Keel, Meel, Rahvas. Taal, Geest, Natie De integratie van de Russischtalige minderheid in Estland; taal, geschiedenis en identiteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Keel, Meel, Rahvas. Taal, Geest, Natie De integratie van de Russischtalige minderheid in Estland; taal, geschiedenis en identiteit"

Transcriptie

1

2 Keel, Meel, Rahvas Taal, Geest, Natie De integratie van de Russischtalige minderheid in Estland; taal, geschiedenis en identiteit Auteur: Tim Anton van der Maarel Studentnummer Begeleider: Dr. Sipke de Hoop Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Letteren Slavische Talen en Culturen Specialisatie Midden- en Oosteuropese Studies Tweede lezer: Dr. H.P. Houtzagers Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Masterscriptie Januari 2012 Voorblad: De Russische vlag wappert in de oude binnenstad van Tallinn. Origineel van Marco di Leo (2011), via: 2

3 Wapenschild van de Republiek Estland Mu isamaa, mu õnn ja rõõm, kui kaunis oled sa! Ei leia mina iial teal see suure, laia ilma peal, mis mul nii armas oleks ka, kui sa, mu isamaa! Mijn vaderland, mijn geluk en vreugde, hoe mooi ben jij! Nooit zal ik iets vinden op deze grote, wijde wereld, dat mij zo dierbaar zou kunnen zijn, als jij, mijn vaderland! -Volkslied van de Republiek Estland 3

4 Samenvatting De analyse van de minderheidskwestie in Estland draait om twee principes: de veranderde zelfidentificatie van de Russen en de meer insluitende integratiepolitiek. In deze beide principes speelt taal, zowel de Estse als de Russische, een sleutelrol. Deze beide processen zijn sterk aan elkaar verwant en in de huidige situatie versterken zij elkaar. Enerzijds stelt het integratiebeleid zich door het creëren van een overkoepelende Estse staatsidentiteit en daarbinnen en ruimte voor de cultivering van de eigen taal en cultuur zich meer open en uitnodigend op voor de Russen. Anderzijds is in de Russische zelfidentificatie een proces gaande waarin zij zichzelf aan de ene kant als Esten zien, met een Estse mindset en kennis van de Estse taal en aan de andere kant grote waarde hechten aan behoud van de eigen, Russische taal en cultuur. Deze parallel lopende processen, die versterkt worden door een meer integrerende onderwijspolitiek en een losser burgerschapsbeleid, kunnen tot een goed resultaat leiden in de integratie van de Russischtalige minderheid. Daarvoor is het verstandig dat het aanvankelijke beeld van Estland als etnische republiek is losgelaten ten gunste van een rahvas waarin ruimte is voor meer dan één rahvus. Daarnaast is de auteur positief over de liberale basis van het beleid, waaruit voortkomt dat integratie en participatie voornamelijk uit de persoon zelf dienen te komen. Dit leidt, zeker op socio-economisch vlak, tot positieve gevolgen. Desalniettemin draagt het land een aanzienlijke historische pijn mee. Een redelijk lange geschiedenis van onderlinge onderdrukking, wantrouwen en segregatie zijn niet binnen een generatie op te lossen en zullen zeer zeker een negatieve invloed blijven uitoefenen op het integratieproces. Deze onderliggende trauma s zijn tijdens de rellen rond de Bronzen Soldaat naar boven gekomen en deze emoties zullen aan beide kanten niet licht vergeten worden. 4

5 Mu isamaa on minu arm, kell südant annud ma, sull laulan ma, ma ülem õnn, mu õitsev Eestimaa. Su valu südames mul keeb, su õnn ja rõõm mind rõõmsaks teeb, mu isamaa! Mijn vaderland is mijn liefde, aan wij ik mijn hart gegeven heb, ik zing voor jou, mijn opperste geluk, mijn bloeiend Estland. Jouw pijn kookt in mijn hart, jouw geluk en vreugde maken mij vreugdevol mijn vaderland! - Lydia Koidula, Mu isamaa on minu arm (1869) 5

6 Inhoud Samenvatting...4 Inleiding Historisch kader de moderne geschiedenis van Estland Inleiding Bezettingen Estland in de Tweede Wereldoorlog Eesti Nõukogude Sotsialistlik Vabariik De Estse Sovjetrepubliek Estland onder Stalin Van Dooi tot Peterstroika Laulev Revolutsioon de weg naar de onafhankelijkheid Tot slot Populatie en Naturalisatie Inleiding De Russische minderheid tijdens de bezetting De bevolking van Estland tot Naturalisatie Positie en Identiteit van de Russische minderheid Inleiding Positie van de Russische minderheid Socio-economische positie van de Russischtalige minderheid De maatschappelijke positie van de Russischtalige minderheid Conclusie De identiteit van de Russischtalige minderheid Identiteitsgroepen tot Identiteitsgroepen in de huidige samenleving Keel, meel en duša Burgerschap in Estland Inleiding Geschiedenis van de Burgerschapswet Het verkrijgen van Ests staatsburgerschap Het huidige nationaliteitsdebat Conclusie Taalwetgeving in Estland Inleiding

7 5.2 Taalwetgeving in de Estse SSR Estse taalwetgeving ten tijde van de perestrojka Estse taalwetgeving vanaf de onafhankelijkheid Compromis en compensatie Conclusie Estse integratiepolitiek Inleiding De basis van de Estse integratiepolitiek Integratie in de Estse samenleving Integratie in de Estse samenleving Conclusie De Bronzen Soldaat Inleiding De Context van de verplaatsing van de Bronzen Soldaat De Bronzen Soldaat en de constructie van sociale betekenis De Grote Vaderlandse Oorlog in de Russische identiteit Vladimir Poetin en de Russische identiteit De veranderde identiteit in Estland Conclusie De Estse Onderwijshervorming Inleiding Het Ests schoolsysteem Doel en achtergrond van de Onderwijshervorming Kritiek op de Onderwijshervorming Praktische bezwaren en problemen aangaande de onderwijshervorming Inhoudelijke kritiek met betrekking tot de onderwijshervormingen Conclusie Conclusie Bibliografie Appendices Translitteratie van het Russisch De Estse taal Algemeen Schrift, uitspraak en leenwoorden

8 Karakteristieken van de Estse taal Grenzen en Burgerschap

9 Inleiding Mis maa see on, kord öö sööb ara päeva, Siis jälle päev on nõnda pikk, et neelab öö. Ühtmoodi mõlemad siin mööda läevad, Kui võõras puhkab, kohalik teeb tööd. Wat is dit voor een land, eens eet de nacht de dag op, dan weer is de dag zo lang, dat hij de nacht verslindt. Gelijk komen ze hier voorbij, Terwijl de buitenlander rust en de bewoner werkt. -Siiri Sisask en Peeter Volkonski, Mis maa see on 9

10 Inleiding In april 2005 veroorzaakte de toenmalige Russische president Vladimir Vladimirovič Poetin furore toen hij in zijn boodschap aan de Federale Raad de val van de Sovjet-Unie beschreef als de grootste geopolitieke catastrofe van de eeuw. 1 Los van eventuele nostalgische gevoelens naar het communistisch imperium of andere ambities, sneed de president een zeer interessant thema aan. Het valt niet te ontkennen dat met het uiteenvallen van de Unie de geopolitieke kaart van zowel Europa als Centraal-Azië er ingrijpend anders uit ging zien. Nieuwe en herstelde staten kwamen het politieke toneel op, en zij torsten allen de lasten van het verleden met zich mee. Vanuit Russisch perspectief meldde Poetin dat tientallen miljoenen van onze medeburgers en landgenoten zich buiten het grondgebied van de Russische Federatie bevonden. De epidemie van het uiteenvallen verspreidde zich zo ook naar Rusland zelf 2. Rusland had, als wettige opvolger van de Sovjet-Unie, inderdaad te maken met velerlei problemen die deze rol met zich meebracht. De nieuwe republieken hadden echter vergelijkbare problemen ook zij waren met een aanzienlijke geopolitieke erfenis belast. De Baltische staten vormen een zeer interessante casus in de groep van erflanden. Na ruim een halve eeuw bezetting door de Russen waren de herstelde republieken in 1991 behalve economisch en politiek ook demografisch gehavend. Het noordelijke Estland zat, net als Letland, na de val met een zeer omvangrijke Russische minderheid - in het geval van Estland ruim dertig procent van de bevolking. Deze groep was, ondanks dat ze zich binnen de grenzen van de Estse republiek bevond, in zeer weinig opzichten Ests te noemen. Ze spraken een andere taal, leefden over het algemeen gescheiden van de Esten en ze vestigden hun gemeenschap op een geheel andere basis. Dit verschil werd met de Grondwet van 1992 benadrukt toen de Russischtalige minderheid geen staatsburgerschap ontving van Estland. Er was immers door de nationalistische regering besloten om dit burgerschap te baseren op de eerste Estse republiek, geen rekening houdend met de demografische veranderingen van een halve eeuw. Op deze wijze begon de jonge republiek aan de weg naar Europese integratie met een stateloze minderheid van veertig procent 3 van de bevolking en weinig politieke wil dit probleem aan te pakken. In de loop der jaren is hier uiteraard verandering in gekomen. De demografische verdeling van Estland is veranderd, het burgerschap uitgebreid en er wordt hard gewerkt om de Russischtalige minderheid verder te integreren. De integratie van Estland in Europa zelf heeft hier uitgebreid aan bijgedragen. Echter, twintig jaar na het herstel van de Estse republiek geldt de Russischtalige minderheid nog steeds als een van de grootste problemen van het land. Ondanks dat een aanzienlijk deel genaturaliseerd is en de socio-economische kloof lijkt te verkleinen is er nog steeds een duidelijke scheiding in de maatschappij en is zeven en een half procent van de bevolking nog immer stateloos. 4 Daarnaast is er nog een grote kloof in de samenleving, niet alleen op socio-economisch vlak, maar ook op cultureel vlak. Het lijkt alsof het noordoosten van Estland een land in een land is. Het is zeer interessant om deze situatie te analyseren. 1 Vladimir Poetin, Poslanie Federal nomu Sobraniju Rossijskoj Federacii [Boodschap aan de Federale Raad van de Russische Federatie] (Moskou, 25 april 2005), via: 2 Poetin, Poslanie Federal nomu Sobraniju. 3 Naast de etnische Russen werd ook aan, o.a., Oekraïners en Wit-Russen geen burgerschap verleend. 4 Eesti Statistika, 10

11 Vanaf de onafhankelijkheid heeft Estland een zeer liberaal 5 integratiebeleid gevoerd, waarbij de nadruk altijd sterk op taalverweving heeft gelegen. Kennis van het Ests was immers een van de belangrijkste voorwaarden voor naturalisatie. De belangrijkste drijfveer om Ests te leren moest daarbij van het individu zelf komen en om die reden waren er weinig institutionele en structurele reguleringen. Ondanks het blijvende liberale karakter is de houding van de Estse overheid ten opzichte van het integratiebeleid meermaals veranderd in de jaren na de onafhankelijkheid. Aanvankelijk was men erg terughoudend met het verlenen van burgerschap en was het beleid zo ingericht dat het stimuleren van emigratie van de Russen het werkelijke doel leek. Aan het eind van de jaren 90 sloeg dit beleid om toen bleek dat de Russischtaligen niet van plan waren te vertrekken en Estland als hun thuisland zagen. In dezelfde periode nam de druk van de internationale gemeenschap toe om het beleid te veranderen en in overeenstemming te brengen met Europese normen voor minderheden. Aangezien Estland een lidmaatschap van de Europese Unie en de NAVO ambieerde, werd getracht aan deze eisen tegemoet te komen. Er werd echter nog wel, binnen de grenzen van de internationale norm, vastgehouden aan een relatief nationalistische politiek en een liberaal beleid. Vanaf het begin van de 21 e eeuw begon het nieuwe beleid vorm te krijgen. De Estse taal- en burgerschapswetten werden op sommige gebieden versoepeld. Daarnaast kreeg het integreren een institutionele positie en werd er zelfs een integratiestrategie geformuleerd. Geleidelijk zou naturalisatie een structurele zaak worden in de Estse samenleving en het onderwijs. Hierdoor leek de kloof tussen beide groepen te dichten. In 2007 vond er echter een omslagmoment plaats toen de Russische bevolking in opstand kwam tegen de verplaatsing van het monument van de Bronzen Soldaat, dat nog uit de Sovjettijd stamde. Door deze rel werden de verhoudingen binnen Estland op scherp gezet en werden de Russen zekerder van hun eigen identiteit. In deze veranderde situatie diende een nieuwe strategie te worden geformuleerd met betrekking tot integratie, naturalisatie en het omgaan met een zeer grote culturele minderheid. Mijn onderzoek komt voort uit de bovengenoemde verandering in het integratieparadigma in Estland. Het is zeer interessant en nuttig om te analyseren hoe de demografische verdeling, de relatie tussen de groepen, de houding van de Estse overheid en de rol van internationale organisaties veranderd zijn in de loop van 2 decennia en wat het effect daarvan is op de huidige situatie. Nog steeds immers vormt de Russischtalige minderheid een van de grootste kwesties in de Estse samenleving. Het is mijn doel om te onderzoeken wat de precieze achtergrond is van deze ontwikkeling vanaf verschillende perspectieven. Daarmee wil ik een beter beeld schetsen van de nuances die achter de huidige situatie verscholen liggen. Mijn analyse zal zich daarbij voor een groot deel richten op het taalbeleid. Deze keuze komt eruit voort dat taal altijd het speerpunt van de integratiepolitiek is geweest en omdat het een zeer grote rol speelt in identiteit, nationaliteit en het vormen van gemeenschappen. Tevens zal ik de rol van de interpretatie van de geschiedenis behandelen, met name de interpretatie van de Tweede Wereldoorlog zoals die aan het licht kwam in de rellen rond de Bronzen Soldaat. 5 Met liberaal wordt hier bedoeld dat de handeling van het integreren vanuit de persoon zelf dient te komen en niet van overheidswege wordt afgedwongen. 11

12 Deze keuze komt voort uit de signalering dat juist deze onderwerpen zich daar bevinden waar de Esten en de Russen botsen. De taal en de interpretatie van de geschiedenis zijn binnen het concept van de imagined community 6 voor Estland de belangrijkste identity markers. Deze visie is voor de Estse context deels gebaseerd op het sociologisch onderzoek van Triin Vihalemm waarin hij zoekt naar de grens tussen persoonlijke keus en collectieve waarden. 7 Hij schetst hierin een psychologische grens waar de persoonlijke keuzes botsen met de waarden heersen in de (traditionele) gemeenschap van het individu. Deze spanning is voornamelijk merkbaar op het gebied van taalverwerving, onderwijs, integratie en maatschappelijke visie. Dit zijn immers de sociale structuren via welke de identiteit en de community wordt vormgegeven. Om deze reden bevindt de integratiepolitiek zich duidelijk op dit raakvlak van individu en gemeenschap. Dit raakvlak, dat zich ook tussen de minderheid en de Estse overheid bevind, is na de rellen in 2007 meer duidelijk geworden. Daarbij lijkt de Russische gemeenschap meer uitgesproken te zijn in haar identiteit. In mijn analyse van het integratiebeleid ga ik uit van het hierboven beschreven concept van de ideologische botsing van waarden en verwachtingen als achtergrondgegeven. Vanaf deze positie heb ik de hypothese dat de (heterogene) Russische minderheid kan worden opgedeeld in een aantal (veranderende) groepen op basis van de omgang met deze spanning. Concreet zal dit onderzocht en gedefinieerd worden op basis van taal, burgerschap en de houding ten opzichte van de Estse natie. Deze verschillende groepen zijn gerelateerd aan veranderingen in de Estse samenleving en aan de verandering in het integratievraagstuk. Om dit te verduidelijken is dit beleid opgedeeld in drie onderscheidende periodes, die ieder de veranderingen in de maatschappij weerspiegelen. Deze hypothese en situatie zal ik illustreren en verduidelijken aan de hand van twee actuele zaken: de Bronzen Soldaat en de huidige onderwijshervormingen. Deze beide zaken liggen precies op het kritische raakvlak en speelden beide een grote rol in het publieke debat in Estland. Daardoor zijn ze als illustratief te beschouwen voor de kern van het integratievraagstuk van Estland. De hoofdvraag die uiteindelijk beantwoord zal worden is op welke basis het huidige integratiebeleid gevormd is en hoe het beantwoord aan de huidige identiteitsnuances. Ten einde een antwoord te vinden op deze vraag is het onderzoek als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk zal de historische context gegeven worden aan de hand van de moderne geschiedenis. Dit hoofdstuk is opgebouwd op basis van drie elementen, die van belang zijn om de huidige situatie te begrijpen: Estland in de Tweede Wereldoorlog, de bezetting door de Sovjet-Unie en ten derde de weg naar de onafhankelijkheid. In dit hoofdstuk zal de nadruk liggen op de verhoudingen tussen de Russen en de Esten en, in het laatste onderdeel, de constructie van identiteit. In het tweede hoofdstuk zal een demografische en cijfermatige onderbouwing gegeven worden van de minderheidskwestie. Ten eerste zal hier de context van de vestiging van de Russen in Estland worden besproken. Hierop volgend zal de demografische ontwikkeling van Estland sinds de Russische vestiging besproken worden waarbij de nadruk ligt op het aandeel van de minderheid in de gehele bevolking. Het laatste onderdeel zal zich bezighouden met de naturalisatie sinds de onafhankelijkheid. Met deze kennis zal in het derde hoofdstuk een analyse gemaakt worden van de 6 Kort gezegd is volgens het concept Imagined Community een natie een gemeenschap op basis van een sociale constructie die ingebeeld ( imagined ) is door de personen die zichzelf als deel van die constructie beschouwen. Zie: Anderson, Bennedict R. O G., Imagined Communities; Reflections on the Origin and Spread of Nationalism (NewYork 2006). 7 Triin Vihalemm, To learn or not to learn? Dilemmas of linguistic integration of Russians in Estonia, Ethnicity; Russian Minorities in the Baltic States n. 3 (2010) 74-98, aldaar

13 Russische minderheid in het huidige Estland. Hierbij ligt de nadruk ligt op de socio-economische en maatschappelijke positie van de Russen en het verschil hierin met de etnische Esten. Het tweede deel van het hoofdstuk zal een analyse maken van het identiteitsconcept van de Russische minderheid en in welke nuances deze veranderd is in de laatste jaren. De drie volgende hoofdstukken zijn gericht op de politiek achter de minderhedenkwestie en behandelen achtereenvolgens de burgerschaps- en taalwetgeving en de gevoerde integratiepolitiek. Het eerste hoofdstuk in deze serie zal zich voornamelijk concentreren op de principes achter de Burgerschapswet en hoe de voorwaarden en omstandigheden voor het verkrijgen van staatsburgerschap gedurende twee decennia veranderd zijn. Hoofdstuk 5 zal zich vervolgens richten op de ontwikkeling van de Taalwet, die voor zowel het burgerschap als de integratie van groot belang is. Het hoofdstuk zal eerst de achtergrond van de taalwetgeving analyseren en vervolgens behandelen hoe deze sinds de invoering veranderd is. In dit hoofdstuk zal tevens aandacht geschonken worden aan de verhouding tussen taal en identiteit. Hoofdstuk 6 zal vervolgens behandelen waar de eerdere hoofdstukken over wetgeving samenkomen en een analyse geven van het Estse integratiebeleid. Dit beleid is, op basis van inhoud, doelstelling en maatschappelijke achtergrond, opgedeeld in drie delen. Het doel van dit hoofdstuk een het inzichtelijk maken van de achtergrond van het huidige beleid. Hoofdstuk 7 zal vervolgens de gebeurtenissen rond de Bronzen Soldaat behandelen, die een grote invloed hebben gehad op het Estse beleid en de identiteit van de Russische minderheid. In het hoofdstuk zal achtereenvolgens aandacht zijn voor de directe context van de verplaatsing, de betekenisconstructie rond het beeld in Estland en de rol van de identiteitscampagne die onder Vladimir Poetin in Rusland gevoerd werd. Uiteindelijk zal dit hoofdstuk verhelderen hoe deze gebeurtenis de identiteitsperceptie van de Russen in Estland ingrijpend heeft beïnvloed. Het laatste hoofdstuk zal vervolgens de huidige onderwijshervorming in Estland onderzoeken. Hierbij is voornamelijk aandacht voor het doel van de hervormingen en de positie daarvan in de integratiestrategie en de kritiek op en potentie van de hervormingen. Vanzelfsprekend zal het gehele werk worden afgesloten met een alomvattende conclusie. In de appendix zal vervolgens nog aandacht zijn voor de Estse taal en het Ests-Russisch grensconflict. Het dient tenslotte opgemerkt te worden dat, aangezien dit onderzoek verschillende aspecten van eenzelfde kwestie behandelt, de hoofdstukken in principe geschreven zijn als relatief zelfstandig te lezen onderdelen. Enige overlap is hierdoor echter niet te vermijden en de auteur biedt hiervoor op voorhand zijn excuses aan. Tot slot een aantal technische opmerkingen met betrekking tot vertaling en translitteratie. Alle vertalingen in dit werk zijn, tenzij anders aangegeven, van eigen hand. Alle Estse namen, termen en begrippen zijn weergegeven in de originele spelling, inclusief in het Nederlands afwezige lettertekens. Voor het weergeven van Russische woorden hanteer ik in principe de wetenschappelijke translitteratie. 8 Voor de weergave van de Russische x heb ik gekozen voor de variant x om verwarring te voorkomen met de ch en de kh die in de populaire translitteratie naar het Nederlands en het Engels door elkaar gehaald kunnen worden. Op deze regels maak ik uiteraard een uitzondering als het gaat om namen of begrippen die in reeds het Nederlandse vocabulaire zijn opgenomen. Zo zullen bijvoorbeeld Moskou en Chroesjtsjov als vertrouwd worden weergegeven in 8 Zie: appendix 1 13

14 plaats van respectievelijk Moskva en Xruščėv. Bij citaten hanteer ik uiteraard de originele spelling. Toevoegingen in citaten tussen rechte haakjes ([ en ]) zijn van eigen hand. 14

15 Historisch kader Vana viha ja vana sõprus neide juure ommava sügävä De wortels van oude haat en vriendschap liggen diep -Ests spreekwoord Ükskord me võidame... niikuinii! Op een dag zullen we winnen hoe dan ook! -Heinz Valgu (1988) 15

16 1 Historisch kader de moderne geschiedenis van Estland 1.1 Inleiding Om de huidige situatie rond de integratie van de Russischtalige minderheid van Estland te begrijpen is het van belang bekend te zijn met de historische context ervan. Achter de wijze waarop de minderheid tot stand is gekomen en hoe de verhoudingen met de titulaire inwoners zit immers een interessante historische lading. Deze context wijkt erg af van de wijze waarop west-europese landen etnische minderheden binnen hun grenzen hebben gekregen. Om inzicht te krijgen in deze context zal in dit hoofdstuk de moderne geschiedenis van Estland behandeld worden, beginnend bij de Tweede Wereldoorlog en eindigend bij de onafhankelijkheid van Estland in De context is in principe opgebouwd uit drie historische delen: Estland in de Tweede Wereldoorlog, de annexatie door de Sovjet-Unie en de weg naar de onafhankelijkheid. Bij al deze onderdelen zal de nadruk liggen op de relatie tussen de Russen en de Esten en, in het laatste hoofdstuk, op de uiting van de Estse nationaliteit. 1.2 Bezettingen Estland in de Tweede Wereldoorlog De Estse Republiek (Eesti Vabariik) werd, als eerste Estse natiestaat, in 1920 gesticht nadat de Esten hun onafhankelijkheid van de Russen hadden bevochten. 9 In dat jaar werd het Verdrag van Tartu 10 gesloten met Lenin s Rusland en was Estland een erkende Europese staat. De blauw-zwart-witte driekleur werd op de Pikk Hermann 11 gehesen en bijna twee decennia lang maakte het land een culturele en economische bloei mee. Hier kwam in 1939 een einde aan toen Stalin en Hitler in een gezamenlijke operatie Polen binnenvielen en Estland, als deel van het Molotov-Ribbentroppact 12, onder de Russische invloedssfeer kwam te vallen. De neutraliteitspolitiek van Estland mocht in dezen niet baten en na een ultimatum 13 trokken op 17 juni 1940 de troepen van het Rode Leger Estland binnen. Deze bezetting werd vervolgens gelegitimeerd door middel van een door de soldaten gestuurde staatsgreep en daaropvolgende parlementsverkiezingen waar enkel communisten aan konden meedoen. 14 Enkele dagen later, op 21 juni werd de stroman Johannes Vares als (interim-) 9 De Onafhankelijkheidsoorlog (Vabadussõda, ) speelt tot op heden een zeer grote rol in het nationaal bewustzijn van Estland. 10 Het verdrag van Tartu was het eerste internationale verdrag dat Estland sloot en het wordt beschouwd als het geboortecertificaat (zie: appendix 3) van de Estse natie. Het verdrag zou een belangrijke rol blijven spelen in de moderne Estse geschiedenis. 11 Pikk Hermann, de Lange Hermann (van Laagduits Herschmann ) is de toren van het kasteel op de Toompea in Tallinn waarin het parlement (Riigikogu) gehuisvest is. Iedere dag wordt de vlag bij zonsop- en ondergang gehesen en gestreken, met uitzondering van 23 juni waarop de zonnewende ( Jaaniöö ) gevierd wordt. 12 Het Molotov-Ribbentroppact was het non-agrressieverdrag dat in 1939 gesloten werd tussen de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop en zijn Russische collega Vjačeslav Molotov. Het verdrag is voornamelijk berucht vanwege de geheime protocollen waarin beide landen afspraken maakten over de gezamenlijke aanval op Polen en de verdeling van Oost-Europa daarna. 13 Officieel trok de Sovjet-Unie de neutraliteit van de Estse Republiek in twijfel en op grond daarvan drongen de Russen een pact van wederzijdse verdediging op aan de Esten. In feite was dit niets meer dan een semilegitimatie van het verplaatsen van Russische soldaten over de Estse grenzen. 14 Andres Tarand, The Soviet Period, , in: Jean-Jacques Subrenat, Estonia; Identity and Independence (Amsterdam en New York 2004). 16

17 premier aangesteld en werd de Rode Vlag gehesen op de Pikk Hermann. Hiermee hield de Estse Republiek de facto op te bestaan. Op 14 en 15 juli van dat jaar volgden geregisseerde verkiezingen waarbij de Estse bevolking gedwonden werd op de voorgestelde regering te stemmen. Deze dwang was op verschillende manieren merkbaar. Zo stelde de Estse Socialistische krant Rahva Hääl ( De Stem des Volks ) dat het onverstandig zou zijn om op de verkiezingsdagen thuis te blijven, aangezien niet stemmen iets voor landverraders was. 15 Daarnaast kreeg iedereen die stemde een stempel in zijn paspoort waarmee hij kon aantonen zijn vaderlandse plicht te hebben gedaan. Dit stempel was van groot belang aangezien er een tribunaal was aangesteld dat kiesgerechtigden zonder stempel als verrader kon fusilleren. 16 Vanzelfsprekend wonnen de voorgestelde kandidaten en op 21 juli 1940 riep de nieuwe Riigikogu 17 de Estse Socialistische Sovjetrepubliek (voorts: Estse SSR) 18 uit. De dag erop werd een petitie aan Moskou aangeboden met het verzoek om toe te treden tot de Sovjet-Unie. Deze werd aangenomen en op 9 augustus 1940 trad de Estse SSR toe tot de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken. 19 Op deze toetreding volgden zware jaren voor de Estse natie. De Sovjetautoriteiten voerden toen ze aan de macht kwamen direct een schrikbewind en de terreur van Stalin vierde hoogtij. De Estse elite werd vrijwel direct opgepakt en gedeporteerd en in juni 1941 viel ditzelfde lot de Estse burger ten deel. De eerste deportaties, die het begin vormden van een hele serie, begonnen op 14 juni 1941 en kwamen bekend te staan als de Juuniküüditamine, de junideportaties. Deze deportaties waren het resultaat van de Serov-instructies 20, vernoemd naar de toenmalige gedeputeerde van de NKGB 21 Ivan Serov, waarin de instructies stonden voor de massadeportaties vanuit de Baltische staten. Naar schatting zijn tijdens de junideportaties 100,000 Estsen naar Siberië gedeporteerd, onder wie vele vrouwen en kinderen. Daarnaast zijn er mensen ter plekke geëxecuteerd. Naar schatting zijn slechts 4,000 van deze slachtoffers levend naar Estland teruggkeerd. Deze qua omvang ongeëvenaarde deportaties werden echter later in de maand gestaakt toen de troepen van Hitler de aanval op de Sovjet-Unie openden. Op 22 juni 1941 zette Nazi-Duitsland Operatie Barbarossa in en in juli van dat jaar bereikten de tanks Tallinn. Aanvankelijk werden de Duitsers, als vijand van de vijand, met relatief open armen ontvangen. De Esten hoopten door middel van samenwerking met de Duitsers hun onafhankelijkheid te kunnen terugwinnen. Estse mannen en vrouwen sloten zich aan bij de Duitse troepen en vochten mee tegen het Rode Leger. 22 Al snel bleek echter dat een onafhankelijk Estland niet op de agenda van de Duitsers stond en de regio kwam onder de Duitse Ostpolitik te vallen.. De steun voor de Duitsers 15 Romuald J. Misiunas en Rein Taagepera, The Baltic States: years of dependence (Londen 1993) Russia: Justice in the Baltic, Time Magazine (19 augustus 1940). 17 De Riigikogu, wat letterlijk Rijksassemblee betekent, is het Estse parlement. 18 Ee: Eesti Nõukogude Sotsialistlik Vabariik, Ru: Ėstonskaja Sovetskaja Sočalističeskaja Respublika 19 Ee: Nõukogude Sotsialistlike Vabariikide Liit; Nõukogude Liit, Ru: Sojuz Sovetskix Socialističeskix Respublik; Sovetskij Sojuz. 20 Ook bekend als Order of Over de procedure van het uivoeren van de deportatie van antisovjetelementen uit Litouwen, Letland en Estland. 21 Volkscommissariaat van Staatsveiligheid (Narodnyj Komissariat Gosudarstvennoj Bezopasnosti) was de naam van de veiligheidsdienst en geheime politie van de Sovjet-Unie in de periode 3 februari 20 juli 1941, en opnieuw tussen 1943 en Het is van belang om te beseffen dat de samenwerking met het Duitse leger patriottisch gemotiveerd was. Tot op de dag van vandaag is er in Estland een andere houding tegenover veteranen van het Duitse leger. Zie verder hoofdstuk 7. 17

18 nam onder de Estse bevolking af en de Duitsers kregen moeilijkheden met het werven van vrijwilligers. Daarom werd in 1942 de dienstplicht ingevoerd. Deze dienstplicht werd met geweld en terreur gehandhaafd hetgeen snel kwaad bloed zette. Vele Estse jongemannen vluchtten naar Finland waar ze het leger ingingen als het Finse Infanterie Regiment , beter bekend als de Soomepoisid (Fi: Suomen-pojat), de Finse jongens. Dit vrijwilligersregiment steunde de Finnen in de strijd tegen de Sovjet-Unie. De oorlog met Rusland was echter nog niet voorbij: het Rode Leger wist zich te herstellen en in januari 1944 trokken de Russische soldaten op tegen de troepen in Estland. De Duitsers vochten, gesteund door de Woudbroeders 24 hard, maar moesten toch hun meerdere kennen in het Rode Leger. Zodra de Duitsers zich begonnen terug te trekken riep Jüri Uluots, de laatste legitieme premier voor de bezetting, alle Estse mannen op om in het leger te gaan om de Sovjets tegen te houden totdat Estland steun zou kunnen krijgen van het westen. Met dit doel kwamen tevens de Soomepoisid terug uit Finland. Toen de Duitsers in september 1944 uit Estland waren getrokken nam Uluots, conform de grondwet, de macht over en benoemde een Estse regering. Er was echter weinig tijd en de regering vluchtte naar Stockholm om daar in ballingschap het land te regeren. Zo bleven zij onder andere Estse paspoorten uitgeven en onderhielden zij diplomatieke betrekkingen met westerse landen. Hun isamaa 25 zou echter vijf zwarte decennia tegemoet zien. 23 Fins: Jalkaväkirykmentti 200; Ests: Jalaväerügement. 24 De Woudbroeders (Est. Metsavennad) waren Baltische anti-sovjetstrijders die zich voornamelijk in de bossen ophielden en de Sovjets tegenwerkten met overvallen, sabotage en andere hit-and-run tactieken. Tijdens de Duitse jaren werkten zij vaak samen met de Nazis tegen de Sovjets in de hoop de onafhankelijkheid van Estland te herstellen. 25 vaderland. 18

19 1.3 Eesti Nõukogude Sotsialistlik Vabariik De Estse Sovjetrepubliek Estland onder Stalin Zodra de Duitsers verdreven waren en de Grote Vaderlandse Oorlog 26 gewonnen was, namen de Sovjets de macht weer over in de Estse Socialistische Sovjetrepubliek. Het land had tijdens de oorlog enorme verliezen geleden. Zo was de stad Narva met de grond gelijk gemaakt en waren ook delen van Tallinn aan de bommenwerpers prooi gevallen. Verder was naar schatting 45% van de industrie en 40% van de spoorwegen zwaar beschadigd en was de bevolking met een vijfde afgenomen. Direct na de annexatie werden tevens enkele oostelijke gebieden van het land, inclusief de steden Petseri en Jaanilinn 27 geïncorporeerd in de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR). De politiek van 1940 werd direct na de herbezetting hervat. Grote nationaliseringprojecten vonden doorgang en in de eerste jaren werd meer dan hectare landbouwgrond gecollectiviseerd. Deze gecollectiviseerde grond werd voornamelijk toebedeeld aan immigranten uit Rusland en andere Sovjetrepublieken. Geschat wordt dan in 1951 ongeveer 95% van al het agrarisch land gecollectiviseerd was. Qua collectivisatie waren de jaren 1946 en 1947 de zwaarste aangezien het tweede jaar de sterke politiek jegens de koelakken 28 werd ingevoerd. Aanvankelijk vertaalde dit beleid zich in zware belastingen maar al snel kreeg het, zoals in de rest van de Sovjet-Unie, de vorm van massale deportaties en executies. De koelakken waren echter niet de enigen die na de Tweede Wereldoorlog hiermee te maken kregen. Esten die met de Duitsers hadden samengewerkt (of daarvan werden verdacht) werden naar Russische strafkampen gestuurd. Hierbij was het voor de Russen niet relevant dat de Duitsers een volledige dienstplicht hadden ingesteld. Tevens werden nog duizenden Esten voor kortere of langere termijn als dwangarbeider overgeplaatst naar andere delen van de Sovjet-Unie. Enkele jaren later, in 1949, brak een nieuwe golf grote deportaties uit met het aanvangen van operatie Priboj (Golfslag). Het doel van deze operatie was het breken van het verzet tegen de gedwongen collectivisatie en het Sovjetbewind. Met deze operatie werden vanuit de drie Baltische staten ruim 90,000 mensen van de lokale bevolking gedeporteerd naar Siberië. 29 Hoewel de operatie officieel gericht was op de koelakken was in de context van Estland specifiek het breken van de steun aan de Woudbroeders van groot belang. 30 In het geval van Estland betekende dit dat in de 4 dagen volgende op 24 maart 1949 ruim 20,000 etnische Esten naar Siberië werden gedeporteerd. Vanwege de grootschaligheid en de nietsontziendheid van de operatie waarbij vrouwen en kinderen niet gespaard werden almede het hoge sterftecijfer wordt Priboj door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beschouwd als 26 De Grote Vaderlandse Oorlog (Velikaja Otečestvennaja Vojna) is de term die in Rusland gebruikt wordt voor het deel van de Tweede Wereldoorlog waar zij aan deelnamen, oftewel van juni 1941 tot mei De titel kan beschouwd worden in een lijn met de oorlog tegen Napoleon die, om soldaten te motiveren, de naam Vaderlandse Oorlog kreeg. 27 Trivia: hiermee werd Tallinn de enige residentiële eenheid in Estland waarvan de naam op een medeklinker eindigt. 28 Koelakken (van het Russische kulak, mv. kulaki, vuist ) waren oorspronkelijk relatief vermogende boeren, die bijvoorbeeld twee koeien bezaten. Deze werden als bourgeois en vijanden van de revolutie beschouwd en op grond daarvan sterk vervolgd. Later werd het net als saboteur een algemenere en weinig zeggende term voor mensen die vervolgd dienden te worden. 29 Heinrihs Strods en Matthew Kott, The file on Operation Priboi : A re-assessment of the mass deportations of 1949, Journal of Baltic Studies vol.33 n.1 (2002) 1-36, aldaar Strods, The file on Operation Priboi

20 een misdaad tegen de menselijkheid. 31 Verschillende wetenschappers, onder meer Norman M. Naimark, promoten tegenwoordig het standpunt dat al deze misdaden eigenlijk onder de noemer genocide horen te vallen. 32 Tot op heden is deze kwalificatie er (nog) niet aan toegekend. Naast de twee grote operaties van 1941 en 1949 vonden er van de bezetting tot de Dooi continu deportaties en hervestigingen plaats. Ongewenste elementen, koelakken en opstandelingen werden op deze manier weggewerkt en een continue dreiging smoorde veel verzet in de kiem. In 1953 kwam met de dood van Stalin een einde aan de grootste sovjettereur voor de etnische Esten. Sindsdien werd een tactiek van individuele repressie en terreur gebruikt in plaats van massale onderdrukking Van Dooi tot Peterstroika Josef Stalin werd op 14 september 1953 opgevolgd door de Oekraïense Nikita Chroesjtsjov. Deze nieuwe Secretaris-Generaal bracht een aantal aanzienlijke veranderingen teweeg in de Sovjet-Unie en dus in Estland. Ten eerste rekende Chroesjtsjov af met de persoonlijkheidscultus die rond Stalin ontstaan was en stelde hij de misdaden van het regime van zijn voorganger aan de kaak. Deze zogeheten Geheime Toespraak 33,die hij voerde tijdens het Twintigste Partijcongres op 25 februari 1956, vormde een cruciaal element in de Dooi 34 die zijn beleid kenmerkte. Een groot deel van de politieke top werd vervangen door een nieuwe generatie en de terechtstelling van enkele fervente Stalinaanhangers, waaronder Lavrenti Beria 35, werd gelegitimeerd. In de Estse SSR was de dooi onder het nieuwe bewind goed merkbaar. De bestuurlijke toplaag werd geopend voor Esten en het ledenbestand van de communistische partij werd uitgebreid. Dit leidde ertoe dat het aantal etnische Esten in de Estse Communistische Partij toenam en vanaf de jaren 60 stabiel bleef rond de 50% van het geheel. Desalniettemin bleef het hierbij gaan om een zeer klein deel van de bevolking. Van groter belang voor de bevolking was dat de Sovjetrepublieken weer werd toegestaan contacten te onderhouden met landen buiten de Sovjet-Unie. Voor Estland betekende dit vooral dat de contacten met Finland flink werden aangehaald. In de jaren 60 werden de veerlijnen tussen de beide landen heropend waardoor het contact van Estland met het westen werd vergroot. Een zeer belangrijke factor was dat vanaf die tijd de Esten, voornamelijk in het noorden, meer en meer radio- en televisie-uitzendingen uit Finland ontvingen. Door deze uitzendingen raakten de Esten al vroeg bekend met ideeën en cultuur uit het westen, die zo de huiskamer indruppelden. Deze 31 Martin Arpo, Kommunismiaja kuritegude tee Euroopa Inimõiguste Kohtuni * De misdaden van de communistische tijd naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens +, Postimees 31 maart Norman M. Naimark, Stalin s Genocides op de conferentie Identiteedi ja isiksuse kujundamine kommunistliku võimu all: Ajalugu Ida-Euroopa totalitaarežiimide teenistuses (10 juni 2011, Tallinn). Naimark toont aan dat de huidige definitie van genocide in samenwerking met de Sovjet-Unie tot stand is gekomen en dus politieke groepen uitsluit. Hij geeft stelt nieuwe criteria voor genocide voor waarmee de misdaden van Stalin onder de definitie vallen. Zie: Naimark, Norman M, Stalins Genocide (Princeton 2010). 33 Ru: O kul te ličnosti i ego posledstvijax, oftewel Over de persoonlijkheidscultus en zijn gevolgen. 34 Ru: (Xruščėvskaja) ottepel, Es: Sulaaeg. 35 Lavrentij Pavlovič Berija (29 maart december 1953) was, onder andere, leider van de Geheime politie onder Stalin en één van de meest gevreesde en invloedrijke communisten. 20

21 blootstelling bereidde de Esten voor op de rol in de voorhoede die zij zouden gaan spelen bij de komende perestrojka en hun onafhankelijkheidsstrijd. 36 Verder was er sprake van een aanzienlijke investering in kapitaal gedurende het Chroesjtsjovbewind. Een belangrijke voorbeelden hiervan is de bouw van het Songfestivalterrein (Lauluväljak) in Dit terrein zou een cruciale rol gaan spelen in de onafhankelijkheidsstrijd van Estland. Tevens stabiliseerde de ziektezorg in de tweede helft van de jaren 50 en werden er vele zorginstellingen gebouwd in Estland. Ziektezorg werd gratis beschikbaar gesteld aan alle inwoners en al spoedig was er een verbetering zichtbaar in alle demografische indicatoren. Desalniettemin was de Estse SSR nog duidelijk een ondergeschikte Sovjetrepubliek en was er nog steeds sprake van discriminatie naar etnische Esten, censuur en onderdrukking. Er was echter wel een duidelijke verbetering zichtbaar in de omstandigheden sinds de dood van Stalin. In 1964 werd Chroesjtsjov aan de top weggewerkt en opgevolgd door Leonid Brezjnev, die bijna 20 jaar aan het hoofd van de Sovjet-Unie zou staan. Onder Brezjnev zouden de Sovjet-Unie en Estland nieuwe uitersten meemaken. Op politiek gebied is bij Brezjnev voornamelijk de solidarisatie van de Sovjet-Unie van groot belang. Dit uitte zich sterk in de Brezjnevdoctrine van 1968 die leidde tot het gewelddadig neerslaan van opstanden in de socialistische landen en het verder dichten van het zogeheten IJzeren gordijn 38. Ook betekende deze doctrine een vernieuwde russificatie van de verscheidene Sovjetrepublieken dus ook van Estland. De Estse scholen gaven in toenemende mate onderwijs in het Russisch en vanaf 1981 was dit de leidende taal op alle opleidingsniveaus. De Estse taal kwam hierdoor in het gedrang en culturele uitingen werden ontmoedigd. Dit was een dieptepunt voor de Estse taal en cultuur. Ook economisch ging het in de Sovjet-Unie onder Brezjnev achteruit. Ondanks de aanzienlijk stagnatie slaagde Brezjnev erin om de Olympische spelen van 1980 naar Moskou te halen. Dit was goed nieuws voor de Estse Sovjetrepubliek aangezien de nautische onderdelen plaats zouden vinden rondom Tallinn in de Finse golf. Aanvankelijk leidde dit tot controverse aangezien niet alle deelnemende landen de Estse SSR de jure hadden erkend als een onderdeel van de Sovjet-Unie. Hierdoor en door de oorlog in Afghanistan hebben enkele landen de Spelen in dat jaar geboycot. Voor Estland in het algemeen en Tallinn in het bijzonder betekende de Olympische spelen een economische opleving. Om de Spelen te faciliteren werd de infrastructuur in en rondom de stad aanzienlijk verbeterd en zagen vele nieuwe gebouwen het licht, zoals de verscheidene hotels, de jachthaven, het vliegveld en de Linnahall 39. Tevens verbeterde door deze investeringen en interesse in Estland de positie van de etnische Esten aanzienlijk. De discriminatie nam, zowel officieel als op straat af en de Estse taal en cultuur konden rekenen op meer waardering en respect van de Russische inwoners. 36 De invloed op de communistische jeugd van deze via Finland binnenkomende westerse cultuur is fraai engeromantiseerdverbeeld in de film Disko ja Tuumasõda [Disco en Kernoorlog] van Jaak Kilmi en Kiur Aarma uit Officiële website van het festivalterrein; 38 Het IJzeren Gordijn (Ru: Železnyj Zanaves, Ee: Raudne Eesriie) was de mentale en fysieke scheiding tussen de communistische Oostblok en het kapitalistische Westen. 39 De Linnhall ( Stadshal ) is een betonnen pyramideachtige constructie in de haven van Tallinn, gebouwd ter gelegenheid van de Olympische Spelen in Moskou. In het gebouw waren verschillende sport- en cultuurfaciliteiten gehuisvest, zoals een concertzaal en een ijshockeyzaal. Op het moment is het nog onduidelijk wat er met het verlaten gebouw gaat gebeuren. Voor meer informatie, zie 21

22 Kort na de Olympische spelen, op 10 november 1982 overleed Brezjnev. Hij werd hij opgevolgd door achtereenvolgens Joeri Andropov (12 november februari 1984) en Konstantin Tsjernenko (13 februari maart 1985). Deze waren beide echter zeer kort aan de macht en niet in staat een sterk of onderscheidend beleid te voeren in de Unie. Hun opvolger echter, zou de geopolitieke wereldkaart ongezien veranderen. Michail Sergeevič Gorbatsjov kwam op 11 maart 1985 aan het hoofd van de Sovjet-Unie te staan en begreep dat het tijd was voor veranderingen. De economie was gestagneerd en de ontevredenheid onder de bevolking groot. Om deze problemen op te lossen introduceerde hij de principes van glasnost, perestrojka en uskorenie. 40 De laatstgenoemden waren economisch van aard en hadden als doel om de economie te verbeteren door hem te hervormen binnen het systeem. Het eerste principe, glasnost, was politiek van aard en gaf de Sovjetburgers de mogelijkheid om hun stem te laten horen, hun ontevredenheden te ventileren en zich kritisch uit te laten. Gorbatsjov hoopte hiermee een beter beeld te krijgen van de misstanden in de maatschappij en de bevolking meer achter zich te krijgen. Nimmer was het echter zijn bedoeling om de Sovjet-Unie uiteen te laten vallen; al zijn hervormingen dienden binnen het systeem plaats te vinden. 40 openheid (of: klaagrecht), herstructurering en versnelling. 22

23 1.4 Laulev Revolutsioon de weg naar de onafhankelijkheid Hoewel de situatie in de jaren 80 verbeterde werd de gang van zaken in de Estse Sovjetrepubliek nog immer gekenmerkt door terreur, stagnatie, discriminatie en leugens. Gorbatsjovs glasnost, dat vaak met openheid wordt vertaald maar meer accuraat vrije spraak betekent 41, bracht grote veranderingen in de Estse maatschappij. Onder andere door de noodlottige oorlog in Afghanistan, waarmee Moskou zwakte toonde en de blootstelling aan de Finse cultuur begon de Estse bevolking haar ontevredenheid geleidelijk aan meer te uiten. Dat begon in de milieuorganisaties, die niet als politiek beschouwd werden en dus relatief vrij waren. Dit culmineerde in de lente van 1987 in de fosforietrellen. Journalisten hadden ontdekt dat de regering in Moskou, zonder het aan de Estse bevolking voor te leggen, nieuwe fosforietmijnen wilde aanleggen in Kabala-Toolse in de provincie Ida-Virumaa. Een storm van protesten en petities brak uit en de bouw werd tijdelijk stopgezet. In een poging om het tij te keren organiseerde de jeugdbeweging Komsomol 42 op 2 april van dat jaar een bijeenkomst in de aula van de geschiedenisfaculteit in Tartu. Ondanks de inzet van de Komsomol veroordeelden de bijeengekomen studenten de activiteiten van Moskou unaniem. 43 Bij de daaropvolgende traditionele 1-meidemonstraties tilden de Esten het protest op een hoger peil en droegen gele T-shirts met protestteksten. 44 Gorbatsjov greep, om zijn glasnost geloofwaardig te houden, niet in en de bouw werd gestaakt. Het was duidelijk dat het Estse volk mondiger werd ten opzichte van het centrale beleid. Een zeer belangrijke stap in dit proces was de oprichting een jaar eerder, in 1986, van de Eesti Muinsuskaitse Selts (EMS; Estse Gemeenschap voor Erfgoedbescherming ). Het doel van deze door studenten opgerichte organisatie was het herstellen van de historische herinnering van de Estse bevolking. Ze zagen in dat de Sovjets hun macht legitimiseerden op basis van geschiedvervalsing 45 en dat de historie dus een geschikt slagveld was. Ondanks verzet van de autoriteiten groeide de organisatie, die onder haar leden veel toekomstige ministers en parlementsleden telde, gestaag en werd een belangrijke kracht in de bevrijdingsbeweging van Estland. 46 De organisatie streefde naar een nieuwe Nationale Ontwaking (Ärkamisaeg) en hanteerde motieven en methoden van de 19 e - eeuwse Ontwaking. Dit bleek erg effectief en onder de Esten nam de trots op hun geschiedenis toe. Een grote rol hierin speelde het werk van de filoloog en latere politicus Mati Hint over het belang van de Estse taal. 47 Op deze wijze kon de EMS grote invloed uitoefenen op de bevolking zonder echte politieke onderwerpen aan te hoeven snijden. 41 Het neologisme is afgeleid van de Oudslavische wortel glas wat stem betekent. (Modern Russisch: golos). Aldus is glasnost stem-heid, wat zowel openheid, klaagrecht en een vorm van vrije spraak inhield. 42 De Komsomol (Kommunističeskij Sojuy Molodëži, Communistische Jeugdunie ) was de jeugdorganisatie van de Communistische Partij. 43 Mart Laar, The Restoration of Independence in Estonia in: Jean-Jacques Subrenat (red.), Estonia; Identity and Independence (Amsterdam en New York 2004) , aldaar Laar, The Restoration of Independence in Estonia 228. Enkele voorbeelden van gehanteerde leuzen zijn Fosforiidist saia ei saa ( van fosforiet maak je geen brood ) en Päästkem veel mis päästa annab ( Laten we redden wat nog gered kan worden ), via: Laulev Revolutsioon; üks rahvas miljon häält impeeriumi lõpp (Tallinn 2006) 45 Een goed voorbeeld van zulke praktijken is de moord op Poolse officieren nabij Katyo. Stalin beweerde dat deze slachting uitgevoerd was door Nazi-Duitsland en maakte hier een hoeksteen van de Pools-Russische vriendschap van. 46 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Onder andere Eesti keele sõnafoloogia (1973) en Häälikutest sõnadeni (1978). 23

24 Een andere organisatie die een belangrijke rol zou gaan spelen was de op 15 augustus 1987 opgerichte Estse Groep voor de Openbaarmaking van het Molotov- Ribbentroppact (afgekort tot MRP-AEG 48 ). Het doel van de organisatie was een historische discussie over en een openbaarmaking van het Molotov- Ribbentroppact. De legitimiteit van dit akkoord, dat tot de annexatie van Estland had geleid, werd in twijfel getrokken. De organisatie vroeg en kreeg toestemming om tijdens de herdenking van dit non-agressiepact een bijeenkomst te organiseren in Tallinn. Deze bijeenkomst vond aldus plaats op 23 augustus van dat jaar plaats en tot verbazing van MRP-AEG telde de opkomst tussen de 2000 en 5000 mensen. 49 De demonstratie verliep vreedzaam en na een aantal toespraken over het thema werd er opgeroepen om het akkoord openbaar te maken en de daders van Stalins misdaden voor het gerecht te slepen. Wat de bijeenkomst tot een keerpunt maakte was dat niemand werd opgepakt. Voor het eerst in decennia konden mensen zich openbaar tegen de Sovjet-Unie uitspreken zonder gearresteerd te worden. Minder radicale groepen probeerden ondertussen ook hervormingen door te voeren, voornamelijk op economisch gebied. Deze groepen stelden echter geen vraagtekens bij de Sovjet-Unie en streefden ook niet naar een onafhankelijk Estland. Op 26 april 1987 publiceerden enkele van deze groepen, onder leiding van onder andere Edgar Savisaar in de krant Edasi ( Voorwaarts ) een voorstel voor economische autonomie van de Estse SSR. 50 Dit voorstel kwam bekend te staan als IME, een acroniem voor Isemajandav Eesti ( Economisch Autonoom Estland ) en tevens het woord voor wonder. De ontwerpers van het voorstel benadrukten echter duidelijk dat het op geen enkele wijze gezien diende te worden als een streven naar onafhankelijkheid. Hiermee hoopten ze de Communistische Partij, die aanvankelijk negatief tegenover het voorstel stond, gerust te stellen. Het hek was echter van de dam en MRP-AEG besloot het momentum te benutten en organiseerde vanaf januari 1988 demonstraties op belangrijke data in de Estse geschiedenis om de bevolking meer bewust te maken van het nationaal verleden. Een zeer belangrijke dag was 2 februari, de dag waarop het Verdrag van Tartu (1920) werd herdacht. Op die dag in 1988 kwamen velen in Tartu bijeen om dit te herdenken. De autoriteiten grepen hard in en gebruiken geweld en arrestaties om de demonstraties te ontmoedigen. 51 Het geweld versterkte de positie van de autoriteiten echter niet en het was duidelijk dat de mensen zich niet tegen zouden laten houden om 24 februari, de geboortedag van de Estse Republiek, te herdenken. Ondanks aanhoudende dreigementen van de autoriteiten verzamelden op de 24e duizenden Esten zich rond het monument aan Anton Hansen Tammsaare 52 en werd de historische waarde van de dag uitgebreid besproken. Uiteindelijk greep de overheid hier niet in; MRP-AEG bleef activiteiten organiseren en zag het ledental gestaag groeien. 48 Molotov-Ribbentropi Pakti Avalikustamise Eesti Grupp. 49 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Het voorstel is in zijn geheel te lezen op: 51 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Anton Hansen Tammsaare ( ) was een Estse schrijver. Zijn beroemdste werk, de pentalogie Tõde ja Õigus ( Waarheid en Gerechtigheid ) over de spanning tussen de stedelijke bourgeoisie en het platteland aan de vooravond van de socialistische revolutie in Estland wordt beschouwd als een fundamenteel werk in de Estse literatuur. 24

