STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING"

Transcriptie

1 STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING November 2012

2 2

3 Voorwoord: Je kan als vleesveehouder een bijkomend inkomen verwerven door te starten met de rechtstreekse verkoop van vlees aan de consument. Rechtstreekse verkoop kan een meerwaarde bieden. Maar het opstarten van een winstgevende rechtstreekse verkoop van hoevevlees is niet eenvoudig. Er komt veel bij kijken en je moet met veel zaken rekening houden. Er zijn dus extra inspanningen nodig bij de rechtstreekse verkoop. Het Steunpunt Hoeveproducten ondersteunt daarom de producenten bij de opstart van een thuisverkoop. In deze startersmap wordt de informatie gebundeld rond het opstarten van de rechtstreekse verkoop van hoevevlees. Zo wordt er stap voor stap uitgelegd aan welke verplichtingen je moet voldoen. Het Departement Landbouw en Visserij stimuleert de korte keten via het strategische plan korte keten. In het kader van dit strategische plan korte keten werd steun gegeven aan deze praktische startersmap van het Steunpunt Hoeveproducten. Dankzij de startersmap wordt het voor hoeveproducenten gemakkelijker om de rechtstreekse verkoop van hoevevlees op te starten. Ik hoop dat deze startersmap een handige leidraad zal zijn voor elke vleesveehouder die geïnteresseerd is in de korte keten. Johan Verstrynge Afdelingshoofd Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling 3

4 4

5 5

6 INHOUDSTAFEL Voorwoord Waarom deze startersmap?... 5 Inhoudstafel... 7 Lijst met bijlages... 9 Fiche 1: Verkoop van vlees en vleesproducten op de hoeveslagerij. 13 Fiche 2: Wat mag je aan- en verkopen en aan wie?.. 16 Fiche 3: Mag je als hoeveslager zelf dieren slachten?.. 19 Fiche 4: Verplichtingen t.a.v. het FAVV Fiche 5: Handelswetgeving 31 Fiche 6: Ruimtelijke ordening 41 Fiche 7: De milieuvergunning 47 Fiche 8: Etikettering van vlees en vleesproducten. 51 Fiche 9: Bewaartemperatuur van voedingsmiddelen in hoeveslagerijen Fiche 10: Inrichtings- en afwerkingsvoorwaarden voor hoeveslagerijen.. 64 Fiche 11: Prijsreglementering. 78 Fiche 12: Het gebruik van meetinstrumenten. 82 Fiche 13: Financiële ondersteuning door het VLIF.. 85 Fiche 14: Wetgeving betreffende fiscaliteit.. 90 Fiche 15: Vennootschappen of eenmanszaak?. 94 Fiche 16: Autocontrole. 99 Fiche 17: Traceerbaarheid. 103 Fiche 18: Meldingsplicht

7 LIJST MET BIJLAGES Bijlage 1: Categorieën van EU-erkende levensmiddelenbedrijven 114 Bijlage 2: Algemene hygiënevoorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29/04/ Bijlage 3: Vereisten voor slachthuizen van pluimvee en lagomorfen in de verordening (EG) nr. 853/ Bijlage 4: Model aanvraagformulier FAVV registratie/toelating/erkenning. 135 Bijlage 5: Handleiding e-id FOODWEB Bijlage 6: Het FAVV in uw buurt Bijlage 7: Overzicht voornaamste activiteitencodes BOOD voor hoeveslagerijen 150 Bijlage 8: Voorbeeld Toelating FAVV Bijlage 9: Lijst erkende OCI G-003 G-007 en G Bijlage 10: Coördinaten erkende OCI s. 159 Bijlage 11: Erkende ondernemingsloketten 163 Bijlage 12: Aanvraag vergunning beenhouwer-spekslager 166 Bijlage 13: Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse Bijlage 14: Mededeling van een kleine verandering of melding van klasse 3- onderdelen van een vergunde inrichting van klasse 1 of Bijlage 15: Aanvraagformulier van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat. 190 Bijlage 16: Aanstiplijst bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat 194 Bijlage 17: Indicaties houdbaarheid vlees Bijlage 18: Gewestelijke afdelingen Metrologische Dienst Bijlage 19: Buitendiensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Land- en tuinbouw, Structuur en Investeringen Bijlage 20: Aanvraag tussenkomst Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)

8 Bijlage 21: Aanvraag van VLIF-gewestwaarborg. 216 Bijlage 22: Ludieke test FAVV Autocontrole 221 Bijlage 23: Voorbeeld Register IN 226 Bijlage 24: Voorbeeld productfiche gehakt Bijlage 25: Handelsdocument voor de traceerbaarheid van niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Bijlage 26: Formulier voor de meldingsplicht 235 Info 1: Steunpunt Hoeveproducten 242 Info 2: Fermweb. 245 Info 3: VLAM Hoeveproducten. 249 Info 4: Voedselteams. 251 Info 5: Provincie West-Vlaanderen 254 Info 6: Provincie Oost-Vlaanderen 257 Info 7: Provincie Antwerpen Info 8: Provincie Limburg Info 9: Provincie Vlaams-Brabant. 265 Info 10: Innovatiesteunpunt 269 Info 11: Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België 272 Info 12: Slagersscholen (dossier opleiding Landsbond der Beenhouwers)

9 9

10 Waarom deze startersmap Hoevevlees? Deze startersmap werd ontwikkeld door het Steunpunt Hoeveproducten om iedere landbouwer die eraan denkt hoevevlees te gaan verkopen en/of verwerken wegwijs te maken in het kluwen van wettelijke verplichtingen en regelgevingen. Het verwerken en/of thuis verkopen van vlees kan een bijkomend inkomen op het bedrijf genereren maar de opstart en de uitbouw moet doordacht gebeuren en de landbouwer mag zeker niet over één nacht ijs gaat bij zijn beslissing een dergelijke nevenactiviteit uit te bouwen. Deze startersmap wil landbouwers op een duurzame manier doen nadenken over de mogelijkheden op hun bedrijf. Bij de opstart van een hoeveslagerij (verkoop en verwerking) krijg je als ondernemer te maken met heel wat reglementeringen. Enerzijds moet je voldoen aan alle voorschriften van het FAVV, o.a. naar voedselveiligheid toe, inrichting van productielokalen, productetikettering, autocontrole, en anderzijds moet je ook voldoen aan alle verplichtingen van de handelswetgeving, de regelgeving rond ruimtelijke ordening, de milieuwetgeving, Als ondernemer zie je vaak het bos door de bomen niet meer. Met deze startersmap wil het Steunpunt Hoeveproducten dan ook een antwoord bieden op heel wat vragen. Bovendien kan er bij de opstart van een thuisverwerking en verkoop ook een beroep gedaan worden op een aantal steunmaatregelen. Ook deze worden in deze startersmap behandeld. Blijf je na het doornemen van de startersmap toch nog met vragen zitten, dan kan je steeds contact opnemen met het Steunpunt Hoeveproducten. Heb je interesse om op de hoogte te blijven van actualiteiten over hoevevlees, dan kan je op aanvraag de gratis e-zine ontvangen. Deze verschijnt maandelijks. De contactgegevens van het Steunpunt Hoeveproducten vind je achteraan deze map. Tot wie richt deze startersmap zich? Deze startersmap richt zich in de eerste plaats tot landbouwers die vlees van eigen vee op hun bedrijf willen verkopen en/of zelf verwerken. Daarnaast vindt de veehouder ook heel wat informatie terug over de verkoop van producten van collega land- en tuinbouwers, de verkoop op (boeren)markten, de verkoop via automaten, Kleine K.M.O. s actief in de vleesverwerkende sector zullen in deze map ook heel wat informatie terugvinden. Bepaalde regelgevingen zijn voor hen echter niet van toepassing. Algemene wetgeving thuisverkoop, hoevezuivel en vewerkte groenten- en fruit 10

11 Deze startersmap is het 3 e deel in een reeks van 4 uitgaven en gaat dieper in op de thuisverwerking en verkoop van vleesproducten. Het eerste deel bevat alle basisinformatie die je als thuisverkoper nodig hebt/zal hebben om je verkoop op te starten en uit te bouwen, of het nu gaat over de verkoop van groenten, fruit, zuivelproducten, vleeswaren,.. Deel 2 en 4 spitsen zich specifiek toe op de verwerking en de verkoop van respectievelijke verwerkte zuivelproducten en verwerkte groeten en fruit. Opbouw van deze startersmap Deze startersmap is opgebouwd uit 18 fiches die elk een ander onderwerp behandelen. Elke fiche staat onafhankelijk van elkaar. Voor meer uitgebreide informatie m.b.t. het onderwerp wordt soms verwezen naar de bijlagen achteraan in de startersmap. Deze bijlagen geven wat meer achtergrondinformatie of geven aan hoe je praktisch iets kunt aanvragen bij de bevoegde diensten. Voor bijkomende informatie kan je ook steeds terecht op de website van het Steunpunt Hoeveproducten: Deze startersmap is ook integraal op bovenstaande website te raadplegen. Jaarlijks zullen alle fiches indien nodig geactualiseerd worden. Deze geactualiseerde fiches zal je via de website kunnen downloaden en afprinten zodat je je startersmap altijd actueel kunt houden. Tenslotte vind je in het laatste deel van deze startersmap ook nog een korte voorstelling van de regionale en Vlaamse organisaties die hoevproducenten kunnen bijstaan bij de vermarkting van hun producten. Je kan rechtstreeks contact opnemen met hen voor meer informatie. 11

12 HOOFDSTUK 1: INFORMATIEVE FICHES 12

13 13

14 Fiche 1: Verkoop van vlees en vleesproducten op de hoeveslagerij Wat is een hoeveslagerij? Een hoeveslagerij is een (spek)slagerij op een landbouwbedrijf. Het is een hoevewinkel waar de detailhandel in vers vlees, vleesbereidingen, gehakt vlees, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong wordt uitgeoefend, met inbegrip van de be- of verwerking ervan. Vers vlees kan er worden uitgebeend, versneden, gehakt, bereid of verwerkt tot vleesproducten en wordt er verkocht. Het vlees kan zowel van het eigen bedrijf als van andere landbouwbedrijven afkomstig zijn. Vergunning beenhouwer-spekslager Om te kunnen starten met een hoeveslagerij moet de uitbater zelf over een vergunning beenhouwer-spekslager beschikken of hij moet een vakverantwoordelijke aanstellen die deze vergunning heeft. Enkel wanneer er geen be- of verwerking van het verse vlees gebeurt en er dus enkel voorverpakt vlees aangekocht en terug verkocht wordt, is deze vergunning niet nodig. Wil je als landbouwer dus starten met een hoeveslagerij, dan zijn er 3 mogelijkheden: 1) Je volgt zelf een opleiding tot (spek)slager en kunt dus, als je aan alle voorwaarden voldoet, een (spek)slagerij uitbaten. 2) Je hebt zelf geen vergunning beenhouwer-spekslager maar doet een beroep op een vakverantwoordelijke die wel over deze vergunning beschikt. In dat geval kan je toch een (spek)slagerij uitbaten. 3) Heb je geen vergunning en doe je ook geen beroep op een vakverantwoordelijke, dan kan je geen slagerij uitbaten. Dit betekent niet dat je geen vleesproducten kunt verkopen in een hoevewinkel maar wel dat er geen be- en verwerking van het verse vlees gebeurt op jouw bedrijf en dat er enkel voorverpakt vlees kan aangekocht en verkocht worden. Meer gedetailleerde informatie over de vergunning beenhouwer-spekslager vind je terug in fiche 5. Wat valt onder de noemer vlees? 14

15 Vlees: eetbare delen (incl. bloed) van landbouwhuisdieren (als landbouwhuisdier gehouden runderen, varkens, schapen, geiten en éénhoevigen), pluimvee (met inbegrip van vogels die niet als landbouwhuisdier worden beschouwd, maar wel als landbouwhuisdier worden gekweekt, met uitzondering van loopvogels), lagomorfen (konijnen, hazen en knaagdieren), klein of grof vrij wild en gekweekt wild (loopvogels). Vers vlees: vlees dat, buiten de koel- of vriesbehandeling, geen enkel behandeling heeft ondergaan om de houdbaarheid te bevorderen, met inbegrip van vacuümverpakt vlees of vlees in CA-verpakking (= gecontroleerde atmosfeer). Dat vlees kan van verschillende diersoorten afkomstig zijn (runderen, varkens, schapen, geiten en éénhoevigen, pluimvee, vrij wild, gekweekt wild, ). Bv.: varkenshaasje, rumsteak, lamsbout, Het verse vlees wordt door de slager als karkas aangekocht en na opslag, uitbenen en versnijden voor verkoop tentoongesteld en verkocht. Het verse vlees kan ook voorgesneden en onder vacuüm of in een gecontroleerde atmosfeer verpakt, worden aangekocht. Gehakt vlees: vlees zonder been, dat in kleine stukken is gehakt en minder dan 1% zout bevat. Bv.: gehakte steak, gehakte biefstuk, filet américain, Vleesbereidingen: vers vlees waaraan levensmiddelen, kruiderijen of additieven zijn toegevoegd of dat een verwerking heeft ondergaan die niet volstaat om de inwendige spierweefselstructuur van het vlees te veranderen en daardoor de kenmerken van vers vlees doet verdwijnen. Bv.: toebereid (mager) gehakt vlees, schnitzels, cordon bleu, gyros, gemarineerde ribbetjes, vleesbrochettes met groenten, Wat valt onder de noemer vleesproducten (= verwerkt)? Vleesproducten: verwerkte producten die zijn verkregen door verwerking van vlees of door verdere verwerking van zulke verwerkte producten, zodat op het snijvlak geconstateerd wordt dat de kenmerken van vers vlees verdwenen zijn. Bv.: deelstukken van kookham, kook- en bloedworsten, droge worstjes, salami, gerookte bacon, speksoorten, 15

16 Fiche 2: Wat mag je aan- en verkopen en aan wie? Welke levensmiddelen van dierlijke oorsprong mogen worden aangekocht, bewerkt of verwerkt en verkocht? Op een aantal uitzonderingen na (zie fiche 3), mogen slachtdieren, pluimvee, konijnen en gekweekt wild alleen geslacht worden in een slachthuis, erkend voor het slachten van de desbetreffende diersoort. Aangezien je op een landbouwbedrijf in de meeste gevallen dus niet zelf mag slachten, zal je dus je producten (karkassen) moeten aankopen en deze be- of verwerken tot vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten. Je kan ook voorgesneden en onder vacuüm of in een gecontroleerde atmosfeer verpakte producten aan- en verkopen. In ieder geval mag je in een hoeveslagerij enkel levensmiddelen van dierlijke oorsprong binnenbrengen die afkomstig zijn van erkende inrichtingen. Een overzicht van de categorieën van de erkende inrichtingen vind je in bijlage 1. De lijst met alle erkende inrichtingen kan je raadplegen op de website van het FAVV: Het binnenbrengen, het bewaren, het be- of verwerken en het verkopen van volgende producten is verboden: Vers vlees dat niet geschikt werd verklaard voor menselijke consumptie via keuring of officiële controle. Vlees voorzien van een particulierenstempel. Vlees van runderen, schapen en geiten waaruit het gespecificeerd risicomateriaal niet vooraf werd verwijderd. Vlees van runderen van meer dan 30 maand, waaraan nog delen van de wervelkolom vastzitten mogen wel binnengebracht worden in slagerijen die in het bezit zijn van een bijkomende bijzondere vergunning (toelating) 1. Dit vlees mag enkel verkocht worden of met het oog op verkoop worden uitgestald indien de wervelkolom vooraf in de bijhorende werkplaats werd verwijderd. Naast de verkoop van levensmiddelen van dierlijke oorsprong is tenslotte ook de gelijktijdige detailhandel in andere levensmiddelen en/of andere goederen dan levensmiddelen ook toegestaan, op voorwaarde dat de verkoop en de uitstalling van levensmiddelen van dierlijke oorsprong plaatsvindt in afgescheiden ruimten en dat ze op een hygiënische wijze bewaard, behandeld en te koop gesteld worden zodat kruisbesmetting door de andere producten vermeden wordt. 1 Deze vergunning wordt afgeleverd door het FAVV na een technische controle ter plaatse door de inspectiedienst. De procedure voor de aanvraag van een toelating aan het FAVV wordt beschreven in fiche 4. 16

17 Aan wie mag je verkopen? Een hoeveslagerij mag levensmiddelen van dierlijke oorsprong verkopen rechtstreeks aan de eindverbruiker. Een hoeveslagerij mag ook andere verkooppunten (horeca, grootkeukens, vleeswinkels, voedingswinkels, ) bevoorraden zonder dat ze over een erkenning moet beschikken, op voorwaarde dat dit een marginale, plaatselijke en beperkte activiteit is. Aan volgende voorwaarden moet dan zijn voldaan: De per jaar aan andere detailhandelszaken geleverde hoeveelheid mag, in gewicht, niet meer dan 30 % uitmaken van de totale jaarproductie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Dit wordt berekend op de jaarproductie van het jaar ervoor. Andere levensmiddelen dan deze van dierlijke oorsprong worden niet meegerekend in de jaarproductie. Er mag maximum 800 kg per week worden geleverd aan andere detailhandelszaken. Dit is een absolute hoeveelheid, niet een gemiddelde hoeveelheid per week berekend op jaarbasis. De bevoorrade detailhandelszaken zijn gevestigd binnen een straal van 80 km. In de bevoorrade detailhandelszaken mogen deze levensmiddelen van dierlijke oorsprong alleen ter plaatse aan de eindverbruiker worden verkocht. 17

18 Fiche 3: Mag je als hoeveslager zelf dieren slachten? Het slachten van slachtdieren, pluimvee, konijnen en gekweekt wild mag in principe alleen gebeuren in een slachthuis, erkend voor het slachten van de desbetreffende diersoort. Er zijn op deze regel wel een aantal uitzonderingen: 1. De particuliere slachting ten huize van de eigenaar 2. De particuliere slachting in het slachthuis 3. Noodslachting 4. Slachting van pluimvee en lagomorfen (konijnen, hazen en knaagdieren; in de praktijk: konijnen) op de plaats van productie. Hier zijn een aantal voorwaarden aan verbonden, waar we in deze fiche verder zullen op ingaan. 5. Slachting van gekweekt wild (gekweekte loopvogels) op de plaats van productie In deze fiche gaan we alleen dieper in op het slachten van pluimvee en konijnen en in beperktere mate ook op het slachten van gekweekt wild omdat enkel deze uitzonderingen betrekking hebben op thuisverkoop. Slachten van pluimvee en lagomorfen op de plaats van productie Enkel kippen of lagomorfen (konijnen) mogen dus geslacht worden op de plaats van productie, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Wat is toegelaten: 1) Het slachten van pluimvee en lagomorfen (konijnen) op de boerderij voor de rechtstreekse verkoop van gehele karkassen en slachtafval ter plaatse aan de consument, voor zover het aantal op jaarbasis beperkt blijft tot ten hoogste 500 stuks pluimvee en 250 stuks konijnen en voor zover je voldoet aan volgende voorschriften: De algemene hygiënevoorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29/04/2004. Deze voorschriften vind je terug in bijlage 2. Karkassen van dieren die op een andere manier gestorven zijn dan door slachting mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. Het bedwelmen, het verbloeden, het plukken of villen, het verwijderen van de ingewanden en andere vormen van uitslachten moeten zonder uitstel plaatsvinden op zodanige wijze dat verontreiniging van het vlees wordt voorkomen. Met name moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat bij het uitnemen van de ingewanden de inhoud van maag en darmen wordt gemorst. Na verwijdering van de ingewanden moeten geslachte dieren zo spoedig mogelijk worden schoongemaakt en gekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 4 C. Onder dit stelsel mag je dus de karkassen en het slachtafval niet versnijden noch verwerken tot gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten zoals bv. foie gras, paté, 18

19 vol-au-vent,. Wat wel mag is, op vraag van en in aanwezigheid van de consument, het karkas in moten snijden. Je mag ook niet verkopen aan slagers, restaurants e.a. want dat zijn geen rechtstreekse consumenten. 2) Onder dezelfde voorwaarden van 1) mag je op de boerderij tot 2000 stuks pluimvee en 1000 stuks lagomorfen slachten, voor de rechtstreekse verkoop van gehele karkassen en slachtafval aan de consument, hetzij ter plaatse, hetzij op de plaatselijke markt 2 voor zover je bijkomend beschikt over een toelating Slachten op de boerderij en voor zover je ook beschikt over een lokaal: dat voldoende groot en geschikt is om de dieren hygiënisch te slachten en uit te slachten, waarbij het verwijderen van de ingewanden op een andere plaats wordt uitgevoerd dan de overige slachtverrichtingen. dat zodanig is ingericht en uitgerust dat de slachtverrichtingen er op een hygiënische wijze kunnen gebeuren. met de nodige voorzieningen om te vermijden dat het vlees in contact komt met vloeren en muren. met de nodige voorzieningen voor het wassen en ontsmetten van het gereedschap en de handen. Bovendien moet je er rekening mee houden dat als pluimvee en lagomorfen in hetzelfde lokaal geslacht worden, dit moet gebeuren op verschillende tijdstippen of op verschillende plaatsen. Ook onder dit stelsel mag je dus de karkassen en het slachtafval niet (vooraf) versnijden noch verwerken tot gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten en mag je ook niet verkopen aan slagers, restaurants, want dat zijn geen rechtstreekse consumenten. Wel mag je, op vraag van en in aanwezigheid van de consument het karkas in moten snijden. Als je verkoopt op de markt, moet je je naam en je adres evenals de erkenning uitstallen op zodanige wijze dat de consument er kennis van kan nemen. 3) Enkel wanneer je voldoet aan de vereisten gesteld voor slachthuizen van pluimvee en lagomorfen in de verordening (EG) nr. 853/2004 (zie bijlage 3) EN daaromtrent over een erkenning slachthuis beschikt, zodat ook de keuring en het toezicht zijn georganiseerd - kortom, je beschikt over een regulier slachthuis - ben je vrij zoveel dieren te slachten als je wil en ze te verkopen waar en aan wie je wil. In principe zal dit in agrarisch gebied echter onmogelijk zijn (zie fiche 6). 4) Het slachten op het bedrijf van pluimvee waarvan de verwijdering van de ingewanden uitgesteld is. 2 De plaatselijke markt is beperkt tot de markt gehouden in de gemeente waar de producent gevestigd is en in de aangrenzende gemeenten. Indien in deze gemeenten geen markt wordt gehouden, is de plaatselijke markt beperkt tot de dichtstbijzijnde weekmarkt. 19

20 Ganzen en eenden die voor de productie van foie gras zijn gehouden. Vogels die niet als landbouwhuisdier worden beschouwd, maar wel als landbouwhuisdier worden gekweekt, alvorens ze naar het slachthuis worden overgebracht. Bovengenoemd pluimvee mag alvorens ze naar het slachthuis worden overgebracht, op het bedrijf worden geslacht mits toestemming van het FAVV en mits aan volgende voorwaarden wordt voldaan: Op het bedrijf worden regelmatig veterinaire inspecties verricht. De exploitant van het levensmiddelenbedrijf stelt het FAVV vooraf in kennis van de datum en het tijdstip waarop de dieren worden geslacht. Voor het verrichten van een antemortemkeuring (gezondheidsonderzoek van de dieren voor het slachten) beschikt het bedrijf over voorzieningen voor het bijeenbrengen van de dieren. Het bedrijf beschikt over de nodige lokalen om de dieren hygiënisch te slachten en verder uit te slachten. Aan alle eisen betreffende het welzijn van de dieren is voldaan. De naar het slachthuis gebrachte geslachte dieren gaan vergezeld van een verklaring van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die het dier heeft gekweekt, waarin de toegediende diergeneesmiddelen of andere behandelingen die het dier heeft ondergaan, de data van toediening of behandeling en de wachttijden, alsook de datum en het tijdstip van de slachting zijn vermeld. De naar het slachthuis gebrachte geslachte dieren dienen te zijn vergezeld van een gezondheidscertificaat. In het geval van pluimvee dat is gekweekt voor de productie van foie gras worden de niet van de ingewanden ontdane dieren onmiddellijk, en zo nodig gekoeld, naar een pluimveeslachterij of een uitsnijderij vervoerd. Zij worden binnen 24 uur na het slachten van de ingewanden ontdaan. Pluimvee waarvan de verwijdering van de ingewanden is uitgesteld en dat is verkregen op het bedrijf van herkomst, kan tot 15 dagen worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste 4 C. Vervolgens wordt het van de ingewanden ontdaan in een pluimveeslachthuis. Slachten van gekweekt wild op de plaats van productie 20

21 Gekweekt wild, bv. gekweekte struisvogels, mag enkel op de plaats van productie worden geslacht mits toestemming van het FAVV en mits: de dieren niet vervoerd kunnen worden vanwege een mogelijk risico voor de personen die met de dieren in contact komen of om het welzijn van de dieren te beschermen. op het beslag regelmatig veterinaire inspecties verricht worden. de eigenaar van de dieren een verzoek indient. het FAVV vooraf in kennis wordt gesteld van de datum en het tijdstip waarop de dieren worden geslacht. het bedrijf beschikt over procedures voor het bijeenbrengen van de dieren, teneinde bij de groep een antemortemkeuring (gezondheidskeuring van de dieren voor het slachten) te verrichten. het bedrijf beschikt over de nodige voorzieningen voor het slachten, het verbloeden en, indien loopvogels geplukt moeten worden, het plukken van de dieren. aan de eisen betreffende het welzijn van de dieren wordt voldaan. geslachte en verbloede dieren zonder nodeloos uitstel onder hygiënische voorwaarden naar het slachthuis worden vervoerd. Indien het vervoer meer dan twee uur duurt, worden de dieren zo nodig gekoeld. De ingewanden mogen ter plaatse onder toezicht van de dierenarts worden verwijderd. naar het slachthuis gebrachte geslachte dieren vergezeld gaan van een verklaring van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die de dieren heeft gekweekt, waarin de identiteit van de dieren, alsmede de toegediende diergeneesmiddelen of andere behandelingen die het dier heeft ondergaan, de data van toediening of behandeling en de wachttijden zijn vermeld. tijdens het vervoer naar de erkende inrichting geslachte dieren vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat waarmee het gunstige resultaat van de antemortemkeuring alsmede een correcte slachting en bloeding en datum en tijdstip van de slachting worden gestaafd. 21

22 Fiche 4: Verplichtingen t.o.v. het FAVV Aanvragen van een registratie, toelating, erkenning Wat moet je doen? Je wenst te starten met een thuisverkoop. In dat geval zal je aan het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) een registratie, toelating of erkenning moeten aanvragen. Ook al ben je reeds gekend bij het FAVV als landbouwbedrijf en betaal je je jaarlijkse bijdrage, dan nog moet je de opstart van je nieuwe nevenactiviteit(en) melden. Zolang je je hoofdinkomen uit je reguliere land- of tuinbouwactiviteit haalt, zal je jaarlijkse bijdrage hierdoor niet verhogen. Afhankelijk van de soort activiteit die je doet zal je een registratie, toelating of erkenning moeten aanvragen. Dit kan je niet zelf kiezen. Voor een hoeveslagerij, waar karkassen uitgebeend en versneden worden en waar gehakt en vleesproducten vervaardigd worden, is een toelating vereist. Verkoop je enkel (niet-ambulante kleinhandel) vers en gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en verwerkte bijproducten van dierlijke oorsprong voor menselijke consumptie (in dit geval ben je dus geen hoeveslager), dan zal een toelating voldoende zijn. Waarom moet je dit doen? Het FAVV heeft de opdracht ervoor te zorgen dat alle levensmiddelen die in België op de markt komen enerzijds aan de wettelijke verplichtingen voldoen én anderzijds voedselveilig zijn. Het FAVV heeft dus de opdracht controle uit te oefenen op de hele voedselketen in België. Land- en tuinbouwbedrijven behoren hiertoe. Het FAVV moet ook precies weten welke weg de voedingsmiddelen afleggen en via welke weg verkoop plaatsvindt. Vandaar dat je je thuisverkoop ook moet melden. Wanneer moet je dit doen? Voordat je de (neven)activiteit opstart moet je een aanvraag indienen. Hiervoor stelt het FAVV voorgedrukte formulieren ter beschikking. Dit formulier moet je versturen naar het hoofd van de PCE (provinciale controle-eenheid) van de provincie waar jouw bedrijf zich bevindt. Dit kan gebeuren per brief, fax of via elektronische weg. Zorg er wel steeds voor dat je een bewijs hebt van je aanvraag. 22

23 Waar vind je zo n formulier? Of je vult het aanvraagformulier in bijlage 4 in en stuurt dit naar het hoofd van je provinciale controle-eenheid (PCE). Of je downloadt het aanvraagformulier via Of je contacteert de provinciale controle-eenheid van het FAVV in jouw provincie en vraagt ze een formulier naar je door te sturen. Sinds oktober 2011 kan de registratie of aanvraag van een toelating/erkenning ook elektronisch gebeuren. Hiervoor dien je de applicatie Foodweb te gebruiken. Je komt er via de link Om dit te kunnen doen heb je een elektronisch identiteitskaart en kaartlezer nodig. Meer info over het gebruik vind je in bijlage 5 of via De contactgegevens per PCE Het FAVV is in elke provincie aanwezig met een Provinciale controle-eenheid die elke werkdag van 8.30 tot 12 uur en van 13 tot uur tot uw dienst staat. Hun contactgegevens vind je in bijlage 6. Hoe vul je het formulier in? Vul het formulier in met je persoonlijke en bedrijfsgegevens. In kader IV dien je de activiteitencode(s) van de activiteit(en) waarvoor je de aanvraag doet in te vullen. De voornaamste codes die overeenkomen met de door jou gekozen activiteit(en) vind je terug in bijlage 7. Deze lijst bevat de voor de hoeveslagers meest gebruikte codes. De volledige lijst met activiteitencodes voor de ganse voedingsindustrie vind je op Wat doet het FAVV met je aanvraag? Het FAVV onderzoekt je volledige aanvraag binnen de 30 werkdagen. Indien je gedurende deze periode niets van het FAVV hoort, dan wordt aangenomen dat je aanvraag stilzwijgend werd goedgekeurd. 1. Registratie De aanvraag van een registratie is een administratieve procedure en kan beschouwd worden als een eenvoudige melding. 2. Toelating 23

24 De aanvraag van een toelating wordt gevolgd door een administratief onderzoek. Het FAVV kan de toelating weigeren wanneer de inrichting niet voldoet aan de wettelijke voorschriften m.b.t. de infrastructuur, de uitrusting en hygiënemaatregelen. Afhankelijk van het controleresultaat kan het FAVV een voorwaardelijke toelating afleveren. Deze is 3 maanden geldig. Binnen de 3 maanden zal een controlebezoek ter plaatse worden uitgevoerd. 3. Erkenning De aflevering van een erkenning wordt steeds voorafgegaan door een inspectiebezoek ter plaatse van een inspecteur van het Agentschap. Dit eerste inspectiebezoek heeft tot doel na te gaan of de inrichting op het vlak van infrastructuur en uitrusting beantwoordt aan de wettelijke vereisten. Indien dit het geval is, kan beslist worden tot het afleveren van een voorwaardelijke erkenning, waarna bij een tweede inspectie binnen een periode van 3 (of 6) maanden de naleving van de exploitatievoorwaarden wordt geverifieerd. De definitieve toelating/erkenning is van onbepaalde duur. Ze bevat een gedetailleerde opgave van de activiteiten, het nummer van de inrichting en de activiteitencode(s). Als erkende inrichting krijg je van het FAVV ook een EG-erkenningsnummer. Elke wijziging (adresgegevens, persoonlijke gegevens, bijkomende activiteiten, stopzetting activiteiten, ) moet doorgegeven worden aan het FAVV door hetzelfde aanvraagformulier (bijlage 4) terug in te vullen en op te sturen naar het hoofd van je PCE. Zichtbaar voor de consument Lever je als hoeveproducent aan de eindverbruiker dan moet je deze toelating/erkenning op een goed zichtbare plaats ophangen. Een model van zo n formulier vind je in bijlage 8. Intrekken van de toelating/erkenning Een erkenning/toelating kan in bepaalde gevallen worden ingetrokken, met als gevolg dat de activiteiten onmiddellijk moeten worden stopgezet Dit is het geval: Wanneer de infrastructuur of uitrusting niet (langer) voldoet. Wanneer niet (langer) aan de exploitatievoorwaarden voldaan wordt. Wanneer andere activiteiten worden uitgevoerd dan deze vermeld op de toelating/erkenning. Wanneer keuringen of controles verhinderd of belemmerd worden. Wanneer inbreuken worden vastgesteld m.b.t. autocontrole, traceerbaarheid en meldingsplicht. Bij inbreuken m.b.t. de handelswetgeving. Bij een faillissement. Hoeveslagerij en gevolgen op certificatie van mijn landbouwbedrijf 24

25 Als land- of tuinbouwbedrijf kan je na een positieve audit door het FAVV of een OCI een certificaat bekomen. Dit certificaat geeft aan dat je de voor jou geldende sectorgids volgt en aan alle voorwaarden voldoet. Als op die manier ALLE bedrijfsactiviteiten op je bedrijf door het FAVV of een OCI kunnen gecontroleerd worden en gecertificeerd zijn, kom je in aanmerking voor een bonus van het FAVV (een vermindering op je jaarlijkse FAVVfactuur) en zal je bedrijf minder frequent door het FAVV geïnspecteerd worden. Zijn niet alle bedrijfsactiviteiten gecertificeerd, dan zal je een malus krijgen van het FAVV, wat een hogere jaarlijkse factuur en controlefrequentie tot gevolg heeft. Je kan er voor opteren om alle audits te laten uitvoeren tijdens eenzelfde bezoek en door dezelfde certificeringsinstelling. Combi-audits kunnen slaan op zowel dierlijke als op plantaardige producties en op een combinatie van sectorgidsen en privélastenboeken. Je bent echter niet verplicht om een dergelijke combi-audit te laten uitvoeren. Iedereen blijft vrij om verschillende audits te laten uitvoeren, zelfs door verschillende OCI s. Je kan dus ook een aparte audit aanvragen voor de certificatie van bedrijfstakken die nog niet gecertificeerd zijn. Waar je ook voor kiest, sowieso is een volledige certificering van het bedrijf noodzakelijk om aanspraak te kunnen maken op de bonus van het FAVV. Voor hoeveslagerijen kan je de sectorgids G-003 voor slagerijen volgen, die zich richt op (hoeve)slagers en hun personeel die volgende activiteiten uitoefenen: De aankoop van vers vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, andere behandelde producten van dierlijke oorsprong, andere levensmiddelen en hulpstoffen voor de verwerking en de bereiding. Het uitbenen, versnijden en in de winkel klaarmaken van vers vlees. Het fabriceren van gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten. Het bereiden van salades, gerechten, soepen en sausen. De verkoop (in eigen vleeswinkel, in voor verkoop bestemde voertuigen en aan andere verkooppunten) van vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, andere behandelde producten van dierlijke oorsprong en andere levensmiddelen. Als je voor deze bijkomende activiteit gecertificeerd wordt door het FAVV of een OCI, dan kom je dus in aanmerking voor de bonus, op voorwaarde dat ook al je andere bedrijfsactiviteiten gevalideerd zijn op basis van de sectorgids(en) die erop van toepassing is (zijn). In bijlage 9 vind je een lijst met erkende OCI s voor de autocontrolegidsen G-003, G-007 (zie verder) en G-037 (autocontrolegids primaire dierlijke productie) en in bijlage 10 hun contactgegevens. De gids voor de autocontrole in de slagerij kost 58 (10 voor leden van de Landsbond) en kan je aankopen bij de Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België, Kortenberglaan 116, 1000 Brussel, tel , fax , info@landsbondbeenhouwers.be. Wat als je geen hoeveslagerij uitbaat, maar enkel vlees aan- en verkoopt? Voor de verkoop en het versnijden (bv. charcuterie) van voorverpakt vlees, is de gids G-007 van de detailhandel van toepassing (en dus niet de sectorgids voor slagerijen). Deze gids is 25

26 nl. van toepassing op alle activiteiten van de detailhandel in voedingswaren (incl. voedingssupplementen) bestemd voor menselijke consumptie zoals ontvangst, opslag, eventuele verdeling van voedingsmiddelen in kleinere porties (bv. het versnijden van charcuterie), het in een rek plaatsen en de verkoop van voedingsmiddelen aan de consument. Het gevolg is dat de audit in het kader van de gids G-007 zal plaatsvinden i.p.v. deze voor de slagerijen. De gids G-007 kost 150 en kan je aankopen bij onderstaande organisaties: COMEOS Adres: Avenue E. Van Nieuwenhuyse 8, 1160 Bruxelles Tel: Fax: UNIZO-VDV Adres: Spastraat 8, 1000 Brussel Tel: Fax: UCM Adres : Avenue A. Lecomblé 29, 1030 Bruxelles Tel: Fax: secretariat.fnucm@ucm.be Schematische voorstelling 26

27 Autocontrole voor de operatoren in een andere sector dan de Primaire productie 27

28 Fiche 5: Wat met de handelswetgeving? Ben je als hoeveslager een handelaar? Je bent een handelaar als je daden van koophandel verricht in hoofd- of nevenberoep. In het Wetboek van Koophandel staan o.a. volgende daden als daden van koophandel beschreven: Elke aankoop van voedingsmiddelen en koopwaren om die, al dan niet na bewerking of verwerking, weer te verkopen of om het gebruik ervan te verhuren. Alle verrichtingen van industriële ondernemingen, zelfs wanneer de ondernemer slechts de voortbrengsels van zijn eigen grond verwerkt en voor zover het geen verwerking betreft die normaal bij landbouwbedrijven behoort. In mensentaal: Een veehouder is geen handelaar wanneer hij eigen landbouwproducten rechtstreeks verkoopt aan de consument, in de staat waarin ze zijn voortgebracht of na een primaire verwerking. De veehouder stelt hier geen daden van koophandel: hij koopt en verkoopt zijn producten niet, hij verkoopt ze enkel. Traditioneel blijft de landbouwer dus buiten het toepassingsgebied van het handelsrecht. Een veehouder is wel een handelaar wanneer hij producten verkoopt van een collega land- of tuinbouwer wanneer hij ingrediënten dient aan te kopen om bepaalde verwerkingen mogelijk te maken wanneer hij producten verkoopt die een secundaire verwerking hebben ondergaan. Als hoeveslager wordt je binnen de handelswetgeving dus altijd als handelaar beschouwd aangezien de producten die je verkoopt een secundaire verwerking hebben ondergaan. Welke verplichtingen heb je als landbouwer/handelaar? 1. Inschrijving in de KBO (zie fiche 5A) 2. Aanvragen van een leurkaart (zie fiche 5B) 28

29 Fiche 5A: Inschrijving in de KBO Iedere handelaar is verplicht zich in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) in te schrijven vooraleer hij met de exploitatie van zijn handelszaak begint. Het verzoek om inschrijving in de KBO dient via een erkend ondernemingsloket te gebeuren. Als handelaar wordt je dan een uniek ondernemingsnummer toegekend en, per afzonderlijke vestiging, een vestigingseenheidsnummer. Hoe ga je te werk? Je moet je aanmelden bij een ondernemingsloket met de nodige documenten (zie verder) die je toelaten de gekozen handelsactiviteit uit te oefenen. De keuze van het ondernemingsloket is vrij, waar ook de vestigingsplaats van de onderneming is. In bijlage 11 vind je een lijst van erkende ondernemingsloketten. Het ondernemingsloket controleert dan de documenten en zal je als handelaar inschrijven in de KBO en je een uniek ondernemingsnummer en, per afzonderlijke vestiging, een vestigingseenheidsnummer toekennen. Het loket moet de inschrijving onmiddellijk uitvoeren, tenzij je niet beantwoordt aan de gestelde voorwaarden of de nodige documenten niet kan voorleggen. De kosten van de inschrijving bedragen 79 en 79 per bijkomende vestigingseenheid. Wat is je ondernemingsnummer? Het ondernemingsnummer is een uniek identificatienummer dat de overheid toekent aan ondernemingen. Dit nummer vervangt het handelsregisternummer, het BTW-nummer, het RRRP-nummer (voor rechtspersonen) en het RSZ-nummer. Om de administratieve lasten van de bestaande ondernemingen te beperken, heeft de overheid geen volledig nieuw nummer ingevoerd voor deze bestaande ondernemingen. Voor ondernemingen die werden opgericht voor 1 juli 2003 is het ondernemingsnummer het BTW-nummer of het RRRP-nummer, voorafgegaan door een 0. Ondernemingen die zijn opgericht na 1 juli 2003 krijgen een nieuw ondernemingsnummer toegekend. Het ondernemingsnummer moet vermeld worden op alle akten, facturen, aankondigingen, mededelingen, brieven, orders en andere stukken van de handelsonderneming. Deze verplichting geldt ook voor s, faxberichten, kastickets,, maar niet voor folders, affiches en reclameboodschappen. Het nummer dient ook op een zichtbare plaats vermeld te worden op gebouwen en marktkramen die gebruikt worden voor de handelsactiviteit en op vervoermiddelen die hoofdzakelijk worden gebruikt in het kader van de uitoefening van een ambulante handel. Hoe moet het ondernemingsnummer worden vermeld? 29

30 Voor alle ondernemingen die BTW-plichtig zijn, moet het ondernemingsnummer worden voorafgegaan door de vermelding BTW BE. Ondernemingen onderworpen aan de vrijstellingsregeling van BTW mogen de letters BE niet vermelden. In dit geval wordt het ondernemingsnummer enkel voorafgegaan door de vermelding BTW. Ondernemingen die niet BTW-plichtig zijn, dienen enkel het ondernemingsnummer te vermelden. Welke documenten heb je nodig bij je inschrijving in de KBO? Je identiteitskaart. Een lijst met activiteiten die je wil gaan uitoefenen. Bewijs van kennis van bedrijfsbeheer (zie verder) van jezelf of één van je medewerkers. In dit laatste geval dien je ook de identiteitsgegevens van je medewerker mee te nemen. Voor de opstart van een hoeveslagerij is een bewijs van beroepskennis vereist (zie verder). Alle vergunningen die je reeds in het kader van je activiteit hebt aangevraagd. Een rekeningnummer. Als zelfstandig handelaar of vakman moet je een zichtrekening hebben bij een in België gevestigde bank, spaarkas of bij de Post. De rekening moet op jouw naam staan. Het nummer van deze rekening en de naam van de financiële instelling moet je vermelden op al uw facturen, brieven, bestelbons, enz. Doe je dat niet, dan kan je slechte betalers geen nalatigheidsintresten aanrekenen. Alle vestigingeenheidsadressen. Indien het gaat om een vennootschap: de oprichtingsakte. Hoe kan je je kennis van bedrijfsbeheer bewijzen? Door een getuigschrift of een diploma, uitgereikt in of door: o o o o o o o De derde graad van het secundair onderwijs. Het secundair volwassenenonderwijs. De centra voor middenstandsopleiding. Een examencommissie van een Gemeenschap of van de Federale Overheidsdienst. Een diploma van het hoger onderwijs. Een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene een versnelde cursus van ten minste 128 lesuren van bedrijfsbeheer met vrucht heeft gevolgd, gespreid over ten minste 3 maanden. Een akte die in overeenstemming met internationale verdragen als gelijkwaardig moet worden beschouwd met het bovenvermelde getuigschrift of het diploma van het hoger onderwijs, of ermee gelijkwaardig werd verklaard door de bevoegde overheid. Door een examen 30

31 De basiskennis van bedrijfsbeheer kan eveneens bewezen worden via een examen bij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Door praktijkervaring: Beschikt men niet over de nodige akten of getuigschriften, dan kan de basiskennis van het bedrijfsbeheer ook bewezen worden door praktijkervaring tijdens de 15 jaar die voorafgaan aan de aanvraag: o Als zelfstandig ondernemingshoofd of zelfstandige, belast met het dagelijks bestuur: - Zelfstandige in handel, ambacht of industrie of land- en tuinbouw gedurende 3 jaar in hoofdberoep of gedurende 5 jaar in bijberoep. - Als zelfstandig beheerder zonder arbeidsovereenkomst belast met het dagelijks bestuur als hoofdberoep gedurende 3 jaar of als bijberoep gedurende 5 jaar. o Als medewerker: - Als zelfstandig helper gedurende 5 jaar. - Als bediende in een leidende functie gedurende 5 jaar. Door de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner van de zelfstandige (voor niet-wettelijk samenwonenden geldt de voorwaarde dat men al minstens 6 maanden samenwoont), de zelfstandige helper (beperkt tot familieverband in de 3 e graad) of de werknemer die belast wordt met het dagelijks beheer. Volgende personen moeten de basiskennis bedrijfsbeheer niet aantonen: o De overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner (gewone samenwonenden moeten minstens 6 maanden samenwonen) of meewerkende echtgeno(o)t(e) die de onderneming overneemt bij overlijden van het ondernemingshoofd. o De overnemer van een onderneming gedurende 1 jaar volgend op de overname. o De kinderen van een overleden overnemer zijn gedurende 3 jaar vrijgesteld. De beroepsbekwaamheid voor gereglementeerde beroepen Om te kunnen starten met een hoeveslagerij moet je of als uitbater zelf over een vergunning beenhouwer-spekslager beschikken of moet je een vakverantwoordelijke aanstellen die deze vergunning heeft (zie ook fiche 1). Het aanvraagformulier voor deze vergunning vind je in bijlage 12. Dit formulier moet verzonden worden aan de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, dienst Economische Vergunningen, WTC-Toren III, 25 e verdieping, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel, tel. (02) De aanvraag moet vergezeld zijn van volgende documenten: 1. Een fotokopie van de afgeleverde melding van het VLAREM, of door het College van burgemeester en schepenen bij bedrijven van klasse 2 of 3, of door de Deputatie van de provincieraad bij bedrijven van klasse 1. 31

32 Verkooppunten van producten van dierlijke oorsprong (vlees, vis en gevogelte), alsmede de aan deze verkoopspunten verbonden uitsnijderijen) worden in de indelingslijst van het VLAREM beschouwd als klasse-3-inrichtingen. Voor de opstart van een gewone slagerij is het dus voldoende deze activiteit te melden aan het College van Burgemeester en Schepenen. Dit kan via het formulier Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3, dat je ook terugvindt als bijlage 13. Een hoeveslagerij is echter ook gekoppeld aan een landbouwbedrijf, dat in de meeste gevallen binnen het Vlarem onder klasse 1 of 2 valt, en dit heeft als gevolg dat een andere procedure moet gevolgd worden. Vlarem 1 stelt nl. dat niemand zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van de bevoegde overheid een inrichting van klasse 1 of 2 mag exploiteren of veranderen. Bij zgn. kleine veranderingen, waarvoor geen milieuvergunningsaanvraag moet opgemaakt worden, is wel een vereenvoudigde procedure van mededeling mogelijk. Het opstarten van een hoeveslagerij (nieuwe klasse 3-activiteit) bij een landbouwbedrijf (bestaande inrichting van klasse 1 of 2) valt hieronder en kan je aangeven via het formulier Mededeling van een kleine verandering of melding van klasse 3-onderdelen van een vergunde inrichting van klasse 1 of 2. Je vindt dit formulier terug als bijlage Het bewijs van beroepsbekwaamheid Hetzij een fotokopie van het door een beroepsschool afgeleverd diploma voor het beroep van beenhouwer-spekslager. Hetzij een fotokopie van het getuigschrift van leertijd of van het diploma tot ondernemingshoofd voor het beroep van beenhouwer-spekslager. Hetzij werkgeversattesten waaruit blijkt dat een stage van vier jaar werd doorgemaakt bij in het beroep van beenhouwer-spekslager gevestigde patroons. De attesten dienen mee ondertekend te worden door het beroepssyndicaat der beenhouwers dat bevoegd is voor deze gemeenten. Opmerking: Het bewijs van beroepsbekwaamheid dient niet meer te worden voorgelegd indien het in hoofde van de vakverantwoordelijke reeds geleverd werd naar aanleiding van een vorige vergunning. Deze vergunning dient dan te worden bijgevoegd. 3. Een bewijs van goed zedelijk gedrag, niet ouder dan 30 dagen, op naam van de vakverantwoordelijke 32

