Hof van Cassatie van België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hof van Cassatie van België"

Transcriptie

1 10 DECEMBER 2010 F N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F N 1. MEKOTRANS bvba, met zetel te 8930 Menen, Transportcentrum LAR 2/bus 3, 2. M.O., 3. K.O., 4. M.B., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat 13, waar de eisers woonplaats kiezen, tegen

2 10 DECEMBER 2010 F N/2 BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt de gewestelijke directeur der douane en accijnzen te Gent, met kantoor te 9000 Gent, Administratief Centrum Ter Plaeten, St. Lievenslaan 27, verweerder, vertegenwoordigd door mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Dalstraat 67, bus 14, waar de verweerder woonplaats kiest. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 14 oktober Raadsheer Geert Jocqué heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Dirk Thijs heeft geconcludeerd. II. CASSATIEMIDDELEN De eisers voeren in hun verzoekschrift drie middelen aan. Eerste middel Geschonden wettelijke bepalingen - de artikelen 201 en tot 220, van de Verordening (EG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (hierna het Communautair Douanewetboek genoemd); - artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen; - de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, inzonderheid het algemeen rechtsbeginsel betreffende het recht op rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel; - artikel 149 van de Grondwet. Aangevochten beslissingen De appelrechters verklaren de oorspronkelijke vordering van de eerste eiseres ongegrond en verwerpen bijgevolg haar verzet tegen het dwangbevel van 5 mei De

3 10 DECEMBER 2010 F N/3 appelrechters beslissen dat de eerste eiseres zich niet op het rechtszekerheidsbeginsel kan beroepen op grond van de volgende motieven: Dat (de eerste eiseres) zich vooraf tot de administratie van de douane en accijnzen zou gericht hebben om te vragen wat haar bij de invoer van die goederen te doen stond, en dat de betreffende ambtenaren zouden meegedeeld hebben dat de aangifte onder codenummer 1902 moest gebeuren zodat (de eerste eiseres) in de veronderstelling werd gebracht dat haar aangiften in orde waren, doet geen afbreuk aan het recht van (de verweerder) om de bijkomende invoerrechten in te vorderen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de controleambtenaren, zelfs na visuele controle, de kwalificatie van de aangifte (codenr. 1902) op het moment van de invoer telkens aanvaard hebben. Het vertrouwensen rechtszekerheidsbeginsel moet immers wijken voor het legaliteitsbeginsel. Het feit dat de ambtenaren zich aanvankelijk en bij herhaling vergisten, belet niet dat (de verweerder) de mogelijkheid en zelfs de plicht heeft om de rechten te innen die krachtens de fiscale wet (wet van openbare orde) verschuldigd zijn. Grieven Eerste onderdeel De beginselen van behoorlijk bestuur, die het recht op rechtszekerheid omvatten, zijn bindend voor de administratie van de douane en accijnzen. Hoewel de administratie de wet moet toepassen en het haar niet vrij staat afstand te doen van haar verplichting om de wettelijk verschuldigde belasting vast te stellen, moet de burger niettemin kunnen vertrouwen op wat hij niet anders kan opvatten dan als een vaste gedrags- en beleidsregel krachtens welke de administratie de door haar bij hem gewekte gerechtvaardigde verwachtingen moet inlossen. Overeenkomstig dit algemeen rechtsbeginsel betreffende het recht op rechtszekerheid kan de belastingschuldige zich op de vroegere gedragslijn van de administratie beroepen wanneer die gedragslijn bij hem de gewettigde overtuiging kon wekken dat de administratie afzag van de strikte toepassing van de wet. Artikel 201 Communautair Douanewetboek bepaalt dat een douaneschuld bij invoer ontstaat wanneer aan rechten bij invoer onderworpen goederen in het vrije verkeer worden gebracht. Overeenkomstig artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen, wordt op de in bijlage B bedoelde goederen bij invoer in de Gemeenschap een belasting geheven, die onder meer bestaat uit een agrarisch element ter compensatie van de verschillen tussen de prijzen van de landbouwproducten die geacht worden te zijn gebruikt op de markt van de Gemeenschap en de prijzen bij invoer uit derde landen, wanneer de totale kosten van de genoemde basisproducten in de Gemeenschap hoger zijn, of, indien een preferentiële overeenkomst daarin voorziet, de prijzen van de landbouwproducten in bepaalde derde landen.