25 Door deze groeiende burgerlijke mondigheid begonnen de centrale autoriteiten meer open te staan voor meer welgevallige initiatieven. Een hiervan kwam op 13 april 1988 toen Edgar Savisaar voorstelde om, teneinde de perestrojka te steunen, een Ests Volksfront (Rahvarinne) op te richten. 53 In principe steunde Moskou zulke Volksfronten en aanvankelijk bleef Savisaar dicht bij de officiële lijn. Al spoedig echter ging het Volksfront een eigen weg waardoor het ledenaantal sterk toenam. Hoewel deze organisatie aanzienlijk minder radicaal was dan andere organisaties was ze desalniettemin een invloedrijke tegenspeler op het politiek terrein voor de Communisten. Een van de belangrijke strijdgebieden van de Estse organisaties was de legalisatie van de blauwzwart-witte vlag en andere nationale symbolen waarvan de Russen het gebruik hadden verboden. 54 Aangezien nationale symbolen een sterke emotionele waarde hebben zou het herstel ervan een ongekende impuls zou geven aan de nationale beweging. Om deze reden werd, met de EMS voorop, gezocht naar manieren om dit te bewerkstelligen. Dit streven culmineerde in een grote door de EMS georganiseerde bijeenkomst van alle gelieerde organisaties in Tartu tussen 14 en 17 april. Al aan het begin werd besloten dat het absoluut noodzakelijk was dat de nationale driekleur werd hersteld. Dit besluit kreeg gestalte op de 15 e toen het universiteitsgebouw waar de bijeenkomst plaatsvond werd opgetuigd met blauwe, zwarte en witte linten en vlaggen. 55 Zo werd de onafhankelijke vlag getoond zonder de wetten te overtreden. Vanaf dit moment ging het nationale enthousiasme als een lopend vuur door Estland. Het hoogtepunt van deze nationale opstand kwam op 4 juni In het centrum van Tallinn organiseerden jongeren een evenement op het stadhuisplein en het middeleeuwse stadhuis zelf werd met blauwe, zwarte en witte vlaggen gesierd. 56 Hier organiseerden ze een rockconcert maar aangezien de autoriteiten dit als te opruiend beschouwden werd er tegen de avond een einde aan gemaakt. Hierop trokken de Estse jongeren naar het Festivalterrein, net buiten de stad, waar zij spontaan patriottische liederen zongen. Dit trok vanaf de eerste avond tienduizenden Esten. Die avond werd tevens voor het eerste de echte Estse driekleur gehesen in een van de torens. Spoedig daarop kwamen overal Estse vlaggen vandaan, vlaggen die decennia lang verborgen waren geweest. Deze massa van tienduizenden jonge Esten zong nationale en patriottische liederen en zwaaide met de nog verboden vlag. Voor deze gebeurtenis introduceerde de journalist en activist Heinz Valk de dag erop de term Laulev Revolutsioon, De Zingende Revolutie. Tegelijkertijd werd de Russische minderheid in Estland onrustig. Zij zagen hun bevoorrechte positie in het land in het gedrang komen en richtten eigen organisaties op om hun belangen (en dus die van de Sovjet-Unie) te verdedigen. De grootste en belangrijkste hiervan was het vanuit Moskou gesteunde Interfront. 57 Het meer pragmatische Volksfront mengde zich ook in de onrust en organiseerde meerdere bijeenkomsten. Voor de centrale autoriteiten werd het duidelijk dat er concessies gedaan moesten worden. Aldus werd op 23 juni 1988 door de Opperste Sovjet van Estland, de (Eesti NSV) 53 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laulev Revolutsioon. 56 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Interfront was een nationalistische volksbeweging onder leiding van Evgenij Kogan en vormde de oppositie tegen Estse onafhankelijkheidsbeweging en was trouw aan de Sovjet-Unie. Ondanks dat de beweging enige steun genoot van etnische Esten was het voornamelijk een organisatie voor de Russischtalige bevolking. In de herfst van 1988 is de naam veranderd in Interbeweging (Ru: Interdviženie, Ee: Interliikumine). 25

26 Ülemnõukogu de legalisatie van de Estse nationale vlag en symbolen aangenomen. 58 Officieel had het herstelde historisch besef nu zijn fysieke vorm terug een belangrijk speerpunt van de opstand van de zomer van 88. Volgend op deze wet werden in het gehele land monumenten voor de onafhankelijkheidsoorlog in ere hersteld en kritische documenten over de Sovjetbezetting gepubliceerd. De historische legitimiteit van de macht van Moskou over Tallinn werd onhoudbaar. Hierdoor geïnspireerd werd het Estse volk met de dag mondiger en het Volksfront veeleisender. Op 16 november 1988 verklaarde de Estse SSR zichzelf soeverein, wat inhield dat de wetten van de Estse Sovjetrepubliek boven die van de Sovjet-Unie zouden staan. 59 Tevens werd Ests de officiële taal van de republiek en werd de blauw-zwart-witte vlag bevestigd als de officiële vlag van het land. 60 Zoals verwacht leidde dit tot verontwaardigde reacties uit Moskou en de partijleiding aldaar probeerde tevergeefs de Estse SSR te dwingen de soevereiniteitsverklaring te herroepen. Tegelijkertijd nam de spanning binnen de Estse regering toe en stelden de radicale communistische vleugel zich dominanter op. 61 De Russische bevolking was voornamelijk verbolgen over de nieuwe taalwet 62 en vreesde het verlies van de bevoorrechte positie van de Russische taal. Tegelijkertijd werd de vraag wat de doelen van de nationale bewegingen precies waren meer prangend. De Estse Nationale Onafhankelijkheidspartij (Eesti Rahvusliku Sõltumatuse Partei, ERSP) 63, die opgericht was de herfst van 1988, streefde bijvoorbeeld volledige onafhankelijkheid van Estland na, terwijl het Volksfront meer terughoudend was op dat gebied. Als gevolg van deze spanning werd op 24 februari 1989 een comité gesticht met als doel alle burgers van de Estse Republiek te registreren. 64 Hierbij ging het om burgers van de onafhankelijke Estse republiek die in het Interbellum was gesticht. Officieel had deze staat nooit opgehouden te bestaan en in ballingschap was er nog steeds een regering die diplomatieke betrekkingen onderhield en paspoorten uitgaf. Daarmee kon immers een basis gelegd worden voor de herstelde republiek. Verder riepen ze op tot het vormen van een Ests Congres dat de belangen van de Republiek zou behartigen en deze op basis van juridische continuïteit zou herstellen. 65 Om de wens voor onafhankelijkheid kracht bij te zetten en de aandacht meermaals te vestigen op de onwettige aard van het Molotov-Ribbentroppact organiseerden de verschillende Baltische onafhankelijkheidsbewegingen 66 van de Baltische staten in de zomer van 1989 een indrukwekkend evenement. Op 23 augustus werd een menselijke keten gevormd van Tallinn via Riga naar Vilnius. 58 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laulev Revolutsioon 61 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Zie hoofdstuk Deze nationalistische partij vertegenwoordigde het rechtervleugel van de radicale politieke bewegingen en was sterk anticommunistisch. Als politieke beweging is de partij voortgekomen uit MRP-AEG. Na de onafhankelijkheid speelde da partij een grote rol in het centrumrechtse kabinet dat tussen 1992 en 1995 aan de macht was. Na de val van dit kabinet fuseerde de ERSP met de Rahvuslik Koonderakond Isamaa (Nationale Coalitie Pro Patria ) en vormde de Isamaaliit (Pro Patria-liga). In 2006 sloot ook de conservatieve partij Res Publica zich aan en werd de huidige partij Isamaa-Res Publica Liit (IRL) gevormd. Deze conservatieve partij vormt heden ten dage een van de regeringspartijen van Estland. 64 Laar, The Restoration of Independence in Estonia 235. Het is van belang te beseffen dat dit comité geleid werd door erg conservatieve en nationalistische partijen. 65 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Het gaat hierbij om het Ests Volksfront (Rahvarinne), het Lets Volksfront (Latvijas Tautas Fronte) en de Litouwse Hervormingsbeweging (Lietuvos Persitvarkymo Sajūdis). 26

27 Naar schatting deden aan deze Balti Kett (Baltische keten) twee miljoen mensen mee. In Estland werd, als teken van steun, de dag door de autoriteiten een nationale vrije dag verklaard. 67 De keten maakte een grote indruk op de westerse wereld en maakte de landen maar bewust van de situatie in die delen van de Sovjet-Unie. Moskou reageerde woedend op de Balti Kett, hetgeen de nationale bewegingen enkel motiveerde hun inspanningen te verhogen. Zo werden op 24 februari 1990 in Estland verkiezingen gehouden voor het Eesti Kongress, het nationale congres dat de belangen van de Estse Republiek zou behartigen. 68 Voor deze verkiezingen waren enkel de Esten die zich eerder, op basis van de continuïteit van de Republiek, hadden laten registreren stemgerechtigd. Tijdens de bijeenkomst tussen 11 en 12 maart 1990 vaardigde dit congres, onder andere, de motie uit om de transitie naar onafhankelijkheid te beginnen. Vier dagen later, op 16 maart, vonden de verkiezingen plaats voor de Ülemnõukogu, waarbij de gehele bevolking mocht stemmen. Het Volksfront van Savisaar kwam als winnaar uit de bus. De Ülemnõukogu nam de bevindingen van het Kongress over en wist deze om te zetten in beleid. De Russischtalige bevolking vreesde met de dag meer voor de voorrechten die ze gedurende decennia had genoten en Interfront speelde daarop in en organiseerde in toenemende mate protesten. De spanningen kwamen tot ontlading toen op 14 mei 1990 de Ülemnõukogu een verbod uitvaardigde op het gebruik van de Sovjetvlag met de Hamer en Sikkel op Ests grondgebied. 69 Interfront organiseerde de dag erop een grote manifestatie en een massa Russen marcheerde naar de Toompea 70 om de eisen, zoals het herstel van de Hamer en Sikkel en het aftreden van de Ülemnõukogu kenbaar te maken. 71 De Russen wisten tot de binnenplaats van het paleis door te dringen en dreigden de regering te gijzelen. Hierop kwamen duizenden Esten naar de Toompea om het regeringsgebouw te ontzetten. De Russen werden ingesloten op de binnenplaats. Ondanks de spanning mondde de patstelling niet uit in geweld en de Estse menigte maakte ruimte voor de Russen om vredig te vertrekken. Er was geen geweld losgebarsten en er had geen bloed gevloeid, maar het signaal was duidelijk: de Esten hadden hun land in eigen handen. De daaropvolgende maanden stonden in het teken van de overgang naar onafhankelijkheid. De verschillende partijen binnen Estland konden het echter niet eens worden over de vorm waarin dit zou moeten gebeuren.. Op 19 augustus 1991 escaleerde de situatie in Rusland toen in Moskou een coup plaatsvond. Communistische hard-liners, die niets zagen in Gorbatsjovs hervormingen en de huidige politieke situatie in de Sovjet-Unie, poogden een staatsgreep te plegen. Ze plaatsten Gorbatsjov onder huisarrest en stuurden tanks naar de opstandige Sovjetrepublieken. Toen de tanks Tallinn naderden bereikten de verschillende partijen een overeenkomst en op 20 augustus werd de herstelde onafhankelijke Republiek Estland uitgeroepen. 72 Voordat het geweld echter losbarstte wist de Russische president Boris Jeltsin de coup te beëindigen,waarop de Russische soldaten zich terug trokken. Vervolgens erkende Jeltsin de onafhankelijkheid van de Estse Republiek. 73 Gorbatsjov kwam 67 Robin Lodge, More than two million join Human Chain in Soviet Baltics, Reuters news 23 augustus Laulev Revolutsioon. 69 Laulev Revolutsioon 70 De Toompea, soms vertaald als Domheuvel, is de heuvel in het centrum van Tallinn waar naast o.a. de Domkerk de Estse regeringsgebouwen staan. 71 Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laar, The Restoration of Independence in Estonia Laar, The Restoration of Independence in Estonia

28 weer aan het hoofd van de Sovjet-Unie te staan, maar het was duidelijk dat de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken haar langste tijd gehad had. Kort na deze gebeurtenissen volgend hield de Sovjet-Unie inderdaad op te bestaan en trokken de Russische troepen weg uit de Estse Republiek. Het land stond nu voor de uitdaging een nieuwe toekomst op te bouwen. Echter, de toekomst zou voor een deel bepaald gaan worden door de erfenis van de socialistische tijd. Het land had een zeer grote Russischtalige minderheid die grotendeels gescheiden leefde van de Eststalige meerderheid. Het bijeenbrengen van deze groepen zou een ingewikkelde taak blijken. 28

29 1.5 Tot slot Tot slot is het van belang te benadrukken hoe groot de rol van de Zingende revolutie is en was in het nationale besef van Estland. Volgens het nationale discours heeft het land zich onafhankelijk gezongen. Dit geschiedde vrijwel zonder geweld en daarmee wil Estland zich onderscheiden als natie. Cultuur, taal en zang waren de wapens van de onafhankelijkheid. 74 Deze rol wordt regelmatig herbevestigd in publieke uitingen en vanzelfsprekend voornamelijk bij de Dans- en Zangfestivals zelf. Het gevoel en het idee dat hierachter schuilgaat kan het beste worden geïllustreerd met de woorden die de Estse president Toomas Hendrik Ilves sprak bij de opening van het festival in 2009: 75 Laulupidude tähendust meie olemise tuumas ei saa mõõta. Seda saab mõista, kui püüda kujutada eestlust ette ilma selleta. Seda me ei saa, sest see on kujuteldamatu. Laulupidude, ja tantsimise, tähendus on ajas ikka muutunud. Me oleme laulnud ennast eestikeelseks ja rahvaks. Me oleme laulnud ennast vabaks. Me oleme kõige oma kanguse ja jonniga laulnud vastu nendele, kes seda on meilt tahtnud võtta. Me oleme nendele vankumatu veenvusega meenutanud: mu isamaa on minu arm. Sel kõigel on olnud tohutu tähendus ( ) Meie suvistepidu ütleb, et me oleme vaba rahvas vabal maal. Meie laul tuleb meie südamest. Meie tants tuleb meie elurõõmust ja nii on hää! Head ühist hingamist, elagu Eesti! De betekenis van zangfestivals in de kern van ons wezen kan niet gemeten worden. Het kan alleen begrepen worden als je probeert voor te stellen Est te zijn zonder ze [de festivals]. Dat kunnen we niet, want het is ondenkbaar. De betekenis van zang- en dansfestivals is door de tijd veranderd. Door zang zijn we een natie geworden een Eststalige natie. We hebben ons vrij gezongen. Met al onze kracht en volharding hebben we gezongen tegen hen, die dit [de vrijheid] van ons af wilden nemen. We hebben hen met niet aflatende overtuiging eraan herinnerd: Ons Vaderland is onze liefde. 76 Dit alles had een enorme betekenis ( ) Ons zomerfestival maakt duidelijk, dat we een vrij volk in een vrij land zijn. Ons lied komt uit ons hart. Onze dans komt [voort] uit onze liefde voor het leven en zo is het goed. [Ik wens jullie] een goede gezamenlijke adem/ziel, 77 Leve Estland! 74 Een vergelijkbare vorm van cultureel in plaats van fysiek verzet is terug te vinden bij de Tsjechen. Door de eeuwen heen hebben ook zij voor op cultureel niveau (taal, poëzie, literatuur, kunst) voor hun voortbestaan gevochten, in plaats van naar de wapenen te grijpen. 75 De tekst van de gehele toespraak is, onder andere, terug te vinden in President Ilves: me oleme laulnud ennast vabaks * We hebben ons vrij gezongen +, Postimees 4 juli Een verwijzing naar het beroemde gedicht van Lydia Koidula. Voor deze vertaling is mijn veranderd in ons. 29

30 Populatie en Naturalisatie Iga konn elagu oma tiigis Iedere kikker zou in zijn eigen plas moeten leven -Ests Spreekwoord 77 Aan de dubbele betekenis van het woord hing ( ziel of adem ) wordt doorgaans veel betekenis gegeven aangezien het een niet zonder het ander kan. 30

31 2 Populatie en Naturalisatie 2.1 Inleiding Estland heeft in de loop van de twintigste eeuw te maken gekregen met een aanzienlijke verandering in de etnische samenstelling van de bevolking. Aan het begin van 20e eeuw was de bevolking van Estland, net als Letland, etnisch zeer homogeen. In 1922 nog maakten de Esten 87,6% van de bevolking uit, gecombineerd met 8,2% Russen en kleinere groepen Duitsers, Zweden en Joden. 78 Door de twee wereldoorlogen en de Russische bezetting kwam in deze samenstelling een zeer grote verandering. Vlak voor het herstel van de onafhankelijkheid, in 1989, maakten de etnische Esten namelijk nog maar 61,5% van de bevolking uit, tegenover ruim 30% Russen. Als gevolg hiervan en van een erg restrictieve Burgerschapswet 79 had in 1992 meer dan 30% van de bevolking van Estland geen staatsburgerschap. In dit hoofdstuk zullen deze thema s vanuit een demografisch standpunt worden behandeld. Eerst zal de achtergrond van de migratie van de Russischtaligen naar Estland worden behandeld om een beeld te krijgen hoe de groep binnen het land past. Vervolgens zal deze ontwikkeling in demografische context tot 1991 cijfermatig worden behandeld. Op deze wijze zal er een duidelijk en tastbaar beeld ontstaan van de aard en omvang van de Russischtalige minderheid in Estland. De laatste paragraaf zal de naturalisatie van de minderheid cijfermatig behandelen. Op basis van deze drie paragrafen zal aldus een helder beeld ontstaan van de achtergrond en omvang van de minderheid en de demografische integratie van deze groep in Estland. 2.2 De Russische minderheid tijdens de bezetting Ondanks dat Russen zich vanaf de 17 e eeuw in het huidige Estland begonnen te vestigen vormden ze pas sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog een bevolkingsgroep van betekenis. Volgens schattingen maakten deze Russen toen tegen de 7,5% van de totale bevolking uit. 80 Ongeveer de helft van deze Russen bestond uit de inheemse bevolking van de gebieden rond Petseri (Rus. Pečory) en Irboska (Rus. Izborsk), die met van Vrede van Tartu (1920) aan Estland ten deel waren gevallen. Tot de Tweede Wereldoorlog bleef het aandeel Russen in Estland stabiel rond de 8%. Zij genoten van Estse kant een aanzienlijke tolerantie, die naar voren kwam in de Wet op Culturele Autonomie van Deze situatie veranderde met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende annexatie in de Sovjet-Unie. De jaren na de annexatie werden gekenmerkt door een sterk veranderende bevolkingssamenstelling. Niet alleen was er, zoals eerder besproken, sprake van massale vlucht en deportatie van etnische Esten in de oorlog maar ook van een grootschalige import van Russen daarna. Om verschillende redenen liet Stalin grote aantallen Russen zich vestigen in de Estse republiek. Ten eerste vormde dit een deel van zijn politiek van Russificatie, waarin hij alle Sovjetrepublieken zo veel mogelijk Russisch probeerde te maken. Hij verwachtte dat het verzet tegengewerkt zou worden als alle neuzen 78 Gegevens van Eesti Statistika, het Ests Instituut voor de Statistiek, te vinden op 79 Voor de bespreking van deze wet, zie Hoofdstuk 4 80 Gegevens van Eesti erinevate rahvuste esindajate kodu * Estland thuis van vertegenwoordigers van verschillende naties +, 81 Deze wet werd door de Volkenbond gelauwerd om zijn tolerante en vooruitstrevende inhoud. Via: Asbjøn Eide, Cultural Autonomy: Concept, Content, History and Role in the World Order, in: Markku Suksi (red.), Autonomy: application and implications (Den Haag 1998)

32 dezelfde kant op stonden. 82 Een andere reden was de herbevolking van het door de oorlog verscheurde land en het leveren van arbeidskrachten. In de oostelijke provincies, voornamelijk Ida- Virumaa, werden vele ontginningen, mijnen en fabrieken geopend, die uiteraard werkkrachten nodig hadden. Dit waren voornamelijk Russen die zich meestal middels het orgnabor-systeem 83 in Estland vestigden. Vandaar dat de Russische bevolking in Estland zich nog steeds, behalve in Tallinn, in die regio concentreert, voornamelijk in de steden Narva, Kohtla-Järve, Sillamäe 84 en Jõhvi. Deze verdeling is voor het jaar 2008 uitgedrukt in het onderstaande kaartje: Figuur 1 Aandeel van immigranten in de bevolking, per provincine (2008) Het is wellicht interessant om een parallel te trekken met eerdere wereldleiders die een vergelijkbare politiek hebben gevoerd. Stalin voerde een zeer sterke politiek van Russificatie ondanks dat hij zelf geen Rus was. Dit zou kunnen duiden op een minderwaardigheidscomplex wat terug te vinden is bij eerdere wereldleiders. Alexander de Grote, een Macedoniër (en dus een nep-griek ) forceerde al zijn onderdanen de Griekse taal en levenswijze over te nemen. Een vergelijkbaar proces is te vinden bij Napoleon Bonaparte, die ook geen echte Fransman was, maar een Corsicaan. Ook hij dwong zijn onderdanen zich haast Franser dan de Fransen te gedragen. 83 Orgnabor, een afkorting van Organizacionnyj Nabor (Organisatieset) was een systeem waarmee bepaalde industrieën, zoals defensie, bepaalde aantal arbeidsmigranten per jaar konden aantrekken. Tevens functioneerde dit als een systeem gespecialiseerde werkkrachten te verdelen binnen de Sovjet-Unie. 84 Sillamäe is overigens interessant in deze context aangezien dat een gesloten stad werd die gewijd was aan de uraniumverrijking. Nog steeds valt deze stad op door de uitgebreide Sovjetboulevards (om het leven aantrekkelijker te maken) en de monumenten aan de nucleaire technologie. Zie, onder andere, de fotoreportage op de officiële website 85 Siim Krusell, Data and general characterisation of immigrant population, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009), 6-11, aldaar

33 Gedurende de gehele bezetting bleef het aantal Russen in Estland toenemen. Sommige groepen woonden er al ten tijde van de Estse Republiek, andere groepen waren door Stalin geforceerd en weer andere groepen waren als legale migranten vanaf de jaren 50 in Estland komen wonen. Hun aantal nam aanzienlijk toe. Voor de oorlog vormden de Russen ongeveer 8 procent van de bevolking en ten tijde van de onafhankelijkheid was de groep, met ruim zielen,gegroeid tot 35% van de gehelebevolking. 33

34 2.3 De bevolking van Estland tot 1991 De onafhankelijke Estse republiek hield haar eerste volkstelling in het jaar Volgens die census leefden er op 28 december van dat jaar 1,107,059 mensen in Estland. Naar schatting had 87,6% hiervam de Estse nationaliteit en vormden Russen ongeveer 8% van de bevolking. 87 Op basis van vooroorlogse peilingen was geschat dat de Estse bevolking sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was afgenomen met 100,000 personen. Deze teruggang was, naast verliezen in de oorlog, te wijten aan een afgenomen vruchtbaarheid onder de bevolking. 88 Ten tijde van de volgende census, in 1934, was de bevolking, voornamelijk door natuurlijke groei, met welhaast 20,000 mensen toegenomen. In maart 1934 telde de bevolking van Estland 1,126,413 zielen, waarbij de verhouding tussen Esten en Russen stabiel gebleven was. De vreedzame groei en ontwikkeling van Estland kwamen echter tot een halt aan de vooravond van de Tweede wereldoorlog. Ten gevolge van het non-agressiepact tussen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie werd Estland een speelbal tussen deze grootmachten. De Estse bevolking kreeg te lijden onder tekorten, deportaties, mobilisatie in zowel het Russische als het Duitse leger en natuurlijk onder de uitroeiing van Joden, zigeuners en andere ongewenste elementen. Ten tijde van de Duitse bezetting is in 1941 een vlugge volkstelling gehouden, waaruit bleek dat door anderhalf jaar oorlog de bevolking met een geschatte 110,000 mensen was afgenomen tot ongeveer een miljoen. 89 Er zijn helaas geen gegevens over de etnische samenstelling in die periode. Ook is het erg moeilijk om demografische ontwikkelingen te volgen in de jaren direct na en tijdens de oorlog. Hoewel sterfte- en geboortegegevens redelijk consequent gedocumenteerd bleven ontbreekt alle accurate informatie omtrent migratiestromen en rekrutering in de bezettende legers. Wel is vastgelegd dat in de herfst van 1944, vlak voor de tweede Russische bezetting naar schatting 7% van de Estse bevolking naar Zweden of Duitsland vluchtte. 90 Ondanks dat er enkel schattingen gemaakt 91 kunnen worden is de consensus dat na de oorlog de bevolking van Estland afgenomen was met 20 25%, dat wil zeggen meer dan 200,000 mensen. Het staat vast dat de bevolking gedaald was tot onder de 900,000 zielen. Naast de oorlogverliezen en de emigratie was deze afname veroorzaakt door het feit dat door de annexatie in de Sovjet-Unie de gebieden die Estland had verworven met het verdrag van Tartu werden geïncorporeerd in de Russische republiek. Deze gebieden bevatten gezamenlijk naar schatting 50,000 inwoners. 86 Taimi Rosenberg (red.), Aegmööda asi kaunis; Statistikavalimik [Een mooi iets door de tijd; statistiekverzameling], (Tallinn en Tartu 2008) Alle populatiegegevens op basis van etniciteit zijn verkregen via Eesti Statistika. 88 Rosenberg, Aegmööda asi kaunis Rosenberg, Aegmööda asi kaunis Rosenberg, Aegm:oöda asi kaunis Het instituut Eesti Statistika schat dat in 1945 Esten 97,3% van de bevolking vormden. Uiteraard kwam hier na de terugkeer van de Russen snel verandering in. 34

35 Zoals eerder beschreven werd de Sovjetbezetting, onder andere, gekarakteriseerd door grootschalige immigratiestromen. Russen vestigden zich zowel onder het motto van arbeidsspecialisatie alsmede in het kielzog van de Russische soldaten in de Estse SSR. In de periode waren dit alleen al 240,000 mensen en de bevolking van het land nam met ruim een kwart toe. Daarmee telde de bevolking van de Estse SSR volgens de census van 1959 een totaal van 1,196,791 personen. De verhouding tussen Esten en Russen was aanzienlijk veranderd en de Russen waren 20,1% van de bevolking gaan uitmaken, tegen 74,6% Esten. In de volgende drie decennia zou deze trend aanhouden en zou de bevolking van Estland, voornamelijk door de Russische immigratie, gestaag toenemen en zou het percentage Russen toenemen. Deze trend leidde ertoe dat bij de census van 1989 de Estse bevolking 1,565,662 zielen telde. Hiervan had nog maar 61,5% van de bevolking de Estse nationaliteit tegenover 30,3% procent Russen. De overige 8,3% van de bevolking werd voor meer dan de helft gevormd door mensen van Oekraïense en Wit-Russische komaf. Ter verduidelijking staat deze ontwikkeling, zowel absoluut als relatief, in onderstaande tabel weergegeven. aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % Esten , , , , , ,5 Russen , , , , , ,3 Overige , , , , , ,3 totaal , Grafiek 2-1 Aantal en aandeel Esten, Russen en overige nationaliteiten in Estland, Na de herwinning van de onafhankelijkheid nam de Estse bevolking redelijk snel af, onder andere door migratie naar Rusland onder de minderheid. Deze emigratie staat In onderstaande grafiek afgebeeld. Volgens een in 2000 uitgevoerde census telde de Estse bevolking 1,370,052 mensen, wat neerkomt op een afname van 13% sinds De trend van bevolkingsafname bleef zich na de aanvankelijke emigratiegolf voorzetten en de censi van 2005 en 2009 telden respectievelijk 1,370,052 en 1,340,415 inwoners. De percentages Esten en Russen blijven stabiel rond de, respectievelijk, 68 en de 25,5%. De bevolking van Estland blijft sinds de census van 2009 afnemen en de overheid vreest voor de gevolgen van vergrijzing. Grafiek 2-2 Migratie van Estland naar Rusland en overige GOS-landen, Rosenberg, Aegmööda asi kaunis Aksel Kirch,, Estonian Report on the Russian minority (Tallinn 2001) 3. 35

36 2.4 Naturalisatie Toen de Estse republiek in 1991 hersteld werd vormden personen van niet-estse etniciteit bijna 40% van de bevolking. De onafhankelijke Estse regering beschouwde dit als een bedreiging voor de Estse staat en cultuur en deze achtergrond vormde de basisgedachte voor de burgerschapswet die in 1992 werd aangenomen. Ten gevolge van deze wet, die zeer beperkt burgerschap verleende, werd ongeveer een derde van de Estse bevolking (voornamelijk Russen en Russischsprekenden) de facto stateloos of, in officiële Estse terminologie, een individu met ongedefinieerd burgerschap. 95 Om het Ests burgerschap te bemachtigen is een naturalisatieproces noodzakelijk. Andere opties zijn en waren stateloos blijven, burgerschap van een ander land aanvragen of Estland verlaten. 96 Al deze opties zijn in de loop der jaren benuttigd. Deze paragraaf zal zich richten op de naturalisatie in Estland van 1992 tot heden. De burgerschapswet van 1992 verleende burgerschap aan 68% van de Estse bevolking, wat dus betekende dat 32% bij aanvang stateloos was. Dit getal is in de loop naar 2011 teruggebracht tot ongeveer 7,5%. Ondertussen is het aandeel van inwoners met een nationaliteit van een derde partij (de third country nationals ) toegenomen tot ongeveer 8%. Dit zijn (permanente) inwoners van Estland die burgerschap hebben van een ander land. De groei van deze groep is te verklaren doordat een deel van de etnische Russen in Estland Russisch burgerschap heeft aangevraagd enerzijds en door de toename van expats door de economische groei en integratie in Europa anderzijds. De verhoudingen tussen deze drie groepen is weergegeven in onderstaande figuur, waarin overige duidt op inwoners met burgerschap van een derde partij. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ests burgerschap Ongedefinieerd burgerschap Overige Grafiek 2-3 Burgerschap in Estland, 1992, 1999 en De term individuen met ongedefinieerd burgerschap ( määratlemata kodakondsusega isikud ) wordt veel gebruikt in Estse officiële documenten. De term is echter nooit juridisch gedefinieerd. In het Russisch wordt de term negraždane gebruikt, hetgeen, letterlijk vertaald, niet-burgers betekent. 96 Priit Järve en Vadim Poleshchuk, Country Report: Estonia, EUDO Citizenship Observatory (Florence 2010) Eesti Lõimumiskava * Estse Integratiestrategie , (2008),

37 De naturalisatie van statelozen was geen geleidelijk proces en de meeste naturalisatie vond plaats in de vroege jaren 90. De oorzaak hiervan is deels juridisch, aangezien de wet van 1992 op het gebied van naturalisatie soepeler was dan de opvolger van Onder de eerste wet was het taalexamen bijvoorbeeld geen vereiste voor mensen van Estse nationaliteit 98 en voor mensen die voor 1990 een burgerschapsverzoek hadden ingediend. 99 Met de wet van 1995 kwam er een einde aan dit versoepelde proces en werd tevens een examen over de Estse staat in het Ests ingesteld. Hierdoor nam het aantal naturalisaties na 1996 aanzienlijk af. Daarnaast kan gesteld worden dat de meer geïntegreerde statelozen al zeer snel burgerschap aanvroegen. Zij konden immers voldoen aan de soepelere eisen. Tevens zal deze groep een sterkere identificatie hebben gehad met de Estse staat en daarom een burgerschap sterker geambieerd hebben. Om een duidelijk beeld te geven is in de onderstaande figuur het aantal nationalisaties in Estland per jaar in duizenden weergegeven voor de periode ,5 22,8 20,4 16, ,4 8,1 9,9 4,5 3,4 3,1 4,1 3,7 6,5 7,1 4,8 4,2 2,1 0 Grafiek 2-4 Nationalisaties in Estland in duizenden per jaar, De figuur toont duidelijk dat de naturalisatie voornamelijk plaatsvond in de periode , voor de implementatie van de burgerschapswet van In de jaren zijn in totaal 87,712 mensen genaturaliseerd, wat neerkomt op welhaast 60% van het geheel in de periode tot De vroege jaren 90 kenden een gemiddeld van 20,000 naturalisaties per jaar tegen 5,000 per jaar in de periode Een goede indicator voor het veranderde niveau van de taalexamens is dat in 1996 nog 16,740 personen slaagden tegenover 2,099 in 1997 met het nieuwe examen. 102 Ondanks een aanzienlijke afname in het naturalisatieproces is er een duidelijke vooruitgang merkbaar. Zo passeerde 30 november 2005 het aantal genaturaliseerde personen het 98 De Estse term voor nationaliteit, rahvus verwijst enkel naar etnische achtergrond. De term is verder niet gedefinieerd en in de praktijk komt het neer op zelfidentificatie. 99 Priit Järve, Estonian Citizenship:Between ethnic preferences and democratic obligations Bron: Ests Burgerschaps- en Migratiebureau 101 Eesti Lõimumiskava (2008), Järve, Estonian Citizenship

38 aantal statelozen 103 en beschikte in 2008 meer dan de helft van de etnische Russen over het Ests burgerschap. 104 In het voorjaar van 2011 werd gevierd dat het aantal statelozen onder de was gekomen. 105 De verwachting is dat dit aantal verder zal afnemen zodra de wet betreffende het geboorterecht van kinderen wordt aangepast en meer kinderen automatisch Ests staatsburger worden. 106 De verwachting is dat het naturalisatieproces geleidelijk aan verder zal afnemen aangezien de niet genaturaliseerde groep voornamelijk bestaat uit personen die te oud zijn om nog de Estse taal te leren, er om andere redenen niet toe in staat zijn of de voorkeur geven aan de voordelen van het grijs paspoort boven een Ests paspoort 107 of simpelweg niet willen naturaliseren. Het is begrijpelijk dat deze groep geleidelijk zal afnemen. 103 Eestlased elavad üha kauem * Er leven meer en meer Esten +, Delfi 28 december Eesti Lõimumiskava (2008), Tuuli Jõesaar, Kodakondsuseta inimeste arv langes alla * Het (aantal) mensen zonder burgerschap viel onder de , Eesti Päevaleht 6 juni Mondelinge mededeling Human Rights Center. 107 Het paspoort van een stateloze Est (het zogeheten grijze paspoort of soms nog het Sovjetpaspoort) geeft, in tegenstelling tot het Ests paspoort recht op visumvrij reizen binnen het Gemenebest van Onafhankelijke Staten. Het grijze paspoort verleent de bezitter daarnaast het recht om, maximaal 90 aaneengesloten dagen, visumvrij door de Schengenzone te reizen. Hij mag zich echter niet vestigen of er werken. 38

39 Positie en Identiteit van de Russische minderheid Iga punane mari ei ole mitte maasikas Niet elke rode bes is een aardbei -Ests Spreekwoord Igaühel on südamelaul, igaühel on see isemoodi Ieder heeft een hartelied, bij ieder is die uniek -Heli Lääts Oma laulu ei leia ma üles 39

40 3 Positie en Identiteit van de Russische minderheid 3.1 Inleiding Met de historische en demografische ontwikkeling van de Russischtalige minderheid behandeld is het passend de huidige situatie te analyseren. In dit hoofdstuk zullen twee aspecten van deze situatie worden behandeld: de socio-economische positie van de Russischtaligen binnen Estland en het eigen identiteitsconcept. Bij het eerste is het doel ten eerste om een accuraat beeld te geven van deze maatschappelijke kloof, zowel op het gebied van omvang als van spreiding. Ten tweede zal geanalyseerd worden welke factoren dit verschil veroorzaken en hoe die te verklaren zijn. Vanwege de omvang en de informatiedichtheid zal dit deel worden afgesloten met een conclusie waarin de belangrijkste vindingen opgetekend staan. Het tweede deel zich vervolgens bezighouden met het identiteitsconcept van de Russen in Estland. Dit concept zal gevormd worden op basis van enkele variabelen de heterogene minderheid zal op basis hiervan worden opgedeeld in subgroepen. Vervolgens zal onderzocht worden hoe deze groepen vervolgens na 2007 veranderd zijn. De uitkomsten van deze analyse zal in de laatste paragraaf worden gekoppeld aan en geïllustreerd met behulp van een originele en omvattende terminologie. 3.2 Positie van de Russische minderheid In Estland bestaat tot op de dag van vandaag een maatschappelijke kloof tussen de Russischtalige minderheid en de titulaire meerderheid van het land. Deze kloof is zowel te vinden op het socioeconomische vlak, dat wil zeggen op het gebied van inkomen en werkeloosheid, als op het maatschappelijke vlak, wat zich vertaalt in maatschappelijke en politieke participatie en vertrouwen in de overheid en instituties. In dit onderdeel zullen deze twee aspecten behandeld worden, waarbij de nadruk ligt op de huidige en recente periode. Het doel is het geven van een accurate beschrijving van de omvang van het verschil in de maatschappelijke positie en de relevante factoren hierin en deze factoren vervolgens te verklaren Socio-economische positie van de Russischtalige minderheid Ten tijde van de Estse SSR vormden de Russischtaligen een geprivilegieerde economische klasse in het land. Door de russificatiepolitiek van Moskou en de georganiseerde migratie van arbeiders bekleedden de Russen niet enkel in de overheid, maar ook in verschillende non-gouvernementele bedrijfstakken de hoogste functies. Daarnaast waren en zijn ze oververtegenwoordigd in de door de Russen opgezette zware industrie, transport en scheepvaart. Vanzelfsprekend waren de Russischtaligen in het noordoosten van het land, waar veel zware industrie was en grondstofwinning plaatsvond, in alle beroepsgroepen oververtegenwoordigd. Deze situatie veranderde uiteraard toen Estland in 1991 de onafhankelijkheid herwon. De hoge posities bij de (semi-)overheid werden overgenomen door etnische Esten en door de taaleisen die gesteld werden was het onvermijdelijk dat Russischtaligen posities kwijtraakten. Samengevat werden vanaf 1991 de Esten weer de elite in het land, wat zich vertaalde in de economische positie. Daarnaast is de laatste decennia de relatieve waarde van de tertiaire sector gestegen, wat juist de sector is waar Esten sterker vertegenwoordigd zijn en waren. 108 Deze gedachte dient zeker in het achterhoofd gehouden te worden. 108 M. Lauristin (red.), Non-Estonians as Part of Estonian Society, in: M. Heidmets (red.), Estonian Human Development Report 2007 (Tallinn 2008) 46-87, aldaar

41 Een goed beginpunt als het gaat om de economische positie van de minderheid in Estland is het kijken naar het verschil in het besteedbaar inkomen tussen de Russen en de Esten. Het verschil tussen deze inkomens was in de periode gemiddeld 18% ten nadele van de niet-esten. 109 Om dit te verduidelijken is het (gemiddeld) jaarlijks besteedbaar inkomen per persoon in euro s 110 in de onderstaande grafiek afgebeeld: Esten Niet-Esten Grafiek 3-1 Jaarlijks besteedbaar inkomen in euro s op nationaliteit, Het is duidelijk dat het relatieve verschil in besteedbaar inkomen tussen beide groepen redelijk constant rond de 18% is. Ondanks dat hieruit een duidelijk inkomensverschil blijkt, is het niet correct om te stellen dat er direct- een causaal verband is tussen de etniciteit en het besteedbaar inkomen. Een van de factoren die een veel aanzienlijkere rol speelt in het inkomensverschil, maar wel direct verwant is aan de nationaliteit, is burgerschap. Dit blijkt wanneer het jaarlijks besteedbaar inkomen van de etnische Russen wordt opgedeeld op basis van burgerschap, zoals in onderstaande grafiek: Ests burgerschap Ander burgerschap Ongedefinieerd Grafiek 3-2 Jaarlijks besteedbaar inkomen in euro s van etnische Russen op burgerschap, Eesti Statistika. 110 De eurowaarden zijn berekend volgens de verhouding 1 euro = Estse Kroon. Totdat de Euro in 2011 in Estland werd ingevoerd kende de Kroon deze vaste wisselkoers. 111 Eesti Statistika. 112 Eesti Statistika. 41

42 In deze verdeling is een aanzienlijk verschil te zien in het besteedbaar inkomen van de Russen met een Ests burgerschap enerzijds en een ander of ongedefinieerd burgerschap anderzijds. Het inkomen van de Russen met een Ests burgerschap verschilt tevens aanzienlijk minder met het inkomen van de etnische Estsen, namelijk nog slechts 11,5%. Dit in contrast met de overige burgerschapsvormen, waarbij het gemiddeld inkomen 23,5% verschilt van dat van etnische Esten. 113 Dit impliceert dat inkomen meer gerelateerd is aan burgerschap dan puur aan nationaliteit. Daar dient wel bij vermeld te worden dat de Russen met een Ests burgerschap waarschijnlijk beter geïntegreerd zijn in de samenleving en naar verwachting kennis hebben van de Estse taal. Dit zijn beide factoren die de positie op de arbeidsmarkt aanzienlijk verbeteren. Aangezien de voorgaande cijfers de groepen als geheel behandelen wordt er een belangrijk aspect, de economische situatie in de woonregio niet meegenomen. Zoals eerder aangetoond wordt het noordoosten van Estland voornamelijk door etnische Russen bewoond. Het andere centrum van de Russische populatie is het de hoofdstad Tallinn, hier vertegenwoordigd door regio noord. Tussen deze twee gebieden zijn de etnische Russen, in absolute aantallen, ongeveer gelijk verdeeld. De regio rond de hoofdstad Tallinn is economisch gezien meer welvarend dan het noordoosten van het land. 114 Die regio, voornamelijk de provincie Ida-Virumaa, kamp met sterk verouderde industrie en dientengevolge een terugloop in werkgelegenheid. Vanaf het socialisme was de regio voornamelijk gericht op zware industrie, mijnbouw (kool en fosforiet), de winning van energie uit olieschalie en de verrijking van uranium. 115 Deze industrieën hebben het, door de economische integratie met Europa 116 en de komst van de financiële crisis, flink te verduren gehad. Dit vertaalt zich in een hoge werkeloosheid, die, in vergelijking met het gehele land en de noordelijke regio, in de onderstaande grafiek is afgebeeld: 113 Aangezien de besteedbare inkomen van de Russen met een ander en een ongedefinieerd burgerschap zeer dicht bij elkaar liggen worden ze hier als een groep genomen. 114 Ter vergelijking, het gemiddeld bruto maandsalaris voor het gehele land, het noorden en het noordoosten was respectievelijk 407,31, 475,82 en 321,60 voor 2003 en respectievelijk 766,78, 861,89 en 642,28 voor Dit gebeurde in de gesloten stad Sillamäe. Aangezien de inwoners deze stad niet konden verlaten werd er door de autoriteiten hun best gedaan om de leefomstandigheden zo goed mogelijk te maken. Tot op heden onderscheid het stadje zich van de andere steden in de regio met relatief mooie parken en veel recreatiegelegenheden, zoals sportcomplexen. Ook is er nog een, inmiddels vervallen, brede boulevard in klassieke Sovjetstijl, inclusief trappen, richting de zee gemaakt. 116 De economische integratie met de rest van Europa zorgde voor een tweeledig (negatief) effect op de Estse economie in het algemeen en de industrie in Ida-Virumaa in het bijzonder. Ten eerste kwamde markt open te staan voor kwalitatief betere en goed te verkrijgen westerse producten, waardoor de binnenlandse markt voor eigen producten flink afnam. Daarnaast verloor de regio een aanzienlijke afzet doordat de producten en productiewijzen niet voldeden aan de Europese normen. Desalniettemin worden tot op de dag van vandaag enkele zeer belangrijke grondstoffen gewonnen in de provincie, met name het zogeheten olieschalie. Met de winning van deze grondstof weet Estland zichzelf te voorzien van ruim 93% van de binnenlandse energiebehoefte (en is daarvoor dus niet afhankelijk van Rusland). Deze industrie is echter erg vervuilend en belastend voor het milieu. 42

43 Noordoost Estland Estland Geheel Noord Estland Grafiek 3-3 Werkeloosheid in verschillende gebieden en het gehele land, in procenten, De verdeling van de werkeloosheid per regio correspondeert met de vergelijking van werkeloosheid op basis van nationaliteit. In de jaren bedroeg de werkeloosheid voor het gehele land respectievelijk 5,5%, 13,8% en 16,9%. De etnische Estse bevolking bevond zich in deze jaren te allen tijden onder het landelijks gemiddelde (resp. 5,2%, 12,4% en 14,6%) en tegelijkertijd was de werkeloosheid onder immigranten hoger, met resp. 6,6%, 17,8% en 23,7%. Zoals te zien is in bovenstaande grafiek ligt het werkeloosheidspercentage van de immigrantenbevolking zeer dicht bij dat van Noordoost Estland. Nu de gemiddelde verschillen in inkomen zijn behandeld en de economische en sociale achtergronden zijn besproken beschikken we over het kader om de kern van de situatie te analyseren. Er is reeds behandeld dat de verschillen in besteedbaar inkomen tussen etnische Esten en Russen aanzienlijk afnemen wanneer de Russen in bezit zijn van het Ests staatsburgerschap. Dat impliceert dat nationaliteit geen beslissende rol speelt in de socio-economische verschillen. Overigens betekent dit niet dat burgerschap de bepalende factor is. De meest omvattende analyse lijkt dat kennis van de Estse taal onder de Russen (in combinatie met burgerschap) de bepalende factor is in de positie op de arbeidsmarkt en het inkomen. Dit wordt, onder andere, geïndiceerd door onderstaande grafiek, die de beroepsgroepen onder de inheemse- en immigrantenbevolking afzet tegen kennis van het Ests en nationaliteit. Uit de grafiek blijkt dat de hoogste posities in het land voornamelijk worden vervuld door etnische Esten, maar dat niet-esten met kennis van de taal tevens dominant zijn in deze segmenten. 118 Daarnaast is voor deze groepen karakteristiek dat ze een relatief laag aandeel hebben in de ongeschoolde arbeid. Een vergelijking tussen etnische Esten en Estssprekende niet-esten toont aan dat er zeker verschillen zijn in de relatieve vertegenwoordiging in beroepsgroepen, maar dat deze verschillen niet dusdanig groot zijn dat ze op segregatie duiden. Deze segregatie is wel te vinden in de beroepsverdeling onder de inheemse- en immigrantenbevolking zonder kennis van het Ests. Onafhankelijk van het feit of ze wel of niet tot de 117 Eesti Statistika. 118 De beroepsverdelingen zijn uitgedrukt in aandelen. Gezien deze wijze van uitdrukken en de focus van het hoofdstuk zullen verschillen in onderwijsniveau hier niet worden behandeld. Wel moet vermeld worden dat dit niveau, onder andere vanwege de taalkloof en de daaruit voortkomende onderwijsbeperkingen, onder de Russischtalige bevolking gemiddeld lager is dan onder de etnische Esten. 43

44 inheemse bevolking behoren werkt ongeveer de helft op het niveau van geschoolde arbeid en productie. Tevens is het aandeel bij ongeschoolde (elementaire) arbeid relatief hoog. Tegelijkertijd is het aandeel in de hogere beroepsgroepen erg laag. De arbeidsverdeling in de grafiek suggereert aldus dat de beroepsbezetting niet sterk wordt bepaald door lidmaatschap van de inheemse- of immigrantenbevolking, maar voornamelijk door kennis van de Estse taal enerzijds en nationaliteit in mindere mate anderzijds. 3-4 Beroepsverdeling onder de bevolking, Een andere interessant en aan het bovenstaande gerelateerde indicator van de bepalende factoren in economische segregatie is het verschil in beroepsbezetting tussen immigranten van de eerste en van de tweede generatie. Dat houdt hier in dat in de eerste generatie de personen zelf alsmede hun ouders geboren zijn in het buitenland en in de tweede generatie dat de persoon zelf in Estland geboren is maar zijn ouders in het buitenland. Analyse van de mobiliteit tussen de generaties indiceert dat de beroepsbezetting van de tweede generatie mede wordt beïnvloed door het menselijk kapitaal van de ouders, dat in de context van immigranten tevens het karakter van etnisch kapitaal heeft gekregen vanwege de relatieve afzondering van de gemeenschap. 120 Als gevolg hiervan vervult de tweede generatie, bij vergelijkbare opleiding en vaardigheden, dezelfde beroepsgroepen 119 Siim Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul / Positions of native and immigrant population in the labour market, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009), 63-81, aldaar Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul

45 als de eerste generatie, wat impliceert dat er sprake is van een lage mobiliteit tussen de generaties. 121 Dit model gaat in grote zin op voor de situatie in Estland op het belangrijke verschil na dat de Russische minderheid in twee extra categorieën valt, die van taalvaardigheden afhangen en niet van generatie. Conform hiermee vervulden immigranten met kennis van het Ests zowel in de eerste als tweede generatie voornamelijk posities in de hogere beroepscategorieën (witte boord) en werden de lagere beroepsgroepen (blauwe boord) voornamelijk vervuld door de immigranten zonder kennis van het Ests, ongeacht generatie. Hoewel de verdeling onder beroepsgroepen tussen de twee generaties bij de immigranten zonder kennis van het Ests vrijwel gelijk is, kent de verdeling tussen de generatie bij de groep met taalbeheersing een significant verschil. In de tweede generatie is het aandeel in twee hoogste beroepscategorieën (specialisten en topambtenaren) bijna 10 procentpunt lager dan bij de eerste generatie en tegelijkertijd is het aandeel in de diensten- en verkoopscategorieën bijna 10 procentpunt hoger. Dit is een opmerkelijke ontwikkeling aangezien in de meeste landen en gevallen de latere generaties immigranten het aanzienlijk beter doen dan hun voorgangers. 122 In Estland is dit niet het geval, hetgeen lijkt te duiden op een ver-esting van de socio-economische elite van het land. 123 De verhoudingen zijn in de onderstaande figuur uitgewerkt. 3-5 Beroepsposities van de immigrantenbevolking op generatie en kennis van het Ests George J. Borjas, Ethnic capital and Intergenerational Mobility, The Quarterly Journal of Economics vol. 107 n. 1 (1992) Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul 77. Voorbeelden hiervan zijn, onder andere, te vinden in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. 123 Dit is waarschijnlijk te verklaren doordat staatsburgerschap en kennis van de Estse taal zeer belangrijke voorwaarden werden voor de hoge posities in de Estse maatschappij. Daarnaast is het niet onwaarschijnlijk dat de etnische Esten hun verworven posities liever niet delen met de Russen. 124 Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul

46 Het laatste aspect dat behandeld dient te worden in de analyse van de socio-economische positie van de Russischtalige minderheid in Estland is discriminatie op de arbeidsmarkt. Dit is een hekel punt en bij een onderzoek in 2007 gaf 29,5% van de ondervraagde niet-esten aan dat ze discriminatie als een redelijk algemeen verschijnsel zagen. 125 Ondanks dat de inkomensverschillen tussen etnische Esten en Russen die Ests spreken gering zijn, gemiddeld 3% in , is er een verschil in verdeling over de arbeidsmarkt. Dit is onder andere merkbaar in de afname van 10 procentpunt van het aandeel immigranten in de hoogste beroepsgroepen. De vertegenwoordiging in de politieke sector zal in de volgende paragraaf behandeld worden en hier niet worden meegenomen in de bespreking. In dit hoofdstuk is reeds aangetoond dat nationaliteit niet de bepalende factor lijkt te zijn voor de socio-economische positie, maar dat deze voornamelijk vervuld wordt door taalkennis en burgerschap. 127 Desondanks speelt nationaliteit zeker een rol en komt discriminatie op basis van etniciteit zeker voor. 128 Vermoedelijk zal een deel van de discriminatie voortkomen uit een historische afgunst of een angst voor het voortbestaan van de Estse cultuur. Het is echter erg lastig en onnauwkeurig om subjectieve zaken als discriminatie te peilen. Daarnaast geven de eerder besproken indicatoren geen blijk van een grootschalige omvang hiervan. Het is daarom passend om een van de heersende theorieën op het gebied van segregatie en menselijk kapitaal van immigrantwerknemers te behandelen. In de analyse van verschillen op de arbeidsmarkt vormt de factor van het menselijk kapitaal, bijvoorbeeld taalkennis, opleidingsniveau of werkervaring, de beslissende rol. Deze onderdelen, die beschouwd kunnen worden als het resultaat van investering in menselijk kapitaal, vormen echter niet het gehele plaatje. Naast deze investeringseigenschappen wordt het verdelingsproces op de arbeidsmarkt ook aanzienlijk beïnvloed door inherente karakteristieken, zoals geslacht, nationaliteit, ras 129, et cetera. Verschillende processen leiden vervolgens tot ongelijkheid in de verdeling op de arbeidsmarkt. Een van deze processen is het negatieve vooroordeel dat onder werkgevers kan heersen. Daaruit volgt logischerwijs dat wanneer een voldoende aantal werkgevers deze vooroordelen heeft de inkomensniveaus van etnische minderheden significant lager zullen blijven dan dat van de etnische meerderheid, ongeacht gelijkwaardige investeringseigenschappen. 130 Er wordt echter geargumenteerd dat discriminatie niet noodzakelijkerwijs gebaseerd is op irrationale antipathie jegens de minderheden. Ook een volledig rationeel en in een vrije markt opererende werkgever met als enige doel winstmaximalisatie kan keuzes maken op basis van inherente 125 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul Let wel, dit zijn beide factoren die in meerdere of mindere mate afhankelijk zijn van de keuzes van het individu. De persoon in kwestie kan er zelf voor kiezen om de Estse taal te leren en te naturaliseren. Het aantonen van deze bereidheid, door middel van taalverwerving, lijkt aldus een sleutelrol te spelen. 128 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society 58. Er dient opgemerkt te worden dat de perceptie van de mate van discriminatie verschilt per bevolkings- en beroepsgroep. De politieke sector lijkt qua discriminatie bovenaan te staan getuige een in 2007 uitgevoerde enquête door TÜ/SaarPoll, waarin slechts 28% van de ondervraagden denkt dat er gelijke kansen zijn. Hierbij moet nit vergeten worden dat door beperkingen op basis van burgerschap en weinig politieke betrokkenheid dit vakgebied nooit erg populair is geweest onder de Russischtaligen. Daarnaast kan verwacht worden dat dit inderdaad een van de sectoren is waar men Russen, om nationalistische redenen, probeert te weren. 129 Technisch gezien is het onjuist om ras onder deze karakteristieken te scharen aangezien de mens vanuit biologisch standpunt niet uit verschillende rassen bestaat. Aangezien het concept in het populaire begrip en de analyse van de maatschappij bepalende rol blijft spelen wordt de term hier gehanteerd. 130 Carl le Grand en Ryszard Szulkin, Permanent Disadvantage or Gradual Integration: Explaining the Immigrant-Native earnings gap in Sweden, Swedish Institute for Social Research, Working Paper 7 (2000) 4. 46

47 karakteristieken die leiden tot etnische ongelijkheid op de arbeidsmarkt. 131 De stelling is dat werkgevers hun keuze maken op basis van beschikbare informatie, die in het geval van de etnische minderheden meer beperkt is. Werkgevers vertrouwen daarom regelmatig op bestaande stereotypen betreffende, bijvoorbeeld de productiviteit van werknemers van verschillende nationaliteiten. Etnische minderheden, in de context van Estland dus de Russen, worden in zulke stereotypen vaak negatiever gekarakteriseerd dan de titulaire bevolking. 132 Deze stereotypen kunnen tevens de selectieprocedure beïnvloeden wanneer de perceptie van een minderheid of karakteristieken ervan verwacht wordt negatief te worden ervaren door derde partijen. 133 Als laatste kan discriminatie van etnische minderheden beschouwd worden als een middel om de exclusieve positie op de meest begeerde arbeidsplaatsen te behouden voor een geprivilegieerde groep (de dominante nationaliteit). 134 Deze reden lijkt conform de nog steeds aanwezige houding ten opzichte van de bescherming van het Estse volk tegen de Russen en is conform de daling in de aanwezigheid van immigranten in de hoogste maatschappelijke posities. Tevens in lijn met deze daling tussen de eerste en de tweede generatie is een meer infrastructureel aspect van de segregatie. Een belangrijke reden voor de verschillen in de arbeidspositie van etnische groepen op de arbeidsmarkt is dat minderheden zich bedienen van een ander sociaal netwerk. 135 Dit netwerk houdt zichzelf deels in stand doordat er, bijvoorbeeld door de relatief hoge werkeloosheid, minder informatie met betrekking tot werkgelegenheid en een lager aantal beschikbare banen. Dit wordt versterkt doordat een aanzienlijk deel van de Russischtalige bevolking, in tegenstelling tot veel Esten, zich bij vookreur bediend van een persoonlijk in plaats van een professioneel of onpersoonlijk netwerk. 136 Vanzelfsprekend is een minder goed functionerend netwerk een beperkende factor in socio-economische mobiliteit. Deze redenering is tevens conform de mutatie tussen generaties aangezien de nieuwe generatie grotendeels afhankelijk is van het netwerk van de voorgangers. Dit proces wordt verder bemoeilijkt door een klaarblijkelijke ver-esting van de posities in de hoogste beroepssferen, die daardoor meer gesloten raken. 131 Krusell, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul Grand, Permanent Disadvantage Een voorbeeld hiervan is de mate van betrouwbaarheid of professionaliteit die een bepaalde nationaliteit uitstraalt in de samenleving. In meer xenofobische regio s zou het bijvoorbeeld onverstandig zijn voor de werkgever om een vertegenwoordiger van een minderheid aan te stellen als medewerker. Omgekeerd werkt dit systeem gelijk, denk hierbij bijvoorbeeld aan de bewuste aanstelling van agenten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond in bepaalde gebieden in Nederland. 134 Grand, Permanent Disadvantage A. Calvo-Armengol en M.O. Jackson, The effects of social networks on employment and inequality, American Economic Review vol. 94(2004) , behandeld in: Lori A. Beaman, Social Networks and the Dynamics of Labor market Outcomes: Evidence from Refugees Resettled in the U.S (Yale 2006) Triin Vihalemm en Veronika Kalmus, Cultural Differentiation of the Russian Minority, Journal of Baltic Studies vol. 40 n. 1 (2009) , aldaar (o.a.)