33 Fiche 5B: Aanvragen van een leurkaart Wie van plan is om leurhandel te drijven, is onderworpen aan een voorafgaande machtiging tot het uitoefenen van die ambulante activiteit. Wat is ambulante handel? Ambulante handel is elke verkoop of het te koop aanbieden of uitstallen van producten met het oog op verkoop aan de consument door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in de KBO of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt. De uitoefening van ambulante activiteiten is uitsluitend toegestaan op volgende plaatsen: Op de openbare en private markten Op de openbare weg (incl. parkingplaatsen gelegen op de openbare weg, winkelgalerijen, stations-, luchthaven- en metrohallen en de plaatsen waar kermissen doorgaan) Op de andere plaatsen van het openbaar domein Op de plaatsen grenzend aan de openbare weg Op commerciële parkingplaatsen Aan de ingang van en op de plaatsen waar culturele en sportieve manifestaties plaatsvinden, tijdens het verloop van de manifestatie. De verkoop moet bijkomstig blijven aan de manifestatie en de goederen moeten erop betrekking hebben. Ten huize van de consument, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op producten voor een totale waarde van minder dan 250 per consument _ Wanneer heb je een machtiging nodig? Iedere persoon die een ambulante activiteit wenst uit te oefenen is onderworpen aan een machtiging tot het uitoefenen van die ambulante activiteit. Deze machtiging moet voorafgaand aan de ambulante activiteit aangevraagd worden bij een ondernemingsloket naar keuze (zie bijlage 11). Voor sommige vormen van ambulante handel is geen machtiging nodig. Enkele voorbeelden hiervan zijn: 33

34 De verkoop tijdens handels-, ambachts- of landbouwbeurzen en tentoonstellingen, op voorwaarde dat: o zij een promotioneel karakter heeft. o zij voorbehouden is aan handelaars, ambachtslui, landbouwers, producenten en kwekers van de activiteitssector of van de streek die door het thema van de manifestatie gedekt wordt, aan de vertegenwoordigers van verenigingen en private of publieke instellingen die sectoriële of geografische economische belangen verdedigen, alsook aan de professionele verkoper van goederen noodzakelijk voor het onthaal van de bezoekers. o de manifestatie een uitzonderlijk en tijdelijk karakter heeft. De verkoop tijdens occasionele manifestaties die tot doel hebben de lokale handel of het leven in de gemeente te bevorderen, op voorwaarde dat: o deze plaats heeft binnen het kader van een manifestatie toegestaan door de burgemeester of zijn afgevaardigde. o zij voorbehouden is aan plaatselijke handelaars, ambachtslui, landbouwers, kwekers of producenten of deze die uitgenodigd zijn door de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verenigingen en instellingen die de belangen van deze professionele groepen verdedigen mogen eveneens toegelaten worden om aan deze manifestaties deel te nemen. De verkoop van producten met een promotioneel doel door een handelaar, een ambachtsman, een landbouwer, een kweker of een producent, buiten zijn vestigingen vermeld in de KBO en buiten het kader van de manifestaties voorzien in bovenvermelde punten, op voorwaarde dat: o zij uitzonderlijk en tijdelijk is. o zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd. o de producten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper vermeld in de KBO. De verkoop van levensmiddelen door handelaars of hun aangestelden die door middel van ambulante winkels geregeld een vast cliënteel bedienen. De verkoop uitgeoefend door een handelaar voor zijn winkel wanneer de aangeboden producten van dezelfde aard zijn aan deze die in de winkel worden verkocht. De verkoop van eigen land- of tuinbouwproducten, voor zover ze rechtstreeks door de producent op de plaats van de productie verkocht worden. De verkoop van producten door een handelaar in de lokalen van een andere handelaar, tijdens de normale openingsuren van de onthalende vestiging, indien de producten aangeboden door de uitgenodigde handelaar aanvullend zijn aan deze verkocht in de winkel die hem ontvangt. De verrichtingen van de uitgenodigde handelaar blijven periodiek of tijdelijk en bijkomstig aan deze van de onthalende handelaar. De verkoop via automaten De occasionele verkoop door particulieren Welk machtiging heb ik nodig om een ambulante activiteit uit te oefenen? De machtiging als werkgever 34

35 Wie voor eigen rekening of als verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon een ambulante activiteit wil uitoefenen, moet over een machtiging als werkgever beschikken. Deze machtiging is persoonlijk en onoverdraagbaar en is geldig voor de duur van de activiteit zolang de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voldoet aan de voorwaarden tot uitoefening van deze activiteit. De machtiging als aangestelde Er bestaat een machtiging als aangestelde A en een machtiging als aangestelde B : o Wie een ambulante activiteit uitoefent voor rekening van of in dienst van een persoon die beschikt over een machtiging als werkgever, moet in het bezit zijn van een machtiging als aangestelde A. Deze machtiging wordt uitgereikt op naam van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst de aangestelde werkzaam is. Haar geldigheidsduur komt overeen met deze van de machtiging als werkgever waaraan zij is verbonden. o Wanneer een ambulante activiteit uitgeoefend wordt ten huize van de consument moet de aangestelde over een machtiging als aangestelde B beschikken. Deze machtiging is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij wordt, afhankelijk van de noden van de onderneming in de ambulante activiteiten, hetzij voor een periode van onbepaalde duur, hetzij voor een periode van bepaalde duur uitgereikt. De machtiging blijft geldig voor de duur van de activiteit van de aangestelde zolang deze aan de voorwaarden tot uitoefening van de activiteit voldoet. Zij mag noch de duurtijd van de machtiging als werkgever, met dewelke zij verbonden is, noch de duurtijd waarvoor ze is uitgereikt, overschrijden. Bijzondere voorwaarden voor de uitoefening van ambulante activiteiten De uitoefening van ambulante activiteiten ten huize van de consument is niet toegelaten voor 8u en na 20u. Elke persoon die een ambulante activiteit moet in het bezit zijn van zijn machtiging. De machtiging is slechts geldig wanneer zij vergezeld is van het identiteitsbewijs. Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent ten huize van de consument, dient zijn machtiging aan de consument voor te leggen voorafgaand aan elk verkoopsaanbod. Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op elke andere plaats dan ten huize van de consument, dient zich te identificeren hetzij aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig (indien hij de activiteit hiervandaan uitoefent), hetzij door het voorleggen van zijn machtiging voorafgaand aan elk verkoopaanbod (indien hij de activiteit op een rondtrekkende wijze uitoefent). 35

36 Dit uithangbord dient volgende vermeldingen te bevatten: De naam en de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend of de naam en de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend. De firmanaam en/of de benaming van de onderneming. De gemeente van de maatschappelijke zetel of de uitbatingszetel of, indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt. Het inschrijvingsnummer in de KBO. Kostprijs van de machtiging Bij de aanvraag tot verkrijging van een machtiging: Als werkgever: 150 Als aangestelde A: 100 Als aangestelde B voor onbepaalde duur: 100 Als aangestelde B voor bepaalde duur: 50 Bij de aanvraag tot wijziging of vervanging: Van een machtiging als werkgever: 50 Van een machtiging als aangestelde A: 100 Van een machtiging als aangestelde B: 50 36

37 Fiche 6: Wetgeving m.b.t. ruimtelijke ordening Algemeen: Waarvoor heb je o.a. een stedenbouwkundige vergunning nodig? De eigenlijke bouwwerken Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning bouwen, op een grond één of meer vaste inrichtingen plaatsen, een bestaande vaste inrichting of bestaand bouwwerk afbreken, herbouwen, verbouwen of uitbreiden, met uitzondering van instandhoudings- of onderhoudswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit. Onder instandhoudings- of onderhoudswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit, worden werken verstaan die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. Hieronder kunnen geen werken begrepen worden die betrekking hebben op de constructieve elementen van het gebouw, zoals: vervangen van dakgebinten of dragende balken van het dak, met uitzondering van plaatselijke herstellingen. geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren, zelfs met recuperatie van de bestaande stenen. Functiewijzigingen Een stedenbouwkundige vergunning is nodig voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed met het oog op een nieuwe functie, in o.a. volgende gevallen: Een stedenbouwkundige vergunning is nodig als een van de hierna vermelde hoofdfuncties van een onroerend bebouwd goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie: o wonen o verblijfsrecreatie o dagrecreatie o landbouw in de ruime zin o handel, horeca, kantoorfunctie en diensten o industrie en ambacht 37

38 Een stedenbouwkundige vergunning is ook nodig als het onroerende bebouwde goed een exploitatiewoning bij een gebouw dat onder de functiecategorie landbouw in de ruime zin of industrie en ambacht valt, betreft en de nieuwe hoofdfunctie geen binding meer heeft met de al dan niet beëindigde exploitatie. Vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning is het in een woongebouw uitoefenen van functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep, handel, horeca, dienstverlening en ambacht, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: Het woongebouw is gelegen in een woongebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied. De woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie. De complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 m 2. De complementaire functie is niet strijdig met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouw- en verkavelingsverordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg en verkavelingsvergunningen. Publiciteitsinrichtingen of uithangborden plaatsen of wijzigen Een stedenbouwkundige vergunning is nodig voor het plaatsen of wijzigen van publiciteitsinrichtingen of uithangborden. Het gaat hier over vaste reclameconstructies, bv. reclamezuilen of installaties aangebracht op blinde gevels voor het aanplakken van affiches. Voor verplaatsbare reclame-inrichtingen is geen stedenbouwkundige vergunning vereist, tenzij men een grond gewoonlijk gaat gebruiken voor het plaatsen van dergelijke inrichtingen. Er is een vrijstelling van vergunning voor de plaatsing van o.a. volgende publiciteitsinrichtingen of uithangborden, voor zover dit niet strijdig is met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouw- en verkavelingsverordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, verkavelingsvergunningen, bouwvergunningen of stedenbouwkundige vergunningen: 38

39 De bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende uithangborden, met een totale maximale oppervlakte van 4 m² Publiciteitsinrichtingen die voortvloeien uit wettelijke en reglementaire bepalingen Publiciteitsinrichtingen aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m² en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of de verkoping wordt verwijderd Plaatsen van een automaat Voor het plaatsen van een vleesautomaat op het bedrijf ( onder visuele controle ) heb je normaal geen vergunning van de dienst ruimtelijke ordening nodig. Plaats je een automaat op eigendom van derden dan is dit wel het geval. Let er wel op dat de automaat zo geplaatst is dat (zwakke) weggebruikers nooit in gevaar gebracht worden wanneer auto s bij je automaat halt houden. Specifiek: Heb je voor de uitbouw van een hoeveslagerij een stedenbouwkundige vergunning nodig? Voor het inrichten van een hoeveslagerij moet in principe altijd een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden, ook als het een functiewijziging betreft van een bestaand gebouw op een actief landbouwbedrijf. De vuistregel is dat hoeveverkoop in agrarisch gebied kan als het de verkoop betreft van hoeve-eigen producten. Uit de praktijk blijkt echter dat de meeste hoeveproducenten ook hoeveproducten verkopen die ze niet zelf hebben vervaardigd. De adviesverlenende (en controlerende) administratie laat de verkoop van andere dan zelf geproduceerde producten echter stilzwijgend toe en interpreteert eigen productie als meer dan 50% van de producten zijn afkomstig van het eigen bedrijf. Bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag worden de geplande werken getoetst aan de ruimtelijke draagkracht. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen beschrijft de ruimtelijke draagkracht als het vermogen om binnen het kader van duurzame ontwikkeling, functies en activiteiten op te nemen in een bepaalde ruimte. Enkel aanvragen met een kleinschalig karakter worden goedgekeurd. Met kleinschaligheid wordt bedoeld dat de concentratie van gebouwen of constructies beperkt wordt gehouden. De landbouwproductie moet een volwaardige activiteit blijven. Specifiek: Wat als je zelf dieren wilt slachten? (zie ook fiche 3) Een slachthuis wordt binnen de ruimtelijke ordening niet aanzien als een (para-)agrarische activiteit, wat als gevolg heeft dat een stedenbouwkundige vergunning in principe onmogelijk is in agrarisch gebied. Wat misschien wel vergund zou kunnen worden, is een slachthuis dat enkel voor de eigen winkel slachtingen uitvoert, maar dit komt in de praktijk nog maar zelden voor. Is de medewerking van een architect altijd verplicht? 39

40 Voor werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, is in principe ook de medewerking van een architect verplicht. Een aantal ingrepen zijn hiervan echter wel vrijgesteld, op voorwaarde dat ze noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van het gebouw wijzigen: De verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden of de werkzaamheden voor de geschiktmaking van lokalen Het aanbrengen van een gevelsteen, een bepleistering of een andere gevelbekleding, zonder dat een wijziging van de fundering noodzakelijk is Het aanbrengen, wijzigen en dichtmaken van raam- en deuropeningen Het aanbrengen van dakvlakvensters en/of fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers in het dakvlak of op een plat dak Het aanbrengen van dakuitbouwen over maximaal één vierde van de dakoppervlakte Plaatsen van verluchtings-, luchtbehandelings-, rook- of luchtafzuiginstallaties. Of je al dan niet een beroep moet doen op een architect, zal dus afhangen van de voorziene verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden. Samenstellen en indienen van een aanvraagdossier Als de medewerking van een architect vereist is, stelt de architect het aanvraagdossier samen. De aanvrager moet dan enkel de aanvraag ondertekenen. Als de medewerking van een architect niet vereist is, dan mag je als aanvrager zelf het aanvraagdossier samenstellen. De Vlaamse Overheid bepaalt wel hoe het dossier moet samengesteld worden. In de meeste gevallen zal je hiervoor het aanvraagformulier voor eenvoudige samenstelling moeten gebruiken. Dit formulier vind je, samen met de aanstiplijst voor eenvoudige samenstelling, terug als bijlage 15 en 16. Als je aanvraagdossier volledig is, moet je het, tegen ontvangstbewijs, bij je gemeente afgeven, aangetekend versturen of digitaal indienen volgens de procedures die je gemeente aanbiedt. 40

41 Advies over hoevewinkels, verwerkings- en consumptieruimten Voor advies bij stedenbouwkundige vergunningsaanvragen in agrarisch gebied, kan je een beroep doen op de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) binnen het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid: Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Afdelingshoofd: J. Verstrynge Ellips, 6e verdieping Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel: 02/ en 02/ Fax: 02/ Koppeling stedenbouwkundige vergunning - milieuvergunning De stedenbouwkundige vergunning voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gebeurd. Wordt de milieuvergunning definitief geweigerd, dan vervalt ook de stedenbouwkundige vergunning. 41

42 Fiche 7: De milieuvergunning Wanneer heb ik een milieuvergunning nodig? Alle inrichtingen die als hinderlijk worden beschouwd voor het milieu of voor de mens zijn opgenomen in een lijst die als bijlage bij Vlarem I is gevoegd (de indelingslijst). Voorafgaand aan het uitbaten of het veranderen van een als hinderlijk beschouwde onderneming moet een melding gebeuren of een milieuvergunning aangevraagd worden. Het VLAREM deelt al deze als hinderlijk beschouwde inrichtingen op in drie klassen: Voor inrichtingen van klasse 1 en 2 is een milieuvergunning nodig Voor inrichtingen van klasse 3 volstaat een melding De meeste ondernemingen oefenen meer dan één hinderlijke activiteit uit. In dat geval geldt altijd de procedure van de hoogste klasse. Hoe verloopt de procedure? Klasse 3-vergunningen Wanneer een onderneming als een inrichting van klasse 3 wordt beschouwd, is er enkel meldingsplicht. Hiervoor moet een standaard meldingsformulier worden ingevuld en overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waarin de exploitatie is gepland. De dag na de melding kan met de exploitatie of verandering worden begonnen. Klasse 2-vergunningen Een vergunningsaanvraag voor een klasse-2-inrichting moet ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente. Deze beslist binnen een termijn van 3 maanden na het volledig ontvankelijk verklaren van de aanvraag in eerste aanleg over de vergunningsaanvragen van inrichtingen van klasse 2. Bij gemotiveerd besluit kan het College van Burgemeester en Schepenen deze termijn éénmaal verlengen met 1,5 maand. Klasse 1-vergunningen Een milieuvergunning voor een inrichting van klasse 1 wordt aangevraagd bij de Bestendige Deputatie van de Provincieraad. Deze beslist binnen een termijn van 4 maanden na het volledig ontvankelijk verklaren van de aanvraag in eerste aanleg over de vergunningsaanvragen van inrichtingen van 1 e klasse. Bij gemotiveerd besluit kan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad deze termijn éénmaal verlengen met 2 maanden. 42

43 De beroepsprocedure Beroep tegen een stilzwijgende weigering Indien binnen de vastgestelde of verlengde termijn geen uitspraak is gedaan over een milieuvergunning klasse 1 of klasse 2, wordt de vergunning geacht geweigerd te zijn. Tegen deze stilzwijgende weigering kan door de aanvrager beroep worden ingediend binnen een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de dag volgend op het verstrijken van de vastgestelde of verlengde termijn. Beroep tegen een beslissing in eerste aanleg Tegen een beslissing in eerste aanleg kan beroep worden ingediend binnen een termijn van dertig dagen na de bekendmaking van de bestreden beslissing. Het beroep moet worden ingediend bij aangetekend schrijven. Tegen de beslissing over vergunningsaanvragen in eerste aanleg genomen door het College van Burgemeester en Schepenen, kan beroep worden ingediend bij de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, die uitspraak doet binnen een termijn van vier maanden na ontvangst van het beroepsschrift. Tegen elke beslissing over vergunningsaanvragen in eerste aanleg genomen door de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, kan beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, die uitspraak doet binnen een termijn van vijf maanden na ontvangst van het beroepsschrift. Bij gemotiveerd besluit kan de bevoegde overheid de termijn waarbinnen zij uitspraak moeten doen eenmaal verlengen met maximum één maand. Zij deelt deze beslissing mee aan de aanvrager en aan de indiener van het beroep voor het verstrijken van de vastgestelde termijn. Koppeling milieuvergunning stedenbouwkundige vergunning De stedenbouwkundige vergunning voor handelingen, werken en wijzigingen voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gebeurd. De milieuvergunning wordt beschouwd als definitief verleend na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een administratief beroep of, indien een dergelijk beroep werd ingesteld, vanaf het verlenen van de milieuvergunning door de vergunningverlenende overheid in beroep. De milieuvergunning voor een inrichting waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig, wordt geschorst zolang die stedenbouwkundige vergunning niet is verleend. 43

44 Heb je als hoeveslager een (bijkomende) milieuvergunning nodig? Meestal hebben veehouders een milieuvergunning nodig voor de verschillende activiteiten gekoppeld aan het uitbaten van hun landbouwbedrijf. M.b.t. het behandelen en verkopen van producten van dierlijke oorsprong, vinden we in de VLAREM-indelingslijst onder rubriek 45 Voedings- en genotsmiddelenindustrie volgende hinderlijke inrichtingen terug: Inrichtingen voor het behandelen van andere producten van dierlijke oorsprong c) Werkplaatsen bestemd voor leurhandel, vis- en vleeswarenfabrieken alsmede uitsnijderijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 1 b) 5kW tot en met 100 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 3 2 b) meer dan 200 kw tot en met 500 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 2 3 b) meer dan kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 1 d) Verkooppunten van producten van dierlijke oorsprong (vlees, vis en gevogelte) alsook de aan die verkooppunten verbonden uitsnijderijen: klasse 3 Besluit: Een gewone slagerij valt in principe dus onder klasse 3 maar omdat een hoeveslagerij gekoppeld is aan een landbouwbedrijf dat in de meeste gevallen onder klasse 2 of 1 valt, zal voor de hoeveslagerij ook deze hoogste klasse gelden. Bovendien kunnen naast de hierboven aangehaalde rubriek ook nog andere rubrieken van toepassing zijn zoals het lozen van afvalwater, koeling, opslag van dierlijke producten en naargelang de grootte en de aard van de verwerking ook het bewerken van dierlijke producten. Heb je een vergunning nodig voor het slachten van dieren? Zoals reeds aangegeven in fiche 3 kan je in bepaalde gevallen als veehouder ook zelf pluimvee en/of konijnen slachten. Onder rubriek 45 Voedings- en genotsmiddelenindustrie vinden we volgende hinderlijke inrichtingen terug: Slachthuizen en private slachterijen b) Voor pluimvee en konijnen 1 vanaf 100 tot en met 1000 dieren per dag: klasse 2 2 meer dan 1000 dieren per dag: klasse 1 c) Rituele slachtingen i.k.v. godsdienstbeleving: klasse 3 MAAR zoals hierboven en ook in fiche 6 reeds aangehaald is, is er een koppeling tussen de milieu- en de stedenbouwkundige vergunning. Een slachthuis wordt echter niet aanzien als een (para-)agrarische activiteit, met als gevolg dat in agrarisch gebied een stedenbouwkundige vergunning hiervoor in principe onmogelijk is en dat met een eventueel verkregen milieuvergunning niets gedaan zal kunnen worden. 44

45 Fiche 8: Etikettering van vlees(producten) Welke producten moeten een etiket dragen? Enkel voorverpakte voedingsmiddelen die in de handel worden gebracht en bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker of aan restaurants, ziekenhuizen, kantines, te worden afgeleverd, moeten worden voorzien van een etiket. Wat verstaat men onder een voorverpakt voedingsmiddel? Een voorverpakt voedingsmiddel is een verkoopseenheid, bestaande uit een voedingsmiddel en het verpakkingsmiddel waarin dit is verpakt. Dit verpakkingsmiddel bedekt het voedingsmiddel geheel of gedeeltelijk, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast. Bv.: Prepare die reeds uitgeschept is en in een plastic potje voorzien van een dekseltje in de koeltoog te koop aangeboden wordt, is een voorverpakt product en moet geëtiketteerd worden. Als je de prepare pas bij de verkoop in een plastic potje doet, dan is dit niet voorverpakt. Welke gegevens moeten op het etiket vermeld worden? De etiketverplichtingen zijn heel verschillend naargelang het soort product dat verkocht wordt. Dit maakt het onmogelijk om voor elk (voorverpakt) product het bijhorende etiket in detail te gaan bekijken. Indien u hierover specifieke vragen hebt, kan u voor meer gedetailleerde informatie altijd terecht bij het Steunpunt Hoeveproducten. Een aantal gegevens moeten standaard op het etiket van voorverpakt vlees en/of vleesproducten terug te vinden zijn. Zij zijn in de lijst hieronder in het vet gedrukt. Afhankelijk van het soort product kunnen dan nog bijkomende eisen gesteld worden, bv. aanduiding van het vetpercentage, zoutgehalte, 1. De verkoopbenaming Dit is de wettelijke benaming die voor een voedingsmiddel is voorzien of, wanneer deze ontbreekt, de gebruikelijke benaming of een omschrijving van het voedingsmiddel die zo duidelijk is dat de verbruiker er de ware aard van het voedingsmiddel kan uit opmaken. 2. De lijst met ingrediënten 45