4 10 DECEMBER 2010 F N/4 Overeenkomstig artikel 217.1, Communautair Douanewetboek dient elk bedrag aan rechten bij invoer of aan rechten bij uitvoer dat voortvloeit uit een douaneschuld, door de douaneautoriteiten te worden berekend zodra deze over de nodige gegevens beschikken en dient door deze autoriteiten in de boekhouding of op iedere andere drager die als zodanig dienst doet, te worden geregistreerd (boeking). De artikelen 218 en 219, Communautair Douanewetboek bepalen de termijnen waarbinnen de boeking dient te gebeuren. Artikel 220, Communautair Douanewetboek bepaalt dat indien het bedrag aan rechten dat voortvloeit uit een douaneschuld, niet is geboekt overeenkomstig de artikelen 218 en 219 of wanneer een lager bedrag is geboekt dan het wettelijk verschuldigde bedrag, de boeking van het in te vorderen of aanvullend in te vorderen bedrag aan rechten dient te geschieden binnen een termijn van twee dagen te rekenen vanaf de datum waarop de douaneautoriteiten deze situatie hebben vastgesteld en het wettelijk verschuldigde bedrag kunnen berekenen en zij de schuldenaar kunnen aanwijzen (boeking achteraf). Deze termijn kan overeenkomstig artikel 219 worden verlengd. Overeenkomstig artikel b Communautair Douanewetboek wordt er evenwel niet tot boeking achteraf overgegaan wanneer het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten niet was geboekt, ten gevolge van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf die de belastingschuldige redelijkerwijze niet kon ontdekken en waarbij deze laatste zijnerzijds te goeder trouw heeft gehandeld en aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte heeft voldaan. Artikel b verleent aldus aan de belastingschuldige een recht op niet-navordering wanneer aan drie voorwaarden is voldaan: - de heffing moet te wijten zijn aan een vergissing van de bevoegde autoriteiten; - de vergissing moet van die aard zijn dat zij door de belastingschuldige te goeder trouw, ondanks zijn beroepservaring en de door hem betrachte zorgvuldigheid, redelijkerwijze niet kon worden ontdekt; - de belastingschuldige moet aan alle voorschriften van de geldende regeling inzake douaneaangifte hebben voldaan. De appelrechters stellen terzake vast dat: - de eerste eiseres zich vooraf tot de administratie van douane en accijnzen zou hebben gericht om te vragen wat haar bij de invoer van de goederen te doen stond en de betreffende ambtenaren haar zouden hebben meegedeeld dat de aangifte onder code 1902 moest gebeuren, zodat de eiseres in de veronderstelling werd gebracht dat haar aangiften in orde waren; - de controleambtenaren, zelfs na visuele controle, de kwalificatie van de aangifte (codenr. 1902) op het moment van de invoer telkens aanvaard hebben;

5 10 DECEMBER 2010 F N/5 - derhalve blijkt dat de douaneautoriteiten zich aanvankelijk en bij herhaling vergist hebben. De appelrechters beslissen echter dat deze elementen geen afbreuk doen aan het recht van de verweerder om de bijkomende invoerrechten in te vorderen, nu het vertrouwensen rechtszekerheidsbeginsel moet wijken voor het legaliteitsbeginsel. Aldus beslissen de appelrechters impliciet doch zeker dat de verweerder de wettelijke verplichting heeft om in alle omstandigheden over te gaan tot invordering van de niet geheven rechten, ongeacht de concrete omstandigheden die aanleiding gaven tot de nietheffing van de rechten. Door aldus te beslissen dat de verweerder in alle omstandigheden de verplichting heeft om tot invordering van de niet-geheven rechten over te gaan, schenden de appelrechters artikel b, (en voor zoveel als nodig de artikelen 201, 217.1, 218 en 219) van het Communautair Douanewetboek, dat aan de belastingschuldige een recht op nietinvordering verleent wanneer het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten niet was geboekt, ten gevolge van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf die de belastingschuldige redelijkerwijze niet kon ontdekken en waarbij deze laatste zijnerzijds te goeder trouw heeft gehandeld en aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte heeft voldaan (en voor zoveel als nodig schending van artikel 2, van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen). Door verder op grond van de overweging dat de verweerder ongeacht de concrete omstandigheden van de zaak de verplichting heeft om tot invordering van de niet-geheven rechten over te gaan, te beslissen dat het rechtszekerheidsbeginsel niet kon worden toegepast, nu het rechtszekerheidsbeginsel moet wijken voor het legaliteitsbeginsel verantwoorden de appelrechters hun beslissing niet naar recht (schending van alle in het middel genoemde bepalingen). Door verder na te laten te onderzoeken of de eerste eiseres een recht op niet-navordering kon laten gelden overeenkomstig artikel b Communautair Douanewetboek op basis van de door de eerste eiseres aangevoerde omstandigheden dat zij bij iedere invoer vooraf contact had opgenomen met de douanediensten om zeker te zijn van de juistheid van de tariefpost (blz. 8 nr. 6), dat de betreffende ambtenaren hadden meegedeeld dat de aangifte onder codenummer 1902 diende te gebeuren, dat de controleambtenaren na grondige controle de kwalificatie van de aangifte hebben aanvaard (blz. 9, nr. 6 van de conclusie van eerste eiseres ter griffie ingediend op 30 april 2008), dat de aangiftes van de eiseres steeds werden geverifieerd en als juist werden geviseerd door de douane (blz. 9, nr. 6 van voormelde conclusie van de eerste eiseres) en dat de eerste eiseres nooit iets verborgen had gehouden (blz. 10, nr. 9 van voormelde conclusie van de eerste eiseres), en door aldus na te laten te onderzoeken of uit de door de eiseres aangevoerde omstandigheden bleek dat het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten niet was geboekt, ten gevolge van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf die de belastingschuldige redelijkerwijze niet kon ontdekken en waarbij deze laatste zijnerzijds

