PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie"

Transcriptie

1 Nr.68 5 november e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vee en Vlees Ontwerp- Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010 Verordening van het Productschap Vee en Vlees van houdende regels ter uitvoering van het Fokkerijbesluit betreffende de erkenning van organisaties die één of meer stamboeken bijhouden of instellen en de erkenning van organisaties die verantwoordelijk zijn voor de reglementering van prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen (Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) 2010). Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op artikel 11, eerste lid, van het Fokkerijbesluit en de artikelen 96, 97 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, Gezien richtlijn nr. 2009/157/EG van de Raad van 30 november 2009 betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 323); richtlijn nr. 87/328/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1987 betreffende de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting (PbEG L 167); richtlijn nr. 88/661/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PbEG L 382); richtlijn nr. 89/361/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en geiten (PbEG L 153); richtlijn nr. 90/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1990 betreffende de toelating van raszuivere fokvarkens tot de voortplanting (PbEG L 71); richtlijn nr. 90/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1990 betreffende de toelating van hybride fokvarkens tot de voortplanting (PbEG L 71); richtlijn 90/427/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (PbEG L 224); richtlijn nr. 91/174/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 maart 1991 inzake zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren en tot wijziging van de richtlijnen 77/504/EEG en 90/425/EEG (PbEG L 85) en richtlijn nr. 94/28/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 178), Besluit: 2

3 1. Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening neemt de terminologie als omschreven in artikel 1 van het Fokkerijbesluit over, en verstaat voorts onder: a. productschap : Productschap Vee en Vlees; b. bestuur : het bestuur van het productschap; c. voorzitter : de voorzitter van het productschap; d. Fokkerijbesluit : Besluit van 8 augustus 1994, houdende regelen betreffende het fokken van vee en overige diersoorten (Stb. 1994, 696); e. erkende organisatie : een op grond van deze verordening erkende organisatie; f. certificaat met afstammingsgegevens Artikel 2 : het certificaat als bedoeld in: Beschikking 2005/379/EG van de Commissie van 17 mei 2005 betreffende stamboekcertificaten en gegevens voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo s daarvan (PbEG L. 125), voor runderen en buffels, respectievelijk Beschikking 89/503/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van het certificaat voor raszuivere fokvarkens en voor sperma, eicellen en embryo s daarvan (PbEG L 247), voor raszuivere fokvarkens, respectievelijk Beschikking 89/506/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van het certificaat voor hybride fokvarkens en voor sperma, eicellen en embryo s daarvan (PbEG L 247), voor hybride fokvarkens, respectievelijk Beschikking 90/258/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 houdende vaststelling van het zoötechnisch certificaat voor raszuivere fokschapen- en geiten en voor sperma, eicellen en embryo s daarvan (PbEG L 145), voor schapen en geiten, en respectievelijk Beschikking 96/79/EG van de Commissie van 12 januari 1996 tot vaststelling van de fokkerijcertificaten voor sperma, eicellen en embryo s van geregistreerde paardachtigen (PbEG L 109), voor paardachtigen. 2. Toepassingsgebied Deze verordening regelt de erkenning van in Nederland gevestigde organisaties, a. die één of meer stamboeken of registers bijhouden of instellen voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten of paardachtigen; b. die prestatieonderzoek uitvoeren voor runderen en buffels, varkens of voor schapen en geiten, of die verantwoordelijk zijn voor de reglementering van prestatieonderzoek voor runderen en buffels; c. die genetische waarden beoordelen van runderen en buffels, varkens of van schapen en geiten en de geschatte waarden publiceren, of die verantwoordelijk zijn voor de reglementering van de beoordeling van genetische waarden en de publicatie van de geschatte genetische waarden van runderen en buffels. 3

4 3. Algemene bepalingen Artikel 3 1. Aan een organisatie wordt op aanvraag erkenning verleend voor: a. het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken of registers voor runderen en buffels, varkens, schapen en geiten of paardachtigen, indien wordt voldaan aan de in Bijlage I opgenomen erkenningsvoorwaarden; b. de reglementering en de uitvoering van prestatieonderzoek of alleen de uitvoering van prestatieonderzoek voor runderen en buffels, of de uitvoering van prestatieonderzoek voor varkens of schapen en geiten, indien wordt voldaan aan de in Bijlage II opgenomen erkenningsvoorwaarden; c. de reglementering en de uitvoering of alleen de uitvoering van de beoordeling van genetische waarden van runderen en buffels of de uitvoering van de beoordeling van genetische waarden van varkens of schapen en geiten, en de publicatie van de geschatte waarden, indien wordt voldaan aan de in Bijlage III opgenomen erkenningsvoorwaarden. 2. Een erkenning, als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt niet verleend indien: a. niet is gewaarborgd dat de organisatie het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 6, eerste lid, van het Fokkerijbesluit, in acht neemt, of b. voor het ras reeds één of meer erkende organisaties bestaan, en: - erkenning van een nieuwe organisatie de instandhouding van het ras in gevaar zou kunnen brengen, of - de uitvoering van het zoötechnisch programma van één of meer van de reeds erkende organisaties zou kunnen doorkruisen, of indien het paardachtigen betreft tevens indien: - de paardachtigen van het ras kunnen worden ingeschreven of geregistreerd in een bijzondere sectie van een stamboek dat wordt bijgehouden door een organisatie of vereniging die met name voor deze sectie de beginselen in acht neemt die conform Bijlage I zijn vastgesteld door de erkende organisatie die het oorspronkelijke stamboek voor dat ras bijhoudt. Artikel 4 4. Aanvraag en verlenen van een erkenning 1. Een erkenning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt op aanvraag verleend door de voorzitter. 2. Aan een erkenning kunnen nadere voorschriften of voorwaarden worden verbonden. Een erkenning kan onder beperkingen worden verleend. 3. Een erkenning is geldig voor vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van het besluit waarbij de erkenning is verleend. In bijzondere gevallen kan de voorzitter de erkenning voor een kortere geldigheidsduur verlenen. 4. Alvorens op een aanvraag te beslissen, wint de voorzitter advies in bij de desbetreffende Commissie van Advies, genoemd in artikel 11, eerste lid. 5. Op een aanvraag wordt beslist binnen twintig weken na de dag van ontvangst van de aanvraag. Deze beslistermijn kan worden verlengd met vier weken. Artikel 5 1. De aanvraag, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt ingediend bij de voorzitter door indiening van een volledig en naar waarheid ingevuld en ondertekend aanvraagformulier overeenkomstig het bij besluit vastgestelde model formulier aanvraag erkenning. 4

