searle De Syntax-Semantiekredenering van Searle Seminar AI Eline Spauwen 22 mei 2007 Searles kritiek op Harde KI Inleiding Ik Mijn afstudeeronderzoek: Student-assistentschappen Searles kritiek op KI Filosofie

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

RAF belangrijk te onthouden

RAF belangrijk te onthouden RAF belangrijk te onthouden Auteur: Daan Pape Hoofdstuk 1 symbool omschrijving lees als negatie (ontkenning) p niet p het is niet zo dat p conjunctie p q p en q disjunctie p q p of q implicatie p q als

Nadere informatie

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1. Joost J. Joosten Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 22 februari 2013 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Free time! Better skills. Free time with Brenda and Brian. Worksheet

Free time! Better skills. Free time with Brenda and Brian. Worksheet 1 Free time! read a Stel je hebt een dag vrij van school. Schrijf op wat je dan gaat doen. b Lees de tekst en schrijf op welke dingen Brian en Brenda voorstellen om te doen op een vrije dag. Free time

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

SYNTAXIS EN SEMANTIEK: BEREIK IN HET NEDERLANDS

SYNTAXIS EN SEMANTIEK: BEREIK IN HET NEDERLANDS SYNTAXIS EN SEMANTIEK: BEREIK IN HET NEDERLANDS Eddy Ruys Taal is de systematische verbinding van een vorm (klank) met een betekenis. * Wie betekenissen wil beschrijven, en wil verklaren hoe het komt dat

Nadere informatie

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer Samenvatting TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

University of Groningen. Acquiring quantification Smits, Erik-Jan

University of Groningen. Acquiring quantification Smits, Erik-Jan University of Groningen Acquiring quantification Smits, Erik-Jan IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate. 1 Test yourself read a Lees de vragen van de test. Waar gaat deze test over? Flash info 1 In the morning I always make my bed. A Yes. B No. C Sometimes, when I feel like it. 2 When I see an old lady with

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29991 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sun, Hongyuan Title: Temporal construals of bare predicates in Mandarin Chinese

Nadere informatie

0515 DUTCH (FOREIGN LANGUAGE)

0515 DUTCH (FOREIGN LANGUAGE) UNIVERSITY OF CAMBRIDGE INTERNATIONAL EXAMINATIONS International General Certificate of Secondary Education MARK SCHEME for the May/June 2011 question paper for the guidance of teachers 0515 DUTCH (FOREIGN

Nadere informatie

Predikatenlogica in Vogelvlucht

Predikatenlogica in Vogelvlucht in Vogelvlucht Albert Visser Filosofie, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht 10 oktober, 2013 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 In de propositielogica behandelen we de interne

Nadere informatie

Handleiding Nederlandse Besteksystematiek

Handleiding Nederlandse Besteksystematiek Handleiding Nederlandse Besteksystematiek Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 NBS... 3 1.2 De NBS Catalogus... 3 2 Bestek, algemeen... 4 2.1 Het bestek... 4 2.2 De beschrijving van het werk... 4 2.3 De

Nadere informatie

College Logica voor CKI

College Logica voor CKI College Logica voor CKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 15 oktober, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Syntaxis De eerste ronde: Constanten:

Nadere informatie

Samenvatting. subject I

Samenvatting. subject I 221 Samenvatting Recente ontwikkelingen in de generatieve taalkunde hebben niet geleid niet tot nieuwe inzichten omtrent de factoren die de positie van het finiete werkwoord in een bevestigende zin bepalen.

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie