1. Inleiding 2. Plaatsen schoorplaat 3. Monteren haak 4. Monteren spanstang 5. Plaatsen opvullat 6. Monteren rail 7. Ophangen kast

Transcriptie

1 MONTAGE-INSTRUCTIE OPHANGSYSTEEM

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1. Inleiding 2 2. Plaatsen schoorplaat 3 3. Monteren haak 3 4. Monteren spanstang 4 5. Plaatsen opvullat 7 6. Monteren rail 9 7. Ophangen kast Plaatsen afdekdorpel Maximale draagkracht 11 Deze montage-instructie is een aanvulling op de montage-instructie van de Basis kast. Lees voor u begint eerst de inleiding van de montage-instructie van de Basis kast. Aan dit symbool herkent u handige tips. Aan dit symbool herkent u informatie die u beslist moet weten. Kasten met een diepte van 50 of 60 cm zijn niet geschikt om op te hangen. Het is handig om dit boekje te bewaren voor het geval dat u de opstelling wilt veranderen of uitbreiden. 2

3 2 Plaatsen schoorplaat 3 Monteren haak FIGUUR 1 FIGUUR 2 FIGUUR 3 1. Leg het zijstuk(ken) met de achterzijde naar boven op een vlakke ondergrond. 2. Leg bij de buitenste zijstukken de schoorplaat tegen de onderkant van de bovenste dorpel en de achterkant van de achterste stijl (zie fig. 1). 3. Voor zijstukken die in het midden van de kast komen, gebruikt u zowel een linker als een rechter schoorplaat. Leg de schoorplaten op dezelfde manier als bij de buitenste zijstukken op het middenzijstuk (zie fig. 1). 4. Druk de schoorplaat tegen de onderkant van de dorpel en de zijkant van de stijl en prik de bevestigingsgaten voor (zie fig. 2). Buitenste zijstukken 1. Leg de smalle haak op de schoorplaat en monteer deze met één schroef Ø 4,5 x 20 mm aan het zijstuk (zie fig. 3). Zorg dat de haak recht zit. Let op: linker en rechter uitvoering. Middenzijstuk(ken) 2. Leg de brede haak op de schoorplaten en monteer deze met twee schroeven Ø 4,5 x 20 mm aan het zijstuk (zie fig. 3). 3

4 4 Monteren spanstang FIGUUR 4 FIGUUR 5 FIGUUR 6 3. Zorg dat de haak recht zit. Prik vervolgens het bevestigingsgat voor en monteer de schroef (zie fig. 4). 4. Druk de schoorplaat tegen de zijkant van de dorpel en prik de bevestigingsgaten aan de onderzijde van de dorpel voor (zie fig. 5). 5. Plaats het zijstuk rechtop. Het spanstangetje moet bij alle zijstukken toegepast worden. De stand van de voet is daarvoor bepalend. Deze moet altijd in de groef van de stijl bevestigd worden. Monteer nu eventuele inschuifpanelen volgens de montage-instructie Basis kast. Buitenste zijstukken Gebruik voor eindzijstukken de korte draagpen (24 mm). Gebruik voor variozijstukken de extra bijgeleverde lange draagpen (37 mm) Plaats de spanstang in de groef van het zijstuk en zet deze vast met een draagpen (zie fig. 6).

5 FIGUUR 7 FIGUUR 8 FIGUUR 9 2. Druk de voet van de spanstang tegen de binnenkant van de stijl. 3. Bevestig het andere uiteinde van de spanstangen met de schroef (Ø 4 x 25 mm) aan de onderzijde van de dorpel (zie fig. 7). 4. Draai de stang met de hand aan. Gebruik vervolgens de steeksleutel om de stang nog verder te spannen. Draairichting volgens tekening (zie fig. 8). Middenzijstuk(ken) Gebruik voor het middenzijstuk de langere draagpen (37 mm). 5. Plaats de eerste spanstang in de groef en zet deze vast met de draagpen. Hierbij de draagpen slechts half in het zijstuk steken (zie fig. 9). 5