48 3.2.2 De maatschappelijke positie van de Russischtalige minderheid Het begrip sociale uitsluiting (social exclusion) kent geen eenduidige definitie, maar wordt algemeen beschouwd als een proces waarin, meestal als gevolg van toenemend welvaartsverschil, de maatschappelijke participatie van een groep in een samenleving afneemt, hetgeen leidt tot gevoelens van onmacht en teleurstelling en uiteindelijk ontkoppeling van het maatschappelijk leven. 137 Door onderzoekers van sociale uitsluiting is vastgesteld dat de uitsluiting een gebrek aan (sociale) integratie uitdrukt en blijk geeft van de situatie waarin bepaalde groepen niet kunnen participeren in politieke, economische en sociale structuren. Het concept sociale uitsluiting omvat aldus een scala aan sociale en economische problemen, zoals armoede, discriminatie en gebrek aan vertrouwen in de overheid. 138 Hiervoor is reeds de economische positie van de Russischtalige minderheid in Estland behandeld. Dit deel zal zich richten op de maatschappelijk positie van de Russischtaligen, vertaald in politieke participatie en vertegenwoordiging. De participatie van personen in de politiek en de maatschappij wordt, vanzelfsprekend, voor een aanzienlijk deel bepaald door de formele rechten die ze als burger hebben. Daarnaast is het gevoel van associatie van groot belang, oftewel de vraag of het individu zich met de staat associeert. 139 Deze vorm van identificatie met de staat wordt in het Ests discours aangeduid met staatsidentiteit ( riigiidentiteet 140 ) of Burgerschapsidentiteit ( kodanikuidentiteet 141 ). Hoever deze associatie gaat is uiteraard verbonden met de definitie die de personen geven aan de natie en in hoeverre ze andere leden van de natie zien als gelijkwaardige elementen. Het identiteitsconcept onder de Russischtalige minderheid zal verderop in hoofdstuk 3.3 worden behandeld en voor nu volstaat het te melden dat van de ondervraagde niet-esten 68% zich in 2007 beschouwde als deel van de Estse staat. 142 in de loop van dit onderdeel zal dit brede begrip, de Estse natie als grondwettelijke eenheid met alle inwoners, gehandhaafd worden. Zoals in hoofdstuk 2.4 is behandeld is het Ests burgerschap onder de Russischtalige bevolking in Estland aanzienlijk toegenomen. In Estland geeft het staatsburgerschap het recht om te participeren in de nationale politiek door middel van zowel actief als passief kiesrecht. 143 Het verkrijgen van dit formeel burgerschap leidt echter niet automatisch tot actief politiek en maatschappelijk gedrag. Dit komt voor wanneer het gevoel ontbreekt dat de nieuwe burgerstatus leidt tot mogelijkheden om nieuwe rechten uit te oefenen. De afwezigheid van het gevoel dat lidmaatschap tot nieuwe 137 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Zie, onder andere: Jens Alber en Tony Fahey (red.) Perceptions of Living Conditions in an Enlarged Europe European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions (Luxemburg 2004). 139 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Raivo Vetik, Identiteedi probleemid integratsioonis: sobiva proportsiooni leidmine avaliku sfääri ühtlustumine ja erafääri erinevuste säilitamise vahel * Identiteitsproblemen in integratie: het vinden van een passende proportie van nivellering van de publieke sfeer en de het behouden van de verschillen in de persoonlijke sfeer +, Integratsiooni Monitoring 2005 (Tallinn 2006) Erle Rikmann, Mikko Lagerspetz, Piret Perniks en Tarmo Tuisk, Poliitiliise osaluse dilemmad Eesti poliitilises kultuuris: kuuluvus ja kodanikuidentiteet * Dilemmas in de Estse politieke cultuur: verbondenheid en burgerschapsidentiteit +, Uurimuse raport(tallinn 2002). 142 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society 57. Naast deze 68% antwoorde 17% nee en was 12% nog onzeker. In 2005 waren deze getallen respectievelijk 74%, 22% en 4%. 143 Permanente inwoners zijn Aldus uitgesloten van nationale politiek. Wel mogen ze stemmen in de lokale verkiezingen. 48

49 mogelijkheden leidt, wordt als een belangrijke barrière beschouwd in de integratie van de niet-esten. Deels wordt dit, vooral in de context van een actief maatschappelijk leven, veroorzaakt door een gevoel van- wantrouwen jegens de Russischtaligen van Estse kant. 144 Dit wantrouwen stamt deels uit de angst voor de toegenomen politieke invloed van Rusland in de wereld. Uit een onderzoek van Saar poll 145 uit blijkt dat 34% van de ondervraagde Esten van menig was dat een wijdere participatie van niet-esten in het politieke en economische leven schadelijk zou zijn voor de Estse staat. 147 Daarnaast was slechts 34% van de Esten van mening dat politici meer dienden te luisteren naar de wensen van de Russischtalige minderheid, tegenover 83% van de Russische ondervraagden. 148 Een verklaring hiervoor kan zijn dat van de ondervraagde Esten maar liefst 37% van mening was dat het besteden van meer aandacht aan de Russischtalige minderheid een vorm van toegeven aan politieke druk van Rusland zou zijn. 149 Op grond hiervan kan gesteld worden dat Ruslands zogeheten Landgenotenpolitiek, die stelt dat een ieder met een Russische achtergrond (dus ook burgers van andere staten) nog immer behoort tot de invloedssfeer van Rusland 150, deze landgenoten in Estland weinig goeds doet. Dit kan tevens een verklaring zijn voor de reden dat een aanzienlijk deel van de etnische Esten twijfelt aan de loyaliteit van de Russischtaligen, zelfs als die zichzelf juist met de Estse natie identificeren. 151 De hieruit gevoelde en gemerkte ongelijkheid in de samenleving wordt versterkt door beperkingen in de maatschappelijke participatie van de Russischtaligen. Deze wordt, naast formele beperkingen, deels veroorzaakt doordat etnische Esten, vanwege een gebrek aan officiële Russischtalige media, betere toegang hebben tot de nodige informatie. 152 Een belangrijke indicator van de mate van maatschappelijke participatie en inclusie is de houding van personen ten opzichte van veranderingen in de maatschappij. Over het algemeen geldt dat diegenen die de veranderingen accepteren relatief actief maatschappelijk betrokken zijn, meer sociale assertiviteit kennen en meer vertrouwen hebben in de maatschappelijke instituties. 153 Aldus is een vermindering in de verschillen van deze houdingen tussen de Esten en de Russen een goede indicator van integratie. In de onderstaande grafiek zijn de houdingen van deze twee groepen ten opzichte van meerdere veranderingen tegen elkaar afgezet met data uit 2002, 2005 en Aan de gegevens is te zien dat in de periode tot 2007 de verschillen zichtbaar kleiner werden bij verschillende 144 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society SaarPoll is het grootste en meest invloedrijke bureau voor enquêtes en (volks)peilingen in Estland. Het bureau wordt als uiterst betrouwbaar beschouwd en, onder andere, de Estse overheid maakt veel gebruik van deze onderzoeken. 146 De poll werd uitgevoerd in de zomer van 2007, na de problematiek rond de Bronzen Soldaat en is aldus een goede afspiegeling van de veranderde situatie. Voor een uitgebreidere behandeling van de Bronzen Soldaat, zie hoofdstuk Saar poll, Rahvussuhted & Integratsioonipoliitika väljakutsed pärast Pronkssõduri kriisi * Etnische verhoudingen & uitdagingen voor de integratiepolitiek na de crisis van de Bronzen Soldaat +, (Tallinn 2007). 13. Hiertegen was 28% van mening dat vergroting van de Russische betrokkenheid een goed iets zou zijn. 148 Saar poll, Rahvussuhted & Integratsioonpolitika Saar poll, Rahvussuhted & Integratsioonpolitika Zie, onder andere: Igor Zevelev, Russia s Policy toward Compatriots in the former Soviet Union, Russia in global affairs vol. 6 n. 1 (2008) Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Kristina Kallas, Õiguslik ja poliitline integratsioon * Juridische en politieke integratie +, in: Marju Lauristin (red.) RIP vajadus- ja teostatavusuuringute lõpparuanne (Tallinn en Tartu 2008) , aldaar Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society

50 indicatoren. Vanaf 2007 echter, na de rellen rond de Bronzen Soldaat, is te zien dat het vertrouwen van de niet-esten, voornamelijk op het gebied van democratie en interetnische relaties sterk is afgenomen. Dit is vanzelfsprekend verbonden met een laag vertrouwen in de democratische instituties. Opmerkelijk is dat tegelijkertijd het vertrouwen in de economie wel toegenomen is. 3-6 Dynamiek van de houding van Esten en niet-esten ten opzichte van veranderingen in de maatschappij, In de vergelijking tussen de algemene houding ten opzichte van en participatie in de maatschappij zijn er onderscheidende verschillen tussen de Esten en de andere etnische groepen. Deze verschillen zijn gekoppeld aan de sociale indicatoren inkomen, opleidingsniveau en sociale status. 155 Deze indicatoren zijn gecombineerd met de uitslagen van verschillende enquêtes onder de bevolking en op basis daarvan zijn de etnische Esten en de Russischtaligen opgedeeld in vier groepen, op basis van hun verhouding tot de gemiddelde waarde van deze indicatoren. In andere woorden, de groepen zijn gebaseerd op het aantal indicatoren waar ze onder het gemiddelde zitten. De interesse en participatie in de maatschappij, op een schaal van 1 tot 5, is per groep en op nationaliteit uitgewerkt in onderstaande tabel. In de tabel is duidelijk zichtbaar dat er een correlatie lijkt te bestaan tussen het maatschappelijk niveau en de participatie in de samenleving. Het is hierbij opvallend dat deze trend zich bij de etnische Esten voortzet, terwijl bij de Russischtaligen er een daling in de groei van maatschappelijke participatie optreedt bij de hogere statusniveaus. In andere woorden, er is onder de Russischtalige elite van Estland een hoger risico op maatschappelijke vervreemding. Dit is een 154 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society

51 indicator dat het hoger opgeleide segment van de Russischtaligen meer gedesillusioneerd is geraakt met het maatschappelijk en politiek leven dan de lager opgeleide groepen. Dit lijkt in overeenstemming met de verminderde kansen op de hoogste posities op de arbeidsmarkt van immigranten van de tweede generatie en de lage participatie in de hoge politieke lagen. Tabel 3-1 Interesse en participatie in het maatschappelijk leven tussen etnische Esten en Estse Russen in relatie tot hun sociale status op een schaal van 1 tot Een zeer goede en belangrijke indicator voor de burgerlijke betrokkenheid en het functioneren van een maatschappij is de politieke participatie in een land. Deze participatie kan goed worden uitgedrukt met de opkomstcijfers bij de verkiezingen. Over het algemeen vormen hoge opkomstcijfers een indicatie voor een hoge maatschappelijke betrokkenheid en wordt de gezamenlijke activiteit beschouwd als een bindende factor in de maatschappij. In Estland zijn de opkomstpercentages echter gedurende de afgelopen twee decennia dalende. Bij de parlementsverkiezingen van 1992 was het opkomstpercentage nog 67,8% 157, hetgeen in 1999 gedaald was tot een historisch dieptepunt van 57,4%. 158 Vanaf 2007 is er een verbetering zichtbaar in het opkomstcijfer en in dat jaar en 2011 waren de percentages respectievelijk 61,9% en 63,5%. 159 De opkomst voor de lokale verkiezingen zijn overwegend lager, met bijvoorbeeld een opkomstpercentage in 2009 van landelijk 60,6%. 160 Opmerkelijk is dat het percentage in de overwegend Russischtalige gebieden aanvankelijk hoger was dan het landelijk gemiddelde, maar de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald is. Ter illustratie: voor de Riigikoguverkiezingen van 1992 was het opkomstpercentage van 67,8% vergelijkbaar met de voornaamste Russischtalige steden Narva 156 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Let wel, dit is het percentage van kiesgerechtigden dat op kwam dagen. De uitsluiting van de statelozen vindt geen weerslag hierin. 158 Percentages afkomstig van het International Institute for Democracy and Electoral Assistance, Institue for Democracy and Electoral Assistance. Ter vergelijking, in Nederland was het opkomstpercentage voor de Tweede Kamerverkiezingen 75,4%. 160 Percentage afkomstig van het Vabariigi Valiskomisjon [Verkiezingscomité van de Republiek] ( Voor de lokale verkiezingen van 2009, zie: 51

52 (66,8%), Kohtla-Järve (66,4%) en Sillamäe (83,4%). 161 In de lokale verkiezingen van 1996 was het opkomstpercentage van permanente inwoners zonder Ests burgerschap zelfs 85%, in contrast met het landelijke 49,7%. 162 Bij de afgelopen drie nationale verkiezingen (2003, 2007 en 2011) had Ida- Virumaa, de provincie van deze steden, de laagste opkomstpercentages met respectievelijk 52%, 52% en 56,2% tegenover de landelijke percentages van 58,2%, 61,9% en 63,5%, respectievelijk. 163 Samenvattend wijzen de indicatoren er op dat de politieke participatie van de Russischtaligen is Estland aanzienlijk lager ligt dan die van de etnische Esten. Als laatste onderdeel is het interessant om het kiesgedrag van de Russischtaligen te behandelen. Aangezien genaturaliseerde burgers momenteel ongeveer een zesde van het de kiesgerechtigden vormen zou de verwachting zijn dat de Russischtaligen prominenter vertegenwoordigd zouden zijn in de Estse politiek. Dit zou bewerkstelligt kunnen worden door middel van toegenomen stemmen voor etnische partijen (zoals de Vene Erakond Eestis, Russische Partij in Estland ) of voor partijen die naast Estse duidelijk Russische belangen behartigen. In de praktijk is deze verwachting echter niet uitgekomen. Geen van de etnische of zeer pro-russische partijen heeft tot op heden, in de nationale noch lokale verkiezingen, de kiesdrempel van 5% weten te halen. De grootste van deze partijen, de Vene Erakond Eestis heeft in de verkiezingen van 2007 en 2011 respectievelijk slechts 0,6% en 4,2% van de stemmen weten te halen. 164 Op basis van verschillende onderzoeken 165 blijkt dat de Keskerakond ( Centrumpartij ) van Edgar Savisaar de meest populaire partij is onder de Russischtaligen. Zo gaf in ,6% van de kiesgerechtigde immigranten aan op deze partij te stemmen, tegen 12,9% van de etnische Esten. 166 Dit percentage is na de Bronzen Nacht verder gestegen aangezien deze partij als enige leek op te komen voor de belangen van de Russische minderheid. 167 Ter illustratie, in 2011 won de partij in Ida-Virumaa 54,4% van de stemmen, tegen een landelijk gemiddelde van 23,3%. 168 Vergelijkbare cijfers zijn te vinden in de hoofdstad Tallinn, die in drie kiesdistricten is ingedeeld. 169 Conform de verwachtingen zijn percentages stemmen op de Keskerakond in de kiesdistricten met de overwegend Russische wijken (voornamelijk Kristiine en Lasnamë) relatief hoog. Zo won de partij in district 1 (o.a. Kristiine) 32,4% van de stemmen en in district 2 (o.a. Lasnamäe) maar liefst 40%. In district 3, dat voornamelijk uit Estse wijken bestaat, was dit percentage 25,3%. 170 Ter vergelijking, in het overwegend Estse Tartu won de partij slechts 15,5% procent van de stemmen. 171 De verklaringen voor de voorkeur onder de Russischtaligen voor de Keskerakond verschillen, maar enkele factoren zijn hierin onderscheidend. Zo is het, logischerwijs, van groot belang dat de partij over het algemeen een oor heeft voor de belangen van de Russischtaligen en daarnaast een grote 161 Vabariigi Valiskomisjon. 162 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Vabariigi Valiskomisjon. 164 Vabariigi Valiskomisjon. 165 Onder andere een in 2007 door de Universiteit van Tartu uitgevoerde poll, behandeld in: Lauristin, Non- Estonians as Part of Estonian Society Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Zie Hoofdstuk Vabariigi Valiskomisjon. 169 De indeling is op basis van bestuurlijke gebieden en zit als volgt in elkaar: 1 Haabersti, Kristiine en Põhja- Tallinn; 2 Kesklinn (Centrum), Lasnamäe en Pirita; 3 Mustamäe en Nõmme. 170 Vabariigi Valiskomisjon. 171 Vabariigi Valiskomisjon. 52

53 partij is met bekende gezichten. 172 Daarnaast is de partij een relatief grote speler, die, in tegenstelling tot de kleine etnische partijen, daadwerkelijk invloed kan uitoefenen op de landspolitiek. Daarnaast lijkt de partij, van de grote spelers, het meeste op te komen voor de socio-economisch zwakkeren in de samenleving. 173 Een aanzienlijk deel van de Russischtalige bevolking voelt zich sociaal uitgesloten in de Estse samenleving en kent een gevoel van onrechtvaardigheid, naast een lichte nostalgie naar de situatie ten tijde van de Estse SSR. 174 Voor deze groep mensen, die voelt alsof ze tot een tweede Estland behoort, is de partij overwegend populair. 175 Opmerkelijk genoeg is uit voorbereidend onderzoek voor de integratiestrategie gebleken dat de meeste Russischtaligen hun politieke keuze niet lieten afhangen van de etniciteit van de kandidaten. Zij stelden dat de keuze moest afhangen van het partijprogramma en het wereldbeeld van de partij. 176 Dit impliceert dat er onder de Russischtalige bevolking meer waarde wordt gehecht aan pragmatische belangen dan aan een specifiek etnische of culturele representatie. Dit lijkt een positieve indicator voor de integratie in de Estse samenleving aangezien de minderheid zich blijkbaar niet etnisch wil profileren in de nationale of lokale politiek Conclusie Op basis van de analyse van de socio-economische en de maatschappelijke positie van de Russische minderheid in Estland kan er een aantal conclusies worden getrokken met betrekking tot bepalende factoren in het verschil met de titulaire bevolking en mogelijke verklaringen daarvoor. Uit de analyse van de socio-economische positie is gebleken in de kloof tussen beide etnische groepen nationaliteit niet de beslissende factor is. Ondanks dat etnische achtergrond aan de grondslag ligt van belangrijke variabelen zoals woonplaats, burgerschap, toegang tot sociale structuren en discriminatie, blijkt dat taalkennis de belangrijkste factor is. Deze kennis heeft daarbij overlap met burgerschap en integratie, maar deze factoren zijn minder doorslaggevend. Hierbij is het van belang op te merken dat, ondanks dat inherente eigenschappen bepaalde voorwaarden scheppen, bewuste keuzes en persoonlijke investeringen in de Estse samenleving de bepalende factor zijn op socio-economisch gebied. Op maatschappelijk niveau is de kloof meer subtiel en voornamelijk zichtbaar in de wijze waarop indicatoren als inkomen, opleidingsniveau en sociale status de houding ten opzichte van de staat beïnvloeden. Uit de analyse blijkt dat de Russischtaligen over het algemeen weinig vertrouwen hebben in de democratische instituties van de Estse staat en weinig tot geen politieke representatie kennen. Deze teleurstelling in de maatschappij, die hoger is onder hoogopgeleide Russen, komt waarschijnlijk voort uit een combinatie van ontevredenheid over de socio-economische verhoudingen, het burgerschapsbeleid en de acceptatie in de Estse samenleving. Dit proces is versterkt naar aanleiding van de Bronzen Nacht. Het dient overigens opgemerkt te worden dat het proces van een daling in maatschappelijke participatie ook merkbaar is onder de titulaire bevolking, hetgeen erop wijst dat dit (deels) een landelijke trend is. 172 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society De belangrijkste etiketten van de andere drie grote partijen zijn respectievelijk rechts-liberaal voor de Reformierakond, conservatief-christelijk voor IRL en centrum-liberaal voor SD. 174 Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Lauristin, Non-Estonians as Part of Estonian Society Kristina Kallas, Õiguslik ja poliitiline integratsioon * Juridische en politieke integratie +, in: Marju Lauristin (red.) RIP vajadus- ja teostatavusuuringute lõpparuanne (Tallinn en Tartu 2008) , aldaar

54 3.3 De identiteit van de Russischtalige minderheid Identiteitsgroepen tot 2000 De Russischtalige minderheid in Estland vormt geenszins een homogene groep. Er zijn verschillen te onderscheiden op gebied van burgerschap, houding ten opzichte van de staat, moment van immigratie, culturele subgroep et cetera. De belangrijkste verbindende factor van deze verschillende groepen is uiteraard de Russische taal en, in mindere mate, de Russische cultuur en geschiedenis. Voor de indeling in verschillende groepen zal (aanvankelijk) gebruik gemaakt worden van de terminologie van de Estse socioloog Aksel Kirch. 177 Hij maakt, voornamelijk op basis van eigen identificatie en houding ten opzichte van Estland, onderscheid tussen drie verschillende groepen in de Russischtalige minderheid. Zijn uitgangspunt is dat sinds de val van de Sovjet-Unie de Russischtaligen in Estland een nieuwe identiteit moesten formuleren. Deze identiteit en de verandering ervan vormden de basis voor het proces van integratie in de Estse samenleving. In zijn onderzoek onderkent hij verschillende maten en snelheden van integratie in de Estse samenleving die geïdentificeerd worden als gedeeltelijke identiteitsveranderingen. De basis voor deze analyse ligt in het werk van Karina Korostelina, die onderzoek deed naar identiteitsvorming op de Krim. 178 Zij definieert identiteit als een systeem dat bestaat uit kernidentiteiten, tijdelijke identiteiten en situationele identiteiten. 179 In dit systeem zijn kernidentiteiten zeer stabiel, dominant en langdurig en veranderen ze eigenlijk enkel bij zeer ingrijpende sociale veranderingen. Sommige kernidentiteiten houden gedurende iemands gehele leven stand. De tijdelijke identiteiten daarentegen zijn inconsequent en veranderen regelmatig. Situationele identiteiten, ten slotte, zijn gekoppeld aan concrete situaties en dus daarvan afhankelijk. Zij vormen de bouwstenen voor de constructie van tijdelijke identiteiten en dientengevolge van de kernidentiteiten. Hierbij is het interessant om op te merken dat een kernidentiteit kan blijven voortbestaan terwijl de corresponderende sociale groep of constructie reeds vergaan of vernietigd is en zich op eenzelfde wijze blijven manifesteren. Dit verschijnsel is goed waarneembaar in verschillende voormalige Sovjetrepublieken (inclusief Estland) waar de Sovjetidentieit, ondanks het niet meer bestaan van het Sovjetvolk, tot op heden een leidende kernidentiteit is onder de oudere bevolking. 180 Kirch neemt deze analyse mee en onderscheidt in de Russischtalige minderheid van Estland drie verschillende en mobiele identiteitsgroepen: Estse Russen, Diasporarussen en Baltische Russen. 181 Deze groepen zijn in principe gebaseerd op een kernidentiteit die bezig is zichzelf opnieuw te definiëren. De wijze, richting en mate van herdefiniëring verschillen per groep. Kirch stelt dat tijdens de significante sociale veranderingen in de jaren 90 een groep van naar schatting Russischtaligen een redelijk gelijke koers qua identificatie heeft ingezet. Deze groep, die de naam 177 Terminologie ontleend aan, onder andere: Kirch, Aksel, Russians in contemporary Estonia different strategies of the integration in to the nation-state (Tallinn 2000). 178 Karina V. Korostelina, Readiness to fight in Crimea: How it interrelates with National and Ethnical Identities, in: Peacock, James L., Patricia M. Thornton en Patrick N. Inman (red), Identity Matters, Ethnic and Sectarian Conflict (New York en Oxford, 2007) Korostelina, Readiness to fight in Crimea Korostelina, Readniness to fight in Crimea Aksel Kirch, Russians in contemporary Estonia different strategies of integration in to the nation state (Tallinn 2000) 6. 54

55 Estse Russen krijgt 182, is een sterk op Estland georiënteerde groep. 183 Deze groep tracht op het gebied van opinie en mindset dicht bij de etnische Esten te staan en distantieert zich duidelijk van de Russische Russen. Ze trekken een grens tussen deze en hun eigen groep door zichzelf ondubbelzinnig als aparte etnische groep te presenteren met een eigen zelf en zelfidentificatie. 184 Op deze wijze vertonen de Russische Esten gelijkenissen met bijvoorbeeld Franstalige bevolking van Canada of de Zweedstaligen in Finland, die ook zeer dicht bij de titulaire bevolking van hun land staan maar, voornamelijk door middel van taal, cultuur en zelfbewustzijn, hun eigen identiteit blijven benadrukken en uitdragen. 185 De tweede groep volgt aanvankelijk dezelfde gemeenschapsscheidingen, namelijk de Russische taal, geschiedenis, cultuur of, in een breed begrip, de Russische beschaving. Deze barrières vormen overigens een belangrijk obstakel in de integratie. Wat de tweede groep echter onderscheid van de Estse Russen is dat zij, in de regel, Estland niet beschouwen als hun enige thuisland. Om die reden kunnen zij worden aangeduid als Diasporarussen, of, minder gebruikelijk, met de in Rusland gangbare terminologie, landgenoten buiten de grenzen. 186 Deze groep streeft er in de regel uiterlijk gezien wel naar om dichter bij de Estse gemeenschap te staan, maar heeft dankzij de taalbarrière en een gebrek aan adequate informatie moeite om een goed beeld te krijgen van de houdingen en opinies van deze Esten. 187 De gevoelens van een aanzienlijk deel van deze groep met betrekking tot Rusland en de geschiedenis worden deels vergeleken met die van de neonimperialisten in Rusland zelf. Dat wil zeggen, ze kennen een zekere vorm van Groot-Russisch chauvinisme, eventueel gepaard met een lichte sovjetnostalgie. Deze nostalgie naar de socialistische tijd werd aan het einde van de jaren 90 (onder deze groep) echter niet breed gedragen. 188 Ten slotte is er een derde, relatief grote groep, die voornamelijk bestaat uit bezitters van het grijze paspoort ( in 2000). Deze groep heeft een zeer diverse en onduidelijke identiteit ten opzichte van etniciteit, cultuur en houding ten opzichte van de staat en wordt daarom vaak aangeduid als Baltische Russen. 189 Wat deze groep verbindt is dat de leden zich overwegend met Rusland identificeren. In deze groep is weinig enthousiasme voor integratie in de Estse samenleving of voor het leren van de Estse taal. Dit is tevens de groep die voor een aanzienlijk deel bestaat uit de oudere Russischtalige bevolking die het grootste deel van het leven heeft doorgebracht in de Sovjet-Unie. De onwil tot het leren van Ests is aldus te verklaren vanuit een nostalgie naar de Estse SSR en simpelweg een te hoge leeftijd om een moeilijke taal als het Ests te leren. 182 De term Estse Russen (Ee: Eesti Venelased) wordt tevens veel gebruikt in verschillende alledaagse situaties, zoals overheidscommunicatie en de media. Zie, onder andere: Jevgenia Garanža, Eesti Venelased oht või võimalus? * Estse Russen bedreiging of kans? +, Eesti Päevaleht 14 mei Kirch, Russians in contemporary Estonia Kirch, Russians in contemporary Estonia Aksel Kirch en Tarmo Tuisk, Estonians and Russians in Estonia: Is the Soviet Past Still Dominating the Present? (Tallinn 2008) Ru: Sootečestvenniki za rubežom. Zie, onder andere, de pagina van de officiële Russische overheidscommissie voor deze landgenoten op: Kirch, Russians in contemporary Estonia Kirch, Russians in contemporary Estonia De Baltische Russen (vgl. De historische Baltische Duitsers) vormen geen uniek Ests fenomeen, maar zijn te vinden in het gehele Balticum. 55

56 3.3.2 Identiteitsgroepen in de huidige samenleving In de jaren 2000 tot heden heeft er een belangrijke verandering plaatsgevonden in de identiteitsontwikkeling van de Russischtalige minderheid in Estland. Deze verandering is voortgekomen uit algemene veranderingen in de maatschappij en een zeer ingrijpende gebeurtenis op het gebied van identiteit: de Bronzen Nacht. 190 Het jaar 2007, waarin dit plaatsvond, zal dan ook beschouwd worden als een scharnierpunt in de identiteitsvorming van de minderheid. Tevens is de indeling in de drie groepen die hiervoor gemaakt is niet meer toereikend. De eerste jaren van de 21 e eeuw werden in Estland gekarakteriseerd door relatieve economische groei en welvaart. Hierdoor werden etnische spanningen aanzienlijk minder en waren er weinig conflicten tussen de etnische Esten en de Russischtaligen. Paradoxaal genoeg leidde deze goede omgang tot angst voor identiteitsverlies bij de radicalere vleugels van beide partijen waardoor de escalatie op de Bronzen Nacht mogelijk was. 191 Tijdens deze rellen kwamen de beide etnische groepen lijnrecht tegenover elkaar te staan en werd de identiteitsgrens duidelijk hertrokken. Voor de Esten vertaalde dit zich in een verminderd vertrouwen in de loyaliteit aan de Estse staat van de Russischtaligen en een algemeen wantrouwen naar de groep. 192 Aan de Russische kant was echter een meer interessante verandering gaande. Het lijkt erop dat de Russischtaligen in het algemeen zich meer bewust werden van hun identiteit, of beter gezegd, van de twee voorname aspecten ervan. Zo zijn de Russischtaligen in veel culturele opzichten, zoals taal en gebruiken, aanzienlijk Russisch van aard, maar tegelijkertijd erg Ests, bijvoorbeeld op het gebied van staatsidentiteit. 193 Deze verandering komt duidelijk naar voren in de verschillen tussen peilingen naar zelfidentificatie uit 2000 en 2008, waaruit blijkt dat er in deze periode een sterke toename is in deze identificatie met de Estse staat. 194 Deze toename is voornamelijk sterk in de tweede generatie. Uit onderzoek uit 2008 blijkt dat van alle niet-esten ruim 46% de vraag of ze Estland als hun thuisland beschouwen met een volmondig ja beantwoorden. Voor de eerste generatie is dit percentage echter 26% en bij de tweede generatie niet minder dan 78%. Wanneer de antwoorden ja en grotendeels ja samengevoegd worden is de identificatie met Estland als thuisland respectievelijk 66%, 57% en 92% voor de tweede generatie. 195 Tegelijkertijd, echter, is de identificatie met Russisch toegenomen over deze gehele groep. 196 Let wel, dit is een culturele identificatie die niet gerelateerd is aan de Russische Federatie. Aldus hebben we te maken met een grote groep Russischtaligen die zich cultureel en taalkundig grotendeels identificeert met het Russische, maar zich tegelijkertijd Est voelt en Estland als thuisland beschouwd. In deze groep lijken de eerder gedefinieerde groepen Estse Russen en Diasporarussen samen te komen met een Russisch-Estse kernidentiteit. Deze kernidentiteit is uiteraard veranderd doordat ten gevolge van de Bronzen Soldaat de tijdelijke en situationele identiteiten sterk geherdefinieerd zijn. De verwachting is dat de beide subgroepen van deze identiteitsgroep de komende jaren nog dichter bij elkaar komen te staan aangezien de taalbarrière een belangrijke 190 Zie: Hoofdstuk Zie: Hoofdstuk Eva-Maria Asari, Lõimumisega seotud hoiakud Eestis / Attitudes toward integration in Estonia, in: Saar, Ellu en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009) 12-34, aldaar Vgl. de begrippen riigiidentiteet en kodakonikuidentiteet uit Asari, Lõimumisega seotud hoiakud Eestis, Asari, Lõimumisega seotud hoiakud Eestis, Asari, Lõimumisega seotud hoiakud Eestis,

57 beperking was in de integratie van de Diasporarussen. 197 Daarnaast indiceren de verschillende enquêtes dat het begrip van Estland als thuisland onder de gehele tweede generatie sterk toeneemt. Aldus zal er zich dus een grote groep Russischtaligen vormen waarvan de kennis van het Ests de komende jaren flink zal toenemen. 198 Deze groep zal zich echter sterker dan de eerdere Estse Russen identificeren als Russisch qua taal en cultuur. De auteur stelt voor om deze groep aan te duiden als Russische Esten of, Vene Eestlased (niet te verwarren met de Eesti Venelased, Estse Russen ). Deze term geeft de dualiteit van de identiteit weer, maar heeft als belangrijk verschil dat de semantische waarde omgedraaid is. Met deze naam worden de leden in eerste plaats als Esten beschreven (burgers van de Estse constitutionele natie), maar het culturele- of identiteitspredicaat Russisch. Deze groep heeft, in andere woorden, een duidelijke Estse riigiidentiteet, maar een Russische culturele identificatie. Het verschil met Estse Russen, waar de Rus de nominator en het Estse de toevoeging is moge duidelijk zijn. De derde groep, de Baltische Russen zal zich niet met deze groep integreren. Om bovengenoemde redenen is in deze groep de taalverwerving en interesse in de Estse samenleving laag. De verwachting is dat deze groep niet zal toenemen maar geleidelijk zal blijven afnemen. Deze lage aanwas kan verklaard worden vanuit het huidige naturalisatie-, integratie- en onderwijsbeleid. Aangezien het voordeel van staatsburgerschap meer duidelijk wordt is het redelijk te verwachten dat ouders eerder voor naturalisatie van hun pasgeborenen zullen kiezen. Dit proces zal versterkt worden met een mogelijke wetswijziging die dit proces automatiseert. 199 Daarnaast zullen de onderwijshervormingen, die het onderwijs in toenemende mate Eststalig zullen maken 200, de kloof tussen de Russen en de Esten verder dichten. De hieruit voorkomende integratie zal ertoe leiden dat de nieuwe generatie Russischtaligen waarschijnlijk positiever tegenover de Estse staat zal staan. De verwachting is dan ook dat de huidige trend, waarin deze groep geleidelijk door natuurlijke sterfte afneemt, zich zal voortzetten. 201 Wellicht is deze analyse cynisch, maar de werkelijkheid wijst erop dat deze groep voor een groot deel uit oudere leden bestaat die weinig tot geen kans op integratie hebben door hun hoge leeftijd en de moeilijkheid van de Estse taal. Dat is overigens tevens een van de oorzaken van de negatieve houding ten opzichte van de integratie Keel, meel en duša Met deze kennis is het illustratief om de huidige twee stromingen in het identiteitsconcept te behandelen aan de hand van de Estse begrippen keel ( taal ) en meel ( geest, mindset ) en het Russische duša ( ziel ) 202. In beide identiteitsgroepen speelt de laatstgenoemde, de duša een centrale rol. Met deze term wordt het ongrijpbare iets wat en een Rus een Rus maakt bedoeld, hetgeen de Russische taal omvat, maar ook de gemeenschappelijke geschiedenis en spiritualiteit. Dit is aldus, 197 De verwachting is dat, onder andere door onderwijshervormingen, de kennis van het Ests onder de Russischtaligen zal toenemen. Dit zal op zijn beurt de taalbarrière verkleinen en dus het obstakel van deze groep. 198 Dit proces zal versterkt worden zodra de Estse taaleisen ook voor het basisonderwijs gaan gelden in plaats van enkel voor het secundair onderwijs. 199 Zie hoofdstuk Zie hoofdstuk Jõesaar, Tuuli, Kodakondsuseta inimeste arv langes alla * Het (aantal) mensen zonder burgerschap viel onder de , Eesti Päevaleht 6 juni Vgl. de ongrijpbare en mysterieuze Russische ziel (Russkaja duša) die ten grondslag zou liggen aan het gehele Russische geslacht. 57

58 paradoxaal, een begrip dat erg vaag is, maartegelijkertijd aan de grondslag van de Russische identiteit ligt. 203 Voor nu volstaat het om duša, erg flauw, simpelweg te definiëren als (Russische) ziel. Naast deze duša staan te termen keel en meel die duidelijker te definiëren zijn in de context van het identiteitsconcept. De eerste is de (Eesti) keel, oftewel de (Estse) taal. Het leren van de taal is vaak beschreven als een cruciale factor in de integratie van nationale minderheden. 204 De sterke band tussen Est en Estse taal is geen onbekend begrip en zelfs de preambule van de grondwet stelt nadrukkelijk de bescherming van de Estse staat, taal en cultuur door de eeuwen ten doel. 205 In de praktijk kwam dit idee naar voren in de oorspronkelijke integratiefilosofie waarin de nadruk sterk op het leren van de taal lag. De gedachte was immers dat, vanwege de sterke relatie, het leren van het Ests vanzelf zou leiden tot de Eesti meel, de Estse geest, of mindset. 206 Dit zou de niet-esten vervolgens helpen om de Estse cultuur beter te begrijpen en dus verder te integreren. Sociologisch onderzoek ondersteunt deze hypothese echter niet volledig. 207 De gegevens wijzen erop dat juist de meel de basis zou vormen tot integratie en daarbij een motivatie zou zijn om de keel te leren. Het is belangrijk om te beseffen dat, in tegenstelling tot de inerte duša, de keel en de meel grondslagen vormen die aan te leren zijn, die via een min of meer bewuste keuze eigen kunnen worden gemaakt. 208 Juist om deze reden vormen de keel en de meel de onderscheidende factor tussen de Baltische Russen en de Vene Eestlased. De leden van laatstgenoemde sociale constructie kiezen er bewust voor hun identiteit te koppelen aan de Estse staatsidentiteit, met behoud van de Russische culturele waarden. Hierdoor vormen ze een onderscheidende sociale structuur binnen Estland waar zowel de collectieve als individuele waarden 209 gericht zijn op een eigen imagined community binnen de omvattende Estse natie. Uit dit inzicht is de titel van het werk voortgekomen: de huidige Russischtalige minderheid identificeert zich, naast de Russkaja duša,bewust met de Eesti meel, staat 203 De Russische dichter Fëdor Tjutčev wist dit verschijnsel in 1866 te beschrijven met de onsterfelijke woorden Umom Rossiju ne ponjat, ( )V Rossiju možno tol ko verit, Rusland is met het verstand niet te begrijpen, ( ) in Rusland kan men enkel geloven. 204 Priit Järve, Two Waves of Language Laws in the Baltic States: Changes of Rationale?, Journal of Baltic Studies vol. 33 n. 1 (2002) , aldaar ( ) mis peab tagama eesti rahvuse, keele ja kultuuri säilimise läbi aegade ( ( ) die het behoud van de Estse natie, taal en cultuur door de eeuwen moet verzekeren ), Eesti Vabariigi Põhiseadus (1992), preambule. Het is overigens verhelderend om te merken dat in het Ests, en dus ook in de Grondwet, onderscheid gemaakt word tussen de termen rahvas en rahvus. Beide begrippen betekenen in principe volk of natie, maar het verschil is dat rahvus een sterke etnische connotatie heeft (Eesti rahvus in de betekenis van etnische Esten) en rahvas het meer geconstrueerde concept aanduidt, zodat Eesti rahvas vertaald kan worden als Estse burgers, los van hun etniciteit. Ter illustratie,in het Ests is populatie rahvastik en referendum rahvahäälus terwijl nationalisme en volkslied respectievelijk rahvuslus en rahvushümn zijn. 206 Järve, Two waves of Language laws Zie, onder andere, Iris Pettai en Ivi Proos, Integratsioon kui kokkulepe kahe rahvusrühma vahel; kommenteeritud andmebaas [Integratie als een overeenkomst tussen twee etnische groepen; databank met commentaar] (Tallinn 1999) Hier is een interessante parallel te trekken met de bevindingen uit die impliceren dat juist bewuste en aangeleerde keuzes bepalende socio-economische factoren zijn, in plaats van aangeboren eigenschappen per se. 209 Zie: De doelstelling in de algemene inleiding, of: Triin Vihalemm, To learn or not to learn? Dilemmas of linguistic integration of Russians in Estonia, Ethnicity; Russian Minorities in the Baltic States n.3 (2010)

59 positief tegenover de Eesti keel en beschouwd zich zeker als een deel van de Eesti rahvas. Deze rahvas wordt vanzelfsprekend gedeeld met de etnische Estsen, de Eesti rahvus. 59

60 Burgerschap in Estland Igal pool on hea, aga kodu kõige parem Oost, West, Thuis best -Ests spreekwoord 60

61 4 Burgerschap in Estland 4.1 Inleiding Een van de centrale kwesties rond de Russischtalige minderheid in Estland is het burgerschap 210. Ten gevolge van de val van de Sovjet-Unie had de herstelde Estse Republiek te maken met een grote groep statelozen. In dit hoofdstuk zal worden behandeld hoe de Estse burgerschapswetten in elkaar zitten. Daarbij is aandacht voor de ontstaansgeschiedenis en -context en wat het gevolg van de wetgeving is voor de integratie van de Russischtalige minderheid. Centrale vragen zijn vanzelfsprekend wat de eisen zijn om burgerschap te verkrijgen en hoe veranderingen hierin de integratiepolitiek van Estland weerspiegelen. Belangrijk is dat na het herwinnen van de onafhankelijkheid in 1991 Estland en Letland, in tegenstelling tot de andere voormalige Sovjetrepublieken een burgerschapsbeleid op basis van het zogeheten ius sanguinis 211 voerden. Deze was gebaseerd op de continuïteit van de onafhankelijke republiek die ten tijde van het Interbellum werd gesticht. 212 De Eesti Vabariik hield immers met de bezettingen tijdens de oorlog en de daaropvolgende annexatie door de Sovjet-Unie niet op te bestaan. In ballingschap bleef de rechtmatige regering diplomatieke relaties onderhouden met andere landen en zelfs paspoorten uitgeven. Tevens hebben de meeste Europese landen 213 Estland nimmer de jure erkend als onderdeel van de Sovjet-Unie, enkel de facto. Om spanningen te voorkomen met Moskou kwam het er op neer dat tijdens de Koude Oorlog er eigenlijk niet werd gesproken over de Baltische kwestie. Het doel van dit hoofdstuk is ten eerste een beeld te scheppen van de principes en ideeën die achter de burgerschapswet liggen. Vervolgens zal geanalyseerd worden hoe de voorwaarden, omstandigheden en uitwerking van de wet in de loop van twee decennia veranderd zijn en welke factoren hieraan ten grondslag liggen. Het doel is, in andere woorden, analyseren hoe de burgerschapswetgeving op veranderingen in de maatschappij inspeelde en op grond waarvan dat gebeurde. De uiteindelijke vraag is natuurlijk in hoeverre de burgerschapswet in de huidige situatie toereikend is. Ten slotte dient er opgemerkt te worden dat in de drie beleidsmatige hoofdstukken (Burgerschap, Taalwet en Integratie) de Estse politiek als een lijn beschouwd kan worden. De afgelopen twee decennia zijn alle politieke partijen het op deze gebieden 214 sterk met elkaar eens waardoor het beleid een redelijk continue lijn voert. Dit is verder te verklaren door het feit dat het kabinet gedurende de 20 jaar in meer of mindere mate door dezelfde partijen 215 gevormd is en de Russischtalige minderheid, op het Keskerakond na, weinig tot geen representatie heeft in de regering. 210 kodakondsus 211 Ius sanguinis (of: jus sanguinis), letterlijk bloedrecht is een constructie waarin burgerschap wordt verworven door bloed (dwz. (voor-)ouders die reeds burger waren) in plaats van op basis van geboorteplaats. Dit laatste, wat de tegenhanger is van ius sanguinis wordt ius soli ( grondrecht ) genoemd. De filosofische basis voor deze verschillende iura (nom. pl. van ius) is grotendeels gelegd door de Duitse filosoof Johann Gottlieb Fichte ( ) en diens Franse collega Ernest Renan ( ). 212 Het is van belang om op te merken dat Estland, in tegenstelling tot Letland, wél een nieuwe Grondwet samenstelde. Letland nam eenvoudig dezelfde (burgerschaps-)wetten aan als die in 1919, terwijl Estland nieuwe wetten opstelde en deze per referendum ratificeerde. Via: Magdalena Solska, Citizenship, Collective Identity and the International Impact on Integration Policy in Estonia, Latvia and Lithuania, Europe-Asia Studies vol. 63 nr. 6 (2011) , aldaar De uitzondering wordt eigenlijk gevormd door Zweden en tijdelijk door Oostenrijk. 214 De voornaamste politieke verschillen uiten zich op het gebied van sociaal en economisch beleid. 215 Via Vabariigi Valmiskomisjon ( 61

