Het verslag wordt inachtneming van de tekstuele aanpassing vastgesteld.

Transcriptie

1 Overlegvergadering Bestuur SWV Koers VO en OPR-Koers VO Datum: (vastgesteld ) Aanwezig namens oudergeleding: José Vermeer (Stg. Kavor), Michel Eerhart (vice vz, Stg. Krimpenerwaard College), Yvonne Pieterson (ouder, Stg. VO Capelle a/d IJssel), Els Rietveld (Boor) Aanwezig namens personeelsgeleding: Adrienne Buschmann (Stg. Grafisch Lyceum), Anita von Eugen ( Stg. Wellant), Dirk Oosthoek (Ver. CVO Rotterdam), Dirk de Witte (Stg. Horizon), Hanne van Asch (Stg. Vrije Scholen), Olga Beumer (Stg. LMC), Petra van Belle (Ver. CVO Hoeksche Waard) Aanwezig als toehoorder: Rinke Rollema Aanwezig namens SWV Koers VO: Marijke Kwakernaak (verslag), Jaap van der Have (vz CvB), Joke Snoeijenbos (bestuurssecretaris ) Afwezig.: Afwezig m.k.: Simone t Hart (Stg. Edudelta), Pieter Kleinschmidt (Stg Ond.groep Zuid-Hollandse Waarden), Afwezig z.k.: Mondo Barends (personeel, Stg. OVO Hoeksche Waard), P. Rijsdijk (ouder, Stg. Yulius), T. Roos (ouder Ver. Geref. VO West Ned) 1. Opening en mededelingen De voorzitter van de OPR opent de vergadering om uur. Dirk de Witte, OPR lid namens Stg. Horizon wordt directeur van de locatie Bergse Bos en gaat uit de OPR. De voorzitter van de OPR introduceert Rinke Rollema als de door OPR benoemde secretaris. Rinke stelt zich kort voor. 2. Vaststelling agenda De Vz CvB heeft alle leden van de OPR een mail gestuurd met het verzoek deze na agendapunt 3 te behandelen. De vz OPR geeft aan dat deze mail niet is binnengekomen bij de secretaris waarop de vz CvB aangeeft dat hij van mening is dat de benoeming van een secretaris z.i. niet reglementair tot stand is gekomen. Besloten wordt de mail bij agendapunt 4 ingekomen stukken te behandelen. 1 Mededelingen vanuit het bestuur: Vz CvB: alle leden van de OPR is een uitnodiging gestuurd voor de brede netwerkbijeenkomst op 9 oktober a.s. Beloofd een leuke bijeenkomst te worden waarvoor alle partners, zoals ook gemeenten en andere SWV en zijn uitgenodigd. Vz CvB: het OPR lid van Stg. Edudelta heeft aangegeven niet meer in de gelegenheid te zijn deel te nemen aan de OPR. Er zal door de bestuurssecretaris actie worden ondernomen om de zetel opnieuw bezet te krijgen. 3. Verslag overlegvergadering OPR 17 juni (deel met bestuurder) Tekstueel en n.a.v. Tekstueel: Niet alle aanwezigen zijn vermeld bij het overzicht aanwezig namens oudergeleding. Het verslag wordt inachtneming van de tekstuele aanpassing vastgesteld. 4. Correspondentie / ingekomen stukken. Met de agenda zijn meegezonden de 3 brieven van OPR aan de vz CvB en de reactie van bestuurder hierop. Gisteren is door de vz CvB een mail aan alle OPR leden verstuurd. De Vz CvB wijst op zijn verzoek om deze mail in besloten overleg te bespreken. Door de OPR wordt aangegeven dat dit in het vooroverleg is besproken. Om de rol als OPR goed te kunnen vervullen, is besloten tot het benoemen van een ambtelijk secretaris. De OPR is van mening dat de secretaris bij dit onderdeel aanwezig kan zijn. Echter, de secretaris zelf heeft in het vooroverleg aangegeven het niet bezwaarlijk te vinden om te vergadering te verlaten. De vz CvB geeft aan dit onderwerp besloten te willen behandelen waarna de secretaris de vergadering verlaat.

