Aan de Nationale Ombudsman Bezuidenhoutseweg AG Den Haag. Betreft: klacht over handelswijze van de Universiteit Utrecht

Transcriptie

1 Aan de Nationale Ombudsman Bezuidenhoutseweg AG Den Haag Betreft: klacht over handelswijze van de Universiteit Utrecht Rijswijk, 14 juni 2011 Geachte Ombudsman, In oktober 2009 heb ik een klacht ingediend bij het College van Bestuur (CvB) van de Universiteit Utrecht (UU) wegens wetenschappelijke fraude door enkele onderzoekers. Ik verzocht daarin om een rectificatie. Begin dit jaar heeft de universiteit mijn klacht definitief afgewezen. Ik vind dat de UU deze zaak onbehoorlijk heeft afgehandeld. Ik heb begrepen dat ik niet in beroep kan bij de bestuursrechter en dat de gang naar de ombudsman voor mij de enige mogelijkheid is om me te beklagen over de handelswijze van de UU. Ik verzoek u het CvB terecht te wijzen, en opdracht te geven tot een rectificatie. Ook het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) heeft in deze zaak onbehoorlijk gehandeld. Het LOWI is ingesteld door de universiteiten en de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). Het LOWI is weliswaar geen bestuursorgaan, maar u zou u toch kunnen uitspreken over het handelen van het LOWI. Aanleiding voor mijn klacht in 2009 was het rapport Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart?, opgesteld door onderzoekers van de afdeling Algemene Sociale Wetenschappen in september In het bijzonder had ik bezwaar tegen het optreden van onderzoekster Stevens in het TV programma NOVA waarin zij geïnterviewd werd over de onderzoeksresultaten. De kijkers zijn daar voorgelogen, en ik vind dat dit op TV rechtgezet moet worden. Ik heb geklaagd bij de onderzoekster, maar zij reageerde in het geheel niet. Ik stuurde een klacht naar het CvB. Het CvB liet de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de UU de klacht beoordelen. Begin december 2009 hoorde de CWI de onderzoekers en mij; ik zond daarvoor een pleidooi in dat ik ook plaatste op de website van de onderzoeksjournalist Joost Niemöller. Ik gaf daarin een reeks manipulaties aan waarmee de onderzoekers de pers en het publiek op het verkeerde been zetten. Ik schreef onder andere: Die avond werd onderzoekster Gonneke Stevens op Nova geïnterviewd. Daarbij zei de Nova verslaggever: Marokkanen stelen meer; Nederlanders verkrachten meer en plegen meer zinloos geweld en allerlei andere enge dingen. De onderzoekster antwoordde: Als je het zo zou willen stellen, kun je het zo zeggen, ja.. Deze uitspraak is echter volkomen onjuist. De stelling van de journalist volgt niet uit het onderzoek. In het rapport staan wel ruwe cijfers over opgemaakte processen-verbaal. Daaruit blijkt juist dat Marokkanen gemiddeld ook meer verkrachten en zinloos geweld plegen dan Nederlanders. Op de site van Nova rekent ene Paul Hekkens voor dat de gemiddelde Marokkaanse jongen zelfs 3,5 maal zo vaak verkracht als de Nederlandse jongens. 1

2 Alleen zijn zij nog veel sterker gespecialiseerd in berovingen en diefstal, wat eufemistisch vermogensdelicten heet in het rapport, en stelen bij Nova. Op die manier valt het met het zinloze en seksuele geweld door Marokkanen toch weer een beetje mee. Met zo n manipulatieve methodiek kan je altijd wel een lichtpuntje ontdekken in de criminaliteit van de multiculturele samenleving. In maart 2010 zond het CWI de betrokkenen een voorlopige conclusie. Daarin onder andere: De onderzoeksters geven aan dat zij in hun rapport