HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN"

Transcriptie

1

2 HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau Waterrand Deze uitgave is ook digitaal beschikbaar via Augustus 2009

3 Inhoudsopgave 0 ALGEMEEN DEEL OPLEIDEN, TRAINEN EN OEFENEN Inleiding Over deze Handreiking Algemene uitgangspunten DEEL 1 OPLEIDEN Opleidingsdoelen Opleidingsdoelen per functionaris DEEL 2 OEFENEN Multidisciplinaire OTO-kaarten OTO-kaart Melding & Alarmering OTO-kaart Leiding & Coördinatie OTO-kaart Veiligheidsprocedures OTO-kaart Informatiemanagement Voorbeeldoefeningen uitgewerkt Inleiding Draaiboek oefening Melding & Alarmering Draaiboek Workshop Waterrand Draaiboek De Ballenbak - terminologie training Draaiboek real-time oefening Waterrand BIJLAGEN...61 Bijlage A: Aanvullend veiligheidsplan oefeningen op het water...62 Bijlage B: Briefingsheet oefening Waterrand...64 Bijlage C: Waarnemingsformulier CoPI...66 Bijlage D: Evaluatieformulier deelnemers...70 Bijlage E: Waarnemingsformulieren Meldkamers...72 Bijlage F: Registratieformulier deelnemers en figuranten...75 Bijlage G: LOTUS beschrijvingen...76 Bijlage H: Afkortingen...80 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

4 0 Algemeen deel Opleiden, Trainen en Oefenen 0.1 Inleiding Samenvatting Medio 2009 is het Handboek Incidentbestrijding op het Water uitgegeven, als aanvulling op het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding. Het Handboek is ontwikkeld binnen het project Waterrand in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Met deze planvorming is de basis gelegd voor hulpverlening op het water. Echter pas na de implementatie van de plannen in alle betrokken veiligheidsregio s en organisaties en na het volgen van een opleidings-, trainings- en oefentraject door de betrokken functionarissen en gremia, kunnen de plannen ook gaan werken. Ter ondersteuning van dit implementatietraject heeft Waterrand in samenwerking met een landelijke expertgroep Opleiden, Trainen en Oefefen (OTO) deze Handreiking OTO samengesteld in aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Deze handreiking bevat achtereenvolgens: Deel 1: Opleiden - 1.1: Opleidingsdoelen algemeen - 1.2: Opleidingsdoelen per functionaris Deel 2: Oefenen - 2.1: Multidisciplinaire oefenkaarten - 2.2: Voorbeeld oefeningen en oefendraaiboeken Een richtlijn voor het multidisciplinair OTO beleidsplan is opgenomen in het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Steeds is als uitgangspunt gehanteerd dat het Handboek Incidentbestrijding op het Water aansluit op het Handboek Voorbereiding op de Rampenbestrijding van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Kennis van de algemene rampenbestrijding wordt verondersteld bij de genoemde functionarissen aanwezig te zijn. Hetzelfde geldt voor vakinhoudelijke specialistische kennis en vaardigheden. Dit is en blijft de verantwoordelijkheid van de eigen monodisciplinaire kolom. De volgende stap is dat bureau CENS 2 adviseert en bevordert dat de opleidingsdoelen bij verschillende opleidingen wordt ondergebracht of dat noodzakelijke bijscholingen worden ontwikkeld. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

5 0.2 Over deze Handreiking Inleiding Bij de hulpverlening van incidenten op het water zijn meestal meerdere partijen betrokken. Dat kunnen functionarissen zijn, die dagelijks op het water hun werk uitvoeren, maar ook functionarissen die zelden op het water komen of er slechts sporadisch mee te maken krijgen. De structuur waarbinnen deze hulpverlening plaatsvindt, is divers en was voor de partijen vaak onduidelijk. Het landelijke project Waterrand heeft, gezamenlijk met alle bij de hulpverlening op het water betrokken diensten, een eenduidige en heldere werkwijze ontwikkeld. Dit is vastgelegd in het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Deze werkwijze is getoetst in een aantal watergebieden en moet nu geborgd worden in de OTO curricula van de sleutelfunctionarissen. In aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water is daarom nu ook een Handreiking Opleiden, Trainen en Oefenen ontwikkeld. Algemeen doel Doel Doelgroep Andere documenten Doelstelling van het totale traject van opleiden, trainen en oefenen is: alle bij de hulpverlening op het betreffende water betrokken functionarissen van de verschillende organisaties zijn in staat om als één een incident op het water effectief te bestrijden en adequaat af te handelen Deze Handreiking moet, in aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water leiden tot het meetbaar benoemen van opleidingsdoelen per functionaris die een rol speelt bij de hulpverlening op het water. Daarnaast is het een praktische handreiking voor de veiligheidsregio s ter ondersteuning van het implementatietraject, waar opleiden, trainen en oefenen een onderdeel van is. Dit document is (in willekeurige volgorde) bestemd voor; - Bureau CENS2 - Opleidingsinstituten - Veiligheidsregio s - Bij de hulpverlening op het water betrokken organisaties Deze Handreiking heeft een relatie met de volgende documenten: Document Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding Handboek Incidentbestrijding op het Water Incidentbestrijdingsplannen op het water Relatie Is de basis van de rampbestrijdingsorganisatie, zowel op het land als op het water. Is de basis voor de (voorbereiding op de) incidentbestrijding op het water. Is de specifieke regionale uitwerking van de hulpverlening bij incidenten binnen een samenhangend risico watersysteem. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

6 0.3 Algemene uitgangspunten Inleiding Definities Werkwijze De verschillende hulpverleners bij incidenten op het water hebben verschillende achtergronden, maar moeten wel onder dezelfde omstandigheden samenwerken. Om goed voorbereid te zijn op de eigen taak en de samenwerking met andere partijen is het belangrijk dat deze functionarissen voldoende competenties bezitten. Competenties Integratie tussen inzicht, vaardigheid, houding en motivatie die iemand in staat stelt om in kenmerkende beroepssituatie het juiste gedrag te laten zien. Opleiden Het bijbrengen van kennis en vaardigheden. Bij opleiden gaat het om nieuwe kennis en vaardigheden en het verwerven van competenties. Oefenen/trainen Het bekwaam blijven door geregelde herhaling. Bij oefenen staat eerder aangeleerde kennis en vaardigheden centraal. Bijscholing De aanvullende opleiding voor reeds opgeleide personen. Bij bijscholing draait het om gewijzigde kennis en vaardigheden. In de praktijk wordt beknopte bijscholing vaak opgenomen in het oefenen, terwijl meer uitgebreide bijscholing als opleiden wordt gezien. 1. Om inzicht te krijgen in wie wat moet weten en kunnen, is onderscheid gemaakt in de functionarissen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. 2. Uit het Handboek Incidentbestrijding op het Water is gefilterd wie wat op welk niveau moet weten en kunnen. 3. Door bureau CENS 2 : - Worden de van toepassing zijnde aspecten uit het handboek incidentbestrijding op het water in de nieuw te ontwikkelen opleidingen (zie projectplan CENS 2 ) verwerkt. - Wordt de verbinding gelegd naar de opleidingsinstituten met als doel om de kennis van het handboek in de bestaande (mono en multidisciplinaire) opleidingen te borgen. 4. Door de Kustwacht en de KNRM: - Worden kennis en kunde ingebracht met betrekking tot het proces SAR en maritieme hulpverlening. - Wordt de gelegenheid geboden aan veiligheidspartners om onder voorwaarden aan te sluiten bij bestaande opleidingen met betrekking tot inzet op het water voor het proces SAR. Het uitgangspunt is dat de in dit document geformuleerde opleidingsdoelen aanvullend zijn op de opleidingsdoelen uit het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding. Dit betekent dat kennis van en over rampbestrijding in het algemeen wordt verondersteld al aanwezig te zijn in het opleidingsaanbod. Daarnaast kunnen de in dit document geformuleerde opleidingsdoelen voor sommige functionarissen hun monodisciplinaire core-business betreffen. Dit houdt in dat aanpassing van de bestaande opleidingen in dit geval nauwelijks van toepassing hoeft te zijn. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

7 CENS 2 Bureau CENS 2 is een samenwerkingsverband tussen het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid, Politieacademie en Nederlandse Defensieacademie heeft tot doel de krachten te bundelen om multidisciplinaire samenwerking te bevorderen. Daarvoor zijn er drie aandachtsgebieden benoemd: 1. Opleidingen 2. Oefenen 3. Kenniscentrum Bij de uiteindelijke implementatie van de opleidingsdoelen in bestaande en nieuwe opleidingen zal CENS 2 een makelaarsrol vervullen. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

8 1 Deel 1 Opleiden 1.1 Opleidingsdoelen Inleiding Bij het opstellen van de opleidingsdoelen is rekening gehouden met wat de hulpverleners op het water en op het land van elkaar moeten weten en wat ze moeten kunnen. Inzicht in elkaars kennis en kunde is belangrijk, hierdoor kan het voorkomen dat opleidingsdoelen die voor een bepaalde functionaris als vanzelfsprekende kennis kunnen worden beschouwd, toch in het overzicht zijn opgenomen. Ook moeten de opleidingsdoelen gezien worden als een aanvulling op de bestaande opleidingsdoelen voor incidentbestrijding op het land. Voor de benodigde kennis is onderscheid gemaakt in niveau A, B, C en D. Bij de invulling is gekeken naar de mogelijke incidentscenario s die zich op het water kunnen voordoen: 1. Mens en dier in nood 2. Verontreiniging (oppervlakte) water en oevers 3. Ongevall met gevaarlijke stoffen 4. Brand en/of explosie 5. Ordeverstoring 6. Ecologisch incident 7. Aanvaring en/of losgeslagen schip, object of lading Niveaus Binnen de niveaus is onderscheid gemaakt tussen kennis op het niveau van kunnen benoemen op hoofdlijnen en meer diepgaande gedegen kennis tot en met het niveau van inzicht hebben. Als de functionaris inzicht heeft in de materie wordt verwacht dat hij binnen dat werkterrein ook problemen op kan lossen. Het totaal van opleidingsdoelen is gecategoriseerd in niveaus: Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D De algemene basiskennis. De meer specifieke kennis die voor functionarissen nodig is om multidisciplinair op te treden. De aanvullende kennis die specifiek in het verlengde ligt van de dagelijkse werkzaamheden. Vaardigheden, noodzakelijk om veilig op het water te kunnen optreden. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

9 Niveau A Niveau A is een basisniveau en omvat de minimale kennis die: - Zowel op strategisch, tactisch en operationeel niveau aanwezig moet zijn. - Nodig is voor water en landpartijen om met elkaar te kunnen samenwerken. Er is onderscheid gemaakt in oppervlakkige kennis op hoofdlijnen en meer diepgaande kennis over taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden. A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 A11 A12 Kan de belangrijkste risico s op water in het eigen verzorgingsgebied benoemen. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op de Noordzee benoemen 1. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op ruim binnenwater benoemen 2. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op het binnenwater benoemen 3. Kan de taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden van hulpverleningspartners bij de afhandeling van waterincidenten met effect naar het land benoemen. Kan de hulpverleningsorganisatie bij waterincidenten met effect naar het land op hoofdlijnen benoemen. Kan de hulpverleningsorganisatie bij incidenten op het water op hoofdlijnen benoemen. Kan de processen SAR, nautisch verkeersmanagement, waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterkeren op hoofdlijnen benoemen. Heeft inzicht in de hoofdstructuur van de multidisciplinaire hulpverleningsorganisatie bij incidenten op het water. Kan het proces melding en alarmering benoemen Kan de nodige inzetcapaciteit bepalen/inschatten bij een incident op het water 4. Kan de belangrijkste nautische termen in relatie tot de incidentbestrijding op het water benoemen. 1 Waaronder kennis van de (Inter)nationale wet en regelgeving voor de Noordzee 2 Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen 3 Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen 4 Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

10 Niveau B Niveau B bevat de specifieke kennis die nodig is op het water bij incidenten efficiënt en effectief multidisciplinair op te kunnen treden. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12 Kan de taken en bevoegdheden van hulpverleningspartners en de kapitein van een incidentschip benoemen. Kan bij opschaling de eigen hulpverleningsmogelijkheden op het water benoemen. Kan de meldkamers die betrokken kunnen zijn bij incidenten op het water in het eigen verzorgingsgebied benoemen. Heeft inzicht in het proces melding en alarmering. Kan de veiligheidsaspecten bij optreden op het water benoemen. Heeft inzicht in de verbindingsstructuur bij multidisciplinaire hulpverlening op het water. Kan de plaats van een incident op het water bepalen. Heeft inzicht in de risico s van incidentbestrijding op het water. Heeft inzicht in de mogelijkheden voor hulpverlening op het water onder diverse weersomstandigheden. Kan op hoofdlijnen benoemen onder welke omstandigheden landpartijen wel of niet opstappen op een schip. Kan de opstap- en aanlandingsplaatsen van het eigen verzorgingsgebied benoemen en onderscheiden Heeft kennis van de veiligheids- en reddingsmiddelen op het water in relatie met functie en type schip. Niveau C In niveau C is de kennis vermeld, die zeer specifiek is voor vakspecialisten of functionarissen die, als adviseur, deel uitmaken van bijvoorbeeld een Actiecentrum Water en scheepvaartzorg. C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 Kunnen benoemen van in te zetten materieel op het water. Specifieke kennis over optreden bij milieu incidenten en gevaarlijke stoffen in relatie tot scheepvaartincidenten. Kan de procedure voor het opvragen van ladinggegevens benoemen. Kan de punten van het uitvraagprotocol benoemen. Kan de basisregels voor een transfer (o.a.hoisten) met een helikopter benoemen. Heeft inzicht in de stabiliteit van schepen. Kan de brandpreventieve voorzieningen en brandbestrijdingssystemen op een schip benoemen. Heeft uitgebreid inzicht in de technische en tactische principes van incidentbestrijding op het water. (onderscheiden (sub)scenarios). Heeft inzicht in mogelijkheden van partijen die betrokken zijn bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Heeft kennis en kunde voor het bijhouden van kostendossiers. Heeft kennis van de condities waaronder de bestrijding van verontreinigingen effectief kan worden uitgevoerd, Waaronder: Kent de hoofdvormen van gedrag van verontreinigingen. Kent de hoofdlijnen van bestrijdingstechniek. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