6 10 DECEMBER 2010 F N/6 te goeder trouw heeft gehandeld en aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte heeft voldaan, schenden de appelrechters artikel b Communautair Douanewetboek, en voor zoveel als nodig de artikelen 201 en tot 219 Communautair Douanewetboek en artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen. Door na te laten de concrete draagwijdte van de gedraglijn van de administratie te onderzoeken, schenden de appelrechters ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, inzonderheid het algemeen rechtsbeginsel betreffende het recht op rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel, dat, zeker wanneer er geen verplichting bestaat om tot invordering van de niet-geheven rechten over te gaan, inhoudt dat de belastingplichtige zich kan beroepen op een vaste gedragslijn van de administratie wanneer die gedragslijn bij hem de gewettigde overtuiging kon wekken dat de administratie afzag van de strikte toepassing van de wet. Tweede onderdeel De beginselen van behoorlijk bestuur, die het recht op rechtszekerheid omvatten, zijn bindend voor de administratie van de douane en accijnzen. Hoewel de administratie de wet moet toepassen en het haar niet vrij staat afstand te doen van haar verplichting om de wettelijk verschuldigde belasting vast te stellen, moet de burger niettemin kunnen vertrouwen op wat hij niet anders kan opvatten dan als een vaste gedrags- en beleidsregel krachtens welke de administratie de door haar bij hem gewekte gerechtvaardigde verwachtingen moet inlossen. Hoewel derhalve het recht op rechtszekerheid niet inhoudt dat de belastingschuldige zich zou kunnen beroepen op de vroegere gedragslijn van de administratie, zelfs niet als die gedurende verschillende aanslagjaren ongewijzigd blijft, wanneer die gedragslijn bij hem niet de gewettigde overtuiging kon wekken dat de administratie afzag van de strikte toepassing van de wet, kan de belastingschuldige zich op grond van bovenvermeld algemeen rechtsbeginsel wel op de vroegere gedragslijn van de administratie beroepen wanneer die gedragslijn bij hem wel de gewettigde overtuiging kon wekken dat de administratie afzag van de strikte toepassing van de wet. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de gedragslijn van de administratie betrekking heeft op feitenkwesties en niet op de principiële toepassing van de wet. Terzake beslissen de appelrechters dat de feiten dat: - de eerste eiseres zich vooraf tot de administratie van douane en accijnzen zou hebben gericht om te vragen wat haar bij de invoer van de goederen te doen stond en de betreffende ambtenaren haar zouden hebben meegedeeld dat de aangifte onder code 1902 moest gebeuren, zodat eiseres in de veronderstelling werd gebracht dat haar aangiften in orde waren, en

7 10 DECEMBER 2010 F N/7 - dat de controleambtenaren, zelfs na visuele controle, de kwalificatie van de aangifte (codenr. 1902) op het moment van de invoer telkens aanvaard hebben, geen afbreuk doen aan het recht van verweerder om de bijkomende invoerrechten in te vorderen, nu het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel moet wijken voor het legaliteitsbeginsel. Aldus beslissen de appelrechters impliciet doch zeker dat ook wanneer de vaste gedragslijn van de administratie bij de belastingschuldige wel de gewettigde overtuiging kon wekken dat de administratie afzag van de strikte toepassing van de wet, het recht op rechtszekerheid niet inhoudt dat de belastingschuldige zich kan beroepen op deze vaste gedragslijn. Door aldus te beslissen dat de verweerder het recht had om bijkomende invoerrechten in te vorderen op grond dat het rechtszekerheidsbeginsel in alle omstandigheden moet wijken voor het legaliteitsbeginsel, en dat de eerste eiseres zich derhalve niet op het rechtszekerheidsbeginsel kon beroepen, zonder daarbij te onderzoeken en vast te stellen of de concrete houding van de administratie bij de eerste eiseres de gewettigde overtuiging kon wekken dat ook de administratie de ingevoerde goederen kwalificeerde onder code 1902 en derhalve van oordeel was dat de invoerrechten correct werden betaald, schenden de appelrechters de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, inzonderheid het algemeen rechtsbeginsel betreffende het recht op rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel, alsook artikel 149, van de Grondwet waardoor het Hof in de onmogelijkheid wordt geplaatst zijn wettigheidscontrole uit te oefenen. Tweede middel Geschonden wettelijke bepalingen - de artikelen 201 en tot 221 van de Verordening (EG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (hierna het Communautair Douanewetboek genoemd); - artikel 2, van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen. Aangevochten beslissingen De appelrechters verklaren de oorspronkelijke vordering van de eerste eiseres ongegrond en verwerpen bijgevolg haar verzet tegen het dwangbevel van 5 mei De appelrechters beslissen dat de eerste eiseres er zich niet op kan beroepen dat niet blijkt dat de betreffende invoerrechten op het moment van het uitvaardigen van het dwangbevel al geboekt waren, op grond van de volgende motieven: Voorts kan (de eerste eiseres) zich er niet op beroepen dat niet blijkt dat de betreffende invoerrechten op het moment van het uitvaardigen van het dwangbevel al geboekt waren. Hoewel artikel CDW voorziet in het mededelen van het bedrag van de te betalen rechten na de boeking door de douane-administratie, dwingt de lezing van de artikelen 217 tot 220 CDW de overtuiging af dat de formele boeking een maatregel is