6 FIGUUR 10 FIGUUR 11 FIGUUR Plaats de tweede spanstang en druk de draagpen volledig in het zijstuk (zie fig. 10). Let op de stand van de voet van de spanstangen. 7. Druk de voet van de spanstangen tegen de binnenkant van de stijl. 8. Bevestig de spanstangen met de schroeven (Ø 4 x 25 mm) aan de onderzijde van de dorpel (zie fig. 11). 9. Draai beide stangen met de hand aan. Gebruik vervolgens de steeksleutel om de stangen nog verder te spannen. Draairichting volgens tekening (zie fig 12). 6

7 5 Plaatsen opvullat FIGUUR 13 FIGUUR 14 Opvullatten dienen te worden gemonteerd om de ruimte tussen het zijstuk en de muur op te vullen. Breng per zijstuk over de gehele lengte (één of meer) opvullatten aan. Kort deze in door afbreken of snijden op punten volgens onderstaande tabel (zie ook fig. 13). hoogte hoogte breekzijstuk lat punt geen geen geen geen D* 88 A D* 88 A D* 88 A hoogte hoogte breekzijstuk lat punt D* 108 A D* 88 A + D 88 A * bij middenzijstuk(ken) zonder achterwand ook inkorten bij B. * bij middenzijstuk(ken) met achterwand zowel inkorten bij B en C (zie fig. 13). Opvullat breken 1. Kort de lat in op de juiste hoogte. De bovenste en onderste groef (A en D) kunnen gemakkelijk met de hand gebroken worden (zie fig. 13). Snij na het breken eventuele oneffenheden weg met een hobbymes. Maak voor het inkorten van de lat bij groef B of C gebruik van een hobbymes of zaagje. Let op: vingers niet onder de in te korten groef leggen. Buitenste zijstukken 2. Plak op minimaal twee plaatsen op de lat (zo dicht mogelijk bij de uiteinden) een strookje dubbelzijdig tape (zie 1 fig. 14). Plak het tape op de juiste kant van de lat (aan de buitenkant van de kast moet het v-groefje zichtbaar blijven (zie A fig. 14). 3. Plak de lat naast de haak op de achterkant van het zijstuk. Zorg ervoor dat de bovenkant van de lat gelijk ligt met de bovenkant van het zijstuk (zie 2 fig. 14). 7

8 FIGUUR 15 FIGUUR 16 FIGUUR 17 Middenzijstuk(ken) bij kast zonder achterwand 4. Kort de opvullat op punt B in (zie fig. 13). 5. Plak op minimaal twee plaatsen op de lat (zo dicht mogelijk bij de uiteinden) een strookje dubbelzijdig tape (zie 1 fig. 15). Middenzijstuk(ken) bij kast met achterwand Bij een hangende kast met achterwand moet de kast eerst opgebouwd worden volgens de montage-instructie Basis kast. De bovenste dorpel moet daarbij niet gemonteerd worden! 7. Kort de opvullat op punt B en C in (zie fig. 13). 8. Draai de opvullat een kwartslag en breng dan het dubbelzijdig tape aan (zie fig. 17). 6. Plak de lat op het zijstuk (zie 2 fig. 15). Zorg ervoor dat de onderkant van de lat gelijk ligt met de onderkant van de stijl (hoogte 48 t/m 108 mm) of de bovenkant van een andere opvullat (hoogte 128 t/m 208 mm) (zie fig. 13). Monteer de achterwand volgens de montageinstructie Basis kast. Gebruik echter voor de bevestiging van het achterwandpaneel aan het middenzijstuk schroef Ø 3 x 16 mm (zie fig. 16). 8

9 6 Monteren rail FIGUUR 18 FIGUUR 19 FIGUUR Plak de opvullat op de naad tussen de achterwanden en tussen de achterwanddorpels. Zorg ervoor dat de onderkant van de opvullat aansluit op de er onder gelegen achterwanddorpel (zie fig. 18). 1. Bepaal de positie van de kast aan de wand. Teken ter hoogte van de rail de plaats van de zijstukken af op de wand (zie fig. 19). De afstand tussen de bovenzijde van de kast en het plafond moet minimaal 20 mm zijn. 2. Bevestig de rail aan de muur. Gebruik minimaal twee schroeven per zijstuk. Bevestig de schroeven zo dicht mogelijk bij het punt waar het zijstuk zal komen te hangen. Voor de kastmodules van 80 en 100 cm breed moet er een extra schroef (in het midden van de module) gemonteerd worden. De rail is aan weerszijde ± 18 mm smaller dan de kast, en het hart van de bevestigingsgaten ligt 40 mm onder de bovenkant van de kast (dus minimaal 60 mm onder het plafond). De rail wordt geleverd met universele pluggen. Gebruik voor montage tegen een holle wand geschikte pluggen (informeer bij een bouwmarkt of ijzerwarenzaak). Gebruik een waterpas om de rail recht te monteren. 9

10 7 Ophangen kast 8 Plaatsen afdekdorpel FIGUUR 21 FIGUUR 22 FIGUUR 23 Kast met achterwand of diagonaal 1. Zet de kast nu verder in elkaar volgens de montage-instructie Basis kast (t/m Hfst. 5; kast stabiliseren). Hang de kast aan de rail (bij meer dan twee zijstukken de kast met minimaal twee personen ophangen). Voor een kast zonder achterwand kunnen de zijstukken eerst op de rail gehangen worden, alvorens de kast verder in elkaar gezet wordt (plaats hierbij minimaal 1 schap per module). 1. Plaats nu de afdekdorpel over de rail (indien u voor de montage van de achterwand bovenaan reeds een schap heeft geplaatst, deze eerst verwijderen). Nadat alle afdekdorpels geplaatst zijn kan de kast met achterwand verder afgebouwd worden. 2. Hang de kast zonder achterwand waterpas (verticaal) en monteer bij één zijstuk onder de onderste dorpel een muurbeugel volgens de montage-instructie Basis kast. Bouw de kast verder af. 10

11 9 Maximale draagkracht FIGUUR 24 De maximale draagkracht van het ophangsysteem is afhankelijk van de sterkte van de draagmuur en de sterkte van de zijstukken. De draagkracht per zijstuk is afhankelijk van de diepte van het zijstuk (zie onderstaande tabel). diepte draagkracht 22 cm 75 kg 30 cm 65 kg 40 cm 50 kg De maximaal toelaatbare gewicht dat in en op de kast kan worden geplaatst is dus afhankelijk van het aantal zijstukken waaruit de kast is opgebouwd. Indien de kast wordt voorzien van een bovenblad, breng dan het gewicht hiervan in mindering op het maximaal toelaatbare gewicht. De rail wordt geleverd met universele pluggen. Gebruik voor montage tegen een holle wand geschikte pluggen (informeer bij een bouwmarkt of ijzerwarenzaak). 11

12 NEDERLAND Alkmaar Laat 11, 1811 EA Tel Amersfoort Arnhemsestraat 14, 3811 LH Tel Groningen A.Kerkhof 25, 9712 BB Tel Haarlem Oude Groenmarkt 14-16, 2011 HL Tel Varsseveld Dames Jolinkweg 39, 7051 DH Tel Wolvega Frisaxstraat 12 (Home center), 8471 ZW Tel /2 Amsterdam Weteringschans 130, 1017 XV Tel Hengelo (O) Wemenstraat 23, 7551 EV Tel Zwolle Voorstraat 31, Ossenmarkt 15, 8011 MK Tel Amsterdam Villa Arena Arena Boulevard 208, 1101 DJ Tel Apeldoorn Hoofdstraat 37, 7311 JT Tel Arnhem Weverstraat 33, 6811 EM Tel Hilversum Langestraat 44, 1211 HA Tel Leiden Breestraat 85, 2311 CK Tel Maastricht Kleine Gracht 36, 6211 CB Tel BELGIE Ukkel/Brussel Vanderkinderestraat 380, B-1180 Tel. 02 / Klantenservice Lundia Nederland BV Postbus 27 / Dames Jolinkweg 39, 7050 AA Varsseveld Tel Breda Kruisvoort 60, 4814 RZ Tel Nijmegen Mariënburg 71, 6511 PS Tel 's Hertogenbosch Kerkstraat 44, 5211 KH Tel Rotterdam Alexandrium III Watermanweg 205 II, 3067 GA Tel Den Haag Fluwelen Burgwal 3, 2511 CH Tel Sliedrecht Leeghwaterstraat 103, 3364 AE Tel Eindhoven Zernikestraat 2, 5612 HZ Tel Utrecht Nobelstraat 47, 3512 EM Tel