11 Niveau D Om op het water (veilig) te kunnen werken moeten de hulpverleners over specifieke vaardigheden kunnen beschikken. De vaardigheden zijn onder andere gebaseerd op de land-waterprocedures uit het Handboek. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9a D9b D10 D11 D12 D13 D14 D15 Kan handelen met in achtneming van de regels zoals deze gelden voor het vaarwater binnen het verzorgingsgebied. Kan de belangrijkste nautische termen (o.a. plaatsbepaling, positie, stroomrichting, stroomsnelheid, golfhoogte) toepassen. Past voor het werken op water de juiste persoonlijke veiligheidsmiddelen en maatregelen toe en weet deze te gebruiken. Kan bij het te water raken adequaat handelen. Kan het uitvraagprotocol toepassen. Kan een marifoon bedienen en de bijbehorende verbindingsprocedures toepassen. Kan C2000 verbindingsmiddelen bedienen en de bijbehorende verbindingsprocedures toepassen. Kan de procedure voor het overnemen van slachtoffers van schip-schip en schip-land toepassen. Kan een helikopter op de juiste wijze benaderen. Kan de veiligheidsprocedures, kledingvoorschriften en ontsnappingsprocedure aan boord van een helikopter toepassen. Kan de procedures voor hoisten toepassen. kan de basisprincipes 5 van het proces SAR in relatie tot de eigen taakopdracht toepassen. Kan de basisprincipes / procedures voor het bestrijden van brand aan boord van schepen toepassen. Kan de technische en tactische principe van scheepsbrandbestrijding toepassen. Kan de inzetprocedure gevaarlijke stoffen toepassen. Kan olieschermen op de juiste wijze uitleggen. 5 Minimale basisprincipes SAR betekenen: communicatie, coördinatie, zoekgebied, zoekplan en zoekpatroon + bijbehorende termen. Functies en verantwoordelijkheden. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

12 1.2 Opleidingsdoelen per functionaris Opleidingen Optreden op het water In dit hoofdstuk is per functionaris benoemd welke kennis en vaardigheden minimaal aanwezig moet zijn. Daarbij is specifieke monodisciplinaire vakkennis buiten beschouwing gelaten, tenzij die kennis een rol speelt in de multidisciplinaire samenwerking. Voor het functioneren in multidisciplinair verband wordt aangesloten bij bestaande competenties. Dat wil zeggen dat de reeds geformuleerde competenties voor bijvoorbeeld een officier van dienst voor het functioneren bij landincidenten niet anders zijn dan voor op het water en andersom. Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden Brandweer Bluseenheid A6, A7, A12 B5, B8 C1, C7, (C5) D3, D4, D7, D8, D11, D12, (D9a,b, D10) Brandweer Duikeenheid A12, D2, D3, D4, Brandweer Bevelvoerder A1, A6, A7, niveau B C1, C3, C4, C5, C6, C7, C8 Brandweer Brandweer Schipper Brandweer (hulp)boot Opstapper Brandweer (hulp)boot A1, A6, A7, A8, B5,B8, B9, B12, Overeenkomstig klein vaarbewijs 2 Brandweer OvD-B A1,(A2/3/4), A6, A7, A8, A11, A12 Niveau B Niveau C, (C5) KNRM Reddingsbrigade KLPD RWS Brandweer KWC KNRM / Reddingsbrigade OSC (andere dan ruime binnenwateren) OSC bij proces SAR (op de ruime binnenwateren) Schipper D2, D3, D4, D5, D7, D8, D9a,b,D10 D11, D12, D13, D14 D1 t/m D11 A6,A7,B5, B8. D3, D4, D8, D9(a,b) D10, D11. niveau A niveau B C5, C8, A1,A2,A3,A4,A5,A6, A7, A8,A9,A10,A11 B1,B3,B4,B5,B6,B7 B8,B9,B10,B11 C8 A5,A7,A8,A9,A11, B1,B3,B5,B9,B10,B 11 D2, D3, D4, D5, D7, D11, D12, D13,D14 (D9a,b, D10) D1 t/m D7 + D11 D6,7 D6,7,8 KNRM / Reddingsbrigade Opstapper A1,A7,A9 B5,B8,B9 D8 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

13 KW/ SAR- helikopter Bemanning A6, A7 KLPD Medewerker A1, A6 t/ma10 en A12, B5/6/7, B9, B10, B12, KLPD Senior, tevens taakcommandant en OSC A1, A6 t/m A10 en A12, B2 t/m B12, RWS OvD-RWS A1, A2/3/4, A6, A7 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 Ambulance Verpleegkundige A6 D8 D1 t/m D7, D8 (deels) D1 t/m D8, D9 en D11 Niveau D behalve D11 CoPI-te-land Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden Regio LCoPI Niveau A Niveau B Brandweer OvD-B Zie boven Zie boven Brandweer Adviseur gevaarlijke stoffen A1, A6, C2, C3, C9, C11 D2, D7, D12, D14 GHOR Ovd-G A1t/m A10, B1t/m B6, B8 t/m11 D3,4,7,8 Politie OvD-P A1,A2/3/4,5,A6, A7, A8, A9, A10, A11/12 B1, B2/3/4, B5/6 B7/8/9/10/11/12 C1, Politie KWC Operationeel Voorlichter SAR liaison (namens de Kustwacht liaison in het CoPI voor het proces SAR op de ruime binnenwateren) A1, A6, A7, B B3 A1,A2,A3,A4,A5,A6, A7, A8,A9,A10, B1,B3,B4,B5,B6,B8, B9,B10, B11 D12 D12 RWS KLPD Brandweer Gemeente OvD-W AOV (brongemeente) A1,A2/3/4, A6, A7 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 D12 A1, A5, A7, A9 D12 Regio Plotter/notulist A6, A7, A12 D6, D7, D12 Regio Informatie manager A1, A6, A7, A8, A9, A10, A12 B3, B6, B7, B12, C4, D12 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

14 Actiecentrum brandweer/ RWS Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden Brandweer Adviseur gevaarlijke Zie boven stoffen Rijkswaterstaat Nautische expert A1,A2/3/4, A6, A7, A11, A12 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 Rijkswaterstaat Inspectie Verkeer en Waterstaat Expert Waterkwaliteit en Milieu Expert Gevaarlijke Stoffen A6, A7, A11, A12, B9, C2, A1,A2/3/4, A6, A7, A12 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 ROT Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden Brandweer Operationeel leider A1, A2/3/4, A5, A9, Brandweer Politie GHOR Gemeente KWC Rijkswaterstaat Algemeen Commandant Brandweerzorg Algemeen Commandant Politiezorg (unithoofd) Algemeen Commandant Geneeskundige zorg Algemeen Commandant Bevolkingszorg Voorlichtingsfunctionaris SAR Liaison (namens de Kustwacht liaison in het ROT voor het proces SAR Grip >1 op ruime binnenwateren) Liaison Rijkswaterstaat A1, A2,3,4, A5, A6, A7, A8, A9, B2, B8 A1t/m A12, B2 t/m B12, A1, A5, A6, A7, B2, 5, 8, 10, 11 A1, A5, A7, A1, A5, A7 A1,A2,A3,A5,A6,A7 A8,A9,A10 B1,B4,B3,B10, B11 A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12, B1, B2, B3, B4 Regio Notulist A12 D12 Regio Regio Plotter/ verslaglegger Informatie- Manager zelfde als HSGHOR/RGF Algemeen Commandant Water en Scheepvaartzorg A12 A1, A5, A6, A7, A8, A9, A10, A12 B3, B4, B6, B7, B12, C4, A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12, B1, B2, B3, B4 D1,D2, D12 D12 D12 D1, D2, D12 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

15 RBT Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden Gemeente Gemeente Justitie Brandweer GHOR Politie Gemeente Regio Coördinerend burgemeester (voorzitter) Burgemeesters betrokken gemeenten (Hoofd)officier van justitie Lid Beleidsteam Brandweerzorg Lid Beleidsteam Geneeskundige zorg Lid Beleidsteam Politiezorg (diensthoofd) Lid Beleidsteam Bevolkingszorg Voorlichtings functionaris Regio Plotter A12 Regio Notulist A12 Regio Logboekschrijver A12 Rijkswaterstaat Lid Beleidsteam Water en Scheepvaartzorg A1, A6, A7, A6, A7, B1 A1, A5, A7 A1, A5, A7 A1, A5, A7, A9 A 1 t/m 12 A1, A6, A7 A1, A5, A7 A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12 Meldkamers Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden GMK Centralist A6, A7, A10, A12 B3, B6, C4 GMK KWC KWC Calamiteiten coördinator SAR Mission Controler (duty officer) Watch Officer/ duty officer A6, A7, A12 B3, B4, B6, B7, B11, B12 C4 A1,2,3,5,6,7,8,9, 10, A11. B1,4,3,10,11 A1, A2, A3, A6, A7, A8, A9, A10, A12, B2, B3,B4 B6, B7, B11 C1, C3, C4, C5 D5, D7 D5, D7 D2, D5, D6, D7, Overig Instantie Functionaris Kennis Vaardigheden PCC piket-ambtenaar A5, A7 LCC piket-ambtenaar A5, A7 NCC piket-ambtenaar A5, A7 KWC Air coördinator A6,A7 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

16 2 Deel 2 Oefenen Inleiding Naast de implementatie van het Handboek in de landelijke opleidingen, gaan ook de regio s met deze materie aan de slag. Bij- en nascholing in de vorm van theoretische inleidingen die voorafgaan aan trainingen en oefeningen en natuurlijk de oefeningen zelf zijn daartoe een goede methode. In dit hoofdstuk wordt een handreiking gedaan in de vorm van oefenkaarten (opgenomen in paragraaf 2.1). De volgende multidisciplinaire oefenkaarten zijn opgenomen: Melding & Alarmering Leiding & Coördinatie Veiligheidsprocedures Informatiemanagement Aansluitend worden oefenmogelijkheden aangeboden in volledig uitgewerkte draaiboeken. Deze voorbeelden zijn opgenomen in 2.2. Achtereenvolgens treft u de volgende oefenvormen aan: Oefenvorm Doelgroep Toelichting Draaiboek oefening melding en alarmering Draaiboek Workshop Waterrand Draaiboek de ballenbak - terminologie training Draaiboek real-time oefening Waterrand Centralisten van: GMK s (meldkamers land) Verkeersposten (RWS) Kustwachtcentrum OC- KLPD Driebergen Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders Geen daadwerkelijke inzet. Testen van alarmeringssystemen. Oefenbelasting 0,5 uur per deelnemer Maquette oefening / visuele training. Oefenbelasting 3 uur per deelnemer Bewustwording van verschil tussen land en nautische terminologie. Training in spelvorm Oefenbelasting 0,5 uur per deelnemer Realistische simulatie van een reddingscenario Oefenbelasting 4 uur per deelnemer Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

17 2.1 Multidisciplinaire OTO-kaarten OTO-kaart Melding & Alarmering Het kennen en kunnen toepassen van de melding- en alarmeringprocedures bij hulpverlening op het water Doel Beginsituatie Theorie Multidisciplinair Melding en alarmering Centralisten: VP- RWS, KWC, GMK s en OC-KLPD Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water. Algemeen De centralist kent de melding- en alarmeringsprocedure voor een hulpverlening op het water en kan die (laten) uitvoeren met als resultaat dat de juiste meldkamer, de juiste hulpverlening alarmeert, zodat de juiste partijen binnen de juiste tijd, de incidentbestrijding ter hand nemen. Operationeel 1. De centralist kent de meldkamers die bij een melding van een incident op het water betrokken kunnen zijn. 2. De centralist kent de uitvraagprocedure voor een hulpverlening op het water en kan die toepassen. 3. De centralist kan de alarmering voor de eigen eenheden bij een incident op het water uitvoeren. 4. De centralist kent de procedures om andere dan de eigen eenheden te alarmeren en kan die toepassen. 5. De centralist kent de rol van de andere betrokken meldkamers (o.a. het KWC met betrekking tot SAR inzet op de ruime binnenwateren) en kan die rol naast de eigen verantwoordelijkheden een plaats geven. 6. De centralist kan een adequate informatie-uitwisseling tussen de betrokken meldkamers op gang brengen en onderhouden. 7. De centralisten kent de regionale en bovenregionale afspraken met betrekking tot de gespreksgroepen voor hulpverlening op het water en kan die toepassen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5.. Handboek Incidentbestrijding op het Water Mogelijke opdrachten/ oefeningen Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A De centralist ontvangt een melding van een schipper betrokken bij een incident op het water. De ontvangende centralist past het uitvraagprotocol toe en verwerkt de melding daarna tot een alarmeringsvoorstel op papier. De melding wordt daadwerkelijk doorgemeld aan de andere betrokken meldkamers, die op hun beurt een alarmeringsvoorstel op papier zetten. Opdracht B Beschrijf aan de hand van de terugkoppeling vanuit de andere meldkamers (of van Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

18 de waarnemers) welke hulpverlening uiteindelijk is ingezet en of dit klopte met het oorspronkelijk op papier uitgewerkte inzetvoorstel. Benoem welke oorzaken een rol hebben gespeeld bij het al dan niet effectief alarmeren van de hulpverlening op het water. NB: Dit kan per meldkamer verschillen. Hulp-middelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Opdracht C Deeloefening van een real time oefening. Start na een oefenmelding de alarmering van de eigen hulpdiensten en verzorg de doormelding naar de andere betrokken meldkamers. Koppel de juiste hulpverleners in een (boven)regionale gespreksgroep, zodat de informatie-uitwisseling tussen alle (land en water) partijen maximaal ondersteund wordt. De waarnemers op de meldkamers staan met elkaar in verbinding via een C2000 portofoon. De centralisten gebruiken de voor hun meldkamer gebruikelijke verbindings/ communicatiemiddelen. N.V.T. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur in een gemengde sessie waarbij centralisten uit alle betrokken meldkamers uitgenodigd zijn OTO-kaart Leiding & Coördinatie Het kennen en kunnen toepassen van de leiding en coördinatiestructuur bij hulpverlening op het water Doel Multidisciplinair Leiding en coördinatie Leider-CoPI, OvD en en OSC, Operationeel Leider (evt. ROT leden) Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water. Algemeen De leidinggevende functionarissen kennen hun eigen rol en verantwoordelijkheden, plus die van de andere bij hulpverlening betrokken disciplines en weten die binnen de multidisciplinaire setting toe te passen zodat de hulpverlening op het water en aansluitend op het land adequaat en in samenhang verloopt. Operationeel 1. De leidinggevende functionaris kent zijn rol en verantwoordelijkheid en kan die binnen het CoPI en in samenwerking met de andere disciplines toepassen. 2. De leidinggevende functionaris kent de rol en verantwoordelijkheid van de andere disciplines en kan die binnen de beeld-,oordeels- en besluitvorming (BOB) integreren. 3. De leidinggevende functionaris kan de situatie en risico s op waarde inschatten en neemt de juiste beslissingen ten aanzien van opschaling en inzet. 4. De leidinggevende functionaris stemt af en koppelt zijn acties terug binnen het multidisciplinair overleg. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