8 10 DECEMBER 2010 F N/8 die kadert in de controletechnische verplichtingen die de lidstaten ten aanzien van de Europese Unie moeten in aanmerking nemen. Ten aanzien van de belastingplichtige van wie de lidstaat de wettelijk verschuldigde rechten wil innen, moet die lidstaat niet het bewijs van de boeking voorleggen; de boeking is in de relatie tot de belastingplichtige geen gegeven waarvan de schuld afhangt. Nalaten om de belastingschuld te boeken kan aldus de douane-administratie niet beletten om die schuld ten aanzien van de belastingplichtige in te vorderen; deze laatste kan daardoor zijn plicht tot betalen niet zien verloren gaan. Grieven Artikel 201 Communautair Douanewetboek bepaalt dat een douaneschuld bij invoer ontstaat wanneer aan rechten bij invoer onderworpen goederen in het vrije verkeer worden gebracht. Overeenkomstig artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen, wordt op de in bijlage B bedoelde goederen bij invoer in de Gemeenschap een belasting geheven, die onder meer bestaat uit een agrarisch element ter compensatie van de verschillen tussen de prijzen van de landbouwproducten die geacht worden te zijn gebruikt op de markt van de Gemeenschap en de prijzen bij invoer uit derde landen, wanneer de totale kosten van de genoemde basisprodukten in de Gemeenschap hoger zijn, of, indien een preferentiële overeenkomst daarin voorziet, de prijzen van de landbouwproducten in bepaalde derde landen. Overeenkomstig artikel 217.1, Communautair Douanewetboek dient elk bedrag aan rechten bij invoer of aan rechten bij uitvoer dat voortvloeit uit een douaneschuld, door de douaneautoriteiten te worden berekend zodra deze over de nodige gegevens beschikken en dient door deze autoriteiten in de boekhouding of op iedere andere drager die als zodanig dienst doet, te worden geregistreerd (boeking). De artikelen 218 en 219 Communautair Douanewetboek bepalen de termijnen waarbinnen de boeking dient te gebeuren. Artikel 220 Communautair Douanewetboek bepaalt dat indien het bedrag aan rechten dat voortvloeit uit een douaneschuld, niet is geboekt overeenkomstig de artikelen 218 en 219 of wanneer een lager bedrag is geboekt dan het wettelijk verschuldigde bedrag, de boeking van het in te vorderen of aanvullend in te vorderen bedrag aan rechten dient te geschieden binnen een termijn van twee dagen te rekenen vanaf de datum waarop de douaneautoriteiten deze situatie hebben vastgesteld en het wettelijk verschuldigde bedrag kunnen berekenen en zij de schuldenaar kunnen aanwijzen (boeking achteraf). Deze termijn kan overeenkomstig artikel 219 worden verlengd. Artikel Communautair Douanewetboek bepaalt dat het bedrag van de rechten onmiddellijk na de boeking op een daartoe geëigende wijze aan de schuldenaar dient te worden medegedeeld.

9 10 DECEMBER 2010 F N/9 Volgens het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap van 23 februari 2006, in de zaak C-201/04, Molenbergnatie, r.o. 49, eist vermeld artikel dat het bedrag aan rechten bij invoer of bij uitvoer wordt geboekt alvorens het aan de schuldenaar wordt medegedeeld. Uit het arrest van het Hof van Justitie van 9 juli 2008 in de zaak C-477/07, Gerlach & Co. nv, volgt verder dat het bedrag aan rechten niet ingevorderd kan worden ingeval mededeling van het bedrag aan in te vorderen rechten niet werd voorafgegaan door de boeking ervan. In zoverre derhalve er geen boeking is gebeurd overeenkomstig artikel 217, van het Communautair Douanewetboek binnen de termijnen bepaald in de artikelen 218 en 219, van het Communautair Douanewetboek of zoals bepaald in artikel 220, van het Communautair Douanewetboek, kan het bedrag door de douaneautoriteiten niet worden ingevorderd (artikel Communautair Douanewetboek). De appelrechters beslissen dat de boeking een maatregel is die kadert in de controletechnische verplichtingen die de lidstaten ten aanzien van de Europese Unie in aanmerking moeten nemen en dat de lidstaat het bewijs van boeking niet moet voorleggen ten aanzien van de belastingplichtige van wie de lidstaat de wettelijk verschuldigde rechten wil innen. De appelrechters beslissen dat nalaten om de belastingschuld te boeken de douaneadministratie niet kan beletten om de schuld ten aanzien van de belastingplichtige in te vorderen. Aldus schenden de appelrechters alle in het middel genoemde bepalingen, en inzonderheid de artikelen en Communautair Douanewetboek waaruit voortvloeit dat wanneer de mededeling van het bedrag aan in te vorderen rechten niet werd voorafgegaan door de boeking, dit bedrag door de douaneautoriteiten niet kan worden ingevorderd. Derde middel Geschonden wettelijke bepalingen - de artikelen 1017, 1068, eerste lid en 1138, 2 Gerechtelijk Wetboek; - het algemeen rechtsbeginsel betreffende de autonomie van de procespartijen in het burgerlijk geding. Aangevochten beslissingen De appelrechters veroordelen de tweede, de derde en de vierde eisers samen met de eerste eiseres tot het betalen van de gerechtskosten van de beide aanleggen, vastgesteld als volgt: aan de kant van (de verweerder): rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg: rechtplegingsvergoeding hoger beroep: 319,78 EUR 5.000,00 EUR

