LJN: BO6726, Rechtbank Utrecht, / KG ZA Datum uitspraak: Datum publicatie: Soort procedure: Kort geding
|
|
- Johannes Cools
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LJN: BO6726, Rechtbank Utrecht, / KG ZA Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Kort geding. Inkoop zorgprogramma's COPD en CVR. De vordering van zorggroep Meditta om zorgverzekeraar Achmea een gebod op te leggen een overeenkomst met haar te sluiten voor de zorgprogramma COPD en CVR tegen een integraal tarief althans Achmea te veroordelen de onderhandelingen voort te zetten, wordt door de voorzieningenrechter afgewezen. Uitspraak vonnis RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 15 november 2010 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MEDITTA B.V., gevestigd te Sittard, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MEDITTA ZORG B.V., gevestigd te Sittard-Geleen, eiseressen, advocaat: mr. drs. N.U.N. Kien, tegen de naamloze vennootschap
2 AVÉRO ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V., gevestigd te Utrecht, gedaagde, advocaat: mr. drs. T.R.M. van Helmond. Eiseressen zullen hierna afzonderlijk Meditta en Meditta Zorg worden genoemd en gezamenlijk Meditta c.s. Gedaagde zal hierna met Achmea worden aangeduid. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding d.d. 11 oktober 2010; - de producties (32) van de zijde van Meditta c.s.; - de producties (5) van de zijde van Achmea; - de mondelinge behandeling op 20 oktober 2010; - de eis in reconventie; - de pleitnota van Meditta c.s.; - de pleitnota van Achmea Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Meditta c.s. is een samenwerkingsverband van huisartsen in de regio Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek Meditta biedt als zorggroep een multidisciplinair zorgprogramma (ketenzorg) aan voor mensen met de chronische aandoening COPD. In een multidisciplinair zorgprogramma werken de verschillende disciplines als huisartsen, longartsen, doktersassistenten, diëtisten, fysiotherapeuten, thuiszorg en psychologen samen. Meditta Zorg biedt onder meer voor de chronische aandoening cardiovasculair risicomanagement (CVR) ketenzorg aan Achmea is een zorgverzekeraar. Achmea koopt op grond van haar zorgplicht zorg in bij zorgaanbieders opdat haar verzekerden de zorg kunnen krijgen waar zij op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) aanspraak hebben. Achmea heeft verzekerden die woonachtig zijn in de regio Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek, hetgeen een buitenregio van Achmea betreft. CZ is hier de preferente zorgverzekeraar De ontwikkeling in de eerstelijnszorg voor chronische ziekten naar ketenzorg is actief gestimuleerd door de (voormalig) minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Van 2007 tot en met 2009 zijn diverse experimenten uitgevoerd naar onder meer de wijze van bekostiging. De minister is van mening dat voor de verbetering van de ketenzorg een functioneel/integraal bekostigingssysteem gewenst is. In dit bekostigingsysteem vergoedt de zorgverzekeraar niet
3 rechtstreeks en afzonderlijk de handelingen van de betrokken zorgaanbieders maar sluit de zorgverzekeraar een overeenkomst met een zorggroep en betaalt per keten Diagnose Behandeling Combinaties (DBC) één prijs. In navolging hiervan is op 1 januari 2010 de beleidsregel Prestatiebekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen voor diabetes (type 2) en CVR van de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) in werking getreden. Per 1 juli 2010 is deze beleidsregel gewijzigd, in die zin dat ook ketenzorg voor COPD onder de werking daarvan is gebracht. Op 1 januari 2010 is tevens in werking getreden de NZa-beleidsregel Samenwerking ten behoeve van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten Op 11 augustus 2008 heeft Meditta in het kader van de beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties van de Nza (de zogenaamde experimentregeling ) een overeenkomst gesloten met de preferente zorgverzekeraar in de regio Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek, CZ, tot inkoop van het ketenzorgprogramma COPD tegen een integrale prijs per 1 oktober 2008 voor de duur van drie jaar. Meditta heeft vervolgens Achmea verzocht om op dezelfde wijze als met zorgverzekeraar CZ gecontracteerd de zorgketen COPD bij haar in te kopen In de periode juni 2009 tot en met december 2009 hebben partijen meerdere pogingen ondernomen om een bespreking in te plannen. Achmea heeft daarbij steeds aangegeven dat de beslissing tot het volgen van de overeenkomst met de preferente zorgverzekeraar CZ voor de zorgketen COPD pas door haar genomen kan worden nadat er meer duidelijkheid is over de totstandkoming van de prijzen van Meditta en de inhoud van het zorgprogramma in relatie tot de kosten 2.7. Op 24 december 2009 heeft Achmea een bericht gestuurd aan Meditta met voor zover thans van belang de navolgende inhoud: (...) Zoals al aangegeven heeft Achmea Zorg het inkoopbeleid voor de ketenzorg vastgesteld in het kader van de recente beleidswijziging van het ministerie van VWS. De ontwikkelingen rondom de invoering van het keten DBC COPD maakten het noodzakelijk om een goede visie te bepalen over de ketenzorg. In de brief wordt uitleg gegeven over de toedracht van de beslissing van Achmea Zorg om niet te volgen. Het Diabetes Beter Project in Zwolle heeft de afgelopen 10 jaar laten zien dat integrale zorg tot goede resultaten leidt. Naast deze goede resultaten is ook gebleken dat integrale zorg extra inzet vergt en dat daar ook een adequate vergoeding tegenover moet staan. De opvatting van minister Klink dat integrale bekostiging daarvoor de beste methodiek is echter naar het idee van Achmea Zorg nog niet een vaststaand feit. Door de zorggroepen via de integrale bekostiging te financieren ontstaat er een organisatiestructuur die tot extra administratieve lasten en hogere kosten leidt, en Achmea Zorg is niet overtuigd van het feit dat dit tot betere resultaten en tot goede integrale zorg leidt. Ook het feit dat de keten COPD niet per 1 januari 2010 zal worden gefinancierd via de nieuwe beleidsregel Multidisciplinaire Prestatiebekostiging omdat er nog geen definitieve consensus over de zorgstandaard COPD bestaat, heeft Achmea Zorg doen besluiten vanaf heden geen nieuwe COPD ketenzorg in te kopen onder de beleidsregel Innovatie, vanwege de onduidelijkheid die er nog heerst over de inrichting van de keten. Op dit moment wordt er ervaring opgedaan via een aantal experimentele ketens (pilots) in de kerngebieden van Achmea Zorg, waarvan de eerste resultaten worden afgewacht. De beleidsregel Innovatie geeft aan dat verre verzekeraars niet verplicht zijn om
4 de regionaal dominante verzekeraar te volgen. Wij begrijpen dat dit belangrijke consequenties heeft voor jullie bedrijfsvoering, en willen daarom meedenken over eventuele gevolgen. (...) Voor zorggroepen uit buitenregionale gebieden die al voor deze tijd een verzoek bij ons tot volgen van de overeenkomst met de preferente verzekeraar hebben gedaan, en mogelijk al COPD zorg hebben geleverd aan Achmea Zorg verzekerden willen wij zoals gezegd voor 2009 kijken naar een oplossing, zodat wel de geleverde zorg wordt vergoed vanaf de datum van binnenkomst van de aanvraag bij Achmea. Wij willen niet dat jullie in de problemen komen vanwege de financiën, en bieden daarom op basis van een marktconforme prijs een vergoeding voor de gemaakte kosten van de geleverde zorg. Ook willen wij nogmaals benadrukken dat het niet onze bedoeling is dat Achmea verzekerden geen COPD zorg meer ontvangen. Onze verzekerden hoeven niet van het zorgprogramma te worden uitgesloten. Achmea Zorg wil wel voor de integrale zorg betalen. De zorg die geleverd wordt kan vanaf 1 januari 2010 op de reguliere manier gedeclareerd worden. Daarnaast is Achmea Zorg aan het zoeken naar een manier om de overhead- en organisatiekosten die gemaakt worden, op een andere manier te vergoeden. Hierover is Achmea Zorg nog in gesprek met het ministerie van VWS. (...) 