19 Beginsituatie Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen 5. De leidinggevende functionaris kent de verbindingsstructuur en weet die op de juiste wijze toe te passen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5.. Handboek Incidentbestrijding op het Water Incidentbestrijdingsplan van het samenhangend risicowatersysteem Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Na een theoretische inleiding wordt met de multidisciplinaire groep leidinggevenden een tabletop oefening gehouden. Op chronologische volgorde wordt een incident nagespeeld. Iedere leidinggevende functionaris geeft aan wie betrokken zouden kunnen zijn, wat zijn inzet zal zijn en welke problemen hij denkt te zullen tegenkomen. In samenhang en samenspel met elkaar dient het incident opgelost te worden.de oefenleiding kan zonodig een time-out geven om op de eerder aangeboden theorie terug te grijpen en die nogmaals aan de hand van het praktijkvoorbeeld aan te bieden. Opdracht B Landrotten en waterratten spreken een andere taal. Middels een spelvorm de ballenbak wordt in multidisciplinaire land- waterzetting steeds aan elkaar de betekenis van een woord gevraagd. Bijvoorbeeld: wat is een knoop (snelheidsaanduiding, knoop in een touw, knoop aan een jas, etc.). Na afloop van de oefening hebben de deelnemers besef van het verschil in terminologie tussen land- en waterhulpverleners. Daarnaast kennen de deelnemers de belangrijkste termen, die noodzakelijk zijn om elkaar te begrijpen. Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Opdracht C Is een real time oefening. Er wordt een daadwerkelijk incident nagespeeld. De leidinggevende functionaris stuurt zijn manschappen aan en stemt af binnen een CoPI onder leiding van een Leider CoPI. De betrokken leidinggevende functionarissen handelen gezamenlijk en in samenhang het incident af. De waarnemers staan met elkaar in verbinding via een C2000 portofoon. De overige deelnemers gebruiken de voor hen gebruikelijke verbindings/ communicatiemiddelen. Tijdens de real-time oefening dient er een veiligheidsdraaiboek te zijn en er zijn veiligheidsfunctionarissen benoemt. Op het water is een veiligheidsboot aanwezig en dragen alle deelnemers een zwemvest of reddingsvest. Op iedere scenarioboot is een duikteam aanwezig om in geval van (no play) problemen handelend te kunnen optreden. Er worden geen personen op brancard van schip naar schip of van schip naar wal overgeplaatst, hiervoor wordt een pop gebruikt. In beschermde natuurgebieden en indien gewerkt wordt met oefenhulpmiddelen voor bijvoorbeeld het scenario milieuramp dient er een MB- wetvergunning aangevraagd te worden. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur oefenen in gemengde sessies waarbij leidinggevenden uit alle betrokken disciplines uitgenodigd zijn. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

20 2.1.3 OTO-kaart Veiligheidsprocedures Het kennen en kunnen toepassen van de veiligheidsprocedures op het water Doel Beginsituatie Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen Multidisciplinair Veiligheidsaspecten OvD s Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding en vaardigheidstraining Opleiding en training Veiligheidsbewust optreden bij incidentbestrijding op het water. Algemeen De OvD is zich bewust van de risico s op het water en kent de veiligheidsprocedures en kan die toepassen. Operationeel 1. De OvD herkent de indicatoren die van invloed zijn op de risico s op het water. 2. De OvD kent de veiligheidsmaatregelen die bij incidentbestrijding op het water horen. 3. De OvD weet de risico s juist in te schatten en op basis daarvan zijn besluit af te wegen Geen 2. Recent afgetekend oefenpaspoort 3. Test parate kennis 4. Waterrandprocedures Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Signaleer aan de hand van beeldmateriaal, de maatgevende indicatoren die in de getoonde situatie van invloed zijn op de risico s op het water en beschrijf welke veiligheidsmaatregelen een OvD moet nemen. Opdracht B Beschrijf aan de hand van beeldmateriaal welke overwegingen een rol spelen bij het al dan niet effectief inzetten van hulpverlening op het water. NB: Dit kan per discipline verschillen. Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Opdracht C Overleg in CoPI verband welke maatregelen per discipline genomen wordt en wat dat voor de totale hulpverlening betekent. Beeldmateriaal en casuistiek Projectieapparatuur N.V.T. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Laat in groepjes beeldcasussen uitwerken. Alternatief: gebruik simulator opleidingsinstituten. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

21 2.1.4 OTO-kaart Informatiemanagement Het kennen en kunnen toepassen van het informatiemanagement bij hulpverlening op het water Doel Beginsituatie Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen Multidisciplinair Informatiemanagement Leider-CoPI, OvD en en OSC, Operationeel Leider (evt. ROT leden) Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water. Algemeen De leidinggevende functionarissen kennen hun eigen rol en verantwoordelijkheden, plus die van de andere bij hulpverlening betrokken disciplines en weten voor wie welke informatie op welk moment van belang is om te delen, met als resultaat dat de hulpverlening op het water en aansluitend op het land adequaat en in samenhang verloopt. Operationeel 1. De leidinggevende functionaris weet welke informatie belangrijk is om met de andere bij de hulpverlening op het water betrokken organisaties te delen. 2. De leidinggevende functionaris weet langs welke weg informatie met andere bij de hulpverlening betrokken organisaties gedeeld kan worden en weet op hoofdlijnen het belang van die informatie voor de ander in te schatten. 3. De leidinggevende functionaris kent de scenariokaarten voor incidentbestrijding op het water en kan die toepassen. 4. De leidinggevende functionaris kent de verbindingsstructuur en weet die op de juiste wijze toe te passen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5.. Handboek Incidentbestrijding op het Water Incidentbestrijdingsplan van het samenhangend risicowatersysteem Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Na een theoretische inleiding wordt met de multidisciplinaire groep leidinggevenden een tabletop oefening gehouden. Op chronologische volgorde wordt een incident nagespeeld. Iedere leidinggevende functionaris geeft aan welke informatie hij of zij nodig heeft en van wie hij dat denkt te kunnen krijgen. In samenhang en samenspel met elkaar dienen op basis van de informatie- uitwisseling een aantal besluiten genomen te worden. Bijvoorbeeld: landhulpverlening gaat wel/niet het water op, een bepaald dorp en deel waterweg wordt wel/ niet ontruimd etc. De oefenleiding kan zonodig een time-out geven om op de eerder aangeboden theorie terug te grijpen en die nogmaals aan de hand van het praktijkvoorbeeld aan te bieden. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

22 Opdracht B Als opdracht A, maar nu krijgen de deelnemers de verbindingsmiddelen die zij ook in het veld zouden gebruiken. Tevens worden de deelnemers naar locatie- indeling in groepen verdeeld (plaats incident, CoPI, ROT) en fysiek van elkaar gescheiden. Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit Opdracht C Is een real time oefening. Er wordt een daadwerkelijk incident nagespeeld. De leidinggevende functionaris stuurt zijn manschappen aan en stemt af binnen een CoPI onder leiding van een Leider CoPI. De betrokken leidinggevende functionarissen wegen dilemma s op basis van informatie-uitwisseling, nemen besluiten en handelen gezamenlijk en in samenhang het incident af. Gebouw met voldoende ruimtes om groepen fysiek te scheiden Verbindingsmiddelen Tijdens de real-time oefening dient er een veiligheidsdraaiboek te zijn en er zijn veiligheidsfunctionarissen benoemt. Op het water is een veiligheidsboot aanwezig en dragen alle deelnemers een zwemvest of reddingsvest. Op iedere scenarioboot is een duikteam aanwezig om in geval van (no play) problemen handelend te kunnen optreden. Er worden geen personen op brancard van schip naar schip of van schip naar wal overgeplaatst, hiervoor wordt een pop gebruikt. In beschermde natuurgebieden en indien gewerkt wordt met oefenhulpmiddelen voor bijvoorbeeld het scenario milieuramp dient er een MB- wetvergunning aangevraagd te worden. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur oefenen in gemengde sessies waarbij leidinggevenden uit alle betrokken disciplines uitgenodigd zijn. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

23 2.2 Voorbeeldoefeningen uitgewerkt Inleiding Door te oefenen wordt de samenwerking bevorderd en raken hulpverleners met elkaars werkwijze bekend. Aan uiteindelijke inzetoefeningen gaan deeloefeningen vooraf, waarbij specifieke processen worden beoefend, zoals bijvoorbeeld het proces Melding & Alarmering en of Leiding & Coördinatie. Dat betekent dat de hier aangeboden oefeningen niet op zichzelf staan, maar als samenhangend geheel kunnen worden aangeboden Draaiboek oefening Melding & Alarmering Inleiding Verantwoording Voor ieder SRWS is een incidentbestrijdingsplan ontwikkeld dat gebaseerd is op de resultaten van Waterrand. In de plannen staan ondermeer richtlijnen voor de wijze waarop de hulpverlening op het water wordt georganiseerd en de wijze waarop samenwerking met hulpverleningsdiensten op het land vorm wordt gegeven. Het SRWS is gemeentelijk ingedeeld gebied en daarom is de burgemeester op dat water verantwoordelijk voor de uitvoering van de hulpverlening. De wijze waarop de hulpverlening bij diverse scenario's is georganiseerd, is vastgelegd in het Incidentbestrijdingsplan... Bij die hulpverlening zijn meerdere waterpartijen en landpartijen betrokken, die niet gewend zijn dagelijks met elkaar samen te werken. Oefenen is bij uitstek een middel om die samenwerking te bevorderen en met elkaars werkwijze bekend te raken. Oefendoelen Het testen van de melding en alarmeringsprocedure zoals die in het IBP (Incidentbestrijdingsplan) van het SRWS is vastgelegd. Het trainen van de uitvoeringshandelingen die behoren bij de aanname van de melding en alarmering van de eenheden en de informatie-uitwisseling tussen de betrokken meldkamers onderling, zodat iedere centralist in staat is om na het aannemen van de melding de juiste eenheden, functionarissen, instanties en Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

24 Specifiek, meetbare oefendoelen andere hulpbronnen te alarmeren en/of informeren. De betroken meldkamers wisselen onderling relevante informatie uit waardoor iedere meldkamer zijn acties tijdig en volgens het IBP SRWS op kan starten. De betrokken meldkamers (GMK, VP, KWC en OC-KLPD) kunnen effectief en tijdig een melding aannemen, verwerken, doormelden en registreren van de gegevens van een incident op het water. De GMK (of het KWC indien het ruim binnenwater betreft) start de SAR-acties op en alarmeert de juiste reddingseenheden, informeert instanties en coördineert de reddingsactie. Doelgroep Centralisten van de Gemeenschappelijke Meldkamers: brandweer, politie en ambulancezorg. Centralisten van de Verkeersposten van de nautisch beheerder. Centralisten van het KWC (indien op ruim binnenwater). Centralisten van de OC- KLPD te Driebergen. Beginvereisten Situatieschets Locatie Tijd Afbakening Scenario De deelnemers zijn bekend met elkaars rol (taken en bevoegdheden). De deelnemers zijn bekend met de het IBP van het SRWS en kennen de afspraken met betrekking tot het proces Melding & Alarmering. Voor deze oefening is een realistisch scenario bedacht, zodanig dat de gestelde oefendoelen gehaald kunnen worden. De deelnemers werken vanuit hun eigen meldkamer. Ten tijde van de oefening geldt de werkelijke tijdsituatie. "Het is zoals het is". De oefening start op aangeven van de oefenleider De alarmering en opschaling gaan tot het daadwerkelijk alarmeren van operationele eenheden en ziekenhuizen. De operationele diensten doen dus niet mee, maar worden op de meldkamers niet daadwerkelijk gealarmeerd. De centralist schrijft op wie gealarmeerd en of geïnformeerd zouden moeten worden en geeft zijn lijst aan de aanwezige waarnemer. Er wordt gestart met een melding van de schipper van een van de betrokken schepen. De schipper meldt dat hij met zijn schip (beroepsvaart) op het..water een aanvaring heeft gehad met een plezierboot Er raken enkele mensen gewond en 4 personen slaan overboord. Door een lekkage ontstaat er een flinke oliefilm op het water. Iets ten zuidelijk van. Lat Long (regionaal in te vullen) Aspecten die bij de inzet aan de orde komen zijn: Er liggen mensen onder en boven water. Uitvoering van SAR. Afstemming van inzet duikers met boten en mogelijk een dregteam. Aan boord zijn mensen bekneld en/of gewond. Alle meldingen aan andere partijen gaan vooraf met de mededeling: Dit betreft een oefening op het... Codenaam:.. De leermomenten van de evaluatie worden meegenomen in de monodisciplinaire oefenprogramma's en de multidisciplinaire eindoefeningen waar dit een deel oefening van is. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

25 Startsituatie oefening De meldkamers zijn normaal bezet. Per meldkamer is een waarnemer aanwezig. Verwacht verloop Nadat de centralist een melding heeft ontvangen, verwerkt hij/zij deze tot een alarmering. De melding wordt doorgegeven aan andere betrokken meldkamers. De te alarmeren eenheden worden op papier gezet en door de waarnemer ingenomen. De waarnemers staan met elkaar in verbinding via telefoon. De centralisten gebruiken de voor die meldkamer gebruikelijke verbindingsmiddelen. Oefenstaf en begeleiding De directie van de organiserende Veiligheidsregio heeft bij oefeningen in het kader van het regionaal oefenbeleid de ambtelijke eindverantwoording voor alle activiteiten in het kader van het multidisciplinair oefenen in die regio. De leiding van de aan de oefening deelnemende disciplines die medewerkers beschikbaar stellen ten behoeve van de oefening zijn er verantwoordelijk voor dat het deelnemend personeel beschikt over de benodigde diploma s / vaardigheden en kennis om de werkzaamheden goed en veilig uit te kunnen voeren. Verbindingen Eindverantwoording Voorbereiding Oefenstaf Oefenleider De oefening wordt bij voorkeur door een multidisciplinaire (land en waterdisciplines) werkgroep voorbereid. De voorzitter wordt door de organiserende veiligheidsregio geleverd. De oefenstaf is tijdens de oefening verantwoordelijk voor het creëren van de randvoorwaarden voor een verantwoorde oefening. Dit houdt het volgende in: Vooraf aan de oefening alle uit te voeren veiligheidsvoorschriften (incl. enscenering) controleren. Ervoor zorgen dat alle bij de oefening betrokken personen het registratieformulier tekenen. Bekend stellen van de veiligheidsinstructies bij alle bij de oefening betrokken personen. De algeheel oefenleider is verantwoordelijk voor: Het geven van het sein start - en einde oefening. Een goed verloop van de oefening. Indien nodig, aanwijzingen geven om de doelstellingen te halen. De praktische inzet van de oefening. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