10 10 DECEMBER 2010 F N/10 aan de kant van (eisers): rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg: rechtsplegingsvergoeding hoger beroep: 319,78 EUR 5.000, 00 EUR (bestreden arrest, folio 338) op grond van de volgende motieven: 5. De gerechtskosten (De eisers) worden in het ongelijk gesteld en moeten daarom de gerechtskosten van de procedure dragen. Hoewel de tweede, de derde en de vierde eisers buiten zake moeten gesteld worden, moeten zij samen met (de eerste eiseres) het lot van de gerechtskosten dragen vermits zij zelf het initiatief genomen hebben om partij te worden in de zaak. Voor de vaststelling van de rechtsplegingsvergoeding overeenkomstig artikel 1022 Gerechtelijk Wetboek vervangen bij wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat en uitgevoerd bij koninklijk besluit van 26 oktober 2007, moeten, bij gebrek aan verzoek tot afwijking ervan, de basisbedragen gehanteerd worden. Vermits de waarde van de vorderingen, bepaald zoals voorzien in de artikelen 557 tot 562 en artikel 618, van het Gerechtelijk Wetboek zich in de schijf van ,01 euro tot ,00 euro bevindt, is het basisbedrag van 5.000,00 euro toepasselijk. Grieven Eerste onderdeel Tenzij bijzondere wetten anders bepalen, verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten (artikel 1017, eerste lid Gerechtelijk Wetboek). Uit deze bepaling vloeit voort dat een partij die volledig in het gelijk werd gesteld niet in de kosten kan worden veroordeeld. Terzake blijkt uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, en met name uit het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk van 2 april 2001 dat voornoemde eerste rechter het verzet ingesteld door alle eisers ontvankelijk en gegrond verklaarde en dat de eisers op geen enkel punt in het ongelijk werden gesteld. Verder blijkt uit het verzoekschrift tot hoger beroep, door de verweerder ingediend ter griffie van het hof van beroep te Gent op 10 augustus 2001, dat de verweerder hoger beroep instelde tegen het vonnis van 2 april 2001 van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk in zoverre het verzet van de eisers gegrond verklaard werd. Dit hoger beroep werd gericht tegen alle eisers. De verweerder stelde geen hoger beroep in tegen de beslissing van de eerste rechter dat het verzet van de tweede tot de vierde eiser ontvankelijk was. De appelrechters stellen in die zin inderdaad vast dat de vraag naar de ontvankelijkheid van de oorspronkelijke vordering van de tweede tot de vierde eiser niet bij het hof van beroep aanhangig is (bestreden arrest, folio 334, nr. 4.1.).

11 10 DECEMBER 2010 F N/11 In het bestreden arrest stellen de appelrechters vast dat tegen de tweede tot de vierde eiser geen vordering werd uitgevaardigd en wordt de vordering van de tweede, de derde en de vierde eiser om hen buiten de zaak te stellen gegrond verklaard. Het hoger beroep dat de verweerder tegen de tweede tot de vierde eiser instelde, wordt derhalve ongegrond verklaard. Uit deze vaststellingen blijkt dat de tweede tot de vierde eiser derhalve ook in hoger beroep op geen enkel punt in het ongelijk werden gesteld, zodat zij niet in de kosten konden worden verwezen. Door derhalve de tweede tot de vierde eiser te veroordelen in de gerechtskosten van de beide aanleggen, schenden de appelrechters artikel 1017 Gerechtelijk Wetboek. Tweede onderdeel Hoewel, luidens artikel 1068, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek, hoger beroep tegen een eindvonnis of tegen een vonnis alvorens recht te doen het geschil zelf aanhangig maakt bij de rechter in hoger beroep, staat het evenwel aan de partijen door het hoofdberoep of het incidenteel beroep, de perken te bepalen waarbinnen de rechter in hoger beroep uitspraak moet doen over de aan de eerste rechter voorgelegde betwistingen (het algemeen rechtsbeginsel van de autonomie van de procespartijen in het burgerlijk geding, zoals tevens vervat in artikel 1138, 2, Gerechtelijk Wetboek). Bij vonnis van 2 april 2001 verklaarde de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk het verzet dat door de tweede tot de vierde eiser werd ingesteld ontvankelijk en gegrond. De verweerder stelde bij verzoekschrift van 10 augustus 2001 hoger beroep in tegen voormeld vonnis van 2 april 2001 in zoverre het verzet van de eisers gegrond verklaard werd. Dit hoger beroep werd gericht tegen alle eisers. De verweerder stelde geen hoger beroep in tegen de beslissing van de eerste rechter dat het verzet van de tweede tot de vierde eiser ontvankelijk was. Zoals de appelrechters overigens vaststellen, was de vraag of de oorspronkelijke vordering van de tweede tot de vierde verweerder ontvankelijk was, derhalve niet bij het hof van beroep aanhangig. De appelrechters stellen vervolgens, enerzijds, vast dat het bestreden dwangbevel uitsluitend jegens de eerste eiseres werd uitgevaardigd en dat er tegen de tweede tot de vierde verweerder geen vordering werd uitgevaardigd en stellen, anderzijds, vast dat de tweede tot de vierde eiser zelf het initiatief hebben genomen om partij te worden in de zaak. In zoverre de appelrechters aldus impliciet beslissen dat de oorspronkelijke vordering van de tweede tot de vierde eiser niet ontvankelijk was, doen zij uitspraak over een geschilpunt dat bij hen niet aanhangig was en schenden zij de artikelen 1068, eerste lid, en 1138, 2 Gerechtelijk Wetboek en het algemeen rechtsbeginsel betreffende de autonomie van de procespartijen in het burgerlijk geding.