2 De vz CvB geeft toelichting op zijn mail waarin hij zijn hart lucht over de gang van zaken en aangeeft zich onfatsoenlijk behandeld te voelen. Vraag voor nu is hoe willen wij met elkaar in gesprek gaan? De vz CvB geeft aan de weg van gezamenlijk ontwikkelen en sparren te willen volgen. Als de OPR echter aangeeft op de huidige wijze door te willen, zal door de vz CvB overwogen worden een andere weg in te slaan. Het belangrijkste overleg is die over het Ondersteuningsplan en volgens de wet dient dit plan 1 x in de 4 jaar te worden voorgelegd. Dat is echter niet de manier waarop de vz CvB met de OPR wil omgaan. Hij heeft behoefte aan het samen met elkaar bouwen aan het Samenwerkingsverband. De vz CvB eindigt zijn betoog met de vraag aan de OPR wat zij voor OPR willen zijn. In reactie geeft een OPR lid aan niet te begrijpen dat er zo n verschil van interpretatie kan zijn. Zelf is het lid onvoldoende thuis in de materie van medezeggenschap en moet vertrouwen op de deskundigheid van anderen. De wil om de OPR goed neer te zetten is er en het is jammer dat de tijd nu aan deze kwesties moet opgaan. Hoe kan er zo n verschil zijn? Het lid merkt op dat een stemming zonder bestuurder voor de leden van de personeelsgeleding veiliger voelt. En dat de moeilijke positie van de notulist ( in dienst bij het SWV) duidelijk werd bij de interne vergadering waarin het het besluit nee, tenzij werd genomen. In reactie hierop geeft een OPR lid aan nog steeds blij te zijn met dit besluit. Er lag een grote verantwoordelijkheid en dit besluit geeft alle partijen ruimte om verder te kunnen. De vz CvB reageert dat in het kader van samen opgaan een ja, maar zijn voorkeur had gehad. Ook wijst hij op de getoonde professionaliteit van de notulist. Hij begrijpt de moeilijkere positie van leden personeelsgeleding maar geeft aan dat voor dit alles met elkaar, in goed overleg, een oplossing moet zijn te vinden. T.a.v. verschil in interpretatie geeft vz CvB aan te handelen conform de handleiding van het Steunpunt Passend Onderwijs. De vz OPR geeft aan dat in het vooroverleg gesproken is over wat voor OPR we willen zijn. Het is niet duidelijk geworden waar de frictie is ontstaan. Belangrijk is dat we als OPR weten wat we willen; namelijk het beste voor de leerlingen. De OPR wil graag samen verder bouwen aan stukken. Dit heeft te weinig kans gekregen door tijdsdruk. In dit kader wordt door de OPR voorgesteld dat de vergaderstukken eerder (14 dagen) worden verstuurd, waarna door de OPR voorafgaand aan het overleg vragen kunnen worden ingediend zodat de vz CvB zich beter kan voorbereiden. De vz CvB uit zijn angst 60 vragen te moeten beantwoorden en geeft wederom aan graag ter vergadering in overleg te gaan met de OPR. De komende periode ligt er weinig ter besluitvorming en leent zich voor goed overleg. Het vooraf mailen van vragen kan een idee zijn om te komen tot een constructiever overleg. In reactie stelt een OPR lid vast dat de OPR en vz CvB dezelfde intentie hebben. Voorgesteld wordt de formele hobbels te nemen en daarna samen verder te gaan. 2 Gesproken wordt over het bezwaar t.a.v. de secretaris OPR. De Vz CvB geeft aan dat deze benoemd is zonder zijn betrokkenheid. Bij de vz CvB ligt een wettelijke verplichting (inspectie) t.a.v. overleg OPR en verslaglegging daarvan. Vanwege die verantwoordelijkheid wil hij dat het op een transparante en kwalitatief goede manier gebeurt. In het geldende reglement is vastgelegd dat de secretariële ondersteuning bij Koers VO ligt. Hij heeft begrip voor de argumenten om besluitvorming zonder aanwezigheid van vz CvB te doen en wil met elkaar over een oplossing nadenken. T.a.v. de door de OPR zelfstandig gekozen secretaris betekent dit dat de vz CvB zijn aanwezigheid als toehoorder ziet. Op de vraag of dit onderwerp nog bespreekbaar is, laat de vz CvB weten dat hij de argumenten t.a.v. de verslaglegging van de OPR intern begrijpt, maar dat dit niet gefaciliteerd zal worden. T.a.v. de vastlegging van de overlegvergadering en de verspreiding van stukken levert het SWV de secretariële ondersteuning. De voorzitter bedankt vz CvB voor zijn reactie en sluit dit onderwerp met de mededeling dat het in de nabespreking van de OPR verder besproken zal worden. 5. Ter instemming Reglement OPR. Het Reglement OPR is ter instemming voorgelegd. Er ligt nu ter instemming een statuut en reglement. De voorzitter OPR informeert waarom niet direct voor dit uitgangspunt is gekozen. De Vz CvB geeft aan dat er een geldend reglement ligt dat geëvalueerd moet worden. Het huidige reglement is in samenwerking met het Steunpunt Passend Onderwijs opgesteld door de voorbereidingsgroep OPR en

3 door het College van Bestuur vastgesteld. Omdat er door de OPR nadrukkelijk is gevraagd om een apart medezeggenschapsstatuut en het bureau sinds 1 week een MR heeft, ligt er nu een medezeggenschapsstatuut. Dit alles conform de statuten van het SWV. Het reglement OPR en het Medezeggenschapsstatuut worden doorgenomen, waarbij de vz CvB om reactie wordt gevraagd. Zie bijlage 1. Wijziging orde van agenda (t.a.v. de nummering wordt in het verslag de volgorde van behandeling aangehouden) Gezien de resterende tijd moet een keuze gemaakt worden over de te behandelen onderwerpen. Vanuit de OPR wordt de grote zorg uitgesproken over de Toelaatbaarheidsverklaringen en het feit dat alles via de consulenten loopt. Aangegeven wordt dit onderwerp graag te willen behandelen. De voorzitter van de OPR stelt voor het verzoek tot instemming uit te stellen. Hiertoe dient het verzoek tot instemming op het reglement / statuut door bestuurder ingetrokken te worden en in de volgende vergadering opnieuw ingebracht te worden. De vz CvB geeft aan dat er een geldend reglement ligt, dat blijft gelden tot de aanpassing en gaat akkoord met uitstel tot de volgende vergadering. Besloten wordt de resterende tijd met de vz CvB in te vullen met een korte bespreking van het TLV-beleid. 6. Update Schoolprofielen De website schoolprofielen is vernieuwd. De Vz CvB zoekt kandidaten uit de oudergeleding om de vernieuwde (nog niet gepubliceerde) website te testen op gebruiksvriendelijkheid. De aanwezigen leden van de oudergeleding geven aan dit te willen doen. 7. TLV-beleid De Vz CvB geeft korte toelichting, waarna er door de OPR kort een aantal vragen kunnen worden gesteld. Vraag OPR: Uitgangspunt was minder ambtelijk. In de dagelijkse praktijk lijkt dit niet zo te zijn. Het lijkt zelfs moeilijker te worden. Gesproken wordt over het OPP, dat niet voor alle kinderen ingevuld hoeft te worden, maar wel nodig is als het gaat wringen. Er wordt grote zorg geuit over deze leerlingen. 3 Vraag OPR: in de werkwijzer wordt gesproken over groepsarrangementen. Wat houdt dit in? Is dit iets anders dan de hulp van BPO er? Bestuurder geeft aan dat scholen zelf de keuze maken welke arrangementen zij als school willen aanbieden. Naarmate een school meer specifieke arrangementen heeft, zal het meer leerlingen met ondersteuning krijgen en dus ook meer geld ontvangen. Qua gelden wordt dit jaar gekeken naar het aantal rugzakleerlingen. Hoe het waarderingskader er na dit jaar uit gaat zien, is in behandeling. Een OPR lid geeft aan erg veel moeite te hebben met het bonus/waarderingssysteem. Het lid vindt dit een foute prikkel en wijst op het spanningsveld tussen de belangen van schoolleiding en de docent voor de klas. Het OPR lid uit nogmaals haar grote zorg en geeft aan graag over 5 jaar hierop terug te willen komen. OPR: ook zorgen over de OPDC (voorheen OOVR). Hoe wordt de procedure? Nu zijn er al geluiden dat aanmelding geen zin heeft; leerling komt na 13 weken altijd terug. De vz CvB geeft aan dat terugkeer na school van herkomst inderdaad uitgangspunt is. Dit onderwerp moet dan ook goed uitgewerkt worden. Als school moet de weloverwogen keuze gemaakt worden of zij de leerling kunnen bieden wat die nodig heeft. De vz CvB erkent dat er belangenverschillen zijn. Gesproken wordt over Oud-Beijerland waar een voorziening wordt stopgezet. Scholen zullen ook zelf samen met gemeenten naar oplossingen kijken. 8. Vaststelling overlegdata 2014/2015 Het overleg van maandag 24 november 2014 wordt vastgesteld. De overige data zullen in het volgende overleg worden besproken.

