Raadsvoorstel

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Onderwerp Beslissing op de bezwaarschriften van de Stichting Openbaar Primair Ondenvijs Haarlemmermeer gericht tegen de beschikkingen van 22 december 2004 betreffende de verzoeken om uitbreiding door de openbare basisscholen 'De Achtbaan', 'De Burgemeester Amersfoordtschool' en 'De Waterwolf. Portefeuillehouder Steiler Collegevergadering E. Keler Raadsvergadering 15 december 2005 Samenvatting Aan de vaste commissie voor de bezwaarschriften is een drietal bezwaarschriften van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs ter advisering voorgelegd. Met betrekking tot deze besluiten heeft de vaste commissie voor de bezwaarschriften geadviseerd: 1. het gebrek aan de ondertekening van de afwijzende beslissingen van 22 december 2004 op de verzoeken om uitbreiding van de hierboven genoemde openbare basisscholen op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te herstellen door de onbevoegd genomen besluiten alsnog te bekrachtigen; 2. de drie bezwaarschriften ongegrond te verklaren. Inleiding Op 2 maart 2004 heeft het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer (hierna te noemen: de SOPOH) een drietal verzoeken ingediend tot opneming van drie, onder deze stichting vallende, openbare basisscholen in het huisvestingsprogramma 2005 van de gemeente Haarlemmermeer. Het betreft ten eerste een verzoek tot uitbreiding van de openbare basisschool 'De Achtbaan' met twee permanente lokalen. Het tweede verzoek betreft een uitbreiding, dan wel vervanging van 1 leslokaal in permanente bouw ten behoeve van de 'Burgemeester Amersfoordtschool'. Tot slot is er een verzoek ingediend tot uitbreiding van de openbare basisschool 'De Waterwolf' met een permanent leslokaal. Bij besluiten van 22 december 2004 zijn bovenstaande verzoeken om uitbreiding afgewezen. Bij afzonderlijke. brieven van 28 januari 2005 heeft de heer R. van der Willigen van de SOPOH bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van deze verzoeken. Het advies van de vaste commissie voor de bezwaarschriften heeft geresulteerd in het advies zoals dat bovenstaand onder het kopje samenvatting is weergegeven.

2 Voorstel Gelezen het advies van de vaste commissie voor de bezwaarschriften stellen wij de raad voor: 1. het gebrek aan de ondertekening van de afwijzende beslissingen van 22 december 2004 op de verzoeken om uitbreiding van de hierboven genoemde openbare basisscholen op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te herstellen door de onbevoegd genomen besluiten alsnog te bekrachtigen; 2. de drie bezwaarschriften ongegrond te verklaren. De griffier, De Voorzitter. dr. M.J.E.M. van Dam mr. A. Ph. Hertog Bijlage(n) Advies commissie en verslag

3 Vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften Bestuursdienst Sector Bestuursondersteuning Afdeling Concern Juridische Zaken \Jan E. Keler Betreft Advies bezwaarschrift ( ) Advies aan de gemeenteraad Inleiding Op 2 maart 2004 heeft het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer (hierna te noemen: de SOPOH) een drietal verzoeken ingediend tot opneming van drie, onder deze stichting vallende, openbare basisscholen in het huisvestingsprogramma 2005 van de gemeente Haarlemmermeer. Het betreft ten eerste een verzoek tot uitbreiding van de openbare basisschool 'De Achtbaan" met twee permanente lokalen. Het tweede verzoek betreft een uitbreiding, dan wel vervanging van 1 leslokaal in permanente bouw ten behoeve van de 'Burgemeester Amersfoordtschool'. Tot slot is er een verzoek ingediend tot uitbreiding van de openbare basisschool de 'Waterwolf" met 1 permanent leslokaal. Bij besluiten van 22 december 2004 zijn het bovenstaande verzoeken om uitbreiding afgewezen. Bij schrijven van 28 januari 2005 heeft de heer R. van der Willigen (beleidsmedewerker huisvesting) van de SOPOH bezwaar gemaakt tegen de afwijzingen van de verzoeken. Naar aanleiding van deze bezwaarschriften heeft op 15 maart 2005 een hoorzitting plaatsgevonden, waarbij bezwaarde in de gelegenheid is gesteld een toelichting te geven op het bezwaarschrift. Een verslag van deze hoorzitting gaat hierbij. De bezwaren komen samengevat op het volgende neer. Voor wat betreft 'De Waterwolf' wordt aangevoerd dat de prognoses onjuist zijn. De groei die voorspeld is voor het jaar is reeds bereikt. Voor alledrie de scholen wordt voorts als bezwaar de slechte kwaliteit van de noodlokalen genoemd, met name ventilatieproblemen en een geringer vloeroppervlakte dan permanente bouw. Juridisch kader Artikel 94 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo) bepaalt dat het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat een voorziening in de huisvesting wenst, een aanvraag voor opneming van die voorziening in het programma, bedoeld in artikel 95 Wpo, indient bij burgemeester en wethouders. Krachtens artikel 95, lid 1 Wpo stelt de gemeenteraad, na overleg met de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente,