2.8. Bij brief van 8 januari 2010 heeft Achmea haar inkoopbeleid ten aanzien van onder meer CVRen COPD-ketenzorg per 1 januari 2010 bekendgemaakt. De inhoud van deze brief luidt voor zover thans van belang als volgt: (...) Zolang niet duidelijk is of er een mogelijkheid is om integrale zorg via een opslagtarief te financieren, maakt Achmea Zorg gebruik van de overgangsregeling van 3 jaar die door VWS/NZa in de beleidsregels Prestatiebekostiging Multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen en Innovatie wordt geboden. Gedurende deze periode willen wij door middel van pilots kennis en ervaring opdoen met ketenzorg om na evaluatie hiervan de zorg op verantwoorde wijze in te kunnen kopen. Wij willen benadrukken dat het niet onze bedoeling is dat Achmea verzekerden geen integrale zorg ontvangen. Onze verzekerden hoeven niet van het zorgprogramma s te worden uitgesloten. Achmea Zorg wil wel voor de integrale zorg betalen. De zorg die geleverd wordt kan, zoals gebruikelijk, ook vanaf 1 januari 2010 op de reguliere manier gedeclareerd worden. Daarnaast is Achmea Zorg zoals gezegd aan het zoeken naar een manier om de overhead- en organisatiekosten die gemaakt worden, op een andere manier te vergoeden. Hierover is Achmea Zorg nog in gesprek met het ministerie van VWS. (...) Cardio Vasculair Risico Management (CVR) Ondanks het feit dat de beleidsregel van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het mogelijk maakt om de keten CVR in een keten-dbc te financieren, kiest Achmea ervoor om deze keten vooralsnog niet in te kopen. Achmea heeft een aantal pilots (...) opgestart. (...) COPD Op dit moment is er nog geen landelijke zorgstandaard COPD. De verwachting is dat per 1 juli 2010 de beleidsregel multidisciplinaire zorgverlening ook op de COPD-keten van toepassing zal zijn. Tot die tijd koopt Achmea de keten COPD ook niet in onder de beleidsregel Innovatie. Ook voor integrale COPD-zorg heeft Achmea Zorg een aantal pilots lopen. Buitenregionale aanvragen
5 In de gebieden waar Achmea geen leider is, (...) Voor de COPD en CVR zorgketens geldt dat Achmea zorg deze niet in de buitenregio s inkoopt, ook niet als er een overeenkomst met de preferente verzekeraar is afgesloten. Ook hier is het niet onze bedoeling dat Achmea verzekerden geen integrale zorg meer ontvangen. Onze verzekerden hoeven niet van het zorgprogramma te worden uitgesloten. De zorg die geleverd wordt kan ook door deze zorggroepen vanaf 1 januari 2010 op de reguliere manier gedeclareerd worden. Daarnaast is Achmea Zorg zoals gezegd nog in gesprek met het ministerie van VWS om een manier te zoeken om de overhead- en organisatiekosten die gemaakt worden te kunnen vergoeden. (...) 2.9. Op 26 januari 2010 heeft Achmea schriftelijk aan Meditta bevestigd de door Meditta met zorgverzekeraar CZ gemaakte afspraken voor de zorgketen COPD voor de periode 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2009 te volgen Op 8 februari 2010 heeft Meditta Zorg in het kader van de beleidsregel Prestatiebekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen een overeenkomst gesloten met zorgverzekeraar CZ tot inkoop van het ketenzorgprogramma CVR tegen een integrale prijs per 1 januari 2010 voor duur één jaar. Meditta Zorg heeft op 9 februari 2010 Achmea verzocht op dezelfde wijze als met zorgverzekeraar CZ gecontracteerd de zorgketen CVR bij haar in te kopen Op 15 juni 2010 heeft bespreking tussen partijen plaatsgevonden. Achmea heeft zich tijdens deze bespreking bereid verklaard om bij wijze van pilot aan Meditta een voorstel te doen voor het zorgprogramma COPD tegen een integraal tarief per 1 januari Het voorstel dat Achmea in navolging hiervan op 17 juni 2010 heeft gedaan is niet door Meditta aanvaard. 