12 10 DECEMBER 2010 F N/12 III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel Eerste onderdeel 1. Artikel 220.2, eerste lid, b, CDW bepaalt: Behalve in de gevallen als bedoeld in artikel 217, lid 1, tweede en derde alinea, wordt niet tot boeking achteraf overgegaan wanneer ( ) het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten niet was geboekt, ten gevolge van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf die de belastingschuldige redelijkerwijze niet kon ontdekken en waarbij deze laatste zijnerzijds te goeder trouw heeft gehandeld en aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte heeft voldaan. 2. Het Hof van Justitie (HvJ, 18 oktober 2007, Agrover, C-173/06) heeft voor de voorwaarden voor een boeking achteraf het navolgende beslist. Om niet tot boeking achteraf over te gaan is vereist dat de inning van de rechten achterwege is gebleven ten gevolge van een vergissing van de bevoegde autoriteiten zelf, vervolgens moet deze vergissing van aard zijn geweest, dat een belastingschuldige te goeder trouw deze redelijkerwijze niet kon ontdekken, en ten slotte moet laatstbedoelde voor zijn douaneaangifte aan alle geldende voorschriften hebben voldaan. Wat de eerste voorwaarde betreft, herinnert het Hof van Justitie eraan dat artikel 220.2, eerste lid, b, CDW de bescherming beoogt van het gewettigd vertrouwen van de belastingschuldige in de juistheid van alle factoren die een rol spelen bij het besluit om al dan niet tot navordering van douanerechten over te gaan. Het gewettigd vertrouwen van de belastingschuldige is slechts vatbaar voor bescherming uit hoofde van dat artikel, indien het de bevoegde autoriteiten zelf zijn geweest die de grondslag hebben gecreëerd voor dat gewettigd vertrouwen. Dus geven enkel de vergissingen die aan een actieve gedraging van de bevoegde autoriteiten zijn toe te schrijven, recht op niet-navordering van douanerechten.

13 10 DECEMBER 2010 F N/13 Wat de tweede van die voorwaarden betreft, moet bij de beantwoording van de vraag of een vergissing van de bevoegde douaneautoriteiten kon worden ontdekt, worden gelet op de aard van de vergissing, de beroepservaring van de betrokken ondernemers en de mate van de door hen betrachte zorgvuldigheid. De aard van de vergissing is ervan afhankelijk hoe ingewikkeld de betrokken regeling is of, andersom, of die regeling voldoende eenvoudig is, en hoelang de autoriteiten aan hun onjuiste zienswijze zijn blijven vasthouden. Wat de derde voorwaarde betreft, is de aangever verplicht, de bevoegde douaneautoriteiten alle in de gemeenschapsregeling en in de in voorkomend geval ter aanvulling of omzetting daarvan vastgestelde nationale regeling bepaalde noodzakelijke inlichtingen te verschaffen voor de gewenste douanebehandeling van de betrokken goederen. 3. Hieruit volgt dat de rechter die moet oordelen over de regelmatigheid en de gegrondheid van een boeking achteraf, moet nagaan of aan de voormelde voorwaarden is voldaan. 4. De appelrechter stelt vast dat de navordering van invoerrechten is gebeurd omdat de goederen onder een verkeerde GN-postonderverdeling zijn ingevoerd. Hij oordeelt: Dat de eerste [eiseres] zich vooraf tot de administratie van douane en accijnzen zou gericht hebben om te vragen wat haar bij de invoer van die goederen te doen stond, en dat de betreffende ambtenaren zouden meegedeeld hebben dat de aangifte onder codenummer 1902 moest gebeuren zodat de eerste [eiseres] in de veronderstelling werd gebracht dat haar aangiften in orde waren, doet geen afbreuk aan het recht van de [verweerder] om de bijkomende invoerrechten in te vorderen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de controleambtenaren, zelfs na visuele controle, de kwalificatie van de aangifte (codenr. 1902) op het moment van de invoer telkens aanvaard hebben. Het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel moet immers wijken voor het legaliteitsbeginsel. Het feit dat de ambtenaren zich aanvankelijk en bij herhaling vergisten, belet niet dat de [verweerder] de mogelijkheid en zelfs de plicht heeft om de rechten te innen die krachtens de fiscale wet (wet van openbare orde) verschuldigd zijn.

14 10 DECEMBER 2010 F N/14 5. De appelrechter heeft aldus niet alle voorwaarden van artikel 220.2, eerste lid, b, CDW in zijn oordeel betrokken. Hij verantwoordt aldus zijn beslissing niet naar recht. Het onderdeel is gegrond. Derde middel Eerste onderdeel 6. Krachtens artikel 1017, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek verwijst ieder eindvonnis, tenzij bijzondere wetten anders bepalen, de in het ongelijk gestelde partij, zelfs ambtshalve, in de kosten, onverminderd de overeenkomst tussen partijen, die het eventueel bekrachtigt. 7. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat het beroepen vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk van 2 april 2001 het verzet van de eisers ontvankelijk en gegrond verklaart. Het bestreden arrest verklaart het hoger beroep van de verweerder ongegrond ten aanzien van de tweede, de derde en de vierde eiser, maar veroordeelt die eisers wel tot betaling van rechtsplegingsvergoedingen aan de verweerder. Aldus verantwoordt het bestreden arrest zijn beslissing niet naar recht. Het onderdeel is gegrond. Overige grieven 8. De overige grieven die niet tot ruimere cassatie kunnen leiden, behoeven geen antwoord. Dictum Het Hof, Vernietigt het bestreden arrest, behalve in zoverre dit de tweede, de derde en de vierde eiser buiten zake stelt en het hoger beroep voor het overige ontvankelijk verklaart.