26 Indeling oefenstaf Oefenstaf Naam Locatie Verantwoordelijkheid Oefenleider GMK.. Controleren of alle waarnemers op hun post zijn. Meldingsberichten geven. Oefening afbreken indien nodig Waarnemer GMK.. Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemer VP Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemer KWC Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemer KLPD- Driebergen Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemer C-GMK Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Tijdschema Datum../../.. Tijd: Wie Activiteit 9.00 Oefenleider Belt met betrokken 5 meldkamers dat er een oefening komt Waarnemers Waarnemers op hun post Oefenstaf 1ste melding via marifoon Verkeerspost Belt de GMK met de melding+lat/long coördinaten Voortgang alarmeringsproces Waarnemers nemen waar op basis van formulier uit bijlage Oefenleider Belt met de waarnemers van de 5 betrokken meldkamers om de belangrijkste aandachtspunten te inventariseren Evaluatie Waarnemen Evaluatie Rapportage procedure Het doel van de totale waarneming is om het verloop zo nauwkeurig mogelijk te reconstrueren. Daartoe wordt bij de betrokken meldkamers een waarnemer geplaatst Zie bijlage..: het waarnemingsformulier. Het verslag wordt per mail verstuurd aan:.(regionaal in te vullen) De evaluatie bevat de volgende componenten als input: Evaluatieformulier, in te vullen door de waarnemer op de deelnemende meldkamers. Lijsten en notities die gedurende de oefeningen gebruikt worden door de deelnemers; Leerpunten: alles overwegende naderhand, de mening van de oefenleiding. De leermomenten van de vorige oefening worden meegenomen als input voor de vervolgoefeningen en maken deel uit van de totale evaluatie van de oefening Waterrand Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

27 Organisatie van de voorbereiding werkgroep De werkgroep die de oefening voorbereid is als volgt samengesteld. Naam Organisatie Bereikbaarheid Veiligheidsregio Tel. Mob. Mail. Kustwachtcentrum Tel. Mob. Mail. Meldkamer Verkeerspost KLPD Driebergen Tel. Mob. Tel. Mob. Mail. Tel. Mob. Mail. Planning Datum Wie Activiteit Voorbereiden oefening 1e bijeenkomst werkgroep Acties om de deelnemers van de oefening op het ingangsniveau te brengen Uitvoeren van de oefening Evalueren van de oefening wordt schriftelijk afgehandeld Nabespreking in de werkgroep "." Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

28 2.2.3 Draaiboek Workshop Waterrand Inleiding Bij de hulpverlening van incidenten op het water zijn veel partijen betrokken die niet dagelijks met elkaar samenwerken. Om de samenwerking te bevorderen is het noodzakelijk dat men elkaars taal spreekt en weet wat men van elkaar kan verwachten. In de preparatie is veel vastgelegd in mono- en multidisciplinaire planvorming, maar dat moet daaran nog bij de operationele mensen gaan leven. Een manier om voorbereid te raken op daadwerkelijke inzet(oefeningen) is het aanbieden van een workshop waarbij de procedures inzichtelijk worden gemaakt door deze in maquettevorm door te lopen en te bespreken. Doelgroep De workshop is bedoeld voor de hulpverleners en centralisten van zowel land als waterpartijen inclusief Rijkswaterstaat en private redders op het water. Oefendoelen Algemeen doel van de oefening is dat de deelnemers voldoende kennis en vaardigheden hebben om effectief deel te nemen aan een operationele oefening waarbij hulpverleners van land- en waterpartijen betrokken zijn. Concrete doelen De deelnemers weten hoe de hulpverlening bij incidenten op het water op hoofdlijnen is georganiseerd. De deelnemers weten de taken en verantwoordelijkheden hun organisatie bij de hulpverlening op het water. De deelnemers hebben inzicht in het te gebruiken verbindingsnetwerk bij een incident op het water. Opzet De workshop bestaat uit twee delen. Deel 1 is een presentatie waarin opgenomen: Verloop enkele incidenten en gesignaleerde verbeterpunten. Bespreking van de werkwijze uit het Handboek Incidentbestrijding op het Water en zoals die zijn vastgelegd in de regionale planvorming. Denk hierbij aan: Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

29 - Melding & Alarmering - Inzet procedures / partijen op het water en op het land - Leiding & Coördinatie, liaison Water - Aanlandingsplaatsen, lokatie CoPI - Informatiemanagement/verbindingsnetwerk - Opschalen en samenwerken - Zorgnormen Als onderdeel van de presentatie kan gebruikt gemaakt worden van de film Incidentbestrijding op het Water Deze is onder andere te downloaden op Deel 2 is een tabletop oefening: Dit is een vorm van maquette oefening waarbij alle deelnemers een plaatje van een aan hun organisatie gerelateerde hulpverleningseenheid krijgen. Dit geldt ook voor de centralisten/operators van verkeersposten, meldkamers en indien relevant het Kustwachtcentrum. Van een voor de regio relevant water wordt een foto ( bijvoorbeeld van Google Maps) op A0 formaat neergelegd. De deelnemers staan rond deze kaart. De trainer schetst een scenario en loopt aan de hand van de "instructie tabletop" het incident door. De deelnemers brengen hun eenheid in als ze daar in de opschaling van het incident voor worden gealarmeerd. Middels time outs kunnen bepaalde aspecten nader worden toegelicht. Bijvoorbeeld het proces Melding & Alarmering, het verbindingsnetwerk, de taken en rol van een OSC enz.. Door alle deelnemers een rol te geven, met daarbij behorend in te zetten materieel, worden ze actief bij de workshop betrokken en uitgedaagd actief mee te denken in de hulpverlening rond het incident. Oefenstaf De oefeningen worden geleid door: - Oefenleider, algehele coördinatie en organisatie. - Docent die de presentatie geeft. - Per workshop een trainer en waarnemer. De waarnemer neemt het verloop van de tabletop waar en signaleert als punten onderbelicht blijven. Organisatie Tijd Onderwerp Werkvorm Inhoud Hulpmiddelen T-45 Oefenstaf aanwezig T-15 Ontvangst met koffie / thee Oefenstaf Badges met groepsindeling Koffie Thee Koek T Welkom, doelstellingen bespreken Oefenleider Plenair Voorbereiding op operationele inzet Kennisnemen van planvorming en ermee kunnen (samen)werken Lokaal ca. 30 personen Handboek incidentbestrijding op het water Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

30 T+10 Kennis nemen Docent Plenair, Presentatie Verloop enkele incidenten en gesignaleerde verbeterpunten. Oplossingen Waterrand zoals is verwoord in (inter)regionale planvorming Power Point presentatie/film Laptop Beamer Scherm Geluid T+35 pauze Koffie Thee Koek T+45 Trainer en waarnemer tabletop Interactief groepen max. 15 personen T+60 Terugkoppeling / Dilemma s bespreken Oefenleider Plenair Verwachtingen inventariseren Inzet procedures en doorlopen aan de hand van beeldvormend materiaal Speciaal aandacht voor de randvoorwaardelijke processen: Melding & Alarmering Op- en Afschaling Leiding & Coördinatie Informatiemanagement Scenario wordt geschetst door trainer en interactief met de deelnemers doorlopen. Sommige deelnemers krijgen opdracht om de rol van een functionaris te spelen. Bijvoorbeeld: de OvDG, de kapitein van een schip, een centralist, OvDP, OvDB, etc. Anderen denken mee (zie foto). Openstaande vragen, highlights en dilemma s van de twee workshops nabespreken Vooruitblikken naar komende operationele oefeningen Onderstaande 2x: Vooraf verdeling deelnemers maken Ruimte voor max.15 personen Tafels tegen elkaar in vierkant opstelling Flipover / Whiteboard Nieuwe stiften Blocnotes, Schrijfmateriaal water, frisdrank, bekers Schilderstape Scenario, melding (incl. positie) A0 luchtfoto geplastificeerd Waterkaarten Verbindingsschema Foto s van eenheden, markeringen Lijst met aanlandingsplaatsen Sitrep formulier Inbreng trainers discussie punten 2 groepen Flip over / white board Stiften T+80 Evaluatie Oefenleider plenair Voor een snelle evaluatie kan de bulls-eye methode worden gebruikt. Relevante vragen zijn: - Heeft u uit de presentatie nieuwe kennis opgedaan? - Sprak de werkmethode van maquette u aan? - Voelt u zich voldoende voorbereid om uw taak bij een incident op het water uit te voeren? - Was het tijd tempo goed? Evaluatie formulier (bulls eye, vragen formulieren) Stiften Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

31 Table top voorbeeld met enkele rolfiguren Incident ontwikkeling Actie oefenleider Beschreven in planvorming Incidentbestrijdingsplan.. 1. T = 0 Er komt een melding binnen van de schipper van een vissersboot dat hij een aanvaring heeft gehad met een andere boot en zwaar beschadigd is. 1. Waar komt de melding binnen 2. Zet op de kaart een ster waar het incident plaatsvindt. (Laat de deelnemers elkaar vertellen wat de positie is en deze op de waterkaart aanwijzen) - VHF.. naar VP (- VHF 16 naar KWC) (- VP -> KWC per telefoon) - VP -> GMK per telefoon - GSM -> 112 Driebergen -> KWC of GMK afhankelijk van locatie waar incident plaats vindt. 2. Van wie is het incident? De burgemeester van dat gemeentelijk ingedeeld gebied. 3. T+2 4. T+5 VP (en/of KWC ) krijgt melding binnen en wil weten wat de situatie bij het andere schip is. Wat is nodig voor een complete beeldvorming? (Via vraag en antwoord van het uitvraagprotocol toepassen Laat de mensen meeschrijven) Wie en wat wordt er gealarmeerd? (Laat vertegenwoordigers van de organisaties zelf aangeven wat ze zouden Uitvraagprotocol Wie, Wat, POB, 2 Geen gewonden paling aanvaring met charterschip,.. lekt brandstof Waar, Lat nb Long el Wanneer. zojuist Door KWC -> KNRM boten - VP -> boot naam, - KLPD Driebergen > P.. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

32 doen of nog moeten weten Als een organisatie vergeten wordt, dit even zo laten.) Leg de genoemde eenheden op de kaart.) - GMK -> "eventueel boot naam", reddingsbrigade en KNRM Door GMK 1 -> info GMK buurregio 5. T+5 Welke processen zijn er dan gestart? Hoe lang duurt het voor de eerste reddingsboot uitvaart? SAR Ca. 10 min. 6. T+6 7. T+ 8 Er komt een tweede melding binnen van het charterschip. De schipper koos ervoor eerst de situatie aan boord te inventariseren en hulp te bieden aan personen die overboord zijn gevallen. 8. Wat betekent dit voor de KWC operator GMK centralist 9. Er wordt opgeschaald 10. T+9 GMK overlegt met dienstdoende HOvD. Besluit opschalen naar GRIP 1 Wijzen op de term POB. (Er is verschillen tussen gasten, begeleiders, bemanning, schipper. POB (persons on board) geeft het echte aantal opvarenden aan.) Bijstellen beeldvorming. Wat zijn de gevolgen? ( Er is een beknelling dus de brandweer moet ter plaatse komen. Hoe wordt dat geregeld? Verder moet geanticipeerd worden door het tijdig afstemmen waar de aanlandingsplaats is. ) De oefenleider laat op basis van voorstaande info door de KWC operator aan de centralist GMK vragen om een ambulance. Wat gaat de centralist doen? Wat wordt er aanvullend ingezet? KWC of GMK/ OvD-B zorgt ervoor dat een liaison-sar komt. (Antwoord. Wordt voorgesteld duikers in te zetten. Wat wil je ermee bereiken? Wie bepaalt dat?) Wie moet er worden geïnformeerd dat het GRIP 1 is. (Deelnemende centralist laten beantwoorden). Uitvraagprotocol Wie, schipper Tjibbe van charterschip Eensgezindheid roepletters marifoon; PG 6565, Wat, 38 passagiers ( 3 bemanningsleden) Meerdere gewonden, 3 personen overboord 1 persoon bekneld Aanvaring en maakt water Waar,, Lat nb Long el Lat: Wanneer. Zojuist Opschalen. Voor ruim binnenwater geldt dat op basis van melding "gewonde" het KWC een heli met arts stuurt. Volgens Handboek overweeg GRIP 1 KWC informeert GMK en alarmeert extra eenheden. Op de andere binnenwateren zal de brandweer de procesverantwoordelijke partij zijn. Ambulance(s) Mensen overboord > duikers volgens IBP Aanvraag via GMK, mogelijk op verzoek van KWC of VP Inzet o.l.v. duikploegleider en in overleg met OSC GRIP 1; naast OvD n de OvD-W (waargenomen door de liaison SAR) GMK moet KWC informeren!!! GMK meldt GRIP 1 aan alle bij het Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

33 incident betrokken eenheden. 11. T+10 boot naam" vaart uit. Meldt zich in en bij VP (KWC) Meldt zich direct weer uit bij GMK 1. Meldt zich conform inmeld- procedures bij GMK 2 "boot naam" komt vanuit andere regio. Welk bericht krijgt hij mee van het VP, GMK of KWC. (meestal is er al vooraf telefonisch contact geweest tussen botenhuis en centralist) Hoe lang duurt het voor de "boot naam" bij het incident kan zijn? Beschrijving incident en gealarmeerde eenheden Volgens C2000: Bij een andere regio inmelden via het externe inmeldkanaal van de brandweer. Voor regio 2. is dat -ext-inmeld. Dan wordt door GMK 2 een kanaal toegewezen. 12. T+12 Politieboot P.. meldt zich in. Is over 12 minuten ter plaatse. Waar meldt de P.. zich in? GMK, KLPD, KWC Wie wordt er OSC? Wie bepaalt dat? Voor ruim binnenwater geldt: In IBP wordt naar OPPLAN SAR verwezen. SAR-mission coördinator (=duty-officer) wijst KWC wijst de "boot naam" aan als OSC. Voor deze oefening wordt dat nu politieboot P.. Voor de overige wateren geldt dat de brandweer de procesverantwoordelijke partij is en de OSC aanwijst Samenvatting Keuze momenten Hoe weet de P.. dat het GRIP 1 is en wat zijn de consequenties van GRIP 1? Ingaan op de overwegingen van aanwijzing OSC. Hoe wordt ingespeeld op het gegeven dat er een beknelling is? ( Overwegingen: Boot 1 doet er 8 min. En boot 2 met zijn 9 knopen 24 minuten ) Door GRIP 1 - komt is er een eenhoofdige leiding, die gaat over de hulpverlening op het land en op het water. LCoPI vertelt niet hoe, maar wel wat er moet gebeuren. - is er gecoördineerde acties op het land mogelijk die aansluiten bij de acties op het water. 13. T+13 Overige (reddings)boten varen uit. Laat ze elke deelnemer de boot van zijn eigen organisatie op de kaart zetten. Reddingsboot, blusboot, RWS-boot, politieboot enz. 14. T+19 Boot 2 ter plaatse gaat aan boord van "Eensgezindheid". Meldt bijzonderheden - 3 mensen overboord 2 in zicht, 1 niet. - 3 gewonden. Bekneld bloedend boven been,veel pijn Ernstige brandwonden wordt gekoeld door bemanningslid. Aan wie en hoe meldt boot 2 zijn bevindingen? Vragen aan deelnemer boot 2 Optie: Als boot 2 niet heeft meegekregen dat er een OSC is dan via 16 aan KWC Anders via 67 aan OSC. Wie beoordeelt de slachtoffers? De bemanning van de boot 2. (Later de arts van de Kon. Marine ) Gezien de aanvaartijd zal boot 2 als eerste ter plaatse zijn. Voor ruim binnenwater geldt dat in het IBP wordt verwezen naar OPPLAN SAR. KWC wijst "boot naam" aan als OSC. Voor overige wateren is geregeld dat de brandweer de procesverantwoordelijke partij is die de OSC aanwijst. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