3. Het geschil in conventie 3.1. Meditta c.s. vordert in conventie - na wijziging van eis - dat de voorzieningen-rechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Ten aanzien van het zorgprogramma COPD I. primair: Achmea zal gebieden met Meditta een overeenkomst aan te gaan voor het zorgprogramma COPD vanaf 1 januari 2010 tot 1 oktober 2011 op dezelfde wijze als dit gecontracteerd is door CZ, dan wel II. subsidiair: Achmea zal gebieden de onderhandelingen voort te zetten met Meditta om te komen tot een overeenkomst voor het zorgprogramma COPD en/of waarbij in de onderhandelingen: a. uitgegaan moet worden van een integraal zorgprogramma tegen een integraal tarief, en/of b. er vanuit gegaan moet worden dat het zorgprogramma van Meditta ongewijzigd blijft; III. meer subsidiair: Achmea zal gebieden om het zorgprogramma COPD vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 op dezelfde wijze aan Meditta uit te betalen als dit voor 2009 is gebeurd; IV. meer meer subsidiair: een in goede justitie te bepalen voorziening zal treffen; Ten aanzien van het zorgprogramma CVR I. primair: Achmea zal gebieden met Meditta Zorg een overeenkomst aan te gaan voor het zorgprogramma CVR vanaf 5 februari 2010 tot 31 december 2010 op dezelfde wijze als dit gecontracteerd is door CZ, dan wel
6 II. subsidiair: Achmea zal gebieden de onderhandelingen voort te zetten met Meditta Zorg om te komen tot een overeenkomst voor het zorgprogramma CVR en/of waarbij er in de onderhandelingen: a. uitgegaan moet worden van een integraal zorgprogramma tegen een integraal tarief, en/of b. er vanuit gegaan moet worden dat het zorgprogramma van Meditta Zorg ongewijzigd blijft; III. meer subsidiair: een in goede justitie te bepalen voorziening zal treffen; een en ander met veroordeling van Achmea in de kosten van dit geding Achmea voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. in reconventie 3.3. Achmea vordert in reconventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: I. Meditta c.s. met ingang van de datum van dit vonnis, althans een in goede justitie te bepalen termijn, zal verbieden om verzekerden van Achmea het ketenzorgprogramma actief aan te bieden dat Meditta c.s. voeren voor COPD-en CVRzorg, met bepaling dat Meditta c.s. bij overtreding van dit verbod hoofdelijk een dwangsom verbeurt van ,-- per overtreding en tevens voor elk(e) dag(deel) dat die overtreding voortduurt; II. Meditta c.s. zal verbieden om aan verzekerden van Achmea mede te delen, impliciet of expliciet, dat Achmea goede zorg of losse onderdelen van de keten aan haar verzekerden niet (of niet altijd) vergoedt, met bepaling dat Meditta c.s. bij overtreding van dit verbod hoofdelijk een dwangsom verbeurt van ,-- per overtreding en tevens voor elk(e) dag(deel) dat die overtreding voortduurt; een en ander met hoofdelijke veroordeling van Meditta c.s. in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis Meditta c.s. voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling in conventie 4.1. Met betrekking tot het spoedeisend belang is de voorzieningenrechter van oordeel dat de omstandigheden van het geval op zichzelf genomen een kort geding voldoende rechtvaardigen De vorderingen Meditta c.s. strekken ertoe dat Achmea een gebod wordt opgelegd om een overeenkomst met haar te sluiten voor de zorgprogramma s COPD en CVR tegen een integraal tarief althans dat Achmea wordt veroordeeld de onderhandelingen voort te zetten. Meditta c.s. baseert haar vorderingen op de stelling dat Achmea onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld door in strijd met de eisen van de precontractuele goede trouw de zorgprogramma s COPD en CVR niet tegen een integraal tarief bij Meditta c.s. in te kopen althans de onderhandelingen daarover te beëindigen. Meditta c.s. lijdt als gevolg hiervan schade.