4 Onderwerp Volgvel 2 jaarlijks ten behoeve van het onderwijs op het grondgebied van de gemeente voor een door hem te bepalen tijdstip een huisvestingsprogramma vast. Artikel 95, lid 3, sub b Wpo bepaalt dat de gemeenteraad uitsluitend voorzieningen in de huisvesting in het programma opneemt, voor zover niet een van de weigeringsgronden, genoemd in artikel 100 Wpo, van toepassing is. Op grond van artikel 98, lid 1 Wpo dient het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat een voorziening wenst die niet in het programma, bedoeld in artikel 95 Wpo, is opgenomen. maar die gelet op de voortgang van het onderwijs geen uitstel kan lijden, een aanvraag om bekostiging van die voorziening in bij burgemeester en wethouders. Artikel 100, lid 1, aanhef sub b Wpo bepaalt dat een voorziening in de huisvesting wordt geweigerd, indien de gewenste voorziening niet gerechtvaardigd is op grond van de aard en de omvang van de voorzieningen waarover de schooi reeds beschikt, voor zover deze uit de openbare kas zijn bekostigd, gelet op de normen bedoeld in artikel 102, lid 1, sub b Wpo. Op grond van artikel 102, lid 1; sub b Wpo stelt de gemeenteraad bij verordening een regeling vast met betrekking tot onder meer de oppervlakte en indeling van schoolgebouwen. Deze plicht tot het vaststellen van een regeling heefi zijn uitwerking gevonden in de 'Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlemmerneer' (hierna te noemen: de Verordening), zoals deze is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 februari Artikel van bijlage I: deel A van de Verordening bepaalt dat de noodzaak van uitbreiding met één of meer leslokalen wordt vastgesteld aan de hand van de prognoses van de groei van de groepen leerlingen. De wijze van bepaling van de ruimtebehoefte is nader uitgewerkt in deel B van Bijlage III van de Verordening. Artikel 622 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een vormvoorschrift, door het bestuursorgaan dat op het bezwaar of beroep beslist, in stand kan worden gelaten indien blijkt dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. Onze commissie ziet zich gesteld voor de vraag of uw college in redelijkheid heeft kunnen besluiten de verzoeken om uitbreiding van de drie eerdergenoemde openbare basisscholen af te wijzen. De con~n~issie merkt allereerst op dat de besluiten van 22 december 2004 zün ondertekend door burgemeester en wethouders. Krachtens artikel 95 lid 1 Wpo stelt echter de gemeenteraad het huisvestingsprogramma vast. Dit brengt met zich mee dat de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om te beslissen op de aanvraag en niet het college van burgemeester en wethouders. Dit gebrek aan de besluiten kan echter in de bezwaarfase worden hersteld op grond van artikel 6:22 Awb door de onbevoegd genomen besluiten