62 4.2 Geschiedenis van de Burgerschapswet Na de annexatie van Estland in 1944 werd aan alle inwoners het Sovjetburgerschap opgedrongen. Hiermee hield het Ests burgerschap de facto op te bestaan. In de interne paspoorten 216 was echter wel ruimte gereserveerd voor de nationaliteit, die op de vijfde regel weergegeven diende te worden. 217 Iedere inwoner van de Estse SSR kreeg zo n paspoort bij de leeftijd van 16 jaar en de autoriteiten stempelden de burgerlijke status en woonregistratie erin. 218 Deze laatste was gebaseerd op het zogeheten propiska, wat een in de gehele Sovjet-Unie gebruikt systeem was om inwoners te registreren. Het is opmerkelijk dat Stalin en zijn opvolgers erg hechtten aan het creëren van een homogene publieke nationaliteit, de homo sovieticus 219 enerzijds en het levenslang registreren van de nationaliteit anderzijds. Na de val van de Sovjet-Unie kon deze Estse nationaliteit echter niet direct worden vervangen door het Ests staatsburgerschap. Met de in 1992 aangenomen wet hadden enkel zij die vóór 1940 een Ests burgerschap hadden en hun nakomelingen automatisch recht op de Estse nationaliteit. 220 Zij die zich ná 1940 in Estland vestigden (en hun nakomelingen) moesten voor ditzelfde burgerschap het naturalisatieproces afleggen. In dit systeem maakte de nationaliteit in het Sovjetpaspoort niet uit. Het debat dat aan de grondslag van dit systeem lag begon aan het eind van de jaren 80 van de 20 e eeuw toen een comité werd opgericht dat de burgers van de Estse Republiek en hun nakomelingen registreerde. 221 Dit initiatief had enkele positieve gevolgen, onder andere het herstellen van een nationaal bewustzijn en het besef van een verband tussen individu en staat onder de Esten. 222 Anderzijds was het comité, dat door conservatieve partijen geleid werd, erg exclusief op het gebied van nationaliteit, hetgeen betekende dat effectief de Russische gemeenschap werd buitengesloten. Let wel, de groep niet-esten besloeg in ,5 procent van de gehele bevolking van de Estse SSR. 223 Een direct resultaat hiervan was dat het leeuwendeel van de niet-esten (en een klein deel van de etnische Esten) niet kon participeren in de stemming voor de nieuwe constitutie in 1992 en de parlementsverkiezingen later dat jaar. Aldus was er in de jonge republiek een welhaast homogene Estse machtslaag ontstaan die het grote aantal niet-esten als een bedreiging zag voor de Estse staat, taal en cultuur. Onder deze omstandigheden werd nationaliteit gezien als een middel om nationale homogeniteit te bereiken en de migranten uit de Sovjettijd in bedwang te houden. Het is van belang te expliciteren, dat in de eerste jaren van de herstelde onafhankelijkheid de belangen van een etnische Estse republiek prioriteit kregen boven volledige democratische participatie. 224 Dit beleid van uitsluiting genoot overigens een aanzienlijke steun onder de bevolking. Uit een onderzoek naar de publieke opinie uit 1994 kwam naar voren 44 procent van de ondervraagden in 216 De Sovjet-Unie (en het huidige Rusland) kennen een system waarin mensen zowel een intern als een internationaal paspoort hadden. De interne werd enkel gebruikt voor reizen binnen de Sovjet-Unie en de internationale (die niet iedereen had) voor daarbuiten. Nationaliteit werd enkel weergegeven in het interne paspoort. 217 David D. Laitin, Identity in Formation; The Russian-Speaking Populations in the Near Abroad (Cornell University Press 1998) Priit Järve, Estonian Citizenship: Between ethnic preferences and democratic obligations Term ontleend aan het gelijknamige werk uit 1982 van de Sovjetschrijver en socioloog Aleksandr Zinov ev. 220 Järve, Estonian Citizenship Zie hoofdstuk Järve, Estonian Citizenship Zie hoofdstuk Järve, Estonian Citizenship

63 Estland de politieke lijn steunde. 225 Een zeer belangrijk gevolg van het uitgaan van pre-1940 burgerschappen was, zoals eerder opgemerkt, een effectieve uitsluiting van de, voornamelijk Russischtalige, minderheid in het politieke en maatschappelijke leven. Niet enkel was deze groep niet in staat te participeren in het opstellen en ratificeren van essentiële juridische documenten zoals de constitutie, maar ook bij het invullen van hoge maatschappelijke en politieke posities werd de groep gepasseerd. De etnische Esten verschansten zich efficiënt op deze belangrijke plaatsen en leken niet erg happig om macht te delen met de grote Russischtalige minderheid. Deze ontzegging van publieke en politieke participatie is goed te illustreren aan de hand van stemgegevens vlak voor en vlak na de aanname van de wet in Ten tijde van het referendum betreffende de onafhankelijkheid van Estland in maart 1991 waren er in totaal 1,144,309 stemgerechtigden. Toen in de zomer van 1992, na de aanname van de Burgerschapswet, gestemd werd over de nieuwe grondwet was het gerapporteerde aantal stemgerechtigden slechts 689, Dat komt neer op slechts 60 procent van het cijfer van vóór Doorgeredeneerd zou dit dus betekenen dat bijna 455,000 in een korte tijd actief werden uitgesloten van publieke participatie. Dit cijfer zal overigens niet helemaal correct zijn aangezien er sinds de onafhankelijkheid migratiestromen hebben plaatsgevonden. Desalniettemin laat het Ests Bureau voor de Statistiek zien dat in de periode de bevolking redelijk stabiel bleef. Om die reden is het veilig te concluderen dat de eisen voor staatsburgerschap direct na het herstel van de onafhankelijkheid leidden tot een forse uitsluiting van niet-esten in de maatschappij. Het is daarom niet verwonderlijk dat het eerste kabinet van de herstelde republiek volledig Ests was. 225 R. Rose en W. Maley, Conflict or Compromise in the Baltic States: What do the peoples there think?, RFE/RL Research Report 3 (1994) Voor Letland en Litouwen waren deze percentages respectievelijk 52 en 12 procent, waaruit kan worden opgemaakt dat hoe groter het aandeel van de non-titulaire groep in de bevolking, hoe groter de onwilligheid hen te laten participeren in de samenleving. 226 Aleksei Semjonov, Estonia: Nation Building and Integration. Political and Legal Aspects, COPRI Working Papers vol. 8 (2000) 1-55, aldaar

64 4.3 Het verkrijgen van Ests staatsburgerschap Aldus liet de Riigikogu in februari 1992 de Burgerschapswet van 1938, in de variant van 16 juni , weer van kracht worden. Volgens artikel 3 van deze wet werd Ests burgerschap verleend aan een ieder die vóór 16 juni 1940 Ests staatsburger was, en diens nakomelingen. De overige inwoners van het land, in 1992 nog ruim een derde van de bevolking, moest hiervoor naturalisatie ondergaan. De aanvankelijke eisen hiervoor waren ten eerste een zeer goede kennis van de Estse taal. Ten tweede moest aangetoond worden dat Estland de permanente verblijfplaats was (door middel van het propiska) gedurende ten minste twee jaar voor en een jaar na de aanvraag een vereiste. Dit betekende dat de vroegste naturalisatiedatum 30 maart 1993 was 228, oftewel te laat voor de verkiezingen van Naar aanleiding de spanningen in de maatschappij 229 en na enkele wijzigingen aan de Burgerschapswet werd op 19 januari 1995 een nieuwe versie aangenomen, die op 1 april van dat jaar van kracht werd. Deze nieuwe Burgerschapswet integreerde alle regulaties omtrent burgerschap en nationaliteit en introduceerde enkele nieuwe voorwaarden voor naturalisatie. Zo dienden aanvragers tenminste vijf jaar voor het aanvragen Estland als permanente verblijfplaats te hebben gehad en werd naast een examen Estse taal een toetsing over kennis van de Estse Constitutie en Burgerschapswet vereist. Na de aanname van de wet kwam er veel kritiek van internationale organisaties aangezien volgens deze wet kinderen van stateloze ouders geen staatsburgerschap konden krijgen na de geboorte. Dit was, onder andere, in strijd met artikel 7 van het Verdrag inzake de rechten van het Kind, dat het kind het recht op nationaliteit verschaft. 230 Estland had dit verdrag geratificeerd. Deze kritiek veroorzaakte uiteraard een verhit debat in de Estse legislatuur. Een belangrijk aspect in dit debat was dat het toegeven aan het verdrag het principe van ius sanguinis zou compromitteren, aangezien het kind dan op basis van ius soli burgerschap zou krijgen. Uiteindelijk gaf de Estse legislatuur toe aan de internationale druk en op 12 juli 1999 trad het amendement op de Burgerschapswet in werking. Op basis van dit amendement hadden alle kinderen onder de 15, die na 26 februari 1992 op Ests grondgebied geboren zijn de Estse nationaliteit krijgen, mits de (stateloze) ouders minimaal vijf jaar permanent in Estland gevestigd zijn. 231 Dit burgerschap kan, mits aan deze voorwaarden voldaan, verkregen worden door middel van een simpele registratie Dit was de dag waarop Rusland het ultimatum deed aan de Estse republiek en de dag voor de inval. Vandaar dat deze datum, de laatste onafhankelijke dag, als eikpunt wordt beschouwd voor de nieuwe situatie. 228 Dit kwam doordat 30 maart 1990 gold als de vroegste datum waarop een permanente verblijfplaats kon worden vastgelegd. De vereiste tijdsperiode van 2+1 jaar werd enkel vanaf die dag geteld. Via: Järve, Estonian Citizenship De spanningen kwamen voort uit de redaciaal veranderde maatschappelijke omstandigheden sinds de onafhankelijkheid en het restrictieve burgerschapsbeleid. 230 In zijn geheel te vinden op: Let wel, in deze constructie vielen kinderen tussen de 15 en de 18 buiten de boot. Via: C. Thiele, The Criterion of Citizenship for Minorities: The Example of Estonia, COPRI working Paper 5 (1999) wordt betoogd dat Estland hiermee dus nog niet geheel voldeed aan de international juridische eisen. 232 Het is interessant dat dit amendement op het moment ter discussie staat. De huidige Kanselier van Justitie, Indrek Teder, pleit ervoor om de wet zo aan te passen dat het burgerschap automatisch wordt gegeven, onder voorbehoud van de voorwaarden, in plaats van op aanvraag. Uiteraard kunnen ouders altijd bezwaar maken tegen deze toekenning. Hoewel deze aanpassing het proces zeer zou versimpelen en ouders nog steeds vrij zijn in het kiezen van een nationaliteit, roept het voorstel weerstand op bij de Russische gemeenschap. Een deel van hen ziet dit als de zoveelste aanval op hun identiteit. In het parlement ligt het voorstel tegelijkertijd 64

65 Voorts zijn er in de loop der tijd nog enkele aanpassingen en simplificaties aangebracht in de wet van Zo zijn er bijvoorbeeld in juni 2002 enkele amendementen aangenomen die naturalisatie aanzienlijk vergemakkelijken voor mensen met een handicap of andere beperking. Met gepaste medische documenten kunnen ze bijvoorbeeld worden vrijgesteld van de examens over de Estse taal en wet. Voorts worden er sinds 2009 gratis taallessen verzorgd om de naturalisatie te vergemakkelijken. Eerder voorzag het systeem in een terugstorting van de cursuskosten zodra het examen behaald was. Hiermee wordt gehoopt een drempel weg te nemen voor mensen om actief Ests te leren. Deze gratis cursussen worden overigens gefinancierd door de Europese Commissie. 233 Daarnaast hoeven zij die een eindexamen Ests hebben afgelegd op een middelbare school geen taalexamen meer af te leggen voor de naturalisatie. gevoelig ten gevolge van meningsverschillen tussen verschillende politieke partijen en doordat de charismatische en betrokken Kanselier de (conservatieve) Minister van Justitie haast overschaduwt. Voor meer informatie, zie: Kristel Valk, Rights of the Child in: Kari Käsper en Marianne Meirog (red.), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (2011) Järve, Estonian Citizenship

66 4.4 Het huidige nationaliteitsdebat Van meet af aan hebben de etnische Esten en de Russen in het nationaliteitsbeleid en debat welhaast tegenovergestelde posities. De Estse kant berust zich sterk op de geschiedenis en dan met name op de grote verandering in de etnische samenstelling van het land tijdens de communistische jaren. Dat het aandeel Esten in een halve eeuw van 90 naar 60 procent werd gereduceerd vormde een grote bedreiging voor het voortbestaan van het land, de cultuur en de taal. Op grond daarvan werd het ontkennen van burgerschap aan sovjetmigranten als een adequate oplossing gezien om deze veranderingen teniet te doen. Voorts argumenteren de Esten dat hun burgerschapswetten, in vergelijking met andere landen, aanzienlijk liberaal zijn. 234 De Russen aan de andere kant beargumenteren echter, gesteund door enkele internationale actoren, dat geschiedenis en de etnische natie niet de juiste uitgangspunten zijn. Zij stellen dat de huidige multiculturele samenleving juist het uitgangspunt dient te zijn en dat de minderheid als individuen beschouwd dient te worden. Hierin voelen zij zich onder andere gesterkt door een rapport van Helsinki Watch. Dit rapport verwerpt het argument dat alle migranten na 1940 zich illegaal vestigden en dus geen burgerschap verdienen. Hun vestiging geschiedde immers legaal volgens de op dat moment geldige wetten in het land. Concluderend dienen alle migranten sinds 1940 als individuen te worden beschouwd in plaats van als instrument in een politiek van de staat, hoe begrijpelijk die impuls ook zou kunnen zijn. 235 Verder wordt door meerdere partijen geargumenteerd dat statelozen een groot risico voor de staatsveiligheid vormen, aangezien hun belangen niet toereikend vertegenwoordigd worden in de regering. Dat kan hun gedrag en prioriteiten erg onvoorspelbaar maken. Dit argument impliceert dat Estland er goed aan zou doen de naturalisatie-eisen te versoepelen, met name die op het gebied van taal. In het vervolg van het debat speelt de maatschappelijke en politieke acceptatie van de versoepeling een grote rol. Het is politiek immers gevaarlijk om veranderingen in maatschappelijk gevoelige wetten te initiëren als er (nog) geen steun voor is. Tot op heden zijn de meeste voorstellen dan ook door de legislatuur verworpen. De verschillende kampen zijn wel meer naar elkaar toegekomen, maar nog steeds zijn er wezenlijke spanningen. Deze zullen blijven bestaan zolang er zich in de Estse republiek duizenden statelozen zullen bevinden. Vanuit de internationale gemeenschap werd de Estse regering aangemoedigd om de naturalisatie te versnellen en het aandeel statelozen te reduceren. Met name gedurende de toetredingsgesprekken tot de Europese Unie was Estland genoodzaakt de inburgeringpolitiek voor te leggen aan de Europese lidstaten. Dit leidde onder andere tot aanpassingen in de Burgerschapswet om deze meer op een lijn te krijgen met internationale verdragen die Estland geratificeerd had. Tegelijkertijd mengden ook andere organisaties, NGO s en ambassades zich in het debat en brachten zelfs knowhow en financiële steun ten tonele. 236 Aangezien sinds de aanname van de wet van 1995 het aantal naturalisaties echter terugliep 237 riepen deze internationale partners Estland op om een duidelijker en meer omvattend beleid te lanceren. Dit vertaalde zich onder andere in een Bureau van 234 Järve, Estonian Citizenship Integrating Estonia s Non-Citizen Minority, Helsinki Watch (1993) Järve, Estonian Citizenship Zie hoofdstuk

67 de Minister van Bevolkingszaken (Rahvastikuminister) en een Stichting voor de Integratie van niet- Esten: Meie Inimesed. 238 Deze laatstgenoemde stichting, in internationale stukken regelmatig Integration Foundation genoemd is een belangrijke speler in de Estse integratiestrategie. De stichting doet onder andere onderzoek voor integratiestrategieën, evaluaties hiervan en houdt een uitgebreide bibliotheek bij. Daarnaast ondersteunt en organiseert de stichting taalonderwijs voor kinderen en volwassen en verzorgt trainingen voor Russische docenten. In dit kader publiceert Meie Inimesed les- en oefenmaterialen. Tevens ondersteunt de stichting de integratie van niet-esten op andere vlakken dan taalonderwijs, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van informatie omtrent naturalisatiewetgeving en oefenexamens voor de inburgeringcursus. 4.5 Conclusie De Estse Burgerschapswet is gebaseerd op drie onderling verbonden principes: de continuïteit van de Republiek van 1920, de bescherming van het Estse volk en het principe van ius sanguinis. In de praktijk kwam dit erop neer dat enkel diegenen die reeds in het Interbellum Ests staatsburgerschap hadden en hun nakomelingen automatisch in aanmerking kwamen voor het staatsburgerschap. Op deze wijze vond het principe van ius sanguinis uitvoering in de continuering van de Estse republiek. Het feit dat door dit beleid het leeuwendeel van de etnische Russen geen staatsburgerschap kreeg werd door de Esten gezien als een vorm van bescherming van hun volk, taal en cultuur. Met slechts 20 jaar onafhankelijkheid in de hele geschiedenis en een halve eeuw bezetting door de Sovjet-Unie is het niet verwonderlijk dat het verdedigen van de kleine staat een hoge prioriteit had. Zo kregen de belangen van de etnische Estse republiek aanvankelijk voorrang boven democratische participatie van de gehele bevolking. Om alsnog staatsburgerschap te verwerven was het noodzakelijk om een naturalisatietraject te doorlopen waarvan de voornaamste onderdelen taalkennis, permanente vestiging in Estland en kennis van de Estse staat zijn. De regels omtrent naturalisatie zijn enkele malen aangepast, onder andere door druk van internationale organisaties en het besef dat een grote stateloze groep een significante bedreiging voor de staatsveiligheid is. Sinds de aanname van de nieuwe taalwet in 1995 zijn er slechts enkele aanpassingen geweest, waarvan de verlening van staatsburgerschap aan kinderen van stateloze ouders de meest ingrijpende is. De verklaring waarom er sindsdien weinig animo is voor een wijziging van de Burgerschapswet is tweeledig. Ten eerste voldoet de huidige wetgeving aan de Europese normen, wat voor Estland een duidelijk symbool is voor acceptatie van het beleid. Ten tweede zijn de huidige eisen voor het verkrijgen van burgerschap (taalkennis, residentie en kennis van de maatschappij) zeer reële voorwaarden waar weinig tegenin te brengen is. Om het aantal statelozen toch te verminderen zet de overheid voornamelijk in op stimulatie van naturalisatie door middel van het integratieproces. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn overheidsinstituties die belast zijn met integratievraagstukken en een invloedrijke (semi-)ngo die het integratiebeleid vanaf de taalkant begeleid. Aldus kan geconcludeerd worden dat, sinds de wetgeving conform de Europese norm is, de aandacht is verschoven van de Burgerschapswet naar het integratiebeleid. De Burgerschapswet is geen actief instrument in de minderheidskwestie maar de staatkundige context waarbinnen deze zich afspeelt. 238 Onze Mensen, internationaal bekend als de Integration Foundation. Zie: 67

68 Taalwetgeving in Estland [In Central Europe] * + language is a precious commodity, symbol of knowledge and status, root of bloody wars of envy. Nations there destroy nations to possess a quantity of linguistic material Tongues, Kevin Hannan Kevin Hannan, Dary zbiorowej pamięci [Bounties of Collective Memory] (Łódź 2006)

69 5 Taalwetgeving in Estland 5.1 Inleiding De taalwetgeving speelt in veel aspecten van de Estse maatschappij een grote rol; van de wetgeving rond burgerschap tot de nationale idee van het land. De kern van deze grote rol en verbondenheid is zeer duidelijk verwoord door de Estse wetenschapper Priit Järve. Hij schrijft: Language legislation establishes a direct link between politics and national identity, because legislation is a core component of a nation s political development and language is essential to national identity. 240 Taalwetgeving heeft een interessante duale werking. Aan de ene kant volgt wetgeving de politieke ontwikkeling en weerspiegelt het de veranderende visies, doelen en ambities van de elite van het land. Aan de andere kant heeft de wetgeving, eenmaal van kracht geworden en gehandhaafd, een formatieve invloed op de politiek en de maatschappij. Bij de analyse van de wetgeving en de gedachte erachter hebben we dus te maken met twee onderling gerelateerde elementen: de wetgeving wordt veranderd door ontwikkelingen in het politieke landschap en door het van kracht worden van nieuwe wetgeving wordt het politieke landschap beïnvloed. Met dit in het achterhoofd is het voorts nuttig onderscheid te maken tussen drie verschillende politieke strategieën achter taalwetgeving: natievorming, etnische inperking en beheersing 241 van taaldiversiteit. Deze drie strategieën zijn uiteraard niet absoluut en kunnen in elkaar overlopen of elementen van elkaar bevatten. Ondanks dat de drie strategieën verschillend zijn representeren ze elk gerelateerde aspecten van het vormen van een natiestaat. 242 Alle drie de strategieën zijn terug te vinden in de taalwetgeving van Estland. In de komende paragrafen zal duidelijk worden dat in de strategische aanpak er een verschuiving heeft plaatsgevonden van etnische inperking naar beheersing van taaldiversiteit naar een meer inclusief concept van natievorming. Beide zijn sterk verankerd in de natievorming, maar de nadruk is komen te liggen op participatie van de anderstalige minderheid terwijl de Estse taal wordt gewaarborgd. Deze specifieke ontwikkeling wordt meer uitgebreid besproken in het hoofdstuk Integratie. 5.2 Taalwetgeving in de Estse SSR Voordat de taalwetgeving in Estland geanalyseerd kan worden is het belangrijk de context te schetsen waarin deze legislatie tot stand is gekomen. Hierbij gaat het in het bijzonder om de politiek die gevoerd werd in de Estse SSR voorafgaand aan de perestrojka, toen de politieke koers nog grotendeels vanuit van Moskou kwam. Zoals eerder vermeld vond in de Estse SSR een beleid van Russificatie plaats. Uiteraard gebeurde dit in de eerste plaats op demografisch vlak doordat grote aantallen Russen zich in Estland vestigden. Verder werd het Ests in het functionele domein vervangen door het Russisch. Dit gebeurde in de eerste plaats om aantrekkelijke omstandigheden te scheppen voor de Russische immigranten. 243 Het tweede doel was uiteraard het russificeren van de republiek en het marginaliseren van de Estse taal. Op functioneel vlak werd dit, onder andere, gepoogd te bereiken door de russificatie van bepaalde professionele vlakken. Alle beroepen die verbonden 240 Priit Järve, Two waves of Language Laws in the Baltic States: Changes of Rationale?, Journal of Baltic Studies vol. 33 n. 1 (2002) , aldaar Met beheersing wordt hier niet het spreken van een taal bedoeld maar het controleren en sturen van de taaldiversiteit in een land, meestal met als doel het in stand houden van de positie van een specifieke (de titulaire) taal. 242 Järve, Two waves of Language Laws Mart Rannut, Language Policy in Estonia, Noves SL. Revista de Sociolinguistika, Lente-Zomer (2004) 1-17, aldaar 3. 69

70 waren met transport, communicatie, overheid, grondstofwinning, inlichtingen en dergelijke werden vrijwel volledig Russischtalig. Dit werd gedaan vanwege een wantrouwen jegens de Esten (en titulaire bevolkingsgroepen in het algemeen) en om duidelijk te maken dat Russisch de taal was waarin de Sovjet-Unie functioneerde. 244 Dit, in combinatie met een uitgebreid netwerk van Russischtalige media en vermaak zorgde ervoor dat het Russisch zeer snel en sterk toenam qua status. Een neveneffect hiervan was dat de inwoners van derde nationaliteiten (d.w.z. inwoners van de Estse SSR die Rus noch Est waren) het Russisch overnamen als taal van communicatie binnen de republiek. Hierdoor liep de status van de Estse taal verder terug. Samenvattend had de Russificatiepolitiek van Estland, door middel van taal- en immigratiewetten, drie hoofddoelen. 245 Het eerste doel was het creëren van een volledig eentalige omgeving voor de Russen waarbij het leren van het Ests slechts optioneel was en niet werd gestimuleerd. Het tweede doel was het stimuleren van tweetaligheid onder de titulaire bevolking, waarbij communicatie op professioneel vlak en in functionele domeinen overwegend Russisch was. Het derde doel, dat uit de voorafgaande vloeide, was het assimileren van de derde nationaliteiten in het Russischtalig kader. Deze drie doelen werden ondersteund door de implementatie van een systeem dat migratie voor Russen aantrekkelijk maakte. Om deze immigratie van Russischtaligen te consolideren werden drie stappen geïmplementeerd. 246 Ten eerste werd er een Russischtalige mediaomgeving gecreëerd, zodat de Estse taal niet nodig zou zijn om te functioneren in de maatschappij. Daarnaast vond er een continue overdracht plaats van zowel territoriale als functionele gebieden van het Ests naar het Russisch en werd het gebruik van het Russisch op ideologische gronden gepromoot. Dit beleid werd doorgevoerd tot de late jaren 80. Ten gevolge van het beleid van de glasnost en perestrojka wisten de etnische Esten meer bestuur in handen te krijgen en een eigen taalpolitiek te implementeren Estse taalwetgeving ten tijde van de perestrojka De Estse taalwetgeving is in te delen in twee fasen, waarvan de eerste plaatsvond ten tijde van de Estse SSR en de tweede vanaf het herwinnen van de onafhankelijkheid. De eerste fase kon, onder de glasnost en perestrojka en de daaruit voorgekomen populaire volksbewegingen, aan het eind van de jaren 80 van start gaan. Zeer belangrijk hierin was het amendement op de grondwet van de Estse SSR waardoor het Ests de officiële status van staatstaal 247 kreeg. Verder werd op 18 januari 1989 de Taalwet van de Estse Socialistische Sovjetrepubliek uitgevaardigd, die veel aandacht trok. 248 Deze wet zou de weg vrijmaken voor verdere taalwetgeving in Estland en initieerde het uitvaardigen van vergelijkbare wetten in andere Sovjetrepublieken Doordat er omstandigheden warden geschapen waarin enkel Russisch nodig was voor het maatschappelijk leven was onder de Russen de verwerving van het Ests van oudsher erg laag. Dit heeft ertoe geleid dat in 1989 slechts 15% van de Russen in Estland bekend was met de Estse taal waardoor de naturalisatie in 1991 logischerwijs laag was. Zie:Anastassia Zabrodskaja, Language Testing in the Context of Citizenship and Asylum: The Case of Estonia, Language Assessment Quarterly vol. 6 n. 1 (2009) Rannut, Language Policy in Estonia Rannut, Language Policy in Estonia Ee: riigikeel, Ru: gosjazyk 248 Toivo U. Raun, The Estonian SSR Language Law (1989): Background and Implementation, Nationalities Papers vol. 23 n.3 (1989) , aldaar De uitvaardiging van deze wet had ook invloed buiten de grenzen van de Sovjet-Unie. François Grin beschouwde de wet als baanbrekend en trok een vergelijking met de taalwetten die in de Canadese provincie Québec werden aangenomen. Hij was voornamelijk geïntrigeerd door het fenomeen dat een lokale taalkundige meerderheid de invloed van de lokale minderheidstaal probeert te beheersen, waarbij die minderheidstaal 70

71 Vanwege het baanbrekende karakter van de wet en de directe relevantie voor het concept van natievorming in Estland is het van belang er aandacht aan te besteden. Ten eerste is de speciale opstelling ten opzichte van het Russisch erg interessant. In de preambule wordt gesteld dat de wet, ten opzichte van de behandeling van de Russische taal, uitgaat van de noodzaak van communicatie binnen de Sovjet-Unie 250 en van het feit dat Russisch, naast het Ests, de tweede taal van het land is en voor een groot deel van de bevolking de moedertaal. 251 De wet verleent echter geen officiële status aan de Russische taal, bijvoorbeeld voor communicatie tussen de verschillende Sovjetrepublieken. Hieraan is af te leiden dat de door etnische Esten gedomineerde Ülemnõukogu zelfverzekerder was geworden en niet meer toegaf aan druk van de Russen. Het ontkennen van een officiële status aan het Russisch versterkte echter wel de spanningen tussen de Estse en Russische groepen. 252 Desalniettemin werd er in de wet veel aandacht besteed aan het Russisch en werden alle burgers van het recht verzekerd dat ze met alle overheidsinstellingen naast het Ests ook in het Russisch zouden kunnen communiceren en zelfs dat ze officiële documenten in het Russisch konden verkrijgen. Met deze wet werd Estland dus, ondanks dat Ests de officiële landstaal was, de facto tweetalig. In vergelijking met eerdere (pro-russische) wetten, was de taalwet van 1989 een grote stap voorwaarts omdat hij voorzag in praktisch gelijke rechten in het openbare leven voor sprekers van zowel Ests als Russisch. 253 Overigens was het doel van de wet wel om deze situatie op termijn te veranderen. De wet specificeerde enkele transitietermijnen, dat wil zeggen dat ondernemingen, organisaties en andere instanties binnen een bepaalde tijd in het geheel over dienden te schakelen op het Ests. 254 Deze overschakeling was gekoppeld aan een verplicht minimumniveau van beheersing van het Ests. Deze overschakeling was reeds bezig in het onderwijs, waar het Ests direct voorkeur kreeg. Scholen konden enkel nog Russisch als instructietaal gebruiken indien dit in overeenstemming was met de etnische distributie van de regio. Uit deze elementen kan worden opgemaakt dat de taalwet van 1989 vanuit strategisch oogpunt niet enkel bijdroeg aan natievorming (of in deze context eerder behoud van de Estse natie) maar ook aan beheersing van de taaldiversiteit. Een verdere verspreiding van het Russisch werd immers tegengegaan en de status van het Ests werd verhoogd en bewaard. De beide talen werden eigenlijk gelijkwaardig in het publieke leven na een lange periode waarin deze sfeer door het Russisch werd gedomineerd. Echter, aangezien de wet relatief kort voor het herstel van de onafhankelijkheid werd aangenomen, is hij er niet in geslaagd veel praktische veranderingen te bewerkstelligen. De betekenis van de wet, ook vanuit strategisch oogpunt, is dan ook voornamelijk psychologisch: het was de eerste en baanbrekende stap in de hervestiging van het Ests als taal van Estland. tevens de meerderheidstaal is van de overkoepelende federatie. Zie: François Grin, The Relevance of Thresholds in Language Maintenance and Shift: A Theoretical Examination, Journal of Multilingual and Multicultural Development vol. 14 n. 5 (1993), Het Russisch was immer de lingua franca van de Sovjet-Unie. 251 Advig Kiris (red.), Restoration of the Independence of the Republic of Estonia, Selection of Legal Acts ( ) (Tallinn 1991) Vello Pettai, Estonia s Controversial Language Politics, Transition vol. 2 n. 24 (1996). 253 François Grin, The Estonian Language Law: Presentation with Comments, Language Problems and Language Planning vol. 15 n. 2 (1991). 254 Järve, Two waves of Language Laws

72 5.3 Estse taalwetgeving vanaf de onafhankelijkheid Met het herkrijgen van de onafhankelijkheid in 1991 veranderde het politieke landschap in Estland volledig, en daarmee tevens de houding ten opzichte van taalwetgeving, die de tweede fase inging. De positie van de Russischtalige minderheid was met het wegvallen van de Russische overheersing op losse schroeven komen te staan en de Russen hadden een aanzienlijk deel van hun bescherming verloren. Ondanks dat Estland pas in 1995 een nieuwe taalwet aannam was de notie van Ests als staatstaal al direct vastgelegd in de grondwet van de republiek. Artikel 6 stelt zeer duidelijk: Eesti riigikeel on eesti keel, De Estse staatstaal is de Estse taal. 255 In andere wetten werd deze notie ook, met het oog op beheersing 256 van de Russische taal, doorgevoerd. Naast wetgeving op het gebied van verkiezingen en onderwijs was deze notie het sterkst doorgevoerd in de burgerschapswet, die daarmee eigenlijk een sterker strategisch middel voor taalbeheersing werd dan de taalwet an sich. De basis hiervoor was dat burgerschap niet automatisch werd verleend aan migranten uit de Sovjettijd en er voor naturalisatie een taalexamen moest worden afgelegd. Het is begrijpelijk dat, zeker in de eerste jaren na de onafhankelijkheid, de kennis van het Ests onder de Russischtalige minderheid matig was. Het heeft er verder sterk de schijn van dat de wetgeving in de eerste jaren niet gericht was op het stimuleren van naturalisatie, maar van emigratie van de Russischtaligen. Dit vermoeden werd in 2000 door de voormalig directeur van het Ests Burgerschaps- en Migratiebureau Andres Kollist in een interview bevestigd. Hij geeft hierin toe dat het een gezamenlijk streven van wetgevers en overheidsfunctionarissen eigenlijk was om venelaste elu põrguks muuta, oftewel het leven van de Russen tot een hel te maken. 257 Het is om deze reden niet toevallig dat de Estse regering tot , ondanks de aanname van taalvereisten, zeer weinig deed om taalverwerving onder de minderheid te stimuleren. 258 Het streven van het minderhedenbeleid was duidelijk het stimuleren van emigratie van deze minderheid. Feitelijk was er echter geen sprake van grote emigratie en besloot het leeuwendeel van de Russen in Estland te blijven. 259 Dit leidde ertoe dat de Estse machthebbers, zeker nu de ogen van de Europese Unie, de NAVO en andere internationale organisaties op hen gericht waren, een andere houding moesten overwegen ten opzichte van de Russen. Het tegemoetkomen aan de verwachtingen en eisen van deze organisaties stond namelijk hoog op de Estse agenda. Anti-Russische gevoelens waren echter nog erg sterk aanwezig en het spelen van de nationalistische (Estse) kaart was politiek erg voordelig, te meer daar de meeste Russen nog niet onder het electoraat vielen. 260 Er kan zelfs gesteld worden dat het in het eerste decennium van de onafhankelijkheid politieke zelfmoord zou zijn 255 Eesti Vabariigi Põhiseadus (1992) 6, Hierbij is het interessant om op te merken dat de constitutie van 1920 ( 5) de rol van de Estse taal als Eesti vabariigi riigikeeleks on Eesti keel. De verschillen zijn dat in 1920 de staatstaal van de Estse republiek wordt genoemd en in 1992 de Estse staatstaal, hetgeen een meer spiritueel natieconcept suggereert. Daarnaast staat in de wettekst van 1992 de Estse taal in de nominativus (de zeer vaste grammaticale casus van A = B) en in 1920 in de translativus (casus van verandering, overgang), hetgeen een minder vanzelfsprekende correlatie suggereert. 256 Nota Bene, beheersen wordt hier gebruikt in de betekenis van controleren. 257 Peeter Ernits, Kodakondsusameti endine peadirektor Andres Kollist: Nende eesmärk oli venelaste elu põrguks muuta * Voormalig hoofddirecteur van het Burgerschapsbureau Andres Kollist: Hun doel was het leven van de Russen tot een hel maken +, Luup n. 3 (2000) Järve, Two waves of Language Laws Zie hoofdstuk Enkel Estse staatsburgers mogen immers stemmen in de nationale verkiezingen en de Russischtaligen hadden over het algemeen dit burgerschap niet. 72

73 geweest om (ingrijpende) veranderingen in het burgerschaps- of taalbeleid voor te stellen. 261 Ten gevolge hiervan werden maar weinig aanbevelingen van de Raad van Europa en de OVSE en diens Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden Max van der Stoel in het eerste decennium geïmplementeerd. Met het aannemen van de nieuwe taalwet 262 op 1 april 1995 begonnen er veranderingen te komen in de houding ten opzichte van taalwetgeving. 263 Zo maakte deze wet geen aparte vermelding meer van het Russisch, maar beschouwde het simpelweg als een buitenlandse taal. Deze verandering is echter meer dan een cosmetische ingreep. Artikel 2.1 stelt namelijk dat voor het doel van de wet elke taal anders dan het Ests een buitenlandse taal (võõrkeel) is. 264 Daaraan wordt in artikel 8 toegevoegd dat Estse ambtenaren in principe in hun officiële hoedanigheid geen andere taal dan het Ests hoeven te hanteren. In het geval dat een ambtenaar inderdaad weigert een andere taal (bijvoorbeeld het Russisch) te bezigen, zullen de vertaalkosten voor de rekening van de gebruiker zijn. 265 Hiermee werd de wet een zeer effectief middel om het Russisch op nationaal niveau uit te sluiten van het officiële verkeer. Het Russisch was echter nog steeds de moedertaal van meer dan 30% van de bevolking en ondanks dat er geen noodzaak meer was voor communicatie binnen de Sovjet-Unie was het nog wel een grote taal in Estland. De wet van 1995 houdt hier echter geen expliciete rekening mee. Wel bevat de wet een juridische constructie voor een taal van een nationale minderheid ( Vähemusrahvuse keel ). 266 Deze wordt gedefinieerd als een buitenlandse taal die Estse burgers, die tot een nationale minderheid behoren, historisch als hun moedertaal in Estland gebruiken. 267 Verder komt hier de bepaling bij die stelt dat In lokale besturen waar tenminste de helft 268 van de permanente inwoners 269 tot een nationale minderheid behoort, heeft een ieder het recht om een antwoord te ontvangen van vertegenwoordigingen van de staat die binnen het territorium van het corresponderende bestuur en van het corresponderende bestuur zelf en zijn ambtenaren in zowel de taal van de nationale minderheid als het Ests. 270 In Estland zou uiteraard enkel het Russisch, in de noordoostelijke gebieden, aan deze eis voldoen. In toevoeging hierop regelt artikel 11 de functie van een taal van een nationale minderheid voor interne communicatie van overheidsdiensten. Het artikel bepaalt dat de taal van een nationale minderheid, mits die minderheid de lokale meerderheid vormt, naast het Ests gebruikt kan worden als werktaal van de lokale overheid. Dit recht dient aangevraagd te worden door de lokale overheid en kan gegund worden door een beslissing van de nationale 261 Järve, Two waves of Language Laws Deze Keeleseadus is in zijn geheel terug te lezen op: Het is van belang te beseffen dat deze wet de eerste Estse taalwat was sinds het herwinnen van de onafhankelijkheid. De wet was daarom niet gebonden aan de beperkingen van de Sovjet-Unie en logischerwijs voornamelijk georiënteerd op promotie en behoud van de Estse taal. In de loop der jaren zou deze wet een aanzienlijk aantal aanpassingen kennen. 264 Iga muu keel peale eesti keele on käesoleva seaduse mõttes võõrkeel., Keeleseadus (1995) Keeleseadus (1995) Uitgewerkt in Keeleseadus (1995) Vähemusrahvuse keel on võõrkeel, mida vähemusrahvusest Eesti kodanikud on Eestis põliselt kasutanud emakeelena., Keeleseadus (1995) Dit percentage is een zeer hoge eis, zeker in vergelijking met Slowakije en Finland waar deze respectievelijk op 20% en 6-8% zijn gesteld. Waarschijnlijk is deze eis voortgekomen uit het feit dat de Russische populatie van Tallinn net onder de 50% ligt en men wilde vermijden dat de hoofdstad tweetalig werd. 269 Het is hier van belang op te merken dat het om permanente inwoners gaat en niet om burgers. 270 Keeleseadus (1995)

74 regering. 271 In het noordoosten van de republiek, de provincie Idu-Virumaa, bestaan lokale besturen waar de meerderheid van de permanente inwoners inderdaad deel uitmaakt van een nationale minderheid. Als laatste artikel voor minderheidstalen is 14 van de taalwet interessant om te behandelen, aangezien het betrekking heeft op culturele autonomie. Culturele autonomie is een juridische term voor een vereniging op basis van cultuur en vloeit voort uit artikel 50 van de grondwet. Dat artikel luidt als volgt: Nationale minderheden hebben het recht om, ten behoeve van nationale cultuur, zelfbesturende culturele agentschappen op te richten onder de voorwaarden van en onderhevig aan de procedures gegeven door de Wet op Culturele Autonomie van Nationale Minderheden. 272 In deze wet, die in 1993 is aangenomen, worden de bepalingen, voorwaarden en procedures verder uitgewerkt. 273 Samengevat stelt de wet een viertal voorwaarden waaraan voldaan moet worden opdat een groep als nationale culturele minderheid beschouwd kan worden en in aanmerking kan komen voor culturele autonomie. Ten eerste dienen de leden van de groep als burger binnen de grenzen van de Estse republiek te wonen en, ten tweede, een lange en sterke historische band met het land te hebben. Ten derde moet de groep duidelijk verschillen van de Esten op basis van hun etnische, religieuze, culturele of linguïstische karakteristieken. Als laatste dient de groep een duidelijke motivatie te tonen om deze karakteristieken te behouden omdat ze beschouwd worden als basis van hun identiteit. Tevens dient de groep een ledenaantal te hebben van tenminste personen. 274 Het verkrijgen van een culturele autonomie heeft een aantal voordelen, voornamelijk op het gebied van het uitoefenen van gebruiken, het organiseren en steunen van culturele en educatieve initiatieven en het gebruik van hun moederstaal uiteraard allemaal binnen de grenzen van de wet. Een van de meer opvallende voordelen is echter dat een culturele autonomie teksten in hun eigen taal mag publiceren zonder er een Estse vertaling naast te plaatsen, wat normaliter de norm is. Het eerder genoemde artikel 14 van de taalwet bepaalt dat het gebruik van een vähemusrahvuse keel ( minderheidstaal ) toegestaan is als interne werktaal voor de vertegenwoordigingen van een culturele autonomie van een nationale minderheid. Alle communicatie met lokale overheden, waar de minderheidstaal geen interne werktaal is, dient echter wel in het Ests te geschieden. 275 Overigens heeft tot op heden geen enkele nationale minderheid zichzelf vastgelegd nog als (volledige) culturele autonomie, waardoor deze norm nog nimmer geïmplementeerd is. 276 Wel hebben verschillende 271 Keeleseadus (1995) Vähemusrahvustel on õigus luua rahvuskultuuri huvides omavalitsusasutusi vähemusrahvuste kultuurautonoomia seaduses sätestatud tingimustel ja korras., Eesti Vabariigi Põhiseadus (1992) 50, De Vähemusrahvuse Kultuuriautonoomia seadus is in het geheel te vinden op Rannut, Language Policy in Estonia Keeleseadus (1995) Nota Bene, dit houdt dus in dat een culturele autonomie met een minderheidstaal enkel met de lokale overheid kan communiceren in hun eigen taal als dit tevens een officiële werktaal van deze overheid is. 276 Op het eerste gezicht is het erg opmerkelijk dat de Russischtalige minderheid zichzelf nog niet heeft vastgelegd als culturele autonomie. Dit komt echter voort uit een grote onderlinge verdeeldheid binnen de minderheid, zoals later zal worden aangetoond. Deze verdeeldheid blijkt verder uit het oordeel van het Ministerie van Cultuur, dat Russische aanvragen tot nu toe heeft afgewezen omdat ze niet de gehele minderheid zouden vertegenwoordigen. Van de overige etnische groepen in Estland voldoen enkel de Finnen, Wit-Russen en Oekraïeners aan het vereiste aantal van 3000 leden. Deze groepen hebben echter nog geen 74

75 organisaties zich kunnen registreren als culturele autonomie, bij telling in 2003 waren dit er in totaal Op dat punt heeft de Wet op Culturele Autonomie een bescheiden succes behaald op het gebied van het vergroten van onderling begrip en het stimuleren van maatschappelijke participatie. 278 De wet van 1995 stipuleert verder, in tegenstelling tot die van 1989, niet de rol van talen in het onderwijs of de taal van gerechtshoven aangezien deze geregeld zijn in andere wetten. Over de rol van taal in het onderwijs zal dieper ingegaan worden in hoofdstuk Compromis en compensatie De taalwet van 1995 vormde geenszins een einde aan de discussie rond de taalwetgeving in Estland. Hierdoor is er in de loop der jaren een flink aantal amendementen toegevoegd aan de oorspronkelijke wet. Tegelijkertijd bleef het concept van de staatstaal een belangrijke rol spelen in de wetgeving op andere terreinen. Een van de meer opvallende ontwikkelingen vond plaats in december 1998, kort nadat de Riigikogu onder internationale druk een amendement op de burgerschapswet had uitgevaardigd waardoor kinderen van stateloze ouders alsnog een Ests staatsburgerschap konden krijgen. 279 In reactie op deze concessie werd tijdens een georkestreerde stemming op 15 december 1998 een aantal amendementen op de taalwet, de verkiezingswet voor de Riigikogu en de verkiezingswet voor lokale overheden aangenomen, die taalvereisten instelden voor gekozen vertegenwoordigers. 280 Deze amendementen vormen een beperking van politieke participatie van de Russischtalige minderheid, aangezien slechts een klein deel daarvan de Estse taal voldoende beheerste om aan de vereisten te voldoen. Deze zet is goed te beschouwen als een soort compensatie voor de concessie die aan de internationale gemeenschap gedaan werd met betrekking tot de burgerschapswet. De amendementen werden internationaal sterk bekritiseerd. Ze werden beschouwd als een onredelijke beperking van het burgerlijk recht om gekozen te worden en als zijnde niet in overeenstemming met noch de Estse grondwet, noch de internationale verplichtingen en toezeggingen. 281 In een brief van 19 december van dat jaar drong de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de OVSE de president erop aan de amendementen niet te uit te vaardigen. 282 In zijn brief stelde hij het recht van burgers om gekozen te worden, dat door deze aanvraag ingediend. Voor meer informatie, zie: Laas Leivat, Cultural autonomy in Estonia - bane or boon for indigenous cultural survival?, Estonian World Review 21 januari Rannut, Language Policy in Estonia 9. Voorbeelden van zulke organisaties zijn het Russisch Theater en het Russisch cultureel centrum (resp. en Het effect van de wet wordt enigszins getemperd doordat andere wetten op andere gebieden reeds elementen regelen die zijn opgenomen in de wet op culturele autonomie. Soms kan dit stimulerend zijn en soms beperkend. Desalniettemin is de wet een positieve juridische wet voor e acceptatie van nationale minderheden. 279 Zie hoofdstuk N.B. deze taaleisen hadden betrekking op het passief kiesrecht van locale besturen, in andere woorden, er waren taaleisen verbonden aan het recht een bevolkingsgroep (i.e. minderheid) te vertegenwoordigen. Dit kwam uiteraard bovenop de reeds geldende vereiste van Ests staatsburgerschap voor participatie in de nationale politiek. Järve, Two waves of language laws Järve, Two waves of language laws In Estland dient elke wet die de Riigikogu uitvaardigt goedgekeurd en ondertekend te worden door de president, alvorens hij van kracht wordt. 75

76 amendementen beperkt zou worden, diep geworteld zit in de essentie van de democratie. 283 Het mocht echter niet baten en op 31 december 1998 bekrachtigde de Estse president Lennart Meri de amendementen. De internationale gemeenschap bleef echter druk uitoefenen op de Estse regering en onder invloed van de veranderde publieke houding ten opzichte van de Russische minderheid werden de taalvereisten voor gekozen vertegenwoordigers afgeschaft. 284 Deze beslissing was verbonden aan het geplande einde van de OVSE-missie in Estland in Aangezien deze missie als een soort stigma werd beschouwd streefde de regering ernaar deze inderdaad te sluiten in 2001 en bracht de verwachtte wijzigingen aan op 21 november van dat jaar. Voor deze concessies scheen echter wederom een vorm van compensatie gevonden te moeten worden. Als reactie op de pers en opiniemakers die de ongebaseerde angst verspreidden dat Russisch een tweede officiële taal zou worden werd op 4 december 2001 de wet op lokaal bestuur geamendeerd. Het amendement op artikel 23 stelt dat vergaderingen van alle besturen in het Ests gevoerd dienen te worden. Indien een lokale overheid het recht heeft verworven om, op basis van artikel 11 van de taalwet, een minderheidstaal te bezigen naast het Ests deze tevens het recht heeft om de documenten met betrekking tot de vergadering naast het Ests in de minderheidstaal te vervaardigen. 285 Het Ests blijft dus wel de hoofdtaal. Overigens is het geen geheim dat verschillende besturen in het noordoosten van Estland hun officiële zaken in het Russisch doen, zonder hiervoor een formele toestemming te hebben. 286 Ondanks dat dit in strijd is met artikel 11 van de taalwet kiest de Estse overheid er, tot nu toe, eigenlijk voor om niet in te grijpen. Wellicht is er sprake van een soort gedoogbeleid in dit opzicht. Als laatste in deze kwestie dient het amendement op artikel 5 van de taalwet te worden genoemd, dat in juli 2000 van kracht werd. Dit amendement komt erop neer dat er bepaalde taalvereisten gelden voor werknemers van ondernemingen, NGO s en stichtingen die in Estland opereren. 287 Op de letter beschouwd geldt dit zelfs voor buitenlandse experts die tijdelijk in Estland werken. Later is op dit artikel een aantal subelementen opgenomen die, kort gezegd, specificeren dat deze eisen opgaan indien er sprake is van een publiek nut, zoals bijvoorbeeld veiligheid, gezondheid of consumentenbescherming. 288 Ondanks dat deze bepaling de wet ruimer te interpreteren maakt en genoeg ruimte overlaat voor een normaal functioneren van buitenlandse organisaties en bedrijven in Estland is het duidelijk dat het aanvankelijke doel van de wet het versterken van de concurrentiepositie van Eststaligen ten koste van de minderheidstalen was. Sinds deze compensaties is de Estse taalwet redelijk ongewijzigd gebleven. Naast de erkenning van de Estse gebarentaal als officiële taal 289 zijn er voornamelijk provisies opgenomen omtrent het gebruik van Ests in de publieke sfeer. Deze reiken van specificaties rondom taalinspectie tot de precieze verplichte taalniveaus van verschillende beroepen en omstandigheden. 290 Interessant is wel dat de taalwet in 2004 expliciet gecombineerd werd met een strategisch document dat ontwikkeling van het Ests koppelde aan integratie. Deze strategie, met de naam Ontwikkelingsstrategie van de 283 Rob Zaagman, Conflict Prevention in the Baltic States: The OSCE High Commissioner on National Minorities in Estonia, Latvia and Lithuania, ECMI Monograph n. 1 (Flensburg 1999) Järve, Two waves of Language Laws Kohaliku omavalitsuse korralduse seadus (1993) 23.7, Järve, Two waves of Language Laws Keeleseadus (1995) Keeleseadus (1995) Onder andere Keeleseadus (1995) 1.3. (sinds 1 maart 2007). 290 Onder andere Keeleseadus (1995) 5.4, 6.1 en

77 Estse taal (Eesti keele arendamise strateegia ) 291 is in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Onderzoek opgesteld en biedt een wetenschappelijke beschrijving van de staat van de Estse taal en de ontwikkelingen ervan. De strategie is gebaseerd op drie aannames, die het waard zijn benoemd te worden aangezien ze volledig in lijn liggen met de Estse taal- en integratieopvattingen. Zo wordt er in de eerste aanname gesteld dat de Estse taal de enige Estse staatstaal is 292 (nadruk auteur) en dat (aanname twee) de Estse taal de drager van de Estse identiteit is. 293 De laatste aanname is meer praktisch van aard, namelijk dat het Ests de taal is die vormgeeft aan het stabiele taalklimaat in Estland. 294 Met deze drie aannames, of principes, wordt aangegeven hoe de Estse taal in de samenleving dient te staan en welke rol ze speelt in de identiteit van de Estse natie. Tevens dient de taal de verbindende, harmoniserende, factor te zijn tussen de verschillende inwonergroepen. Voorts is de strategie overwegend praktisch en organiserend van aard. Het document stipuleert de gebieden en de onderdelen waar de taalontwikkelingen en hervormingen zich in de komende jaren op moeten richten. Deze gebieden behelzen, onder andere, de bewaking van het gestandaardiseerd Ests, het verbeteren van de reputatie van de taal en de omgang met verschillende dialecten en taalvarianten. Tevens zijn er instructies voor de omgang met nieuwe taalmiddelen, de stimulering van onderzoek naar de Estse taal en is er, vanzelfsprekend, aandacht voor de hervormingen in het secundair onderwijs. Ondanks dat al deze aspecten erg interessant zijn vallen ze buiten het doel van dit onderzoek. Het volstaat te stellen dat de strategie voornamelijk gericht is op het positief ontwikkelen van de Estse taal, zowel op het gebied van taalniveau, taalwaardering en taalbeheersing onder Esten en niet-esten. In navolging van deze strategie is in 2010 het vervolgdocument Ontwikkeling van de Estse taal uitgebracht. Dit document is in alles een opvolger van de eerdergenoemde strategie en brengt relatief weinig nieuws op tafel. De doelstelling van dit document is wederom het bieden van een wetenschappelijk kader om de ontwikkelingen van de Estse taal te monitoren en de taal positief te promoten in de samenleving. Interessant is dat er hierbij aandacht is voor de ontwikkeling van de Estse gebarentaal. In het document wordt daarnaast de nadruk gelegd op de duurzame ontwikkeling van de rol van het Ests, waarmee geïmpliceerd wordt dat het van belang in de gaten te houden of de taalwetgeving nog accuraat is in de maatschappij Deze strategie is terug te vinden op eesti keel on Eesti ainus riigikeel, Eesti keele arendamise strateegia (Tartu 2004) eesti keel on Eesti identiteedi kandja, Eesti keele arendamise eesti keel on stabiilse keelekeskonna kujundaja Eestis,Eesti keele arendamise Eesti keele arengukava [Ontwikkeling van de Estse taal] (2010), in zijn geheel te vinden op, onder andere, jätkusuutlik arendamine, Eesti keele arengukava (Tallinn 2010) 4. 77