en in de publiciteit hierover systematisch spreken over jongens in voorlopige hechtenis. De door de heer Van Delft aangehaalde zinnen uit het Nova interview zijn uit hun verband gehaald en alleen door deze zinnen geïsoleerd te presenteren kan de indruk worden gewekt die de heer Van Delft beschrijft. Mij viel op dat dit argument van de verdediging onhoudbaar was, en ik heb daarover direct en uitvoerig gemotiveerd bezwaar aangetekend bij de CWI: De tweede zin ( De door de heer Van Delft...beschrijft, AvD) is cruciaal. Er zal nog veel discussie over komen. De commissie maakt verderop niet expliciet duidelijk in hoeverre zij het met die tweede zin eens is. Ik vind dat de commissie daar klip en klaar over moet zijn. Zijn de door mij aangehaalde zinnen volgens de commissie uit de context gehaald en kon alleen op die manier de beschreven indruk worden gewekt? Zo nee, zou de commissie dan niet op zijn minst enige twijfel moeten hebben gekregen in de integriteit van de onderzoekers? De argumentatie van de onderzoekers deugt van geen kant, zowel in theorie als in praktijk. Het interview bij Nova bestond uit twee maal een vraag en antwoord (zegge VA1 en VA2), waarvan ik alleen het tweede deel had weergegeven. Ik geef hier het hele interview weer: VA1 Journalist: Uw onderzoek heet: Marokkaanse Jeugddelinquenten, een klasse apart. Waar komt de titel vandaan? Stevens: In ons onderzoek vinden we heel duidelijk dat wanneer je Marokkaanse jeugddelinquenten vergelijkt met Nederlandse jeugddelinquenten, jongens die in voorlopige hechtenis zijn gesteld, dan vind je dat Marokkaanse jongens veel vaker vermogensdelicten plegen, en vermogensdelicten in combinatie met geweld, en dat is een relatief lichter vergrijp, en dat Marokkaanse jongens minder emotionele en gedragsproblemen hebben. VA2 Journalist: Simpel gesteld: Marokkanen stelen meer, Nederlanders verkrachten meer en plegen meer zinloos geweld en allerlei andere enge dingen"? Stevens: "Als je het zo zou willen stellen, kun je het zo zeggen, ja De context van VA1 is de beperking tot jeugddelinquenten. Ik stel dat die context niet van toepassing kan zijn voor VA2, omdat de onbepaalde termen "Marokkanen" en "Nederlanders" in alleen maar kunnen slaan op de groepen in de maatschappij. Sterker nog, de bijbehorende werkwoorden als "stelen" 2

3 staan in de tegenwoordige tijd. Ze verwijzen naar een voortdurende handeling, die niet in de inrichtingen kan plaatsvinden. Geen inleidende context kan dat veranderen. De claim dat alleen door deze zinnen geïsoleerd te presenteren de onjuiste indruk kan worden gewekt klopt pertinent niet. De onjuiste indruk is gewekt bij vrijwel alle NOVA kijkers, en die hebben het hele interview gezien. Sterker nog, dezelfde onjuiste indruk is gewekt bij veel journalisten, getuige de weerslag van het rapport in de pers. En dat was niet op basis van de "geïsoleerde zinnen" (VA2); de indruk is bij hen gewekt op basis van het rapport, dat de context van jeugddelinquenten noemde, als in VA1. De CWI kwam in mei met een definitieve conclusie. Daarin bleek niets gedaan te zijn met mijn bezwaar tegen de verdediging. In juni 2010 wees het CvB mijn klacht over de fraude voorlopig af. Naar mijn mening had het CvB òf mijn weerlegging van de verdediging moeten weerleggen, òf mijn klacht gegrond moeten verklaren. Ik ging op 1 juli in beroep bij het LOWI. Het LOWI is met het oog op dit soort conflicten ingesteld door de Nederlandse universiteiten en de KNAW. In