5 2. Bij het in het eerste lid bedoelde besluit, stelt het bestuur tevens vast welke documenten ten minste het aanvraagformulier vergezellen. 3. De voorzitter kan aanvullende informatie en documenten verlangen indien hij dat noodzakelijk acht voor het beoordelen van de aanvraag tot erkenning. De voorzitter stelt een termijn voor het indienen van de verlangde aanvullende informatie en documenten. 4. Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 6 5. Verlenging van een erkenning 1. Op aanvraag kan verlenging van een erkenning als bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden verleend voor een periode van vijf jaar en zo vervolgens telkens voor een periode van vijf jaar. In bijzondere gevallen kan de voorzitter besluiten de verlenging voor een kortere periode te verlenen. 2. De aanvraag wordt ingediend bij de voorzitter door indiening van een volledig en naar waarheid ingevuld en ondertekend formulier aanvraag verlenging overeenkomstig het bij besluit van het bestuur vastgestelde model formulier aanvraag verlenging. 3. Bij het in het tweede lid bedoelde besluit, stelt het bestuur tevens vast welke documenten ten minste het formulier aanvraag verlenging vergezellen. 4. De voorzitter kan aanvullende informatie en documenten verlangen indien hij dat noodzakelijk acht voor het beoordelen van de aanvraag tot verlenging van een erkenning. De voorzitter stelt een termijn voor het indienen van de gevraagde aanvullende informatie en documenten. 5. Alvorens op een aanvraag tot verlenging te beslissen, wint de voorzitter advies in bij de desbetreffende Commissie van Advies, genoemd in artikel 10, eerste lid. 6. Het in het tweede lid bedoelde besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 7 1. De aanvraag tot verlenging wordt ten minste drie maanden, maar niet eerder dan zes maanden, voor het verstrijken van de periode waarvoor de erkenning is verleend, ingediend. 2. De voorzitter beslist voor het verstrijken van de periode waarvoor de erkenning is verleend op de aanvraag tot verlenging. 3. Indien de voorzitter niet voor het verstrijken van de periode bedoeld in het tweede lid heeft beslist, wordt de erkenning automatisch verlengd tot de dag waarop de voorzitter op de aanvraag tot verlenging heeft beslist plus één dag. 4. Het derde lid is alleen van toepassing indien: a. de aanvraag tot verlenging tijdig, vergezeld van de vereiste informatie en documenten en op de in artikel 6, tweede lid, voorgeschreven wijze is ingediend, of b. de voorzitter na een indiening, als genoemd onder a, om aanvullende informatie en documenten als bedoeld in artikel 6, vierde lid, heeft verzocht. 5

6 6. Intrekking van een erkenning Artikel 8 1. De voorzitter trekt een erkenning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in, indien: a. de erkende organisatie niet meer voldoet aan één of meer van de erkenningsvoorwaarden; b. onvoldoende is gewaarborgd dat de erkende organisatie de in artikel 2, eerste lid, en artikel 6, eerste lid, van het Fokkerijbesluit bedoelde voorschriften naleeft; c. de erkende organisatie de bij deze verordening gestelde verplichtingen niet naleeft; d. de voorzitter vaststelt dat de gegevens of documenten, die in het kader van de aanvraag tot erkenning, de aanvraag tot verlenging van de erkenning, of de jaarlijkse rapportage zijn verstrekt, onjuist of onvolledig zijn, of e. de erkende organisatie daarom verzoekt. 2. Het in het eerste lid, onder d., bepaalde is niet van toepassing indien de onjuiste of onvolledige gegevens of documenten niet hebben geleid tot een ander besluit op de aanvraag dan wanneer ten tijde van de beoordeling van de aanvraag wel de juiste en volledige informatie en documenten bekend zouden zijn geweest. 3. Alvorens tot het intrekken, als bedoeld in het eerste lid, onder a. tot en met d., te beslissen, wint de voorzitter advies in bij de desbetreffende Commissie van Advies, genoemd in artikel 10, eerste lid. 4. In afwijking van het derde lid, kan de voorzitter, in zeer uitzonderlijke omstandigheden, een erkenning met onmiddellijke ingang intrekken. Artikel 9 7. Verplichtingen van een erkende organisatie 1. Een erkende organisatie blijft voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, bedoeld in artikel 3, eerste lid. 2. Een erkende organisatie is verplicht elke wijziging die raakt aan de voldoening aan de erkenningsvoorwaarden of de verplichtingen uit deze verordening onmiddellijk schriftelijk aan de voorzitter door te geven, vergezeld van beschikbare documenten. 3. Een erkende organisatie stelt de voorzitter ieder kalenderjaar vóór 1 mei in het bezit van een volledig en naar waarheid ingevulde en ondertekende rapportage overeenkomstig het bij besluit van het bestuur vastgestelde model formulier jaarlijkse rapportage, vergezeld van de daarin aangeduide informatie en documenten. 4. Het derde lid is niet van toepassing in het kalenderjaar waarin de periode van erkenning verstrijkt en een aanvraag tot verlenging van een erkenning, als bedoeld in artikel 6, is of wordt ingediend. In dat geval treedt de aanvraag tot verlenging van de erkenning in de plaats van de in het derde lid bedoelde rapportage. 5. Een erkende organisatie is verplicht de door de voorzitter aangewezen persoon, als bedoeld in artikel 13: a. al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die nodig worden geacht voor de vervulling van zijn taak; b. inzage te geven of te doen geven van de boeken en documenten en in de computerbestanden die nodig worden geacht voor de vervulling van zijn taak; c. te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot zijn kantoorruimten; d. toe te staan afschriften te maken van voor het toezicht relevante documenten. 6

7 6. Het in het derde lid bedoelde besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel Commissies van advies 1. Er is een: a. Commissie van Advies inzake Erkenningen en Toezicht Runder- en buffelfokkerij, hierna genoemd Commissie ETR, voor runderen en buffels; b. Commissie van Advies inzake Erkenningen en Toezicht Varkensfokkerij, hierna genoemd Commissie ETV, voor varkens; c. Commissie van Advies inzake Erkenningen en Toezicht Schapen- en geitenfokkerij, hierna genoemd Commissie ETS, voor schapen en geiten; d. Commissie van Advies inzake Erkenningen en Toezicht Paardenfokkerij, hierna genoemd Commissie ETP, voor paardachtigen. 2. De in het eerste lid genoemde commissies hebben tot taak de voorzitter te adviseren over het verlenen, verlengen en intrekken van erkenningen op de voet van deze verordening. Indien de voorzitter daarom verzoekt brengen de commissies tevens advies uit in het kader van het toezicht. Artikel De commissies, genoemd in artikel 10, eerste lid, bestaan ieder uit een voorzitter en twee leden, en worden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Voorts kunnen een plaatsvervangend voorzitter, plaatsvervangende leden en een plaatsvervangend ambtelijk secretaris worden benoemd. 2. De voorzitter benoemt bij besluit voor elk van de commissies de voorzitter, de leden en de ambtelijk secretaris. Plaatsvervangende voorzitters, plaatsvervangende leden en plaatsvervangende ambtelijk secretarissen van de commissies worden eveneens bij besluit van de voorzitter benoemd. 3. De (plaatsvervangende) voorzitters en (plaatsvervangende) leden van de commissies zijn niet verbonden aan het productschap, of een erkende organisatie of anderszins verbonden aan een organisatie waardoor belangenverstrengeling kan optreden. 4. De (plaatsvervangende) voorzitters en de (plaatsvervangende) leden worden benoemd op grond van hun aantoonbare deskundigheid op het gebied van fokkerij. 5. De (plaatsvervangende) voorzitters en de (plaatsvervangende) leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen telkens voor vier jaar worden herbenoemd. 6. De (plaatsvervangend) ambtelijk secretaris is een medewerker in dienst van het productschap, en is geen lid van de commissies. Artikel De commissies, genoemd in artikel 10, eerste lid, stellen een reglement van orde vast waarin zij hun werkwijze regelen. 2. Het in het eerste lid bedoelde reglement van orde behoeft de goedkeuring van het bestuur. 3. De commissies kunnen bij één of meer deskundigen advies of inlichtingen inwinnen. 7