78 5.3.2 Conclusie De Estse taalwetgeving heeft een interessante ontwikkeling doorgemaakt van de communistische tijd tot nu. Ten tijde van de Estse SSR was de taalpolitiek sterk pro-russisch, hetgeen leidde tot promotie van de Russische taal op alle maatschappelijk gebieden. Hierin kwam tijdens de perestrojka verandering toen Ests de officiële rol van staatstaal kreeg. In deze wetgeving was, begrijpelijkerwijs, ruimte voor de Russische taal, die beschouwd werd als de lingua franca van de Sovjet-Unie. Toen het land in 1991 de onafhankelijkheid herwon verdween de macht van Moskou en de noodzaak voor uniewijde communicatie. Het Russisch verloor hierop zijn bijzondere positie en geen andere taal dan het Ests kon beschouwd worden als riigikeel, staatstaal. De politiek werd sindsdien geconcentreerd op het herstel van de Estse taal in alle lagen van de maatschappij en de bescherming tegen andere talen, zoals het Russisch. In combinatie met andere wetten werd hierdoor in Estland een klimaat gecreëerd waarmee gehoopt werd dat de Russischtaligen het land zouden verlaten. Dit officieuze streven kan het best worden uitgedrukt in de woorden van een voormalig directeur van het Migratiebureau, namelijk Venelaste elu põrguks muuta, het leven van de Russen tot een hel maken. Desalniettemin was Russisch nog steeds de moedertaal van ruim 30% van de bevolking en sprak een aanzienlijk deel daarvan nog geen Ests. Daarom bevat de taalwetgeving sinds 1995 bepaalde artikelen voor de omgang met talen van nationale minderheden. Ondanks deze rechten bleven deze talen (in de praktijk enkel het Russisch) op alle maatschappelijke vlakken ondergeschikt aan het Ests. Aan het einde van de jaren 90 komt er een verandering in de houding ten opzichte van de Russischtalige minderheid. Door een combinatie van een versterkte positie van het Ests, de daardoor verbeterde verhouding tussen de etnische groepen 297 en de wil om toe te treden tot de Europese Unie werd een integratiebeleid ingevoerd. De nadruk kwam te liggen op het integreren van de Russische minderheid door middel van taalintegratie. Dit vertaalde zich in intensiever en uitgebreider taalonderwijs, economische steun en onderwijshervormingen. Essentiële uitgangspunten waren nog immer de unieke rol van de Estse taal in Estland en deze taal als identiteitsdrager, maar de integratie en positie van de Russischtaligen kwam meer centraal te staan. Let wel, integratie door middel van taalverwerving. Vanuit het strategisch perspectief, dat aan het begin van het hoofdstuk is behandeld, kan het een en andere geconcludeerd worden. Ter herinnering, de drie hoofdstrategieën zijn natievorming, etnische inperking en beheersing van de taaldiversiteit. Vanaf de onafhankelijkheid was etnische inperking het belangrijkste aspect. Er werd immers getracht een etnische natiestaat op te bouwen waar Ests de enige taal was. Omdat de meeste Russischtaligen in Estland bleven en het land als hun thuisland zagen en omdat de onderlinge verhoudingen verbeterden nam dit aspect halverwege de jaren 90 af ten gunste van inperking van taaldiversiteit. Het Russisch kon wel in Estland blijven, maar enkel in ondergeschikte vorm aan het Ests. Daarnaast werd er alles aan gedaan om de verspreiding van het Russisch tegen te gaan en de status van het Ests te verhogen onder de immigrantenbevolking. Enkele jaren later, onder andere door toetredingsgesprekken met de Europese Unie en economische groei werd te houding ten opzichte van het Russisch meer ontspannen. Waarschijnlijk kwam dit deels de realisatie dat het Russisch en de Russischtalige bevolking geen bedreiging vormden voor de Estse samenleving. Vanuit deze integratiegedachte kwam de nadruk het afgelopen te liggen op het aspect natievorming, waarin de natie zowel de Estse als de Russische gemeenschappen omvatte en hen 297 De Russischtaligen werden door de sterkere positie van het Ests immers minder als bedreiging voor de Estse taal en cultuur beschouwd. Zie verder hoofdstuk

79 beiden diende te herbergen. De ontwikkeling van deze natiestaat, op basis van de Estse taal en geest, vormt de basis van de huidige taalwetgeving en politiek. 79

80 Estse integratiepolitiek Aega ei saa seisma panna De tijd kan niet gestopt worden -Ests spreekwoord 80

81 6 Estse integratiepolitiek 6.1 Inleiding Uiteindelijk komen de demografische en socio-economische ontwikkelingen en de Burgerschaps- en Taalwetgeving uit bij de Estse integratiepolitiek. Middels dit beleid wordt immers getracht de minderhedenproblematiek te bestrijden en de daaraan gerelateerde problemen op te lossen. In dit hoofdstuk zal het integratiebeleid sinds de onafhankelijkheid worden geanalyseerd. Het integratiebeleid is hiervoor opgedeeld in drie verschillende perioden. De analyse hiervan zal zich richten op de doelstellingen van de verschillende perioden en de interne en externe factoren die ten grondslag liggen aan de veranderingen. Het uiteindelijke doel van het hoofdstuk is het presenteren van het huidige beleid met de nuances en argumenten die schuilgaan achter de huidige vorm, of, in andere woorden, hoe het integratiebeleid inspeelt op de veranderde maatschappelijke situatie. Het hoofdstuk zal de drie verschillende periodes apart behandelen, voorafgegaan door een korte recapitulatie van de belangrijkste directe invloeden. 6.2 De basis van de Estse integratiepolitiek De Estse integratiepolitiek, aanvankelijk geuit door middel van de burgerschaps- en de taalwet, kent sinds de herstelde onafhankelijkheid verschillende perioden. Deze perioden onderscheiden zich op grond van gevoerde politiek, omstandigheden in Estland en het type wetgeving dat uitgebracht werd. De eerste periode is te plaatsen in het tijdsvlak 1991 tot 1998, oftewel van de onafhankelijkheid tot de serieuze toetredingspogingen tot de EU. De in deze periode gevoerde politiek is duidelijk als nationalistisch te bestempelen en was geheel gericht op het verbeteren van de positie van de Estse burgers en hun taal. Aan de Russische minderheid werd de facto geen burgerschap verleend waardoor deze, in combinatie met de zeer strenge naturalisatiewetten, buiten het politieke leven werd gehouden. De minderheid kon dus geen invloed uitoefenen op het gevoerde beleid. Op de golven van anti-russische gevoelens in de samenleving was er de hoop en verwachting dat de meeste Russen Estland zouden verlaten. Om dit te stimuleren werden wetten en reguleringen dusdanig vormgegeven dat het eigenlijke streven, binnen de grenzen van de wet, neerkwam op Venelaste elu põrguks muuta, het tot een hel maken van het keven van de Russen. 298 Desalniettemin was er sprake van een langzame maar geleidelijke naturalisatie en over het algemeen besloten de Russen in Estland te blijven. Ondanks dat ze Estse taal niet spraken en geen burgerschap hadden was het immers wel hun thuisland. Aan het eind van de jaren 90 kwam verandering in dit beleid toen voor Estland de mogelijkheden om toe te treden tot de Europese Unie en de NAVO dichterbij kwamen. Vanaf die periode kregen verschillende internationale organisaties meer invloed op de Estse politiek. Voornamelijk op het gebied van mensenrechten diende naar de mening van, onder andere, de Europese Unie en de OVSE een aantal zaken te veranderen. In principe kwam dit neer op veranderingen in en aanpassingen van de burgerschaps- en de taalwet van het land. Met een aanzienlijk aantal van deze voorstellen ging Estland akkoord. Een van de primaire redenen was uiteraard het voldoen aan de eisen en voorwaarden van de Europese Unie, maar de publieke opinie was ook veranderd. De algemene houding naar de Russische minderheid toe was aanzienlijk minder hard en de Russen zelf leken zich 298 Peeter Ernits, Kodakondsusameti endine peadirektor Andres Kollist: Nende eesmärk oli venelaste elu põrguks muuta * Voormalig hoofddirecteur van het Burgerschapsbureau Andres Kollist: Hun doel was het leven van de Russen tot een hel maken +, Luup n. 3 (2000)

82 langzaam aan meer thuis te voelen in het nieuwe Estland. Ondanks dat de minderhedenpolitiek in karakter zowel liberaal 299 als nationalistisch 300 bleef, was er zeker een verbetering merkbaar. Dit uitte zich niet enkel in aanpassingen in de verschillende wetten, maar ook op het gebied van onderwijs en het trachten te dichten van de socio-economische kloof. Aan deze periode kwam in 2007 een eind toen de rellen rond de Bronzen Soldaat de verhoudingen op scherp zetten. De minderheid leek weer meer gescheiden van de meerderheid te staan en het werd duidelijk dat het land een nieuw paradigma nodig zou hebben voor de veranderde situatie. Om het huidige beleid (de derde periode) te begrijpen is het van belang de voorgaande periode te behandelen. In de opmars naar EU-lidmaatschap en in het toenmalige minderhedenparadigma is in het jaar 2000 het Estse Rijksprogramma Integratie in de Estse Maatschappij uitgebracht. 301 Dit was het eerste daadwerkelijke integratieprogramma van de Estse staat en zou de richtlijn worden van het minderhedenbeleid. De grondslag van dit programma lag in het document De Basis van de Estse Staatsintegratiepolitiek voor de integratie van niet-esten in de Estse samenleving, dat op 10 juni 1998 door de Riigikogu werd aangenomen. 302 Dit document toonde zeer duidelijk dat de Estse samenleving sinds de onafhankelijkheid veranderd was en wat de nieuwe interne problemen waren. Er wordt een oprechte ongerustheid over de situatie van de minderheid tentoongespreid. Het document stelt: Aan het begin van het jaar 1998 is zowel de binnenlandse als de buitenlandse situatie veranderd. Er heeft een mentaliteitsverandering plaatsgevonden onder het overgrote deel van de niet-esten, inclusief de acceptatie van de onafhankelijkheid van Estland als onvermijdelijk feit. Vergeleken met de vroege jaren 90 is de houding van de Esten ten opzichte van het vreemdelingenvraagstuk [de Russischtalige minderheid] ontwikkeld en is deze meer open en tolerant geworden. Op de agenda is het aantal integratiegerelateerde kwesties toegenomen. Intern is dit in het bijzonder een kwestie voor een significant deel van de niet-esten, gescheiden van het publieke leven in Estland, de gestigmatiseerde moedertaal en de thuiswereld. In de jaren 90 uitgevoerde sociologische onderzoeken tonen de ontwikkeling van een duidelijk model van «twee samenlevingen in één staat» [«kaks ühiskonda ühes riigis»] in Estland. Het is niet moeilijk de gevaren van een dusdanige ontwikkeling te zien op zowel sociaal- als veiligheidsbeleid. De situatie is alarmerend geworden onder jonge niet-esten, waar getalenteerde jongeren niet voldoende mogelijkheden vinden om [hun talenten] te implementeren, terwijl de toenemende werkeloosheid een gunstig klimaat creëert voor criminele subculturen Met liberaal wordt hier bedoeld dat de handeling van het integreren vanuit de persoon zelf dient te komen en niet van overheidswege wordt afgedwongen. Deze houding is, staatkundige filosofieën daargelaten, begrijpelijk voor een land dat recentelijk onafhankelijk is geworden van een zeer centrale en regulerende overheid ( Moskou ). 300 Met nationalistisch wordt bedoeld dat de Estse natie en het Estse volk (de rahvas en de rahvus) te allen tijde de grondslag vomen voor het beleid. Dit hoeft daarom het liberale aspect niet tegen te spreken, 301 Riiklik Programm Integratsioon Eesti ühiskonnas * Staatsprogramma Integratie in de Estse samenleving , in zijn geheel te vinden op Het document Eesti riikliku integratsioonipoliitika lähekohtade mitte-eestlaste integreerimiseks Eesti ühiskonda * De Basis van de Estse Staatsintegratiepolitiek voor de integratie van niet-esten in de Estse samenleving +is terug te vinden op Eesti riikliku integratsioonipoliitika lähekohtade mitte-eestlaste integreerimiseks Eesti ühiskonda (1998) 2. 82

83 Het is duidelijk dat de Estse overheid de veranderde situatie qua opinie onderkent en de problemen van de huidige situatie identificeert. Doordat de minderheid niet enkel gescheiden leeft van de Estse samenleving maar ook, in een bepaald opzicht, van de Russische cultuur ontstaat er een staat in een staat. Dit is een situatie die niet enkel tot problemen op het gebied van sociaal beleid en staatsveiligheid leidt, maar die tevens de socio-economische kloof vergroot. De grote werkeloosheid onder de minderheid, voor een aanzienlijk deel veroorzaakt doordat de groep in de verarmde gebieden woont, is een voedingsbodem voor criminaliteit en ander ongewenst gedrag. Ook onderkent de Estse regering dat er een aanzienlijk potentieel verloren gaat als de minderheid niet betrokken wordt in de samenleving. Op basis van dit inzicht werd een nieuw beleid gevormd, waarin de internationale context duidelijk te zien is. De basis voor het integratieprogramma wordt zo geformuleerd door dit document: De veranderde interne en externe situatie vereist dat de Estse integratiepolitiek de volgende stap zet. Deze stap moet gebaseerd zijn op internationaal erkende standaarden en de Estse grondwettelijke principes, op onze huidige belangen van de staat en de samenleving en op het doel om een snelle modernisering van de samenleving te garanderen in de context van toetreding tot de Europese Unie, dit alles onder behoud van de stabiliteit en de toezegging om de Estse cultuur te beschermen en verder te ontwikkelen. 304 De rest van het document specificeert hoe en op welke gebieden deze politiek dient te veranderen. De voornaamste bepalingen zijn dat het integratiebeleid geïnstitutionaliseerd dient te worden en dat vooral het onderwijs hier een zeer grote rol in moet spelen. De scholen moeten de plek worden waar de Estse taal wordt geleerd, waar etnische en socio-economische verschillen worden overwonnen en waar de basis wordt gelegd voor een nieuwe samenleving. Verder is het behoud en de cultivatie van de Estse taal erg belangrijk en dient dit te allen tijde aan de basis te liggen. Daarnaast wordt er bepaald dat het van belang is de tolerantie in het land te vergroten en, indien mogelijk, de vruchtbaarheid te vergroten. Overige bepalingen hebben logischerwijs betrekking op verdere integratie, verhoging van participatie en een betere voorlichting aan niet-esten betreffende zaken als burgerschap en naturalisatie. Op basis van dit document is op 14 maart 2000 het Integratieprogramma aangenomen voor de jaren Integratie in de Estse samenleving Zoals hierboven vermeld vloeide in maart 2000 uit het document van 1998 het Staatsprogramma Integratie in de Estse samenleving. Dit programma beschrijft de handelingen die ondernomen dienden te worden tegen de problemen die in het document beschreven zijn. Op basis van de onderwerpen waar de Estse overheid bezorgd over was, is een plan ontwikkeld. Het programma ging vanzelfsprekend uit van de constitutie en de burgerschaps-, vreemdelingen- en taalwet en vormde de leidraad voor het beleid in de jaren Daarom zal dit programma in dit hoofdstuk worden geanalyseerd. De belangrijkste doelen en objectieven van het programma zijn redelijk onomwonden. Een belangrijk uitgangspunt is de premis dat Estland beschouwd dient te worden als een land waarin naast verenigende, algemene kenmerken er ook ruimte is voor taalkundige en culturele diversiteit. Dit uiteraard binnen de grondwettelijke principes van de bescherming van de Estse taal en cultuur. In andere woorden betekent de integratie in de Estse maatschappij dus aan de ene hand een 304 Eesti riikliku integratsioonipoliitika lähekohtade mitte-eestlaste integreerimiseks Eesti ühiskonda (1998) 3. 83

84 harmonisering van de samenleving het scheppen en promoten van datgene dat alle leden van de samenleving verbindt en aan de andere hand het bieden van de mogelijkheid om etnische verschillen te behouden. Het is belangrijk om te onderkennen dat volgens dit programma de integratie een bilateraal proces is, waarin zowel Esten als niet-esten gelijkwaardig participeren in de harmonisering van de samenleving. 305 Dit dubbele concept wordt beschreven als het principe van cultureel pluralisme, waarin de samenleving in eerste instantie gereguleerd wordt door een gemeenschappelijke kern die de leden van de samenleving bindt, zoals gedeelde menselijke en democratische waarden, een gemeenschappelijke (Eststalige) informatieomgeving, gemeenschappelijke overheidsinstituties en een besef van de Estse geschiedenis en cultuur. Hiernaast bestaan andere talen, tradities, religies en levensstijlen die niet per se gedeeld worden door de andere leden van de gemeenschap en dus in de private sfeer vallen. In de persoonlijke sfeer is er de ruimte om deze elementen te cultiveren en voort te zetten. Op basis van dit uitgangspunt steunt het programma een sociaal integratieproces op drie integratiegebieden die, niet onverwachts, sterk met elkaar verbonden zijn. Ten eerste is er de linguïstisch-communicatieve integratie, dat wil zeggen het (her-)creëren van gemeenschappelijke informatiesfeer en een Eststalige omgeving in de Estse samenleving, met behoud van culturele diversiteit en wederzijdse tolerantie. 306 Het tweede gebied is de juridisch-politieke integratie, dat neerkomt op het tot stand brengen van een bevolking die loyaal is aan de Estse staat en het terugbrengen van het aantal statelozen. 307 Het vergroten van de politieke participatie onder de bevolking is uiteraard een onderdeel van dit gebied. Ten derde benoemt het programma de socioeconomische integratie, waarmee een grotere sociale mobiliteit en een verbeterde concurrentiepositie wordt nagestreefd, ongeacht etnische of linguïstische herkomst. 308 In andere woorden betekent dit het verkleinen van de socio-economische kloof tussen de meerder- en de minderheid van Estland. Van deze drie gebieden ligt de nadruk en de concentratie op het eerstgenoemde, de linguïstischcommunicatieve integratie. In andere woorden, de Estse taal is het voornaamste uitgangspunt van de integratieaanpak. Op basis van dit uitgangspunt en de hierboven geformuleerde integratiegebieden zijn vier subprogramma s opgesteld die hiermee corresponderen en die deze in de praktijk trachten te brengen. Het eerste subprogramma is Onderwijs ( Haridus ), dat in overeenstemming is met het zogeheten Doel A, dat bepaalt dat kinderen na het basisonderwijs een gemiddeld niveau van het Ests hebben en daarmee sociaal competent zijn en Doel B, dat adolescenten na het afronden van het secundair onderwijs een dusdanig niveau hebben dat ze volledig sociaal en professioneel kunnen functioneren in de Estse taal. 309 Het tweede subprogramma, Onderwijs en Cultuur van Etnische Minderheden ( Etniliste vähemuste haridus ja kultuur ) vertolkt het recht op een pluriforme samenleving door te bevestigen dat etnische minderheden de mogelijkheid hebben om onderwijs in hun moedertaal te krijgen en hun cultuur te behouden. 310 Het 305 ühiskonna ühtlustumisest võtavad võrdselt osa nii eestlased kui mitte-eestlased, Riiklik Programm Integratsioon Eesti ühikonnas , Keelelis-kommunikatiivne integratsioon, Integratsioon , Õiguslik-poliitline integratsioon, Integratsioon , Sotsiaal-majanduslik integratsioon, Integratsioon , Integratsioon , Etnilistel vähemustel on võimalused emakeelsehariduse saamiseks ja oma kultuuri säilitamiseks., Integratsioon , 6. Op de regels rondom en de veranderingen in de instructietaal op Estse scholen zal in hoofdstuk 10 uitgebreid worden ingegaan. 84

85 derde subprogramma, Het Leren van Ests aan Volwassenen ( Täiskasvanute eesti keele õpe ), heeft als doel dat er ook voor volwassen niet-esten mogelijkheden moeten zijn om hun kennis van het Ests, en daarmee hun sociale en culturele competentie te vergroten. Het laatste subprogramma, getiteld Sociale Competentie ( Ühiskonnapädevus ), heeft als streven dat de gehele Estse bevolking volledig sociaal competent is. Dit streven is opgedeeld in drie onderdelen, 311 waarin A ten doel stelt dat de Estse inwoners actief betrokken zijn bij de ontwikkeling van de civil society ongeacht hun nationaliteit of moedertong. 312 Onderdeel B is meer idealistisch van aard en stelt dat de houdingen van de Esten en de niet-esten bijdragen aan het behalen van de voornaamste doelen van het staatsprogramma. 313 Het laatste onderdeel, C, heeft tenslotte het doel het verbeteren van de situatie van groepen onder de bevolking die speciale sociale hulp behoeftig zijn. 314 Onderder sociale competentie is aldus gespecificeerd dat het geldt voor de gehele samenleving, ook voor zij die in meerdere mate hulpbehoevend zijn. 311 Integratsioon , Eesti elanikud osalevad aktiivselt kodanikuühiskonna arendamisel sõltumata nende rahvusest ja emakeelest, Integratsioon , Eestlaste ja mitte-eestlaste hoiakud on riikliku programmi põhieesmärkide saavutamist soodustavad, Integratsioon , Tõsiste sotsiaalsete erivajadustega elanikkonna gruppide olukorra paranemine, Integratsioon , 6. 85

86 6.4 Integratie in de Estse samenleving Op het staatsprogramma van 2000 volgde in april 2008 het Eesti Lõimumiskava , oftewel de Estse Integratiestrategie Deze strategie zal in deze paragraaf worden besproken en daarbij zal speciale aandacht zijn voor waarin het afwijkt van zijn voorganger uit Uit de strategie een veranderde visie op de samenleving en onderkent het verschillen in de aanpak? Uiteraard is de evaluatie van de voorganger van even groot belang. Wat als eerste opvalt aan het document is dat er gekozen is voor een andere bewoording van het plan zelf. Het belangrijkste in deze verandering is de vervanging van de woorden integratsioon en programm door de samenstelling lõimumiskava. Niet alleen heeft de term kava een meer planmatige, strategische context dan programm, het woord is zonder meer Estser van aard. Vergelijkbaar is het latinisme integratsioon vervangen door het meer Estse lõimumis. Mogelijkerwijs is deze verandering voortgekomen uit, voornamelijk van Russische kant komende, kritiek dat Estland unheimische West- Europese normen en concepten toepaste die niet bij het land zouden passen. 316 Desalniettemin lijkt de strategie een andere, meer Estse toon aan te willen slaan. Gelijk zijn voorganger zit de onderbouwing van de strategie verscholen in de Estse grondwet, volgens welke de Staat de taak heeft de Estse natie, taal en cultuur te behouden en gelijktijdig alle inwoners de mogelijkheid te geven hun nationale identiteit te cultiveren. 317 Voorts wordt er gestipuleerd dat bij de samenstelling van de strategie specifiek rekening gehouden is met huidige strategische ontwikkelingsplannen en principes van staatsveiligheid. 318 Hierop volgt een beknopte opsomming van de meest voorname juridische verdragen en verklaringen waaraan de strategie voldoet. 319 Tevens wordt nogmaals de dualiteit van de Estse integratie benadrukt, het streven van een multiculturele maatschappij met een sterke en gemeenschappelijke democratische waarden, in de Estse en Eststalige context. Een verandering ten opzichte van het programma van 2000 is dat er een grotere nadruk lijkt te zijn op de openbare participatie van de minderheden. Al met al worden zeven principes (põhimõtted) gestipuleerd die de kern van de strategie vormen. Deze zijn als volgt: 1. De inachtneming van de Europese kernwaarden 320 Estland is een lidstaat van de Europese Unie en een deel van de Europese culturele ruimte, wat betekent dat het beleid op alle gebieden, ook integratie, niet enkel bijdraagt aan de democratische ontwikkeling van Estland maar van de gehele unie. De strategie is om die reden gebaseerd op de meest fundamentele Europese waarden: democratie, de rechtsstaat, het recht op zelfbeschikking en het respect voor mensenrechten en culturele diversiteit. 315 De Eesti Lõimumiskava * Estse Integratiestrategie is in volledigheid te vinden op Zie onder andere het artikel Integracija umerla! Da zdravstvuet Integracija! [De Integratie is dood! Leve de Integratie!] (N.N., 5 november 2010) op Forum Podmoga / Baltija.eu (een informatieportaal van de Russische gemeenschap van Estland) Eesti Lõimumiskava (2008), Eesti Lõimumiskava (2008), De voornaamste worden genoemd, in tegenstelling tot het document uit 2000 waarin alle betrokken wetten apart genoemd worden. 320 Euroopa väärtuste järgimine 86

87 2. De Estse taal als gemeenschappelijke taal in de publieke sfeer 321 Beheersing van de Estse taal is een van de belangrijkste voorwaarden voor succesvolle integratie. De gemeenschappelijke taal voorziet erin dat iedereen de mogelijkheid heeft om op gelijke basis te participeren in het maatschappelijk leven. Het uiteindelijke doel van de strategie is dat de gehele bevolking van Estland in de officiële taal kan en zal communiceren. 3. Het versterken van de Staatsidentiteit 322 Het doel van integratie is het versterken van een gemeenschappelijke Estse staatsidentiteit 323, gebaseerd op het gedeelde besef dat Estland een democratische rechtsstaat is op basis van grondwettelijke principes. Iedere inwoner van het land dient de waarde van Ests burgerschap inzien en tegelijkertijd de verschillende culturen respecteren. 4. Alle inwoners betrekken bij de ontwikkeling van de maatschappij 324 Voor een succesvolle integratie is het imperatief dat iedere inwoner van Estland de mogelijkheid en de wil heeft om actief te participeren in de ontwikkeling van de democratische maatschappij. Dit geldt voor alle niveaus van het sociale en openbare leven. In het kielzog van de bevolkingsafname is een efficiënt en consistent gebruik van al het potentieel van de bevolking is noodzakelijk voor het behoud van een sterke democratie. 5. Gelijke kansen 325 De basis van succesvolle integratie ligt besloten in het besef dat essentiële waarden, zoals mensenrechten, gelijke behandeling voor de wet, welvaart, sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg en de mogelijkheid tot ondernemerschap gelden voor alle inwoners van Estland. 6. Het vermijden van etnische scheiding 326 Een resultaat van succesvolle integratie is de sterke reductie van de vele problemen die veroorzaakt worden door maatschappelijke scheiding op basis van herkomst of taal. Het dichten van de kloof tussen bevolkingsgroepen en het slechten van taalbarrières is essentieel om maatschappelijke isolatie te voorkomen. 7. Integratie als proces komt begint op persoonlijk niveau en betrekt de gehele samenleving 327 Succesvolle integratie kan enkel bereikt worden door de individuele wil en inzet van iedere inwoner van Estland. Het is de rol van NGO s, lokale overheidsinstituties en staatsorganisaties om deze wil en inzet te bevorderen, te stimuleren en te steunen door middel van het creëren van een gunstig juridisch, economisch, sociaal en intellectueel klimaat. 321 Eesti keel kui avaliku sfääri üleüldine suhtluskeel 322 Riigiidentiteedi tugevdamine 323 Riigiidentiteet, zie: hoofdstuk Kõigi elanike kaasamine ühiskonna arendamisse 325 Võrdsed võimalused 326 Rahvusest tingitud eraldatuse vältmine 327 Lõimumine kui üksikisikust lähtuv ja kogu ühiskonda haarav protsess 87

88 Aldus kwam de huidige integratiestrategie tot stand die, zoals in het begin besproken, een derde fase vormt in de Estse integratiegeschiedenis. Net als in de voorgaande fase ligt de nadruk sterk op taalverwerving. De Estse taal is immers de voornaamste drager van de Estse identiteit en tevens de sleutel tot staatsburgerschap en goede posities op de arbeidsmarkt. Nieuw is dat er aanzienlijk meer aandacht is gekomen voor de etnische en culturele verschillen in de samenleving. Naast de overkoepelende Estse identiteit en waarden, die de samenleving dienen te binden, is er ruimte voor het behoud en de ontplooiing van eigen culturele waarden. Er is, in andere woorden, meer respect en begrip voor afwijkende identiteitswaarden, zoals de Russische taal, mits die geen bedreiging vormen voor het collectief geheel. Dit is de basis voor het harmoniserende integratiemodel. De wijze waarop deze vervolgens wordt uitgevoerd is voor een aanzienlijk deel uitbesteed aan verschillende wetgevingen en integratieprogramma s. De meest vooraanstaande hiervan zijn de taal- en onderwijswetten en de verschillende naturalisatieprojecten. De vorm waarin deze worden uitgevoerd zijn het verlengde van de in de integratiestrategie geformuleerde doelen en wijzen. 6.5 Conclusie Samengevat kan gesteld worden dat het Estse integratiebeleid in de loop van 2 decennia 3 fases heeft gekend. Het aanvankelijke beleid was voornamelijk gericht op het beschermen en behouden van het Estse volk, hetgeen tevens het afstoten van de Russische minderheid inhield. Onder druk van de internationale gemeenschap, integratie in West-Europa en een interne verandering in de binnenlandse houding ten opzichte van de minderheid is dit beleid tussen 1998 en 2000 geëvolueerd in een integratieaanpak naar Europees model. Daarmee voldeed het Estse integratiebeleid in principe aan de Europese norm. In 2007 kwam met de rellen rond de Bronzen soldaat een verandering in de perceptie van het minderheidsvraagstuk. De Russischtalige minderheid identificeerde zich sterker met het Russische en was meer geneigd een eigen plek op te eisen in de samenleving. Tegelijkertijd werd door voortschrijdend inzicht het voor de Estse politiek duidelijker dat er een belangrijk maatschappelijk potentieel onaangeroerd bleef door de minderheid niet actief te betrekken in de samenleving. Op grond hiervan is in 2008 een nieuwe strategie geformuleerd die een actievere houding heeft. Het belangrijkste principe hiervan, dat in mindere mate in de voorganger naar voren kwam, is dat van het harmoniemodel. Dat komt erop neer dat er in de Estse staat verschillende maatschappelijke lagen kunnen zijn. Dat betekent dat het streven van de strategie het creëren van een overkoepelende Estse staatsidentiteit is waarin de Estse taal een gemeenschappelijk informatienetwerk vormt. Binnen deze algemeen bindende elementen is ruimte voor het behoud, de uiting en de ontwikkeling van de eigen (minderheids-)identiteit. Op deze wijze wordt het overkoepelende Estse beschermd en ontwikkeld zonder dat de persoonlijke identiteit van leden van de minderheid in het gedrang komt. Om dit te bereiken ligt in de strategie de nadruk sterk op onderwijs, taalverwerving en het zo veel mogelijk betrekken in de samenleving van verschillende bevolkingslagen. 88

89 DE BRONZEN SOLDAAT 2 Het oorlogsmonument op Tõnismägi, Nikto ne zabyt Ničto ne zabyto Niemand is vergeten Niets is vergeten -Russisch motto voor de oorlogsherdenking Ja pomnju! Ja goržus! Ik herinner! Ik ben trots! -Motto van de actie Naša Pobeda Foto van Peeter Langovits, via: Onze Overwinning, zie: 89

90 7 De Bronzen Soldaat 7.1 Inleiding De verplaatsing van de Bronzen Soldaat 330 in Tallinn leidde op 26 en 27 april 2007 tot een uitbarsting van rellen op een schaal die Estland niet gewend was. Het monument, oorspronkelijk opgericht voor de Bevrijders van Tallinn, maar later gewijd aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog, stond in het centrum van Tallinn en vormde al decennia een samenkomstpunt voor herdenkende Russen. Ondanks dat het duidelijk een monument uit de Sovjet-Unie kon hij in onafhankelijk Estland 15 jaar ongemoeid blijven staan. Vanaf 2006 echter, begon het beeld in korte tijd een doorn in het oog van de Estse politiek te worden en diende het uit het stadscentrum te verdwijnen. Deze verwijdering leidde echter tot woedende reacties van de Russische bevolking van Estland en vanuit de Russische overheid. Tussen de bevolkingsgroepen ontaarde dit in een mate van gewelddadigheid die Estland lange tijd niet gezien had. Ook onder de Estse bevolking leek sprake van een bepaalde verontwaardiging. Na een periode van rust bleek het beeld dus niet enkel voor de Estse politiek, maar ook voor de Russische bevolking aanzienlijk meer significant. Aangezien een groot deel van de verontwaardigde Russen jong was en de oorlog niet had meegemaakt moest het beeld een gecultiveerde betekenis hebben gekregen. Dit hoofdstuk zal onderzoek doen naar de wording tot een Russisch lieu de memoire in het moderne Estland. Aldus zal in dit hoofdstuk behandeld worden hoe de Bronzen Soldaat na 15 jaar een dusdanig beslissende rol kon spelen in de spanningen tussen de etnische groepen in Estland. Hiervoor zal onderzocht worden in welke context de verwijdering heeft plaatsgevonden en hoe de betekenisvorming rond het monument zich heeft ontwikkeld. Deze betekenisontwikkeling zal gekoppeld worden aan de veranderde (en behendig gecultiveerde) collectieve identiteit in Rusland, die de identiteitsperceptie van de Russische minderheid in Estland sterk beïnvloedde. Tot slot zal dit alles worden verbonden met de algemene verandering van identiteit en sociale verhoudingen in Estland. 330 Ru: Bronzovyj Soldat, Ee: Pronskssõdur. 90

91 7.2 De Context van de verplaatsing van de Bronzen Soldaat Het verplaatsen van een beeld dat zowel historische als culturele waarde heeft is, van iedere kant bekeken, duidelijk een statement van een overheid. Zodoende kan het beschouwd worden als een communicatieve handeling die geleid wordt door pragmatische principes, wat inhoudt dat het zowel een boodschap als een context heeft. 331 Met de context wordt de tijd en plaats van de boodschap bedoeld, alsmede de voorafgaande uitspraken en handelingen van betrokken partijen. Om te begrijpen waarom de verplaatsing van het monument zulke gevolgen had is het noodzakelijk de contextuele factoren in ogenschouw te nemen. Ingrijpende, revolutionaire veranderingen in een maatschappij, zoals een staatsgreep of een bezetting, gaan vaak gepaard met het verwijderen van monumenten, aangezien die meesstal verbonden zijn met de overwonnen machtshebbers en een nationaal idee vertegenwoordigen. Het verwijderen van deze monumenten is dus een dominant gebaar van de nieuwe leiders en een afrekening met een onwelgevallig verleden. Estland kende in de 20 e eeuw meerdere ingrijpende machtswisselingen die stuk voor stuk gepaard gingen met de verwijdering of vernietiging van ideologisch geladen herdenkstukken. De eerste in deze reeks vond plaats na het ondertekenen van het Verdrag van Tartu in 1920 waarmee Estland een onafhankelijke republiek werd. Als symbool voor de afrekening met het verleden als onderdeel van het Russisch keizerrijk werd het beeld van Peter de Grote in Tallinn verwijderd. 332 Tegelijkertijd werden er in het gehele land monumenten opgericht voor de gevallenen van de Vabadussõda. Deze werden na beide bezettingen door de Sovjets verwijderd, maar met de onafhankelijkheid weer hersteld. De Bronzen Soldaat kende een vergelijkbaar lot. In april 1945 werden enkele soldaten van het Rode Leger herbegraven op Tõnismägi 333 en werd er op dit graf een houten monument geplaatst. Op 8 mei 1946 werd dit monument door twee Estse schoolmeisjes, Ageeda Pavel en Aili Jürgenson, als vergelding voor het vernietigen van Estse oorlogsmonumenten opgeblazen. 334 Een jaar later, op 22 september 1947, precies drie jaar naar het herstel van de Sovjetcontrole over Tallinn werd op dezelfde plek het monument voor de Soldaat-Bevrijder, de Voin-Osvoboditel, onthuld. Dit Monument voor de Bevrijders van Tallinn 335 bleef nog vele jaren op deze plek staan en werd een van de meest representatieve oorlogsmonumenten van de stad. Zodra de laatste Russische soldaten in 1994 Estland verlaten hadden werd het gebied rond het monument veranderd om het ideologische gewicht te reduceren. Zo werd de eeuwige vlam verwijderd, werden de paadjes op het pleintje omgelegd en werden er enkele bomen geplant. Ten slotte werd de herdenkingstekst op de muur achter de soldaat ( Eeuwige glorie voor de helden die vielen voor de bevrijding en de 331 Martin Ehala, The Bronze Soldier: Identity Threat and Maintenance in Estonia, Journal of Baltic Studies vol. 40 n.1 (2009) , aldaar Volgens de legende werd het brons van het beeld gebruikt om de Estse 1-centsstukken te slaan, de munt met de kleinste waarde. 333 Tõnismägi (Anthonieheuvel) is een platte heuvel in het centrum van Tallinn naast de Toompea. Aan het centrale plein op de heuvel liggen de Nationale Bibliotheek en de grootste Lutherse kerk van het land. Tussen 1945 en 1996 heette het plein op de heuvel officieel het Bevrijdersplein (Ee: Vabastajate Väljak). 334 Peeter Kaasik, Common grave for and a memorial to Red Army soldiers on Tõnismägi, Tallinn; Historical Statement (Tallinn 2006) Ru: Monument osvoboditeljam Tallina, Ee: Tallinna vabastajate monument. 91

92 soevereiniteit van ons land 336 ) vervangen met het meer neutrale Voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog 337. Hierbij is het opmerkelijk dat er in de Russische versie gekozen is voor de term Tweede Wereldoorlog in plaats van Grote Vaderlandse Oorlog, de term die gebruikelijk is onder de Russen zelf. 338 Waarschijnlijk is hiervoor gekozen om het monument meer in de Europees-Estse context te plaatsen en de sovjetlading ervan de reduceren. In de daar op volgende jaren zijn verschillende voorstellen gedaan om het pleintje verder aan te passen, zoals de toevoeging van nog twee soldaten (Een Russisch, Fins en Duits uniform als symbool voor de drie strijden die Estland voerde) of een eik, die de Estse ziel zou symboliseren. 339 Geen van deze ideeën werd uitgevoerd en het beeld bleef vrijwel ongemoeid tot het in 2004 weer onder de publieke aandacht kwam. Deze hernieuwde aandacht, die uiteindelijk leidde tot de verplaatsing in 2007, werd deels veroorzaakt door de verwijdering van een ander oorlogsmonument. Dit monument, bekend onder de naam Lihula, was gewijd aan de Estse mannen die tussen 1940 en 1945 tegen het Bolsjewisme en voor de onafhankelijke Estse staat hadden gevochten 340. Het gedenkteken, dat een man in een Wehrmachtuniform portretteerde, werd voor het eerst opgericht in Pärnu maar, vanwege de duidelijke verwijzing naar de Nazi s, al voor de officiële onthulling verwijderd. 341 In augustus 2004 werd het gedenkteken heropgericht in het plaatsje Lihula, maar na twee weken, in september, werd het door de Estse overheid verwijderd. 3 Het Lihulamonument (fragment) 342 De verwijdering van het monument in Lihula leidde tot opspraak in de Estse maatschappij. Ten eerste was dit omdat de uitvoering van de operatie, waarbij de eigenaren en belanghebbenden niet vooraf op de hoogte werden gesteld, erg onhandig uitgevoerd was en geen blijk gaf van inlevingsvermogen van de overheid. De tweede oorzaak was de officiële reden die gegeven werd voor de verwijdering. 336 Ru: Večnaja slava gerojam, pavšim za svobodu i nezavisimost našej Rodiny, Ee: Igavene au langenud kangelastele, kes on langanud meie maa vabastamise ja sõltumatuse eest. De (Russische) tekst staat heden ten dage nog wel op het oorlogsmonument in Narva. 337 Ru: Pavšim vo Vtoroj mirovoj vojne, Ee: Teises maailmasõjas hakkunutele. 338 De Grote Vaderlandse Oorlog (Velikaja Otečestvennaja Vojna) is de term die in Rusland gebruikt wordt voor het deel van de Tweede Wereldoorlog waar zij aan deelnamen, oftewel van juni 1941 tot mei De titel kan beschouwd worden in een lijn met de oorlog tegen Napoleon die, om soldaten te motiveren, de naam Vaderlandse Oorlog kreeg. 339 Kaasik, Common grave Ee: Eesti meestele, kes sõdisid Bolševismi vastu ja Eesti iseseisvuse taastamise nimel. 341 Ehala, The Bronze Soldier, Afbeelding via: 92

93 In de woorden van de toenmalige premier Juhan Parts was er in Estland namelijk geen ruimte voor symbolen die glorie geven aan totalitarisme. 343 Hierdoor werd de parallel met de sovjetmonumenten in het algemeen en Bronzen Soldaat in het bijzonder snel getrokken en de monumentenoorlog, waarin herdenkingstekens in het hele land te maken kregen met vandalisme, was begonnen. Een half jaar later, op de vooravond van 9 mei 2005, werd er rode verf op de Bronzen Soldaat gegooid 344, die daarmee tot zijn verplaatsing in 2007 het focuspunt in de deze strijd werd. 345 Deze focus werd geïntensifieerd rondom de Russische Overwinningsdag 346 op 9 mei Terwijl de veteranen naar gewoonte hun kransen bij het beeld legden zochten enkele Estse nationalisten de confrontatie op. In de media werden de beelden geplaatst van de mannen met Estse vlaggen en een bord met de tekst Ests volk vergeet niet: deze soldaat bezette ons land en deporteerde ons volk! 347. Russischtalige nationalisten reageerden op deze provocatie en uiteindelijk stonden op 20 mei Estse nationalisten, tegenover een even grote groep Russischtaligen die het beeld kwam beschermen. Ondanks de hoogopgelopen emoties verliep deze demonstratie relatief vredig. 348 Na aanleiding van deze gebeurtenissen bemoeide Rusland zich (intensiever) met de situatie en waarschuwde bij monde van het Ministerie van Buitenlandse Zaken tegen het schenden of verplaatsen van het Monument aan de Soldaat-Bevrijder. Het ministerie stelde verder dat de Russische autoriteiten betreuren dat er geen juridische stappen tegen de verstoorders zijn ondernomen en bezorgd zijn dat de Estse overheid overweegt het beeld te verplaatsen. Het bericht concludeerde dat in Rusland, dat een onherstelbare prijs had betaald voor de overwinning op het fascisme, zulke acties enkel tot veroordeling kunnen leiden. 349 Ondertussen organiseerde de politiek actieve Russischtalige jeugd de zogeheten Nočnoj Dozor ( Nachtwacht ) om het monument te beschermen. Hun verklaring volgde het Russische narratief waarin in het monument symbool stond voor de overwinning van Europa en de wereld op het fascisme en tevens tot de geschiedenis van henzelf, hun ouders en hun grootouders hoort. Daarom diende het monument door de Estse overheid te worden beschermd. 350 Ze trokken de onafhankelijkheid van Estland of de legitimiteit van de staat niet in twijfel, maar ze waren wel kritisch op de officiële Estse interpretatie van de oorlog. Aangezien deze interpretatie een belangrijke pilaar vormt voor zowel de Estse als de Russische identiteit was er toch sprake van een gevoelig statement. In de maanden die op deze gebeurtenissen 343 David J. Smith, Woe from Stones : Commemoration, Identity Politics and Estonia s War of Monuments, Journal of Baltic Studies vol. 39 n.4 (2008) , aldaar Bronzovogo Soldata izmazali kraskoj, Delfi 21 mei 2006, Ehala, The Bronze Soldier Overwinningsdag, Den Pobedy, is een zeer belangrijke Russische feestdag waarop de overwinning op Nazi- Duitsland herdacht wordt. 347 Eesti rahvas ära unista: see sõdur okkupeeris meie riigi ja küüditas meie rahvas! 348 Marko Lehti, Matti Jutila en Markku Jokisipilä, Never-Ending Second World War: Public Performances of National Dignity and the Drama of the Bronze Soldier, Journal of Baltic Studies vol. 39 n. 4 (2008) , aldaar Zajavlenie Ministerstva inostrannyx del Rossijskoj Federacii v svjazi s oskverneniem v Ėstonii pamjatnika sovetskim voinam, pavšim v gody Velikoj Otečestvennoj vojny [ Verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie in verband met de ontering van een monument in Estland voor de Sovjetstrijders die gevallen zijn in de jaren van de Grote Vaderlandse Oorlog ] mei Via: Lehti, Never-Ending Second World War 399. Helaas is de originele website van Nočnoj Dozor (pomnim.com, oftewel we herinneren ) op het moment van schrijven niet meer online. De nieuwe site, is nog niet up-to-date en mist (nog) een archief. 93

94 volgden intensifieerde de discussie in zowel de Ests- als de Russischtalige media over de toekomst van het beeld. 351 Aljoša 352 was een olifant in de kamer van de Estse politiek. Binnen deze directe context vond de beslissing voor de verplaatsing van het beeld plaats. Deze context is voortgekomen uit een wijdere verandering in de maatschappij als geheel, waarin het (her- )definiëren van de identiteit van staat, gemeenschap en individu de leidraad vormt. Dit gebeurde zowel in Estland als in Rusland. Om dit te verduidelijken is het van belang eerst een overzicht te geven van de keten van directe politieke gebeurtenissen tot en met de verplaatsing. Aan het einde van 2006 werd de discussie rond de Bronzen Soldaat namelijk een belangrijke kwestie op de agenda van de parlementsverkiezingen die het jaar erop zouden plaatsvinden. In deze strijd werden de kleinere partijen, die een kalm en constructief debat voorstonden buitenspel gezet door de drie grote partijen die de kwestie wilden gebruiken voor politiek gewin. 353 Zowel de Reformierakond (Reformpartij) en Isamaaliit (Vaderlandsliga, IRL 354 ) presenteerden zichzelf als beschermers van de nationale Estse cohesie tegen bedreigingen van buitenaf. De Keskuserakond (Centrumpartij) daarentegen, die van oudsher steun onder de Russischtaligen heeft genoten, stelde zich meer op als een beschermer van de minderheid om zo de achterban te versterken. De Reformierakond, die beloofde de Bronzen Soldaat vóór Overwinningsdag 2007 te verplaatsen won de verkiezingen en moest dus deze belofte nakomen. 355 Aldus werd in de vroegte van 26 april 2007 het monument en de omgeving, zonder voorafgaande berichtgeving, afgedekt met een grote tent en werd het gebied met een hek afgezet. Volgens de officiële bronnen was het doel hiervan enkel het uitvoeren van het archeologisch werk dat noodzakelijk was om de onder het monument liggende lichamen te identificeren en later her te begraven. 356 Desalniettemin verzamelde die avond een menigte Russischtaligen rond het hek om tegen de activiteiten te demonstreren. Dit protest verliep onder het luide geschreeuw van woorden als Fascisten! en Schande! 357 en het werpen van lege flessen naar de politie. Tevens zag de term esstonia deze avond het licht, een verwijzing naar het Lihula-monument en de Esten die in het Duitse leger hadden gevochten. Later op de avond verwijderde de politie de betogers van het plein. De menigte kwam hierop in opstand en de betoging ontaarde in vandalisme, geweld en een plundering van de stad. Ramen werden gebroken, winkels leeggeroofd en auto s omgegooid. 358 Na een aanvankelijk passieve houding wist de politie later op de avond de orde te herstellen en een groot aantal mensen te arresteren. De meesten hiervan werden later vrijgelaten zonder verder proces. 359 Een dusdanige uitbarsting van geweld was niet voorzien en de Estse regering, die in een 351 Vadim Poleshchuk, The War of the Monuments in Estonia: the Challenges of History and the Minority Population (Mariehamm 2009) Aljoša (Ru: Alëša) is een van de koosnamen die het beeld gekregen heeft onder de bevolking van Estland. 353 Smith, Woe from Stones Deze Partij, in de westerse media vaak Pro Patria genoemd is een coalitie van meerdere conservatieve en christelijke partijen. In dit werk zal de partij worden aangeduid zoals in de Estse media, namelijk IRL, dat staat voor Isamaa-Res Publica Liit, oftewel de Vaderland-Pro Patria Liga. 355 Ehala, The Bronze Soldier Estonian Ministry of Defence commencing preparation work for the identification of the war graves located at the Tõnismägi green area, 26 april 2007, via: Aangezien het Russische woord voor schande pozor is, werd naar aanleiding van deze avond door enkele Estse media de nachtwacht voortaan Nočnoj Pozor in plaats van Dozor genoemd. 358 Voor geode beelden van de rellen en de aanloop ernaar toe, zie de uitmuntende documentaire Aljoša van Meelis Muhu (2008). 359 Poleshchuk, The War of the Monuments in Estonia 9. 94

95 noodvergadering bijeenkwam, besloot diezelfde avond nog dat het beeld direct na de Bronzen Nacht 360 verplaatst diende te worden. 361 Dit geschiedde aldus in de ochtend van 27 april. Ondanks dat de grootste onrust voorbij was bleven Tallinn en enkele steden in het noordoosten van het land nog twee avonden onrustig en waren er opstootjes. De verplaatsing zelf liep tegen de verwachtingen in zonder echte problemen, wat burgerlijke ongehoorzaamheid daargelaten. De verplaatsing leidde wel tot stevige kritiek van lokale politici in Estland en van de Russische overheid. 362 Naast boze berichten en beschuldigingen kreeg Estland te maken met een serie cyberaanvallen 363 vanuit Rusland, een drastische daling van het olietransport door het land en een boycot op Estse producten. 364 Tevens werd de Estse ambassade in Moskou een week lang op theatrale wijze geblokkeerd door Naši, de jeugdbeweging van het Kremin. 365 Zij kampeerden, gekleed in uniformen van het Rode Leger, voor de vertegenwoordiging van esstonia en zamelden handtekeningen in voor hun petitie om de ambassade van het centrum naar een meer geschikte locatie te verplaatsen. 366 Zodra de rust in het land teruggekeerd was, werd de Bronzen Soldaat op 8 mei 2007 onthuld op de nieuwe locatie op de militaire begraafplaats. Op dezelfde dag werd een ceremonie georganiseerd waarbij Estse machtshebbers en het corps diplomatique kransen legden bij het beeld ten nagedachtenis aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Dit was overigens de eerste maal dat de Estse regering hommage bracht aan dit monument. Grote afwezige was de Russische ambassadeur die de dag erop een eigen ceremonie hield. Op diezelfde dag, 9 mei, stroomden duizenden Russen naar de militaire begraafplaats om hun helden te herdenken. Vrijwel het hele terrein rond het beeld werd bedekt met rode anjers, de bloem van de herdenking. Dat de heftige reactie op de verplaatsing de Estse overheid en burgers zo verraste is een indicator van een gebrek aan begrip van de complexe set sociale betekenissen die het beeld uitdroeg. De betekenissen zijn aldus cruciaal in begrip van de situatie. 360 Ee: Pronksöö, Ru: Bronzovaja Noč 361 Gouvernment of the Republic of Estonia and crisis management committee hold extraordinary session, 27 april 2007, via Zie onder andere: Estonia memorial move blasphemy, BBC 27 april 2007, via Deze aanvallen zorgden ervoor dat Estland zich begin te specialiseren op het gebied van cyber defence. Op het moment is het land op dit gebied leidend in Europa en zal het binnenkort het NAVO-kenniscentrum op dit gebied herbergen. 364 Ehala, The Bronze Soldier Lehti, Never-Ending Second World War, Lehti, Never-Ending Second World War,