mijn beroep schreef ik het LOWI onder andere: Kern van mijn klacht is dat er in het betreffende onderzoek sterk gemanipuleerd is. In het TV programma Nova zijn kijkers belogen en bedrogen. De verdediging van de onderzoeksters voor het optreden van mevrouw Stevens bij Nova deugt niet. Ik heb dat in mijn reactie op de voorlopige conclusie m.i. hard aangetoond. Ik wil van het LOWI in het bijzonder ook de mening over die verdediging weten. Als die verdediging inderdaad niet deugt, zou de universiteit minstens het optreden van de onderzoekster moeten rectificeren, bij Nova, of bij het programma dat Nova gaat opvolgen. Is het LOWI het daarmee eens? Ik vraag ook een oordeel over de andere manipulaties die ik bij het CWI heb aangekaart, ook bij het onderzoek naar de criminele veelplegers. Zou de universiteit deze onderzoeken moeten rectificeren, met een minstens zo groot bereik als bij de eerdere publicaties? In november 2010 was er een hoorzitting bij het LOWI. Ik had gevraagd of het toegestaan was om beelden geluidsopnames te maken, maar dat werd afgewezen omdat de procedure vertrouwelijk zou zijn. Op die hoorzitting is van alles besproken, waaronder de ondeugdelijkheid van de verdediging. Ik heb ook aangevoerd dat de onderzoeksters hun claim zouden moeten staven; het is eenvoudig op een wetenschappelijk verantwoorde manier vast te stellen. De vertegenwoordigers van het LOWI leken het daar mee eens te zijn. Begin januari 2011 kwam het LOWI met het advies naar het CvB: negatief. Korte tijd later wees het CvB definitief mijn klacht af. Maar het LOWI speelde vuil spel. In het advies schreef het LOWI niets over de door mij aangevoerde ondeugdelijkheid van de verdediging. Ik had daar duidelijk expliciet om gevraagd in mijn beroepsschrift van 1 juli, en ook tijdens de hoorzitting hadden we er uitgebreid over gesproken. Maar er was niets van terug te vinden in het advies naar het CvB. Het LOWI heeft in de tekst van haar advies verder mijn standpunt schandalig en lasterlijk verdraaid. Het LOWI suggereerde dat ik de onderzoekers hun academische vrijheid wil ontzeggen. Zoiets is in mijn ogen een 3

4 doodzonde voor een academicus. Het LOWI gaat dan deze karikatuur van mij bestrijden, terwijl het probleempunt van de ondeugdelijke verdediging onder de tafel wordt geveegd. Overigens is mijn al dan niet negatieve standpunt over de wenselijkheid van dat onderzoek helemaal niet relevant in relatie tot mijn klacht. In alle stukken die ik in de 13 maanden vóór de hoorzitting had geschreven, gaf ik duidelijk aan dat het mij ging om de manipulatie door de onderzoekers. Op basis van het ondeugdelijke advies door het LOWI heeft het CvB dus uiteindelijk mijn oorspronkelijke klacht afgewezen. Omdat het LOWI een grote rol speelt in de klachtafhandeling verzoek ik u daar ook een uitspraak over te doen. Overigens deelde het LOWI mee dat ze haar advies aan het CvB in maart van dit jaar op de website zou zetten, in geanonimiseerde vorm. Ik heb dat willen afwachten voordat ik u benaderde, maar het is alweer drie maanden verder en er is nog niets verschenen op de site. Ik vind die plaatsing zeer relevant: ik beschouw de verklaring over mijn vermeende vijandschap tegenover de academische vrijheid namelijk als laster. Het feit dat het LOWI dit geanonimiseerd zou plaatsen maakt daarvoor niet zoveel uit. Wie een beetje Googlet zal snel de link met een eerdere publicatie over deze zaak vinden, zodat er van de anonimiteit weinig