4 Gezien de tijd wordt besloten de resterende agendapunten (punt 10. huishoudelijk reglement, punt 11. scholing OPR en punt 12 samenstelling OPR) uit te stellen. Volgende vergadering zal de instemming reglement OPR en Medezeggenschapsstatuut opnieuw worden ingebracht. Ook zal het TLV beleid opnieuw worden geagendeerd. De voorzitter sluit de overlegvergadering om uur, waarna bestuurder, bestuurssecretaris en notulist het overleg verlaten. Actielijst Besturen informeren over ontstane vacatures Uittesten website schoolprofielen door ouders Bestuurder Oudergeleding 4

5 Bijlage 1. horend bij agendapunt 5 en 6. Overlegvergadering OPR Koers VO d.d Bespreking van het Reglement OPR en het medezeggenschapsstatuut Reglement OPR Vraag Par.2 art 3. Punt 2:.. van de wet: welke wet wordt hier bedoeld? Bestuurder: zie artikel 1, 1.a de Wet Medezeggenschap op scholen Vraag Artikel 5 Zittingsduur. Waarom is men slechts 1 x herkiesbaar? Bestuurder: is bewust door voorbereidingsgroep voor gekozen (gezien looptijd ouders en om te voorkomen dat personeel te lang blijft zitten) Vraag Par. 3 art. 6 De afvaardiging. Waarom staat in punt 6 iets vermeld dat verleden is? Bestuurder: Reglement geldt nu 1 jaar en zoals afgesproken wordt dit nu ter evaluatie voorgelegd. Inmiddels heeft installatie plaatsgevonden en kan dit uit het reglement. Vraag Par. 3 art 6 punt 7. Waarom staat dat er? Bestuurder. Het is de taak van CvB van het samenwerkingsverband om de bestuurders waaruit het verband bestaat te informeren. Vraag Par. 3 art. 7. Tussentijdse vacature. Waarom wijkt dit af van het modelreglement? Dit zou een taak van de OPR kunnen zijn. Bestuurder: Er is bewust voor gekozen omdat bestuurder korte lijnen heeft met de schoolbesturen. De bestuurssecretaris wijst erop dat de lijnen erg stroperig kunnen zijn en het niet eenvoudig zou zijn om verkiezingen binnen ruim honderd scholen te organiseren. Vraag: waarom ontbreekt art 16 en hoofdstuk 4 van het model? Bestuurder: Het reglement is in overleg met de werkgroep OPR samengesteld. Die keuze is toen gemaakt. Vraag Par. 5 art. 14 punt 2. Hierin wordt art. 7 en 8 van de WMS gemist. Bestuurssecretaris: Dit is bewust gedaan om het stuk leesbaar te houden. Komt terug in Medezeggenschapsstatuut. Bovendien staat de wetgeving boven dit reglement. Vraag Par. 5 art. 15. Waarom is gekozen voor een termijn van 4 weken in plaats van de 6 weken zoals vermeld in de WMS en het modelreglement. Bestuurssecretaris: Er is een belangrijk verschil tussen MR en OPR. MR heeft op meer onderdelen instemmingsrecht en dan moet die langere periode worden aangehouden. Heeft ook alles te maken met het strakke tijdpad dat door de Minister is bepaald. De procedure m.b.t. het Ondersteuningsplan is complex. Zo moet er ook OOGO plaatsvinden met de 14 gemeenten. In het tijdpad moet ook ruimte zitten om eventuele geschillen te kunnen behandelen. Vraag par. 5 art. 15 