96 7.3 De Bronzen Soldaat en de constructie van sociale betekenis Een goed functionerende samenleving is volgens de theorie van Pierre Bourdieu gebaseerd op het gebruik van symbolische kracht die voortkomt uit een gedeeld en gezamenlijk begrip van rechtvaardigheid. De rechtvaardigheid wordt gepresenteerd als ideologie die de bestaande verschillen in status en macht tussen de verschillende sociale en etnische groepen in de samenleving verklaard. 367 Deze ideologieën bevatten op hun beurt narratieven die categorieën als trots, schaamte, schuld et cetera toebedelen aan deze verschillende groepen. 368 Wanneer de samenleving de bestaande sociale situatie als rechtvaardig beschouwd zullen de leden hun plaats in de sociale hiërarchie, die de ideologie hen toeschrijft, accepteren. Op deze manier legitimeert de dominante ideologie macht en de statusverhoudingen tussen de verschillende groepen in de samenleving. Tevens betekent dit dat wanneer de verhouding als onrechtmatig wordt beschouwd de dominante ideologie ter discussie komt te staan. Vanwege het narratieve karakter vindt dit debat vaak plaats rond de interpretatie van de gemeenschappelijke geschiedenis en de verschillende varianten daarvan. In Estland ligt de interpretatie van de Tweede Wereldoorlog en het daaropvolgende toetreden tot de Sovjet-Unie in het epicentrum van het ideologische debat. Dit debat krijgt zijn symbolische uitdrukking in het monument van de Bronzen Soldaat, dat vatbaar is voor verschillende interpretaties, die overigens lijnrecht tegenover elkaar kunnen staan. Ondanks dat de meest controversiële interpretaties slechts aanhang hebben onder een klein deel van de bevolking kunnen symbolische handelingen een groot emotioneel effect hebben op de meerderheid, die er een meer brede interpretatie op nahoudt. Door de ambiguïteit van het beeld en de verschillende interpretaties kunnen verschillende groepen het beeld gebruiken als middel van sociale mobilisatie. Martin Ehala vat de verschillende interpretaties samen in vier hoofdcategorieën De betekenislaag die door het grootste deel van zowel de etnische Esten als de Russischtaligen wordt gedeeld is dat beeld de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog herdenkt. Deze betekenis is in principe erg neutraal en dient als een verenigend idee tussen de beide bevolkingsgroepen. 2. De tweede betekenislaag van het monument is verbonden met de overwinning in de Grote Vaderlandse Oorlog, oftewel het deel van de Tweede Wereldoorlog waarin de Sovjet-Unie betrokken was. In de nationale identiteit van Rusland speelt deze overwinning een zeer grote rol en is een van de voornaamste bronnen van trots en eigenwaarde. Er kan veilig gesteld worden dat deze emotionele waarde ook grotendeels van toepassing is op de Russische bevolking van Estland. Aangezien Estland zelf weinig invloed op de oorlog had wordt dit sentiment minder gedeeld onder de Estse bevolking. De grote contributie van de Sovjet-Unie aan de oorlog wordt echter in Estland wel erkend, waardoor het volledig legitiem wordt geacht voor de Russische minderheid om de overwinning op 9 mei in Estland te vieren. 370 Het is algemeen geaccepteerd dat de Bronzen Soldaat bij deze herdenkingen een belangrijke rol 367 Pierre Bourdieu, Language and Symbolic Power (Cambridge 1991). 368 E.J. Lawler, The Affect Theory of Social Exchange in: Burke, P.J. (red.), Contemporary Social Psychological Theories (Stanford 2006), Ehala, The Bronze Soldier, Aldus een dag later dan de meeste andere Europese landen. Voor het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten eindigde de oorlog uiteraard pas in augustus 1945 met de overgave van Japan. 96

97 speelt en naar schatting heeft een derde van de Estse bevolking een sterke band met het beeld als symbool voor de overwinning Voor een klein deel van de Russische bevolking symboliseert het monument de bevrijding van Tallinn en Estland van de Duitsers in de oorlog. Dit wordt benadrukt door het monument steevast de bevrijder ( Voin-Osvoboditel ) te blijven noemen en 22 september, de dag dat het Rode Leger controle kreeg over Tallinn, te herdenken. Deze betekenislaag is in tegenspraak met het officiële historische narratief in Estland en dientengevolge met de ideologische basis van de huidige republiek. Door het monument de betekenislaag bevrijder toe te kennen valt deze status tegelijkertijd de Russischtalige bevolking van Estland ten deel. Dat zou een radicale revisie van de status en verhoudingen tussen hen en de Etnische Esten kunnen betekenen. Deze interpretatie geniet logischerwijs geen steun van de Estse bevolking en slechts van een deel van de Russischtalige bevolking. Deze steun komt vrijwel uitsluitend uit groepen die een negatieve houding tegenover de huidige Estse staat en hebben en zich voor alles nog identificeren als Sovjetburger. Volgens Vihalemm en Masso identificeerde in 2007 ongeveer 25% van de Russischtalige zich zeker of soms deze interpretatie. 372 Zij maken daarbij de aantekening dat de visie, in tegenstelling tot andere voormalige Sovjetstaten, niet per se gepaard gaat met een milde Sovjetnostalgie, maar meer een protestidentiteit tegen de Estse staat vormt. 4. Als reactie op de betekenisconstructie van de Bronzen Soldaat als bevrijder construeerden Estse nationalisten een contrabetekenis voor het beeld, namelijk als symbool voor de Sovjetbezetting. Deze interpretatie was tot 2004 overwegend latent en enkel sporadisch merkbaar. Zodra de Russen echter meer sovjetregalia begonnen te betrekken bij hun jaarlijkse 9-meivieringen werd deze betekenislaag meer merkbaar. Het bleef aanvankelijk beperkt tot een kleine groep. Dit veranderde in 2006 toen Estse nationalisten deze herdenking verstoorden. Om rellen te voorkomen voerde de politie deze activisten af, wat uitgebreid in de media werd getoond. Voor een groot deel van de Esten voelde dit als een vernedering waardoor er sterke emotionele reacties opkwamen tegen het Sovjetmonument in het stadscentrum. De verwijdering van het beeld werd hierdoor een belangrijk onderdeel van de parlementsverkiezingen en in de (Estse) media kreeg de betekenislaag van de bezetter meer aandacht. Op deze manier leidde de semiotische ambiguïteit van het monument tot een discussie tussen de radicalere nationalisten van zowel de Estse als de Russischtalige kant. Als het beeld een eenduidige betekenis had ten gunste van de Sovjetbezetting was het verwijderen van het beeld uit het centrum zeer terecht en zou slechts een klein deel van de bevolking, misschien 7,5% van de Russische bevolking, gepikeerd zijn geraakt. 373 De symbolische betekenis van de Bronzen Soldaat was echter emotioneel significant voor de meerderheid van de Russische bevolking vanwege de algemene beeldvorming van herdenking van de gevallenen, waardoor het dus een legitiem en humaan monument was. De verplaatsing ervan werd aldus gevoeld als een onrechtmatige en kwetsende daad. De brede context en het mozaïek aan betekenissen maken duidelijk waarom de verwijdering van het monument tot zulke heftige reacties in de Russische gemeenschap (en Rusland) leidde. Het 371 Ehala, The Bronze Soldier T. Vihalemm en A. Masso, (Re)construction of Collective Identities After the Dissolution of the Soviet Union: The Case of Estonia, Nationalities Papers vol. 35 n.1 (2007) 71 91, aldaar Ehala, The Bronze Soldier

98 verklaart echter nog niet waarom de kwestie ineens zo ontvlambaar bleek, na ongeveer 15 van relatieve stilte rondom het beeld. Om dit te verklaren is het van belang om de interpretatie van de Grote Vaderlandse Oorlog te bestuderen, met de nadruk op de recente veranderingen. Met dat in het achterhoofd dient vervolgens de recente identiteitsdynamiek in Estland bestudeerd te worden. 98

99 7.4 De Grote Vaderlandse Oorlog in de Russische identiteit De wortels van de geïnstitutionaliseerde rol van de Grote Vaderlandse Oorlog in de collectieve identiteit van Rusland zijn terug te leiden tot halverwege de jaren 60. Voor die tijd werd in de vieringen van de overwinning voornamelijk de rol van Stalin benadrukt. Na diens dood kwam onder Chroesjtsjov een einde aan de persoonlijkheidscultus en werd er meer aandacht besteed aan de veteranen en hun inspanningen. Vanaf de regering van Brezjnev ( ) ontstond er een verandering in de houding ten opzichte van de Grote Vaderlandse Oorlog. Het was onder zijn bewind dat voor het eerst aan de oorlog een haast mythische betekenis en waarde werd toegeschreven. Deze waren waarschijnlijk ten eerste bedoeld om de pijn en vernedering die het volk te leiden had onder de Bolsjewisten te doen verbleken. 374 Gedurende zijn bewind groeide de oorlogscultus verder tot mythische proporties, hetgeen zich onder meer vertaalde in het feit dat hij zichzelf tot maarschalk benoemde. Zijn borst vol medailles is illustratief voor deze opzet. In deze tijd is tevens de geüniformeerde interpretatie van de oorlog ontstaan, die de collectieve herinnering en identiteit zou bepalen. In Estland vertaalde deze nieuwe cultus zich eerst in 1964 met het aanleggen van een eeuwige vlam bij het monument van de Bevrijders van Tallinn. Op herdenkingsdagen werden er kransen bij het beeld gelegd en hoogwaardigheidsbekleders bezochten het beeld bij een bezoek aan de stad. Zelfs was er een periode dat schoolkinderen, met houten geweren en gehuld in militaire uniformpjes, een erewacht bij het beeld moesten houden, bij wijze van militair-patriottische educatie. 375 Aan de belangstelling in Tõnismägi kwam in 1975 echter een einde toen het herdenkingscomplex op Maarjamäe ten noordwesten van Tallinn werd geopend. Het complex, dat gewijd was aan hen die vochten voor vrijheid van Estland 376, was gebouwd aan de rand van een Duits militair kerkhof uit 1941 dat de Sovjets verwoest hadden. 377 Alle herdenkingen en belangrijke ceremonies vonden, tot de val van de Sovjet-Unie plaats op dit complex aan de kust van de Baltische zee. Met de onafhankelijkheid van de Estse republiek zijn veel sovjetmonumenten verwijderd en een nationale herdenking, zoals ten tijde van het socialisme, was niet meer gebruikelijk. De Russischtalige bevolking was nog wel vrij op eigen gelegenheid te herdenken. Een belangrijk moment in de nieuwe situatie was de verandering van de tekst bij de Bronzen Soldaat in Het monument werd algemener van aard en op incidentele gevallen na bleef het rustig rond het beeld. In afnemende mate legden veteranen bloemen bij het beeld en dronken ze op Overwinningsdag hun wodka op het pleintje. Dit leidde nimmer tot problemen of ordeverstoring en de Estsen hoopten en verwachtten dat in de loop der jaren deze herdenkingen vanzelf een stille dood zouden sterven. 379 Dit bleek echter niet het geval te zijn en vanaf 2002 merkten de inwoners van Tallinn dat de herdenkingen bij de Bronzen Soldaat geleidelijk grootschaliger en intensiever werden. Onder leiding 374 Enn Soosaar, The Bronze Soldier and its Deportation to a Military Cemetary, Diplomaatia n. 46 (2007) Soosaar, The Bronze Soldier neile, kes võitlesid Eesti vabaduse eest 377 Ondertussen is de Duitse begraafplaats in ere hersteld en is het complex een interessant monument voor een amalgaam aan soldaten die voor de onafhankelijkheid van Estland hebben gevochten. Het complex is zeer interessant aangezien het zowel deze Estsen zowel in het Duitse als het Russische leger hebben gediend. 378 Let wel, deze verandering en en andere ingrepen vonden plaats nadat de laatste Russische soldaten in augustus 1994 het land hadden verlaten. Toen zij nog in Estland gelegerd waren achtte de regering het klaarblijkelijk te riskant om ingrijpend te morrelen met oorlogsmonumenten. 379 Soosaar, The Bronze Soldier 3. 99

100 van docenten en begeleiders begonnen georganiseerde groepen Russische schoolkinderen het beeld te bezoeken en bloemen te leggen. Tevens kwamen er naast de veteranen in toenemende mate jongeren toestromen tijdens de herdenkingsdagen en werd de sfeer emotioneler. In de recente jaren heeft in deze bijeenkomsten een zeer belangrijke en ingrijpende verandering plaatsgevonden. Daar waar de bezoekers eerder het gebruik van Sovjetvlaggen en insignia meden, werd het gebruik in de laatste jaren gemeenplaats. De menigten die zich op Tõnismägi begonnen te verzamelen toonden hun solidariteit met Aljoša door rode vlaggen te zwaaien en memorabilia uit de Sovjet-Unie te tonen. Dit was een zeer interessante verandering die de spanningen verscherpte tussen de Russen en de Esten en die direct te herleiden is tot een verandering in de identiteitspolitiek in Rusland. Die speelde daarmee een sleutelrol in de sage van de Bronzen Soldaat Vladimir Poetin en de Russische identiteit Michail Gorbatsjov en Boris Jeltsin waren de eerste Russische leiders die niet in de Grote Vaderlandse Oorlog hadden gevochten. Dit kan hebben bijgedragen aan hun gebrek aan enthousiasme voor Brezjneviaanse festiviteiten rondom overwinningsdag. Daarnaast, en wellicht van groter belang, wilden beiden benadrukken dat zij anders waren dan hun voorgangers. Gorbatsjov wilde de economie en de maatschappij van de Sovjet-Unie veranderen en moderniseren met zijn principes van glasnost, uskorenie en perestrojka. Een gebroken systeem is echter niet te repareren en zijn meer open en tolerante beleid opende een doos van Pandora. Een staat die gebaseerd is op leugens en geweld, een planeconomie, een eenpartijstelsel en een ideologie vol absurditeiten is niet in stand te houden in een (meer) open samenleving en dientengevolge niet efficiënt te maken. Gorbatsjov besefte dit, maar hij en daarvoor verdient hij erkenning- greep niet in met geweld, hij gebruikte geen militaire macht om zijn fouten te rectificeren en aan de macht te blijven. Jeltsin daarentegen had geenszins de ambitie om de Sovjet-Unie intact te houden. Hij was in een machtsstrijd verwikkeld met de president van de Sovjet-Unie enerzijds en de corrupte nomenklatura anderzijds en trok snel de conclusie dat hij en zijn volgelingen er het meest aan te winnen zouden hebben als de reus op de lemen voeten zou vallen. 380 Aldus geschiedde en in het Rusland van Jeltsin bleef de Overwinningsdagviering en de oorlogscultus relatief bescheiden. Dit veranderde ingrijpend toen in het jaar 2000 Vladimir Poetin en zijn entourage van siloviki 381 aan de macht kwamen. Deze groep mensen vormden een overslagpunt in de Russische politiek en maatschappij. Dit werk is niet gewijd aan de nieuwe politieke en economische koers, maar het is van belang op te merken dat op deze gebieden gebroken werd met de Jeltsinjaren: Poetin zou een sterke leider zijn en orde en relatieve economische groei brengen. 382 Daarbij was het streven van de nieuwe machtshebbers, los van mogelijke eufemismen, het herstellen van een 21 e -eeuwse versie van het historische Russische rijk. 383 De argumentatie voor het Russische volk was rechtdoorzee: de val van Sovjet-Unie en de daar op volgende periode van neergang schiepen chaos en destructie in de Grote 380 Jeltsin s Rusland erkende overigens de onafhankelijkheid van Estland al op 24 augustus 1991, oftewel op de derde dag sinds de historische beslissing door de Ülemnõukogu. Het eerste land dat de onafhankelijkheid erkende was IJsland, op enkele uren gevolgd door Zweden. Dientengevolge ligt het Ests Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het IJslandplein, het Islandi Väljak. 381 Siloviki zijn de Russische politici met een achtergrond in het leger of de veiligheidsdiensten die onder Poetin in het machtscentrum van Rusland kwamen. De term is afgeleid van het woord sila (kracht) en kan worden vertaald als mensen van (de) kracht, of vrijer: sterke mannen. 382 Een zeer belangrijk aspect van Poetins populariteit was dat hij, dankzij de olieprijzen, weer pensioenen en ambtenarensalarissen kon uitbetalen. Hiermee stak hij goed af tegen zijn voorganger. 383 Soosaar, The Bronze Soldier

101 Russische Staat. Rusland is echter voorbestemd om groots te zijn (door wie of wat is zelf in te vullen) en moet daarom opkomen en weer zo sterk en invloedrijk worden als de contemporaine leiders zich voorstellen dat het land vroeger was. In andere woorden, Rusland moet weer een grootmacht worden in de wereld en zijn wil kunnen opleggen aan andere landen, net als in de Sovjet-Unie. Het concept van het Groot Rusland (Velikaja Rossija) dat door Poetin cum suis gepromoot wordt is gebaseerd op een glorieus en gemythologiseerd verleden. De toekomst van Rusland is, in ieder geval op ideologisch gebied, afhankelijk van een succesvolle restoratie van dit verleden en van het terugwinnen van alles wat verloren was na de Koude Oorlog. 384 De eigen, vanuit het Kremlin gesanctioneerde interpretatie van de geschiedenis werd de sleutel in de vorming van het patriottische 385 wereldbeeld van de Russen, wat tevens hun houding ten opzicht van het near abroad 386 zou beïnvloeden. Hier was echter een probleem: de recente geschiedenis van Rusland kende maar weinig gebeurtenissen, ontwikkelingen of personen waar de Russen trots op zouden kunnen zijn en die als bindmiddel zouden kunnen dienen in de nieuwe identiteit. De twintigste eeuw alleen al kende een incapabel tsaristisch regime en een bloedige burgeroorlog die gevolgd werd door meer dan 70 jaar terreur. Dit communistisch regime zorgde voor een genadeloze industrialisatie, het goelagsysteem, geforceerde collectivisatie en de willekeurige en paranoïde jacht op vijanden van staat. Miljoenen mensen, zowel Russen als inwoners van de onderworpen landen, vonden de dood onder de handen van het socialistisch regime. Maar daar achter bevond zich een lichtpunt, dat plaatsvond tegen de achtergrond van de verwoestende Tweede Wereldoorlog. In die strijd, de Grote Vaderlandse Oorlog, vochten de Russen 387 zij aan zij met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de andere geallieerden. Tijdens deze strijd der giganten waren het de Russen die de Nazi s en het fascisme versloegen en Europa bevrijdden. Daarnaast zijn verwoestende oorlogen, gezamenlijk lijden voor een doel, vijanden verslaan en overwinningen behalen uitstekende maatschappelijke bindmiddelen. 388 Dit geldt ook zeker voor de Russen, te meer daar de overwinning op Nazi-Duitsland een positief punt is in een door geweld en onrecht gedomineerde geschiedenis. De Overwinning waarvan de herinnering gecultiveerd wordt is echter niet het hele verhaal, maar een geïdealiseerde variant. De machthebbers werken hard om mindere episodes voor, tijdens en na de oorlog weg te werken uit de herinnering. Ze dragen er aldus zorg voor dat de minder glorieuze aspecten, zoals het Molotov-Ribbentroppact, de aanvallen op Polen en Finland, de oorlogsmisdaden van het Rode Leger en de repressie en deportatie van de overwonnen volkeren in het collectieve vergeten blijven. 384 Soosaar, The Bronze Soldier Patriot en Patriottisme zijn termen die in Rusland erg hoof aangeschreven staan. De termen houden een zeer chauvinistische houding in waarin het Vaderland voor alles staat. De term patriot functioneert behalve als een compliment ook als een soort slogan om iemand positie te bepalen. Het is interessant om op te merken dat de naam van de website die momenteel in Estland gebouwd wordt om de Russische Esten bekend te maken met de Estse lezing van de geschiedenis patriot.ee is. 386 De term near abroad (bližnee zarubež e) verwijst in de politieke taal van Rusland naar de landen die na de val van de Sovjet-Unie onafhankelijk werden, zoals de Baltische staten. De term is door de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Andrej Kozyrev is de vroege jaren 90 gepopulariseerd. In het Nederlands wordt wel eens de term het nabije buitenland gebruikt, maar de Engelstalige term is gebruikelijker. 387 De Westerse leiders gaven, zowel tijdens als na de oorlog, de voorkeur aan de term Russen boven Sovjets. 388 Soosaar, The Bronze Soldier

102 Immers, hoe een onpartijdige partij de rol van de Sovjet-Unie ook zou inschatten en hoe hij de gedragingen in de oorlog ook zou beoordelen voor de Russen was de Grote Vaderlandse Oorlog een verenigende factor pur sang, een persoonlijk purgatorium voor een land dat meer gedesillusioneerd is geraakt en meer ontbering heeft gekend over de afgelopen eeuw dan elk ander Europees land. 389 Deze bloedige tijd, waarin het volk verenigd tegen het fascisme vocht, was de laatste plaats waar de Russen hun held vrij van twijfel konden vinden. 390 Daarnaast was de victorieuze oorlog reeds decennia geleden opgeblazen tot een mythe van onmenselijke proporties, een mythe die jarenlang gecultiveerd werd in het hart van alle Russen. Poetin en zijn siloviki schoten raak toen ze de cultus van de legendarische glorieuze overwinning nieuw leven inbliezen. Deze cultus van nostalgie naar de Sovjet-Unie, toen Rusland nog groot en sterk was, ging overigens verder dan de oorlog alleen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het herstel van de hamer en sikkel op de militaire vlaggen, het herinstitutionaliseren van 9-meiparades en het herinvoeren van de Sovjetmelodie voor het volkslied. 391 Voor deze casus voldoet het echter de aandacht te richten op het herstel van de gemythologiseerde overwinning. 389 Soosaar, The Bronze Soldier Olga Brednikova, Windows Project Ad Marginem or a Divided History of Divided Cities? A Case-Study of the Russian-Estonian Borderland in T. Darieva en W. Kaschuba (red), Representations on the Margins of Europe (Frankfurt en New York 2007), 43-64, aldaar Er moet worden opgemerkt dat Poetin tevens elementen uit de tsaristische tijd nieuw leven inblies, zoals de Tweekoppige Adelaar als nationaal embleem. Een voorbeeld hiervan is het Lint van Sint Joris (Geogrievskaja Lentočka), een oranje-zwart gestreept lintje dat verwijst naar de hoogste militaire onderscheiding van het Russisch keizerlijk leger. Hoewel dit patroon tevens de veteranenmedailles in 1945 sierde kwam het pas echt weer in algemeen gebruik met de 60-jarige herdenking van de Overwinning in Heden ten dage is het oranje-zwarte lint onlosmakelijk verbonden met 9 mei en in alle Russische gemeenschappen terug te vinden op die dag. Zie, onder andere, 102

103 7.5 De veranderde identiteit in Estland Vanaf het midden van de jaren 90 tot en met het begin van het eerste decennium van de 21 eeuw bevond de integratie van de Russischtaligen in Estland zich in een opwaarts proces. Tegelijkertijd werden de onderlinge grenzen vager, onder andere door de economische welvaart en het veilige gevoel dat de Esten kregen door de mogelijkheid op toetreding tot de Europese Unie en de NAVO. 392 Het was tevens dit gevoel van veiligheid dat de Estse meerderheid het zelfvertrouwen gaf hun waarden zo sterk uit te drukken als met het verwijderen van een belangrijk monument. 393 Zoiets zou echter in 2004 nog niet hebben kunnen gebeuren omdat de onderlinge verhoudingen toen nog redelijk ontspannen waren. Het is, paradoxaal, juist deze ontspannen situatie die ervoor zorgde dat radicalere elementen in zowel de Russische als de Estse gemeenschap zich gingen roeren. Zij vreesden het verwateren van de etnische en culturele scheidslijnen en zochten naar manieren om hun etnische gemeenschap te mobiliseren om zo de grenzen weer te verscherpen. De kwestie rond het Lihula-monument was daarbij, ondanks dat het toentertijd weinig losmaakte onder het algemeen publiek, de eerste schermutseling in de monumentenstrijd van Estland. Voor conservatieve Esten was de verwijdering van het monument een onrecht en er ontstond een hetze tegen sovjetmonumenten en een levendig discours tegen de Bronzen Soldaat in het hart van Tallinn. De Russische gemeenschap op haar beurt reageerde hierop en kwam op in verdediging van hun monument. De nieuwe Russische identiteitspolitiek, die de Grote Vaderlandse Oorlog in de kern had, fungeerde als katalysator in deze ontwikkelingen. Een van de belangrijke gevolgen van de politiek was de sterke beïnvloeding van het identiteitsconcept van Russischtaligen buiten Rusland, zoals in Estland. In de jaren 90 vormt deze geschiedenislezing 394 geen grote rol in de identiteit van de Russischtaligen in Estland, voornamelijk omdat de onder het communisme gepleegde misdaden in die periode een heet onderwerp in het publieke en politieke debat was. 395 Deze houding veranderde toen door de Russische identiteitscampagne de Overwinning de ruggengraat van de Russische nationale trots en herinnering werd. Deze omslag in Rusland had grote invloed op de Russischtaligen in Estland, wat verklaard kan worden door de gedeelde Russische cultuur, een behoefte aan identiteitsdefinitie 396 en het feit dat een aanzienlijk deel reeds onder het communisme was geconditioneerd voor de oorlogscultus. Tegelijkertijd met het belangrijker worden van de Bronzen Soldaat voor de Russischtaligen werd de eis van de Estse conservatieven om het beeld te verwijderen sterker. De publieke opinie steunde de radicalen echter niet aangezien de meeste Esten neutraal tegenover het beeld stonden. Om hier verandering in te brengen was het noodzakelijk een provocatie af te dwingen, wat op 9 mei 2006 geschiedde met de verstoring van de ceremonie. Eén van de activisten, Jüri Böhm, gaf later toe dat het aanvankelijke streven was om zo te provoceren dat de Russen de Estse vlag zouden ontheiligen. Hiermee hoopte hij de Estse natie, die door de welvaartsstaat 392 Ehale, The Bronze Soldier Zie hiervoor, onder andere: O. Loone, Tänu kellele pole meil kodusõda? * Dankzij wie hebben we geen burgeroorlog? +, Vikerkaar vol. 23, n. 4-5 (2008) en T. Saarts, Pronksiöö sundeeuroopastamise läbikukkumine ja rahvasliku kaitsedemokraatia sünd * De Bronzen Nacht Het falen van verplichte Europeanisatie en de geboorte van de nationale verdedigingsdemocratie +, Vikerkaar vol. 23 n. 4-5 (2008) Dat wil zeggen, de gemythologiseerde lezing van de Grote Vaderlandse Oorlog. 395 Ehala, The Bronze Soldier De Russischtalige minderheid viel immers grotendeels buiten de nationale Estse identiteit. 103

104 verdoofd was, te ontwaken 397 De Russische kant bezigde een vergelijkbare retoriek en in een van hun pamfletten werd gesteld dat de Estse elite ernaar streeft Estse Russen van hun Russische wortels weg te scheuren, hun emotionele banden met hun historische moederland te verbreken Russen worden veranderd in weldoorvoede slaven van de nationalistische elite. 398 Ondanks dat de beide radicale kampen relatief klein waren werd hun identiteitsdialoog uitgebreid in zowel de Estse als de Russische media belicht. Hierdoor ontstond de paradoxale situatie waarin marginale groepen een aanzienlijke verandering in de waarden en houding van de meerderheid teweeg wist te brengen. Dit werd versterkt doordat met de verplaatsing van de Bronzen Soldaat het doel van de etnische activisten in principe bereikt was: het verscherpen van de grenzen tussen de nationale identiteiten. Zeker na de verplaatsing van het monument en de gerelateerde rellen was er een sterke verschuiving merkbaar naar duidelijkere grenzen tussen de etnische groepen. 399 Het uiteindelijke gevolg hiervan was dat de mentale scheiding tussen beide bevolkingsgroepen verscherpte. Desalniettemin bleef de eerdere tolerantietendens doorzetten, waardoor er een paradoxale situatie ontstond waarin de Estse meerderheid aanhoudend toleranter werd ten opzichte van de Russische minderheid in Estland, maar tegelijkertijd minder contact met deze groep wilde. 400 De Russischtalige minderheid, aan de andere kant, voelde zich door het optreden van de Estse overheid gekrenkt en had een aanzienlijk deel van het vertrouwen in de democratie en de rechtsstaat verloren. 401 Er kan, in andere woorden, gesteld worden dat de Russischtalige minderheid, door het optreden van de overheid, teleurgesteld is geraakt in de Estse democratie. 402 De verwachting is dat als gevolg hiervan een deel van de hoger opgeleide minderheid Estland zal verlaten U.E. Liiv, Vene mäss Tallinnas [Russische rebellie in Tallinn] (2007) (documentaire). 398 soovitakse välja juurida venelaslikkus Eestis elavatest vene elanikest, katkestada nende hingeline side kodumaaga venelasi tahetakse muuta rahvusliku eliidi täissöönud orjadeks in: Tiiu Põld, Pronksööl juhtunule eelnes aktiivne ässitustöö * Aan de Bronzen Nacht ging actief agitatiewerk vooraf +, Postimees 28 januari 2008, via: M.Lauristin, Eesti ühiskonna valmisolek integratsiooniks * Bereidheid tot integratie in de Estse samenleving +, Eesti inimarengu aruanne 2007 (Tallinn 2008) Ehala, The Bronze Soldier 153. Deze situatie vertaalt zich, onder andere, in het feit dat in 2008, ten opzichte van 2002, onder zowel de Estsen als de Russen er minder steun was voor het integratieproces. Tegelijkertijd was er onder de etnische Esten een grotere tolerantie (of acceptatie) van de Russen in Estland, waarmee ze echter niet per se contact hoefden te hebben. Zie, onder andere, Lauristin, Eesti ühiskonna valmisolek integratsioonis (2008) en Iris Pettai, Eestlaste ja mitte-eestlaste sallivustüpoloogia [Tolerantietypologie van Esten en niet-esten], Integratsioon Eesti ühiskonnas monitooring 2002 (Tallinn 2002) Het vertrouwen in politieke instellingen onder de Russischtalige minderheid is blijven dalen in de jaren volgend op de Bronzen Nacht. Slechts 7% van de minderheid heeft vertrouwen in het parlement, 9% in de regering, 14% in de president en 31% in de politie. Hoewel dit vertrouwen onder de etnische Estsen tevens relatief lag is (respectievelijk 18%, 32%, 67% en 60%) is het aanzienlijk lager onder de etnische minderheden. Via: Tatjana Evas, Integration and ethnic cohesion of the Estonian society in: Käsper Kari en Marianne Meiorg, Human Rights in Estonia; Annual report of the Estonian Human Rights Centre (Tallinn 2011) , aldaar Alo Raun, Pronksöö pani Eesti slaavlasi demokraatias pettuma * De Bronzen Nacht maakte de Estse Slaven teleurgesteld in de democratie +, Postimees 24 september Vadim Belobrovtsev, Kuidas me kaotasime integratsiooni * Hoe we de integratie verloren +, Vikerkaar vol. 23, n. 4-5 (2008) , aldaar

105 7.6 Conclusie De verwijdering van de Bronzen Soldaat verscherpte de scheiding tussen de Estse en de Russische bevolkingsgroepen van Estland. Tevens leidde de handeling tot sterke kritiek vanuit Rusland. Een dusdanige situatie kon pas losbarsten tussen 2004 en 2007 doordat de omstandigheden in Estland aanzienlijk veranderd waren. Door de voorafgaande economische groei en de relatief gestaag verlopende integratie waren de beide bevolkingsgroepen zeer tolerant ten opzichte van elkaar. Hierdoor werden de scheidingen, op zowel sociaal als ideologisch vlak, minder scherp en leek identiteit een mindere rol te spelen. Dit was een doorn in het oog van radicale nationalisten in beide kampen, die een duidelijke scheiding nastreefden. In de toeloop naar 2007 wisten twee processen een voedingsbodem te creëren voor een etnische confrontatie. Ten eerste werd onder Poetin in Rusland de Sovjetcultus van de Grote Vaderlandse Oorlog nieuw leven ingeblazen. Hierdoor werd de door Moskou gesanctioneerde interpretatie hiervan (wederom) een essentieel ankerpunt van de identiteit van de Russen en de Russischtaligen. Deze interpretatie, waarin de soldaten van het Rode Leger als helden zonder twijfel worden herdacht staat haaks op de Estse interpretatie van de Tweede Wereldoorlog, waar veel aandacht is voor de erop volgende bezetting. Hierdoor, en door de grootscheepser en meer op het Sovjetverleden georiënteerde wordende herdenkingsbijeenkomsten bij het monument, begonnen de 9-meivieringen tot spanningen te leiden tussen de bevolkingsgroepen. Rond dezelfde tijd, in 2004, werd in het plaatsje Lihula een monument verwijderd dat, onder andere, de Esten die in het Duitse leger gevochten hadden herdacht omdat er in Estland geen ruimte hoorde te zijn voor monumenten voor totalitaire regimes. Hierop werd een analogie getrokken met de sovjetmonumenten (dus ook met de Bronzen Soldaat) en de jaren werden gekenmerkt door toenemend geweld tegen monumenten. Door de cultivering van de oorlogscultus in Rusland kreeg het beeld een breed draagvlak onder de Russischtalige bevolking van Estland. Opmerkelijk was dat deze invloed erg sterk was op de jeugd. Deze groep, die de oorlog niet heeft meegemaakt, kreeg hierdoor een sterke culturele en emotionele band met het beeld. Onder de meer Estse Russen en de Esten zelf was tevens een breder draagvlak voor het beeld ontstaan als monument aan alle gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. De verplaatsing van het beeld was aldus schok voor een relatief grote groep inwoners van Estland. Door de Russischtaligen die het beeld als deel van hun identiteit waren gaan zien werd de verplaatsing echter gezien als een schoffering van hun geschiedenis en identiteit. Dat verklaart onder andere de hoogopgelopen emoties bij de demonstraties: veel Russische jongeren voelden zich oprecht onrecht aangedaan. Aangezien de onvrede en de spanningen aanvankelijk gedragen werden door relatief kleine en radicale groepen, die weinig steun onder de bevolking hadden, achtten ze een provocatie noodzakelijk. Deze werd gevonden toen de 9-meiviering van 2006 verstoord werd door Estse nationalisten. Deze verstoring werd in zowel de Russisch- als de Eststalige media uitgebreid in beeld gebracht en snel ontstond er een discours rond de Bronzen Soldaat. Hierdoor kwam een kwestie die aanvankelijk vooral leefde onder randgroepen in de main stream van de Estse politiek en media. Door de toegenomen aandacht voor de kwestie kreeg deze een dusdanig draagvlak onder, voornamelijk de Russischtalige, bevolking dat een voorbereidend overheidsproject leidde tot grootschalige rellen en plunderingen in de hoofdstad Tallinn. Sinds deze Bronzen Nacht identificeren de Russische en Estse bevolkingsgroepen zich sterker als zijnde een eigen groep met een nadruk op 105

106 het niet-zijn van de andere groep. De verhoudingen zijn aldus veranderd in een tolerante vorm van vrijwillige scheiding tussen de groepen. Onder de Russen heeft het vertrouwen in de Estse staat en democratie een flinke deuk opgelopen. Samenvattend kan worden gesteld dat de Bronzen Soldaat een conflict vormde dat voortgekomen was uit veranderde identiteitsperceptie, versterkt door een provocatie van radicale groepen. De verwijdering van het standbeeld werd aldus gevoeld als een oprechte belediging binnen een groot deel van de Russischtalige minderheid. De Estse overheid wist niet adequaat in te spelen op de veranderde betekenisfunctie van het monument waardoor het optreden leidde tot geweld en een verslechtering van de onderlinge verhoudingen. Tevens leidde dit conflict tot een verscherping van de identiteitsgrenzen tussen de Russischtaligen en de etnische Esten. 106

107 De Estse onderwijshervorming Kui tahad targaks saada, siis pead õppima. Wie slim wil zijn moet leren. -Est Spreekwoord Tark on see, kes tunneb, et ta alles rumal on. Hij is slim, die voelt, Dat hij nog dom is -Ests Spreekwoord 107

108 8 De Estse Onderwijshervorming 8.1 Inleiding Aangezien taalonderwijs een essentieel onderdeel van de Estse integratiepolitiek vormt, waren onderwijshervormingen onvermijdelijk. Het belangrijkste onderdeel van deze hervorming is de geleidelijk overgang naar een grotere mate van Eststalig onderwijs in secundaire scholen met een andere taal van instructie. Het doel hiervan is uiteraard het bevorderen van de integratie en het dichten van sociale, culturele en economische kloven tussen de etnische meerder- en minderheden. Aangezien taal een van de voornaamste bouwstenen van het identiteitsconcept 404 is, was het te verwachten dat deze wet tot kritiek zou leiden. Dit was te meer waar aangezien onderwijs een vormende rol speelt in de ontwikkeling van een persoon, hetgeen de angst voor identiteitsverlies kan voeden. In dit hoofdstuk zal de hervorming met zijn achtergrond, verantwoording en doelen behandeld worden. Vervolgens zal gekeken worden naar de kritiek die, voornamelijk in de afgelopen jaren, hoorbaar was in het publieke debat. Hierbij zal zowel de ideologische als de praktische kritiek worden meegenomen. Op basis van de kritiek zal een inschatting gemaakt worden van de positie van de hervorming en de verschillende groepen van de Russischtalige minderheid aan de andere kant. In dit hoofdstuk zal, in principe, geen aandacht worden besteed aan de pedagogische kritiek op het onderwijssysteem of de hervormingen, aangezien deze niet direct betrekking hebben op de integratiestrategie. Ook de verschillen in kwaliteit tussen verschillende scholen zal niet worden meegenomen in de bespreking. 8.2 Het Ests schoolsysteem Het onderwijssysteem in Estland is opgebouwd uit drie verschillende lagen: het basis-, secundair- en hoger onderwijs. Voor de Estse kinderen treedt de leerplicht in werking in hun 7 e levensjaar. Op dat moment gaan ze naar de basisschool (põhikool) die 9 klassen kent. 405 De gemiddelde leerling zal deze dus verlaten rond het 17 e levensjaar. Het basisonderwijs wordt in principe gegeven in het Ests maar in gebieden met een grote etnische minderheid kan de instructietaal ook Russisch zijn, of een combinatie van beiden. Na het behalen van zijn basisdiploma (põhikooli lõputunnistus) kan de leerling verder leren op het secundair onderwijs. Een andere mogelijkheid, naast helemaal stoppen, is het beroepsonderwijs. Aangezien de onderwijshervorming in kwestie geen effect heeft op het beroepsonderwijs zal dit verder buiten beschouwing worden gelaten. Het voorgezet onderwijs telt drie jaar (klas 10 tot en met 12) en wordt gevolgd aan een zogeheten Gümnaasium 406, oftewel gymnasium. Het afronden van dit onderwijsniveau is een vereiste om tot het hoger onderwijs (WO of HBO) te mogen toetreden. Net als in het basisonderwijs is er de mogelijkheid om het voortgezet onderwijs (deels) in een andere taal dan het Ests (i.e. Russisch) te volgen. Op het moment van schrijven zijn er in Estland 58 instellingen van secundair onderwijs. Op 19 hiervan, met een totaal van 4,971 leerlingen, is Russisch de instructietaal of wordt onderdompeling 407 toegepast. 408 De onderwijshervorming heeft effect op deze scholen, waar het 404 In de terminologie van de (modern) antropolgie is taal een van de voornaamste identity markers. 405 Aangezien gymnasia regelmatig ook basisonderwijs aanbieden kan dit reeds daar gevolgd worden. 406 Enkele gümnaasiumid hanteren de naam lütseum, zoals het Frans Lyceum (Prantsuse Lütseum) te Tallinn. Deze zijn, op hun historische naam na, in alles gelijk aan andere gymnasia. 407 Scholen met onderdompeling (keelekümblus) hanteren een system waarbij het onderwijs aanvankelijk volledig in het Ests is, maar waar gaandeweg Russisch al;s tweede instructietaal wordt geïntroduceerd. 108

109 onderwijs (deels) Russischtalig is. De volledig Eststalige scholen en het hoger- en beroepsonderwijs zullen daarom buiten beschouwing blijven. Om een duidelijker beeld te geven van de situatie in Estland en de verhoudingen in Russisch- en Eststalig onderwijs zijn de leerlingaantallen van schooljaar tot en met in onderstaande tabel uiteengezet: Schooljaar Russisch als Instructietaal Aandeel (%) 28,3 27,2 26,2 25,1 24,1 23,2 21,7 20,4 Ests als Instructietaal Aandeel (%) 71,7 72,8 73,8 74,7 75,5 76,1 77,1 78,0 Onderdompeling Aandeel (%) ,2 0,4 0,7 1,2 1,6 Totaal Tabel 2; Absolute en relatieve verdeling Russisch en Eststalig onderwijs. 409 Om de verhouding beter zichtbaar te maken is het aandeel Ests- en Russischtalige scholen weergegeven in de onderstaande figuur. Vanwege het geringe aandeel (1,6% in ) is de categorie onderdompeling weggelaten. 100% 80% 60% 40% 20% 0% Aandeel instructietalen op scholen Figuur 1; Procentuele verhouding Russisch- en Eststalig onderwijs. 410 Russisch als Instructietaal Ests als Insturctietaal Verder dient opgemerkt te worden dat in Estland in het geheel sprake is van een leerlingenafname. Zo zal in de komende jaren het aantal scholen, gymnasia in het bijzonder, wordt gereduceerd. Door de nieuwe integratiepolitiek, waardoor meer ouders het (maatschappelijk) nut zien van een Eststalige opleiding neemt voornamelijk het aantal leerlingen voor Russischtalig onderwijs af. 411 Dientengevolge zullen er relatief veel Russischtalige gymnasia sneuvelen in de reorganisaties. Aangezien de onderwijshervorming beide scholen op dezelfde wijze behandeld en beïnvloed zal voorts, tenzij noodzakelijk, in de tekst geen onderscheid gemaakt worden tussen deze twee onderwijsvormen. 408 Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction, Haridus- ja Teadusministeerium (Tallinn 2011). 409 Bron: Haridus- ja Teadusministeerium. 410 Bron: Haridus- ja Teadusministeerium. 411 Ter illustratie, in schooljaar volgden 9,759 leerlingen Russischtalig secundair onderwijs en in nog slechts 4,107. Via: Fact Sheet Transation to Estonian-language. 109

110 8.3 Doel en achtergrond van de Onderwijshervorming Het voornaamste doel van de onderwijshervorming is het mogelijk maken voor leerlingen van Russische gymnasia om een goede beheersing van het Ests te ontwikkelen. Het beheersen van de staatstaal is essentieel voor het volgen van verder onderwijs aangezien op de universiteiten en de hogescholen de taal van instructie in principe Ests is. 412 Daarnaast is een goed beheersing van het Ests een vereiste voor bepaalde hogere beroepsgroepen 413 en verbetert het de positie op de arbeidsmarkt aanzienlijk. 414 Daarnaast is het een middel om de integratie in de Estse samenleving te versoepelen en de Estse taal te beschermen. Daarmee is de hervorming geheel in overeenstemming met de in de in het integratieprogramma gedefinieerde doelen. De wet die de onderwijshervorming gebied is geen nieuw juridisch werk, maar bestaat in de huidige vorm al meer dan 17 jaar. 415 De wet waarin de overgang bepaald wordt, namelijk de Wet op Basisscholen en Scholen van Voortgezet Onderwijs (Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus; PGS) 416, werd in de eerste versie aangenomen op 15 september In deze wet staat, geheel conform de Estse traditie: Gümnaasiumi õppekeel on eesti keel, oftewel, de instructietaal in het voortgezet onderwijs is de Estse taal. 418 Daarnaast hebben alle scholen, conform de bepaling in artikel 37 van de Grondwet 419, het recht om ook onderwijs aan te bieden in de taal van een nationale minderheid, wat in de praktijk op Russisch neerkomt. Het is daarbij van belang op te merken dat PGS 21.1de instructietaal definieert als de taal waarin ten minste 60% van de minimale studielast wordt onderwezen. 420 Conform de wet dient dit dus het Ests te zijn. Voor de scholen die nog niet aan de eisen voldoen is gesteld dat zij uiterlijk 1 september 2012 hun curriculum conform artikel 21 moeten hebben ingericht. 421 De basis voor de overgang naar Eststalig onderwijs en de onderdelen daarvan werden vastgelegd in het Nationaal Curriculum voor Basisscholen en Secundair Onderwijs van Dit curriculum vormde de basis voor het Nationaal Curriculum voor Secundair Onderwijs dat in 2010 werd aangenomen. 423 De curricula stipuleren dat alle gymnasia in Estland ten minste 60% van het onderwijsprogramma (i.e. 57 cursussen 424 ) in het Ests moeten aanbieden. In de praktijk komt dat er 412 Er zijn enkele uitzonderingen waarbij de voertaal Engels is, voornamelijk in de disciplines die te maken hebben met management, economie en bedrijfskunde. Tevens is er een klein aantal academische opleidingen die (deels) in het Russisch gegeven wordt. 413 Conform de taalwet geldt er voor bepaalde beroepen, zoals arts, jurist of (nationaal) politicus een taalvereiste. Deze vereisten zijn vastgelegd in de taalwet en gekoppeld aan de standaardisering van het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR) 414 Zie: hoofdstuk Het concept van de wet bestaat zelfs al langer, aangezien een geleidelijke transitie naar Eststalig onderwijs reeds werd bepaald in de Taalwet van De Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus (2010) is te vinden op Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction. 418 Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus (2010) Eesti Vabariigi Põhiseadus (1992) 37: Õppekeele vähemusrahvuse õppeasutuses valib õppeasutus ( De instructietaal van een onderwijsinstelling van een nationale minderheid wordt gekozen door de onderwijsinstelling). 420 Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus Het Põhikooli- ja gümnaasiumi riiklik õppekava is te vinden op Dit Gümnaasiumi riiklik õppekava staat integraal op Cursus ( kursus ) is de term die in Estland gehandhaafd wordt om vakken en studielast in het onderwijs uit te drukken. 110

111 op neer dat per semester ten minste 5 verplichte vakken in de staatstaal dienen te worden onderwezen. Het eerste vak dat verplicht in het Ests gegeven diende te worden, bij aanvang van schooljaar , was Estse literatuur. In de jaren tot en met 2011 zullen daaraan geleidelijk maatschappijleer, aardrijkskunde, muziek 425 en Estse geschiedenis worden toegevoegd. 426 Dit zijn, zoals gemeld, stuk voor stuk verplichte vakken, wat erop neerkomt dat de 60%-norm niet gehaald kan worden met (enkel) keuzevakken. De scholen zijn wel vrij om zelf het curriculum verder te bepalen, mits voldaan wordt aan het Ests minimum en de centrale exameneisen. 427 De overige 40% mag aldus volledig in het Russisch worden gegeven. Daarmee voldoet de Estse overheid aan de (grondwettelijke) verplichtingen om onderwijs in de taal van een nationale minderheid te faciliteren en deze minderheden de kans te geven zich te uiten en te ontwikkelen. Samengevat komt de onderwijshervorming er op neer dat Russische scholen uiterlijk 2011 overgeschakeld dienen te zijn op een systeem waarbij 60% van het curriculum volledig in het Ests is. Dit is op basis van de Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus die in 1993 is aangenomen en in latere jaren is aangevuld en gecomplementeerd met Nationale Curricula. De transitie naar Eststalig onderwijs is uiterlijk in schooljaar 2007 begonnen en geleidelijk worden er 5 verplichte Estse vakken ingevoerd. De scholen zijn vrij om de rest van het curriculum in te vullen, mits ze voldoen aan de 60%-norm en de centrale exameneisen. Indien gewenst kunnen de Russischtalige scholen aldus 40% van hun vakken in het Russisch aanbieden. De hervorming heeft enkel betrekking op het (hoger) secundair onderwijs, dat in praktijk overeenkomt met het Nederlandse VWO Het is interessant om op te merken dat muziek in dit rijtje staat. Het toont aan hoe groot de rol van zang en muziek in de Estse cultuur en geschiedenis is. 426 Zie, onder andere, Gümnaasiumi riiklik õppekava Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction. 428 Er zijn wel bepalingen dat de basisscholen er zorg voor moeten dragen dat de leerlingen aan het eind van hun schoolperiode over voldoende kennis van het Ests beschikken om vervolgonderwijs te kunnen volgen. 111

112 8.4 Kritiek op de Onderwijshervorming De onderwijshervorming leidde, voornamelijk toen de transitie in schooljaar 2011 tegen zijn einde begon te lopen, tot kritiek. Deze kritiek kwam zowel van Estse als van Russische kant en had betrekking op zowel de inhoud als de vorm van de hervorming. In deze paragraaf zal deze behandeld worden. De kritiek is opgedeeld in twee categorieën praktische bezwaren en inhoudelijke kritiek. Onder de tweede noemer valt zowel de ideologische kritiek vanuit de Russischtalige minderheid als de kritiek op de vorm van de hervormingen vanaf Estse kant Praktische bezwaren en problemen aangaande de onderwijshervorming Het grootste en belangrijkste praktische bezwaar tegen de hervormingen in de huidige vorm is het gebrek aan gekwalificeerde leerkrachten. Dit gebrek geldt zowel in de kwantitatieve zin (een gebrek aan Estssprekende leerkrachten in probleemgebieden) als in kwalitatieve zin (leerkrachten met onvoldoende kennis en beheersing van het Ests). Deze zijn uiteraard nauw met elkaar verbonden. Zo bleek bijvoorbeeld uit een in 2011 uitgevoerd onderzoek dat van de 1435 (Russische) leerkrachten in Tallinn er 368, dat is ruim 25%, zakten voor de Estse taaltoets. 429 Dat is een opmerkelijk hoog percentage aangezien de docenten in Tallinn niet per se gescheiden leven van de Estse samenleving ( dus interactie kunnen hebben) en omdat ze makkelijk toegang hadden tot de door de overheid gefinancierde studiematerialen en cursussen. 430 Met dit percentage voor Tallinn, waar 45% van de bevolking Russisch is, zal het niet verbazen dat het aandeel docenten met ontoereikende kennis van het Ests in de provincie Idu-Virumaa (tot 90% Rus) vele malen hoger ligt. 431 Dit geldt bijvoorbeeld voor Narva, waar van de 9 gymnasia 432 er 7 Russischtalig zijn 433 Daarnaast is het erg moeilijk om leerkrachten aan te trekken die het Ests als moedertaal hebben, onder andere omdat de regio niet populair is onder etnische Esten. De overheid heeft daarom verschillende programma s gestart die deze leerkrachten dienen te motiveren om in de oostelijke provincie te onderwijzen, onder andere door middel van een hoger salaris 434 en een geldelijke beloning als startkapitaal. 435 Deze programma s mogen echter niet erg baten aangezien het Ests taalonderwijs in de regio nog sterk ondermaats is. Leerlingen die wel graag Ests willen leren, klagen dat de scholen de enige plek vormen waar de staatstaal überhaupt gesproken en geoefend kan worden. 436 Vanwege deze tekortkomingen is een aantal gymnasia, voornamelijk in Idu-Virumaa, niet in staat tijdig te voldoen aan de eisen van de onderwijswet. De minister van Onderwijs en Wetenschap, Jaak Aaviksoo onderzoekt of er mogelijkheden zijn deze scholen bij wijze van compromis een extra termijn te geven. Hierover is echter nog geen definitieve uitslag. 437 Daarnaast gaan er in de Assemble van Russische Gymnasia tallinnskix russkix učitelej otpravleny na ėkzamen po ėstonskomu * 328 Russische docenten uit Tallinn naar het Ests taalexamen gestuurd +, Delfi 23 april Transition to Estonian-medium education, via tallinnskix russkix učitelej otpravleny na ėkzamen po ėstonskomu, Delfi 23 april Overigens zal dit aantal in de komende jaren, vanwege het landelijk afnemende aantal leerlingen, worden gereorganiseerd tot drie. 433 Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction. 434 U ida-viruskix učitelej zarplata vyše srednej po uezdu * Het salaries bij docenten in Ida-Virumaa is hoger dan het gemiddelde per provincie +, Delfi 8 september Transition to Estonian-medium education, via Narvskaja škol nica: Škola edinstvennoe mesto, gde my možem praktikovat gosudarstvennyj jazyk * Scholier uit Narva: De school is de enige plaats waar we de staatstaal kunnen oefenen +, Den za Dnëm 16 mei Aaviksoo poobeěšal stroptivym russkim školam trexletnjuju otsročku * Aaviksoo beloofde de weerbarstige Russische scholen een driejarig respijt +, Delfi 13 juni