5 Onderwerp Volgvel 3 alsnog te laten bekrachtigen door de gemeenteraad. Dit gebrek geeft de commissie derhalve geen aanleiding om te adviseren de besluiten te herroepen. Verder overweegt de commissie ten aanzien van het onderhavige afwijzende besluiten als volgt. Artikel van bijlage I, deel A, van de Verordening bepaalt de noodzaak van uitbreiding met één of meer leslokalen wordt vastgesteld aan de hand van prognoses van de groei van de groepen leerlingen. Deze wijze van bepaling van de ruimtebehoefte is nader uitgewerkt in deel B van bijlage III van de Verordening. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de gemeente uiteengezet dat in voornoemde bijlage een rekenformule is opgenomen, waarmee de ruimtebehoefte exact kan worden bepaald. Deze wijze van berekenen van de ruimtebehoefte van een school komt de commissie niet onredelijk voor. Voor wat betreft de openbare basisschool 'De Achtbaan' blijk uit de dossierstukken en het verhandelde ter zitting dat het aantal leeriingen per loktober bedraagt. Op grond van dit leerlingenaantal wordt de bijbehorende formatie op 8,14 gesteld. De school heeft een benodigde huisvesting van acht lokalen. Momenteel beschikt 'De Achtbaan' over vier permanente lokalen en vijf noodlokalen. Er zijn derhalve negen lokalen in gebruik. Het leeriingenaantal van de 'Burgemeester Amersfoordtschool' bedroeg op 1 oktober De hierbij behorende formatie bedraagt 8,59. Volgens de rekenformule heeft de school een huisvestingsbehoefte van 9 lokalen. Momenteel beschikt de school over zes permanente en drie noodlokalen. De openbare basisschool 'Waterwolf had op 1 oktober 2003 een leerlingenaantal van 94 met een daarbij behorende formatie van 4,48. De daarbij behorende huisvesting bedraagt 4 leslokalen. Momenteel beschikt de school over 4 permanente leslokalen. Aan de hand van de eerdergenoemde rekenformule, zoals uitgewerkt in deel B van Bijlage III van de Verordening wordt de ruimtebehoefte vastgesteld. De door bezwaarde gevraagde uitbreidingen ten behoeve van de drie basisscholen, zijn naar het oordeel van de commissie niet gerechtvaardigd gelet op de aard en de omvang van de voorzieningen waarover de scholen reeds beschikken. Artikel 100, lid 1, aanhef sub b Wpo bepaalt dat een voorziening in de huisvesting wordt geweigerd, indien de gewenste voorziening niet gerechtvaardigd is op grond van de aard en de omvang van de voorzieningen waarover een school reeds beschikt. Gelet op het feit dat uit de formulering van dit artikel blijkt dat sprake is van een imperatieve weigeringsgrond, is de commissie van mening dat de gemeenteraad de gevraagde voorzieningen ten behoeve van de drie basisscholen moest weigeren. De ingediende bezwaren met betrekking tot de staat van de noodlokalen en het beperkte vloeroppervlakte doen aan dit oordeel niet af. Hoewel de commissie oog heeft voor de beperkingen die deze noodlokalen met zich mee brengen, is zij van mening dat dit niet automatisch betekent dat deze noodlokalen onbruikbaar zijn en derhalve vervangen dienen te worden door permanente bouw. Hierbij mem de commissie op dat in artikel 1.2 van bijlage I, deel A, van de Verordening criteria zijn vastgelegd voor het bepalen van de noodzaak van vervangende bouw. Onder andere de staat van het gebouw is hierbij relevant.

6 Onderwerp Volgvel 4 Gelet op het bovenstaande is de commissie van mening dat uw college in redelijkheid heeft kunnen besluiten het verzoeken om uitbreiding ingediend ten behoeve van de openbare basisscholen 'De Achtbaan', 'De Waterwolf' en de 'Burgemeester Amersfoordtschool' af te wijzen. Advies 1. het gebrek aan ondertekening van de afwijzende beslissingen betreffende de drie eerdergenoemde basisscholen d.d. 22 december 2004 op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te herstellen door de onbevoegd genomen besluiten alsnog te laten bekrachtigen door de gemeenteraad; 2. de bezwaarschriften ongegrond te verklaren. Getekend d.d De vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, De secretaris, De voorritter, C mr T.H. Disselkoen-van Raalte