8 4. Indien de commissies het noodzakelijk achten voor de advisering, kunnen zij aanvullende gegevens verlangen van de organisatie die de erkenning aanvraagt, onder het stellen van een termijn voor de ontvangst daarvan. 5. De commissies brengen hun advies uit binnen twaalf weken na de ontvangst van het verzoek om advies. Artikel Controle 1. De voorzitter wijst ten behoeve van controle op het naleven van de erkenningsvoorwaarden en de aan de erkenning verbonden verplichtingen een medewerker van Interne Auditdienst (IAD) van het productschap aan. 2. De in het eerste lid bedoelde persoon heeft tot taak feitenonderzoek uit te voeren ten behoeve van de controle op de naleving door erkende organisaties van de verplichtingen, genoemd in artikel Bij de uitoefening van zijn taak draagt de aangewezen medewerker een legitimatiebewijs dat is uitgegeven door het productschap. De aangewezen medewerker toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd. 4. De medewerker kan ter uitvoering van zijn taakuitoefening: a. inlichtingen vorderen; b. inzage vorderen van gegevens, documenten en computerbestanden; c. van gegevens en documenten afschriften maken, en d. indien het maken van afschriften niet ter plaatse kan geschieden, de gegevens en documenten voor dat doel voor korte tijd meenemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. 5. De medewerker past de in het vierde lid genoemde handelingen alleen toe voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. 6. De medewerker brengt binnen twee weken na het feitenonderzoek schriftelijk verslag van zijn bevindingen uit aan de voorzitter. De voorzitter informeert de betrokken organisatie over de bevindingen. Artikel Gegevensverwerking 1. De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens over erkende organisaties of organisaties die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend, worden in handen gesteld van de voorzitter. De gegevens worden, behoudens aan medewerkers van het productschap, de commissies, genoemd in artikel 10 en desgevraagd aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, niet verder bekend gemaakt. 2. De in het eerste lid bedoelde personen alsmede de (plaatsvervangend) voorzitters en (plaatsvervangende) leden van de in het eerste lid bedoelde commissies zijn gehouden de uit hoofde van hun taak verkregen gegevens vertrouwelijk te behandelen. 3. De voorzitter kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van erkende organisaties of organisaties die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde organisatie kunnen worden afgeleid. 8

9 4. Uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens over organisaties worden aan anderen dan de in het eerste lid genoemde personen en instanties slechts verstrekt voor zover dat in overeenstemming is met de artikelen 8 en 9 van de Wet bescherming persoonsgegevens. Artikel Overgangs- en slotbepalingen 1. De Verordening uitvoering fokkerijbesluit 2001 wordt ingetrokken. Erkenningen die zijn verleend op grond van de Verordening uitvoering fokkerijbesluit 2001 en die nog geldig zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, zijn geldig tot en met uiterlijk 30 september 2011 en worden beheerst door de bepalingen van de Verordening uitvoering fokkerijbesluit Aanvragen tot erkenning die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog in behandeling zijn, worden aangemerkt als aanvraag tot erkenning als bedoeld in deze verordening. Artikel De verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na haar bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 2. De verordening wordt aangehaald als: Verordening erkenningsvoorwaarden voor stamboeken, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting (PVV) Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR STAMBOEKEN, PRESTATIEONDERZOEK EN FOKWAARDESCHATTING (PVV) 2010 ALGEMEEN Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan de door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: Minister van LNV) in medebewind aan het productschap gegeven opdracht tot uitvoering van enkele onderdelen van het Fokkerijbesluit. De betreffende onderdelen hebben betrekking op een regeling voor het bijhouden van stamboeken voor dieren en nadere regels met betrekking tot prestatieonderzoek en de beoordeling van de genetische waarde van dieren (fokwaardeschatting). De gevorderde medewerking beslaat de diersoorten runderen en buffels, de varkens, de schapen en geiten, en de paardachtigen. Het Fokkerijbesluit is gebaseerd op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en implementeert enkele richtlijnen van de Europese Gemeenschap. Deze richtlijnen zijn gericht op harmonisatie van de nationale voorschriften met betrekking tot de raszuiverheid van dieren en beogen onder andere nationale, om zoötechnische redenen ingegeven verboden, beperkingen of belemmeringen ten aanzien van de handel in fokdieren weg te nemen. De richtlijnen bieden onder andere de basis voor diverse uitvoeringsmaatregelen via Europese beschikkingen, vast te stellen door de Commissie. Aan die mogelijkheid tot nadere communautaire regelgeving is voor een groot deel invulling gegeven. Aan het eind van deze toelichting op de verordening, pagina 13, is een overzicht opgenomen van communautaire regelgeving die van toepassing is of die met deze verordening is geïmplementeerd. 9

10 De opdracht tot medewerking van het productschap is vervat in artikel 11 van het Fokkerijbesluit. In dat artikel wordt de medewerking van het productschap gevorderd ter uitvoering van de artikelen 2, 3 en 5, en van het bepaalde krachtens artikel 7, tweede lid, ervan. De gevorderde medewerking bestaat samengevat uit het bij verordening stellen van nadere regels met betrekking tot het verlenen en intrekken van erkenningen van organisaties die stamboeken bijhouden, het feitelijk verlenen en intrekken van die erkenningen en het verrichten van werkzaamheden in dat verband. Daarnaast bestaat de gevorderde medewerking uit het bij verordening stellen van nadere regels met betrekking tot prestatieonderzoek en de beoordeling van genetische waarden van dieren en het verrichten van werkzaamheden in dat verband. De gevorderde medewerking betreft de runderen en buffels, de varkens, de schapen en geiten en de paardachtigen. In het Fokkerijbesluit is in artikel 7, tweede lid, de basis gelegd voor uitbreiding van de medebewindsopdracht naar andere diersoorten. Aan de mogelijkheid van bedoelde uitbreiding is evenwel tot op heden geen uitvoering gegeven. Voorts is voor paardachtigen in de Europese regelgeving geen uitvoering gegeven aan de mogelijkheid om prestatieonderzoek en fokwaardeschatting nader te regelen. Bij de andere sectoren is dat wel gedaan. Nederland heeft besloten daar ook zelf geen invulling aan te geven zodat deze verordening met betrekking tot de paardachtigensector alleen de erkenning van stamboeken regelt en dus niet het prestatieonderzoek en de fokwaardeschatting. De verordening is de opvolger van de Verordening uitvoering fokkerijbesluit Voordat het productschap de regelgeving die het op basis van de medebewindopdracht uitvoert onder zich kreeg, was dit de taak van het Landbouwschap. De door het Landbouwschap in dat verband opgestelde regelgeving is destijds bij het opheffen van het Landbouwschap nagenoeg onverkort overgenomen door het productschap in de vorm van de Verordening uitvoering fokkerijbesluit Met de inmiddels langdurige toepassing van de regelgeving zijn ervaringen opgedaan en inzichten verkregen die aanleiding zijn om de regelgeving integraal tegen het licht te houden. Dit heeft geresulteerd in een hercodificatie in de vorm van deze verordening waarmee de regelgeving bovendien is afgestemd op de huidige tijd. Bij de herziening die uiteindelijk heeft geleid tot deze verordening zijn het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de betreffende sectoren betrokken opdat een gedegen afstemming van de regeling kon plaatsvinden. Zo heeft overleg plaatsgevonden met diverse organisaties die de respectieve sectoren vertegenwoordigen. In de paardensector met de Koepel Fokkerij en de Sectorraad Paarden. In de schapen- en geitensector met het Platform voor de Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders en de Stichting Samenwerkende Schapen stamboeken. In de varkenssector en de runderen- en buffelsector opereren geen organisaties als voornoemde die de sector vertegenwoordigen. Bij de afstemming zijn voorts betrokken de drie adviescommissies, de Commissie Diergezondheid- en Kwaliteit Runderen PZ/PVV, de Adviescommissie Schapen en Geiten, de Commissie Varkenshouderij en de twee krachtens de Verordening uitvoering fokkerijbesluit 2001 ingestelde commissies erkenning en toezicht (Commissie ETP en Commissie ETS). Ook zijn alle ten tijde van de herziening erkende organisaties in de gelegenheid gesteld tot inspraak. Ten slotte is een aantal deskundigen op het gebied van fokkerij en genealogie geraadpleegd. Bij de herziening is gestreefd naar een voor alle vier de sectoren zo uniform mogelijke regeling. Daarbij dient evenwel niet uit het oog te worden verloren dat iedere sector zijn eigen karakter en eigen voorgeschiedenis en ontwikkeling heeft. Dit is ook terug te zien in de Europese regelgeving die ten grondslag ligt aan deze verordening. Om tot een met de Europese regelgeving overeenstemmende en een de sectoren respecterende en praktisch toepasbare regeling te komen is de regelgeving dan ook op onderdelen voor de sectoren verschillend uitgewerkt. De wijzigingen in het kader van de herziening betreffen in de eerste plaats de structuur van de regelgeving. In de tweede plaats is een aantal wijzigingen van beleidsmatige aard doorgevoerd. Zo is voor twee van de vier sectoren een directe koppeling ingevoerd van erkenning tot het houden en instellen van stamboeken aan erkenning voor het doen van prestatieonderzoek en fokwaardeschatting. Voor de runder- en buffelsector en de 10