15 10 DECEMBER 2010 F N/15 Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest. Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Eric Dirix, Eric Stassijns, Alain Smetryns en Geert Jocqué, en in openbare rechtszitting van 10 december 2010 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van advocaat-generaal Dirk Thijs, met bijstand van griffier Johan Pafenols. J. Pafenols G. Jocqué A. Smetryns E. Stassijns E. Dirix E. Forrier

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0173.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0173.N 1. FRANS MAAS INTERNATIONALE ZOLL AGENTUR GmbH, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 41334 Nettetal 2 (Duitsland),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0040.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0040.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12-14, voor wie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JUNI 2013 F.09.0065.N F.12.0116.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. F.12.0116.N AULA bvba, met zetel te 9000 Gent, Voldersstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2014 F.12.0090.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0090.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 14, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.13.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0003.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12-14, voor wie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2014 F.12.0188.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0188.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 OKTOBER 2013 F.12.0086.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0086.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2012 C.10.0683.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0683.N CITY MOTORS GROUP nv, met zetel te 2030 Antwerpen, Noorderlaan 89, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2014 C.13.0164.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0164.N BESTLEASE bvba, met zetel te 8670 Koksijde, Goudbloemstraat 8, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 F.14.0133.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0133.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister en Begroting, Financiën

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 SEPTEMBER 2011 C.10.0278.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0278.N H. S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0134.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0134.N R.S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2011 C.10.0197.N-C.10.0205.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.10.0197.N CID LINES nv, met zetel te 8900 Ieper, Waterpoortstraat 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2011 F.10.0091.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0091.N 1. BELGIAN REFINING CORPORATION (BRC) nv, met zetel te 2040 Antwerpen, Scheldelaan 490 - Haven 663, 2. M. S., 3. A. L.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2015 F.13.0088.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0088.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2015 F.12.0130.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0130.N EXPOL SPEDITIONSGESELLSCHAFT mit beschränkter Haftung, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 59759 Arnsberg (Duitsland),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0084.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0084.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 SEPTEMBER 2014 F.12.0206.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0206.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 OKTOBER 2014 C.13.0572.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0572.N NIETEN, INTERNATIONALE SPEDITION GmbH & Co KG, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 83395 Freilassing (Duitsland),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JANUARI 2016 F.14.0016.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0016.N 1. G. N., 2. J. N., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2014 F.12.0059.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0059.N LABO WAASLAND bvba, met zetel te 2020 Antwerpen, Camille Huysmanslaan 46, bus 12, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2011 F.09.0161.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.09.0161.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.14.0043.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0043.N A.E. & T. nv, met zetel te 9255 Buggenhout, Mandekensstraat 25, eiseres, met als raadsman mr. Ruffin Coppens, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 OKTOBER 2014 F.13.0026.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0026.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12-14, voor wie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2011 C.08.0364.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0364.N C.B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2012 F.10.0142.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0142.N H. F., eiser, met als raadsman mr. Peter Van Boxelaere, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9000 Gent, Tweebruggenstraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2014 F.12.0082.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0082.N RECREATIE- EN NATUURPARK KEIHEUVEL vzw, met zetel te 2490 Balen, 17 de Esc. Lichtvliegwezenlaan 14, eiseres, met als raadsman

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 JANUARI 2015 F.12.0177.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0177.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 SEPTEMBER 2014 C.13.0017.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0017.N P. S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0380.N 1. Y.E. STEFI bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Falconplein 21, 2. T. R. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2015 F.13.0178.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0178.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 10000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2011 C.11.0210.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0210.N J B, eiseres, aan wie rechtsbijstand werd verleend bij beslissing van 24 maart 2011 (G.11.0013.N), vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2015 C.14.0568.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0568.N EEG SLACHTHUIS VERBIST IZEGEM nv, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 OKTOBER 2012 C.11.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0184.N J.T., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2010 F.09.0085.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.09.0085.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MEI 2016 C.14.0561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0561.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met kabinet te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.11.0093.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0093.N 1. G.M., 2. C.V., eisers, aan wie rechtsbijstand werd verleend op 23 december 2010 onder nummer G.10.0201.N, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MEI 2015 C.14.0269.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0269.N VLAAMSE GEMEENSCHAP, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2013 C.12.0095.N- C.12.0110.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I. Nr. C.12.0095.N 1. J V D H, 2. A V L, 3. H V D H, 4. E V D H, 5. L V D H, allen in hun hoedanigheid van erfgenamen van wijlen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JUNI 2011 C.10.0241.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0241.N R. C., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 DECEMBER 2013 S.10.0111.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0111.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2010 C.08.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0324.N ALGEMENE ONDERNEMINGEN AERTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Paaiestraat 9, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2016 S.16.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.16.0001.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, in de persoon