46 Ingrediënten zijn alle stoffen, met inbegrip van de toevoegsels en aroma s, die gebruikt worden bij de productie of de bereiding van een voedingsmiddel en die nog aanwezig zijn in het eindproduct, eventueel onder een gewijzigde vorm. Bv.: zout, mosterd, azijn, groenten en vruchten, boter, eieren, voedingsgelatine, Deze moeten worden vermeld met hun specifieke naam, tenzij ze behoren tot een categorie van ingrediënten waarvan de naam van die categorie mag vermeld worden in de ingrediëntenlijst. Bv.: specerijen of mengsel van specerijen voor alle specerijen die niet meer dan 2% van het gewicht van het voedingsmiddel uitmaken Bv.: vlees (voorafgegaan door de naam/namen van de diersoort(en) waarvan het afkomstig is) voor de skeletspieren van voor menselijke consumptie geschikte zoogdier- en vogelsoorten wanneer het vlees een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel en waarvan het totale vet- en bindweefselgehalte onder een bepaalde grenswaarde blijft. Een ingrediëntenlijst is niet vereist voor o.a voedingsmiddelen die bestaan uit 1 enkel ingrediënt, op voorwaarde dat de verkoopbenaming dezelfde is als de naam van het ingrediënt of dat de verkoopbenaming het mogelijk maakt de aard van het ingrediënt vast te stellen, zonder risico op verwarring. 3. De datum van minimale houdbaarheid of, bij zeer bederfelijke voedingsmiddelen, de uiterste verbruiksdatum Vers vlees, gehakt vlees en vleesbereidingen zijn vanuit microbiologisch oogpunt zeer bederfelijk en kunnen na bepaalde tijd een onmiddellijk gevaar voor de menselijke gezondheid betekenen. Op het etiket moet dan ook de uiterste consumptiedatum ( Te gebruiken tot ) vermeld worden en niet de datum van minimale houdbaarheid ( Ten minste houdbaar tot ). Deze vermelding moet worden aangevuld met de bewaarvoorwaarden, aan de hand waarvan de aangegeven houdbaarheidsdatum kan worden gewaarborgd. 4. De bijzondere bewaarvoorschriften 46

47 Als de wijze van bewaren een invloed heeft op de houdbaarheidsdatum van vlees en vleesbereidingen, dan moet deze ook op het etiket vermeld worden. Voorbeelden: "Droog bewaren" "In de koelkast bewaren" "Koel bewaren: max. 4 C" "Ingevroren of diepgevroren producten bewaart u in een vrieskast of vriesvak" "Ontdooide producten nooit opnieuw invriezen!" 5. De gebruiksaanwijzing, indien het voedingsmiddel zonder gebruiksaanwijzing niet behoorlijk kan worden gebruikt Gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van alle diersoorten, mogen slechts worden afgeleverd aan de eindverbruiker indien er op de onmiddellijke verpakking duidelijk vermeld wordt dat deze producten voor consumptie door en door verhit moeten worden. Indien het gehakt, de worsten of de andere vleesbereidingen op basis van gehakt vlees niet voorverpakt zijn, moet een etiket op het verpakkingspapier worden gekleefd of moet het verpakkingspapier van een speciale opdruk voorzien zijn met de vermelding Verhitten voor consumptie. Dit geldt ook wanneer deze producten geleverd worden aan andere verkooppunten. 6. Uw contactgegevens 7. De nettohoeveelheid De nettohoeveelheid van een voedingsmiddel is de hoeveelheid van het product zonder de verpakking. Voor vloeibare voedingsmiddelen wordt deze hoeveelheid uitgedrukt in volume-eenheden (liters, centiliters of milliliters). De hoeveelheid voor andere voedingsmiddelen wordt uitgedrukt in massa-eenheden (kilogrammen of grammen). 8. De plaats van oorsprong of herkomst, indien de verbruiker zou kunnen misleid worden over de werkelijke oorsprong of herkomst 9. Het lotnummer De aanduiding die het mogelijk maakt de partij waartoe het voedingsmiddel behoort te identificeren (het lotnummer) moet vermeld worden op het etiket. Deze aanduiding wordt voorafgegaan door de letter L behalve wanneer ze duidelijk van de overige aanduidingen op het etiket is te onderscheiden. Indien de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum voorkomt, moet het lotnummer niet vermeld worden, op voorwaarde dat de aanduiding van deze datum duidelijk en in de juiste volgorde ten minste de dag en de maand omvat. 10. De aanwijzing of de producten afkomstig zijn van genetisch gemodificeerde organismen (GGO s) 47

48 11. De voedingswaarde, wanneer in de etikettering, de aanbiedingsvorm of in de reclame een bewering hierover voorkomt 12. Specifieke vermeldingen voor bepaalde voedingsmiddelen Bv.: Soort voedingsmiddel Voedingsmiddelen waarvan de houdbaarheid is verlengd met behulp van toegestane verpakkingsgassen Voedingsmiddelen die toegestane zoetstof(fen) bevatten Voedingsmiddelen die zowel toegevoegde suiker(s) als zoetstof(fen) bevatten Verplichte vermelding Verpakt onder beschermende atmosfeer Met zoetstof(fen) bij de verkoopbenaming Met suiker(s) en zoetstof(fen) bij de verkoopbenaming 13. Opgelet met voedings- en gezondheidsclaims op het etiket: je moet deze kunnen bewijzen Hoe moeten de verplichte vermeldingen aangebracht worden? De verplichte vermeldingen moeten zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn aangebracht op de voorverpakking of op een etiket dat daaraan vast hangt en moeten minstens gesteld worden in de taal of de talen van het taalgebied waar het product op de markt wordt gebracht. De verkoopbenaming, de minimale houdbaarheidsdatum of uiterste consumptiedatum, en de nettohoeveelheid moeten (indien ze moeten vermeld worden) in hetzelfde gezichtsveld voorkomen. In het kader van de informatieverstrekking aan de consument kunnen er de komende jaren een aantal wijzigingen optreden in de wetgeving m.b.t. de etikettering van voedingsmiddelen. Voorlopig staat echter nog niets vast zodat wij er hier ook nog geen melding van maken. Houdbaarheid van vlees en vleesproducten 48

49 Vlees en vleesproducten hebben een beperkte houdbaarheid. De wettelijk verplichte houdbaarheidsdatum is een kwaliteitsgarantie die je biedt aan je klanten. Dit wil zeggen dat je hen garandeert dat tot en met die datum de kwaliteit beantwoordt aan de verwachtingen van de consument. Dit houdt in feite twee zaken in: Het product heeft de smaak, het aroma, de stevigheid, de kleur, die verwacht wordt. Het product is veilig, d.w.z. dat de klanten er niet ziek van worden. Indien aan één van beide punten niet voldaan is, dan is het product vervallen. Eens de houdbaarheid is vastgesteld, kan deze als standaard gebruikt worden. Dit wil zeggen dat voor een bepaald product altijd dezelfde periode tussen productiedatum en einde houdbaarheid wordt gebruikt. De houdbaarheid van een product wordt bepaald door zeer veel factoren: Gebruikte grondstoffen: starten met verse grondstoffen van goede kwaliteit zal de houdbaarheid van het eindproduct ten goede komen. Producteigenschappen (zoals zuurtegraad, vochtgehalte, ): marinades en zeker de verschillende soorten vleessalades zijn aangezuurde producten en langer houdbaar dan bijvoorbeeld vers gehakt. Hygiëne tijdens de verwerking: indien men met onvoldoende gereinigd materiaal werkt, zal dit de houdbaarheid nadelig beïnvloeden. De verschillende processtappen: verhitten, zouten en pekelen, roken, fermenteren en aanzuren van vlees zijn toegelaten verduurzaamheidsbehandelingen die tot doel hebben micro-organismen te doden of hun vermenigvuldiging stil te leggen. Deze handelingen resulteren dus in een langere houdbaarheid. Het type verpakking. De bewaaromstandigheden (op het bedrijf en bij de consument thuis): het niet respecteren van de koude keten kan de houdbaarheid van je producten sterk beïnvloeden. Je kan de houdbaarheid van je producten laten vaststellen in een labo met houdbaarheidstesten. Indicaties over de houdbaarheid van vlees vind je in bijlage 17. Specifieke etiketteringsregeling voor rundvlees uit de Europese Gemeenschap Operatoren die in de Europese gemeenschap rundvlees op de markt brengen, moeten dit vlees etiketteren overeenkomstig Europese verordeningen. Deze verplichte etiketteringsregeling moet garanderen dat er een verband kan gelegd worden tussen enerzijds de identificatie van het karkas of het stuk vlees en anderzijds het betrokken dier (of de betrokken groep dieren, indien dit volstaat om de juistheid van de informatie op het etiket te waarborgen). 49

50 Op elk etiket moeten de volgende gegevens zijn vermeld: Een referentienummer of code waarmee het verband kan worden gelegd tussen het vlees en het dier of de dieren. Dit nummer kan het identificatienummer zijn van het dier waarvan het vlees afkomstig is, of het identificatienummer voor een groep dieren. Het erkenningsnummer van het slachthuis waar het dier of de groep dieren is geslacht en de lidstaat of het derde land waar het slachthuis is gevestigd. De vermelding luidt: Geslacht in (naam van de lidstaat of het derde land) (erkenningsnummer). Het erkenningsnummer van de uitsnijderij waar het karkas of de groep karkassen is uitgesneden en de lidstaat of het derde land waar de uitsnijderij is gevestigd. De vermelding luidt: Uitgesneden in (naam van de lidstaat of het derde land) (erkenningsnummer). De lidstaat of het derde land waar het dier of de groep dieren geboren is. De lidstaten of de derde landen waar het dier of de groep dieren is gemest. De lidstaat of het derde land waar het dier of de groep dieren is geslacht. Indien het rundsvlees afkomstig is van dieren die zijn geboren, gehouden en geslacht in één en dezelfde lidstaat, resp. derde land, mag de vermelding Oorsprong: (naam van de lidstaat, resp. het derde land) worden aangebracht. Op voorverpakt rundsvlees moet de informatie op het consumentenetiket op een duidelijk leesbare manier aangebracht worden en bij niet voorverpakt vlees moet de informatie beschikbaar zijn op een andere manier. Specifieke voorschriften betreffende de aanduiding van gehakt vlees Onder gehakt vlees wordt verstaan, vlees dat in kleine stukken gehakt is of door een gehaktmolen is gehaald, en dat minder dan 1 % zout bevat. Voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen bestaat een Europese richtlijn die stelt dat op het etiket de volgende gegevens verplicht vermeld moeten worden 3 : Keurmerk met het erkenningsnummer van de producent Diersoort of diersoorten waarvan het vlees afkomstig is Percentage van elke soort (in geval van een mengsel en dit niet duidelijk blijkt uit de verkoopsbenaming of uit de lijst van ingrediënten) De vermeldingen vetpercentage lager dan en verhouding collageen/vleeseiwit minder dan (behalve voor verse worst en worstvlees) Voor gehakt gelden hiervoor de volgende samenstellingscriteria: 3 Voor gehakt vlees moeten deze etiketteringsvereisten enkel toegepast worden wanneer het percentage rundsvlees meer dan 50% bedraagt. 50

51 Mager gehakt Puur rundergehakt Gehakt dat varkensvlees bevat Gehakt van andere soorten Vetgehalte 7 % 20 % 30 % 25 % Verhouding bindweefsel/vleeseiwit

52 52

53 Fiche 9: Bewaartemperatuur van voedingsmiddelen in hoeveslagerijen De hierna volgende voorschriften gelden voor hoeveslagerijen waar de voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong hoofdzakelijk rechtstreeks aan de eindverbruiker worden verkocht of verstrekt. De rechtstreekse levering van producten van dierlijke oorsprong aan andere detailhandelszaken kan alleen gebeuren op voorwaarde dat dit een marginale, plaatselijke en beperkte activiteit is. Welke temperaturen moeten worden gerespecteerd? Koele bewaring In alle stadia van de detailhandel mogen levensmiddelen van dierlijke oorsprong die gekoeld moeten bewaard worden, slechts in de handel worden gebracht indien de volgende wettelijke maximale inwendige temperaturen worden gerespecteerd: Gekoeld vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, gekweekte wilde hoefdieren en grof vrij wild Gekoeld vers slachtafval van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, gekweekt vrij wild, klein vrij wild, pluimvee en lagomorfen Gekoeld vers vlees van pluimvee, gekweekte loopvogels, lagomorfen en klein vrij wild Diepgevroren vlees Vleesproducten * Gehakt vlees ** en vleesbereidingen - Onder gekoelde vorm - Onder diepgevroren vorm Andere behandelde producten van dierlijke oorsprong Max. + 7 C Max. + 4 C Max. + 4 C Max. 18 C Max. + 7 C Max. + 4 C Max. 18 C T aangegeven door de exploitant van de erkende inrichting van herkomst * Voor vleesproducten bedraagt de maximale kerntemperatuur + 7 C tenzij: - de exploitant van een erkende inrichting een hogere temperatuur op de verpakking vermeldt. In dit geval wordt deze temperatuur aanvaard. - het gaat om gedroogde producten die bij omgevingstemperatuur microbiologisch stabiel zijn. In dit geval wordt de omgevingstemperatuur aanvaard. - het gaat om vleesconserven in hermetisch gesloten recipiënten die bij omgevingstemperatuur langer dan 18 maanden houdbaar zijn in microbiologische zin. In dit geval wordt de omgevingstemperatuur aanvaard. 53

54 ** Bewaar gehakt vlees bij voorkeur in een diepkoeler bij 2 tot 3 C. In de koeltoonbank wordt enkel het hoogstnodige gehakt tentoongesteld. Deze maximale inwendige temperaturen moeten op elk moment (tijdens de verkoop, opslag, verwerking en vervoer) gerespecteerd worden. Indien een leverancier een lagere bewaartemperatuur aangeeft, moet deze laatste temperatuur gerespecteerd worden. Wanneer bovenstaande temperaturen overschreden worden, nemen de controleurs van het FAVV volgende maatregelen: - Als de temperatuur lager is dan vereist ( T C): OK. - Als de temperatuur hoger is dan toegelaten, maar niet meer dan 3 C (> T C maar (T+3) C): schriftelijke waarschuwing. - Als de temperatuur meer dan 3 C hoger is dan toegelaten (> (T+3) C): o Verzoek om vrijwillig uit de rekken te nemen of inbeslagname. o Proces-verbaal en vernietiging. Warme bewaring Een aantal levensmiddelen van dierlijke oorsprong worden ook warm afgeleverd. De voorgeschreven bewaartemperatuur bedraagt in dat geval min C. Hiermee worden levensmiddelen van dierlijke oorsprong bedoeld die gedurende geruime tijd aan 65 C worden gehouden om warm aan de consument te worden afgeleverd zoals kip aan het spit, ribbetjes, Indien deze na een tijd te zijn warm bewaard niet verkocht worden, moeten deze zo snel mogelijk afgekoeld worden tot 4 C. Het gaat hier niet om het fabriceren van ham, paté of bereide schotels zoals gehaktballetjes in tomatensaus, vol-au-vent, om direct na bereiding af te koelen en koud te verkopen. Deze producten moeten na bereiding zo snel mogelijk afgekoeld worden en bewaard bij max. 7 C als het gaat om vleesproducten (en max. 4 C als het gaat om verwerkte visserijproducten zoals bv. een vispannetje). Wanneer bovenstaande temperatuur niet gehaald wordt, nemen de controleurs van het FAVV volgende maatregelen: - Indien de temperatuur hoger is dan vereist ( 65 C): OK. - Indien < 65 maar 55 C: schriftelijke waarschuwing. - Indien < 55 C: o Verzoek om vrijwillig uit de rekken te nemen of inbeslagname. o Proces verbaal of vernietiging. Indien tegelijk gekoelde en warme levensmiddelen van dierlijke oorsprong te koop worden aangeboden moet dit gebeuren in afgescheiden ruimtes: aparte lokalen, aparte toonbanken, aparte uitstalkasten,. zodat de vereiste temperaturen kunnen gehandhaafd worden. Het uitstallen van te koelen voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong 54

55 Wie in een winkel vlees en/of vleesproducten uitstalt, moet in de verkoopruimte beschikken over uitsluitend daartoe bestemde uitstalkasten of koeltoogbanken. Deze moeten er voor zorgen dat de wettelijk vereiste temperatuur steeds gehandhaafd wordt en moeten uitgerust zijn met een thermometer die zichtbaar is voor het publiek. Indien in de verkooppunten geen vlees of vleesproducten worden uitgestald (bv. een hoeveslagerij waar klanten enkel vleespakketten kunnen komen ophalen) moet niet aan deze voorwaarde worden voldaan. In fiche 10 Inrichting- en afwerkingsvoorwaarden van een hoeveslagerij gaan we hier uitgebreid op in. Het bewaren van te koelen voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong Hoeveslagerijen moeten voorzien zijn van een aparte koelruimte voor het bewaren van vlees (vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong). Voor slagerijen waar het niet mogelijk is om twee koelruimtes te installeren, bv. wegens plaatsgebrek, wordt het toegestaan dat alle levensmiddelen in eenzelfde koelcel bewaard worden, maar dan moeten alle nodige maatregelen worden genomen om kruiscontaminatie te vermijden. In fiche 10 Inrichting- en afwerkingsvoorwaarden van een hoeveslagerij gaan we hier uitgebreid op in. 55

56 Het vervoer van te koelen voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong door de exploitant van een hoeveslagerij De vervoermiddelen of de recipiënten moeten zodanig uitgerust zijn dat de vereiste temperaturen gerespecteerd worden. Dit betekent niet noodzakelijk dat koelwagens moeten gebruikt worden. Wanneer de afstand beperkt is, kan ook gebruik gemaakt worden van koelboxen of andere evenwaardige uitrustingen die het toelaten de levensmiddelen op de vereiste temperatuur te bewaren. Transport over langere afstanden zal automatisch meer gesofisticeerde koelsystemen vereisen. Het is aan de exploitant om te beslissen welke vorm van koeling noodzakelijk is om de vereiste temperatuur van het levensmiddel te handhaven. De ambulante handel De ambulante handel in levensmiddelen van dierlijke oorsprong mag alleen gebeuren door middel van een uitsluitend voor dat doel bestemd voertuig dat uitgerust is met voorzieningen waarin de levensmiddelen van dierlijke oorsprong de wettelijke vereiste temperatuur behouden. Automaten In automaten mogen enkel levensmiddelen van dierlijke oorsprong verkocht worden die voorverpakt zijn. Automaten moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als uitstalkasten en toonbanken, m.n.: ze moeten ervoor zorgen dat de wettelijk vereiste temperatuur wordt gehandhaafd. ze moeten uitgerust zijn met een thermometer die zichtbaar is voor het publiek. Wanneer de temperatuur waarbij de levensmiddelen moeten bewaard worden niet meer in acht genomen wordt, moet de verkoop van de levensmiddelen belet worden door het automatisch blokkeren van het toestel of door een door het FAVV aanvaarde, gelijkwaardige methode. De automaat mag dan enkel opnieuw gebruikt worden, wanneer alle levensmiddelen die hij bevatte eruit werden verwijderd en aan het gebruik voor menselijke consumptie werden onttrokken. 56

57 Fiche 10: Inrichting - en afwerkingsvoorwaarden voor een hoeveslagerij De detailhandel in vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong, mag alleen plaatsvinden in verkooppunten (vaste of mobiele, permanente of tijdelijke) die beschikken over uitsluitend daartoe bestemde ruimten of lokalen. Indien gelijktijdig ook andere dan dierlijke levensmiddelen en/of goederen worden aangeboden, dan moeten de levensmiddelen van dierlijke oorsprong zo bewaard, behandeld en verkocht worden dat kruisbesmetting voorkomen wordt. Indien enkel voorverpakt vlees wordt aangekocht en terug verkocht zonder de verpakking te openen, volstaat voor de verkoop een afgescheiden ruimte of, indien de activiteit beperkt is, een uitstalkast of toonbank voor het te koop stellen van deze voorverpakte levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Is dit niet het geval, dan moet een hoeveslagerij beschikken over een bijhorende werkplaats voor het uitbenen, versnijden, hakken, bereiden, verwerken, van vers vlees en de nodige opslagruimten. 57

58 De hierna volgende inrichtingseisen gelden voor hoeveslagerijen die rechtstreeks verkopen of leveren aan de eindverbruiker en/of aan andere detailhandelszaken (als marginale, plaatselijke en beperkte activiteit). Algemene inrichtingseisen voor de bedrijfsruimten van een hoeveslagerij Algemene principes De inrichting van de slagerij en de afwerking van de lokalen moet zo zijn dat: hygiënisch, veilig en ergonomisch kan gewerkt worden. De oppervlakte van de winkel en de bijhorend werkplaats en het aantal en de grootte van de uitrustingen, voorzieningen, uitstalkasten of toonbanken moeten in verhouding staan met de omvang van de activiteit. onderhoud mogelijk is, ophoping van vuil wordt voorkomen en dat de reiniging en ontsmetting gemakkelijk kunnen doorgevoerd worden. Het is aan te raden alles zoveel mogelijk op verplaatsbare rekken te plaatsen zodat overal gemakkelijk kan gereinigd worden. kruisbesmetting en elke andere vorm van contaminatie tussen en tijdens processtappen wordt voorkomen. Kruisbesmettingen kunnen door het scheiden van activiteiten en een 58

59 afgescheiden bewaring van de levensmiddelen worden vermeden. Zo dient er een scheiding te zijn tussen: - koude (bv. versnijding werkplaats) en warme zones (bv. kookplaat) of, indien dit niet mogelijk is, een scheiding in tijd (werkplanning) - droge (bv. opslag droge levensmiddelen) en natte zones (bv. afwasruimte) - vuile (bv. afwas, afval) en propere zones (bv. snijplank, koeltoonbank) - vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong enerzijds en anderzijds andere levensmiddelen en/of goederen dan levensmiddelen Dat vergt én een geordende doorloop van het proces vanaf de levering van grondstoffen tot en met het eindproduct én een zekere compartimentering of zonering van de ruimtes. De afwerking van de ruimtes 59

60 Vloeren moeten goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, nietabsorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt. Bij betegeling mogen de voegen geen openingen vertonen. Verder mogen de vloeren ook niet te glad zijn om ongevallen te voorkomen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken. De afvoerputjes of goten moeten voorzien zijn van een afneembaar rooster en stankafsluiter. Muuroppervlakken moeten goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, nietabsorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt en dat een glad oppervlak tot op een aan de werkzaamheden aangepaste hoogte vereist is. De bekleding van de wanden van de winkel moet helder, glad en tegen reiniging met warm zeepwater bestand zijn. Overgangen van wanden onderling en van vloer naar wanden moeten rond afgewerkt zijn om ophoping van vuil te voorkomen en een gemakkelijke verwijdering van vuil mogelijk te maken. 60