34 Slagaardelijke bloeding, wordt gestelpt door andere opvarende. T+20 1 e ambu ter plaatse Welke info hebben ze van de GMK meegekregen? Waar gaat de ambu staan? Wat gaat de ambu-bemanning doen? (Blijven op de wal als het te onstuimig weer is. Water wordt dan beschouwd als onveilig gebied.) Zorgnormen en IBP geven aan dat ambu personeel alleen het water op gaat als dat de gezien de omstandigheden verantwoord is. 15 T+24 Politieboot P.. ter plaatse Wat gaat de schipper van de P.. doen? Hij is OSC en zal nu worden uitgedaagd om aan te geven hoe hij wil dat de eenheden op het water worden ingezet. Met wie deelt de schipper zijn informatie? Met de VP en (ruim binnenwater) het KWC en zolang er nog geen CoPI is ook met het GMK. Wordt er al vooruitgedacht over een aanlandingsplaats? Informatie delen met 16. T+25 Alle waterpartijen ter plaatse T+26 Boot 3 heeft de 2 overboord geslagen opvarenden gered. 1 persoon vermist. T+28 Pompen van hulpverlening worden aan boord gebracht van de charter T+30 OSC constateert teveel nieuwsgierige pleziervaart ligt in de weg. Laat de deelnemers hun eenheid plaatsen. Waar meldt de RWS boot zich in? Wat gaat de OSC met de RWS boot doen? De RWS boot; - gaat i.o.m. OSC brandstoflekkage opnemen - is tevens mobiele verkeesleider en kan scheepvaartverkeer aanwijzingen geven en/of via CMIJ periodiek scheepvaartbericht uit laten gaan.. Wie is verantwoordelijk voor het nautisch verkeersmanagement? RWS boot kan actie ondernemen is immers ook mobiele verkeersleider. T+32 Alle landpartijen Waar wordt de COH geplaatst. Bij de aanlandingsplaats als deze bekend is. Proces van RWS, De RWS boot is voor verkeersbegeleiding in te zetten. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

35 T+35 Samenvatting Welke partijen zijn erbij betrokken? Wanneer is waar welke beslissing genomen? - Aanwijzen OSC - Opschaling naar GRIP - Inzet brandweer transport - Inzet brandweerduikers - Anticiperen op aanlandingsplaats - Is dit ook opstelplaats - Verpleegkundige gaat niet het water op Contact loopt via de OvD-W - Triage door KNRM Hoe worden de partijen aan elkaar verbonden? T+40 Ovd-w (SARliaison) neemt contact op met OSC om beeldvorming en voortgang af te stemmen. T+42 De 2 geredde personen worden door "SIMAC" aan land gebracht. "Frans Verkade" brengt de 2 gewonde opvarenden aan land. T+45 Eerste CoPI overleg Hoe ziet het netwerk van actoren er uit? Verbindingsnetwerk en informatiestroom bespreken. Hoe is leiding en coördinatie opgebouwd? Wie zitten er in het CoPI? Waar houdt het CoPI zich mee bezig? - beeldvorming - waar zijn ze voor en van - wat gaan ze daarvoor doen Blijft het GRIP 1? Bespreek factoren die van invloed zijn op GRIP. Informatiemanagement IBP Bemensing CoPI Volgens Waterrand en IBP worden de nautische processen in het CoPI door een OvD-W ingebracht. Zover is het nog niet en tot die tijd en worden de SAR processen door een SAR-Liaiason van de KNRM ingebracht (opkomsttijd 30 min, alarmering door KWC) RWS levert nog een OvD-RWS voor hun processen waaronder milieu en scheepvaart. (opkomsttijd minuten ) KLPD waterpolitie levert een chef van dienst voor opsporing en handhaving (opkomsttijd minuten ) Opschalen Effecten naar land, opvang grote groep mensen. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

36 T+ 47 Heli ter plaatse. Heeft contact op 67 met de OSC. Arts wordt op boot 4 neer gezet en aan boord van de charter gebracht. De "Eensgezindheid" gaat meer water maken. Nadat de arts is ingezet, gaan de boot 4 en boot 5 starten met evacueren van de "Eensgezindheid". Voor ruim binnenwater geldt; Arts blijft communiceren met de OSC op 67. Voor overige wateren worden slachtoffers aan wal gebracht eventueel komt de lifeliner ter ondersteuning van de ambulance personeel. T+50 OvD-W(SARliason) neemt contact op met OSC om beeldvorming en voortgang af te stemmen. Nafase Wanneer overgaan van redden naar bergen Wie bepaalt dat en wat zijn de gevolgen. Op ruim binnenwater is OSC op het water. Op overige kleinere wateren is de functie van OSC vaak onder gebracht in het CoPI. Voor ruim binnenwater geldt dat; SAR mission coördinator van het KWC bepaalt i.o.m. OSC De KLPD wordt dan verantwoordelijk voor de uitvoering Middelen zijn ondermeer dregteam KLPD, SOAD, KNRM kan ondersteunen. KLPD bepaalt wanneer gestopt wordt. RWS is verantwoordelijk voor opruimen en afzetten. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

37 2.2.4 Draaiboek De Ballenbak - terminologie training Oefenleider handleiding "De Ballenbak" Benodigd Opstelling Bak met balletjes met daarin de opdrachten (zie bijlage: terminologie) Flipover-vellen met stiften, Afplakband Waterkaart SRWS 16 personen rond een tafel. Doel - Kennis te nemen van de terminologie van andere disciplines. - De workshop moet een bijdrage leveren aan de teamvorming en de versterking van de onderlinge samenwerking. - De vaardigheden om te communiceren in woord en beeld wordt beoefend. Doelgroep CoPI leden Tijd Lesopbouw Ballenbak Het programma heeft een competitie element en wordt geleid door een spelleider. De spelleider geeft ruimte voor discussie en kennisoverdracht. Er worden 4 teams van 3 tot 4 personen gevormd. Een deelnemer uit een team neemt een bal en leest in stilte de opdracht die erop staat. Wanneer de deelnemer de term niet kent mag hij zijn teamgenoten bevragen. (De discipline waar de term vandaan komt staat bij de vraag). Wanneer ze er als team niet uitkomen, wordt de vraag hardop gelezen. Iedereen mag dan antwoorden. Bij de vraag om iets te tekenen, mag het hele team bijspringen. De spelleider houdt de score bij op een flipover. Weet de deelnemer direct het antwoord 3 punten Weet het team het antwoord 2 punten. Als een ander team het antwoord weet krijgt het 1 punt. Bij de opdracht "teken." moeten de andere leden raden wat het is. 2 punten voor het team dat tekent als het goede antwoord gegeven wordt. 1 punt voor het team dat het goede antwoord geeft. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

38 Voorbeelden voor input Ballenbak Terminologie Discipline Definitie BLEVE Brandweer Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion --> Explosie ten gevolge van het bezwijken van een drukhouder; bij brandbare vloeistoffen meestal gevolgd door een explosieve verbranding van de ontstane gaswolk en een brand van het overblijvende deel van die vloeistof. Brand meester Brandweer De brand is onder controle, breidt zich niet verder uit richting omliggende panden, ook is zeker dat zich geen slachtoffers meer in het pand bevinden. Brand meester betekent dus niet dat de brand al uit is. Het nablussen kan nog een paar uren duren. Flash-over Brandweer Verschijnsel tijdens de ontwikkeling van een brand in een ruimte waarbij door ontbranding van gasvormige ontledingsproducten die ruimte plotseling geheel in brand staat WTS 2500 Brandweer Groot watertransport: 6 duims-slangen die zijn aangesloten op een dompelpomp. Een WTS 1000 is maximaal 1 km lang, WTS 2500 max. 2,5 km. Bouwlaag, woonlaag, verdieping, etage Brandweer/ Politie Bouwlaag. Een bouwlaag is een deel van een gebouw zoals de begane grond en verdieping. Een kelder of een ruimte onder de kap is geen bouwlaag. Woonlaag. Een woonlaag is een deel van het gebouw, waar verblijfsruimtes (woonkamer, keuken, slaapkamer, etc.) zijn gelegen. Verdieping. Ruimte tussen twee vloeren van een gebouw. Etage. Laag van een gebouw. In Nederland wordt meestal gesproken over etages, in België worden ze verdiepingen genoemd. De laag op de begane grond, dus nagenoeg gelijk aan het maaiveld, wordt meestal niet etage genoemd, het is evenwel een gelijkvloerse verdieping. De eerste etage of eerste verdieping is de tweede laag, de tweede etage of tweede verdieping is de derde laag enzovoorts. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

39 Terminologie Discipline Definitie METHANE bericht GHOR is een 1 ste informatie en bepalend voor snelheid en doeltreffendheid response: M= Major incident E= Exact location T= Type of incident H= Hazards A= Acces N= number of casualties E= Emergency services Triage klassen GHOR T1, T2, T3 T staat voor triageklasse. (classificatie van gewonden naar prioriteit voor behandeling.) T1 slachtoffer moet onmiddellijk gestabiliseerd worden rood T2 Slachtoffer moet binnen 6 uur een chirurgische of geneeskundige interventie nodig hebben geel T3 De behandeling van het slachtoffer kan zonder gevaar zes uur uitgesteld worden. - groen De kleuren zijn terug te vinden op de Slachtofferregistratiekaart. de kaart die slachtoffers krijgen omgehangen na de 1 e triage op het rampterrein. (dus rood, geel of groen) Gewondennest GHOR Een verzamelplaats van gewonden waar (aanvullende) geneeskundige hulpverlening en secondaire triage plaats vindt. Geneeskundige combinatie GHOR Bestaat uit twee voertuigen met ieder een aanhanger waarin (aanvullende) middelen zitten om slachtoffers 4 uur te kunnen behandelen. In de GNK-C beschikt over een basisuitrusting die voldoende is voor een inzet gedurende 4 uur en maximaal 12 slachtoffers per uur. De bemanning van de GNK-C bestaat uit 2 Ambuteams (die geen vervoerstaak hebben), een MMT (Mobiel Medisch Team), een Sigma teamleider, 7 Sigmaleden en 1 HGN of OvD-G. Octopus GHOR ICT programma welke een actueel en dynamisch overzicht van beschikbare ambulances geeft, waaruit ambulancebijstand betrokken kan worden. Opvangcentrum/ Behandelcentrum Gemeente/GHOR Slachtoffers en evacués die kunnen lopen worden opgevangen in een opvangcentrum. Onderdeel van het Opvangcentrum kan zijn een Behandelcentrum. Huisartsen en of EHBO-ers behandelen in het behandelcentrum (licht) gewonde T3 slachtoffers. Rampenzender Gemeente De radio-tv zender die door de overheid gecontroleerde informatie geeft over de ramp. In NHN is dat TV-Noord-Holland Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

40 Terminologie Discipline Definitie Noodbevel Gemeente Noodbevel. Artikel 175 gemeente wet Lid 1. In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen of zware ongevallen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken. Een noodbevel is bedoeld om de openbare orde in een specifieke situatie op een concrete plaats te herstellen. Overtreding van een noodbevel is strafbaar op grond van art. 184 WvSr. Voor handhaving van het noodbevel kan de politie worden ingezet. Noodverordening Gemeente Noodverordening. Artikel 176 Lid 1. Wanneer een omstandigheid als bedoeld in artikel 175, eerste lid, zich voordoet, kan de burgemeester algemeen verbindende voorschriften geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn. Een noodverordening is bedoeld om de openbare orde over een langere periode af te dwingen. De verordening kan betrekking hebben op meerdere gevallen en personen en kan gelden voor het grondgebied van de hele gemeente. Overtreding van een noodverordening is strafbaar op grond van art. 443 WvSr. Voor handhaving van de noodverordening kan de politie worden ingezet. USAR Gemeente/politie Urban Search and rescue team is de Nederlandse bijstandseenheid voor het zoeken en redden van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen in binnen- en buitenland. Ca(l)Co Meldkamer Calamiteitencoördinator Patch Meldkamer Dit is een door de meldkamer gemaakte koppeling van C2000 gespreksgroepen zodanig dat eenheden zonder te schakelen met elkaar kunnen communiceren terwijl men in verschillende gespreksgroepen staat Communicator Meldkamer De Communicator is een belcomputersysteem waarin scenario s voorbereidt zijn en de desbetreffende functionarissen naar aanleiding van een scenario s door de computer gebeld worden en hun opkomst al dan niet kunnen bevestigen middels het invoeren van toetsopdrachten Waarom vanaf GRIP 1 naar RMG-01 Meldkamer Aangezien alle nautische eenheden zich in RMG-05 inmelden kunnen zij ` andere lopende incidenten verstoren. Derhalve worden nautische incidenten geïsoleerd in andere RMG groepen zoals RMG-04, 03 en 02 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