113 stemmen op om alternatieve oplossingen te vinden voor de tekortkoming in Ests taalonderwijs. 438 Tot op heden heeft dit tot weinig resultaat geleid. Het is niet verwonderlijk dat de praktische kritiek zich richt op de gebieden in het oosten van Estland en Tallinn, aangezien de Russische minderheid voornamelijk in die gebieden woont. Tevens is het niet verwonderlijk dat juist de gebieden waar de hervormingen op gericht zijn en waar ze hun uitwerking hebben de grootste moeite hebben met het voldoen aan de eisen. Om het geheel duidelijk in beeld te brengen is in het onderstaande figuur de kennis van het Ests onder de immigrantenbevolking per provincie ( maakond ) in kaart gebracht. Figuur 4; Kennis van het Ests onder de immigrantenbevolking, per provincie 439 Op het kaartje is duidelijk zichtbaar dat de provincies waar de meeste (Russische) immigranten woonachtig zijn, Idu-Virumaa en Harjumaa, tevens de provincies zijn waar de kennis van het Ests onder de immigranten het laagst is. De percentages op deze kaart komen aldus overeen met de percentages scholieren met Russisch als instructietaal, weergegeven in onderstaande tabel: Provincie Schooljaar Russisch als Instructietaal Aandeel Harju ,8% Ida-Viru ,3% Pärnu 867 7,2% Tartu ,9% Valga ,4% Overige ,1% TOTAAL ,3% Tabel 3; Aandeel scholieren met Russischtalig onderwijs per provincie Narvskaja škol nica: Škola edinstvennoe mesto, gde my možem praktikovat gosudarstvennyj jazyk, Den za Dnëm 16 mei Siim Krusell, Data and general characterisation of immigrant population, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009), 6-11, aldaar Bron: Haridus- ja Teadusministeerium. 113

114 8.4.2 Inhoudelijke kritiek met betrekking tot de onderwijshervormingen Naast kritiek op de praktische kant van de onderwijshervormingen en de daarmee verbonden technische haalbaarheid was er tevens inhoudelijke kritiek op de wet zelf. Deze had zowel betrekking op de inhoudelijke haalbaarheid van de hervormingen en de perceptie onder de doelgroep, als op de ideologische kant van de wet. De laatstgenoemde zal eerst worden besproken. De ideologische kritiek is het meest eenduidig en duidelijk naar buiten gebracht door de Russische Gemeenschap (Russkaja Obščina), een belangenorganisatie voor de Russischtalige minderheid. Met betrekking tot de onderwijshervormingen deelden zij op plaatsen en momenten waar veel Russen bijeenkwamen, zoals bij 9-meivieringen, een pamflet tegen de uitvoering van de onderwijswet uit. In dit tweetalige pamflet, getiteld We behouden het Russischtalig onderwijs en zo behouden wij onszelf, spreken ze hun bezorgdheid uit over de toekomst van de Russischtalige minderheid in Estland. 441 Qua toon en inhoud lijkt het pamflet de onderwijshervormingen voornamelijk te zien als een aanval van Estse kant op de Russische taal en cultuur. Zo wordt de taalinspectie 442, die controleert of scholen en leerkrachten aan de taaleisen voldoen, beschreven als psychologische terreur 443. De geleidelijke overgang naar (deels) Eststalig onderwijs wordt in het pamflet afgeschilderd als een veresting van de Russische school 444 waarin de Russische kinderen, onder het mom van Estse taalverwerving, tot het Ests geloof worden bekeerd 445. De hervorming wordt aldus gezien als een Trojaans Paard dat er toe leidt dat de leerlingen een Estse in plaats van Russische mentaliteit aangeleerd krijgen en dat hun beheersing van het Russisch, vooral schriftelijk, achteruit gaat. 446 Ze vrezen, onterecht 447, dat hierdoor de nieuwe generatie Russischtaligen in Estland hun concurrentiepositie op de arbeidsmarkt zal verliezen, voornamelijk vanwege het verwachte verlies op de mogelijkheid om hoger onderwijs in een Russischtalig land te volgen. 448 Op deze angsten volgt de oproep om zich te verenigen en gezamenlijk een juridische zaak te maken voor het behoud van het Russischtalig onderwijs. Het pamflet benadrukt deze oproep door de Russischtalige ouders tot actie te manen: Of wilt u niet dat uw kinderen niet enkel als Europeanen worden gevormd, maar ook 441 Soxranim obrazovanie na russkom jazyke soxranim i sebja / Säilitades venekeelset haridust, säilitame ühtlasi ka iseennast * We behouden het Russischtalig onderwijs en zo behouden wij onszelf + (Tallinn, 6 september 2010), ontvangen van de Russkaja Obščina op 9 mei 2011, Tallinn. De Russischtalige versie is te lezen op: Voor meer informatie, zie de officiële website van deze keeleinspektsioon op psixoterror / meeleolud 444 ėstonizacija russkoj školy / toimub vene kooli eestistamine 445 obraščajut v ėstonskuju veru / pööratakse ( ) Eesti usku. 446 Soxranin obrazovanie na russkom jazyke. 447 De angst is in principe ongegrond aangezien kennis van de Estse taal juist de concurrentiepositie op de arbeidsmarkt zal verbeteren en de leerlingen de mogelijkheid geven verder in de Estse samenleving te integreren. Daarnaast is er de mogelijkheid om tot 40% van het onderwijs in het Russisch te laten geschieden, hetgeen voldoende moet zijn voor het behoud van een goede beheersing van taal. 448 In de praktijk besloot slechts een zeer klein deel van de Russische Esten om Hoger Onderwijs in Rusland te volgen, onder andere vanwege de hoge kosten, bureaucratie en vaak slechte reputatie van de onderwijsinstellingen. Sinds 2010 lijkt hier verandering in te komen en een toenemend aandeel Russischtalige Esten kiest ervoor om toch hoger onderwijs te volgen in Rusland. Een van de oorzaken die hiervoor gegeven wordt is de pessimistische houding van een deel van de minderheid met betrekking tot een toekomst in Estland. Zie, onder andere: Pettai, Iris, Sociolog: Gosudarstvo dolžno zadumat sja o roli russkix v Ėstonii * Socioloog: De overheid moet zich bezinnen op de rol van Russen in Estland +, ERR News 28 september

115 Russen blijven? ( ) Besteelt uw kinderen niet! Vecht voor hun toekomst en voor de toekomst van ons land! 449. Deze door de Russische Gemeenschap geuite kritiek geeft een goed beeld van opinie van het deel van de Russischtalige minderheid, dat waarschijnlijk onder de identificatie Baltische Russen valt. 450 Deze groep interpreteert de hervormingen blijkbaar als een taal- en cultuuroffensief van de Esten jegens de Russen met als doel de Russischtalige leerlingen tot Esten en Europeanen om te smeden, ten koste van hun Russische identiteit. Deze angst is zeer fundamenteel van aard en spreekt tot de overlevingsinstincten van de minderheid. Daarbij is het in eerste instantie niet relevant dat deze angst niet gebaseerd is op de hervormingen in werkelijkheid. Zo wordt in het artikel bijvoorbeeld niet vermeld dat 40% van het onderwijs nog in het Russisch kan geschieden, hetgeen voldoende moet zijn voor behoud van een goed niveau van het Russisch. Tevens wordt er niet gerept over het feit dat Estland met de huidige hervormingen (en taalwetten) in principe voldoet aan de algemene Europese richtlijnen voor bescherming en promotie van minderheidstalen en culturen. 451 Zeker in vergelijking met Rusland, waar praktisch iedere taaluiting naast het Russisch is verboden, 452 is het beleid ten opzichte van minderheidstalen in Estland aanzienlijk liberaal. 453 Daarnaast is het interessant dat gedacht wordt dat de hervormingen, die erop gericht zijn de socioeconomische kloof tussen de meerder- en de minderheid te dichten, juist zullen leiden tot een afname van de kansen op de arbeidsmarkt van de Russische leerlingen. Hieruit volgt een interessante paradox waarin een ontevredenheid over de socio-economische kloof zich richt op het instrument om deze te overbruggen en hem bestempelt als een van de oorzaken van deze kloof. Het is gepast samen te vatten dat de kritiek vanuit (een deel van de) Russischtalige gemeenschap gebaseerd is op een angst dat de hervormingen gericht zijn op het bevechten van de Russische taal en cultuur. Hoewel dit niet een erg reële angst is, is het erg tekenend voor hoe dit deel van de bevolking zijn plaats in de maatschappij ziet. Het drukt een groot gebrek aan vertrouwen in de overheidsinstituties uit, wat overigens conform de peilingen is. 454 Afsluitend kan gesteld worden dat onder de overige Russischtaligen, te identificeren als de Russische Esten, 455 over het algemeen begrip en steun is voor het doel van de onderwijshervormingen. 456 Over 449 Razve vy ne xotite, čtoby vaši deti stali ne tol ko obrazovannymi evropejcami, no i ostalis russkimi? (...) Ne obkradivajte svoix detej! Borites za ix buduščee i za buduščee našej strany! / Kas te ei soovigi seda, et teie lapsed saaksid mitte üksnes haritud eurooplasteks, jäädes seejuures venelasteks? (...) Ärge varastage oma laste tagant! Võidelge nii nende kui ka meie riigi tuleviku eest! in: Soxranim obrazovanie na russkom jazyke. 450 Zie: Hoofdstuk 3.3. Deze zelfidentificatie ligt op basis van de geuite kritiek voor de hand aangezien het houding uitdraagtd die haaks staat op de wens te integreren in de Estse samenleving. Daarnaast straalt het pamflet een sterke (pavlov-)reactie uit op veronderstelde aanvallen op hun Russische identiteit. 451 Voor meer informatie, zie: Elena Jurado, Complying with European standards of minority education: Estonia s relations with the European Union, OSCE and Council of Europe, Journal of Baltic Studies vol. 34 n. 4 (2003) Hier geldt uiteraard een uitzondering voor de bestuurlijke eenheden die een hogere mate van (culturele) autonomie hebben. In Tatarstan bijvoorbeeld, is het Tataars, naast het Russisch, een officiële overheidstaal. 453 Zakon o jazyke v Rossii daže bolee žestkij, čem v Ėstonii? * Is de taalwet in Rusland nog strenger dan in Estland? +, Delfi 3 juni Zie, onder andere: Triin Vihalemm en Veronika Kalmus, Cultural Differentiation of the Russian Minority, Journal of Baltic Studies vol. 40 n. 1 (2009) , aldaar Zie: hoofdstuk 3.3. Deze groep kenmerkt zich door enerzijds erg positief tegenover de Estse maatschappij en integratie daarin te staan en zich kan identificeren met de Estse geest (meel). Tegelijkertijd hecht de groep 115

116 de wijze en het tempo waarop de doelen van de hervormingen gerealiseerd dienen te worden is wel de nodige discussie gaande onder pedagogen en onderzoekers van zowel Estse als Russische achtergrond. Op deze discussie zal verder niet worden ingegaan aangezien hij zich overwegend op de pedagogische in plaats van de integratiegerelateerde aspecten richt. 457 Vanaf de Estse kant is (inhoudelijke) kritiek op de onderwijshervormingen voornamelijk afkomstig van het Mensenrechtencentrum. 458 Naar aanleiding van hun onderzoek stelt deze organisatie dat de Estse overheid bij de implementatie van de onderwijshervormingen niet genoeg rekening houdt met de onderliggende problemen in de minderheid, voornamelijk dat door de socio-economische kloof een aanzienlijk deel van de minderheid redelijk pessimistisch tegenover de toekomst staat. Als gevolg hiervan wordt, ondanks een paradoxale toename in interesse in de Estse taal, met argusogen gekeken naar de methoden en de voorwaarden van de hervorming. 459 De twee voornaamste punten van kritiek op het hervormingsbeleid bevinden zich op de grens tussen inhoudelijk en praktisch en richten zich voornamelijk op de voorbereiding en tempo. 460 Volgens Evas wordt bij de implementatie van de hervormingen niet genoeg rekening gehouden met de recente uitkomsten van onderzoeken naar de houding van de minderheid ten opzichte van de hervormingen. 461 Daarmee wordt de effectiviteit van de implementatie naar haar idee beperkt. 462 Daarnaast wordt betreurd dat er, ondanks signalen vanuit samenleving en kenniscentra, toch voor gekozen is de hervormingen in het vooropgestelde tempo uit te voeren. 463 Op basis hiervan stelt het Mensenrechtencentrum dat de onderwijshervorming beter meer geleidelijk kan worden ingevoerd en met meer inspraak vanaf de kant van de minderheid, opdat het doel van de transitie niet gemist wordt en de minderheid met niet enkel met tekortkomend taalonderwijs zit, maar zich ook niet serieus genomen voelt. 464 sterk aan de Russische taal en het Russisch cultureel erfgoed, of, in meer poëtische terminologie, de Russkaja Duša ( Russische Ziel ). 456 Tatjana Evas, Integration and Ethnic Cohesion of the Estonian Society, in: Käsper, Kari en Marianne Meiorg (red), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (Tallinn 2011) , aldaar Voor meer informatie over deze discussie, zie, onder andere: Lindemann, Kristina en Saar Ellu, Educational Carreers of Estonians and Russians in: Vetik, Raivo. en Jelena. Helemäe (red.) Segregated Disparity: The Russian Second Generation in Tallinn and Kohtla-Järve (Amsterdam 2010) ; Wilson, Duncan, Minority Rights in Education; Lessons for the European Union from Estonia, Latvia, Romania and the Former Yugoslav Republic of Macedonia, Right to Education Project (2002) en Mnenie: Ėstoncam net nikakogo dela do kačestva russkogo obrazovanija * Opinie: De Esten hebben niets op met de kwaliteit van het Russisch onderwijs +, Den za Dnëm 3 december Het Inimõiguste keskus / Human Rights Center / Centr po pravam čeloveka is een onafhankelijke organisatie die hecte banden onderhoud met Estse universiteiten, juridische specialisten (I)NGO s en overheidsinstellingen. Voor meer informatie, zie de officiële webzijde Evas, Integration and Ethnic Cohesion In tegenstelling tot voorgaande paragraaf zit de problematiek hier niet in de praktische uivoerbaarheid van het voorgestelde tempo maar in de onderliggende problemen ervan; het centrum verwacht dat hierdoor de hervormingen hun doel zullen missen. 461 Deze zijn immers aanzienlijk veranderd in een relatief korte tijd, voornamelijk ten gevolge van de problematiek rond de Bronzen Soldaat, zie: hoofdstuk Evas, Integration and Ethnic Cohesion Hier moet uiteraard opgemerkt worden dat de eerste wet die deze transitie regelde uit 1989 stamt en dat de hervorming reeds in 2007 begonnen is. 464 Evas, Integration and Social Cohesion

117 Wat voorts opvalt is dat de hervorming enkel betrekking heeft op het hoger secundair onderwijs, de gymnasia. Ondanks dat de verschillende onderwijswetten in principe dezelfde eisen stellen met betrekking tot Eststalig onderwijs voor alle klassen van zowel het basis- als het secundair onderwijs 465, is ervoor gekozen deze enkel toe te passen op de hoogste klassen. Dat wil zeggen, op de klassen die vergelijkbaar zijn met het VWO, oftewel de voorbereidende klassen voor het hoger onderwijs. Voor het lager onderwijs lijkt een mindere betrokkenheid te zijn. Dit is een zaak die geen positief signaal afgeeft aan de Russischtalige minderheid, waarvoor het lijkt alsof de Estse overheid enkel geïnteresseerd is in de elite van de minderheid. Daarnaast is het erg lastig om in slechts drie jaar tijd een hoog niveau Ests te behalen, een probleem dat ook door het Mensenrechtencentrum wordt erkend. 466 Het eerder (op basisniveau) beginnen met Estse taalverwerving zal aldus het taalniveau over de gehele linie verhogen en tevens leiden tot sociale insluiting van de gehele Russischtalige minderheid, in plaats van slechts de hoogopgeleiden. De onderzoekers van het Mensenrechtencentrum onderkennen de merites van een (geleidelijke) algemene invoering van Ests taalonderwijs over de gehele linie, zowel op het vlak van taalniveau als op het vlak van sociale cohesie. 467 De Estse overheid lijkt echter nog geen aanstalten te maken deze adviezen op te volgen. 465 Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus Evas, Integration and Social Cohesion Informatie verkregen uit een persoonlijk gesprek met enkele onderzoekers van het Mensenrechtencentrum op 20 juni 2011 te Tallinn. 117

118 8.5 Conclusie In Estland kwam in 2011 een einde aan de transitieperiode van de in 2007 begonnen onderwijshervorming. Deze is bedoeld om de integratie van de grote Russischtalige minderheid te bevorderen en de socio-economische kloof tussen de meerderheid en de minderheden van het land te dichten. De hervorming houdt in dat alle gymnasia met een andere instructietaal dan het Ests (i.e. Russisch) over dienden te schakelen naar een curriculum waar ten minste 60% van het onderwijs Eststalig is. Deze 60% diende gevuld te worden met verplichte vakken, zoals Estse geschiedenis, maatschappijleer en Estse literatuur. Hierdoor zal de kennis van het Ests onder de Russischtalige leerlingen toenemen wat hen in staat stelt hoger onderwijs te volgen, hetgeen in principe Eststalig is. Tevens geeft het afronden van Eststalig onderwijs een vrijstelling voor het taalexamen van een eventueel naturalisatieverzoek. Op deze hervormingen kwam de afgelopen jaren kritiek op zowel praktische als inhoudelijke gronden. Op het gebied van eerstgenoemde wordt er voornamelijk kritiek geuit op het tempo waarin de hervormingen worden doorgevoerd en het feit dat in de meest getroffen provincies grote tekorten zijn aan leerkrachten en materialen. De mogelijkheden om dit te verbeteren of om enkele gymnasia uitstel te geven worden onderzocht Inhoudelijke kritiek is zowel afkomstig van Estse als Russische kant. De kritiek van het Ests Mensenrechtencentrum concentreert zich vooral op de wijze waarop de hervormingen worden doorgevoerd en het afwezig zijn van regelmatige evaluatie van de situatie en de resultaten. Daarnaast is het opmerkelijk, zo niet zorgelijk, dat de hervorming enkel betrekking heeft op het hoogste niveau van het secundair onderwijs, vergelijkbaar met het VWO. Dit insinueert dat de Estse overheid minder betrokken is met de integratie van de Russischtalige bevolking op lagere onderwijsniveaus. Mensenrechtenorganisaties spreken de hoop uit dat de hervormingen spoedig tevens betrekking op deze niveaus zal hebben. Vanaf de Russische kant is de kritiek tevens erg interessant. Ondanks bezwaren tegen het tempo en de rücksichtlosigkeit van de hervormingen geniet het doel an sich brede steun onder een groot deel van de minderheidsbevolking. Er is echter een groep, onder andere verenigd in de Russische Gemeenschap, die vreest dat de hervormingen een poging van de Estse overheid zijn om de Russische taal en cultuur in Estland te vernietigen. Zij hebben de angst dat de Russische leerlingen een (te) sterke Estse identiteit aangemeten krijgen. Daarnaast vrezen ze dat de kennis en de beheersing van de Russische taal achteruit zullen gaan. Hoewel het laatstgenoemde onderdeel een redelijk punt van kritiek is, waar zeker rekening gehouden mee dient te worden, strookt het eerste niet met de realiteit van de hervorming en de integratiestrategie. Desalniettemin geeft het een interessante kijken op de Estse maatschappij en de eigen positie daarin van een radicalere groep binnen de Russische minderheid. Het verbeteren van deze positie en de perceptie ervan is een belangrijk doel van de integratiestrategie en tevens van de onderwijshervormingen. Het zou echter verstandig zijn de doelen hiervan duidelijk e communiceren naar de minderheden om de angst op assimilatie te verkleinen. 118

119 9 Conclusie Het doel van dit onderzoek was het inzichtelijk maken van het huidige Estse beleid met betrekking tot de integratie van de aanzienlijke Russische minderheid. Dit onderzoek is voortgekomen uit de veranderde en veranderende politiek op dit gebied en een interesse in de nuances van de kwestie. In de analyse van dit onderwerp, die betrekking had op de historische en demografische achtergrond, de socio-economische verhoudingen en de relevante wetgeving, heeft de nadruk gelegen op geschiedenis, taal en identiteit. Kort gezegd moet de analyse een beeld geven hoe het huidige minderhedenbeleid in al zijn aspecten inspeelt op de verschillende achterliggende nuances en in hoeverre het daarin slaagt. Hieronder volgt de samenvatting van het onderzoek en de daaruit voortgekomen conclusie. Als gevolg van de Sovjetannexatie na de Tweede Wereldoorlog kende Estland, toen het land in 1991 de onafhankelijkheid herwon, een etnische minderheid van bijna 40%. Deze minderheid, die voornamelijk uit Russischtaligen bestond, had zich in relatief korte tijd in het land gevestigd en vormde een zeer dominante groep. Vanaf de onafhankelijkheid werden de rollen omgedraaid en werden de dominante posities vervuld door de titulaire bevolkingsgroep. Tegelijkertijd werd in 1992 de Burgerschapswet aangenomen die in de praktijk enkel aan de etnische Esten staatsburgerschap verleende. De Russischtaligen werden op deze wijze effectief uitgesloten van het politieke leven, waar burgerschap een van de vereisten voor participatie is. Hiermee werd de groep welhaast tot een tweederangs bevolkingsgroep gereduceerd. Ten gevolge van deze strenge Burgerschapswet herbergde Estland een groep statelozen, die ruim 30% van de gehele bevolking uitmaakte. Deze statelozen konden en kunnen burgerschap verwerven door een naturalisatie te ondergaan, waarbij kennis van de Estse taal een sleutelelement vormt. In de eerste jaren na de onafhankelijkheid naturaliseerden gemiddeld 20,000 mensen per jaar, hetgeen onder nieuwe wetten vanaf 1997 drastisch afnam. Op het moment van schrijven bestaat het aandeel statelozen in Estland nog ongeveer 7,5% van de Estse bevolking. De laatste jaren is het naturalisatietempo onder volwassenen gestagneerd en zorgen nieuwgeborenen voor de voornaamste naturalisatie. In de Estse samenleving bevinden de Russischtaligen zich, in vergelijking met de titulaire bevolking, over het algemeen op een lager sociaaleconomisch niveau. Dit uit zich, onder andere, in een hogere werkeloosheid, een lager gemiddeld besteedbaar inkomen en weinig tot geen politieke representatie. Naast mogelijke discriminatie wordt dit verschil mede veroorzaakt van de Russische ondervertegenwoordiging in de hogere posities en oververtegenwoordiging in de lagere beroepsvelden. Dit komt voor een aanzienlijk deel voort uit de lagere kennis van het Ests onder de Russen en het eventuele afwezig zijn van Ests staatsburgerschap. Daarnaast speelt het een rol dat de helft van de minderheid in de verarmde provincie Ida-Virumaa woonachtig is. De belangrijkste conclusie op het gebied van de socio-economische kloof is echter dat niet nationaliteit, maar juist de taalkennis en de daaraan verbonden wil tot participatie in de maatschappij de beslissende factor is. Er kan in andere woorden gesteld worden dat inherente eigenschappen (nationaliteit) weliswaar de voorwaarden scheppen, maar dat bewuste keuzes en investeringen in de maatschappij de bepalende factoren zijn op socio-economisch vlak. 119

120 Op maatschappelijk vlak uit de kloof zich meer subtiel. Hij is voornamelijk zichtbaar in de wijze waarop indicatoren als inkomen, opleidingsniveau en sociale status de houding ten opzichte van de staat beïnvloeden. Op het onderzoek is gebleken dat het vertrouwen in de democratische instituties significant lager is onder de Russischtaligen dan onder de etnische Esten. Daarnaast kennen de Russen weinig tot geen politieke representatie. De hieraan ten grondslag liggende teleurstelling in de maatschappij komt waarschijnlijk voort uit ontevredenheid over de socio-economische verhoudingen en het burgerschaps- en taalbeleid en zo nu en dan een gevoel van discriminatie. Overigens dient het opgemerkt te worden dat ook onder de etnische Esten een proces gaande is van verminderde maatschappelijke betrokkenheid, zij het minder sterk dan onder de immigrantenpopulatie. Om deze kloof te dichten en het aantal statelozen te verminderen voert de Estse overheid een integratiebeleid. In de eerste jaren sinds de onafhankelijkheid was het voornaamste doel de emigratie van de Russischtaligen te bevorderen. Vanaf ongeveer 1998 werd het duidelijk dat de meeste Russischtaligen Estland desalniettemin als hun thuisland beschouwden. Tegelijkertijd begon Estland meer in Europa te integreren en mede onder invloed en druk van Europese eisen werd de nieuwe focus van het integratiebeleid de daadwerkelijke integratie van de Russischtalige minderheid in de Estse samenleving. In het huidige beleid, dat in 2008 aanving, is deze trend doorgezet en is er meer aandacht en begrip voor de Russische taal en cultuur en worden juist de zaken die de bevolkingsgroepen gemeen hebben binnen de Estse context benadrukt als maatschappelijk bindmiddel. Hiermee wordt een zogeheten harmoniemodel ingesteld, dat als doel heeft een landelijk verbindende staatsidentiteit te creëren op basis van democratische normen en een Estse informatieomgeving. Binnen deze overkoepelende Estse staatsidentiteit is er de mogelijkheid om de eigen taal en cultuur te behouden en te cultiveren, mits die niet interfereert met de overkoepelende Estse waarden. Dit model met meerdere lagen moet alle inwoners in hogere mate betrekken bij de Estse samenleving. Een zeer belangrijk deel van deze integratiestrategie is de Estse taal en het onderwijs daarin. Een hoger taalbegrip onder de Russen moet immers leiden tot een hogere participatie en acceptatie en dus tot een betere maatschappelijke positie. Om dit te bewerkstelligen wordt op het moment van schrijven een onderwijshervorming doorgevoerd die het hoger secundair onderwijs verplicht ten minste 60% van de lesstof in het Ests aan te bieden. De hervormingen hebben terechte en onterechte kritiek gekregen, maar de algemene consensus is dat het een effectief instrument zal zijn in de integratie van de Russischtalige bevolking. Een belangrijke volgende stap zou hierin het doortrekken van de eis naar alle lagen van het onderwijs zijn. Een belangrijk sleutelmoment voor zowel het integratiebeleid, de onderlinge verhoudingen en de identiteit van de Russische minderheid was de verplaatsing van een Sovjetmonument van het centrum naar de militaire begraafplaats in april Deze Bronzen Soldaat was namelijk in een relatief korte tijd een grote rol gaan spelen in het sterk vanuit Rusland beïnvloedde nationaal identiteitsconcept van de Russischtalige bevolking. Daarnaast werd het beeld door een aanzienlijk deel van de Estse bevolking als algemeen monument voor de oorlogsslachtoffers erkend. Nationalisten van beide partijen wisten de kwestie te laten escaleren en aldus werd verplaatsing van het beeld onvermijdelijk. Hierdoor voelde de Russischtalige bevolking zich in het diepst van haar ziel geraakt. Dit mondde via protesten uit in geweldige confrontaties en uiteindelijk een plundering van Tallinn door de Russischtalige jeugd. Na deze uitbarsting van geweld en etnische tweedracht, die 120

121 maar weinig mensen aan hadden zien komen, raakten zowel de integratiepolitiek als de Russische zelfidentificatie aan herwaardering onderhevig. In het identiteitsconcept van de Russischtalige minderheid kwam de Russische identiteit door de confrontatie sterker naar voren. Dit gebeurde over de gehele heterogene groep die zich vanaf dat moment ontwikkelde in twee hoofdgroepen. In beide groepen vormt het concept duša (de *Russische+ ziel ) een zeer belangrijke identiteitsmarker. Voor de meest Russische groep is dit begrip tevens het voornaamste identiteitsconcept. Deze groep identificeert zichzelf weinig met de Estse staat en beheerst de taal over het algemeen niet. Grof genomen zal deze groep grotendeels overeenkomen met de 7.5% statelozen, die waarschijnlijk niet zullen naturaliseren. De andere groep, die uit de meerderheid van de Russischtaligen bestaat, beschouwt daarentegen Estland als hun (enige) thuisland en hebben een relatief goede houding ten opzichte van de staat, wat zich uit in betere kennis van de Estse taal en - over het algemeen - staatsburgerschap. Er kan gesteld worden dat voor deze groep naast duša ook de Eesti keel (de Estse taal ) en de Eesti meel (de Estse mindset ) zeer belangrijke identiteitsconcepten zijn. Deze groep zal ernaar streven om volwaardig te integreren in de Estse samenleving, maar tegelijkertijd hun Russische identiteit te behouden. De auteur stelt voor deze groep aan te duiden als de vene Eestlased, de Russische Esten. Concluderend kan gesteld worden dat de analyse van de minderheidskwestie in Estland draait om twee principes: de veranderde zelfidentificatie van de Russen en de meer insluitende integratiepolitiek. In deze beide principes speelt taal, zowel de Estse als de Russische, een sleutelrol. Deze beide processen zijn sterk aan elkaar verwant en in de huidige situatie versterken zij elkaar. Enerzijds stelt het integratiebeleid zich door het creëren van een overkoepelende Estse staatsidentiteit en daarbinnen en ruimte voor de cultivering van de eigen taal en cultuur zich meer open en uitnodigend op voor de Russen. Anderzijds is in de Russische zelfidentificatie een proces gaande waarin zij zichzelf aan de ene kant als Esten zien, met een Estse mindset en kennis van de Estse taal en aan de andere kant grote waarde hechten aan behoud van de eigen, Russische taal en cultuur. Deze parallel lopende processen, die versterkt worden door een meer integrerende onderwijspolitiek en een losser burgerschapsbeleid, kunnen tot een goed resultaat leiden in de integratie van de Russischtalige minderheid. Daarvoor is het verstandig dat het aanvankelijke beeld van Estland als etnische republiek is losgelaten ten gunste van een rahvas waarin ruimte is voor meer dan één rahvus. Daarnaast is de auteur positief over de liberale basis van het beleid, waaruit voortkomt dat integratie en participatie voornamelijk uit de persoon zelf dienen te komen. Dit leidt, zeker op socio-economisch vlak, tot positieve gevolgen. Desalniettemin draagt het land een aanzienlijke historische pijn mee. Een redelijk lange geschiedenis van onderlinge onderdrukking, wantrouwen en segregatie zijn niet binnen een generatie op te lossen en zullen zeer zeker een negatieve invloed blijven uitoefenen op het integratieproces. Deze onderliggende trauma s zijn tijdens de rellen rond de Bronzen Soldaat naar boven gekomen en deze emoties zullen aan beide kanten niet licht vergeten worden. Uiteindelijk heeft de auteur, zeker met inachtneming van het feit dat Estland pas een generatie onafhankelijk is en het huidige integratiebeleid pas drie jaar geleden is ingezet, een optimistisch oordeel en ziet hij de toekomst van Estland vol vertrouwen tegemoet. 121

122 Het is passend om dit werk te eindigen met een hoopvolle en oude Estse volksgedachte. Het traditionele en aan het nationale epos de Kalevipoeg ontleende lied Isamaa ilu hoieldes ( Het behouden van s Vaderlands schoonheid ) eindigt met de volgende strofe: Kui sina usud endaasse, / siis sina usud rahvaasse, taludesse tarkusesse, / õptusse, õigusesse kodukoha kaasikusse, / pilvepiiril pääsukesse siis saad vaimu vägeva siis saad põlve parema Als je gelooft in jezelf, / dan geloof je in het volk, in de boerderijen en de wijsheid, / in het leren, in het recht in het berkenbos van thuis, / in de zwaluw bij de wolken dan krijg je een sterke geest dan krijg je een beter leven. Ja nii ongi, en zo is het. 122

123 10 Bibliografie Boeken Anderson, Bennedict R. O G., Imagined Communities; Reflections on Origin and Spread of Nationalism (New York 2006). Beaman, Lori A., Social Networks and the Dynamics of Labor market Outcomes: Evidence from Refugees Resettled in the U.S (Yale 2006). Blokland, Rogier, Russian loanwords in literary Estonian (Groningen 2005). Bourdieu, Pierre, Language and Symbolic Power (Cambridge 1991). Hannan, Kevin, Dary zbiorowej pamięci *Bounties of Collective Memory+ (Łódź 2006). Kirby, David, The Baltic World ; Europe s northern periphery in an age of change (New York 1995). Kiris, Advig (red.), Restoration of the Independence of the Republic of Estonia, Selection of Legal Acts ( ) (Tallinn 1991). Laitin, David D., Identity in Formation; The Russian-Speaking Populations in the Near Abroad (Cornell University Press 1998). Lauristin, Marju en Mati Heidmets (red.), The Challenge of the Russian Minority; Emerging Multicultural Democracy in Estonia (tartu 2002). Misiunas, Romuald J. en Rein Taagepera, The Baltic States: years of dependence (Londen 1993). Naimark, Norman M, Stalins Genocide (Princeton 2010). Poljan, Pavel, Ne po svoej vole: Istorija i geografija prindužditel nyx migracii v SSSR [Tegen hun wil: De geschiedenis en geografie van de gedwongen migraties in de Sovjet-Unie] (Moskou 2001). Rosenberg, Taimi (red.), Aegmööda asi kaunis; Statistikavalimik [Een mooi iets door de tijd; statistiekverzameling] (Tallinn en Tartu 2008) 11. Saar, Ellu en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009). Smith, David J., Artis Pabriks, Aldis Purs en Thomas Lane, The Baltic States; Estonia, Latvia and Lithuania (Londen 2002). Artikelen Belobrovtsev,Vadim, Kuidas me kaotasime integratsiooni * Hoe we de integratie verloren ], Vikerkaar vol. 23, n. 4-5 (2008) Borjas, George J., Ethnic capital and Intergenerational Mobility, The Quarterly Journal of Economics vol. 107 n. 1 (1992) Brednikova, Olga, Windows Project Ad Marginem or a Divided History of Divided Cities? A Case-Study of the Russian-Estonian Borderland in Darieva, T. en W. Kaschuba (red), Representations on the Margins of Europe (Frankfurt en New York 2007), Calvo-Armengol, A. en M.O. Jackson, The effects of social networks on employment and inequality, American Economic Review vol. 94(2004)

124 Ehala, Martin, The Bronze Soldier: Identity Threat and Maintenance in Estonia, Journal of Baltic Studies vol. 40 n.1 (2009) Eide, Asbjøn, Cultural Autonomy: Concept, Content, History and Role in the World Order, in: Markku Suksi (red.), Autonomy: application and implications (Den Haag 1998) Elena Jurado, Complying with European standards of minority education: Estonia s relations with the European Union, OSCE and Council of Europe, Journal of Baltic Studies vol. 34 n. 4 (2003) Evas, Tatjana, Integration and Ethnic Cohesion of the Estonian Society, in: Käsper, Kari en Marianne Meiorg (red), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (Tallinn 2011) Feldman, Gregory, Culture, State and Security in Europe: The case of citizenship and integration policy in Estonia, American Ethnologist vol. 32 n. 2 (2005) Golubeva, Maria, Different History, Different Citizenship? Competing narratives and diverging civil enculturation in majority and minority schools in Estonia and Lativa, Journal of Baltic Studies vol. 41 n. 3 (2010) Grin, François, The Relevance of Thresholds in Language Maintenance and Shift: A Theoretical Examination, Journal of Multilingual and Multicultural Development vol. 14 n. 5 (1993), Ilves, Toomas Hendrik, The End of the Post-Cold War Era, Diplomaatia (oktober 2007). Järve, Priit, Estonian Citizenship: Between ethnic preferences and democratic obligations in: Rainer Bauböck, Bernhard Perching en Wiebke Sievers (red.), Citizenship Policies in the New Europe; Expanded and Updated Edition (Amsterdam 2009), Järve, Priit, Two waves of Language Laws in the Baltic States: Changes of Rationale?, Journal of Baltic Studies vol. 33 n. 1 (2002) Kirch, Aksel en Tarmo Tuisk, Estonians and Russians in Estonia: Is the Soviet Past Still Dominating the Present? (Tallinn 2008). Kuus, Merje, European Integration in Identity Narratives in Estonia: A Quest for Security, Joural of Peace Research vol. 39 n. 1 (2002) Laar,Mart, The Restoration of Independence in Estonia in: Jean-Jacques Subrenat (red.), Estonia; Identity and Independence (Amsterdam en New York 2004) Lawler, E.J., The Affect Theory of Social Exchange in: Burke, P.J. (red.), Contemporary Social Psychological Theories (Stanford 2006), Lehti, Marko, Matti Jutila en Markku Jokisipilä, Never-Ending Second World War: Public Performances of National Dignity and the Drama of the Bronze Soldier, Journal of Baltic Studies vol. 39 n. 4 (2008) Liik, Kadri, The Story of the Negotiations on the Estonian-Russian Border Treaty, Diplomaatia nr. 21 (2005) Liik, Kadri, The War without Stalin, Diplomaatia n. 55 (2008). Lindemann, Kristina en Saar Ellu, Educational Carreers of Estonians and Russians in: Vetik, Raivo. en Jelena. Helemäe (red.) Segregated Disparity: The Russian Second Generation in Tallinn and Kohtla-Järve (Amsterdam 2010). 124

125 Loone, O., Tänu kellele pole meil kodusõda? * Dankzij wie hebben we geen burgeroorlog?+, Vikerkaar vol. 23, n. 4-5 (2008) Mälksoo, Lauri, The Theory of the Clash of Civilisations and International Law in Estonia, Diplomaatia (februari 2007). Nora, Pierre, Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire, Representations n. 26 (1989) Onken, Eva-Clarita, Memory and Democratic Pluralism in the Baltic States Rethinking the Relationship, Journal of Baltic Studies vol. 41 n. 3 (2010) Pääbo, Heiko, War of Memories: Explaining Memorials War in Estonia, Baltic Security and Defense review vol. 10 (2008) Pettai, Vello, Estonia s Controversial Language Politics, Transition vol. 2 n. 24 (1996). Rannut, Mart, Language Policy in Estonia, Noves SL. Revista de Sociolinguistika, Lente-Zomer (2004) Raun, Toivo U., The Estonian SSR Language Law (1989): Background and Implementation, Nationalities Papers vol. 23 n.3 (1989) Saarts, T., Pronksiöö sundeuroopastamise läbikukkumine ja rahvusliku kaitsedemokraatia sünd * De Bronzen Nacht Het falen van verplichte Europeanisatie en de geboorte van de nationale verdedigingsdemocratie +, Vikerkaar vol. 23 n. 4-5 (2008) Smith, David J., Woe from Stones : Commemoration, Identity Politics and Estonia s War of Monuments, Journal of Baltic Studies vol. 39 n.4 (2008) Soosaar, Enn, The Bronze Soldier and its Deportation tot a Military Cemetery, Diplomaatia n. 46 (2007). Strods, Heinrihs en Matthew Kott, The file on Operation Priboi : A re-assessment of the mass deportations of 1949, Journal of Baltic Studies vol.33 n.1 (2002) Tarand, Andres, The Soviet Period, , in: Jean-Jacques Subrenat, Estonia; Identity and Independence (Amsterdam en New York 2004). Thompson, Wayne C., Citizenship and Borders: Legacies of Soviet Empire in Estonia, Journal of Baltic Studies vol. 24 nr. 2 (1998) Vetik, Raivo, Identiteedi probleemid integratsioonis: sobiva proportsiooni leidmine avaliku sfääri ühtlustumine ja erafääri erinevuste säilitamise vahel * Identiteitsproblemen in integratie: het vinden van een passende proportie van nivellering van de publieke sfeer en het behouden van de verschillen in de persoonlijke sfeer +, Integratsiooni Monitoring 2005 (Tallinn 2006). Vihalemm, T. en A. Masso, (Re)construction of Collective Identities After the Dissolution of the Soviet Union: The Case of Estonia, Nationalities Papers vol. 35 n.1 (2007) Vihalemm, Triin To learn or not to learn? Dilemmas of linguistic integration of Russians in Estonia, Ethnicity; Russian Minorities in the Baltic States n. 3 (2010) Vihalemm, Triin en Veronika Kalmus, Cultural Differentiation of the Russian Minority, Journal of Baltic Studies vol. 40 n. 1 (2009) Zaagman, Rob, Conflict Prevention in the Baltic States: The OSCE High Commissioner on National Minorities in Estonia, Latvia and Lithuania, ECMI Monograph n. 1 (Flensburg 1999) 70. Zabrodskaja, Anastassia, Language Testing in the Context of Citizenship and Asylum: The Case of Estonia, Language Assessment Quarterly vol. 6 n. 1 (2009)

126 Zevelev, Igor, Russia s Policy toward Compatriots in the former Soviet Union, Russia in global affairs vol. 6 n. 1 (2008) Wetten Eesti Vabariigi Põhiseadus [Grondwet van de Estse Republiek) Eesti Vabariigi Põhiseadus [Grondwet van de Estse Republiek) Keeleseadus [Taalwet] Kodakonduse seadus [Burgerschapswet] Kohaliku omavalitsuse korralduse seadus [Wet op de Organisatie van Lokaal Bestuur] Vähemusrahvuse Kultuuriautonoomia seadus [Wet op Culturele Autonomie voor Minderheden) Välismaalaste seadus [Vreemdelingenwet] Overheidsdocumenten Eesti keele arengukava *Ontwikkeling van de Estse taal+ (2010). Eesti Lõimumiskava * Estse Integratiestrategie (2008). Eesti riikliku integratsioonipoliitika lähekohtade mitte-eestlaste integreerimiseks Eesti ühiskonda * De Basis van de Estse Staatsintegratiepolitiek voor de integratie van niet-esten in de Estse samenleving + (1998). Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction Haridus- ja Teadusministeerium (Tallinn 2011). Riiklik Programm Integratsioon Eesti ühiskonnas * Staatsprogramma Integratie in de Estse samenleving (2000). Eesti keele arendamise strateegia [Ontwikkelingsstrategie van de Estse taal ] (2004). Gümnaasiumi riiklik õppekava [Nationaal Curriculum voor Secundair Onderwijs] (2010). Põhikooli- ja gümnaasiumi riiklik õppekava [Nationaal Curriculum voor Basisscholen en Secundair Onderwijs] (2007) Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus [Wet op Basis- en Hoger Secundair Onderwijs] (2010]. Rapporten Estonia Parliamentary Elections 6 March 2011 OSCE/ODIHR Election Assessment Mission Report OSCE/ODIHR, (Warschau 2011). Euroopa liidu PHARE eesti keele õppe programm Lõpparuane / European Union PHARE Estonian Language Programme Final Report. Human Rights in Estonia 2010, Bureau of Democracy, Human Rights and Labor, U.S. Department of State (8 april 2011). Integrating Estonia s Non-Citizen Minority, Helsinki Watch (1993). 126

127 Integration of Estonian Society Monitoring 2000, Integraatsiooni Sihtastus (Tallinn 2001). Integration of Estonian Society Monitoring 2002, Integraatsiooni Sihtastus (Tallinn 2003). Integration of Estonian Society Monitoring 2005, Integraatsiooni Sihtastus (Tallinn 2006). Language Education Policy Profile Estonia; Language Education Policy in a Changing Society: Shaping the Future, Haridus- ja Teadusministeerium (Tallinn 2010). Russian-Speaking Minorities in Estonia and Latvia: Problems of Integration at the threshold of the European Union, Peter van Elsuwege, European Centre for Minority Issues Working Paper #20 (Flensburg 2004). State Integration Programme Final Report on Needs and Feasability Research, Praxis, University of Tartu, Institute of Baltic Studies, Hill&Knowlton, Geomedia in opdracht van het Ests Ministerie van Financiën (Tallinn 2008). Tallinn Conference on Conceptualising Integration, October 18-19, 2007 (verslag), Integraatsiooni Sihtastus (Tallinn 2007). Alber, Jens en Tony Fahey (red.) Perceptions of Living Conditions in an Enlarged Europe European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions (Luxemburg 2004). Asari, Eva-Maria, Lõimumisega seotud hoiakud Eestis / Attitudes toward integration in Estonia, in: Saar, Ellu en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009) Grand, Carl le en Ryszard Szulkin, Permanent Disadvantage or Gradual Integration: Explaining the Immigrant- Native earnings gap in Sweden, Swedish Institute for Social Research, Working Paper 7 (2000) 4. Heidmets, M. (red.), Estonian Human Development Report 2007 (Tallinn 2008). Järve, Priit en Vadim Poleshchuk, Country Report: Estonia, EUDO Citizenship Observatory (Florence 2010). Kaasik, Peeter, Common grave for and a memorial to Red Army soldiers on Tõnismägi, Tallinn; Historical Statement (Tallinn 2006) via: Kallas, Kristina, Õiguslik ja poliitiline integratsioon * Juridische en politieke integratie +, in: Marju Lauristin (red.) RIP vajadus- ja teostatavusuuringute lõpparuanne (Tallinn en Tartu 2008) Käsper, Kari en Marianne Meiorg (red), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (Tallinn 2011). Kirch, Aksel, Estonian Report on the Russian Minority (Tallinn 2001). Kirch, Aksel, Russians in Contemporary Estonia different strategies of the integration in to the nation-state (Tallinn 2001). Korostelina, Karina V., Readiness to fight in Crimea: How it interrelates with National and Ethnical Identities, in: Peacock, James L., Patricia M. Thornton en Patrick N. Inman (red), Identity Matters, Ethnic and Sectarian Conflict (New York en Oxford, 2007) Krusell, Siim Data and general characterisation of immigrant population, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009), Krusell,Siim, Põlis- ja immigrantrahvastiku positioonid töötrul / Positions of native and immigrant population in the labour market, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.), Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009),

128 Lauristin, M. (red.), Non-Estonians as Part of Estonian Society, in: M. Heidmets (red.), Estonian Human Development Report 2007 (Tallinn 2008) Lauristin, M., Eesti ühiskonna valmisolek integratsiooniks * Bereidheid tot integratie in de Estse samenleving +, Eesti inimarengu aruanne 2007 (Tallinn 2008) Lauristin, Marju (red.) RIP vajadus- ja teostatavusuuringute lõpparuanne (Tallinn en Tartu 2008). Rikmann, Erle, Mikko Lagerspetz, Piret Perniks en Tarmo Tuisk, Poliitiliise osaluse dilemmad Eesti poliitilises kultuuris: kuuluvus ja kodanikuidentiteet * Dilemmas in de Estse politieke cultuur: verbondenheid en burgerschapsidentiteit +, Uurimuse raport (Tallinn 2002). Pettai, Iris, Eestlaste ja mitte-eestlaste sallivustüpoloogia *Tolerantietypologie van Esten en niet-esten], Integratsioon Eesti ühiskonnas monitooring 2002 (Tallinn 2002) Pettai, Iris en Ivi Proos, Integratsioon kui kokkulepe kahe rahvusrühma vahel; kommenteeritud andmebaas [Integratie als een overeenkomst tussen twee etnische groepen; databank met commentaar] (Tallinn 1999). Rose, R. en W. Maley, Conflict or Compromise in the Baltic States: What do the peoples there think?, RFE/RL Research Report 3 (1994). Saar poll, Rahvussuhted & Integratsioonipoliitika väljakutsed pärast Pronkssõduri kriisi * Etnische verhoudingen & uitdagingen voor de integratiepolitiek na de crisis van de Bronzen Soldaat +, (Tallinn 2007). Semjonov, Aleksei, Estonia: Nation Building and Integration. Political and Legal Aspects, COPRI Working Papers 8 (2000) Thiele,C., The Criterion of Citizenship for Minorities: The Example of Estonia, COPRI working Paper 5 (1999). Valk, Kristel, Rights of the Child in: Kari Käsper en Marianne Meirog (red.), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (2011) Wilson, Duncan, Minority Rights in Education; Lessons for the European Union from Estonia, Latvia, Romania and the Former Yugoslav Republic of Macedonia, Right to Education Project (2002). Nieuwsartikelen 368 tallinnskix russkix učitelej otpravleny na ėkzamen po ėstonskomu * 328 Russische docenten uit Tallinn naar het Ests taalexamen gestuurd +, Delfi 23 april Aaviksoo poobeěšal stroptivym russkim školam trexletnjuju otsročku * Aaviksoo beloofde de weerbarstige Russische scholen een driejarig respijt +, Delfi 13 juni Border Treaty put aside in Estonia-Russia Relations, EER News/Eesti Rahvusringhääling 8 juni Eestlased elavad üha kauem * Er leven meer en meer Esten +, Delfi 28 december Estonia memorial move blasphemy, BBC 27 april Integracija umerla! Da zdravstvuet Integracija! * De integratie is dood! Lang leve de Integratie! +, Podmoga (5 november 2010). Mnenie: Ėstoncam net nikakogo dela do kačestva russkogo obrazovanija * Opinie: De Esten hebben niets op met de kwaliteit van het Russisch onderwijs +, Den za Dnëm 3 december Narvskaja škol nica: Škola edinstvennoe mesto, gde my možem praktikovat gosudarstvennyj jazyk * Scholier uit Narva: De school is de enige plaats waar we de staatstaal kunnen oefenen +, Den za Dnëm 16 mei

129 Russia spurns Estonia border deal, BBC News 27 juni Russia: Justice in the Baltic, Time Magazine 19 augustus U ida-viruskix učitelej zarplata vyše srednej po uezdu * Het salaris bij docenten in Ida-Virumaa is hoger dan het gemiddelde per provincie +, Delfi 8 september WikiLeaks: Putin v 2004 godu: esli ėstoncy priedut 9 maja v Moskvu, polučat pograničnyj dogovor * WikiLeaks: Poetin in 2004: Als de Esten 9 mei naar Moskou komen krijgen ze een grensakkoord +, Delfi 25 april Zakon o jazyke v Rossii daže bolee žestkij, čem v Ėstonii? * Is de taalwet in Rusland nog strenger dan in Estland? +, Delfi 3 juni Arpo, Martin, Kommunismiaja kuritegude tee Euroopa Inimõiguste Kohtuni * De misdaden van de communistische tijd naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens +, Postimees 31 maart Ernits, Peeter, Kodakondsusameti endine peadirektor Andres Kollist: Nende eesmärk oli venelaste elu põrguks muuta * Voormalig hoofddirecteur van het Burgerschapsbureau Andres Kollist: Hun doel was het leven van de Russen tot een hel maken +, Luup n. 3 (2000) 112. Garanža, Jevgenia Eesti Venelased oht või võimalus? * Estse Russen bedreiging of kans? +, Eesti Päevaleht 14 mei Jõesaar, Tuuli, Kodakondsuseta inimeste arv langes alla * Het (aantal) mensen zonder burgerschap viel onder de , Eesti Päevaleht 6 juni Leivat, Laas, Cultural autonomy in Estonia - bane or boon for indigenous cultural survival?, Estonian World Review 21 januari Lodge, Robin, More than Two Million Join Human Chain in Soviet Baltics, Reuters 23 augustus Pettai, Iris, Sociolog: Gosudarstvo dolžno zadumat sja o roli russkix v Ėstonii * Socioloog: De overheid moet zich bezinnen op de rol van Russen in Estland +, ERR News 28 september Põld, Tiiu, Pronksööl juhtunule eelnes aktiivne ässitustöö * Aan de Bronzen Nacht ging actief agitatiewerk vooraf +, Postimees 28 januari 2008 Raun, Alo, Pronksöö pani Eesti slaavlasi demokraatias pettuma * De Bronzen Nacht maakte de Estse Slaven teleurgesteld in de democratie +, Postimees 24 september Internet Citizenship, Estonia.eu 7 ( Eesti Statistika, Ests Bureau voor de Statstiek ( Haridus- ja teadusministeerium [Ministerie van Onderwijs en Onderzoek] ( IDEA International Institute for Democracy and Electoral Assistance ( Lauluväljak, officiële webpagina van de festivalgronden ( Miksike (portaal) Eesti - erinevate rahvuste esindajate kodu * Estland thuis van vertegenwoordigers van verschillende naties +, via: ( Riigiteataja, de Staatsgazet is de plaats waar alle overheidsdocumenten worden gepubliceerd ( Vabariigi Valiskomisjoon [Verkiezingscomité van de Republiek] ( Overige 129

130 Citizenship, Estonia.eu 7 ( Estonian Ministry of Defence commencing preparation work for the identification of the war graves located at the Tõnismägi green area, 26 april Gouvernment of the Republic of Estonia and crisis management committee hold extraordinary session, 27 april Soxranim obrazovanie na russkom jazyke soxranim i sebja / Säilitades venekeelset haridust, säilitame ühtlasi ka iseennast * We behouden het Russischtalig onderwijs en zo behouden wij onszelf + (Tallinn, 6 september 2010). Zajavlenie Ministerstva inostrannyx del Rossijskoj Federacii v svjazi s oskverneniem v Ėstonii pamjatnika sovetskim voinam, pavšim v gody Velikoj Otečestvennoj vojny [ Verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie in verband met de ontering van een monument in Estland voor de Sovjetstrijders die gevallen zijn in de jaren van de Grote Vaderlandse Oorlog ] mei Poetin, Vladimir, Poslanie Federal nomu Sobraniju Rossijskoj Federacii * Adres aan de Federale Raad van de Russische Federatie + (Moskou, 25 april 2005), via: Beeldmateriaal Kilmi, Jaak en Kiur Aarma, Disko ja Tuumasõda [Disco en Kernoorlog] (2009). Laulev Revolutsioon; üks rahvas miljon häält impeeriumi lõpp (Tallinn 2006). Liiv, U.E., Vene mäss Tallinnas [Russische rebellie in Tallinn] (2007). Muhu, Meelis, Aljoša (2008). Ühtne Eesti Suurkogu [Grote Raad Verenigd Estland] (Tallinn 2010). 130