punt 2.Wijkt af van model en WMS, waarom is dit vermeld? Bestuurder: OPR is een nieuwe materie, om die reden is een escape ingebouwd. Vraag par. 6 art 16 verkiezing voorzitter en secretaris waarom is niet gekozen voor een secretaris? Bestuurder: in de voorbereidingsgroep is gekozen voor een voorzitter en vicevoorzitter en besloten de secretariële ondersteuning neer te leggen bij het SWV. Bestuurder vindt dit nog steeds een goede keuze. Par. 7 art. 22 en 23. Waarom wijkt dit af van de WMS en het modelreglement? Bestuurder: is deze tekst slechter? De weg naar geschillencommissie is een grote stap. De Minister heeft voor zowel het SWV als OPR dit op een goede manier willen regelen. Daarbij ging het om het 1 e ondersteuningsplan en de Minister wilde voorkomen dat SWV en helemaal stil zouden vallen. Nu zijn we een fase verder en zou tekst eventueel aangepast worden. Vraag par. 9 art. 29. Waarom is dit opgenomen? Bestuurssecretaris: is standaardtekst voor reglementen en zinvol in het kader van onvoorziene gevolgen van het reglement. Vraag Bijlage 3 De voorzieningen waarom is dit niet opgenomen in een statuut?. Bestuurder: In de voorbereidingswerkgroep is er bewust voor gekozen om de voorzieningen in een bijlage te noemen. Met als argument dat, bij eventuele wijzigingen, niet telkens het reglement moet worden aangepast. Vraag Bijlage 3. b. 2 uur vergadertijd en 3 uur voorbereiding. Vz OPR vindt dit heel krap. Vraag bijlage 3 e. Waarom is er geen betaling voor de vicevoorzitter? Bestuurder: in de praktijk is de vicevoorzitter wel betaald conform punt e. Tekst zal worden aangepast in het DB, zijnde voorzitter en vicevoorzitter. Vraag bijlage 3 f. waarom deskundigheid inhuren in overleg met bestuurder? Bestuurder moet bereid zijn deze kosten voor zijn rekening te nemen. 5

6 Bestuurssecretaris: Als de bestuurder de kosten moet betalen moet hij ook mee kunnen praten over de financiële gevolgen van het inhuren van een extern deskundige. Vervolg Bijlage 1. horend bij agendapunt 5 en 6. Overlegvergadering OPR Koers VO d.d Medezeggenschapsstatuut Vraag: art 3 MR, max 3 leden Waarom staan hier niet namen en adressen genoemd. Bestuurder: dit kan beter in een bijlage, omdat er makkelijke wijziggingen in kunnen optreden. Dit antwoord geeft opnieuw discussie tussen bestuurder en voorzitter over statuut/reglement. Vraag: art. 6 wederzijdse informatieverstrekking. Waarom is het model schriftelijk verslag weggelaten. Bestuurder: daar is geen expliciete reden voor, in het huidige tijdsgewricht verloopt communicatie meestal digitaal. Vraag: hfd 4 faciliteiten. Waarom staat hier niet alles, bijlage 3. Bestuurder: er is voor gekozen de facilitering bij het betreffende orgaan te vermelden. Vraag art. 8 punt 4 en 5. Dit wijkt af van het model (art. 9) Bestuurssecretaris: dit zijn kan artikelen. De artikelen zijn dus niet verplicht. Door ons is ervoor gekozen dit op te nemen 6