61 Leidingen en kabels moeten zoveel mogelijk in de muren worden ingewerkt of op zijn minst zodanig zijn aangebracht dat er zich geen vuil kan ophopen en dat er goed gereinigd kan worden. Het plafond van de winkel moet helder, glad en tegen reiniging met zeepwater bestand zijn. Het plafond van de werkplaats moet met hard en glad materiaal bekleed zijn. Plafonds (of waar plafonds ontbreken, de binnenkant van het dak) en voorzieningen aan het plafond moeten zo zijn ontworpen en uitgevoerd dat zich geen vuil kan ophopen en dat condens, ongewenste schimmelvorming en het loskomen van deeltjes worden beperkt. Ramen en andere openingen moeten zo zijn geconstrueerd dat zich geen vuil kan ophopen. Die welke toegang kunnen geven tot de buitenlucht moeten worden voorzien van horren die gemakkelijk kunnen worden verwijderd om te worden schoongemaakt. Indien open ramen zouden leiden tot verontreiniging, moeten die ramen tijdens de productie gesloten en vergrendeld blijven. Deuren moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat gladde en niet-absorberende oppervlakken moeten worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Oppervlakken in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, moeten goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt. 61

62 Voorzieningen Wasbakken In de winkel, de bijhorende werkplaats en in de toiletruimte moet ten minste 1 goed geplaatste en gemarkeerde wasbak voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken moeten: - voorzien zijn van kranen die niet met de hand bediend kunnen worden. Bestaande handwasbakken die niet voorzien zijn van niet-handbediende kranen mogen wel nog verder gebruikt worden tot deze aan vervanging toe zijn. - beschikken over stromend koud en warm drinkbaar water - beschikken over geschikte middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen, bv. een zeepdispenser en papier voor eenmalig gebruik Het gebruik van een luchtblazer voor het drogen van de handen is verboden in lokalen waar niet-verpakte levensmiddelen aanwezig zijn. Er moeten voldoende en aangepaste mechanische, dan wel natuurlijke ventilatievoorzieningen aanwezig zijn. Door mechanische ventilatie veroorzaakte luchtstromen van besmette naar schone ruimten moeten worden vermeden. De ventilatiesystemen moeten zodanig zijn geconstrueerd dat filters en andere onderdelen die regelmatig schoongemaakt of vervangen moeten worden, gemakkelijk toegankelijk zijn. 62

63 Inrichtingen moeten voldoende door daglicht en/of kunstlicht worden verlicht. Lampen moeten steeds voorzien zijn van een beschermkap zodat bij het breken van een lamp, er geen glas- of metaaldeeltjes op de levensmiddelen kunnen terechtkomen. Afvoervoorzieningen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel. Zij moeten zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat elk risico van verontreiniging wordt voorkomen. Wanneer afvoerkanalen geheel of gedeeltelijk open zijn, moeten zij zo zijn ontworpen dat het afval niet van een verontreinigde zone naar een schone zone kan stromen. Bv.: Afvalgeuren worden grotendeels vermeden door gebruikt te maken van gesloten afvalcontainers die zo koel mogelijk gestockeerd worden. De verkoopruimte In een hoeveslagerij mag de verkoop van vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong alleen plaatsvinden in een uitsluitend daartoe bestemde verkoopruimte of -lokaal. Het te koop stellen en het verkopen van deze levensmiddelen van dierlijke oorsprong moet zo gebeuren dat kruisbesmetting wordt voorkomen. 63

64 Als vlees en vleesproducten worden uitgestald, moet dit steeds gebeuren in uitsluitend daartoe bestemde uitstalkasten of koeltoonbanken die: - uit hard, glad, afwasbaar en niet-absorberend materiaal vervaardigd zijn, - voldoende afhellen om een doeltreffende afloop van vloeistoffen mogelijk te maken, - zodanig zijn dat de producten beschut zijn tegen de zon, bevuiling, contact en manipulaties van het publiek, - ervoor zorgen dat de wettelijk vereiste temperatuur wordt gehandhaafd, - uitgerust zijn met een thermometer zichtbaar is voor het publiek, indien de levensmiddelen van dierlijke oorsprong gekoeld moeten bewaard worden. Kaas en kaasroulades moeten op een afzonderlijke toonbank of afgescheiden van vlees aangeboden en verkocht worden. Hetzelfde geldt voor gevogelte en konijnen. Gedroogde levensmiddelen van dierlijke oorsprong die bij omgevingstemperatuur microbiologisch stabiel zijn, mogen bij omgevingstemperatuur worden opgehangen aan haken in roestvrij materiaal, indien deze niet door het publiek kunnen aangeraakt worden. 64

65 Indien ze niet zijn opgehangen, moeten de levensmiddelen van dierlijke oorsprong op gerei of in recipiënten uit schoon, ondoordringbaar, glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal worden gelegd. De verkoop van gehele stukken klein vrij wild waarvan de ingewanden niet zijn verwijderd, moet gebeuren in afgescheiden uitstalkasten of toonbanken, zodanig dat besmetting van de andere levensmiddelen van dierlijke oorsprong steeds wordt voorkomen. Levensmiddelen van dierlijke oorsprong mogen niet buiten het lokaal uitgestald of te koop gesteld worden, tenzij het gaat om een gesloten kast waartoe het publiek geen toegang heeft en die toelaat dat de vereiste bewaartemperaturen gerespecteerd worden (bv. kip aan het spit). Indien tegelijk gekoelde en warme levensmiddelen van dierlijke oorsprong te koop worden aangeboden moet dit gebeuren in afgescheiden ruimten: aparte lokalen, aparte toonbanken, aparte uitstalkasten, zodat de vereiste temperaturen kunnen worden gehandhaafd. 65

66 Het verwerken van levensmiddelen gebeurt in principe in de bijhorende werkplaats en niet in de winkel. Uitbenen, uitsnijden en hakken mag echter wel achter de toonbank indien op aanvraag en/of in aanwezigheid van de koper. De verkoop van andere levensmiddelen dan die van dierlijke oorsprong is enkel toegelaten op voorwaarde dat de verkoop en de uitstalling van de levensmiddelen van dierlijke oorsprong plaatsvindt in afgescheiden ruimten (aparte toonbanken of uitstalkasten of passende scheidingswanden in de toonbanken) en op zo een manier dat kruisbesmetting voorkomen wordt. In verkooplokalen waar onverpakte levensmiddelen van dierlijke oorsprong worden gehanteerd, of in de onmiddellijke nabijheid ervan (bv. gang of sas), dient minimum één wasbak voor het reinigen van de handen aanwezig te zijn. De bijhorende werkplaatsen Tenzij alle levensmiddelen van dierlijke oorsprong voorverpakt worden aangekocht en verder worden verkocht zonder deze verpakking te openen, moet een hoeveslagerij beschikken over een bijhorende werkplaats. In deze werkplaats dienen alle be- en/of verwerkingsverrichtingen plaats te vinden, behalve deze die op verzoek en/of in aanwezigheid van de koper kunnen worden uitgevoerd. De werkplaats moet aan de volgende inrichtingsvoorwaarden voldoen: Het verkooplokaal moet rechtstreeks verbonden zijn met de werkplaats. Onder rechtstreekse verbinding wordt verstaan dat men de bedrijfslokalen niet moet verlaten om 66

67 van de werkplaats naar het verkooplokaal te gaan (dus direct of via een sas, maar niet via de privé-woning of langs buiten). Voor bestaande hoeveslagerijen die deze rechtstreekse verbinding niet hadden voor 3 december 2005 is deze voorwaarde niet vereist, op voorwaarde dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om contaminatie van de levensmiddelen te vermijden. Dit geldt ook als de hoeveslagerij wordt overgenomen door een andere uitbater. Alleen producten, machines, werktuigen en instrumenten die gebruikt worden bij de manipulatie en de verwerking van levensmiddelen mogen er voorkomen. Er moeten gepaste voorzieningen aanwezig zijn om dampen, rook en uitwasemingen te evacueren die mogelijks kunnen voorkomen uit bereidingsverrichtingen. Er moeten voldoende wasbakken aanwezig zijn, aangepast aan de omvang van de activiteiten. Hiermee wordt bedoeld: - 1 wasbak voor het reinigen van de handen, voorzien van warm en/of koud stromend drinkbaar water - 1 wasbak voor het reinigen van de levensmiddelen, voorzien van warm en/of koud stromend drinkbaar water - 1 wasbak voor het reinigen van gereedschap en apparatuur, vervaardigd van roestvrij materiaal en voorzien van warm en koud stromend drinkbaar water - Eventueel kan men zich beperken tot één wasbak voor de handen en één wasbak voor de levensmiddelen en de uitrusting. Een wasbak die voor verschillende doeleinden wordt gebruikt, moet tussen de verschillende verrichtingen worden gereinigd en indien nodig ontsmet. Koelruimten Er moet een aparte koelruimte zijn die uitsluitend bestemd is voor het bewaren van levensmiddelen van dierlijke oorsprong (vers vlees, vleesbereidingen, gehakt vlees, vleesproducten en andere behandelde producten van dierlijke oorsprong). 67

68 Voor hoeveslagerijen waar het echter niet mogelijk is om twee koelruimtes te installeren, bv. wegens plaatsgebrek, wordt het toegestaan dat zij ook andere levensmiddelen in eenzelfde koelcel bewaren, maar dan moeten deze voorzien zijn van een volledig omhullende onmiddellijke verpakking (bv. stevige folie, recipiënt met deksel) en op voldoende afstand van het vlees geplaatst worden zodat geen contact (aparte rekken) mogelijk is. In de koelruimten moeten de toebehoren en werktuigen verwijderbaar zijn, het gebruik van hout is er verboden. De recipiënten met vlees worden niet op de grond geplaatst maar op rekken. Deze zijn best ook verrijdbaar. Na elk gebruik moeten de recipiënten gereinigd worden. De recipiënt voor dierlijke bijproducten (afval) mag in de koelcel voor vlees staan, op voorwaarde dat alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om contaminatie te vermijden: reinigen en ontsmetten afvalrecipiënt na elke ophaling, geen contact met de levensmiddelen, minimum 1 maal in de 14 dagen laten ophalen, Sanitaire en sociale ruimten Er moet een voldoende aantal toiletten met spoeling aanwezig zijn die aangesloten zijn op een adequaat afvoersysteem. In ieder toilet dat door personeelsleden gebruikt wordt, moet op een duidelijke en onuitwisbare manier een bericht aangebracht zijn dat het wassen van de handen na gebruik van het toilet verplicht is. 68

69 Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd, dus noch in de winkel, noch in de bijhorende werkplaats. De toiletten moeten goed schoongehouden worden waarbij ook aan de spoelknoppen en de deurgrepen aandacht wordt besteedt. In de toiletruimte of in de onmiddellijke nabijheid ervan moet een wasbak voor het reinigen van de handen aanwezig te zijn. Alle sanitaire installaties moeten voorzien zijn van adequate natuurlijke of mechanische ventilatie. Indien nodig moet worden gezorgd voor de adequate voorzieningen waar het personeel zich kan omkleden. Schoonmaakkast of ruimte Reinigings- en ontsmettingsmiddelen horen niet thuis tussen de levensmiddelen. Hun plaats is in een schoonmaakkast of ruimte waar ook het ander poetsgerief (borstels, doeken, emmers, laarzen, ) bewaard worden. De schoonmaakkast moet regelmatig schoongemaakt worden, ordentelijk geschikt en voorzien zijn van een ventilatierooster. 69

70 Fiche 11: Prijsreglementering van vlees en vleesproducten De prijsaanduiding algemeen Elke verkoper die aan de consument producten aanbiedt, moet de prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig aanduiden, minstens in euro. Indien de producten te koop uitgestald zijn, moet de prijs leesbaar en goed zichtbaar zijn aangeduid. De prijs van het product dat aan de consument te koop wordt aangeboden moet op het product zelf of op de verpakking ervan worden aangeduid. De prijs van het product mag in de onmiddellijke nabijheid ervan worden aangeduid wanneer er geen onzekerheid kan bestaan omtrent het product waarop de prijs betrekking heeft. Voor producten die tegen eenzelfde prijs te koop aangeboden en samen uitgestald worden, mag één enkele prijs worden aangeduid (ook al gaat het om niet identieke producten), op voorwaarde dat er geen onzekerheid kan bestaan omtrent de producten waarop de prijs betrekking heeft. Voor identieke producten die in eenzelfde verkooppunt te koop worden aangeboden mogen geen verschillende prijzen worden aangeduid, zoniet is de door de consument te betalen prijs de laagst aangegeven prijs. De aangeduide prijs moet de door de consument te betalen totale prijs zijn (incl. btw, taksen, ). Verkopers moeten bij een aanbieding ten huize van de consument, ten huize van een andere natuurlijke persoon dan de koper of op de arbeidsplaats van de consument de prijslijst van de producten die ze te koop aanbieden ter beschikking stellen van de consument. Praktisch betekent dit dat je een prijslijst moet kunnen voorleggen wanneer je je producten van deur tot deur wilt verkopen of wanneer een bedrijf je uitnodigt je producten bij hen aan te bieden. 70

71 De prijsaanduiding per meeteenheid Elke verkoper die aan de consument producten te koop aanbiedt moet, naast de verkoopprijs ook de prijs per meeteenheid aanduiden. De prijsaanduiding per meeteenheid is niet verplicht voor winkels met een verkoopoppervlakte van 150 m² of minder. De prijs per meeteenheid hoeft niet te worden aangeduid als deze identiek is aan de verkoopprijs. Voor los verkochte producten hoeft alleen de prijs per meeteenheid te worden aangeduid vb. gedroogde worstjes: prijsaanduiding per worstje. In principe vallen alle voorverpakte voedingsmiddelen onder de verplichting van de aanduiding van de prijs per meeteenheid. Er zijn enkele uitzonderingen, o.a.: - Voorverpakte producten die aan snel bederf onderhevig zijn, wanneer zij te koop aangeboden worden met een aankondiging van een prijsvermindering. - Een aantal producten die wettelijk vrijgesteld zijn van elke hoeveelheidsaanduiding (zie verder). - Het assortiment van producten aangeboden in een fantasieverpakking, normaal bestemd om als geschenk aangeboden te worden. Elke reclame, waarin de verkoopprijs van producten wordt vermeld, moet ook de prijs per meeteenheid aanduiden. De prijs per meeteenheid van de producten moet ondubbelzinnig, gemakkelijk herkenbaar en goed leesbaar worden aangeduid in de onmiddellijke nabijheid van de vermelding van de verkoopprijs. De prijs per meeteenheid van de los verkochte producten moet worden aangeduid in de onmiddellijke nabijheid van deze producten. De aanduiding van prijsverminderingen Elke aanduiding van een prijsvermindering, die wordt uitgedrukt door een bedrag of een kortingspercentage, moet gebeuren op één van volgende manieren: Door vermelding van de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs. Door vermeldingen nieuwe prijs en oude prijs naast de overeenstemmende bedragen. Door de vermelding van een kortingspercentage en de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs. Door de vermelding van het eenvormig kortingspercentage dat is verleend voor de producten waarop deze vermelding slaat. In dit geval moet de aankondiging vermelden of de prijsvermindering al dan niet werd toegepast. In geen geval mag een prijsvermindering van een product aan de consument worden voorgesteld als een gratis aanbod van een hoeveelheid van het product. 71

72 Producten die vrijgesteld zijn van elke hoeveelheidsaanduiding bij de prijsaanduiding 4 (enkel de voor de hoeveslager relevante producten worden hier vermeld) Vlees en vleeswaren Varkenspoten Varkensstaarten Cervela s Kalfspoten Kalfs-, schaaps-, lamshersenen Ossenstaarten Jus-, of mergbeenderen van os of kalf Varkensoren Schaaps-, lamsnieren Boerenworsten Gevogelte en wild Kuikens Duiven 4 Dit houdt NIET in dat er geen hoeveelheidsaanduiding op het etiket moet vermeld worden (zie fiche 8) 72

73 73

74 Fiche 12: Het gebruik van meetwerktuigen A) Weegschalen Afhankelijk van het soort product dat je wenst te verkopen/verwerken zal je in de verwerkingsruimte en/of winkelruimte een weegschaal nodig hebben. Wanneer je producten wil afwegen die je nadien wenst te verkopen dan dien je hiervoor een geijkte weegschaal (=goedgekeurde) te gebruiken. Om goedgekeurd te kunnen worden, moet je weegschaal enerzijds het meetresultaat weergeven in wettelijke meeteenheden (in België mag je bijvoorbeeld niet werken met een toestel dat het gewicht aanduidt in Britse pondmaten) en moet de weegschaal anderzijds het juiste gewicht weergeven. Niet-geijkte of niet-goedgekeurde weegschalen mogen niet verhuurd of verkocht worden! Let bij de aankoop van een nieuw of tweedehands weegschaal op het ijkmerk of het ijkattest of op het modelgoedkeuringsmerk (wanneer de weegschaal vrijgesteld is van de eerste ijk). De herijk van weegschalen Indien je metingen uitvoert voor handelstransacties (bv. gewichtsbepaling met het oog op de prijsbepaling), moet je in het kader van de herijk of de technische controle aangifte doen van de weegschalen die je hiervoor gebruikt. Die aangifte kan worden gedaan d.m.v. een aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de Metrologische Dienst. In bijlage 18 vind je de adressen van de gewestelijke afdelingen van de Metrologische dienst. De herijk De herijk bestaat uit een onderzoek om na te gaan of een geijkte weegschaal nog aan de wettelijke eisen voldoet. De herijk heeft om de vier jaar plaats en wordt uitgevoerd op de door de Metrologische Dienst aangeduide locatie. De herijk wordt uitgevoerd in een ijkkantoor of op de plaats van opstelling van de weegschalen. De weegschalen moeten in zulke staat worden aangeboden dat de keuring en de stempeling zonder voorbereidend werk kan uitgevoerd worden (d.w.z. rein en in functionele staat). De herijk van meetwerktuigen in een ijkkantoor Heb je aangifte gedaan van een weegschaal die geijkt moet worden in een ijkkantoor (= kleinere weegschalen) dan zal je door de Metrologische Dienst opgeroepen worden om het toestel aan te bieden in een ijkkantoor. Je moet je, voorzien van je oproepingsdocument, je weegscha(a)l(en) die op het oproepingsdocument vermeld staan voor herijk aanbieden in het aangewezen ijkkantoor op de vastgestelde dag en uur. De herijk van weegschalen op de plaats van hun gebruik 74

75 De Metrologische Dienst plant ieder jaar de herijk en de technische controle van de weegschalen die moeten nagezien worden op de plaats van hun gebruik in de hoevewinkel of de verwerkingsruimte. Meestal gebeurt dit op afspraak. De technische controle De technische controle heeft plaats door steekproeven voor de geijkte meetwerktuigen die vrijgesteld zijn van de eerste ijk of van de herijk. De verrichtingen van de technische controle hebben plaats bij de fabrikant of zijn gemachtigde of op de plaats van installatie of gebruik van de meetwerktuigen. Het gebruik van niet-automatische weegschalen Onder niet-automatisch weegschalen wordt een weegwerktuig verstaan waarbij voor het wegen de tussenkomst van een operator noodzakelijk is, bv. een niet-digitale weegschaal. Voor het bepalen van de massa voor handelstransacties mogen alleen weegschalen in gebruik genomen worden ten aanzien waarvan de EG-overeenstemming is vastgesteld en die op grond daarvan voorzien zijn van een CE-markering. Deze CE-markering van overeenstemming en de vereiste aanvullende gegevens dienen duidelijk zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht te zijn. Het gebruik van automatische weeginstrumenten Een automatisch weegwerktuig is een instrument dat de massa van een product bepaalt zonder tussenkomst van een bedienaar en dat een vooraf bepaald programma van automatische processen volgt die kenmerkend zijn voor het instrument, bijvoorbeeld een digitale weegschaal. Het K.B. van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten stelt de eisen vast waaraan de automatische weeginstrumenten moeten voldoen voordat zij in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen. De overeenstemming van een instrument met alle bepalingen van dat besluit wordt aangegeven door op het instrument de CE-markering en de aanvullende metrologische markering aan te brengen. B) Ijken van thermometers Elke thermometer die je in de verwerkingsruimte en of winkelruimte gebruikt zal je jaarlijks moeten ijken. Losse thermometers kan je vrij eenvoudig zelf ijken terwijl je bij vaste thermometers (bv. in een koelcel) via een tussenstap zal moeten controleren of ze al dan niet nog goed werken. Meer informatie hier rond kun je bekomen met het Steunpunt Hoeveproducten. 75

76 Fiche 13: Financiële ondersteuning door het VLIF VLIF-steun algemeen (Bron: SBB) Het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (VLIF) heeft twee hoofddoelen: 1) Boeren en tuinders te ondersteunen bij duurzame investeringen 2) Jonge boeren en tuinders financieel steunen om in de sector te stappen Vormen van steun Het VLIF verleent zowel steun voor investeringen gefinancierd met leningen aangegaan bij een erkende kredietinstelling als voor investeringen gefinancierd met eigen middelen. De vorm van steun is fundamenteel verschillend naargelang het een verrichting betreft waarvoor investeringssteun kan verkregen worden (modernisering gebouwen, machines, ) of een verrichting waarvoor vestigingssteun (overname bedrijfsbekleding of aandelen) wordt verleend. Investeringssteun wordt toegekend onder de vorm van een rentesubsidie als er voor de investeringen een krediet afgesloten wordt en wordt aangevuld met een kapitaalpremie. De kapitaalpremie staat rechtstreeks in verband met rentesubsidie zodat een vooropgesteld volume wordt verkregen. Wanneer de investeringen volledig gefinancierd worden met eigen middelen of voor groep 4 (8% voor o.a. aankoop machines en zonnepanelen), is er geen rentesubsidie en wordt de steun uitsluitend verleend onder de vorm van een kapitaalpremie. Op investeringssteun gaan we in deze brochure niet dieper in. Er zijn de laatste jaren talrijke hervormingen geweest, zodat het moeilijk is dit kort samen te vatten. Alleszins loont het de moeite om voor elke investering die je op een land- en tuinbouwbedrijf doet, te informeren of er VLIF-steun voor is. Voor meer informatie kun je terecht op de website of bij SBB. Vestigingssteun wordt op de eerste euro ( euro bij overname aandelen) vestigingskosten altijd toegekend onder de vorm van een vestigingspremie van euro ( euro bij overname van aandelen) en vervolgens onder vorm van een rentesubsidie voor zover er voor de bijkomende kosten een lening afgesloten wordt. Deze rentesubsidie (4%) is niet omzetbaar in een kapitaalpremie. Bij een eerste installatie op een bestaand bedrijf wordt VLIF-tussenkomst toegekend voor de aankoop van de roerende bedrijfsbekleding, voor het vervolledigen van de bedrijfsbekleding, voor de aankoop van bedrijfsgebouwen of voor de aankoop van aandelen. 76

77 Algemene voorwaarden Al wie een beroep wil doen op VLIF-steun, op een land- of tuinbouwbedrijf, moet: Ofwel een diploma kunnen voorleggen van een volledige cyclus land- of tuinbouwgericht onderwijs van minstens het niveau hoger secundair onderwijs. Ofwel een installatie-attest kunnen voorleggen. Dit installatie-attest kan behaald worden na het volgen van een bedrijfsleiderscursus (type A en B) bij Groene Kring. Daarnaast zijn er ook voorwaarden met betrekking tot de aanvrager van de steun en met betrekking tot het bedrijf. De aanvrager moet o.a. de kwalificatie landbouwer hebben, wat samengevat betekent: De aanvragende landbouwer moet in de personenbelasting minstens een netto beroepsinkomen uit de land- of tuinbouw hebben van euro per bedrijfsleider. De aanvragende landbouwer mag in de personenbelasting maximaal een netto beroepsinkomen van niet-landbouwactiviteiten hebben van euro per bedrijfsleider. Het bruto bedrijfsresultaat (saldo) moet minstens euro per bedrijfsleider zijn. Alle niet-landbouw activiteiten moeten (vanaf euro omzet) afgestoten worden. Vooral dit laatste is een praktisch probleem bij thuisverwerkers en thuisverkopers. Immers het gebeurt frequent dat men hoeveproducten van collega s ook verwerkt en/of verkoopt. Aankoop met doorverkoop beschouwt men echter als handel en niet als landbouw. Vandaar dat deze activiteit als ze een te grote omvang aanneemt- moet afgesplitst worden. Steun kan aangevraagd worden door natuurlijke personen of door vennootschappen. Indien de vennootschap steun aanvraagt, zijn er nog een aantal bijkomende voorwaarden. De aanvragen voor VLIF-tussenkomst moeten ingediend worden bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, door een door het VLIF-erkende kredietinstelling bij een financiering met een krediet. Bij financiering met eigen middelen wordt de aanvraag ingediend door de landbouwer zelf. In dit verband kan je contact opnemen met: Je bankinstelling. De bedrijfseconomische adviseurs van SBB. Een kantoor in je buurt vind je op De ingenieurs van de buitendiensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Land- en tuinbouw (zie bijlage 19). 77