11 varkenssector zijn commissies van advies voor erkenning en toezicht geïntroduceerd, zoals die al bestonden voor de andere twee sectoren. In het kader van de controle is voorts een aanvullend instrument opgenomen, te weten de aanwijzing van een persoon die expliciet belast is met feitenonderzoek naar de naleving door erkende organisaties van de erkenningsvoorwaarden en -verplichtingen. Een nieuw instrument in het kader van de handhaving betreft de mogelijkheid om in voorkomende gevallen een erkenning met onmiddellijke ingang in te trekken. Daarnaast is aan de erkenning een geldigheidsduur verbonden, terwijl deze voorheen voor onbepaalde tijd werd verleend. Ten slotte zijn de formulieren voor de aanvraag tot erkenning en voor de jaarlijkse rapportage in het kader van de controle verduidelijkt, voor zover mogelijk geüniformeerd en waar nodig gespecificeerd. Bij de erkenning van organisaties voor het bijhouden of instellen van stamboeken (en in de varkenshouderij ook registers voor de hybride fokvarkens) staat de fokkerij centraal. De fokkers vormen het uitgangspunt aangezien zij de populatie beheren en tezamen het gemeenschappelijke fokdoel nastreven. In de schapen- en geitensector en de paardensector is dit nog het meest duidelijk terug te zien. De fokkers vormen daar de spil van de verenigingen en organisaties die stamboeken bijhouden. In de varkenssector bestaat deze oorspronkelijke vorm niet meer. Daar is sprake van een meer gecommercialiseerde organisatievorm. Ook in de runder- en buffelsector is dit het geval. Niettemin blijft ook in die sectoren de fokkerij en daarmee de relatie tot de fokkers het uitgangspunt. Dit heeft zijn beslag gekregen in de regelgeving. Het belang van de relatie met de fokkers is onderschreven door de in de voorgaande alinea genoemde wijziging betreffende de koppeling van erkenning tot het houden en instellen van stamboeken aan erkenning voor het doen van prestatieonderzoek en fokwaardeschatting. Voorheen waren deze niet direct aan elkaar gekoppeld en was het in theorie mogelijk dat voor elk van de drie soorten erkenning (houden van stamboek, prestatieonderzoek en fokwaardeschatting) apart erkenning kon worden verkregen. Gelet op het doel van prestatieonderzoek en fokwaardeschatting is dat geen logische situatie. Fokkerij begint met het vaststellen van een fokdoel. Om dat fokdoel te bereiken moeten de resultaten gemeten kunnen worden. Dit gebeurt door middel van prestatieonderzoek. Met de uit dat prestatieonderzoek verkregen gegevens wordt vervolgens de genetische waarde van het dier bepaald zodat de fokker op basis daarvan een juiste keuze kan maken met betrekking tot de selectie van dieren voor de volgende generatie op basis van zijn fokdoel. Het zijn de fokkers, al dan niet verenigd in een organisatie, die verantwoordelijk is voor dit hele proces van de fokkerij. In de Europese regelgeving is terzake van de criteria voor erkenning voor het houden van stamboeken bepaald dat de organisatie allereerst doelstellingen moet hebben vastgesteld op fokgebied (fokdoel). Verder is bepaald dat de organisatie in staat moet zijn gebruik te maken van de gegevens over de zoötechnische prestaties (resultaten prestatieonderzoek). Bovendien moet een erkende organisatie beschikken over het systeem voor de benutting van de zoötechnische gegevens, waarmee de fokwaarde wordt uitgevoerd (berekening fokwaarde). Er is voor elke diersoort (behalve voor de paardachtigen) ook een Europese beschikking waarin nadere invulling gegeven wordt aan prestatieonderzoek en fokwaardeschatting. In de varkenshouderij en in de schapenen geitenhouderij is deze beschikking gericht op het vaststellen van de methoden inzake prestatieonderzoek en beoordeling van fokwaardeschatting. In de rundveehouderij is in de toepasselijke Europese regelgeving expliciet opgenomen dat lidstaten organisaties kunnen erkennen die verantwoordelijk zijn voor de reglementering van prestatieonderzoek en fokwaardeschatting. Voor de paardensector is tot op heden het prestatieonderzoek en fokwaardeschatting op Europees niveau niet nader ingevuld omdat de fokdoelen in de paardenhouderij zeer verschillend zijn (bijvoorbeeld trekpaard en Arabier). Gelet op de essentie van fokkerij waarbij de fokkers verantwoordelijk zijn voor het gehele fokproces is het volstrekt logisch de verantwoordelijkheid voor het prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen te koppelen aan het houden van stamboeken zoals dat in andere lidstaten ook het geval is. In de verordening is dan ook bepaald dat in de varkenssector en de schapen- en geitensector alleen een organisatie die erkend is voor het houden van een stamboek in aanmerking kan komen voor erkenning voor prestatieonderzoek en fokwaardeschatting. In de runderen- en buffelsector is de relatie en de verantwoordelijkheid van de fokkers gezekerd door de 11