41 Terminologie Discipline Definitie Wat gebeurt er bij de meldkamer bij een noodoproep? Wat gebeurt er op de meldkamer als GRIP wordt gegeven? Meldkamer Meldkamer Afhankelijk van de gespreksgroep waarop dit gebeurd worden alle C2000 bedienplekken geopend met een luide alarmtoon. In GMS wordt automatisch een nieuw incident aangemaakt en de betreffende eenheid automatisch gekoppeld met status 2. Het C2000 blijft gedurende ongeveer 15 seconden op luisteren staan. Het randapparaat van de betreffende eenheid staat deze periode op zenden waardoor alles wat de noodgever zegt, beluisterd kan worden. Na een noodoproep dient de gebruiker het randapparaat weer te resetten anders blijft de noodoproep binnenkomen. In GMS wordt de term nb GRIP 1 ingevoerd. Dit genereert een inzetvoorstel waarbij alle functionarissen en piketcentralist, behorend bij een GRIP 1 gealarmeerd worden. Ook wordt de communicator geactiveerd met het scenario GRIP 1 van de betreffende gemeent ETA KNRM / Politie Estimated time (of) arrival Verwachte aankomsttijd Condenstaatschepen Beroepsvaart Tankers met giftig en zeer brandbare restproducten van de NAM. Varen van de NAM door het NH-kanaal door de sluis in Den Helder de Waddenzee op naar Den Oever. In Den Oever door de Stevinsluis naar Enkhuizen en verder. OSC Algemeen On scene coördinator. Commandant en of coördinatiecentrum ter plaatse (vaak een reddingsboot). Kustwacht KWC De Nederlandse Kustwacht, ingesteld op 26 februari 1987, is een samenwerkingsorganisatie van zes ministeries. Verkeer en Waterstaat, Defensie, Justitie, Financiën, Landbouw Natuur & Voedselkwaliteit en Binnenlandse zaken, ten aanzien van dertien operationele overheidstaken op de Noordzee. Voor de uitvoering van deze taken worden varende en vliegende eenheden ter beschikking gesteld door de participerende diensten. De beleidsmatige verantwoordelijkheid is in handen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de operationele leiding van het Kustwachtcentrum is in handen van de Koninklijke Marine. Het Kustwachtcentrum heeft een 24-uurs bezetting en fungeert als centraal meld-, informatie- en coördinatiecentrum en is tevens het Nationale Maritieme- en Aeronautische Redding Coordinatie Centrum (RCC). De meldkamer van de kustwacht is leidend bij reddingen op zee en op het IJsselmeer Opvarenden Algemeen Mensen die aan boord van een schip zijn. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

42 Terminologie Discipline Definitie POB Algemeen Persons on board Slachtoffers GHOR: Alleen mensen die gewond zijn. Gemeente: Gedupeerden. Politie: betrokken bij een delict/incident Wantij Waddenzee Droge plek in het gebied waar niet overheen kan worden gevaren. Ligt tussen twee diepere plaatsen in. Droogte Waddenzee Plek waar te weinig diepgang is om te varen. Toren Vuurtoren TEV Politie Team explosieven verkenning Onderdeel van de politie. Gaat als eerste een verdacht pakket verkennen. SGBO Politie Staf grootschalig en bijzonder politie optreden. Dit is de staf die multidisciplinair de grootschalige politieprocessen aanstuurt. Driehoeksoverleg Politie Het overleg tussen een burgemeester en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, in aanwezigheid van een politiechef, dat gericht is op beleidsafstemming voor opdrachten aan de politie. P49 Politie De surveillance boot van de politie. Standplaats Den Helder RIT Politie Rampen indentificatieteam Rampenzender Voorlichting In Nederland bestaan dertien rampenzenders. Dit zijn de publieke regionale omroepen. Deze zenders houden de burgers op de hoogte als er een ramp in hun regio gebeurt. Anders gezegd: de regionale publieke omroep is de aangewezen 'rampenzender' voor Nederland. Afgesproken is dat zowel in het acute geval van een dreiging van gevaar, als voor het op de hoogte houden van de bevolking, de publieke regionale omroepen als rampenzender fungeren. In het geval van de regio Groningen is dit TV Noord. Regionaal ijkpunt noemen bijvoorbeeld: De Vlieter Naam baken of vuurtoren [regionaal invullen] SAMIJ Voorbeeld is: 2 mijl = ca. 3,5 km ten zuiden van het monument (Vlieter) op de Afsluitdijk. Vuurtoren [locatie invullen] Naam schip.. KNRM Reddingsboot van de KNRM [regionaal invullen] Thuishaven is. OSC KNRM / KWC On scene coördinator 1 mijl KNRM 1852 meter 1 knoop KNRM Mijl/uur = 1852 m/ uur Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

43 Terminologie Discipline Definitie Zorgnorm KNRM KNRM Binnen 30 minuten met een reddingsboot aanwezig op de haar toegewezen gebieden. Waddenzee in 1-3/4 uur personen IJsselmeer 1-3/4 uur personen SRWS:..uur..personen Bollen RWS Ondiepte tussen Den Oever en Texel MS [ noem naam regionaal schip] RWS Motorschip voor het leggen van betonning, ongevallen- en oliebestrijding. Thuishaven:. Oilboom RWS Olie absorberende "worsten" die op het water blijven drijven Noord-Kardinaal RWS Type boei, scheepvaart wordt geacht daar via de Noordzijde te passeren Vaarwegmarkering RWS Stelsel van boeien en borden op en langs het water Taken RWS RWS Nautisch verkeer regelen Zorgdragen voor Vaarwegmarkering Reguleren Waterkwantiteit Zorgdragen voor waterkwaliteit Bij Incidenten - bestrijden van vervuiling maakt daarbij gebruik van netwerk van aannemers Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

44 2.2.5 Draaiboek real-time oefening Waterrand Algemeen Inleiding Voor het SRWS.. is een incidentbestrijdingsplan ontwikkeld, dat is gebaseerd op de resultaten van het Handboek Incidentbestrijding op het Water. In de plannen staan ondermeer richtlijnen voor de wijze waarop de hulpverlening op het water wordt georganiseerd en de aansluiting daarvan op het land. De implementatie van dit IBP wordt mede ondersteund middels een aantal oefeningen rond dit thema. Verantwoording Het SRWS.. is gemeentelijk ingedeeld gebied en daarom is de burgemeester op dat water verantwoordelijk voor de uitvoering van de hulpverlening. Bij die hulpverlening zijn meerdere water- en landpartijen betrokken, die niet gewend zijn dagelijks met elkaar samen te werken. In het incidentbestrijdingsplan.. is vastgelegd op welke wijze de hulpverlening bij diverse scenario's is georganiseerd. Door te oefenen wordt de samenwerking bevorderd en raken de hulpverleners met elkaars werkwijze bekend. Type oefening De totale oefening "Waterrand" bestaat uit meerdere oefeningen met de volgende functies: o o Testen van het incidentbestrijdingsplan.. Beoefenen structuur van leiding en coördinatie. Inzet Datum:.././. Locatie: Tijd: tot ca Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

45 Operationele oefendoelen Inleiding Oefendoelen multidisciplinair Bij deze oefeningen kunnen de deelnemers ervaring opdoen met het optreden in multidisciplinair verband bij incidenten op het water. De nadruk ligt op de samenwerking tussen de hulpverleningsdiensten op het land en die op het water. Cruciaal daarbij is de wijze waarop het CoPI samenwerkt met de OSC op het water en het gebruik van verbindingsstructuren. Het doel van de oefening is inzicht te krijgen of beschreven procedures uit het Incidentbestrijdingplan voldoen: melding en alarmeringsysteem; opschaling; plaatsbepaling incident; plaatsbepaling slachtoffers (aanlandingsplaats); verbinding/communicatiestructuur; structuur van leiding en coördinatie; toepassing netwerkkaarten; samenwerking. Oefendoelen leider-copi Informatie verkrijgen over het incident op het Water Samenwerken met een Liaison SAR/ of OvD-W Sturing geven aan een incident op het water Afstemmen van de inzet op het land met het verloop van de hulpverlening op het water. Doelgroepen Mono-disciplinair Hoewel het een multidiscplinaire oefening is, biedt het scenario voldoende mogelijkheden om de eigen organisatie: - Op zijn inzet en onderlinge samenwerking te beoordelen. - Leren wat de verschillende taken rollen van partijen bij hulpverlening op het water zijn. Meldkamers - De centralist alarmeert en/of informeert na het aannemen van een melding de juiste eenheden, functionarissen, instanties en andere hulpbronnen. - De meldkamers informeren elkaar over de voorgang van de afhandeling van het incident. KWC of OvD-B Het Kustwachtcentrum (ruime binnenwateren) of de OvD-B (overige wateren): a. is in staat om het communicatieplan met de SAR eenheden uit te voeren; b. is in staat om de taak van Sar Mission Commander (=KWC) uit te voeren ; c. is in staat om een SAR proces te leiden; d. wijst een OSC aan. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

46 Rijkswaterstaat Beoefenen van de taken van bestrijdingsvaartuigen en van de verkeersleiders van RWS plus de samenwerking met de andere betrokken mee. KNRM Geeft uitvoering aan het proces SAR De OSC past de verbindingsprocedures toe om: - optimaal geïnformeerd te zijn, voordat hij bij het incident is; - gedurende het verloop van het incident de acties af te stemmen met het CoPI; - middels een liaison SAR in het CoPI een volwaardige bijdrage in het CoPI te leveren. Brandweer OvD-B: - geeft sturing aan het brandweeroptreden op land en op het water; - stemt de brandweer acties af in het CoPI. Politie/KLPD KLPD schipper: - stemt met KWC en KNRM schipper af, wie waar OSC is. GHOR OvD-G: - brengt geneeskundige kennis in het CoPI; - communiceert met Liaison SAR over de toestand van de gewonden aan boord. Doelgroep en deelnemende eenheden Inleiding De oefening staat open voor iedere organisatie die regelmatig bij incidenten op het SRWS.is betrokken. Deelnemers De oefening wordt georganiseerd voor de volgende deelnemers per oefening: Organisatie: Meldkamer Verkeerspost.. Meldkamer C- VR Kustwachtcentrum KLPD Driebergen Rijkswaterstaat KNRM Regio Gemeentelijke Brandweer KLPD Waterpolitie Politie GHOR Reddingsbrigade. CoPI-leden (inclusief plotters) Aantal: 1 centralist, 2 CaCo's 1 centralist 1 centralist 1 centralist 1 centralist 1 OvD-RWS 1x volledig bestrijdingsteam (OVD+ schip met bemanning) per oefendeel Liaison SAR in CoPI, Materieel op het water 1 OvD-B + 1 waarnemer 1 LCoPI + 1 waarnemer 1 bevelvoerder + TS bemanning +1 waarnemer Blusboot en opvarenden 1 boot met 4 bemanningsleden OvD-P + basispolitiezorg OvD-G, 1 ambulance 1 boot.. Volledig met 3 plotter/centralisten Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

47 Opzet van de oefeningen / situatieschets Inleiding Voor deze oefening is een incident uitgewerkt dat goed voorstelbaar is en waarbij de te beoefenen doelen goed waarneembaar zijn. Locatie De inzetoefening vindt op datum. plaats op het lokatie. Voorbeeld: Locatie 1: Weer De meteorologische omstandigheden van het moment van de oefening zijn van toepassing op de oefening zelf. "Het is zoals het is". Tijd Ten tijde van de oefening geldt de werkelijke tijdsituatie. "Het is zoals het is". Scenario Een vissersboot (1) vaart met een schipper en zijn maat op het... Ze hebben lange dagen gemaakt en de maat ligt te slapen. Opeens hapert de motor en valt uit. De schipper kijkt nog eens goed om zich heen en gaat naar het motorruim. Ondertussen verlegt een vissersboot (2) met 10 opvarenden (schipper, maat en 8 sportvissers) zijn koers en komt op ramkoers te liggen met vissersboot 1. De schipper heeft wat meegedronken met de gasten en is minder scherp dan normaal. Hij denkt nog wel achter vissersboot 1 om te kunnen. Omdat hij wordt afgeleid komen de schepen met elkaar in aanvaring. Het gevolg is: Vissersboot 1; 2 opvarenden Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

48 De schipper is van de trap gevallen en licht bewusteloos in het motorruim. De maat is wakker geschrokken, heeft zijn hoofd gestoten en heeft flinke hoofdpijn. Hij staat verdwaasd aan dek en is zijn schipper kwijt. Het anker van de andere boot heeft een gat gemaakt in de romp waardoor dieselolie uit de brandstoftank stroomt. Vissersboot 2; 10 opvarenden waarvan 3 personen over boord Ten tijde van de aanvaring voer de boot op de "autopilot". Hierdoor is de boot nog 500 meter doorgevaren en is verderop voor anker gegaan. Op de boot heerst paniek, omdat er mensen overboord zijn geslagen en er zijn een aantal personen gewond geraakt. 3 Opvarenden stonden op een verhoging om te zwaaien naar vissersboot 1. Deze drie personen zijn door de klap overboord gevallen. Twee personen blijven drijven bij de boot met hun reddingsvest. Omdat de 3e persoon geen zwemvest aan wilde trekken is hij direct gezonken nadat hij in het water was gevallen. Een zware laadboom o.i.d. is door de klap verplaats en heeft 1 persoon bekneld. In de keuken stond iemand heet water in te schenken, hij heeft dit over zijn handen heup en bovenbeen gekregen. Een van de vissers stond vis te fileren tijdens het ongeval en heeft zichzelf een hevig bloedende snee in de onderarm bezorgd. De schipper van vissersboot 2 meldt de aanvaring aan de verkeerspost op kanaal... Daadwerkelijke melding wordt door de oefenleiding uitgevoerd. Startsituatieoefening De aanvaring heeft net plaatsgevonden en de oefening start op aanwijzing van de algemeen oefenleider met een melding van het incident naar de verkeerspost... (Oefenbegeleider staat in de stuurhut van vissersboot 2 bij de schipper.) Locatie: lat/long Melding & Alarmering De oefenbegeleider op vissersboot 2 meldt op marifoonkanaal..aan de VP dit betreft een melding in het kader van oefening Waterrand : tekst aanpassen aan regio.. Het verloop van de melding en alarmering wordt door de oefenstaf bewaakt. Verwacht verloop oefening De hulpverleningsdiensten op het water en land worden gealarmeerd/geïnformeerd overeenkomstig de inzetvoorstellen uit het Incidentbestrijdingsplan.. Op basis van de melding zal brandweer.. ter plaatse komen met de "..". De ligt in de buurt en zal als OSC worden aangewezen. De OSC coördineert de inzet van de hulpverlening op het water. De informatie van het water naar het land verloopt van de OSC naar de liaison SAR in het CoPI. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