78 Investeringssteun voor bedrijfsinvesteringen specifiek gericht op de verwerking en de commercialisering van hoeveproducten Het VLIF biedt maximaal 28% financiële steun aan landbouwers die bedrijfsinvesteringen specifiek richten op de verwerking en de commercialisering van hoeveproducten. Voor volgende investeringen bedraagt de steunintensiteit 28%: Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor de aanmaak van zuivelproducten (met melk van het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het versnijden, bereiden en verkoopsklaar maken van vlees (geproduceerd op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materiaal dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het artisanaal verwerken en verkoopsklaar maken van land- en tuinbouwproducten (andere dan melk en vlees en geproduceerd op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die bestemd zijn voor de rechtstreekse verkoop van de eigen productie (al dan niet in verwerkte vorm) aan de consument of aan de detailhandel, met inbegrip van een opslag- of koelruimte die bestemd is voor de verkoopsklare voorraad van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is om die activiteit uit te oefenen. Om 28% steun te genieten dienen de investeringen betrekking te hebben op de vervaardiging en verkoop van hoeveproducten via een korte keten, d.w.z.: Op de hoeve zelf In de onmiddellijke omgeving van de hoeve zoals een buurtwinkel Op de lokale boerenmarkt door de producenten zelf Via voedselteams, groentenabonnementen of coöperaties van hoeveproducten Verkoop aan groot- en/of kleinhandel (behoudens buurtwinkel), horeca, wordt niet gerangschikt als rechtstreekse verkoop. Enkel specifieke investeringen gericht op de vervaardiging en de verkoop van hoeveproducten komen in aanmerking voor 28% steun. Voor gebouwen betreft dit een hoevewinkel, een verbruikslokaal en de opslag- of koelruimte bestemd voor het bewaren van de verkoopsklare voorraad aan hoeveproducten evenals de inrichtingsinvesteringen van gebouwen die door hun aard duidelijk bestemd zijn om de productie en verkoop van hoeveproducten mogelijk te maken (afwasbare wanden, antislipvloeren, noodzakelijke niveauverschillen, aangepaste riolering e.d.). Het gebouw zelf, dikwijls type gesloten loods met laad- en losplaats, voor het klaarmaken (sorteren, wassen, versnijden, bereiden, koken en/of verpakken) van de hoeveproducten wordt gesubsidieerd volgens de gangbare steunintensiteit van 18%. 78

79 Voor specifieke vaste uitrusting, machines en materieel voor de productie en de verkoop van hoeveproducten, inbegrepen een koel- en marktwagen, wordt 28% steun verleend. De investeringen, waaronder ook de gebouwen, dienen gedimensioneerd te zijn op basis van de verwerking van de landbouwproducten van het eigen bedrijf. Er wordt aanvaard dat verwerken en commercialiseren eigen productie om administratieve of fiscale redenen afgesplitst wordt van de landbouwactiviteit. Hierbij gelden volgende regels: Een administratieve of fiscale afsplitsing van de activiteit wordt aanvaard wanneer de persoon die de activiteit uitoefent, voldoet aan de VLIF-voorwaarden als kwalificatie landbouwer. Een juridische afsplitsing (veelal onder de vorm van een vennootschap) van deze activiteit wordt aanvaard wanneer volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: o De bestuurders van de vennootschap zijn dezelfde als de exploitanten van het landof tuinbouwbedrijf en bezitten 51 % van de aandelen. o De statuten vermelden het verwerken en verkopen van de productie van het eigen bedrijf als doelstelling. Aanvragen van VLIF-steun Het aanvragen van VLIF-steun verloopt als volgt: De aanvraag om investeringssteun wordt met een volledig ingevuld aanvraagformulier ingediend. De aanvraag moet ingediend worden vooraleer de investering aanvangt en vooraleer de finale investeringsbeslissing genomen is. De datum van aanvraag is de registratiedatum door het VLIF van het aanvraagformulier. De datum van de eerste factuur (ook voorschotfactuur) is de ultieme aanvangsdatum van de investeringen. Je mag maximaal 2 aanvragen per jaar doen en elke aanvraag moet minstens betrekking hebben op een subsidiabel investering van meer dan euro. Het aanvraagformulier is niet noodzakelijk gedocumenteerd maar documentatie bijvoegen mag. Na ontvangst deelt de VLIF-administratie mee welke documentatie en binnen welke termijn nog moet voorgelegd worden. Formulieren nodig voor de aanvraag van VLIF steun vind je in bijlage 20 en 21. Bijkomende informatie over de regelgeving kan verkregen worden bij de ambtenaars in de buitendiensten van het VLIF. Hun coördinaten vind je in bijlage

80 Fiche 14: Wetgeving m.b.t. fiscaliteit (Bron: SBB) Wanneer je je producten rechtstreeks aan de verbruiker verkoopt, heeft dit een aantal fiscale gevolgen. Zowel wat betreft de directe belastingen, als wat betreft de BTW moet je met enkele gegevens rekening houden. Moet de aangifte voor de directe belastingen op een andere manier gebeuren wanneer je je producten rechtstreeks verkoopt? In de landbouwsector bestaan twee verschillende systemen om de inkomstenbelasting te bepalen. 1) Belastingaangifte op basis van fiscale boekhouding Indien er voor de landbouwactiviteit belastingaangifte wordt gedaan op basis van de fiscale boekhouding verandert er niets. Alle uitgaven en inkomsten van de rechtstreekse verkoop moeten gewoon mee ingeschreven worden. 2) Belastingaangifte op basis van de forfaitaire land- en tuinbouwbarema s Indien een land- of tuinbouwbedrijf gebruik maakt van de forfaitaire barema s, moet een dagontvangstenboek worden bijgehouden en moet de extra winst van de rechtstreekse verkoop toegevoegd worden aan de semi-brutowinst. Sommige winsten zitten echter reeds in het barema vervat en dienen niet extra aangegeven te worden. Moeten wel toegevoegd worden aan de semi-brutowinst: Verkoop, buiten het gebruikelijke circuit (melkerij, kaasfabriek), van op de hoeve voortgebrachte melk: 0,22 per verkochte liter melk (behalve de melk verkocht op de hoeve aan particulieren voor hun persoonlijk gebruik: deze zit verrekend in het barema). Rechtstreekse verkoop aan verbruikers, per karkas of halve karkas, per kwartier of in gesneden stukken, van al het vlees of een deel ervan dat voortkomt van dieren van de hoeve die de landbouwer zelf slacht of laat slachten op zijn naam of op naam van zijn klanten. Verkoop van producten van de exploitatie op boerenmarkten, van deur tot deur, aan tussenpersonen, Voor pluimveebedrijven die zich intensief toeleggen op de verkoop aan particulieren, de hieruit voortvloeiende meerwinst. Opgelet: Indien de rechtstreekse verkoop een belangrijke omvang aanneemt, kan de belastingadministratie de toepassing van het forfait verwerpen. Dit kan wanneer zij aantonen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst. 80

81 Heb je speciale verplichtingen i.v.m. de BTW? Gezien de dalende prijzen in de landbouwsector, tracht de landbouwer andere bronnen van inkomsten te vinden om zijn basisinkomen op peil te houden. De verkoop van (thuisverwerkte) hoeveproducten kan daarbij een mogelijkheid zijn. Uiteraard is het belangrijk te weten welke gevolgen deze activiteitsuitbreiding met zich meebrengt en welke spelregels in acht moeten genomen worden. In de hierna volgende bijdrage zal stilgestaan worden bij de BTW-aspecten die komen kijken bij verkoop op de hoeve en dan in het bijzonder in hoofde van de forfaitaire landbouwer. Voor landbouwers onder de normale BTW-regeling zijn immers de gewone regels van toepassing. De forfaitaire landbouwregeling voor BTW Bij de invoering van de BTW-wetgeving heeft de wetgever een bijzondere regeling voorzien voor de landbouwer met een minimum aan verplichtingen. Zo zal een forfaitaire landbouwer geen periodieke BTW-aangiften moeten indienen of BTW moeten aanrekenen. Keerzijde van de medaille is dat hij de BTW betaald op zijn aankopen niet kan aftrekken. Deze forfaitaire landbouwregeling voor BTW is van toepassing op de land- en tuinbouwer die de door hem voortgebrachte producten of geteelde dieren levert, eventueel na een primaire verwerking. diensten levert in het kader van contractteelt of contractmesterij. landbouwhulp verstrekt aan een collega. bedrijfsmiddelen verkoopt die hij in zijn landbouwbedrijf heeft ingezet. De betrokkene kan evenwel opteren voor de normale regeling (met BTW boekhouding) indien hij dat wenst. Deze overgang zal vooral aan de orde zijn indien belangrijke investeringen gepland zijn gezien de aftrekbare BTW dan aanzienlijk kan zijn. Indien de landbouwer bijkomend nog andere goederen of diensten levert verschillend van de activiteiten in de vorige paragraaf, kunnen deze niet verstrekt worden met toepassing van de landbouwregeling inzake BTW. Bijvoorbeeld (landbouw)producten aankopen en ze na eventuele verwerking verkopen staat niet in bovenstaande opsomming en kunnen in principe niet onder de forfaitaire BTW regeling vallen. De betrokken landbouwer zal dan verplicht zijn alle activiteiten te verrichten met toepassing van de normale BTW-regeling. Hierop is een uitzondering als een forfaitaire regeling of de kleine ondernemingsregeling kan ingeroepen worden voor deze bijkomende handelingen. De kleine ondernemingsregeling kan toegepast worden indien de omzet van de bijkomende activiteiten de grens van EUR niet overschrijdt. 81

82 In een drietal situaties zal de forfaitaire landbouwer onderworpen zijn aan de normale regeling, met name indien het gaat om één van volgende handelingen: De leveringen van landbouwproducten op groothandelsmarkten. De leveringen in het klein, van deur tot deur of in een inrichting voor de verkoop in het klein. De leveringen en diensten m.b.t. producten en dieren die de landbouwer heeft voortgebracht, maar die niet onderworpen zijn aan 6%, bv. rijpaarden. Deze handelingen kunnen naar keuze uitgeoefend worden onder de normale regeling, de regeling van de kleine ondernemingen of een forfaitaire regeling. Indien de landbouwondernemer voor de leveringen en diensten in één van de drie hoger vermelde situaties geïdentificeerd is als normale BTW-plichtige, is hij onderworpen aan de normale BTW-regeling voor heel zijn activiteit, incl. deze van de landbouwondernemer. Enkel wanneer hij voor die activiteit geniet van de kleine ondernemersregeling of forfaitaire regeling, zal hij de bijzondere landbouwregeling kunnen blijven genieten voor zijn activiteit als landbouwondernemer. Primaire verwerking De landbouwer dient er op te letten dat de producten die worden verkocht in het klein hoogstens een primaire verwerking hebben ondergaan, bijvoorbeeld het maken van boter, kaas of yoghurt, het pasteuriseren en opleggen van zurkel, het sorteren van fruit, het malen van koren tot bloem. Het maken van rijstpap, chocomousse, pudding of roomijs, het versnijden van vlees, het maken van fruitsap e.d. zijn echter geen primaire verwerkingen. Indien de landbouwer dergelijke producten verkoopt in het klein, zal hij daardoor zijn eigenlijke landbouwactiviteiten niet meer kunnen uitoefenen met toepassing van de forfaitaire landbouwregeling tenzij een forfaitaire regeling of de kleine ondernemingsregeling (omzet < euro) kan ingeroepen worden voor de hoeveverkoop. 82

83 Fiche 15: Vennootschap of eenmanszaak (Bron: SBB) Bij de opstart van een thuisverkoop kan de oprichting van een vennootschap ter sprake komen. De oprichting hiervan is maatwerk en voor elk bedrijf verschillend. We geven hieronder de voor- en nadelen weer van een vennootschap en van een eenmanszaak. Voor meer gedetailleerde informatie verwijst het Steunpunt Hoeveproducten u door naar de mensen van SBB in de regionale kantoren in uw buurt (te vinden op De eenmanszaak Definitie De eenmanszaak is een onderneming die wordt gevoerd door een natuurlijk persoon. Het belangrijkste verschil met een vennootschap is dat de goederen van de eenmanszaak geen afgescheiden deel vormen van het eigen vermogen van de ondernemer, zodat deze steeds met zijn volledige eigen vermogen instaat voor de eventuele schulden van de vennootschap. Het vermogen van de zaak is dan wel een geheel van productiemiddelen, maar blijft onderdeel vormen van het gehele vermogen, samen met het privé vermogen, dat als één geheel instaat voor alle mogelijke schulden. Voordelen De eenmanszaak heeft onmiskenbaar een aantal voordelen: Lage oprichtingskosten: doordat de eenmanszaak relatief eenvoudig opgericht kan worden, zijn hieraan weinig kosten verbonden. De oprichting gebeurt door een erkend ondernemingsloket en kost 77 euro + 77 euro per bijkomende vestigingseenheid. Weinig boekhoudkundige en administratieve verplichtingen: in tegenstelling tot een vennootschap dient de eenmanszaak geen jaarrekening neer te leggen en mag zij ook een vereenvoudigde boekhouding voeren indien de omzet van het laatste jaar in principe ten hoogste EUR (excl. BTW) bedroeg. Vlotte besluitvorming: daar waar in een vennootschap de beslissingen worden genomen binnen de algemene vergadering of door het bestuursorgaan, volstaat binnen de eenmanszaak de beslissing van de ondernemer. Nadelen Een eenmanszaak heeft ook nadelen: Onbeperkte aansprakelijkheid van de ondernemer: de ondernemer blijft met zijn ganse vermogen aansprakelijk voor de schulden van zijn onderneming. Schuldeisers kunnen bijgevolg ook beslag leggen op de bestanddelen van het vermogen die niet beroepsmatig gebruikt worden. Beperkte optimalisatiemogelijkheden op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen. De ondernemer die kiest voor een eenmanszaak wordt belast in de 83

84 personenbelasting. De tarieven die worden toegepast stijgen naarmate het inkomen stijgt. De hoogste tarieven in de personenbelasting liggen hoger dan het tarief in de vennootschapsbelasting. Beperkte mogelijkheden op het vlak van opvolgings- en overnameregeling: daar waar de onderneming in een vennootschap een geheel vormt, vormt de eenmanszaak slechts een onderdeel van het gehele vermogen van de ondernemer en zal dit bij overlijden de gewone regels van vererving ondergaan, wat doorgaans zorgt voor een verdeling van het totale vermogen en dus ook van de eenmanszaak. Oprichtingsformaliteiten In principe kan iedere natuurlijke persoon een eenmanszaak oprichten. Hij zal hiervoor een handelsnaam moeten kiezen, zijnde een naam waarmee de onderneming in het openbaar bekend is, en een rekening moeten openen bij een Belgische kredietinstelling of bij De Post. Na het openen van de rekening moet de ondernemer via een erkend ondernemingsloket een ondernemingsnummer aanvragen (zie ook fiche 5A). Dit ondernemingsnummer is een uniek identificatienummer voor de onderneming, dat steeds op alle stukken uitgaande van de onderneming moet vermeld worden. Na aanvraag van het ondernemingsnummer moet eventueel het BTW-nummer geactiveerd worden. De vennootschap Definitie De vennootschap is een andere vorm die een onderneming kan aannemen. Een vennootschap wordt opgericht door een contract tussen de oprichters waarbij een of meer personen goederen of een bedrijvigheid bijeen brengen om beroepsactiviteiten te ontwikkelen en zo winst te maken. De volgende elementen zijn dan ook van cruciaal belang in het begrip vennootschap : Overeenkomst: de samenwerking in een vennootschap is gebaseerd op een overeenkomst. Deze overeenkomst noemen we de oprichtingsovereenkomst. Het reglement waaraan de partijen zich te houden hebben bij het functioneren van de vennootschap noemen we de statuten. In de meeste gevallen moet een notaris de oprichtingsovereenkomst met de statuten opmaken. Deze notariële akte wordt de oprichtingsakte genoemd. Twee of meerdere personen: een vennootschap veronderstelt meestal ten minste twee personen. Vennoten of aandeelhouders: dit zijn de leden van de vennootschap. Het zijn de personen die aan de basis liggen van het vennootschapscontract, de oprichters en/of de personen die later aandelen van de vennootschap hebben verkregen. Een andere naam van vennoten is aandeelhouders. Of men het ene of het andere woord gebruikt, hangt af van de vennootschapsvorm. Rechtspersoonlijkheid: de meeste vennootschapsvormen hebben rechtspersoonlijk-heid. Dat wil zeggen dat de oprichters van de vennootschap als het ware een nieuwe persoon creëren, met een eigen vermogen, afgezonderd van het privévermogen van deze oprichters. Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid kan verbintenissen aangaan, 84

85 partij zijn bij contracten, vorderingen instellen, enz. De mandatarissen van de vennootschap met rechtspersoonlijkheid (bestuurders, zaakvoerders of beherende vennoten) treden op in haar naam: zij ondertekenen, met vermelding voor of na hun handtekening van hun hoedanigheid, zodat zij niet zichzelf verbinden, maar optreden als vertegenwoordiger van de vennootschap. Gemeenschap: in de oprichtingsakte vermelden de oprichters o.a. welke middelen zij aan de vennootschap ter beschikking stellen. Deze middelen zijn de inbreng in de vennootschap. Een inbreng kan bestaan uit geld, materieel, gronden, gebouwen, Alle inbrengen samen vormen het kapitaal van de vennootschap. Uitoefenen van een activiteit: een vennootschap moet altijd opgericht zijn met het oog op het uitoefenen van een bepaalde activiteit. Deze activiteiten moeten omschreven worden in het doel van de vennootschap, dat deel uitmaakt van de statuten. Winst: een vennootschap heeft tot doel winst te maken. Of de vennootschap dan ook daadwerkelijk winst maakt, is van ondergeschikt belang, het doel om winst te maken primeert. Dat is het verschil met een VZW (vereniging zonder winstoogmerk). Voordelen Een vennootschap als ondernemingsvorm brengt een aantal voordelen met zich mee: Continuïteit van de onderneming/- successieplanning: bij overlijden worden enkel de aandelen van de vennootschap vererfd terwijl de werking en het voortbestaan van de vennootschap niet in het gedrang worden gebracht. Bij leven laat het bestaan van aandelen gemakkelijker de overdracht van de onderneming toe. Beperkte aansprakelijkheid/ aparte rechtspersoonlijkheid: door toetreding tot bepaalde types van vennootschappen (NV, BVBA, CVBA, Comm. VA) kunnen de oprichters hun aansprakelijkheid beperken tot beloop van het gedeelte van hun vermogen dat zij in de vennootschap hebben ingebracht. Dit voordeel moet evenwel gezien de vele correcties (bankwaarborg, gerechtelijke doorbraak bij faillissement, ) gerelativeerd worden. Fiscale motieven: de winsten van de vennootschap zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. De maximale tarieven in de vennootschapsbelasting liggen lager dan in de personenbelasting: het normale tarief bedraagt 33,99 %; onder bepaalde voorwaarden kan de vennootschap van het verlaagd tarief genieten, met name 24,98 % op de schijf van 0 tot EUR en 31,93 % op de schijf van tot EUR en 35,54 % op de schijf van tot EUR. De bezoldiging die de ondernemer als bestuurder of zaakvoerder ontvangt, is onderworpen aan de personenbelasting. Doordat de vennootschap zelf kan bepalen hoeveel ze uitkeert aan haar mandataris en op welke wijze ze dit doet, kan er wel voor gezorgd worden dat er op individuele basis gekozen wordt voor de beste samenstelling van het verloningspakket, rekening houdende met de bestaande wetgeving op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen. Sociale motieven: een vennootschap betaalt een jaarlijkse sociale bijdrage die wordt bepaald door de grootte van de vennootschap (naargelang het balanstotaal): 347,50 EUR of 852,50 EUR. Een natuurlijke persoon (zelfstandige) betaalt aan sociale bijdrage een evenredig percentage op zijn netto-inkomen. Organisatorische redenen: de meest voorkomende vennootschapsvormen zijn verplicht een boekhouding te voeren overeenkomstig de wet op de jaarrekening (dubbel boekhouden, rekeningenstelsel) en haar jaarrekening (volledig of verkort) ter publicatie aan te bieden. Een eenmanszaak mag een vereenvoudigde boekhouding (drie dagboeken: inkomen, verkopen en financieel boek) voeren als de omzet van het laatste jaar in 85

86 principe ten hoogste EUR (excl. BTW) bedraagt. Een vereenvoudigde boekhouding heeft als voordeel de beperkte kostprijs, maar als nadeel dat het minder duidelijk en overzichtelijk is, hetgeen risico s met zich meebrengt ten aanzien van de directe belastingen: een vereenvoudigde boekhouding kan sneller verworpen worden zodat een taxatie bij vergelijking mogelijk is. Nadelen Scheiding vennootschapsvermogen en privévermogen: waar een afgescheiden vermogen een voordeel is op het vlak van de schulden, is het een nadeel op het vlak van de inkomsten. De inkomsten zijn namelijk eigendom van de vennootschap en niet van de privépersoon achter de vennootschap. Op de overdracht van de inkomsten van de vennootschap naar het vermogen van de privépersoon zal vaak een of andere vorm van belasting moeten betaald worden. Een evenwichtige samenstelling van diverse vergoedingen zorgt ervoor dat de inkomsten zo optimaal mogelijk kunnen overgedragen worden naar het privévermogen. Meer formaliteiten: er moeten algemene vergaderingen en bestuursvergaderingen gehouden worden, er moeten publicaties gebeuren in het Belgisch Staatsblad, de jaarrekening moet worden neergelegd, enz.... Kortom het runnen van een vennootschap vraagt meer discipline. Meer kosten: er zijn meer oprichtings-, werkings- en advieskosten verbonden aan een vennootschap. Er zijn verschillende vennootschappen mogelijk afhankelijk van de wensen van de bedrijfsleider(s) en de mogelijkheden van het bedrijf. Raadpleeg het SBB kantoor in uw buurt voor verdere info ( 86