7 gemeente Haarlemmermeer Verslag Verslag AWB-hoorzitting van 15 maart 2005 Bestuursdienst Aanwezig Namens de gemeente Mevrouw mr. T.H. Disselkoen-van Raalte (voorzitter), mevrouw mr. G.A. Hurtak-Uijen (lid), de heer mr. B. de Bruin (lid), mevrouw E. Keler (secretaris) en mevrouw E. Gieselaar (verslaglegging) De heren R. van der Willigen en G. Schenk van Stichting Primair Ondeiwijs Haarlemmermeer. De heren W. Thon en G. Pontier Bezwaarschriften ( /031/032) d.d. 28 januari 2005 van Stichting Primair Onderwijs Haarlemmermeer. Het eerste bezwaar is gericht tegen de afwijzing uitbreiding twee leslokalen in permanente bouw van 22 december 2004 kenmerk /J&O. Het tweede bezwaar is gericht tegen de afwizing van één leslokaal ten behoeve van Burgemeester Amersfoordtschool van 22 december 2004 kenmerk /J&0. Het derde bezwaar is gericht tegen de afwijzing van één leslokaal in permanente bouw ten behoeve van De Waterwolf van 22 december /J&0. De voorzitter stelt de aanwezigen aan elkaar voor en geeft een korte toelichting op de werkwijze en het doel van de commissie. De heer meldt dat mevrouw Koning, die in eerste instantie namens de gemeente de hoorzitting zou bijwonen, verhinderd is en dat de heer Pontier en hij de hoorzitting zullen overnemen. Desgevraagd geeft de heer Van der Willinen aan dat hij geen behoefte heeft om het bezwaarschrift toe te lichten, omdat volgens hem de stukken die hij heeft ingediend voldoende duidelijk zijn. De heer merkt op dat er door het schoolbestuur een aanvraag is ingediend voor de vervanging van twee leslokalen in permanente bouw. De gemeente heeft gekeken naar de aanwezige huisvesting en deze is getoetst aan de formatie, de leerlingenprognoses en de bouwkundige staat van de leslokalen. Op basis hiervan is men tot de conclusie gekomen dat de aanvraag niet gehonoreerd kan worden. De heer De Bruin merkt op dat in deze casus de vraag aan de orde is wanneer een noodlokaal vervangen moet worden door een permanente voorziening. Op zijn vraag wat door de gemeente wordt verstaan onder een noodlokaal, antwoordt de heer dat een noodlokaal bedoeld is voor de huisvesting van leerlingen voor een periode korter dan twintig jaar. Voorts geeft hij aan dat er bij uitbreiding van een noodlokaal sprake is van een oppetvlakte van 80 rn2 en bij een permanent lokaal 105 m". Tevens geeft hij aan dat als er

8 Volgvel 2 sprake is van een behoefte aan een lokaal voor een periode van meer dan twintig jaar, het een permanent lokaal wordt. De heer De Bruin wijst erop dat de gemeente in haar beschikking aangeeft dat, alhoewel er sprake is van een verwachting van twintig jaar, het toch een noodlokaal blijft. Hij wijst in dit kader op de bedoeling van de wetgever dat als er een behoefte bestaat aan een lokaal voor meer dan twintig jaar er een permanent lokaal gebouwd wordt. De heer m geeft aan dat de gemeente op basis van prognoses van 1 oktober van enig jaar besluit of er een noodlokaal gebouwd wordt of een permanent lokaal. Op het moment dat die prognoses uitwijzen dat er over twintig jaar na indiening van de aanvraag nog behoefte bestaat aan een lokaal dan wordt dat gehonoreerd in permanente zin. In het onderhavige geval, waarbij er door de gemeente al is voorzien in huisvesting, blijkt dat het noodlokaal op basis van de thans geldende prognoses langer nodig is dan dat men zeven jaar geleden heeft geprognosticeerd. De gemeente had dit op het moment van honoreren van de aanvraag zeven jaar geleden niet kunnen voorzien De heer Schenk denkt dat het schoolbestuur een noodlokaal eigenlijk niet zou moeten accepteren, omdat men hierdoor het risico loopt dat er nooit een permanent gebouw zal worden gehonoreerd. De heer wijst erop dat er hierbij geen sprake kan zijn van accepteren, omdat de gemeente hierdoor dan nooit huisvesting in tijdelijke vorm kan realiseren. Tevens geeft de heer Schenk aan dat hij er moeite mee heeft dat de regels die zijn opgenomen in de verordening huisvesting verschillend geïnterpreteerd kunnen worden. Hij heeft dit ook al eens in een overleg met de wethouder aangegeven. De wethouder heeft in september 2004 toegezegd dat hij hierop nog zou reageren, maar hij heeft nooit meer iets vemonien. De heer m wijst erop dat als men een tijdelijke voorziening wil omzetten in permanente bouw, er sprake is van vervangende bouw waarvoor in de verordening criteria zijn opgenomen. Hierbij geldt onder meer dat vervangende bouw noodzakelijk is als de bouwkundige staat het vereist. De aanvraag voldoet editer niet aan die criteria. De heer J I & der Willi~en wijst erop dat er in deze situatie geen sprake is van vervangende bouw. De heer De Bruin vindt het schrijnend dat meer dan de helft van de lokalen van de Achtbaan noodlokalen zijn. De heer merkt op dat dit inherent is aan de systematiek van de prognoses en de verordening. In die zin zou de geest van de verordening dan ook aangepast moeten worden. De heer Schenk merkt op dat er nog verschil zit in de kwaliteit van de tijdelijke voorzieningen. Bij de Achtbaan is de kwaliteit van het noodlokaal dusdanig dat een schoonmaker tijdens de vakantie door de grond is gezakt. Voorts geeft hij aan dat hij de prognoses erg onstandvastig vindt om vanuit te gaan. Tezamen met het argument dat de verordening te ruim geïnterpreteerd kan worden vindt hij dat de scholen hierdoor erg afhankelijk zijn van de gemeente. Mevrouw Disselkoen wijst erop dat volgens het democratische proces de gemeenteraad dit besloten heeft. De heer De Bruin vindt de motivering van het bestreden besluit voor de Achtbaan wat mager. Desgevraagd geeft de heer aan dat zijn collega, mevrouw Koning, het besluit heeft opgesteld en dat hij niet op de hoogte is wat haar beweegredenen voor de motivatie waren. Hij beaamt dat de afwijzingsgrond van 'de staat van de noodlokalen' uitgebreider geformuleerd had kunnen worden. De heer Van Williaen is van mening dat deze afwijzingsgrond juist een aanleiding geeft om een permanent lokaal toe te wijzen. Hij wijst erop dat er afgelopen zomer voor het eerst onderhoud aan de noodlokalen heeft plaatsgevonden. Hij vindt dat de noodlokalen van een dusdanige kwaliteit zijn dat er jaarlijks onderhoud moet plaatsvinden.