49 Verwacht tijdschema 1e deel oefening Tijdens de oefening wordt volgend tijdsverloop gehanteerd/verwacht: (start oefening: T = 0) Eenheid Melding aan Verkeerspost Opkomsttijd Oefenplanning T Aandachtspunten Verwacht oefenverloop Alleen melding van aanvaring Geen melding maken van beknelling Alarmering KNRM door KWC en GMK KLPD door Driebergen T + 5 GRIP 1 T + 10 Aankomst reddingsboten Namen regionaal invullen T + 9 T + 10 T + 11 T + 16 Als er door OvD-B nog geen GRIP gegeven wordt, wordt door de CaCo GRIP 1 gemaakt Stellen zich ten dienste van OSC als deze bekend is KLPD Verkenning maken voor totaal beeld. 10 minuten varen T + 18 (Schepen liggen uit elkaar met verschillende aandachtspunten) Aanwijzing OSC T + 18 Door KWC (ruime binnenwateren) of OvD-B (binnenwateren) KNRM 15 minuten varen T + 20 Notwin 15 minuten na alarmering T + 20 Private redder 2 20 minuten varen T + 25 RWS 20 minuten varen T + 25 Brandweer boot 20 minuten varen T + 25 NB: Is er standaard hv gereedschap aan boord? Brandweer TS 10 minuten T + 15 Ambulance 15 minuten T + 20 OvD-B 15 minuten T + 20 Neemt contact op met OSC Sitrap aan KWC T + 25 Door OSC OvD-P 20 minuten T + 25 Neemt contact op met KLPD boot (= OSC) OvD-G 20 minuten T + 25 Sitrap aan GMK T + 28 Door KWC CoPI leden 30 minuten T + 35 Aanlanding eerste slachtoffers T + 40 Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

50 Randvoorwaarden Beginsituatie Er wordt vanuit gegaan dat de deelnemers op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden van hun eigen organisatie en die van de overige deelnemende organisaties. Inleiding Bij het bestrijden van het incident en de gevolgen daarvan worden de hulpverlenende diensten volgens een voorstel of naar behoefte gealarmeerd door de betreffende meldkamers. De meldkamers weten welke eenheden aan de oefening meedoen. Tijdens de oefening vindtl de alarmering volgens reguliere procedures plaats. Opschaling inzet personeel Door leidinggevenden zal steeds bepaald worden of er noodzaak is voor het alarmeren van meerdere eenheden en mogelijk andere toegeruste eenheden. Indien door deelnemers gevraagd wordt om assistentie van eenheden die niet aan de oefening deelnemen, zal hierop door de oefenstaf worden ingespeeld. Operationele waarneming Tijdens de oefening is het belangrijk dat de landpartijen 'buiten dienst' zijn en niet oproepbaar zijn voor incidenten. Het is ongewenst dat zij de oefening verlaten als parate eenheid. Dit geldt niet voor de KNRM schepen. Einde oefening "Einde oefening" wordt bepaald door de algemeen oefenleider. Dit zal gebeuren wanneer de deelnemers de mogelijkheid hebben gekregen de oefendoelen te behalen. Briefing, nabespreking en evaluatie Inleiding De evaluatie is net zo belangrijk als de oefening zelf. De evaluatie verhoogt het rendement van de oefening door: Een indicatie te geven van het niveau van functioneren de deelnemers; Het formuleren van verbeterpunten en nieuwe leerdoelen. Een beloning te geven voor de geleverde inzet. Een zorgvuldige en goed uitgevoerde evaluatie geeft het signaal dat de oefening serieus wordt genomen. Daarnaast is het evaluatierapport een document waaruit blijkt dat er verantwoord multidisciplinair geoefend wordt in het kader van de voorbereiding rampenbestrijding. Bouwstenen De evaluatie bevat de volgende componenten als input: Evaluatieformulieren ten behoeve van de waarnemers van brandweer, politie en GHOR, RWS, KNRM, meldkamers. Evaluatieformulier, in te vullen door de deelnemers. Het gaat erom beleving, suggesties en ideeën van de deelnemers te verkrijgen. Verslag van de punten die in de nabespreking naar voren zijn gekomen bij Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

51 oefenleiding en deelnemers. Elke discipline is verantwoordelijk voor de registratie van de eigen deelnemers. Registratie van de oefenleiders, enscenering en genodigden valt onder verantwoording van de oefenleiding. Lijsten en notities die gedurende de oefeningen gebruikt worden door de deelnemers. Leerpunten: alles overwegende naderhand, de mening van de oefenleiding. Werkwijze waarneming De verschillende eenheden en teams zullen tijdens de oefening worden waargenomen door waarnemers. Deze waarnemers zullen er op toezien dat de deelnemers in de gelegenheid worden gesteld de oefendoelen te halen. De resultaten worden in een later stadium gebundeld in het multidisciplinaire evaluatieverslag. Per discipline zal worden beoordeeld of het noodzakelijk is een monodisciplinair evaluatieverslag op te stellen. Evaluatie op oefendoelen Tijdens de korte nabespreking direct aansluitend aan de oefening worden evaluatieformulieren uitgereikt aan de deelnemers (bijlage C). Deze formulieren hebben betrekking op de opzet en de uitvoering van de oefening en worden samen met de bevindingen van de waarnemers verwerkt in het multidisciplinair evaluatieverslag. Rapportage procedure De oefenbegeleider "waarnemen en evalueren" is verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens voorafgaand en tijdens de oefening. Het proces verloopt als volgt: De deelnemers van de oefening krijgen een evaluatieformulier, die bij voorkeur direct wordt ingevuld. Na 2 weken. Binnengekomen evaluatieformulieren en waarnemingsformulieren worden verwerkt in een multidisciplinair evaluatieverslag (actie Veiligheidsbureau) en een monodisciplinair evaluatieverslag (actie eigen afdeling/organisatie). Na 3 weken. Eerste concept evaluatieverslag wordt besproken met de werkgroep. Overleg is bedoeld om zicht te krijgen op de verbeterpunten en hun samenhang. Na 6 weken. Concept multidisciplinair evaluatieverslag is gereed en wordt aangeboden aan de leidinggevende deelnemers met de mogelijkheid om te reageren. Monodisciplinaire evaluatie wordt teruggekoppeld naar de eigen organisatie/afdeling. Na 8 weken. Na aanpassing worden de mono- en multidisciplinaire evaluaties vastgesteld door de werkgroep en aan de doelgroepen van de oefening toegezonden. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

52 Waarnemers Voorstel voor waarneming: CoPI als team OSC Samenwerking Politie / KLPD Waarnemer voor Naam Locatie KNRM, RWS Bij de OvD-RWS Multi COPI aanrijden +locatie GHOR OvD-G aanrijden +locatie Brandweer OvD-B aanrijden +locatie 1e bevelvoerder Politie OvD-P KLPD schipper Meldkamer GMK. Verkeerspost KWC Briefing waarnemer en deelnemers De waarnemers krijgen van te voren de waarnemingsformulieren toegestuurd. Elke discipline is daarvoor zelf verantwoordelijk. Tevens wordt monodisciplinair bepaald of de eigen waarnemers vooraf nog apart worden gebrieft. In de briefing van de waarnemers wordt aandacht geschonken aan: enscenering; waar de waarnemers worden ingezet; tijdsplanning; veiligheidsaspecten; communicatie; systeem van nabespreken. Nabespreken CoPI Direct na het bericht "einde oefening" van omstreeks uur gaan de leden van het CoPI samen met de waarnemers naar om de oefening na te bespreken. De afzonderlijke waarnemers van de OvD'n zijn hierbij als toehoorder aanwezig. Waarnemingsformulieren CoPI De waarnemingsformulieren van het CoPI zijn opgenomen in de bijlagen. Plenaire nabespreking deelnemers De plenaire nabespreking vindt om ongeveer.... uur plaats. Locatie:... De te bespreken onderwerpen zijn het scenario en het globale oefenverloop met de eerste indrukken verzameld door de oefenstaf. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

53 Verbinding en alarmering Inleiding In dit hoofdstuk staan het verbindingsschema en de daarbij horende gespreksgroepen. Tijdens de oefening zal gebruik worden gemaakt van het reguliere C2000 verbindingsnet. Inmelden in het net De oefenstaf meldt zich om uur in bij de meldkamer op gespreksgroep -RMG-... Alarmering De deelnemers worden vooraf uitgenodigd voor de oefening. Er vindt alarmering plaats via de pagers. Verbindingsschema In onderstaand schema zijn de toe te passen verbindingsschema s voor de deelnemers opgenomen: Tot GRIP 1. Vanaf GRIP 1. Alle informatie tussen CoPI en OSC verloop via RMG 01. In het CoPI is de liaison SAR aanspreekpunt voor CoPI leden en OSC Monodisciplinair wordt van de eigen verbindingskanalen gebruik gemaakt. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

54 Bereikbaarheid responscel OL In het RCC is een persoon aanwezig als responscel voor de LCoPI en voor het faciliteren van netcentrisch werken. De responscel OL is te bereiken via C2000 gespreksgroep - - Aandachtspunten Bij het verbindingsschema hoort een aantal opmerkingen ter verduidelijking. Er dienen vooraf aan de oefening gespreksgroepen geregeld te zijn voor de oefenstaf, de oefenbegeleiders en de veiligheidsfunctionarissen. Soms worden om de reguliere dagelijkse hulpverlening niet te storen speciale oefengespreksgroepen afgesproken. Dit dient vooraf aan de oefening aan de deelnemers bekend gemaakt te worden. de meldkamer over te schakelen naar een vrij aktie-kanaal of geregeld dit op voorhand met de meldkamer Veiligheid Inleiding Tijdens de oefening dient gewerkt te worden volgens het VGWM-plan 6 zoals deze bij de regionale multidisciplinaire oefeningen wordt toegepast. VGWM staat voor Veiligheid Gezondheid, Welzijn en Milieu. Het plan houdt rekening met de bij oefening aanwezige risico s voor deelnemers, waarnemers en het milieu. Het VGWM-plan zal voorafgaand aan de oefening in de briefing worden meegedeeld aan deelnemers en waarnemers. Toetsing VGWM plan oefenlocatie Het VGWM-plan is vooraf getoetst op de oefenlocatie op de daar aanwezige risico s. Vervolgens zijn er door de oefenleiding maatregelen genomen om deze risico s, voor de deelnemers, waarnemers, figuranten, lotussen en toneelspelers tijdens de oefening zo veel mogelijk tot een minimum te beperken Het doel van een veiligheidsfunctionaris is het toezien op veiligheid tijdens de oefening. De veiligheidsfunctionaris wordt ingezet op die plaatsen waar de risico s voor de deelnemers en waarnemers het grootst zijn. Veiligheidsfunctionaris Veiligheidsmaatregelen Alle deelnemers dragen op het water een zwemvest of een reddingsvest. Bij de incidentschepen is de " " van de KNRM of KLPD als veiligheidsboot aanwezig. Op elke vissersboot is een duikteam van de brandweer paraat om ingeval van overboord vallen handelend op te treden. Er worden geen personen op brandcards overgezet van schip-schip en schipland. In voorkomende gevallen wordt van een oefenpop gebruik gemaakt. Voor deze oefening zijn.. extra veiligheidsfunctionarissen geplaatst. 6 VGWM plan: Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieuplan. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

55 Afstel/uitstel oefening De algemeen oefenleider kan besluiten de oefening uit te stellen of te cancelen. Dit gebeurt in overleg met de leden van de oefenstaf. De elementen die bij de overwegingen een rol spelen zijn: - windkracht. Vanaf de voorspelling van 7 bft. gaat de oefening niet door - golfhoogte - onweer Melding ongeval / gevaarlijke situatie tijdens oefening Indien er tijdens de oefening een ongeval plaatsvindt en er gewonden zijn of een gevaarlijke situatie ontstaat moet dit onmiddellijk aan de oefenleider en de Meldkamer.. worden doorgegeven. Als dit wordt doorgegeven dient het bericht vooraf gegaan te worden door de kreet: NO PLAY NO PLAY NO PLAY De oefenleider stopt dan de oefening in de directe nabijheid van het ongeval of gevaarlijke situatie en verzorgt de nodige acties. Bij een zeer ernstig incident stopt de oefenleider de gehele oefening. Noot: Na het verzenden van een bericht voorafgegaan door deze kreet geldt er een radiostilte voor de overige deelnemers aan de oefening Registratie deelnemers Voor aanvang van de oefening rouleert tijdens de briefing een lijst, waarop iedere deelnemer zijn naam dient te plaatsen; hierdoor ligt de registratie vast van allen die aan de oefening hebben deelgenomen. Deze lijst rouleert ook na de oefening in de nabespreking. Een voorbeeld van zo n lijst is toegevoegd als bijlage. Aandachtspunten tijdens de oefening Tijdens de oefening blijven de normale verkeersregels gelden en is het gebruik van optische en geluidssignalen niet toegestaan. Ondanks de inzet van veiligheidsmaatregelen blijft elke deelnemer verantwoordelijk voor zijn/haar eigen veiligheid. Organisatie Oefenstaf en begeleiding Eindverantwoording De directie van de Veiligheidsregio heeft bij oefeningen in het kader van het regionaal oefenbeleid de ambtelijke eindverantwoording voor alle activiteiten in het kader van het multidisciplinair oefenen in de regio.de leiding van de aan de oefening deelnemende disciplines welke personeel beschikbaar stellen ten behoeve van de oefening zijn er verantwoordelijk voor dat het deelnemend personeel beschikt over de benodigde diploma s / vaardigheden en kennis om de werkzaamheden goed en veilig uit te kunnen voeren. Voorbereiding De oefening wordt georganiseerd door een multidisciplinaire werkgroep. De voorzitter wordt geleverd door het Veiligheidsbureau. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

56 Oefenstaf De oefenstaf is tijdens de oefening verantwoordelijk voor het creëren van de randvoorwaarden voor een verantwoorde oefening. Dit houdt het volgende in: Vooraf aan de oefening alle uit te voeren veiligheidsvoorschriften (incl. enscenering) controleren. Ervoor zorgen dat alle bij de oefening betrokken personen het registratieformulier tekenen. Bekend stellen van de veiligheidsinstructies bij alle bij de oefening betrokken personen. Ervoor zorgen dat de noodprocedure bij iedereen bekend is. Ervoor zorgen dat gekwalificeerd medische hulp op het oefenterrein aanwezig is. Oefenleider De algeheel oefenleider is verantwoordelijk voor: Het geven van het sein start - en einde oefening. Een goed verloop van de oefening Het aanwijzen van aparte veiligheidsfunctionarissen (indien hij dit nodig acht). Het op een juiste manier invullen van een ongevalrapport De praktische inzet van de oefening (indien van toepassing). Begeleiding Voor de begeleiding van de oefening zijn verschillende functies nodig, die naar omstandigheden gecombineerd kunnen worden. Door onderscheid te maken in de functies wordt duidelijk aan welke aspecten aandacht besteed moet worden. Oefenbegeleider: Draagt zorg voor het dat hem/haar toegewezen deel van de oefening goed verloopt. Mag in overleg met de oefenleider een time-out inlassen om de deelnemers te instrueren. Mag het deel van de oefening waar hij/zij toezicht op heeft stil leggen en stelt de oefenleider daarvan in kennis en maakt er achteraf rapport van. Waarnemer: Beoordeelt de oefening volgens de evaluatiemethodiek. Signaleert onveilige situaties en grijpt direct in bij onaanvaardbare risico's. Koppelt waarneming en acties terug naar de oefenleider. Veiligheidsfunctionaris: De kwaliteit van de inzet bewaken, ongeregeldheden signaleren, direct ingrijpen bij onaanvaardbare risico s en terugkoppelen naar de oefenleider. Werkt samen en overlegt met veiligheidsfunctionarissen van naastgelegen gebieden. Toezicht houden op het nakomen van af spraken die gemaakt zijn in het belang van de veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. Zo nodig moet er tijden de oefening overleg plaatsvinden. Vult, indien van toepassing, het (bijna-)ongevalrapport in. Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

57 Indeling oefenstaf Oefenstaf Naam Locatie Verantwoordelijkheid Oefenleider Bij het CoPI Algemene coördinatie en (de)briefing van de deelnemers. Oefenbegeleider enscenering Oefenbegeleider enscenering Veiligheids functionaris Oefenbegeleider Inzet boten Oefenbegeleider CoPI Oefenbegeleider figuranten/ Lotus Opvang lotus/ figuranten Oefenbegeleider middelen Oefenbegeleider brandweer Oefenbegeleider GHOR Oefenbegeleider politie Oefenbegeleider KLPD waterpolitie Oefenbegeleider RWS Oefenbegeleider meldkamer Oefenbegeleider KWC (ruime binnenwateren) Oefenbegeleider waarnemen en evalueren PR Staat bij de start van de oefening in de stuurhut van vissersboot 2. Staat bij de start van de oefening in de stuurhut van vissersboot 1 Bij de aanandingsplaats Vissersboot 2 Nabij CoPI GMK. Verzorgen enscenering Voorafgaand, tijdens en na de oefening. Stuurt veiligheidsfunctionarissen aan. Verzorgen enscenering Voorafgaand, tijdens en na de oefening. Bewaakt dat opvarenden veilig worden overgezet. Bewaakt / controleert de alarmering en vaartijden van de boten naar het incident. Draagt zorg voor het tijdig aanrijden van eenheden. Figuranten brieven, rollen uitdelen, overdragen aan oefenleider enscenering Figuranten opvangen en begeleiden na de oefening Uitgifte en inname middelen voor en na de oefening Bewaakt de inzet van voldoende brandweer eenheden, zodat de oefen doelen gehaald worden Bewaakt de inzet van ambulance en OvDG, zodat de oefendoelen gehaald worden. Bewaakt de inzet politie eenheden, zodat de oefendoelen gehaald worden Bewaakt de inzet KLPD eenheden, zodat de oefendoelen gehaald worden Bewaakt de inzet RWS, zodat de oefendoelen gehaald worden Controleert of de melding van VP goed is doorgekomen naar KWC en/ of KLPD-Driebergen. Draagt zorg voor de inzet en evaluatie deelnemers meldkamer. Controleert of de melding van VP goed is doorgekomen naar KWC en/ of GMK. Draagt zorg voor de inzet en evaluatie deelnemers KWC. briefing en coördinatie van waarnemers, bundelen van gegevens Persbericht, Opvang van pers Genodigden Opvang en begeleiding genodigden Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

58 Herkenbaarheid De oefenstaf en waarnemers is herkenbaar middels. hesjes of [vermeld regionale afspraken]. Overzicht oefenconcept Inleiding In deze oefening zijn er eenheden op het water en op het land actief. Dat geldt ook voor de oefenorganisatie. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de posities van de diverse deelnemers en oefenorganisatie VOORBEELD Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus

HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN

HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau Waterrand Deze uitgave is ook digitaal beschikbaar via www.waterrand.nl

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014

Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014 Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014 Definitief Inleiding Voor u ligt het Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân. Het is tot stand gekomen in samenwerking

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Oefenjaarplan 2009. Waddenzeebreed Waddex

Oefenjaarplan 2009. Waddenzeebreed Waddex Oefenjaarplan 2009 Waddenzeebreed Waddex Vastgesteld door de Beheercommissie 28 november 2008 0. Overzicht Samenvatting Dit plan beschrijft het multidisciplinaire oefenprogramma van het Waddenzeebreed

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A

Elementaire oefening. Oefenkaart 102B 202C 302C. Verkenning met adembeschermende. Opdracht A Elementaire oefening Oefenkaart 102B 202C 302C Verkenning met adembeschermende middelen Opdracht A Draaiboek : 102B-DB02 Datum : 13-12-2007 Locatie : Jacobswoude Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud...

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Evaluatie SAMIJ-oefening Corinda 07 juli 2018

Evaluatie SAMIJ-oefening Corinda 07 juli 2018 Evaluatie SAMIJ-oefening Corinda 07 juli 2018 Versie: 1.0 Datum: 05-10-2018 Steller: Gerwin Bor Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van de evaluatie 3 1.2 Werkwijze van de evaluatie 3 1.3 Opbouw

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

GRIP 1, partyboot Egmond aan Zee 9 april 2017, gemeente Bergen

GRIP 1, partyboot Egmond aan Zee 9 april 2017, gemeente Bergen GRIP 1, partyboot Egmond aan Zee 9 april 2017, gemeente Bergen 1. Overzicht Incident 9 april 2017 Ongeval partyboot, Egmond aan Zee Gemeente Bergen GRIP 1 Omschrijving Op zondag 9 april 2017 krijgt het

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Draaiboek ontruimingsoefening AB&C Partners te Zoetermeer

Draaiboek ontruimingsoefening AB&C Partners te Zoetermeer AB&C Partners te Zoetermeer 25 september 2012 Oefendraaiboek Locatie AB&C Partners Noodlandingsweg 122 2710 EA ZOETERMEER 079-9876543 Contactpersoon Jan Helicopter OMS nummer 22334 Onderwerp Het optreden

Nadere informatie

Implementatieplan IBP Waddenzee 2010-2014

Implementatieplan IBP Waddenzee 2010-2014 Implementatieplan IBP Waddenzee 2010-2014 Definitief Implementatieplan IBP Waddenzee definitief januari 2011, bijgewerkt 1 maart 2011 1 Inleiding Voor u ligt het Implementatieplan IBP Waddenzee. Het is

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Bijlage 3C - Concept Draaiboek

Bijlage 3C - Concept Draaiboek Bijlage 3C - Concept Draaiboek Datum : Locatie : Inhoud Eindoefening... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie... 3

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Handboek Incidentbestrijding op het Water

Handboek Incidentbestrijding op het Water Handboek Incidentbestrijding op het Water 1 Uitgave april 2009 2 3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 11 12 Deel A Kaders Incidentbestrijding op het Water 14 A1 Wettelijk en organisatorisch kader incidentbestrijding

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie :

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren Opdracht A en B Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Oefenkaart 101A Risico s bij brand signaleren...

Nadere informatie

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer

Nadere informatie

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1 De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1 Dit e-magazine is een kennismaking met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) van Veiligheidsregio Limburg-Noord;

Nadere informatie

Evaluatieverslag SIS-oefening als onderdeel van oefening Artefacto Veiligheidsregio IJsselland op 23 juni Samenvatting

Evaluatieverslag SIS-oefening als onderdeel van oefening Artefacto Veiligheidsregio IJsselland op 23 juni Samenvatting Evaluatieverslag SIS-oefening als onderdeel van oefening Artefacto Veiligheidsregio IJsselland op 23 juni 2017 Samenvatting Inhoud 1. Inleiding 2. Verloop van de SIS-inzet 3. Bevindingen 4. Aanbevelingen

Nadere informatie

Jaarplan Multidisciplinair Oefenen Waddenzee 2013

Jaarplan Multidisciplinair Oefenen Waddenzee 2013 Jaarplan Multidisciplinair Oefenen Waddenzee 2013 Foto SAREX oefening Waddenzee 2012 Vastgesteld op 29 november 2012 door de Voorzitter Bestuurlijk Waddenzee Overleg, BWO M. van Beek. (Burgemeester Gemeente

Nadere informatie

Vademecum Incidentbestrijding op het Water. Vademecum Incidentbestrijding op het Water

Vademecum Incidentbestrijding op het Water. Vademecum Incidentbestrijding op het Water 1 Vademecum Incidentbestrijding op het Water 2 Colofon Het is een uitgave van het Projectbureau Waterrand. Redactie Saskia Best Marieke van t Hoff Annemieke t Hooft Jan Albert Kram Ad Krom Martijn van

Nadere informatie

STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING

STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 5. Opleidings- en oefenbeleidsplan STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR

Nadere informatie

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus

Nadere informatie

December Deelproces Verslaglegging en archivering

December Deelproces Verslaglegging en archivering December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement s. Functie meetplanleider Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub s Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht A-E-F Draaiboek : 103C-DB02 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen.

5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5. De oefenkaart De oefenkaarten zijn belangrijke hulpmiddelen bij het plannen en organiseren van oefeningen. 5.1 Ordening van de oefenkaarten De ordening van de oefenkaarten is gebaseerd op de volgende

Nadere informatie

Versie 8.2 Definitief 24 april 2013

Versie 8.2 Definitief 24 april 2013 Incidentbestrijdingsplan IJsselmeergebied Versie 8.2 Definitief 24 april 2013 Incidentbestrijdingsplan IJsselmeergebied Versie 8.2 Definitief 24 april 2013 Inhoud blz. DEEL 0 ALGEMEEN 4 1 Documentgegevens

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8 Toelichting RADAR Inleiding De ambitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat eind 2009 de (organisatie van de) rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde moet zijn

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN

Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN versie 3 april 2014 Productenboek Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN Over dit document Versie 3 april 2014

Nadere informatie

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Van bijscholen en oefenen naar Blijvende vakbekwaamheid Brandweer maakt deel uit van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GRIP en de flexibele toepassing ervan GRIP en de flexibele toepassing ervan Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote of complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. De afkorting GRIP staat voor gecoördineerde regionale

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening

Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Ploeg; manschappen, manschap b(optioneel) en bevelvoerder Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Crisisbeheersing en communicatie VR Fryslân Aard Naam Afdeling Actiehouder Datum gereed Document Basisinfo

Crisisbeheersing en communicatie VR Fryslân Aard Naam Afdeling Actiehouder Datum gereed Document Basisinfo RBP implementatietraject Totaaloverzicht aanpassingen Versie 3 (14 april 2014) Aanvullingen en wijzigingen doorgeven aan B. Steeman Afdeling Crisisbeheersing : b.steeman@vrfryslan.nl Doelen implementatietraject

Nadere informatie

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Beschrijving GRIP 0 t/m 4 RCP pocket Beschrijving GRIP 0 t/m 4 GRIP GRIP 0 Kenmerken incident Normaal dagelijkse werkwijzen van de hulpdiensten Afstemming in motorkapoverleg Dreigingsfase Preparatiestaf Aanwijzingen voor het ontstaan

Nadere informatie

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Goed voorbereid zijn, heb je zelf in de hand Ernout van Gils Beleidsadviseur Veiligheid Beleid en Strategie Datum: 1 december 2011 INHOUD

Nadere informatie

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

MELDING EN ALARMERING

MELDING EN ALARMERING Over deze brochure In deze brochure staan de hoofdlijnen van het Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee. Dit plan beschrijft de samenwerking en afstemming die nodig is tussen overheden en hulpdiensten

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

Pas aan naar organisatie/doelgroep

Pas aan naar organisatie/doelgroep Netcentrisch werken Pas aan naar organisatie/doelgroep Gebruik de onderdelen van de presentatie die voor de doelgroep van belang zijn. Zie de notities voor een toelichting op de sheets. Uiteraard verwijder,

Nadere informatie

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Veiligheidsregio Fryslân Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Programma bijeenkomst 1. Risicoprofiel en uitval elektriciteitsvoorziening (VRF) 2. Impact stroomstoring (Liander) 3.

Nadere informatie

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkte THV Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus 511 Technische hulpverlening bij een verkeersongeval Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkte THV en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg verricht werkzaamheden

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E. Opdracht A t/m D Elementaire oefening Oefenkaart 102D: Levensreddend handelen 2 202D 302E Opdracht A t/m D Draaiboek : 102D-DB02 Datum : 20-8-2007 Locatie : Kantoor Emmalaan Inhoud Opmerking [LMB1]: Deze inhoudsopgave

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

Programma. Even voorstellen. Beeldvorming. De Calamiteiten coördinator VRGZ

Programma. Even voorstellen. Beeldvorming. De Calamiteiten coördinator VRGZ Programma Even voorstellen Beeldvorming De Calamiteiten coördinator VRGZ Even voorstellen Beeldvorming Gemeenschappelijke meldkamer Gelderland-Zuid Brandweer Meldkamer Ambulance Politie Calamiteiten coördinator

Nadere informatie

Evaluatieverslag SIS-oefening van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden op 17 november Samenvatting

Evaluatieverslag SIS-oefening van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden op 17 november Samenvatting Evaluatieverslag SIS-oefening van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden op 17 november 2016 Samenvatting Inhoud 1. Inleiding 2. Verloop van de SISI-inzet 3. Bevindingen 4. Aanbevelingen 5.

Nadere informatie

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E. Datum : Locatie :

Elementaire oefening. Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E. Datum : Locatie : Elementaire oefening Oefenkaart 102D Levensreddend handelen 2 202E 302E Opdracht A t/m D Datum : Locatie : Inhoud Inhoud... 2 Vooraf... 3 1. Doelgroep en beginsituatie... 3 Doelgroep... 3 Beginsituatie...

Nadere informatie

Woningbrand bestrijding. Oefening

Woningbrand bestrijding. Oefening Woningbrand bestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig

Nadere informatie

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek

Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Basiskennis slachtofferinformatiesystematiek Reader bij e-learning basiskennis SIS Redactie: Sjan Martens 3 Foto omslag SIS is ingezet bij het kraanongeval

Nadere informatie

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN versie 3 april 2014 Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN Over dit document Versie 3 april 2014 Inhoud Het productenboek

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke

Nadere informatie

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Roel Kerkhoff Beleidsmedewerker GHOR Reggie Diets Regionaal Opleidingscoördinator RAV / Officier van Dienst Geneeskundig

Nadere informatie

Organisatie 2009 2010 2011 2012 2013-2015

Organisatie 2009 2010 2011 2012 2013-2015 Organisatie 2009 2010 2011 2012 2013-2015 Rijksoverheid 2.000.000 1.200.000 0 0 0 Provincie Zeeland 0 1.000.000 1.300.000 900.000 0 Zeeland Seaports 0 200.000 250.000 250.000 250.000 Veiligheidsregio 0

Nadere informatie