87 Fiche 16: Autocontrole Autocontrole is het geheel van maatregelen die door exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten worden genomen, om ervoor te zorgen dat de producten, in alle stadia van de productie, verwerking en distributie die onder hun beheer vallen: Voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake voedselveiligheid. Voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake kwaliteit van zijn producten, waarvoor het FAVV bevoegd is. Voldoen aan de voorschriften inzake traceerbaarheid en het toezicht op de effectieve naleving van deze voorschriften. Iedereen die op zijn bedrijf producten verwerkt, moet op basis van het HACCP-principe (Hazard Analysis Critical Control Points) een autocontroleplan opstellen. Voor (zeer) kleine bedrijven gelden evenwel een aantal versoepelingen omdat zij over onvoldoende middelen beschikken om een dergelijke uitgebreide risicoanalyse zelf uit te voeren en om de bijkomende administratieve last te dragen. Wanneer kom je als bedrijf in aanmerking voor versoepelingen? Er wordt een eerste onderscheid gemaakt tussen : 1. De bedrijven die rechtstreeks aan de consument leveren: deze bedrijven komen in aanmerking voor de versoepelingen indien ze met maximaal 5 voltijds equivalenten (FTE) werken en/of over een oppervlakte (incl. werkplaats, verkoopruimte, bewaar- en opslagplaatsen, sanitaire ruimtes en vestiaires) beschikken kleiner dan 400 m². 2. De bedrijven die aan andere bedrijven leveren: deze bedrijven komen uitsluitend in aanmerking voor de versoepelingen indien ze met maximaal 2 voltijds equivalenten (FTE) werken, ongeacht de oppervlakte. Een tweede onderscheid wordt gemaakt tussen : 1. De bedrijven die niet overgaan tot de verwerking van de producten: deze bedrijven genereren minder gevaar en moeten enkel voldoen aan Goede Hygiënepraktijken (GHP) (zie verder). Bv.: Wie enkel voorverpakt vlees aan- en verkoopt maar zelf geen vlees verwerkt. 2. De bedrijven die een verwerkingsactiviteit hebben: deze bedrijven moeten, naast de GHP, ook voldoen aan een reeks versoepelde HACCP-principes (HACCP light) (zie verder). Bv.: Hoeveslagerijen met max. 5 FTE en/of een oppervlakte kleiner dan 400 m². Op de website van het FAVV kun je een ludieke test doen om te weten of je al dan niet onder de versoepelingen valt. Diezelfde test vind je ook terug in bijlage

88 Het Steunpunt Hoeveproducten heeft een stappenplan uitgewerkt voor het opstellen van een autocontroleplan voor de verwerking op een landbouwbedrijf. Voor meer gedetailleerde informatie hierover neem je best contact op met het Steunpunt. HACCP (Hazard Analysis of Critical Control Points Respect voor de HACCP houdt in dat je rekening houdt met volgende principes: Het identificeren van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden. Het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controle punten teneinde te kunnen bepalen wat al dan niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar. Het vaststellen en toepassen van efficiënte bewakingsprocedures voor de kritische controlepunten, het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking blijkt dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is. Het vaststellen van procedures om na te gaan of de maatregelen naar behoren functioneren. Het opstellen van documenten en registers, aangepast aan de aard en de omvang van het bedrijf, teneinde aan te tonen dat de maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. Indien nodig het opstellen van bemonstering- en analyseplannen die toelaten zich te verzekeren van de geldigheid van het autocontrolesysteem (ACS). Iedereen die onverpakte en verwerkte voedingswaren hanteert, dus ook hoeveslagers, moet verplicht een opleiding Hygiëne en autocontrole volgen. Contacteer het Steunpunt Hoeveproducten voor de opleidingen in jouw buurt. Versoepelingen voor kleine bedrijven: HACCP light De consument heeft recht op een veilig product, om het even waar deze dat koopt: in een supermarkt of in een klein bedrijf. Zoals eerder al aangehaald, beschikken zeer kleine bedrijven echter over onvoldoende middelen om een risicoanalyse uit te voeren en de bijkomende administratieve last van een uitgebreid autocontroleplan te dragen. De Europese reglementering voorziet daarom voor de lidstaten expliciet de mogelijkheid om versoepelingen toe te staan en biedt aldus ruimte voor respect voor de tradities en de authenticiteit van artisanale producten en voor de bijzonderheden van de kleine bedrijfjes. 88

89 Hoeveslagerijen met max. 5 FTE en/of een oppervlakte kleiner dan 400 m² (zie boven), komen in aanmerking voor deze versoepelingen, die toelaten de verplichtingen omtrent autocontrole en traceerbaarheid op een vereenvoudigde manier in de praktijk om te zetten. Zo zijn deze bedrijven niet verplicht om hun eigen gevarenanalyses uit te voeren: ze kunnen hiervoor de inhoud toepassen van de door het Agentschap goedgekeurde gids voor (hoeve)slagers (zie ook fiche 4). Bovendien moeten ze uitsluitend non-conformiteiten en de daarbij genomen corrigerende maatregelen registreren en dienen ze de documenten slechts te bewaren tot 6 maanden na het verstrijken van de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste verbruiksdatum of gedurende de standaardduur van 6 maanden (zie ook fiche 17). De registratieplicht vermindert hierdoor aanzienlijk en de traceerbaarheid wordt zo ook eenvoudiger bij te houden. Maar let op, ook de producten van kleine bedrijven moeten aan alle eisen inzake voedselveiligheid en -kwaliteit voldoen! Deze blijven onverkort van toepassing. Respect voor HACCP light houdt dus in dat je, naast de GHP, ook volgende principes volgt: De gevaren, de identificatie van kritische punten en de corrigerende acties mogen vooraf worden vastgelegd in het kader van een gids. De kritische punten mogen worden vastgelegd op basis van de betreffende reglementaire normen en/of in afwezigheid van normen, op basis van sensorische waarnemingen en/of van een gids. I.v.m. de bewakingsprocedures mag de verplichting om de registraties van uitgevoerde controles bij te houden, beperkt worden tot de registratie van non-conformiteiten (bv. een overschrijding van de toegelaten max. temperatuur) en de bijhorende corrigerende maatregelen. Niettemin moet het geheel van de analyseresultaten bewaard worden. De documentatie m.b.t. het HACCP-systeem mag worden vervangen door een gids. De registraties van de uitgevoerde controles moeten worden bewaard tot 6 maanden na afloop van de minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum of, bij ontstentenis daarvan, gedurende ten miste 6 maanden. 89

90 Goede Hygiënepraktijken (GHP) In bepaalde gevallen (zie boven) zal het voldoende zijn om je aan de GHP te houden. De sleutelelementen van de GHP zijn: Het ontwerp van infrastructuur en uitrusting. Het hanteren van levensmiddelen, met inbegrip van het verpakken, vervoeren en opslaan. De behandeling en het beheer van afval van levensmiddelen. De bestrijding van schadelijke dieren. De procedures voor reinigen en ontsmetten. De kwaliteit van het gebruikte water. De beheersing van de koude- en/of warmteketen en het registeren van nonconformiteiten. De gezondheid van het personeel voor zover die een invloed heeft op de veiligheid van de voedselketen. De lichaamshygiëne van iedereen die met de levensmiddelen in contact komt. De opleiding van het personeel. 90

91 91

92 Fiche 17: Traceerbaarheid (Bron: Gids voor de autocontrole in de slagerij) Het hele traceerbaarheidsverhaal is er gekomen na de dioxinecrisis in 1999, waar men weken gezocht heeft naar de oorzaak van de dioxinebesmetting. Eenvoudig uitgelegd wil traceerbaarheid zeggen dat van elk levensmiddel dat de consument koopt (bij de kruidenier, in de supermarkt, bij de hoeveproducent, ) zijn geschiedenis moet kunnen achterhaald worden. Er moet kunnen nagegaan worden wie het product gemaakt heeft, waar de verschillende ingrediënten vandaan komen, in welke stal het dier gestaan heeft, welke medicijnen het gekregen heeft, Wellicht ben je van mening dat het bijhouden van traceerbaarheidsgegevens een zware bijkomende administratieve belasting is. Dat is ook zo en zolang er in de voedselketen niets misloopt, heb je deze gegevens meestal ook niet nodig. Loopt er echter wel iets fout, dan kan je aan de hand van deze gegevens gemakkelijk de bron van het probleem aanpakken en de schade beperken. Als hoeveslager verwerk je levensmiddelen en zal je voor elk lot producten dat je maakt, alle lotnummers van de ingrediënten die je toevoegt moeten vermelden. Je zal een register moeten bijhouden van alle inkomende producten, een register van alle uitgaande producten (tenzij voor leveringen rechtstreeks aan de consument) en bovendien zal je moeten beschikken over een systeem dat de interne traceerbaarheid verzekert (het verband tussen het in- en uitgaand register). Versoepelingen met betrekking tot registratie en traceerbaarheid Als je slagerij aan een aantal voorwaarden voldoet, kom je in aanmerking voor versoepelingen m.b.t. de registratie en traceerbaarheid van producten. Welke slagerijen komen in aanmerking? Slagerijen die rechtstreeks aan de eindverbruiker leveren en waarvan de bedrijfsoppervlakte kleiner is dan 400 m² of die met maximaal 5 voltijds equivalenten werken. Het volstaat dat aan één van de voornoemde voorwaarden wordt voldaan. Slagerijen die leveren aan andere verkooppunten (dus niet enkel rechtstreeks aan de eindverbruiker), op voorwaarde dat de aan andere verkooppunten geleverde hoeveelheid vlees in gewicht niet meer dan 30% uitmaakt van de totale jaarproductie van vlees, alle producties samen, met een maximum van 800 kg per week. Bovendien moeten deze bevoorrade verkooppunten binnen een straal van 80 km gevestigd zijn. Voldoe je aan bovenstaande voorwaarden, dan mag je dus een vereenvoudigd registratiesysteem toepassen: 92

93 1. De registratie van de gegevens over producten die niet onmiddellijk worden verwerkt of verkocht, mag gebeuren binnen 7 dagen en uiterlijk op het tijdstip van verwerking. Geniet je niet van de versoepelingen, dan moet je dit onmiddellijk doen. 2. De documenten met betrekking tot de traceerbaarheid moeten bewaard worden tot 6 maanden na afloop van de minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum of, bij ontstentenis ervan, gedurende ten minste 6 maanden. Geniet je niet van de versoepelingen, dan moeten deze documenten ten minste 2 jaar bewaard worden. Ingaand register Volgens de wetgeving op de autocontrole, traceerbaarheid en meldingsplicht moet elke exploitant dus beschikken over een register IN, waarin alle ontvangen producten geregistreerd worden. Dit register kan bestaan uit het chronologisch bijhouden van leveringsbonnen of begeleidende handelsdocumenten, op voorwaarde dat alle benodigde gegevens erop vermeld worden. Ontbreekt bv. het lotnummer, dan zal je dat er zelf moeten opzetten. Je kan ook opteren voor een geschreven register (bv. het controleboek), een geïnformatiseerd systeem of andere evenwaardige systemen. Een voorbeeld van een register IN, in tabelvorm vind je in bijlage 23. Welk systeem je ook kiest, volgende gegevens van alle aangevoerde producten moeten in ieder geval worden bijgehouden: De aard De identificatie en de hoeveelheid van het product (voor vlees is dat het gewicht) De ontvangstdatum De identificatie van de vestigingseenheid die het product levert Het serienummer vermeld op het begeleidend handelsdocument (enkel verplicht voor vlees) Let wel, wanneer de versoepelingen op jouw bedrijf van toepassing zijn, volstaat een map met facturen van alle aankopen, in chronologische volgorde. Vlees moet tijdens het vervoer van een erkende inrichting vergezeld zijn van een begeleidend handelsdocument waarop volgende vermeldingen staan: Datum Een enig nummer 93

94 Gegevens van de verzendende inrichting Het toelatingsnummer van de verzendende inrichting Voor bevroren of diepgevroren vlees, de niet gecodeerde vermelding van de maand en het jaar van bevriezen of diepvriezen Gegevens van de bestemming Gegevens van de identificatie van het vervoermiddel De aanduidingen van het gezondheidsmerk of identificatiemerken waarmee het vlees of in voorkomend geval de verpakking is bekleed Uitgaand register Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen producten voor directe consumptie (op de plaats van verkoop), verkoop aan de consument en verkoop aan andere levensmiddelenbedrijven (verkooppunten). Enkel voor leveringen aan andere levensmiddelenbedrijven (verkooppunten) moet er een register UIT bijgehouden worden, waarin volgende gegevens van alle uitgaande producten worden bijgehouden: De aard De identificatie en de hoeveelheid van het product (voor vlees is dit het gewicht) De ontvangstdatum De identificatie van de vestigingseenheid die het product levert. Het serienummer vermeld op het begeleidend handelsdocument (enkel verplicht voor vlees) Tijdens het vervoer door de detailhandelaar van het verkooppunt van productie naar het bevoorrade verkooppunt dient het vlees te worden vergezeld van een begeleidend handelsdocument dat ten minste melding maakt van: De naam of handelsnaam van het verkooppunt van verzending De naam of handelsnaam van het bevoorrade verkooppunt De leveringsdatum De aard, de identificatie en het gewicht Een serienummer Interne traceerbaarheid Het verband tussen de aangevoerde en de afgevoerde producten kan op verschillende manieren worden gerealiseerd: Voor bederfbare producten met korte houdbaarheid kan het hanteren van het FIFOprincipe (first in, first out) in combinatie met het ingaand register volstaan. 94

95 Voor vers vlees dat werd ingevroren, vacuüm getrokken of verpakt onder gecontroleerde atmosfeer waardoor de bewaarduur wordt verlengd, moet op de verpakking een referentie naar het ingaand register worden vermeld zodat de herkomst van dit vlees kan worden achterhaald. Voor ingevroren vlees moet ook de datum van invriezen op de verpakking worden vermeld en voor rundvlees het referentienummer van het rund (Sanitelnummer) of het lotnummer (bij vlees dat versneden wordt aangekocht). Voor (samengestelde) producten met verlengde houdbaarheid kan gewerkt worden met productfiches per product of productgroep waarin het fabricageprocédé en de samenstelling beschreven worden. Telkens een hoeveelheid (lot) van dit product wordt vervaardigd, dient men dit bij te houden zodat kan worden nagegaan welke grondstoffen werden verwerkt tot welke eindproducten. Hiervoor kan ook gebruikt gemaakt worden van interne lotnummers. Een voorbeeld van een productfiche, vind je terug in bijlage 24. Traceerbaarheid van rundvlees Exploitanten van een (hoeve)slagerij moeten ervoor zorgen dat al het rundvlees dat zich in hun zaak bevindt, dat zijn inrichting binnenkomt en buitengaat, op elk moment en op een correcte manier geïdentificeerd is. Een gedetailleerd identificatie- en registratiesysteem in elk stadium van de productie en de verkoop moet het verband garanderen tussen enerzijds de identificatie van het karkas, het kwartier of de stukken vlees en anderzijds het individuele dier of de groep van betrokken dieren. Bijkomende vermeldingen in het register IN: Het referentienummer van het rund (Sanitelnummer) of het lotnummer (bij aankoop van versneden vlees of bij samenvoeging van karkassen en versneden vlees). Het aantal karkassen of delen van karkassen waarvan de wervelkolom moet of niet moet verwijderd worden. Overeenkomstig de maatregelen betreffende de etikettering van rundvlees, moet het etiket van het binnenkomend rundvlees waarvoor de verwijdering van de wervelkolom niet vereist is, voorzien zijn van een blauwe streep. 95

96 Deze informatie moet ook worden vermeld op de begeleidende handelsdocumenten die het rundvlees vergezellen bij het transport vanuit de erkende slachthuizen en uitsnijderijen. De gegevens in verband met de traceerbaarheid van rundvlees moeten ten minste 2 jaar bewaard worden, de versoepeling van 6 maanden is hier niet van toepassing. Etikettering of affichage in de winkel Bij de verkoop van rundvlees moeten volgende gegevens duidelijk geafficheerd worden in de vleeswinkel of op de verpakking van voorverpakt vlees en dit ter informatie van de klanten: Voor vers rundvlees: Referentienummer van het rund (Sanitelnummer) of het lotnummer (bij aankoop van versneden vlees). Land- en erkenningsnummer van het slachthuis Land- en erkenningsnummer van de uitsnijderij (indien van toepassing) Land van geboorte 5 Land van vetmesting 5 Land van slachting 5 Voor gehakt vlees: Referentienummer of code Land van slachting 6 Land van productie 6 5 Indien het land van geboorte, vetmesting en slachting België is, mag men deze 3 gegevens vervangen door Oorsprong: België. 6 Indien land van geboorte en/of vetmesting verschilt van het land van productie van het gehakt, moet de volgende vermelding toegevoegd worden: Oorsprong: naam van het (de) land(en) van geboorte en/of vetmesting. 96

97 Toelating verwijderen wervelkolom van runderen van meer dan 12 maanden Wie beschikt over een bijzondere vergunning voor het verwijderen van de wervelkolom bij runderen van meer dan 12 maanden moet nog een aantal bijkomende zaken registreren: Het aantal karkassen of delen van karkassen waarvan de wervelkolom moet of niet moet verwijderd worden (zie boven). Dierlijke bijproducten die niet bestemd zijn voor de menselijke consumptie, m.n. beenderen, vetten, afval van het opkuisen en de wervelkolom, moeten tijdens hun productie gedenatureerd en opgeslagen worden in uitsluitend daartoe bestemde, gesloten recipiënten die niet toegankelijk zijn voor onbevoegden en die op goed zichtbare wijze de vermelding GRM dragen in letters van tenminste 15 cm hoog. Het geheel van de aldus verzamelde dierlijke bijproducten wordt behandeld als niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten van categorie 1 en verzameld overeenkomstig de wetgeving van de Gewesten. Deze legt het bijhouden van een register UIT (controleboek) voor dierlijke producten op, evenals het afgeven aan een erkend ophaler met het traceerbaarheidsformulier dat je terugvindt in bijlage 25. In geval deze regels worden overtreden, zijn volgende maatregelen voorzien: inbeslagname van de producten in overtreding, administratieve sancties (schorsing of intrekking, geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief, van de bijzondere vergunning, en zelfs de exploitatievergunning), opleggen van administratieve boetes of strafrechterlijke sancties. Traceerbaarheid van niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke producten Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke producten mogen enkel worden opgehaald door een daartoe erkende of geregistreerde ophaler. Tijdens het vervoer moeten deze bijproducten worden vergezeld van een Handelsdocument voor traceerbaarheid. Dit moet worden opgemaakt in drievoud: het origineel exemplaar voor de bestemmeling, een kopie voor de ophaler en een kopie voor de producent. Een voorbeeld van een dergelijk handelsdocument vind je in bijlage

98 Er moet ook een register bijgehouden worden van alle afgevoerde dierlijke producten. Dat mag bestaan uit een chronologische classificatie (van de exemplaren bestemd voor de producent) van de handelsdocumenten van traceerbaarheid van niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (rubrieken 1 tot en met 5 ingevuld). Het register mag ook vervangen worden door een geïnformatiseerd systeem dat dezelfde garanties biedt. Dit register moet ter plaatse bewaard worden gedurende 2 jaar, de versoepeling van 6 maanden is hier niet van toepassing. Facturen van het intermediair bedrijf of het gebruiks-, verwerkings- of verwijderingsbedrijf waarmee wordt bevestigd dat de dierlijke bijproducten wel degelijk de bestemming hebben gekregen die eraan was toegewezen, moeten eveneens gedurende 2 jaar bewaard worden. 98

99 99

100 Fiche 18: Meldingsplicht Een slager die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat de levensmiddelen door hem aangekocht, verwerkt en/of verkocht schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant, moet het FAVV hierover onmiddellijk inlichten Indien het schadelijk product zich nog steeds binnen het bedrijf bevindt en er kunnen corrigerende maatregelen genomen worden ter eliminatie of reductie van het gevaar (bv. sterilisatie of pasteurisatie bij overschrijding van de microbiologische normen), dan moet dit niet meer gemeld worden. De melding blijft evenwel verplicht bij het ontvangen van een mogelijks schadelijke grondstof (bv. wanneer er ernstige vermoedens zijn dat een dier met diergeneesmiddelen of andere substanties werd behandeld). Het gecontamineerde product (of gelijkaardige producten van eenzelfde producent) zou immers ook aan andere klanten kunnen geleverd zijn. Indien men een schadelijk product in de handel heeft gebracht, moet dit product uit de handel genomen of teruggeroepen worden (recall). Bij levering aan andere verkooppunten dient met elk verkooppunt waaraan het schadelijk product werd geleverd te verwittigen, bij rechtstreekse verkoop aan de eindverbruiker kan men het gevaar bekendmaken door affichage in de winkel. Melding dient telefonisch en schriftelijk aan het PCE (zie bijlage 6) te gebeuren met een standaard Formulier voor de meldingsplicht dat je terugvindt als bijlage

101 101

102 HOOFDSTUK 2: BIJLAGEN 102

103 103

104 BIJLAGE 1 104

105 Categorieën EU-erkende levensmiddelenbedrijven 105

106 106

107 107

108 BIJLAGE 2 Algemene hygiënevoorschriften Bijlage II (EG) 852/

109 109

110 110

111 111

112 112

113 113

114 114

115 115

116 BIJLAGE 3 Vereisten voor slachthuizen pluimvee/konijnen (EG) 853/

117 117

118 118

119 119

120 BIJLAGE 4 Aanvraagformulier FAVV registratie/toelating/erkenning 120

121 121

122 122

123 123

124 124

125 125

126 BIJLAGE 5 Handleiding e-id FOODWEB 126

127 127

128 BIJLAGE 6 Het FAVV in uw buurt PCE Antwerpen Adres : Italiëlei 124 Bus 92 B-2000 ANTWERPEN BELGIE Tel. : Fax : Info.ANT@favv.be PCE-Hoofd : Jos DUSOLEIL PCE Limburg Adres : Kempische Steenweg 297 bus 4 B-3500 HASSELT BELGIE Routebeschrijving Toegangsplan + Gebouw RCH1 Tel. : Fax : Info.LIM@favv.be PCE-Hoofd : William DENDAS PCE Oost-Vlaanderen Adres : Zuiderpoort - Blok B 10de verd. Gaston Crommenlaan 6 / 1000 B-9050 GENT BELGIE Routebeschrijving Toegangsplan Tel. : Fax : Info.OVL@favv.be PCE-Hoofd : Edouard VERSELE PCE Vlaams-Brabant Adres : Greenhill campus Interleuvenlaan 15 blok E Researchpark Haasrode 1515 B-3001 LEUVEN 128

129 BELGIE Routebeschrijving Toegangsplan Tel. : Fax : Info.VBR@favv.be PCE-Hoofd : Peter SCHANDEVYL PCE West-Vlaanderen Adres : AIPM Koning Albert I laan 122 B-8200 BRUGGE BELGIE Routebeschrijving Toegangsplan Tel. : Fax : Info.WVL@favv.be PCE-Hoofd : Dirk DEVREESE 129

130 BIJLAGE 7 Activiteitencodes hoeveslagerijen BOOD 130

131 Deze lijst geeft de FAVV-codes weer de meest voorkomende activiteiten op hoeveslagerijen en voor het slachten/verkopen van pluimvee en lagomorfen. Omschrijving activiteit Plaatscode Activiteitencode Productcode ERK-vorm Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk Erkenning Zie fiche 3 voor meer info verpakken van vers vlees Vervaardigen of (opnieuw) Erkenning onmiddellijk verpakken van gehakt vlees Vervaardigen of (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vleesproducten Erkenning Niet-ambulante kleinhandel in vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten en verwerkte bijproducten van dierlijke oorsprong voor menselijke consumptie Directe verkoop van pluimvee of lagomorfen aan de consument op markten Slachten en al dan niet uitslachten van productiedieren (op het landbouwbedrijf) Toelating Zie fiche 3 voor meer info Registratie Zie fiche 3 voor meer info (Pluimvee) 31 (Lagomorfen) Toelating