9 Volgvel 3 Mevrouw Hurtak merkt op dat in het bestreden besluit ten behoeve van de Achtbaan wordt gesproken over een formatie van 8,14. Desgevraagd geefi de heer aan dat dit de uitkomst is van de berekening van het aantal lokalen en dat dit aantal, in dit geval, naar beneden is afgerond. De voorzitter wijst erop dat er bij de uitbreiding van een noodlokaal sprake is van een kleinere oppervlakte dan bij een permanent lokaal. Vervolgens vraagt zij of de oppervlakte bij de Achtbaan hierdoor wel passend is omdat er sprake is van minder vierkante meters. De heer antwoordt dat in het rapport van de facilitaire dienst staat vermeld dat de lokalen allen voldoen aan de norm afmetingen. Vervolgens legt hij uit dat er bij de systematiek niet gekeken is wat de totale capaciteit is. De voorritter denkt dat bij deze school sprake is van een andere situatie omdat meer dan de helft van de lokalen noodlokalen zijn. De heer antwoordt dat hij zich in dit geval dan kan voorstellen dat er met het schoolbestuur van de school gekeken kan worden in hoeverre aan de minimale eisen wordt voldaan, maar dat er wellicht toch extra vierkamte meters worden gerealiseerd. De heer Schenk merkt op dat dit met hem niet besproken is. Tenslotte wenst de heer Schenk op te merken dat, in tegenstelling tot de gemeente Haarlemmermeer, de meeste gemeenten na vijftien jaar al permanente voorziening realiseren. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de zitting. E. Kel r T.H. Disselkoen-Van Raalte

10 gemeente Haarlemmermeer Raadsbesluit Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift van de SOPOH tegen de beschikkingen van 22 december 2004 betreffende de verzoeken om uitbreiding van OBS De Achtbaan, De Burgemeester Amersfoordtschool en De Waterwolf De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het advies van de vaste commissie voor de bezwaarschriften van 3 november 2005, nummer ; besluit: Overeenkomstig het advies van de vaste commissie voor de bezwaarschriften: 1. het gebrek aan de ondertekening van de afwijzende beslissingen van 22 december 2004 op de verzoeken om uitbreiding van de hierboven genoemde openbare basisscholen op basis van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te herstellen door de onbevoegd genomen besluiten alsnog te bekrachtigen; 2. de drie bezwaarschriften ongegrond te verklaren. Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2005.