131 11 Appendices 11.1 Translitteratie van het Russisch Voor de translitteratie van Russische termen en namen wordt de wetenschappelijke methode gebruikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Voor een vergemakkelijking van de uitspraak is naast de wetenschappelijke tevens de Nederlandse translitteratie gegeven. Russisch Wetensch. Nederlands Russisch Wetensch. Nederlands А а a a Р р r r Б б b b С с s s В в v v Т т t t Г г g g У у u u Д д d d Ф ф f f Е е e je e Х х x, ch ch (Ё) ѐ ѐ jo, e Ц ц c ts Ж ж ž zj Ч ч č tsj З з z z Ш ш š sj И и i i Щ щ šč sjtsj Й й j j ъ " - К к k k (Ы) ы y y Л л l l ь ' - М м m m Э э ė è, e Н н n n Ю ю ju joe О о o o Я я ja ja П п p p 5 Translitteratie van het Russisch 131

132 11.2 De Estse taal Algemeen De Estse taal (Eesti keel) is een Fins-Oegrische taal met ongeveer 1,3 miljoen sprekers wereldwijd. In tegenstelling tot het Ests behoort de meerderheid van de huidige Europese talen (onder andere Nederlands, Engels, Russisch, Spaans, Zweeds en Grieks) tot de Indo-Europese taalfamilie, die tot India reikt. Van de talen die voor de invasie van de Indo-Europeanen in Europa gesproken werden zijn heden ten dage enkel het Basks, de Kaukasische talen (bijvoorbeeld het Georgisch) en de Fins- Oegrische talen over. De Fins-Oegrische taalfamilie, die dus genetisch niet verwant is aan de Indo- Europese talen bestaat uit een aantal verschillende groepen. Naast het bekende Fins, Ests en Hongaars zijn dit, onder andere, het Sami (Lapland) en een vele kleine talen die in het noorden van Rusland en rond de Oeral gesproken worden.. Vanwege deze verwantschap wordt in de taalkunde tegenwoordig vaker gesproken van de Oeralische talen, waar de Fins-Oegrische weer een afsplitsing van zijn. Het Ests ligt, binnen deze groep, relatief dicht bij het Fins en, onder andere door media en toerisme, is de verstaanbaarheid van het Fins onder de Esten relatief hoog. Bij benadering zou gesteld kunnen worden dat Ests tot Fins staat als Fries tot Engels. De verschillen met de volgende grote naaste taal 468, het Hongaars, zijn daarentegen aanzienlijk groter. Een onderlinge verstaanbaarheid is praktisch non-existent en de taalverwantschap is voornamelijk theoretisch. Ter vergelijking kan gesteld worden dat het Ests tot het Hongaars staat als het Duits tot het Perzisch. In de onderstaande tabel zijn, ter vergelijking, enkele Fins-Oegrische en enkele Indo-Europese talen tegen elkaar afgezet. Er is gekozen voor de getallen 1 tot en met 10 aangezien die uiterst vaste en onveranderlijke elementen vormen in een taal. Ests Fins Hongaars Latijn Russisch Lets Perzisch 1 üks yksi egy unus odin viens yak 2 kaks kaksi kettő duo dva divi do 3 kolm kolme három tres tri trīs se 4 neli neljä négy quattuor četyre četrí čahār 5 viis viisi öt quinque pjat pieci panj 6 kuus kuusi hat sex šest seši šeš 7 seitse seitsemän hét septem sem septiņi haft 8 kaheksa kahdeksan nyolc octo vosem astoni hašt 9 üheksa yhdeksän kilenc novem devjat deviņi noh 10 kümme kymmenen tíz decem desjat desmit dah 6 De getallen 1 tot en met 10 in gerelateerde talen binnen de Fins-Oegrische en Indo-Europese taalfamilies 468 Voor de vergelijking worden de kleinere Estische talen, zoals het Livoons en het Võro hier weggelaten. 132

133 Schrift, uitspraak en leenwoorden Schrift Het Ests wordt geschreven met behulp van het Latijns alfabet en kent in totaal 32 letters. Van deze letters komen de f, š, z en ž enkel voor in buitenlandse leenwoorden en eigennamen. De letters c, q, w, x en y komen uitsluitend voor buitenlandse termen en eigennamen, net als verdere Latijnse letters met diacritica, zoals de å of de ø. 469 In het Ests vormen letters met diacritica, zoals de ü, õ of ä onafhankelijke fonemen. 471 Hierbij geeft de tilde op de õ geen nasalisatie als in het Portugees, of een palatisatie als in het Spaans weer, maar een unieke en specifieke klank. De letter staat voor een ongeronde /o/ (IPA /ɤ/), die het midden houdt tussen een Nederlandse i en u die neigt richting een sjwa. In het Russisch wordt deze klank getranscribeerd met de ы (y). 7 Het Ests alfabet 470 Over het algemeen is de uitspraak van het geschreven Ests relatief eenvoudig aangezien de taal, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Engels 472, een zeer fonetische spelling kent. Daarbij dient te worden opgemerkt dat zowel palatisatie als de distinctie tussen 2 e en 3 e kwantiteit 473 niet in de spelling worden weergegeven. Klank De Estse taal is erg rijk in klinkers, wat zich uit in een verhouding tussen klinkers en medeklinkers van 45:55. Van de fonemen die het Ests kent zijn er maar liefst 9 klinkers, 475 waarvan niet minder dan 36 onderscheidende diftongen gevormd kunnen worden. Al deze klinkers kunnen vervolgens 469 Er moet gezegd worden dat in het moderne Ests er een uitzondering gemaakt wordt met de y. Deze letter wordt soms, bijvoorbeeld in internetadressen, gebruikt om de Estse ü weer te geven. Dit is er waarschijnlijk uit voortgekomen dat deze klank in het Fins met de y wordt weergegeven (vgl. Ee üks Fi yksi een ). 470 Estonian Language, Eesti Instituut (2004) 15. Tevens zijn meerdere voorbeelden in deze appendix ontleend aan deze uitgave. 471 Een foneem is de taalkundige term voor een verzameling klanken die allen eenzelfde betekenisonderscheidende functie hebben. Daarmee vormt het dus segment, oftewel de kleinst mogelijke eenheid in spraak die fysiek of auditief te onderscheiden is. De term dient niet verward te worden met foon, die slechts betrekking heeft op de fysieke handeling en niet op de taalkundige functie (vgl. fonetische spelling). 472 Het Engels heeft een haast legendarisch gebrek aan fonetiek in de spelling waardoor de uitspraak van een woord niet per se uit de spelling blijkt. Een grappig voorbeeld hiervan is dat het woord fish in theorie geschreven kan worden als *ghoti, aangezien de verschillende fonemen in het Engels allemaal ook in deze vorm voorkomen (zoals de o in women). 473 Zie: Karakteristieken van de Estse taal 474 De letters c, f, q, w, x en y vallen hier buiten aangezien ze geen inheemse fonemen aanduiden maar geïmporteerd zijn. 475 De inwoners van het westelijke eiland Saaremaa gebruiken overigens slechts 8 klinkers aangezien ze geen onderscheid maken tussen de ö en de õ. De Võrosprekenden in het zuiden van het land hebben daarentegen 10 klinkers aangezien ze twee verschillende õ-klanken kennen. 133

134 gebruikt worden in de vorming van interessante samenstellingen, zoals het woord kõueööaimdus, wat vertaalt tot de verwachting van een nacht met donder. Daarnaast vormen sommige samengestelde woorden groepen van wel vier dezelfde klinkers, zoals in Kuuuurijate töööö jäääärel ( de werknacht van een maanonderzoeker aan de rand van het ijs ). Het Ests is daarentegen aanzienlijk minder dol op medeklinkerclusters en vermijd deze zoveel mogelijk. Dit is onder andere merkbaar in de Estse taalkundige wet die medeklinkerclusters aan het begin van een woord verbied. Waar deze wel voorkwamen in leenwoorden zijn de clusters tot één medeklinker gereduceerd, zoals loss (van het Duitse Schloss ) en sibul (van het Duitse Zwiebel ). Mochten er desalniettemin meerdere opeenvolgende medeklinkers voorkomen bleven deze meestal enkel aan het einde van een woord gehandhaafd, zoals in het aan het Zweeds ontleende juust ( kaas ). Een van de uitzonderingen hierop, in het inheems Ests, is het werkwoord vintsklema ( wemelen ), dat maar liefst vijf opeenvolgende medeklinkers kent. Vocabulaire en leenwoorden Het vocabulaire van het gestandaardiseerd Ests is relatief rijk, aangezien het de taalkundige eigenschappen van zowel de noordelijke als de zuidelijke dialecten incorporeert. Daarnaast wordt de woordenschat aanmerkelijk uitgebreid doordat het Ests op basis van de woordstammen met behulp van flexie, affixen en afleidingen zeer gemakkelijk woorden en betekenissen kan vormen. Een goed voorbeeld hiervan vormen bijvoorbeeld de vele afleidingen van het werkwoord nägema ( zien ). Voorbeelden hiervan zijn, onder andere, nägu gezicht, nägematu ongezien, nägemus visioen, nägemusnik visionair en nähtaval in het zicht. Naast deze inherente veelzijdigheid wordt het rijke vocabulaire van het Ests ook veroorzaakt door de grote hoeveelheid leenwoorden en stammen die taal in de loop der eeuwen heeft geïncorporeerd. Deze leenstammen onderscheiden zich van inheemse stammen doordat ze niet gemeenschappelijk zijn met verwante talen. Estse taalkundigen schatten dat het Ests, als uit het Grieks en Latijn overgenomen internationale woorden niet worden meegerekend, voor tweederde uit inheemse- en voor eenderde uit leenstammen bestaat. 476 De meeste leenstammen in het Ests zijn afkomstig uit verschillende Duitse talen, het Zweeds en het Russisch. Ze zijn door intensief contact, zoals tijdens de Hanze, of door bezetting in de taal terechtgekomen. Zo zijn via de Hanze bijvoorbeeld de Nederlandse (Laag-Duitse of Saksische 477 ) woorden kelder, klooster en haamer in de Estse taal terechtgekomen. 478 Andere voorbeelden van deze leenwoorden, die meer veranderd zijn in spelling en uitspraak, zijn, onder andere, kool ( school ), torm ( storm ), pannkook ( pannenkoek ), vorst ( worst ), jaht ( jacht ), kelm ( schelm ) en de alledaagse herr ( Herr ) en proua ( Frau ). Vanuit het Russisch zijn in twee perioden woorden overgenomen. Van de eerste periode, ten tijde van het keizerrijk, zijn woorden als aken (okno, raam ), raamat (grammota, boek ) en kapsas (kapusta, kool ) in het Ests opgenomen. Het is amusant om te vermelden dat de Estse term voor een drankkater, pohmell, tevens aan het Russisch (poxmel e) ontleend is. Van Sovjetintroducties hebben, 476 Estonian Language Het is interessant om op te merken dan Saks nog immer de Estse term voor Duits is, bijvoorbeeld in Saksamaa, Duitsland. 478 Een grappig voorbeeld van overname van Nederlandse woorden is de benaming van een toren aan de Toompea in Tallinn. Deze toren is dusdanig gepositioneerd dat het mogelijk is om recht in de keukens van aangrenzende huizen te kijken en als gevolg daarvan draag hij nog immer de naam Kiek in de Kök. Voor een Groninger student is het hierbij onmogelijk niet aan de (Oude) Kijk in t Jatstraat te denken. 134

135 om taalkundige en nationalistische redenen, voornamelijk maatschappijspecifieke woorden zich weten te handhaven Karakteristieken van de Estse taal De Estse taal kent enkele interessante karakteristieken. Zo maakt de taal geen onderscheid tussen verschillende geslachten, waardoor het voornaamwoord tema zowel hem als haar kan betekenen (in enkele gevallen zelfs het ). Daarnaast kent het Ests geen grammaticale toekomende tijd 480 en dient die betekenis worden te worden overgebracht door middel van tijdwoorden als homme ( morgen ) of uit de context blijken. 481 Een andere bijzondere eigenschap van het Ests is dat de taal onderscheid maakt tussen drie kwantiteiten (of lengtes) voor zowel klinkers als medeklinkers. Ondanks dat deze verschillen betekenisonderscheidend zijn worden ze niet in de spelling uitgedrukt; de vorm moet blijken uit de context. Zo worden bijvoorbeeld de genitivus en de partitivus van kool ( school ) geschreven als kooli. Het verschil is dat bij de genitieve vorm de oo lang (2 e kwantiteit) en bij de partitieve vorm overlang (3 e kwantiteit) is. Morfologie en woordvorming Over het algemeen worden in het Ests woorden gevormd door affixen aan de woordstam toe te voegen. De taal kent ongeveer honderd van deze affixen en, op eba- en mitte- na, worden deze achter de stam geplaatst ( suffixen ). Over het algemeen wordt het Ests, net als het Fins, als een agglutinatieve taal beschouwd omdat morfemen met een vaste grammaticale waarde aan de woordstammen worden geplakt. In de werkelijkheid wijkt het Ests in toenemende mate af van dit systeem en maakt het meer gebruik van inflectie, waarin morfemen (en affixen) verschillende grammaticale en lexicale betekenissen kunnen hebben. Tevens wordt de rol van informatieoverdracht deels overgenomen door flexie van de stammen. Hierin verschilt het Ests van zijn naaste buur het Fins, dat de regels van de agglutinatie veel strenger naleeft. Naamvallen De Estse taal kent maar liefst 14 (productieve) naamvallen, in zowel enkel- als meervoud. Ter vergelijking; het Russisch kent naamvallen en het Duits moet het met 4 doen. Hierbij is het opvallend dat het Ests geen aparte naamval voor het lijdend voorwerp kent, zoals bijvoorbeeld in het Duits. Deze functie wordt in een zin weergeven met behulp van de nominativus, genitivus of partitivus in het enkelvoud en de nominativus of de partitivus in het meervoud. Vanzelfsprekend bestaan er betekenisverschillen tussen deze verschillende vormen. De betekenis die door een naamval overgebracht wordt dient in het Nederlands en veel andere (Indo-Europese) talen weergeven te worden met behulp van voorzetsels. De naamvallen zijn ter illustratie in de specifieke verbuiging voor die woorden weergegeven in onderstaande tabel: Voor meer informatie over Russische leenwoorden in het Ests, zie: Rogier Blokland, The Russian loanwords in literary Estonian (Groningen 2005). 480 Door deze twee eigenschappen placht men wel eens te grappen dat het Ests no sex, no future heeft. 481 De toekomstige tijd kan overigens ook worden uitgedrukt met het hulpwerkwoord saama ( worden, krijgen ), op dezelfde wijze als in het Nederlands met worden, zie: werkwoorden. 482 Aangezien de vocativus geen productieve naamval is, is deze hier niet meegerekend. 483 Om duidelijkheidsredenen gekozen om een deel van de naamvallen te koppelen aan meisje en een ander deel aan huis. Voor een eerste vertaling van de betekenis is dit praktisch. Overigens zijn alle 14 naamvallen wel op alle Estse woorden toepasbaar, maar soms met een andere betekenis. Majast betekent bijvoorbeeld 135

136 Enkelvoud Meervoud Naamval Ests Ests Betekenis (ev.) 1. nominativus ilus tüdruk ilusad tüdrukud (een) mooi meisje 2. genitivus ilusa tüdruku van een mooi meisje ; ilusate tüdrukute een mooi meisje (totaal object) 3. partitivus ilusat tüdrukut ilusaid tüdrukuid een mooi meisje (partieel object) 4.illativus ilusasse majasse ilusatesse majadesse een mooi huis in 5.inessivus ilusas majas ilusates majades in een mooi huis 6. elativus ilusast majast ilusatest majadest een mooi huis uit 7. allativus ilusale majale ilusatele majadele een mooi huis op 8. adessivus ilusal majal ilusatel majadel op een mooi huis 9. ablativus ilusalt majalt ilusatelt majadelt een mooi huis af 10. translativus ilusaks tüdruks ilusateks tüdrukuteks een mooi meisje worden; veranderen in* 11. terminativus ilusa tüdrukuni ilusate tüdrukuteni tot een mooi meisje 12. essivus ilusa tüdrukuna ilusate tüdrukutena als een mooi meisje 13. abessivus ilusa tüdrukuta ilusate tüdrukuteta zonder een mooi meisje 14. commitativus ilusa tüdrukuga ilusate tüdrukutega met een mooi meisje Figuur 8 Overzicht van de Estse naamvallen 484 Werkwoorden In het Ests kan het werkwoord door middel van flexie de tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid tegenwoordige tijd en voltooid verleden tijd weergeven. Daarnaast wordt, voornamelijk in de pers en de gesproken taal, gebruik gemaakt van een toekomende tijd met behulp van het hulpwerkwoord saama ( krijgen, worden ), op dezelfde wijze als het Nederlandse worden; de zogeheten analystische saama-toekomende tijd. 485 De werkwoorden worden verder geconjugeerd in de actieve en de passieve stem, in de indicatieve, imperatieve, conditionele en indirecte wijze en in de bevestigende en ontkennende vorm. Aangezien de verbuigingen duidelijk de bijbehorende persoon uitdrukken kan deze meestal worden weggelaten. Hierop worden uiteraard uitzonderingen gevormd door een klein aantal onregelmatige werkwoorden en syntactische of semantische redenen. In de onderstaande figuur is de conjugatie van de tegenwoordige tijd van het werkwoord elama, leven uitgewerkt. letterlijk het huis uit(gaan). Wanneer deze naamval op het meisje wordt toegepast is dat over het algemeen wanneer een ander deel van de zin deze naamval regeert, zoals in laul tüdrukust, een lied over het meisje. 484 Voor de herkenning zijn in de figuur de Latijnse termen voor de naamvallen gebruikt. In het Ests luiden deze, respectievelijk, nimetav, omastav, osastav, sisseütlev, seesütlev, seestütlev, alaleütlev, alalütlev, alaltütlev, saav, rajav, olev, ilmaütlev en kaasaütlev. 485 Estonian Language

137 enkelvoud meervoud 1. (mina) elan ik leef (meie) elame we leven 2. (sina) elad jij leeft (teie) elate jullie leven/ u leeft 3. (tema) elab hij/zij leeft (nemad) elavad ze leven 9 Tegenwoordige conjugatie van elama Overigens kent het Ests twee verschillende infinitieven, die vaak worden aangeduid als de ma- en de da-infinitief (armastama / armastada houden van ). Eigenlijk is de eerstgenoemde geen infinitief maar een zogeheten supinum en aanvankelijk was het een werkwoordelijk voornaamwoord in de illatieve vorm. Het oorsponkelijke nominale karakter is tot op heden bewaard gebleven aangezien het met deze vorm mogelijk is andere naamvalsvormen te maken, zoals het abessieve armastamata zonder lief te hebben. In samenstellingen wordt het supinum voornamelijk gebruikt in connectie met werkwoorden die een externe motivering impliceren, zoals pidema moeten, of een beweging, zoals minema gaan of hakkama beginnen. Een voorbeeldzin is ma pean õppima, ik moet leren. Het echte infinitief daarentegen heeft een meer partitieve betekenis en wordt vooral gebruikt in samenstellingen die een interne motivatie impliceren (tahtma, willen ) of in combinatie met het werkwoord olema/olla zijn. Een voorbeeld van een dusdanige zin is ma tahan teada seda, ik wil het weten. Daarnaast wordt het gebruik van deze twee vormen gereguleerd door vele verschillende grammaticale, semantische en idiomatische argumenten waarvan het te ver voert om deze hier te behandelen. Samenvattend kan worden gesteld dat deze dualiteit het Ests een zeer interessante dimensie geeft. Een voorbeeld Met deze informatie is het illustratief en interessant om kort een (typisch) Estse voorbeeldzin te behandelen: Täppidega lipsud sobivad esinduslikele teatrijuhtidelegi 486 ( Gestippelde stropdassen staan zelfs representatieve theaterdirecteuren ) Täppi-de-ga stip stam meervoud - commitativus (met) lipsu-d stropdas stam - meervoud sobi-vad passen, staan stam - 3 e persoon meervoud (actief tegenwoordige tijd) esinduslike-le representatief stam -allativus (naar, aan) esindus-lik representatief (-lik is een uit het Saksisch ontleend morfeen vergelijkbaar met het Nederlandse lijk.) esindus representatie teatri-juhti-de-le-gi theater stam - genitivus leider 487 stam meervoud - allativus partikel van nadruk (hier: zelfs). 486 Zin ontleend aan Estonian Language. 487 Het woord juht wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die iets leidt, bestuurt of overziet in de brede zin des woords. Een chauffeur is bijvoorbeeld een autojuht. 137

138 Syntax Als laatste onderdeel is het interessant om kort de Estse syntax te bespreken. In tegenstelling tot bijna alle Indo-Europese talen gebruikt het Ests, net als andere Fins-Oegrische talen, voornamelijk postposities. Zo zegt het Ests bijvoorbeeld laua peal voor op de tafel, wat letterlijk vertaalt als de tafel op. Daarnaast wordt het Ests gekenmerkt door een relatief erg vrije woordvolgorde. Dit is mogelijk omdat alle grammaticale en semantische informatie van de onderdelen van de zin besloten liggen in de naamvallen, de suffixen en de conjugaties. In veel Europese talen ontbreken deze onderdelen in meerdere of mindere mate. 488 Het Nederlands, bijvoorbeeld, is een syntactische taal, wat inhoud dat de grammaticale rol van een woord enkel bepaald wordt door de (relatieve) plaats in de zin. 489 Over het algemeen hanteert het Ests voor eenvoudige bevestigende zinnen, net als de meeste andere Europese talen, de volgorde subject-verb-object. Door de eigenschappen van de taal kan hier echter aanzienlijk van worden afgeweken, hetgeen, onder andere, veel voorkomt in poëtische registers. Een mooi voorbeeld hiervan is de zin Tihti taevas tähti nähti ( Sterren werden vaak gezien in de lucht ). Deze zin van vier woorden kan op 24 verschillende wijzen geschreven worden waarbij de betekenis vrijwel onveranderd blijft: Tihti taevas tähti nähti Tihti tähti taevas nähti Tihti tähti nähti taevas Taevas tihti tähti nähti Tähti taevas nähti tihti etc, etc De Slavische talen kennen over het algemeen nog meerdere naamvallen waardoor de woordpositie relatief vrij is; de grammaticale functie ligt immers besloten in de uitgang. 489 Uiteraard is het mogelijk hierop te variëren met behulp van intonatie, stilistisch taalgebruik et cetera. Dit valt echter buiten de norm van de taalclassificatie. 138

139 11.3 Grenzen en Burgerschap In de Estse burgerschapskwestie speelde de relatie met Rusland aanvankelijk een belangrijke rol, aangezien de landen een open grensconflict hadden. Na de val van de unie bestonder tussen deze beide landen namelijk geen grensakkoord. De kern van het probleem is dat voor de burgerschapswetgeving de continuïteit van de Estse staat van vitaal belang is. Daarom wordt de erkenning van de grenzen van 1920 als essentieel beschouwd. In dat jaar werd immers het Verdrag van Tartu getekend tussen de Estse Republiek en Revolutionair Rusland waarmee de Estse staat officieel geboren werd. Het waren tevens deze grenzen waar de Sovjet-Unie met de tanks overheen ging. Deze grenzen werden echter met de annexatie veranderd ten gunste van de Russische Republiek Daarnaast zijn duidelijke en internationaal erkende grenzen voor een klein land als Estland van groot belang voor het gevoel van veiligheid, zeker als aan de andere kant van de grens de voormalige bezetter ligt. 490 In het verlengde hiervan was naast het tekenen van een grensakkoord het vertrekken van de laatste Russische soldaten het belangrijkste doel van de onderhandelingen tussen de Estsen en de Russen. Vanaf het begin van de onderhandelingen in 1992 hadden de beide partijen zeer verschillende standpunten. Voor de Russen vormden de grenzen die na de Tweede Wereldoorlog waren gevormd de juiste. Zij sterkten zich hierin door zich te beroepen op de afspraken die de Estse en de Russische republiek in januari 1991 hadden gemaakt, dus vóór de onafhankelijkheid van het land. 491 Zoals vermeld waren de grenzen die in 1920 bij het Verdrag van Tartu waren vastgesteld het uitgangspunt voor de Estse onderhandelaars. Volgens dit verdrag, dat het eerste verdrag internationale verdrag van de Estse Republiek was, zou de Russische staat de gezamenlijke grens met en de neutraliteit van Estland eeuwig erkennen. Voor Stalin betekende eeuwig blijkbaar tot Voor de Esten was het verdrag verder van groot symbolisch belang omdat het beschouwd werd als het geboortecertificaat 492 van de staat en daarom zelfs was opgenomen in artikel 123 (huidig artikel 122) 493 van de Estse Grondwet. 494 Aangezien dit verdrag is verbroken door de invasie van de Russen was Estland bezet en de legitimiteit van de staat dus continu, wat de basis vormde voor de herstelde staat en de burgerschapswetten. Tevens was de aanwezigheid van Russische soldaten in strijd met het internationaal recht en was het uitzetten van hen een van de prioriteiten van het overleg, 490 Wayne C. Thompson, Citizenship and Borders: Legacies of Soviet Empire in Estonia, Journal of Baltic Studies vol. 24 nr. 2 (1998) , aldaar Thompson, Citizenship and Borders, Formulering van president Lennart Meri, onder andere gebruikt bij de 90-jarige herdenking van het Verdrag van Tartu op 2 februari Deze toespraak is terug te lezen op Vabariigi President Tartu rahulepingu 90. aastapäeva kontsertaktusel Vanemuise kontserdimajas Tartus (2 februari 2010). 493 Eesti maismaapiir on määratud aasta 2. veebruari Tartu rahulepinguga ja teiste riikidevaheliste piirilepingutega. Eesti mere- ja õhupiir määratakse rahvusvaheliste konventsioonide alusel. Eesti riigipiire muutvate lepingute ratifitseerimiseks on nõutav Riigikogu koosseisu kahekolmandikuline häälteenamus. [ De landsgrenzen van Estland zijn bepaald door het Vredesverdrag van Tartu van 2 februari 1920 en door andere internationale grensovereenkomsten. De zee- en luchtgrenzen van Estland worden bepaald op basis van internationale conventies. De ratificatie van internationale verdragen die de staatsgrenzen van Estland wijzigen vereist een meerderheid van twee-derde van de leden der Riigikogu.+ Põhiseadus (1992) Overigens is het zeer opmerkelijk dat een land haar grenzen opneemt in de constitutie. Via: Thompson, Citizenship and Borders

140 voornamelijk tussen 1992 en Er moet overigens worden opgemerkt dat tot 1994 de onderhandelingen over de grens voornamelijk een voorbereidend karakter hadden. Behalve in opvatting over de grens zelf verschilden beide landen ook geheel in hoe zij tegenover het overleg stonden. Rusland zag het overleg als een poging om van het land weg te breken, zodat het als moederland de voorwaarden voor deze breuk kon stellen. 496 Tevens was het land, als juridische opvolger van de Sovjet-Unie, erg huiverig om zaken die onder het communisme gebeurd waren te veroordelen, uit angst voor het openen van een Doos van Pandora met andere opstandige republieken, zoals Tsjetsjenië. 497 Estland daarentegen wilde erg graag het grensconflict beslechten. Dit was niet in het minst omdat het afwezig zijn van grensconflicten een voorwaarde was voor toetreding tot de Europese Unie en de NAVO, beide een streven van de jonge republiek. Dit streven sterkte de Russisch onderhandelaars echter in het langdurig rekken van overleg en over het algemeen niet-constructief gedrag te vertonen; Rusland had immers weinig winst te bahalen met een verdrag, maar kon door te rekken wel een soort van wraak nemen op de ontrouwe republiek. 498 De onderhandelingen verliepen de eerste jaren erg moeizaam en het Verdrag van Tartu bleef een splijtsteen in de onderhandelingen. Het is van belang op te merken dat het akkoord voor Estland vooral symbolische en juridische waarde had. Anders dan Rusland vreesde en beweerde was het geenszins het doel van Estland om de verloren gebieden terug te vorderen. Het land had daarnaast geen behoefte aan de toevoeging van 2,000 km² met vrijwel uitsluitend Russischtaligen. 499 De Russen weigerden dit te geloven en besloten de grenzen van 1991 unilateraal te markeren. 500 Dit veroorzaakte een tijdelijke impasse in de onderhandelingen. Deze werd in juli 1994 verbroken toen bereikt werd dat de Russische troepen zich geheel uit Estland terugtrokken. Hiermee was het eerste doel van de Estse onderhandelaars behaald en een korte diplomatieke pauze werd tot december 1994 ingelast. Ondanks het aanvankelijke gebrek aan vertrouwen wisten de Esten het diplomatieke proces weer in gang te brengen door zeer duidelijk af te zien van territoriale eisen. De Estse kant stond er zelfs voor open om de eis van een verwijzing naar het Verdrag van Tartu te laten varen. Dit kwam voort uit het feit dat de internationale gemeenschap niet twijfelde aan de legitimiteit van de Estse staat of aan de juridische waarde van de burgerschapswetgevingen. Hierdoor werd de behoefte om de continuïteit te expliciteren minder prangend. 501 De Estse diplomaten hadden echter nog wel te maken met de bepaling van Artikel 122 van de Grondwet, die, redelijk ambigue, stelt dat de landgrenzen van Estland bepaald worden door het Verdrag van Tartu en andere internationale grensovereenkomsten. 502 Wat deze andere internationale grensovereenkomsten zijn wordt verder 495 Kadri Liik, The Story of the Negotiations on the Estonian-Russian Border Treaty, Diplomaatia nr. 21 (2005) 1-13, aldaar Liik, The Story of the Negotiations Thompson, Citizenship and Borders Liik, The Story of Negotiations Thompson, Citizenship and Borders Liik, The Story of Negotiations Thompson, Citizenship and Borders Eesti Vabariigi Põhiseadus 122: Eesti maismaapiir on määratud aasta 2. veebruari Tartu rahulepinguga ja teiste riikidevaheliste piirilepingutega. Eesti mere- ja õhupiir määratakse rahvusvaheliste konventsioonide alusel. Eesti riigipiire muutvate lepingute ratifitseerimiseks on nõutav Riigikogu koosseisu kahekolmandikuline häälteenamus.. [ De landsgrenzen van Estland zijn bepaald door het Vredesverdrag van Tartu van 2 februari 1920 en door andere internationale grensovereenkomsten. De zee- en luchtgrenzen van 140

141 niet geëxpliciteerd. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloot daarom dat er een second opinion nodig was van de Kanselier van Justitie, Juhan Truuväli. 503 Hij besliste dat de grondwetsbepaling geëerbiedigd diende te worden, maar dat er beweegruimte was, aangezien de paragraaf geformuleerd was als en andere (ja teiste). Hij stelde voor dat een eventueel nieuwe grens zou moeten voldoen aan ten minste één referentiepunt met de grens van De Esten hielden dit streven echter geheim voor de Russen, die nog steeds huiverig tegenover het Verdrag van Tartu stonden. Aangezien de de facto grens een andere route volgde was het onmogelijk om zulk een referentiepunt te met de oude grens. De oplossing werd gevonden in de grens die door het Peipsi- Pihkvameer 505 loopt. Ten gevolge van verscheidene herberekeningen met verschillende coördinatensystemen 506 waren er bij eerdere verdragen rekenfouten ingeslopen. In 1996 betekende dit dat Estland de grens door het Lämmimeer 507 zo kon onderhandelen dat het overeenkwam met die van In totaal komen nu 16.8 kilometer, van Piirisaare naar Mehikoorma, overeen met de grenzen van het Verdrag van Tartu. 508 In onderstaande figuur van het Peipsi-Pihkvameer is dit grensdeel met rood aangegeven: 10 De grenslijn tussen Piirisaare en Mehikoorma 509 Estland worden bepaald op basis van internationale conventies. De ratificatie van internationale verdragen die de staatsgrenzen van Estland wijzigen vereist een meerderheid van twee-derde van de leden der Riigikogu.] Põhiseadus (1992) De Kanselier van Justitie (Õiguskantsler) is een niet politiek gebonden officiaal die als waakhond functioneert voor het juridische proces in Estland. Hij heeft niet de macht om wetten af te keuren, maar zijn oordelen worden vaak geerbiedigd. Verder kan hij in de praktijk vaak wetsvoorstellen initieren door te wijzen op onnauwkeurigheden of onjuistheden in bestaande wetten. 504 Liik, The Story of the Negotiations Het Peipsi-Pihkvameer (Ee: Peipsi-Pihkva järv), vaak simpelweg Peipsi (of Peipus) is het grote meer dat op de grens tussen Estland en Russland loopt. Het meer bestaat eigenlijk uit drie verschillende delen, namelijk Peipsi, Lämmi en Pihkva. 506 Rusland gebruikte tot 1932 het system uit de Tsarentijd, todat overgestapt werd op het Europees stelsel. In 1943 schakelde de Sovjet-Unie, om het de Duitse en Geallieerde intelligentiediensten moeilijker te maken, over op een eigen systeem. Na de val van de Sovjet-Unie ging het land weer terug naar de Europese standaard. 507 Het Lämmimeer is het smalste deel van het Peipsi-Pihkvameer en vormt het verbindingsstuk tussen beide andere meren. 508 Liik, The Story of the Negotiations Het onbewerkte kaartje is afkomstig van 141

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3)

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Vervolg en einde van De Koude Oorlog: 1953-1995 (10.1 & 10.3) Na de dood van Stalin leek de Sovjet greep op het Oost Europa wat losser te worden. Chroesjtsjov maakte Stalins misdaden openbaar (destalinisatie),

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS

DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS DE GESCHIEDENIS VAN RUSLAND MET POSTZEGELS De eerste postzegels van Rusland werden uitgegeven in 1858.Rusland was toen een Keizerrijk, dat door de familie Romanov ( de Tsaren) Alexander I, Alexander II,

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

KOUDE OORLOG. Opgavenblad ARUBA SE 3 MIDDAGMAVO AVONDMAVO GESCHIEDENIS 2018-2019 Tijdvak-1 KOUDE OORLOG Opgavenblad Dit School Examen (SE) bestaat uit 42 vragen. Voor dit SE zijn maximaal 70 punten te behalen. Dit SE bestaat uit

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting door Cas 1253 woorden 2 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. Waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen. Ik heb voor dit

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting door een scholier 568 woorden 9 juni 2016 7,3 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kapitalisme-Communisme: Kapitalisme: West -landen:

Nadere informatie

De Koude Oorlog: het begin (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

De Koude Oorlog: het begin (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Samenwerking slaat om in wantrouwen in 1945 => Tijdens WO 2: USSR en VSA werken samen tegen Duitsland => In

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Adolf Hitler In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij was de leider van de nazi-partij. Hij zei tegen de mensen: `Ik maak van Duitsland

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOUDE OORLOG + NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG Gebruik bron 1. 1p 1 De bron maakt duidelijk dat de

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

2. Russische geschiedenis in de 19e eeuw tot en met de Russische revoluties van 1917

2. Russische geschiedenis in de 19e eeuw tot en met de Russische revoluties van 1917 Boekverslag door M. 1772 woorden 26 november 2001 6.1 113 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Het ontstaan van de Sovjetunie 1. Inleiding: Ik heb als onderwerp het ontstaan van de Sovjetunie gekozen, omdat

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Geschiedenis De Berlijnse Muur

Sectorwerkstuk Geschiedenis De Berlijnse Muur Sectorwerkstuk Geschiedenis De Berlijnse Muur Sectorwerkstuk door een scholier 2336 woorden 31 mei 2004 5,7 218 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Wij, *** en *** hebben het onderwerp: De Berlijnse

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25770 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25770 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25770 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Van Thuy, Pham Title: Beyond political skin : convergent paths to an independent

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door L woorden 13 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Propaganda. Afbeelding 1:

5.5. Boekverslag door L woorden 13 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Propaganda. Afbeelding 1: Boekverslag door L. 1626 woorden 13 december 2004 5.5 53 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Propaganda Afbeelding 1: a. Deze afbeelding is gemaakt in de jaren 30 door Hitler aanhangers. b. Er

Nadere informatie

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00. SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Korte omschrijving werkvorm De leerlingen beantwoorden vragen over de Europese politiek aan de hand van korte clips van Nieuwsuur in de Klas. Leerdoel De leerlingen leren

Nadere informatie

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen Geschiedenis van de laatste 50 jaar De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen Bas Levinsohn 1 Inleiding Overzicht colleges Titel college Thema college Tijdsperiode 1 De Cubaanse rakketencrisis Beslissingen

Nadere informatie

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 9.00 12.00 uur 20 02 Voor dit examen

Nadere informatie

Leestekst met begripsopdrachten en sleutel

Leestekst met begripsopdrachten en sleutel Leestekst met begripsopdrachten en sleutel Inleiding Deze leestekst is een bewerkte tekst van het artikel in De Volkskrant van 24 april 1. Het doel ervan is om het lezen te verbeteren en de woordenschat

Nadere informatie

Союз СоветскихСоциалистических Республик

Союз СоветскихСоциалистических Республик Союз СоветскихСоциалистических Республик SojoezSovjetskichSotsialistitsjeskichRespoeblik http://www.youtube.com/watch?v=hle4inigsee&feature=related De Romanovs De Romanov familie komt in 16313 aan de macht

Nadere informatie

8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog.

8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog. Dirk komt thuis. Dirk heeft gewonnen met voetballen. Hij is heel blij. Maar dan ziet hij zijn moeder. Zijn moeder kijkt niet blij. De moeder van Dirk denkt

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Het mysterie: Moord op Lumumba

Het mysterie: Moord op Lumumba Het mysterie: Moord op Lumumba Lumumba was de eerste premier van onafhankelijk Congo in 1960. Twee weken na zijn aantreden werden Lumumba en zijn regering afgezet tijdens een staatsgreep en werd Lumumba

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2004 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2004 - I E KOUE OORLOG + NEERLN EN E VERENIGE STTEN N E TWEEE WERELOORLOG 2p 24 Hieronder staan vijf voorstellen voor afspraken over uitsland na de Tweede Wereldoorlog: 1 uitsland moet gedemilitariseerd worden.

Nadere informatie

Turken in Kreuzberg. Bram Vrielink en Jens Barendsen (2de)

Turken in Kreuzberg. Bram Vrielink en Jens Barendsen (2de) Turken in Kreuzberg Bram Vrielink en Jens Barendsen (2de) 1 OPDRACHT 1 Waarom werd de Berlijnse muur opgericht? Na de 2 e Wereldoorlog werd Duitsland in 2 gedeeltes opgesplitst, te weten West-Duitsland

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Lesbrief Operatie Barbarossa

Lesbrief Operatie Barbarossa Lesbrief Operatie Barbarossa Hoe werd er in Nederland gereageerd op de Duitse inval in de Sovjet-Unie? Docentenhandleiding Hitler opent op 22 juni 1941 een tweede front. Nazi-Duitsland valt Stalin s Sovjet-Unie

Nadere informatie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting Samenvatting door een scholier 1776 woorden 11 december 2007 7,2 240 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 2; Wetenschappelijke revolutie, verlichting

Nadere informatie

Duitse rijk bereid zou zijn De Baltische staten gemeenschappelijk met de Sovjetunie te garanderen

Duitse rijk bereid zou zijn De Baltische staten gemeenschappelijk met de Sovjetunie te garanderen Het Hitler - Stalin Pakt van 23 augustus 1939 met geheime clausules inzake opdeling van Polen en verraad van de Baltische Staten bleken niet zo geheim te zijn als wordt beweerd. 1. De relatie Duitsland

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b Bijlage VMBO-KB 2008 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Uit een openbare brief van iemand die zich zorgen maakt over de ontwikkelingen

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Dames en heren, allen hier aanwezig. Het is voor mij een grote eer hier als pas benoemde burgemeester

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54

Nadere informatie

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6

T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6 T4 Oefen SED Geschiedenis Module 6 1. Bekijk bron 1. De titel van de onderstaande Russische cartoon is: De Amerikaanse stemmachine. De Verenigde Staten drukken op het knopje voor, dat naast het knopje

Nadere informatie

COLLEGEDAG VRIJDAG 17 MEI 2019 KOUDE OORLOG NATIONAAL MILITAIR MUSEUM SOEST

COLLEGEDAG VRIJDAG 17 MEI 2019 KOUDE OORLOG NATIONAAL MILITAIR MUSEUM SOEST COLLEGEDAG VRIJDAG 17 MEI 2019 KOUDE OORLOG NATIONAAL MILITAIR MUSEUM SOEST PROGRAMMA Ochtend 10.00 10.30 uur: Inloop met koffie/thee 10.30 10.40 uur: Welkomstwoord en inleiding door Bas Kromhout, redacteur

Nadere informatie

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS Dit onderzoek bestaat uit 40 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad. Meerkeuze antwoorden worden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon T.H. Wouda Kuipers T 070-348 5689

Nadere informatie

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Iedereen heeft wel eens van Adolf Hitler gehoord. Hij was de leider van Duitsland. Bij zijn naam denk je meteen aan de Tweede Wereldoorlog. Een verschrikkelijke

Nadere informatie

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten 1.2-2.3-3.3 Inleiding Deze opdracht gaat over de ontwikkeling van de burgerrechten. Hierbij staat de status van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten

Nadere informatie

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam Leerlingen handout stadswandeling Amsterdam Groep 1: de Surp Hoki Armeens Apostolische kerk Adres: Kromboomsloot 22, Amsterdam Namen leerlingen: In deze handout staat alle informatie die je nodig hebt

Nadere informatie

Hoop op democratie in het Midden Oosten

Hoop op democratie in het Midden Oosten De Toestand in de Wereld 3 Hoop op democratie in het Midden Oosten Egypte: De kater na de Arabische lente Bas Levinsohn 1 Inleiding Vraagstelling Wat wordt bedoeld met de Arabische lente? Wat is de betekenis

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

'De dialoog met Rusland herstellen is broodnodig: net dat ontbrak 100 jaar geleden'

'De dialoog met Rusland herstellen is broodnodig: net dat ontbrak 100 jaar geleden' 'De dialoog met Rusland herstellen is broodnodig: net dat ontbrak 100 jaar geleden' Dirk Rochtus www.knack.be 13/08/2014 Glijden we in 2014 af in een oorlog met Rusland, net zoals honderd jaar geleden?

Nadere informatie

Koude oorlog: Periode waarin de VS en Sovjet-Unie elkaar bestreden zonder een rechtstreekse oorlog. Er was constante dreiging.

Koude oorlog: Periode waarin de VS en Sovjet-Unie elkaar bestreden zonder een rechtstreekse oorlog. Er was constante dreiging. Samenvatting door D. 1024 woorden 5 februari 2017 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats GS Historische context Koude Oorlog 1945-1991 Notitie: er is ook een samenvatting van de paarse

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen

Nadere informatie

Ik ga deze vraag onderzoeken met hulp van bronnen uit het basisboek en de vragen uit het werkboek.

Ik ga deze vraag onderzoeken met hulp van bronnen uit het basisboek en de vragen uit het werkboek. Boekverslag door B. 2262 woorden 27 februari 2004 7.1 33 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud 1. Inleiding + de Onderzoeksvraag 2. Wat is Propaganda? 3. Bronnen bestuderen 4. Verschillen en overeenkomsten

Nadere informatie

Samenvatting H2 2: Fascisten NSDAP machtigingswet totalitaire staat concentratie kampen indoctrinatie

Samenvatting H2 2: Fascisten NSDAP machtigingswet totalitaire staat concentratie kampen indoctrinatie Samenvatting H2 2: Terwijl de onvrede groeide in de Republiek van Weimar en de communisten, de conservatieven en de socialisten elkaar niet konden luchten of zien, begonnen een paar mannen een eigen politieke

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-11-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-11-1-b Bijlage VMBO-KB 2011 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een mening over het bijzonder onderwijs (rond 1900): Kinderen leren al op jonge

Nadere informatie

Propaganda: "systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes"

Propaganda: systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes Praktische-opdracht door een scholier 1492 woorden 17 februari 2006 5,8 32 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Algemene inleiding propaganda Naar aanleiding van deze praktische opdracht 'propaganda'

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de landen die Napoleon veroverde, voerde hij een beleid dat: enerzijds paste binnen het gelijkheidsideaal van de Franse Revolutie

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Charles de Gaulle: Rijsel, 22 november Colombey-les- Deux-Églises, 9 november 1970

Charles de Gaulle: Rijsel, 22 november Colombey-les- Deux-Églises, 9 november 1970 Charles de Gaulle: Rijsel, 22 november 1890 - Colombey-les- Deux-Églises, 9 november 1970 Hij was een Frans militair en politicus. Hij vocht tijdens de Eerste Wereldoorlog als officier in de Slag bij Verdun,

Nadere informatie

1 systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes

1 systematische werkzaamheid om aanhangers te winnen voor zekere principes Praktische-opdracht door een scholier 1610 woorden 6 februari 2003 7,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Mijn onderzoeksvraag die ik ga onderzoeken luidt: Wat is de rol van de propaganda in

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2016 (OR. en) 13617/16 JEUN 84 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 13344/16 JEUN 76 Betreft: Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap bijgaande

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

De tijd van: Wereldoorlogen

De tijd van: Wereldoorlogen De tijd van: Wereldoorlogen WoI Interbellum WoII Wereldoorlog I Casus Belli (Latijn, de oorzaak van de oorlog) Wereldoorlog I Tweefronten oorlog: Oostfront/Westfront Tannenberg 1914: Bewegingsoorlog: Verdun

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. KB-0125-a-16-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. KB-0125-a-16-1-b Bijlage VMBO-KB 2016 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB KB-0125-a-16-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een Nederlandse munt (voor- en achterzijde): Op de munt links staat: Willem

Nadere informatie

De Tweede Wereldoorlog herdacht. Een vergelijking tussen Nederland en Duitsland

De Tweede Wereldoorlog herdacht. Een vergelijking tussen Nederland en Duitsland De Tweede Wereldoorlog herdacht Een vergelijking tussen Nederland en Duitsland Nationale herdenking in Nederland Hebben we in Nederland de oorlog altijd zo herdacht? - een kleine herdenkingsgeschiedenis

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Wereldoorlogen in de 20ste eeuw

Samenvatting Geschiedenis Wereldoorlogen in de 20ste eeuw Samenvatting Geschiedenis Wereldoorlogen in de 20ste eeuw Samenvatting door een scholier 1323 woorden 27 november 2005 6,4 16 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 2 Wereldoorlogen

Nadere informatie

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU 12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU DE LOKALE RELIGIEUZE SITUATIE IN KAART BRENGEN EN BEGRIJPEN 01 Lokale overheden wordt verzocht zich bewust te zijn van het toenemende belang

Nadere informatie

China. - De geschiedenis en cultuur van Peking -

China. - De geschiedenis en cultuur van Peking - Pagina 1 Groep 8 Colofon China - De geschiedenis en cultuur van Peking - Leerling - informatie Inleiding In deze les gaan wij het hebben over de Chinese stad Peking. We kijken met elkaar naar een stukje

Nadere informatie

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen Koude Oorlog Amerikaanse buitenlandse politiek communisme rivaliteiten tussen de Sovjet-Unie en China nationalistische bewegingen dekolonisatie Twee grote processen Koude oorlog Nationalisme en dekolonisatie

Nadere informatie

Voor wie? Omschrijving

Voor wie? Omschrijving Minor MOES Voor wie? Een opleidingsgebonden minor voor studenten Geschiedenis en tevens toegankelijk voor andere BA-studenten (bijvoorbeeld van de opleiding Internationale Betrekkingen en Internationale

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Nieuwe ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog Nieuwe machtsverhoudingen: Verenigde Staten en de Sovjet-Unie nieuwe supermachten

Nadere informatie

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden.

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden. Debat over Polen in het Europees Parlement Interventie van de heer Koenders - minister van Buitenlandse Zaken - Nederlands voorzitterschap Dank u meneer de voorzitter, De Europese Unie is niet alleen een

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies

Nadere informatie

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 1 Voorwoord Tijdens het maken van mijn spreekbeurt over Amerika kwam ik de Koude oorlog tegen. De koude oorlog leek mij een heel interessant onderwerp waar ik niet

Nadere informatie

WETTEN, PRAKIJKEN EN AMBITIES: INZICHTEN IN EEN VERANDEREND LANDSCHAP ( )

WETTEN, PRAKIJKEN EN AMBITIES: INZICHTEN IN EEN VERANDEREND LANDSCHAP ( ) Prof. Frank Caestecker (UGent) Senaat, 31.5.2016 (10-10u20) Boekvoorstelling Belg worden WETTEN, PRAKIJKEN EN AMBITIES: INZICHTEN IN EEN VERANDEREND LANDSCHAP (1830-1984) I. Immigratie naar België, 1840-2015

Nadere informatie

De frontlinie van de verbeelding

De frontlinie van de verbeelding De frontlinie van de verbeelding Waar vechten wij als kunstenaars tegen? En waar vechten wij als kunstenaars voor? Het antwoord op deze vraag ligt deels in de geschiedenis van progressieve kunst zelf.

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Herdenking Capitulaties Wageningen

Herdenking Capitulaties Wageningen SPEECH SYMPOSIUM 5 MEI 2009 60 jaar NAVO Clemens Cornielje Voorzitter Nationaal Comité Herdenking Capitulaties Wageningen Dames en heren, De détente tussen oost en west was ook in Gelderland voelbaar.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 12 geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Bronnenboekje GT-0125-a-19-2-b bron 1 De vrouw van koning Willem II schrijft in een brief: Willem heeft de opdracht gegeven

Nadere informatie

Toespraak van Anouchka van Miltenburg, Voorzitter van de Tweede Kamer, bij de bijeenkomst van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, op 14 augustus 2015 in de Tweede Kamer We dachten dat we na de capitulatie

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS 017-018 Koude Oorlog Deze toets bestaat uit 38 vragen Voor deze SE zijn maximaal 76 punten te behalen Deze SE bestaat uit 7 aantal bladzijden 1 1 Wat wilden

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b Bijlage VMBO-KB 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke prent over een biddende fabrikant (1907): Onderschrift

Nadere informatie

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden.

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden. De Holocaust Rassenleer Lang voordat Hitler de leider van Duitsland werd, schreef en vertelde hij over de rassenleer. Dat was een theorie die beweerde dat mensen waren verdeeld in rassen: zwakke, minderwaardige

Nadere informatie

Geschiedenisvan Suriname. 1980: de staatsgreep

Geschiedenisvan Suriname. 1980: de staatsgreep Geschiedenisvan Suriname 1980: de staatsgreep De oprichting van de SKM Voor de onafhankelijkheid was de Nederlandse regering verantwoordelijk voor de verdediging van Suriname. Na de onafhankelijkheid moest

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS Carla du Pree Johan Huizinga en de bezeten wereld De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS 4 Ik ben ik en mijn omstandigheden. Als ik die omstandigheden niet red, red

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I LET OP: De cursieve regel achter de vraagzin kan afhankelijk van de feitelijke vraag bijvoorbeeld vermelden: dat een verklaring een situatiebeschrijving en een algemene regel (= verklarend principe) moet

Nadere informatie

8,4. Samenvatting door een scholier 1600 woorden 23 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

8,4. Samenvatting door een scholier 1600 woorden 23 juni keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 1600 woorden 23 juni 2016 8,4 14 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdsvolgorde gebeurtenissen: 1917: Russische Revolutie 1922: Oprichting S-U 1939: Stalin

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland

Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland Werkstuk door een scholier 2369 woorden 11 oktober 2001 6,2 229 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. In dit verslag gaan we het hebben over het communisme

Nadere informatie

De nieuwe landen in het oosten

De nieuwe landen in het oosten De nieuwe landen in het oosten Sinds het einde van de Koude Oorlog is de kaart van Europa ingrijpend gewijzigd. Sommige staten zijn verdwenen om op te gaan in een groter geheel ( denk aan de DDR), maar

Nadere informatie