132 BIJLAGE 8 Toelating FAVV

133 133

134 BIJLAGE 9 Erkende OCI G-003, G-007 en G-037 G-003 Gids voor de autocontrole in de slagerij - AIB-Vinçotte International NV - Foodcheck NV - PROMAG sprl - Quality Control c.v. - Quality Partner s.a. - SGS Belgium NV G-007 Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de detailhandel in algemene voedingswaren - AIB-Vinçotte International NV - PROMAG sprl - Quality Control c.v. - Quality Partner s.a. - SGS Belgium NV G-037 Sectorgids autocontrole Primaire Dierlijke Productie - AIB-Vinçotte International NV - B&S Qualicert sprl - CARAH asbl - Certalent Bodemkundige Dienst van België - CKCert cvba - Comité du Lait - PROMAG sprl - Quality Partner s.a. - SGS Belgium NV - Tüv Nord Integra bvba 134

135 135

136 BIJLAGE 10 Coördinaten erkende OCI 136

137 137

138 BIJLAGE 11 Erkende ondernemingsloketten Naam Acerta ondernemingsloket vzw Adres maatschappelijke zetel Buro & Design Center Heizel Esplanade Postbus Brussel Xerius Ondernemingsloket vzw Koningsstraat Brussel Eunomia vzw Kolonel Bourgstraat Brussel Administratieve zetel Oudenaardsesteenweg Gent Formalis vzw Lombardstraat Brussel Securex ondernemingsloket - Go-Start vzw Genèvestraat Brussel HDP ondernemingsloket vzw Kruidtuinstraat Brussel Partena ondernemingsloket vzw Anspachlaan Brussel Zenito Ondernemingsloket vzw Spastraat Brussel UCM ondernemingsloket vzw Adolphe Lacomblélaan Brussel 138

139 139

140 BIJLAGE 12 Aanvraag vergunning beenhouwer-spekslager 140

141 141

142 BIJLAGE 13 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 142

143 143

144 144

145 145

146 146

147 147

148 BIJLAGE 14 Mededeling kleine verandering of melding van klasse 3- onderdelen van een vergunde inrichting van klasse 1 of 2 148

149 149

150 150

151 151

152 152

153 153

154 154

155 155

156 156

157 157

158 BIJLAGE 15 Aanvraagformulier stedenbouwkundige vergunning eenvoudige dossiersamenstelling 158

159 159

160 BIJLAGE 16 Aanstiplijst aanvraag stedenbouwkundige vergunning eenvoudige dossiersamenstelling 160

161 161

162 162

163 163

164 BIJLAGE 17 Indicaties houdbaarheid vlees Houdbaarheid vlees 7 Soort vlees Houdbaarheidstermijn Vers varkensvlees Liefst na max. 4 dagen (liefst minder) na slachtdatum in de winkel en dan binnen de 2 dagen verkopen Vers rundsvlees Liefst na max. 7 dagen (liefst minder) na slachtdatum in de winkel en dan binnen de 2 dagen verkopen Kip Dient slachtvers in de winkel aan te komen en dan binnen de 3 à 5 dagen verkopen Diepvriesvlees varken, paard, rund, wild 6 maanden Diepvriesvlees rund 12 maanden Gehakt Verkoop binnen de 24u Gemaakt uit vers vlees aan het been Varken en paard Vlees mag max. 4 dagen oud zijn Rund Vlees mag max. 7 dagen oud zijn Gemaakt uit voorgesneden vlees of vers Vlees mag max. 2 dagen oud zijn snijlingen Gemaakt uit vacuüm bewaard vlees Vlees mag max. 3 dagen oud zijn Gemaakt uit diepvriesvlees Varken Vlees mag max. 4 maanden oud zijn Rund Vlees mag max. 10 maanden oud zijn 7 De houdbaarheidsgegevens zijn enkel geldig wanneer het vlees op een ideale manier (temperatuur) bewaard wordt: - Vers vlees (rund, varkens, paard): max. 7 C - Vers vlees (pluimvee): max. 4 C - Diepvries: min. 18 C 164

165 165

166 BIJLAGE 18 Gewestelijke afdelingen Metrologische Dienst Adressen gewestelijke afdelingen Metrologische Dienst BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : Voor de Nederlandstaligen: Administratief Centrum Ter Plaeten Sint-Lievenslaan 25 te 9000 Gent Tel: Fax: Voor de Franstaligen : Rue Lucien Namèche 14 à 5000 Namur Tel: Fax: PROVINCIES VLAAMS-BRABANT, WEST-VLAANDEREN EN OOST- VLAANDEREN : Administratief Centrum Ter Plaeten Sint-Lievenslaan 25 te 9000 Gent Tel: Fax: PROVINCIES ANTWERPEN EN LIMBURG : Italiëlei 124 bus 72 te 2000 Antwerpen Tel: Fax: PROVINCIES LUIK EN LUXEMBURG : Rue Lucien Namèche 14 te 5000 Namur Tel: Fax: PROVINCIES HENEGOUWEN, NAMEN EN WAALS-BRABANT : Rue Lucien Namèche 14 te 5000 Namur Tel: Fax:

167 167

168 BIJLAGE 19 Buitendiensten Ministerie Vlaamse Gemeenschap Administratie Land- en Tuinbouw Structuur en Investeringen Structuur en Investeringen Vlaams-Brabant Diestsepoort 6, bus Leuven Tel Fax Veerle Blommaert, ingenieur veerle.blommaert@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Antwerpen Lange Kievitstraat , bus Antwerpen Tel Fax Andre De Rop, ingenieur andre.derop@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Limburg Koningin Astridlaan 50, bus Hasselt Tel Fax Koenraad Jespers, ingenieur koenraad.jespers@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Oost-Vlaanderen (arrondissementen Gent en Oudenaarde) Burgemeester Van Gansberghelaan Merelbeke Tel Fax Kim Torfs, ingenieur kim.torfs@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Oost-Vlaanderen (arrondissementen Aalst, Dendermonde, Sint-Niklaas en Eeklo) Burgemeester Van Gansberghelaan Merelbeke Tel Fax Jean De Neef, ingenieur jean.deneef@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen West-Vlaanderen (arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne + de gemeenten Ruislede, Wingene, Hooglede en Lichtervelde) Koning Albert I-laan 1/2, bus Brugge Tel Fax Danny Persyn, ingenieur danny.persyn@lv.vlaanderen.be 168

169 Structuur en Investeringen West-Vlaanderen (arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt - zonder de gemeenten Ruislede, Wingene, Hooglede en Lichtervelde) Koning Albert I-laan 1/2, bus Brugge Tel Fax Willy Beghein, ingenieur willy.beghein@lv.vlaanderen.be 169

170 BIJLAGE 20 Aanvraag tussenkomst VLIF 170

171 171

172 172

173 173

174 174

175 175

176 BIJLAGE 21 Aanvraag VLIF-gewestwaarborg 176

177 177

178 178

179 179

180 BIJLAGE 22 Ludieke test autocontrole FAVV Je bent dus hoeveproducent. Als hoeveslager kan je hier normaal ja op antwoorden (je mag een beperkt % van je producten leveren aan andere bedrijven). De meeste hoeveslagers zullen ook hier ja op kunnen antwoorden aangezien enkel de bedrijfsruimten die dienen voor de thuisverkoop in rekening worden gebracht. 180

181 Enkel het personeel dat arbeid verricht bij het maken en het verkopen van de producten wordt in rekening gebracht. Meestal zal je dus ook hier ja kunnen antwoorden. Als hoeveslager verwerk je levensmiddelen en moet je dus ja antwoorden. Wanneer je op alle bovenstaande vragen ja hebt geantwoord, zal je dus HACCP light moeten volgen. 181

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Voldoet

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot particuliere slachtingen

Omzendbrief met betrekking tot particuliere slachtingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot particuliere slachtingen Referentie PCCB/S3/GDS/116116 Datum 11/04/2016 Huidige versie 2.1 Van toepassing vanaf

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 1 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen Referentie PCCB/S3/EME/574427 Datum 04/06/2013 Huidige versie 2.0 Van toepassing vanaf Datum van

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 4 2016-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder

Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder Inhoud Voorstelling van het SH KK verkoop in Vlaanderen: enkele cijfers Waarmee rekening houden

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-006) REV 1 2009-2/8 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED De bedoeling van dit document is de vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de Generische autocontrolegids voor

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 2 2009-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 251 Wildbewerkingsinrichting en uitsnijderij van vlees van gekweekt en/of vrij wild - INFRASTRUCTUUR,

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN?

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2 Voorwoord: Land- en tuinbouw zijn

Nadere informatie

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuizen landbouwhuisdieren

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuizen landbouwhuisdieren Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuizen landbouwhuisdieren Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Zijn er

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Referentie PCCB/S2/GDS/891700

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Nadere informatie

Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan

Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan Europese Commissie WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE inzake de uitleg van een aantal bepalingen over flexibiliteit in het hygiënepakket Veelgestelde vragen Richtsnoeren voor exploitanten van

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer

Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer 1. Wat is het ondernemingsnummer? Het ondernemingsnummer, dat sedert 1 juli 2003 werd ingevoerd, is een uniek identificatienummer (bestaande uit

Nadere informatie

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Bijlage III.7.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 4 2018-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING 2 Voorwoord: Hoevezuivel: booming business? Hoeve- en zuivelproducten : twee begrippen die aanspreken. Daarom is

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN?

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? November 2011 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2 Voorwoord: Land- en

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 3 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers

FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers 1. Wat zijn de heffingen van het FAVV? De heffingen worden jaarlijks geïnd in de sectoren die actief zijn binnen de voedselketen of waarbij het FAVV controleopdrachten

Nadere informatie

Aangeboden door Wouter Devloo tel 0484 187434 www.boekhouder.be B&A Advies bvba

Aangeboden door Wouter Devloo tel 0484 187434 www.boekhouder.be B&A Advies bvba cic Starten van een zaak : hoe zit het nu met kennis bedrijfsbeheer? Als u in België een eigen zaak willen opstarten, moet u over de nodige ondernemersvaardigheden beschikken. Sinds 1 januari 1999 moet

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT April 2013 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2 Voorwoord: Het

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.1.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 12/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor

Nadere informatie

FEDERALE AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

FEDERALE AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN FEDERALE AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 22 DECEMBER 2005 Koninklijk besluit betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong II, Koning der Belgen, Aan allen die nu

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012R0028 NL 25.06.2012 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 2 2009-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien).

Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). De aanvrager moet de overgangsmaatregel van toepassing selecteren in stap 2 van het online/schriftelijk

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 1 2009-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

CORRIGENDUM. Aan: Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/GDS387969/B 23/12/2009

CORRIGENDUM. Aan: Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/GDS387969/B 23/12/2009 CORRIGENDUM Aan: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Controlebeleid S2 AC - Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 B-1000 Brussel Tel. : 02 211 82 11 Fax: 02 211 86 30 info@favv.be

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/01/2017

Gearchiveerd op 01/01/2017 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... TRA 205 Opslag van vlees en afgeleide producten voor koel- en vrieshuis - Infrastructuur,

Nadere informatie

gebruikers (verzamelaars) vervoerders

gebruikers (verzamelaars) vervoerders Fiche voor de toepassing van de bepalingen van artikel 18 van verordening (EG) nr. 1069/2009 Voeder voor dierentuindieren, circusdieren, dieren in meutes, in asielen voor honden en katten of in pelsdierfokkerijen

Nadere informatie

We hopen hiermee uw vertrouwen te bevestigen en onze samenwerking ook in 2009 te bestendigen!

We hopen hiermee uw vertrouwen te bevestigen en onze samenwerking ook in 2009 te bestendigen! InfoFlash januari 2009 Acerta Ondernemingsloket krijgt als enige Ondernemingsloket het 5-sterren kwaliteitslabel vanwege de overheid! Acerta draagt kwaliteit hoog in het vaandel. Het is één van de strategische

Nadere informatie

2. Vleeshandel, vleesvervoer, vleesbereiding en vishandel

2. Vleeshandel, vleesvervoer, vleesbereiding en vishandel Bijlage III Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een toelating door het Agentschap 1. Voedingsmiddelen 1.1. Detailhandel in De detailhandel in levensmiddelen levensmiddelen overeenkomstig

Nadere informatie

U moet zich eveneens registreren bij het FAVV met opgave van alle FAVVactiviteiten per vestigingseenheid. Voor meer uitleg, zie p. 5 of 7.

U moet zich eveneens registreren bij het FAVV met opgave van alle FAVVactiviteiten per vestigingseenheid. Voor meer uitleg, zie p. 5 of 7. Sinds 30.06.2009 zijn de niet handelsondernemingen naar privaat recht wettelijk verplicht zich in te schrijven in de KBO. Landbouwers (zowel als natuurlijk persoon, rechtspersoon of als leden van een feitelijke

Nadere informatie

FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers

FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers 1. Wat zijn de heffingen van het FAVV? De heffingen worden jaarlijks geïnd in de sectoren die actief zijn binnen de voedselketen of waarbij het FAVV controleopdrachten

Nadere informatie

Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen

Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen Inhoud 1. Wat is het Steunpunt Hoeveproducten? 2. Wat is korte keten in Vlaanderen? cijfers & trends 3. Hoe start

Nadere informatie

Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden. Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten

Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden. Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten adetelder@ons.be Inhoud I. Voorstelling van het Steunpunt Hoeveproducten II. KK in Vlaanderen III.Starten

Nadere informatie

DIS 3006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [3006] v1

DIS 3006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [3006] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : DIS 006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [006] v1 C: conform NC: Niet-conform NA: niet van toepassing H: hoofdstuk

Nadere informatie

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [047]

Nadere informatie

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie 25.11.2006 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 november 2006 tot wijziging

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende de uitvoering van het protocol voor het grensoverschrijdend handelsverkeer van slachtdieren tussen België, Frankrijk en

Nadere informatie

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2008, meer bepaald artikel 42; Gelet op de wet van 25 juni 1993

Nadere informatie

N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS ADVIES. over

N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS ADVIES. over N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS 726-2015 ADVIES over ARTIKEL 4 VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 22 MAART 2013 BETREFFENDE DE VERSOEPELING VAN DE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN DE AUTOCONTROLE

Nadere informatie

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2018 Bekendgemaakt op 28 juni 2018 Inhoudstafel Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...

Nadere informatie

VERZAMELCENTRUM EN LEERLOOIERIJ

VERZAMELCENTRUM EN LEERLOOIERIJ VERZAMELCENTRUM EN LEERLOOIERIJ 1. Inleiding 7 2. Verordening (EG) nr. 853/2004 8 2.1. Infrastructuurvoorwaarden 8 2.2. Exploitatievoorwaarden 9 2.2.1. Bepalingen van toepassing op grondstoffen 9 2.2.2.

Nadere informatie

Overzicht regelgeving ter voorlegging. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Overzicht regelgeving ter voorlegging. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Overzicht regelgeving ter voorlegging aan Raadgevend d Comité in 2011 Voor te leggen regelgeving aan Raadgevend Comité in 2011 KB tot wijziging

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT van 22 DECEMBER 2005 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stbl. 30.XII.2005, ed.

KONINKLIJK BESLUIT van 22 DECEMBER 2005 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stbl. 30.XII.2005, ed. KONINKLIJK BESLUIT van 22 DECEMBER 2005 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Stbl. 30.XII.2005, ed. 2) Wijzigingen: K.B. 24 mei 2006 (Stbl. 31.V.2006, ed.3 - vertaling in

Nadere informatie

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Verificatielijst specifieke eisen voor uitsnijderijen

Verificatielijst specifieke eisen voor uitsnijderijen Verificatielijst specifieke eisen voor uitsnijderijen Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Kunnen alle werkzaamheden

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/01/2017

Gearchiveerd op 01/01/2017 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... TRA 2059 Opslag van vlees en afgeleide producten voor koel- en vrieshuis - Infrastructuur,

Nadere informatie

Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar Zuid-Korea van:

Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar Zuid-Korea van: IB.KR.12 I. EXPORTMOGELIJKHEDEN Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar Zuid-Korea van: - varkensvlees (vers; gehakt; vleesbereiding; verhitte

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS dienst ruimtelijke ordening R E G L E M E N T Gemeenteraad van 28-11-2013 REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS HOOFDSTUK 1: BEGRIPPENKADER Artikel 1: defintities Voor de

Nadere informatie

TRA 3195 Opslag van vlees en afgeleide producten - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3195] v2

TRA 3195 Opslag van vlees en afgeleide producten - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3195] v2 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 195 Opslag van vlees en afgeleide producten - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [195] v2 C : conform

Nadere informatie

Bijlage III Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een toelating door het Agentschap

Bijlage III Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een toelating door het Agentschap Bijlage III Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een toelating door het Agentschap 1. Voedingsmiddelen 1.1. Inrichtingen voor de De fabricage, de verwerking en het in de fabricage,

Nadere informatie

Vertaling. Overwegende:

Vertaling. Overwegende: Vertaling Protocol van akkoord over de voorwaarden voor de grensoverschrijdende handel in slachtdieren en slachtpluimvee tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en de Franse Republiek.

Nadere informatie

TRA 3255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE (VERHOOGDE FREQUENTIE) [3255] v1

TRA 3255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE (VERHOOGDE FREQUENTIE) [3255] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning I. AARD VAN DE AANVRAAG Deze aanvraag betreft: een registratie,

Nadere informatie

Technische specificatie 2017/1116/PCCB. Kwalificatie auditoren

Technische specificatie 2017/1116/PCCB. Kwalificatie auditoren FAVV Federaal Agentschap voor de voedselveiligheid 2017 / 1116 / PCCB Technische specificatie 2017/1116/PCCB Kwalificatie auditoren Versie 2 d.d. 2017-09-20 In toepassing vanaf 6-11-17 Verantwoordelijke

Nadere informatie

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van dit reglement

Nadere informatie

ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON

ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON (IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN) VOORAFGAANDE INFORMATIE De aanvraag wordt ingevuld door: (het vakje aankruisen) het orgaan van de vennootschap (gedelegeerd

Nadere informatie

VR DOC.1146/5

VR DOC.1146/5 VR 2016 2110 DOC.1146/5 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : 28 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [28] v1 C: conform NC: Niet-conform NA: niet van toepassing H: hoofdstuk B:

Nadere informatie

Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1

Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1 INFOSESSIE OVER DE ONDERNEMINGSLOKETTEN Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1 Vincent Ramelot, Adviseur bij de VSGB I. Wat schrijft de wet voor? Wettelijke en reglementaire bepalingen:

Nadere informatie

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen In de onderstaande inspectielijst zijn alleen de inspectievragen opgenomen die betrekking hebben op erkenningonderhoud. Deze inspectie wordt jaarlijks uitgevoerd bij alle slachthuizen inclusief wildbewerkingsinrichtingen.

Nadere informatie

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten»

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten» Formulier ingevuld terug te sturen naar de Beheersdienst van de Kruispuntbank van Ondernemingen, Koning Albert IIlaan 16, 1000 Brussel of helpdesk.kbo@economie.fgov.be Helpdesk Tel. : 02/277 64 00 E-mail

Nadere informatie

Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees

Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Voldoet de opslag

Nadere informatie

IB.ZA.03.01 juli 2014. Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Zuid-Afrika Separatorvlees van gevogelte.

IB.ZA.03.01 juli 2014. Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Zuid-Afrika Separatorvlees van gevogelte. I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Separatorvlees van gevogelte 02 07 II. Bilateraal certificaat Code FAVV EX.VTL.ZA.03.01 Titel van het certificaat Veterinair

Nadere informatie

Februari ,

Februari , I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-Code Land Rundvlees Varkensvlees Schapenvlees Slachtafval van runderen, varkens of schapen Varkensvet en -spek, niet gesmolten Darmen, blazen en magen van runderen,

Nadere informatie

Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan

Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan Europese Commissie WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE inzake de uitleg van een aantal bepalingen over flexibiliteit in het hygiënepakket Richtsnoeren voor de bevoegde autoriteiten Europese Unie,

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Gezondheidscertificaat voor de export van pluimvee- en kalkoenvlees en separatorvlees naar de Republiek Cuba

Gezondheidscertificaat voor de export van pluimvee- en kalkoenvlees en separatorvlees naar de Republiek Cuba I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-Code Land Pluimveevlees 0207 020890 II. Europees certificaat Type certificaat EX.VTP.CU.01.02 Titel van het certificaat Gezondheidscertificaat voor de export

Nadere informatie

QUICK-WIN-PROJECT: STARTERSMAP HOEVEVLEES STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN

QUICK-WIN-PROJECT: STARTERSMAP HOEVEVLEES STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN Positief: - methodiek (trechtergerichte methode is goed) - tijdsgebonden - goede begeleiding - met mensen uit verschillende organisaties samenzitten Negatief: - methodiek van werken met fiches nuttig?

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15; SCSZ/06/025 1 BERAADSLAGING NR. 06/010 VAN 14 FEBRUARI 2006 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN HET PERSONEELSBESTAND DOOR DE DIENST ONDERNEMINGSLOKETTEN VAN DE ALGEMENE DIRECTIE KMO-BELEID VAN DE FEDERALE

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 22 MAART 2013. - Ministerieel besluit betreffende de van de toepassingsmodaliteiten van de en de traceerbaarheid

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf: 15-04-2011

Nadere informatie

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING 1. ALGEMENE INFORMATIE ONDERNEMINGSTYPE: NATUURLIJK PERSOON RECHTSPERSOON BEGINDATUM VAN DE ACTIVITEIT:... /... /... 2. GEGEVENS VAN

Nadere informatie

Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar Japan van:

Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar Japan van: I. EXPORTMOGELIJKHEDEN Momenteel zijn er bijzondere instructies voor export - met de onder punt VII vermelde certificaten - naar van: 1) varkensvlees, varkensdarmen en uit bloed verkregen verwerkte dierlijke

Nadere informatie

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99 Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99 De Bruyne Lenore (09/266.28.66) Vanhauwaert Annika (09/266.28.33) Aanvraag VERGUNNING Oktober 2014 1 2 Afsprakenregeling

Nadere informatie

4. DE VEREISTE MACHTIGING OM EEN AMBULANTE HANDELSAC- TIVITEIT UIT TE OEFENEN: DE LEURKAART

4. DE VEREISTE MACHTIGING OM EEN AMBULANTE HANDELSAC- TIVITEIT UIT TE OEFENEN: DE LEURKAART Hierbij dient opgemerkt te worden dat ook andere wetgevingen met betrekking tot specifieke producten of diensten de verkoop van deze producten of diensten via ambulante handel kunnen verbieden. 4. DE VEREISTE

Nadere informatie

Februari , 0206, 0209, , 1602

Februari , 0206, 0209, , 1602 I. GELDIGHEIDSTERMIJN Versie Geldig vanaf van februari 2019 05/02/2019 van februari 2019 21/02/2019 II. TOEPASSINGSGEBIED Productomschrijving GN-code Land Varkensvlees Varkensvleesproducten 0203, 0206,

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot het vervoer van niet volledig doorkoeld varkensbloed en niet volledig doorkoelde karkassen en karkasdelen van runderen,

Nadere informatie

Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele

Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele Handhaving Doen naleven van wetten en regels Controle door politie, justitie

Nadere informatie

TRA 3209 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3209] v2

TRA 3209 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3209] v2 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 209 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 1 2012-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 18-12-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 9 ingangsdatum 13-09-2018 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 0 2012-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 11-06-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 2-2018 - 1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 17-08-2018 Naam functie / dienst Datum Handtekening

Nadere informatie

Zijn kermisattracties met voortbeweging van personen aangedreven door een nietmenselijke

Zijn kermisattracties met voortbeweging van personen aangedreven door een nietmenselijke Kermisattracties 1. Definitie Een kermisactiviteit heeft betrekking op de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten in het kader van een uitbating van kermisattracties

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 94/44 31.3.2004 VERORDENING (EG) Nr. 599/2004 VAN DE COMMISSIE van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer

Nadere informatie

DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7

DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2179 Horeca / grootkeukens / melkkeukens : traceerbaarheid [2179] v7 C : conform

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie