Bijlage A. Vragenlijst voor de diepte-interviews

Transcriptie

1 Vragenlijst voor de diepte-interviews 1. Wijkgrenzen Op welke wijze moeten de grenzen van een wijk worden vastgesteld? Met andere woorden hoe wordt bepaald wat een wijk is en wie doet dat? Mag de burger nog kiezen? Wat is leidend bij aanvang en bij de keuzes? 2. Doelgroep gerichtheid Moet Even Buurten, en vergelijkbare initiatieven, juist wel of juist niet doelgroepgericht uitgevoerd worden? Is het daarnaast acceptabel/gewenst dat er differentiatie ontstaat binnen de gemeente? Bijvoorbeeld in de ene wijk meer Even Buurten capaciteit dan in de andere of een andere balans wat betreft professionals zoals spillen en Zichtbare Schakels. 3. Functionaliteit spil Even Buurten heeft op individueel niveau drie functies: manifest maken van 'latente zorgbehoefte'(aanspreekpunt; kan ook preventie zijn); beantwoorden van de 'actieve (zorg)vraag'met een informele oplossing (zorg en ondersteuning) waar kan en met een professionele oplossing waar moet; bijdragen aan vitalisering, regiecompetentie en netwerkonderhoud. Zijn deze functies even belangrijk (hoe is de verdeling van tijd/aandacht over deze functies)? Hoe worden deze functies uitgevoerd? Op basis waarvan vindt afrekening plaats? Is er ook sprake van niet-individuele eindtermen? 4. Wie en wat vervangt wie? Hoe draagt Even Buurten bij tot substitutieprocessen (formeel informeel, individueel groep, intensief matig, en dergelijke)? Hoe en waaraan is dit meetbaar? Is er ook sprake van toegevoegde activiteit of enkel van substitutie en zo ja, wat is dit dan? Is er verschil tussen korte en lange termijn perspectief? Wat zijn voorwaarden voor succes hierbij?

2 5. Informatie - verzameling, inzage en gebruik Welke informatie (over activiteiteten en dergelijke) van Even Buurten wordt tijdens werkzaamheden van de spil (of achteraf) verzameld en hoe wordt deze vastgelegd? Is deze informatie bruikbaar voor individueel gebruik (klanten) en voor evaluatie van het effect in de wijk (populatieniveau)? Wat zijn de voorwaarden? 6. Value for money, money for value Heeft Even Buurten / de spil waarde buiten de directe beoogde effecten (van vraag 3)? Welke waarde is dat dan? Hoe stel je dat vast? 7. Financiën Wie is portefeuillehouder van een Even Buurten-zorgmodel? Op welke wijze kan een dergelijk product en werkwijze een NZa-proof declarabele zorgproduct(en) worden? Wat is nodig? Wat zijn passende kwaliteitsnormen en hoe is toezicht geregeld? 8. What s next? Als Even Buurten zou worden uitgebreid, in welke wijken zou het dan worden geïmplementeerd? Wat is het streven: wijk na wijk of op een andere manier? Hoe peil je de behoefte aan zoiets als Even Buurten? Welke relatie is er met het Zichtbare Schakels aanbod? 9. Opleiding, kennis Welke rol spelen hogescholen (en eventueel roc s) bij het bestendigen van de spilfunctie? Is er sprake van marktoriëntatie (dus zaak van aanbieders die met Even Buurten komen als nascholing. Buurtzorgacademie et cetera) of onderwijs oriëntatie (dus zaak van Hogeschool Rotterdam/roc die spil en Zichtbare Schakelachtige beroepsprofielen gaan maken)? Wat maakt een spil gekwalificeerd om binnen Even Buurten (of vergelijkbare initiatieven) goed zijn of haar werk te kunnen doen? Hoe uit zich dit? Moet een spil BIG-geregistreerd zijn of anderszins?

3 10. Verantwoording/borging Even Buurten heeft verantwoordingniveaus: Enerzijds op macroniveau: voor het (aanbod in het) wijkservicegebied en wellicht op gemeenteniveau. Anderzijds op microniveau: waar moet de burger zijn die meent zorg- of ondersteuningsrechten te hebben? Wie is inhoudelijk verantwoordelijk en wie financieel? Tips om een goed diepte-interview af te nemen: Het belangrijkste kenmerk van een diepte-interview is dat de geïnterviewde zaken los laat die normaal gesproken niet boven tafel komen! Je wilt als interviewer achterliggende motieven naar boven halen en daarmee ook de geïnterviewde zelf inzicht geven in haar of zijn problematiek. Voorwaarden Je moet een vertrouwensband opbouwen met de geïnterviewde. Dat kan betekenen dat je het diepte-interview soms pas kan houden na een aantal inleidende gesprekken. Je moet bewijzen dat je oprecht geïnteresseerd bent, dat je goed kan luisteren, dat je de juiste vragen kan stellen. Het moet duidelijk zijn wat je met de informatie die je op deze manier verkrijgt gaat doen. De geïnterviewde moet zeker weten dat de vertrouwelijk gegeven informatie vertrouwelijk blijft. Je moet als interviewer het doel van het interview heel goed voor ogen hebben. Wat wil je precies te weten komen en waarom? Waar heb je de informatie voor nodig? Wat kan je ermee? Wanneer ben je tevreden? Probeer dat zo helder mogelijk voor jezelf te formuleren. Je moet veel tijd nemen voor het interview. Als de geïnterviewde het gevoel heeft dat je snel verder wil, zal het nooit komen tot een diepte-interview. Ook non-verbale signalen kunnen op ongeduld wijzen. Zorg ervoor dat je goed zit, schuif niet steeds heen en weer. Hou je blik op de geïnterviewde, kijk niet steeds weg of achterom of op je horloge en zorg ervoor dat je niet gestoord wordt (ook niet door je mobiele telefoon).

4 Doorvragen Een goede interviewer vraagt door. Laat een deel van de vragen van het vragenlijstje gewoon weg om toch te komen tot het antwoord op de eerste belangrijkste vragen. Neem tijd. De bekendste doorvraagstimuli zijn open vragen: Hoe kwam dat zo? Was dat al eens eerder gebeurd? Wat zei u toen? Wat dacht u toen? Wat gebeurde er nog meer? Wat zei uw omgeving ervan? Hoe kijkt u daar nu tegenaan? Zou u het zo nu ook weer doen? Kunt u daar iets meer over vertellen? Vraag naar de plaats en omstandigheden (het weer, de kamer, kleinigheden) die in eerste instantie onbelangrijk lijken, maar die de omstandigheden waaronder ze gebeurden en daarmee ook de gevoelens die ermee samenhingen, weer naar boven halen. Komt op zaken terug die al eerder ter sprake zijn geweest en benader ze via een andere invalshoek. Help de geïnterviewde bij het bovenwater halen van gevoelens of gebeurtenissen door positieve stimuli te geven. Non-verbaal: knikken, blijven aankijken, verbaal door het herhalen van de belangrijkste woorden in een vraagvorm: Geïnterviewde: In die tijd zag ik mijn man bijna nooit Interviewer: Bijna nooit? Geïnterviewde: Ik had echt een hekel aan mijn eigen kind Interviewer: Een hekel?

5 De kern van het diepte-interview is een oprechte interesse, goede voorbereiding, duidelijkheid van het doel en het opbouwen van een vertrouwensband en de concentratie kunnen opbrengen om door te vragen en vol te houden.