overblijft. Ik vind dat het LOWI de vertrouwelijkheid van de procedure heeft misbruikt door de hoorzitting vals weer te geven in haar advies. Ik had graag opnames willen maken, maar dat is mij vooraf verboden; vervolgens komt het LOWI zelf met een oncontroleerbare weergave. Ik vind dat het LOWI in het vervolg notulen zou moeten opmaken, en die aan de aanwezigen voor moeten leggen voor accordering. Om eventuele onenigheid daarover te voorkomen zou het LOWI geluidsopnames van de hoorzitting kunnen maken. Verder leek de achtergrond van de aanwezige leden van het LOWI bij de hoorzitting ook ongelukkig. Voorzitter Schuyt is zelf socioloog en jurist, en staat daarmee dicht bij de criminologie, het vakgebied waarop mijn klacht betrekking heeft. De andere drie aanwezigen van het LOWI waren ieder hoogleraar of emeritus hoogleraar aan de universiteit van Utrecht. Het schijnt mij toe dat daarmee de onafhankelijk in deze kwestie onvoldoende gewaarborgd was. Ik heb het LOWI eind januari 2011 aangeschreven over de vervalste weergave van de hoorzitting, en het verzwijgen van mijn argument over de ondeugdelijke verdediging. Het LOWI stuurde een antwoord waarin weer die ondeugdelijke verdediging niet expliciet werd genoemd. Verder schreef het onder andere: Het LOWI zelf is geen bestuursorgaan, maar het advies van het LOWI aan het College van Bestuur zal in een eventuele procedure bij de Nationale Ombudsman aan de orde kunnen komen. ROM. Namen van PDF documenten starten met de datum in formaat yymmdd. Hieronder geef ik een overzicht van de relevante gebeurtenissen en documenten die ik bijvoeg op CD- ñ Publicatie rapport Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart?, en interview in NOVA ñ AvD aan Stevens UU klacht.pdf ñ AvD aan CvB UU klacht over wetenschappelijke fraude.pdf 4

5 ñ AvD pleidooi voor CWI UU.pdf ñ CWI Voorgenomen conclusie.pdf ñ Stevens reactie op CWI UU voorgenomen conclusie.pdf ñ AvD reactie op CWI UU voorgenomen conclusie.pdf ñ CWI UU Definitieve conclusie.pdf ñ CvB UvU aanvankelijk oordeel.pdf ñ AvD aan LOWI klacht.pdf ñ AvD verslag hoorzitting LOWI.pdf ñ LOWI advies.pdf ñ LOWI begeleidende brief.pdf ñ CvB UU definitief oordeel.pdf ñ AvD klacht aan LOWI.pdf ñ LOWI reactie op klacht AvD.pdf Toevallig of niet: zeer recent, op 25 mei, plaatste De Volkskrant een column van Malou van Hintum die ten overvloede nog eens bevestigt dat mijn stelling over de verdediging juist is. Ook mevrouw van Hintum heeft de onjuiste indruk gekregen, en beslist niet doordat ze iets buiten de context las. Ze schreef namelijk onder andere: Dat Nederlandse jongens zich vaker schuldig maken aan gewelddadige delicten, seksuele delicten en brandstichting dan Marokkanen is oud nieuws. Het stond anderhalf jaar geleden al in de Volkskrant okkanengemeenten'%3f Mijn conclusie: onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben het publiek misleid en zouden moeten rectificeren. De universiteit heeft samen met het LOWI mijn fraudeklacht daarover zeer onbehoorlijk afgehandeld. Ik heb herhaaldelijk uitvoerig gewezen op de ondeugdelijkheid van de verdediging door de onderzoekers, maar dat is onder de mat geschoven. In plaats daarvan voerde het LOWI een lasterlijke karikatuur op van mijn motivatie voor deze klacht. Ik verzoek u om de universiteit en het LOWI terecht te wijzen. Graag verneem ik van u wanneer u deze klacht in behandeling neemt. Hoogachtend, Andre van Delft Sir Winston Churchilllaan 1009-A 2286 AD Rijswijk 5