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2011 C.10.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0503.N KBC BANK nv, met zetel te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, Havenlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 APRIL 2011 F.10.0033.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0033.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0122.N FP HOLDINGS nv, met zetel te 8210 Zedelgem, Torhoutsesteenweg 154, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0044.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0044.N L V, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, met kantoor te 3050 Oud-Heverlee, Waversebaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 NOVEMBER 2013 S.12.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0025.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0523.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0523.N L., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 DECEMBER 2015 F.14.0073.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0073.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 MEI 2016 C.14.0442.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0442.N MOBISTAR nv, met zetel te 1140 Evere, Bourgetlaan 3, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2015 F.14.0045.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0045.N G. D. G., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9052 Zwijnaarde, Bollebergen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 FEBRUARI 2014 F.12.0161.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0161.N 1. T H, 2. S N, 3. P C bvba, eisers, met als raadsman mr. Guy Poppe, advocaat bij balie te Antwerpen, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 JANUARI 2013 F.12.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0025.N VAN BRAECKEL nv, met zetel te 9830 Sint-Martens-Latem, Kortrijksesteenweg 255, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0428.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0428.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, vervolgende partij, eiser, tegen 1. H J M V D K, 2. T P J M V Z,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2010 C.09.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0248.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 2, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 FEBRUARI 2012 F.10.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0115.N 1. K.P., 2. H.D.S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0635.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0635.N S.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2012 C.10.0647.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0647.N 1. D.K., 2. FRUITBEDRIJF KOEKELBERGH lv, wonende te 3850 Nieuwerkerken, Diestersteenweg 83, eisers, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 MEI 2011 S.10.0036.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0036.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd door mr. Antoine

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2015 F.12.0087.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0087.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 MAART 2011 C.10.0015.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0015.N C.B.S. IMMO II nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Schupstraat 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0247.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0247.N HONDA MOTOR EUROPE LIMITED, vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk, met zetel te SL3 BQY Berkshire (Verenigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0390.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0390.N 1. IMMOVA INTERNATIONAL nv, met zetel te 9031 Drongen, Klaverdries 28, 2. A. C., eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2017 C.17.0389.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0389.N 1. VAN OECKEL, landbouwvennootschap, met zetel te 2460 Kasterlee, Grootrees 60, 2. P. V. O., 3. H. V. D. B., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van Belgie

Hof van Cassatie van Belgie 28 NOVEMBER 2014 C. 12.0310.N/1 Hof van Cassatie van Belgie Arrest Nr. C.12.0310.N, handelend in zijn hoedanigheid van Gewestelijk Stedenbouwkundige inspecteur bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2015 C.13.0335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0335.N T. C., eiseres, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 28 juni 2013 (nr. G.13.0062.N), vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 OKTOBER 2012 F.11.0088.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0088.N 1. RAMAN nv, met zetel te 9940 Evergem, Koestraat 47, 2. R. R., eisers, met als raadsman mr. Francis Marck, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0038.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0038.N 1. C. B., 2. F. V. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.14.0080.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0080.N SAINT-GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM nv, met zetel te 9130 Beveren, Sint-Jansweg 9, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0446.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0446.N 1. INOX CONSTRUCT, naamloze vennootschap, met zetel te 8650 Houthulst, Poelkapellestraat 52, 2. V.M., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MEI 2012 F.11.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0053.N STAD BRUSSEL, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 1000 Brussel, Grote Markt 1, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2004 F.02.0016.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.02.0016.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, wiens kabinet gevestigd is te 1000 Brussel, Wetstraat 14,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Huwelijksvermogensrecht. Wettelijk stelsel. Ontbinding. Vereffening. Vergoeding door het gemeenschappelijk vermogen Datum 21 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MAART 2015 F.13.0009.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0009.N AGRIMAS nv, met zetel te 8600 Diksmuide, Zwarte Dreef 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 OKTOBER 2015 C.15.0030.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0030.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2015 C.14.0214.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0214.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2008 C.07.0236.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0236.N 1. D.K.L, en, 2. K.R., eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 OKTOBER 2012 C.11.0203.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0203.N DIENSTVERLENINGSCENTRUM DE TRIANGEL vzw, met zetel te 9920 Lovendegem, Molendreef 16, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.13.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1066.N R D, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. N D, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MEI 2013 C.12.0350.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0350.N 1. LEEMCO nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Ankerrui 26-30, 2. GROEP L bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Ankerrui 26-30, eiseressen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2009 F.08.0038.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0038.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, voor wie optreedt de eerstaanwezend inspecteur van het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2012 F.11.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0067.N E.V.T., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MAART 2015 C.13.0358.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0358.F MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 OKTOBER 2016 F.15.0103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.15.0103.N EMS PRODUCTIONS bvba, met zetel te 2980 Zoersel, Nachtegalendreef 24, eiseres, bijgestaan door mr. Guy Poppe, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JUNI 2013 F.12.0009.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0009.N B.V., eiseres, met als raadsman mr. Willy Van der Gucht, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9000 Gent, Voskenslaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 JANUARI 2017 C.16.0217.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0217.N ADVOCATENKANTOOR ANN HERREMAN bvba, met zetel te 1790 Affligem, Calloystraat 2, in haar hoedanigheid van syndicus van de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2013 C.12.0559.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0559.N D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2014 F.13.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0025.N CYCLING PROMOTION SERVICE INTERNATIONAL bvba, met zetel te 9830 Sint-Martens-Latem, Xavier De Cocklaan 36, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MEI 2019 C.18.0564.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.18.0564.N KBC BANK nv, met zetel te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, Havenlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2007 F.05.0062.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0062.N POLDER VAN HET LAND VAN WAAS, openbaar bestuur, voor wie de dijkgraaf in rechte optreedt, met zetel te 9130 Beveren (Verrebroek),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2012 F.11.0009.N-F.11.0013.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0009.N 1. Frank VAN VLAENDEREN, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Krijgslaan 47, in zijn hoedanigheid van sekwester

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 MAART 2013 F.11.0079.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0079.N DE NEKKERHAL vzw, met zetel te 2800 Mechelen, Grote Markt 21, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij

Nadere informatie