12 bepaling zoals die ook is te vinden in de Europese regeling, namelijk dat de organisaties die erkenning (willen) hebben afstemming zoeken met de fokkers. Verder onderzocht gaat worden of deze zekering van de relatie afdoende is of dat ook in die sector de loskoppeling moet worden opgeheven. De status van een erkende organisatie biedt onder andere voordeel bij de export. In de meeste lidstaten is als voorwaarde om met een dier te mogen fokken dat het ingeschreven staat in een erkend stamboek. In de Europese regelgeving is voorts expliciet bepaald dat lidstaten kunnen eisen dat raszuivere dieren en het sperma of de eicellen en embryo s daarvan in het intracommunautaire handelsverkeer vergezeld gaan van een certificaat met afstammingsgegevens conform een in Europese regelgeving vastgesteld model. De Europese regelgeving waarbij de certificaten zijn geregeld zijn: Beschikking 2005/379/EG voor de runderen, Beschikking 89/503/EEG en Beschikking 89/506/EEG voor de varkens, Beschikking 90/258/EEG voor de schapen en geiten en Verordening (EG) No 504/2008 en Beschikking 96/79/EG voor de paardachtigen. Nederland heeft, evenals veel andere lidstaten van die mogelijkheid gebruik gemaakt zodat in Nederland zowel voor de export als voor de import van dieren geldt dat zij vergezeld moeten gaan van het certificaat met afstammingsgegevens. Met betrekking tot de runderen- en buffelsector is in de Europese regelgeving expliciet bepaald dat die certificaten alleen mogen worden afgegeven door erkende organisaties in de zin van deze verordening. Hoewel dat voor de andere sectoren niet expliciet is bepaald, is het aannemelijk dat dit wel is bedoeld. Een belangrijk aspect derhalve van de status van een erkende organisatie. Een organisatie die een stamboek bijhoudt en daarvoor erkenning heeft ingevolge deze verordening, maakt zichtbaar volgens de Europese regelgeving te werken. De organisatie wordt in het kader van de controle in verband met de erkenning bovendien gecontroleerd of hij alle verplichtingen daartoe naleeft, waaronder de betreffende Europese regelgeving. Door de inschrijving in een erkend stamboek voor een bepaald ras worden de afzetmogelijkheden van het dier verruimd en is het dier meer waard. Het dier kan bijvoorbeeld als fokmateriaal (zuiverras) worden geëxporteerd. Het geeft de fokkers ten slotte ook meer zekerheid dat op een betrouwbare manier de afstamming en de eigenschappen (prestatieonderzoek) van het dier, ouders en eventueel broers en zusters, worden vastgelegd, waardoor het mogelijk is om de juiste keuzes te maken om dieren te selecteren voor de volgende generatie. Op dit moment zijn er voor de vier diersoorten in totaal 69 erkende organisaties. Daarvan zijn er 65 erkend voor het bijhouden van één of meer stamboeken of registers. Een groot deel daarvan is ook erkend voor prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen. In de rundveehouderij zijn twee organisaties uitsluitend erkend voor het verrichten van prestatieonderzoek en twee organisaties uitsluitend voor het doen van fokwaardeschattingen en publicatie van de resultaten daarvan. Voor de handhaving van verordeningen in medebewind wordt in beginsel het handhavingstraject van de medebewindvorderende wet gevolgd, in dit geval de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd). Voor de handhaving van voorschriften die bij of krachtens de Gwwd zijn gesteld, zijn strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumenten voorzien. De verordening bevat evenwel geen verbodsbepalingen en biedt zodoende geen aanknopingspunt voor strafrechtelijke handhaving. De handhaving van de verordening is derhalve uitsluitend van bestuursrechtelijke aard. Dit houdt in dat een erkenning die is verleend, wordt ingetrokken als niet meer aan de bepalingen van de verordening wordt voldaan. Instrumenten voor het productschap om te beoordelen of nog aan de bepalingen wordt voldaan, zijn met name de verplichte jaarlijkse rapportage, de vijfjaarlijkse verlengingsplicht en het feitenonderzoek dat plaatsvindt door een speciaal daarvoor aangewezen persoon. De jaarlijkse rapportage is voor elke erkende organisatie verplicht. Indien de erkende organisatie niet tijdig de rapportage met de verlangde gegevens en documenten heeft ingediend, kan het productschap niet of onvoldoende beoordelen of door de erkende organisatie nog aan de verplichtingen wordt voldaan en is dat reden om tot het intrekken van de erkenning over te gaan. Het feitenonderzoek vindt in beginsel plaats op basis van de grootte van het risico dat een erkende 12

13 organisatie niet meer aan zijn verplichtingen uit de verordening voldoet en wanneer het productschap daarvoor concrete aanwijzingen heeft. Omdat het feitenonderzoek geen inhoudelijke beoordeling behelst, maar dient ter verzameling van gegevens ten behoeve van die beoordeling, is de persoon die belast is met het feitenonderzoek een medewerker van de Interne Auditdienst (IAD) van het productschap. De IADmedewerker heeft vanuit de aard van zijn taak ervaring met (administratieve) controlewerkzaamheden. Uitgangspunt van de erkenningsregeling is dat een erkenning wordt verleend als door de aanvragende organisatie aan alle voorwaarden daarvoor wordt voldaan. In overeenstemming met het daarover bepaalde in de Europese regelgeving kan daarvan worden afgeweken. In artikel 3, tweede lid, van de verordening is vermeld in welke gevallen dat kan. Bijvoorbeeld als door het verlenen van een erkenning aan een organisatie de uitvoering van het zoötechnisch programma van één of meer reeds erkende organisaties zou kunnen worden doorkruist. In dat geval kan de voorzitter besluiten dat, hoewel een organisatie aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, de erkenning toch niet wordt verleend. Het omgekeerde kan zich ook voordoen: hoewel de organisatie die erkenning aanvraagt niet voldoet aan alle voorwaarden kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een al dan niet voorwaardelijke erkenning kunnen rechtvaardigen. Gedacht moet worden aan zeldzame rassen, economisch belang of de positie van het ras in andere landen of het zijn van een uiterst uniek ras. Voordat de voorzitter zijn beslissing neemt over een aanvraag tot erkenning wint hij daarover advies in bij de desbetreffende Commissie van Advies. Dit geldt ook voor beslissingen op aanvragen tot verlenging van een erkenning en beslissingen aangaande het intrekken van erkenningen. Deze constructie bestond voor de herziening van de regelgeving al voor de schapen- en geitensector en de paardensector, maar nog niet voor de runderen- en buffelsector en varkenssector. In die sectoren werd het advies ingewonnen bij de DKR respectievelijk de Commissie Varkenshouderij. Dit zijn de adviescommissies die het bestuur adviseren, waarbij de DKR een gezamenlijke commissie is van het productschap en het Productschap Zuivel. Met de vernieuwde regelgeving is de procedure voor alle sectoren gelijk getrokken en is ook voor de runderen- en buffelsector en de varkenssector een commissie van advies ingevoerd. De functie van het inwinnen van advies komt daarmee bovendien beter tot zijn recht, gelet op de samenstelling en taak van de commissies. De commissies bestaan alle uit een voorzitter en twee leden. Om de onafhankelijkheid van de commissies te waarborgen is bepaald dat de voorzitter en leden niet zijn verbonden aan het productschap, een erkende organisatie of een de betreffende sector vertegenwoordigende sectororganisatie. Ten einde bovendien te verzekeren dat de commissies beschikken over de gewenste deskundigheid is bepaald dat de voorzitters en de leden worden benoemd op grond van hun wetenschappelijkeof ervaringsdeskundigheid op het gebied van fokkerij. De commissies worden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze is geen lid van de commissie maar ondersteunt deze en is contactpersoon voor de commissies, de desbetreffende aanvragende of erkende organisaties en de voorzitter. Voor het aanvragen van een erkenning of verlenging daarvan en voor de verplichte jaarlijkse rapportage moet gebruik worden gemaakt van door het bestuur vastgestelde gestandaardiseerde formulieren. Dit bewerkstelligt de verkrijging van alle benodigde informatie en documenten en faciliteert de aanvragende organisaties bij het verschaffen daarvan. In een drietal besluiten van het bestuur zijn de diverse formulieren vastgesteld. Eén voor de aanvraag tot erkenning, één voor de aanvraag tot verlenging van een erkenning en één voor de jaarlijkse rapportage. Om zoveel mogelijk recht te doen aan de verschillen tussen de sectoren zijn voor elke sector eigen formulieren vastgesteld. Bij de aanvraag tot verlenging en bij de jaarlijkse rapportage wordt bovendien getracht de administratieve last voor de erkende organisaties zo laag mogelijk te houden door alleen die informatie en documenten te verlangen die strikt noodzakelijk zijn voor de beoordeling. In dat verband zal de erkende organisatie alleen 13

14 die informatie en documenten van de in de gestandaardiseerde formulieren opgenomen informatie en documenten hoeven aan te leveren die als zodanig door het productschap op het formulier zijn aangeduid. Uitgangspunt daarbij is dat het productschap te allen tijde in staat moet zijn op zorgvuldige wijze te beoordelen of de erkende organisatie nog steeds voldoet aan de erkenningsvoorwaarden en -verplichtingen. Om de fokkerij in zijn geheel op het niveau en onder de werking van deze nieuwe verordening te brengen zal deze gaan gelden voor alle reeds erkende organisaties die nog erkend zijn op het moment van inwerkingtreding van de verordening. Teneinde de organisaties in de gelegenheid te stellen hun administratie en eventuele overige strijdigheden met de verordening in overeenstemming te brengen is een overgangsbepaling opgenomen. Deze houdt in dat bedoelde erkenningen geldig zijn tot en met 30 september 2011 en dat tot die tijd de bepalingen van de ingetrokken Verordening uitvoering fokkerijbesluit 2001 daarop van toepassing blijven. Onderstaand is een overzicht opgenomen van communautaire regelgeving die rechtstreeks van toepassing is verklaard of die met deze verordening is geïmplementeerd. RUNDEREN Erkenning van stamboeken Beschikking 84/247/EEG Inschrijving in stamboeken Beschikking 84/419/EEG Stamboekcertificaten Beschikking 2005/379/EG Identificatie en registratie Verordening (EG) nr. 1760/2000 Prestatieonderzoek en fokwaardeschatting Beschikking 2006/427/EG Toelating tot de voortplanting Richtlijn 87/328/EEG VARKENS Erkenning van raszuiver: Beschikking stamboeken 89/501/EEG Inschrijving in raszuiver: Beschikking stamboeken 89/502/EEG Stamboekcertificaten raszuiver: Beschikking 89/503/EEG Identificatie en registratie Prestatieonderzoek en fokwaardeschatting Toelating tot de raszuiver: Richtlijn voortplanting 90/118/EEG hybride: Beschikking 89/504/EEG hybride: Beschikking 89/505/EEG hybride: Beschikking 89/506/EEG Richtlijn 2008/71/EG Beschikking 89/507/EEG hybride: Richtlijn 90/119/EEG SCHAPEN EN GEITEN Erkenning van stamboeken Beschikking 90/254/EEG Inschrijving in stamboeken Beschikking 90/255/EEG Stamboekcertificaten Beschikking 90/258/EEG Identificatie en registratie Verordening (EG) nr. 21/2004 Prestatieonderzoek en fokwaardeschatting Beschikking 90/256/EEG Toelating tot de voortplanting Beschikking 90/257/EEG PAARDACHTIGEN Erkenning van stamboeken Beschikking 92/353/EEG Stamboekcertificaten Beschikking 96/79/EG Inschrijving in stamboeken Beschikking 96/78/EG Identificatie en registratie Verordening (EG) No 504/2008 Coördinatie tussen erkende stamboeken Beschikking 92/354/EEG 14

15 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING 1. Begripsbepalingen Artikel 1 In dit artikel zijn (kern)begrippen gedefinieerd voor zover dat nodig is voor een juiste en eenduidige lezing van de verordening. 2. Toepassingsgebied Artikel 2 In dit artikel is het toepassingsgebied van de verordening weergegeven. Het toepassingsgebied vindt zijn begrenzing in drie factoren. Allereerst betreft het uitsluitend in Nederland gevestigde organisaties. Dat wil zeggen organisaties die naar Nederlands recht zijn opgericht en mitsdien hun statutaire zetel in Nederland hebben. Organisaties die zijn gevestigd in andere lidstaten zullen voor het verkrijgen van een erkenning moeten voldoen aan de regelgeving die de betreffende lidstaat ter implementatie van de hier aan de orde zijnde Europese regelgeving heeft opgesteld, zoals ook Nederland dat door middel van deze verordening heeft gedaan. Erkenningen op basis van de respectieve regelingen zullen vervolgens over en weer tussen de lidstaten moeten worden gerespecteerd. In de tweede plaats is de toepassing van de verordening beperkt tot vier diersoorten: 1) runderen en buffels, 2) varkens, 3) schapen en geiten, en 4) paardachtigen. Als derde is het toepassingsbereik beperkt tot een drietal activiteiten waarvoor erkenning kan worden verkregen. Erkenning kan worden verkregen voor: 1. het bijhouden of instellen van één of meer stamboeken of registers (alle vier de diersoorten), 2. het uitvoeren (varkens en schapen en geiten), respectievelijk reglementeren en uitvoeren of alleen uitvoeren (runderen en buffels) van prestatieonderzoek en 3. het uitvoeren (varkens en schapen en geiten), respectievelijk reglementeren en uitvoeren of alleen uitvoeren (runderen en buffels) van fokwaardeschattingen en daarmee samenhangend de publicatie van de berekende fokwaarden. Aan een organisatie kan erkenning worden verleend voor één of meer van deze activiteiten. In de varkenssector en de schapen- en geitensector geldt daarbij dat erkenning voor prestatieonderzoek en fokwaardeschatting alleen kan worden verkregen als de organisatie ook is erkend voor het houden van één of meer stamboeken. Uitzondering daarop vormt de paardachtigensector. In die sector zijn prestatieonderzoek en fokwaardeschattingen op Europees niveau niet nader geregeld en ook op nationaal niveau is daartoe niet overgegaan. Voor de paardachtigensector kan derhalve op basis van deze verordening geen erkenning worden verkregen voor prestatieonderzoek en fokwaardeschatting en is de toepassing van de verordening beperkt tot het bijhouden van stamboeken. 3. Algemene bepalingen Artikel 3 In dit artikel is de kern van de erkenningsystematiek gegeven. Het betreft een tweetrapsconstructie. De eerste trap (eerste lid) behelst de beoordeling of de organisatie die erkenning aanvraagt voldoet aan de voor de gevraagde erkenning geldende erkenningsvoorwaarden. Per soort erkenning (bijhouden van stamboek, prestatieonderzoek, fokwaardeschatting) zijn de voorwaarden opgenomen in een aparte bijlage bij deze verordening (Bijlage I, Bijlage II respectievelijk Bijlage III). Indien is vastgesteld dat de organisatie aan de betreffende erkenningsvoorwaarden voldoet, behelst de tweede trap (tweede lid) de beoordeling of sprake is van één of meer als zodanig in het tweede lid aangeduide redenen om de organisatie desondanks geen erkenning te verlenen. Bijvoorbeeld indien het verlenen van een erkenning aan de aanvragende organisatie de uitvoering van het zoötechnisch programma van één of meer reeds erkende organisaties zou kunnen doorkruisen. In het eerste lid onder b. en c., komt één van de verschillen tussen de sectoren tot uitdrukking, in dit geval de mogelijkheid in de runder- en buffelsector voor organisaties om voor de reglementering en de uitvoering van prestatieonderzoek te worden erkend. 15

16 Die mogelijkheid bestaat niet in de varkenssector en de schapen en geitensector. Daar kan alleen erkenning worden verkregen voor het uitvoeren van prestatieonderzoek of fokwaardeschatting en alleen indien reeds erkenning voor het bijhouden van één of meer stamboeken is verkregen. Dat betekent niet dat ze geen voorschriften daarvoor hoeven te hebben, deze zijn opgenomen in Bijlage I. 4. Aanvraag en verlenen van een erkenning Artikel 4 Dit artikel bevat algemene bepalingen met betrekking tot de verlening van een erkenning. Het regelt in het eerste lid door wie een erkenning wordt verleend (de voorzitter van het productschap). In het tweede lid is vastgelegd dat aan een erkenning nadere voorschriften of voorwaarden kunnen worden verbonden (bijvoorbeeld als sprake is van een (te) kleine fokpopulatie en de organisatie jaarlijks moet rapporteren hoe groot het inteeltpercentage is of hoeveel fokdieren worden geïmporteerd) en dat aan een erkenning beperkingen kunnen worden verbonden (bijvoorbeeld dat alleen dieren mogen worden ingeschreven die zijn geboren in een bepaalde regio). In het derde lid is de geldigheidsduur van een erkenning opgenomen. Een erkenning is in beginsel geldig voor een periode van vijf jaar. In afwijking daarvan kan de voorzitter evenwel besluiten een erkenning voor een kortere periode te verlenen. Situaties waarin dat opportuun is, zijn bijvoorbeeld die van een aanvraag tot erkenning voor het bijhouden van een stamboek voor een zeldzaam ras of door een nieuw opgerichte organisatie. Het is in die gevallen van belang de organisatie intensiever te volgen om te bezien of er voldoende vooruitgang wordt geboekt in het bereiken van de fokdoelen of om te bezien of de organisatie voldoende doeltreffend functioneert. Een kortere periode van erkenning kan dan noodzakelijk zijn. Ten behoeve van een zorgvuldige voorbereiding van een beslissing op een aanvraag tot erkenning, is in het vierde lid van dit artikel voorgeschreven dat de voorzitter voordat hij een beslissing neemt, advies inwint bij de daarvoor ingestelde commissie van advies. Per diersoort is een aparte commissie van advies ingesteld. In de artikelen 11 tot en met 13 van de verordening zijn nadere bepalingen met betrekking tot de commissies van advies opgenomen. Ten slotte is in dit artikel een termijn opgenomen waarbinnen moet worden beslist op een aanvraag (vijfde lid). Dit sluit aan op Afdeling van de Awb die op beslissingen als waarvan hier sprake is van toepassing is. De in het vijfde lid van artikel 4 van de verordening opgenomen termijn van 20 weken voorziet in de in artikel 4:13 van de Awb genoemde bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn waarbinnen moet worden beslist. Artikel 5 De erkenning vangt aan met een aanvraag daartoe. In dit artikel zijn bepalingen opgenomen over die aanvraag. Ten einde te bevorderen dat alle voor de beoordeling van een aanvraag benodigde gegevens worden verkregen alsmede ten einde de aanvragende organisatie bij de aanvraag te faciliteren, wordt het gebruik van een vastgesteld formulier voorgeschreven waarin tevens is vermeld welke gegevens en documenten ten minste moeten worden aangeleverd. Aangezien voor een zorgvuldige beoordeling aanvullende informatie of gegevens noodzakelijk kunnen zijn, voorziet het derde lid in de mogelijkheid tot het opvragen daartoe. Met het oog op de voortgang en de rechtszekerheid is daarbij bepaald dat de voorzitter voor het aanleveren van de gevraagde informatie en gegevens door de aanvragende organisatie een termijn stelt. 5. Verlenging van een erkenning Artikel 6 Om een erkenning te behouden na afloop van de periode waarvoor de erkenning is verleend, dient verlenging te worden aangevraagd. Een verlenging wordt in beginsel verleend voor vijf jaar. Evenals bij de aanvraag voor een erkenning kunnen er evenwel omstandigheden zijn die ertoe kunnen leiden dat een verlenging voor een kortere periode wordt verleend. Denk bijvoorbeeld aan constateringen die twijfels oproepen over de bestendigheid of doeltreffendheid van het functioneren, zoals een bestuur dat is afgetreden of als sprake is van een gestaag dalende populatie zonder dat inzicht wordt 16

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE 26.4.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 109/9 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012

Nadere informatie

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG) 19.9.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 247/13 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 18 september 2009 ter uitvoering van Richtlijn 2008/73/EG van de Raad wat betreft informatiepagina's op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 264 Besluit van 30 juni 2014, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende dieren en dierlijke producten in verband met de opheffing

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN NL 26.4.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 109/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/716 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

19 MAART Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren - BS 7 mei 2010

19 MAART Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren - BS 7 mei 2010 19 MAART 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren - BS 7 mei 2010 TITEL I. - Definities Artikel 1. In dit besluit wordt

Nadere informatie

Europese Verordening Fokkerij

Europese Verordening Fokkerij Europese Verordening Fokkerij welke veranderingen zijn er op til Fokkerijdag 18 november 2015 Leen Versmissen/ Hanne Geenen oude wijn in een nieuwe zak? Verordening Fokkerij = omzetting van 9 richtlijnen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.933/3 van 13 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren 2/5 advies Raad van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten LNV Wijziging Regeling handel Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 7 juli 2005, nr. TRCJZ/2005/2068, houdende wijziging van de Regeling handel ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIË ADVIES /3 VAN 12 JANUARI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE

KONINKRIJK BELGIË ADVIES /3 VAN 12 JANUARI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE SG - I - KONINKRIJK BELGIË ADVIES 47.611/3 VAN 12 JANUARI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving., derde kamer, op 17 december 2009 door de Vlaamse minister

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1992 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1992 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren (citeeropschrift: "het Fokkerijbesluit") Datum 19/03/2010 De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 2529 4 april 2019 Algemene subsidieregeling SNN 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 94/44 31.3.2004 VERORDENING (EG) Nr. 599/2004 VAN DE COMMISSIE van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer

Nadere informatie

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR27949_1 16 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2006 Raad : 6 december 2006.... DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN; overwegende dat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 602 Besluit van 14 november 1997, houdende regelen betreffende de identificatie en registratie van dieren (Besluit identificatie en registratie

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ; Het bestuur van CBD heeft, Overwegende, dat uniforme basisvoorwaarden dienen te worden vastgesteld waaronder kan worden overgegaan tot certificatie in het kader van een kwaliteitbeheersingssysteem in de

Nadere informatie

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht Keurmerkreglement voor registratie en toezicht Stichting Keurmerk Leegstandbeheer Versie 2 1 januari 2018 REGLEMENT REGISTRATIE De Stichting Keurmerk Leegstand Beheer beheert een register van gecertificeerde

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum De raad van de gemeente Renkum; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; Gelet op artikel

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de fokkerij van voor de landbouw nuttige

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 59100 22 oktober 2018 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 oktober 2018, nr. WJZ/18034451,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2201 247 19 19december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008,

Nadere informatie

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg).

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg). HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE RUD ZUID-LIMBURG Gelet op artikel 8 van de Archiefverordening RUD Zuid-Limburg BESLUIT: Vast te stellen de navolgende: Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats

Nadere informatie

CIRCULAIRE Gewijz. 10/4/2008

CIRCULAIRE Gewijz. 10/4/2008 CIRCULAIRE Gewijz. 10/4/2008 EIEREN VLEES VEE nummer : 19/2008 datum : 10 maart 2008 onderwerp bijlagen : Voorwaarden bij de invoer van fokrunderen van zuiver ras : Zie inhoudsopgave Voorwaarden bij de

Nadere informatie

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade.

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hulst. Nr. 124636 23 december 2015 Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade. De raad van de gemeente Hulst; Gelezen het voorstel van

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Privacyreglement PoortwachterDirect

Privacyreglement PoortwachterDirect Privacyreglement PoortwachterDirect De Directie van PoortwachterDirect B.V. overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent het verstrekken van

Nadere informatie

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2457 250 24 24december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit van 9 december 2008,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Verordening commissie bezwaarschriften 2010, incl. 1e wijziging. De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hattem,

Verordening commissie bezwaarschriften 2010, incl. 1e wijziging. De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hattem, CVDR Officiële uitgave van Hattem. Nr. CVDR27173_2 24 oktober 2017 Verordening commissie bezwaarschriften 2010, incl. 1e wijziging No. : 77 Onderwerp: Verordening commissie bezwaarschriften 2010 De raad,

Nadere informatie

gelet op artikel 60, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen,

gelet op artikel 60, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, Referentie 2014012798 Bestuursreglement Zorginstituut Nederland De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland, gelet op artikel 60, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 11 van de Kaderwet

Nadere informatie

Privacy reglement. Inleiding

Privacy reglement. Inleiding Privacy reglement Inleiding De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) vervangt de Wet persoonsregistraties (WPR). Daarmee wordt voldaan aan de verplichting om de nationale privacywetgeving aan te passen

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving De Directie van NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering verplicht is een regeling

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Oosterhout Officiële naam regeling Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008 Citeertitel Procedureverordening

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

Infovergadering fokkerijbesluit. Welkom

Infovergadering fokkerijbesluit. Welkom Infovergadering fokkerijbesluit Welkom 2 juni 2010 Landbouw en Visserij 1 programma verwelkoming inwerkingtreding aanpassing erkende fokkersverenigingen coördinerend organisme erkende centra voor voortplantingstechnieken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 1 april 2005 nummer 16 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

Gemeente Albrandswaard

Gemeente Albrandswaard Gemeente Verordening Onderwerp: Verordening bezwaarschriften 2018 Commissie BBVnummer: 1288490 Datum vergadering/ agendanummer Kenmerk 1293411 Openbaar Verordening bezwaarschriften 2018 De raad, het college

Nadere informatie

Privacyreglement EVC Dienstencentrum

Privacyreglement EVC Dienstencentrum PRIVACYREGLEMENT Privacyreglement EVC Dienstencentrum De directie van het EVC Dienstencentrum: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2008/3190, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 juni 1990

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 juni 1990 18. 8. 90 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 224/ 55 RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluit Informatiebeheer Valkenswaard 2011 Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluiten vast te stellen de navolgende: Voorschriften

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EG) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ]

Voorstel voor een. VERORDENING (EG) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] Voorstel voor een VERORDENING (EG) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid

Nadere informatie

besluit van de gemeenteraad

besluit van de gemeenteraad besluit van de gemeenteraad voorstelnummer iz-nummer 3 onderwerp Verordening op de rekenkamer Gouda De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het presidium van 2 januari 2007 nr 3; gehoord

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. DGBK/RvIG Rijksdienst voor Identiteitsgegevens In het verzoek van 13 mei 2015, 2015-0000367950, heeft de minister van Financiën ten behoeve van Dienst Uitvoering Onderwijs verzocht om autorisatie voor

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten:

Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: vast te stellen de navolgende: Hoofdstuk I Algemene bepalingen VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET BEHEER

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; Sector : III Nr. : 63 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden p* i.luj mnx nco 1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1994 JE MA NTIEND 959 Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008

TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008 TOELICHTING PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE 2008 Algemene toelichting Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene die in de vorm van inkomensderving

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

De rol van de Vlaamse overheid in fokkerij. Vlaamse Fokkerijdag 2018

De rol van de Vlaamse overheid in fokkerij. Vlaamse Fokkerijdag 2018 De rol van de Vlaamse overheid in fokkerij Vlaamse Fokkerijdag 2018 Inhoud Fokkerijbeleid Europees Vlaams Ondersteuning Toezicht en handhaving Stand van zaken FOKKERIJBELEID Fokkerijbeleid: waarom? fokken

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

Reglement Urgentiecommissie Woonruimteverdeling

Reglement Urgentiecommissie Woonruimteverdeling Reglement Urgentiecommissie Woonruimteverdeling Artikel 1 De commissie 1.1 Vestigingsplaats De commissie is gevestigd op het kantoor van Enserve te Elst. 1.2 Samenstelling De commissie bestaat uit twee

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Toelichting bij Procedureverordening planschade Westerwolde 2019.

Toelichting bij Procedureverordening planschade Westerwolde 2019. *ZEB6649E43F* Zaaknummer: Z/19/082779/D-234353 Toelichting bij Procedureverordening planschade Westerwolde 2019. Algemene toelichting Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2014 (OR. en) 6445/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0032 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2014 (OR. en) 6445/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0032 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2014 (OR. en) 6445/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0032 (COD) AGRI 99 VETER 16 AGRILEG 33 ANIMAUX 10 CODEC 419 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 3 november 2014 Gezien in aanmerking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.; GROENALLIANTIE MIDDEN-HOLLAND e.o. Instructie voor de secretaris voor de Groenalliantie Midden-Holland e.o. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.; in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 281 Besluit van 23 februari 2001, houdende wijziging van het Besluit identificatie en registratie van dieren Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten; Besluit van de algemene raad van 3 november 2014 tot vaststelling van de beleidsregel inzake ontheffing kantoorhouden in één arrondissement op één locatie vanwege kantoorvestiging buiten Nederland (Beleidsregel

Nadere informatie

Reglement Klachtencommissie voor vrijwilligers

Reglement Klachtencommissie voor vrijwilligers Reglement Klachtencommissie voor vrijwilligers Reglement Klachtencommissie voor vrijwilligers Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1.1. Vrijwilliger: Iemand die buiten een gezagsverhouding, onbetaald, werkzaamheden

Nadere informatie

dit artikel bedoelde gegevens van de betrokken Deelnemer opgenomen in het openbare deel van het Register in plaats van de gegevens van de Aanvrager.

dit artikel bedoelde gegevens van de betrokken Deelnemer opgenomen in het openbare deel van het Register in plaats van de gegevens van de Aanvrager. Het reglement In dit Reglement gebruikte begrippen hebben de hieronder aangegeven betekenis: "Stichting": De Stichting Internet Domeinregistratie Nederland; "Register": Het elektronisch domeinnamenregister;

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 23.2.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 50/51 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17 februari 2012 tot wijziging van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad, wat betreft de modellen van

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. Artikel 1

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. Artikel 1 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens DGBW/RvIG Datum In het verzoek van 6 juni 2017, 2017-0000282973, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie ten behoeve van de Immigratie- en Naturalisatiedienst

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet; VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN 2017 De raad van de gemeente Roosendaal, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland 1 Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de commissarissen van de Koning

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29-04-2008, nr. VO/S&O/6112, houdende regels voor de stimulering van de pilot projecten in het schooljaar 2008-2009 ten behoeve

Nadere informatie

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 29 mei 2007, nummer ; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; overwegende dat

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon.

1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon. Vastgesteld door de Raad van Bestuur, november 2010 Artikel 1 Begripsbepalingen 1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon. 1.2 verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Vastgesteld conform artikel 12 Statuten door het bestuur op 5 juli 2017 2017 Stichting Perspectiefverklaring Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V. versie 17.02 / 23 juni 2017 /

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. In het verzoek van 11 november 2014, 2014-0000607450, heeft de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie

Nadere informatie

Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement

Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement Dit privacyreglement is opvraagbaar via de website van Bogaers Taleninstituut. De directie van Bogaers Taleninstituut B.V.: Overwegende dat het in verband met een

Nadere informatie

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht: Overwegende dat het wenselijk is een adviescommissie in te stellen

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 25.10.2017 NL L 275/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1940 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees

Nadere informatie

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE Het bestuur van de Stichting Waarborgfonds Politie Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht Overwegende dat het wenselijk

Nadere informatie