7 4.3. De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling van het gevorderde voorop dat onderscheid moet worden gemaakt tussen de precontractuele fase waarin onderhandelingen op een gegeven ogenblik niet meer eenzijdig mogen worden afgebroken en de contractuele fase van de rompovereenkomst. Alleen in deze laatste fase kan uit reeds bestaande wilsovereenstemming de verplichting om te contracteren voorvloeien. Gesteld noch gebleken is dat partijen overeenstemming hebben bereikt over (alle essentialia voor) de inkoop van de zorgprogramma s COPD en CVR tegen integraal tarief en dat (bijvoorbeeld) de overeenkomst slechts nog op schrift moet worden gesteld. Dit brengt mee dat de vordering van Meditta c.s. tot het opleggen van een gebod aan Achmea om met haar een contract te sluiten, zoals primair wordt gevorderd, reeds om die reden niet voor toewijzing vatbaar is Voor de beoordeling van de verplichting tot dooronderhandelen bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen (vgl. Hoge Raad 12 augustus 2005, NJ 2005, 467). In het licht van deze strenge en tot terughoudendheid nopende maatstaf dienen de door Meditta c.s. (in hoofdzaak twee) aangevoerde stellingen beoordeeld te worden Meditta c.s. heeft allereerst betoogd dat zij, in het licht van het wettelijk kader waarbinnen de inkoop van zorg door zorgverzekeraars plaatsvindt in samenhang met het beleid van de minister van VWS om op zo kort mogelijk termijn doch uiterlijk per 1 januari 2013 integrale bekostiging van ketenzorg in te voeren, er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Achmea met haar zou contracteren voor de zorgprogramma s COPD en CVR tegen een integraal tarief. Hierbij heeft Meditta c.s. erop gewezen dat zorgaanbieders op grond van artikel 7:453 BW verplicht zijn om de in de COPDen CVRzorgstandaard neergelegde ketenzorg aan patiënten te verlenen. Diezelfde verplichting kan volgens Meditta c.s. ook voor zorgverzekeraars worden afgeleid uit artikel 11 Zorgverzekeringswet (Zvw). Meditta c.s. hoefde er in ieder geval geen rekening mee te houden dat Achmea niet tegen integrale bekostiging zou contracteren omdat deze wijze van bekostiging een noodzakelijke voorwaarde is om aan de hiervoor genoemde zorgverplichting voor zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders te voldoen, aldus Meditta c.s Naar het oordeel van de voorzieningenrechter treft dit betoog geen doel. Allereerst is van belang om vast te stellen dat zorgverzekeraars op dit moment niet verplicht zijn om declaraties voor ketenzorg op het gebied van CVR en COPD tegen integrale prijs te accepteren. De beleidsregel Prestatiebekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen biedt in artikel 7 immers uitdrukkelijk een keuze en houdt daarmee de mogelijkheid open om andere wijzen van
8 bekostiging te hanteren. Het inkoopbeleid van Achmea om per 1 januari 2010 geen gebruik te maken van bekostiging tegen integraal tarief is, anders dan Meditta c.s. meent, ook niet in strijd met het doel waarvoor de minister van VWS de keuzemogelijkheid van artikel 7 heeft ingesteld. In de toelichting van de beleidsregel wordt immers uitdrukkelijk door de NZa bevestigd dat ook aan zorgverzekeraars de keuze wordt geboden om ofwel te declareren tegen een integrale prijs ofwel te declareren middels de bekostigingsregels zoals die gelden voor de betreffende deelprestaties. Verder wordt ook in de brieven van de minister van VWS aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in dit verband herhaaldelijk aangegeven dat beide partijen niet verplicht zijn om gebruik te maken van de mogelijkheid om keten-prestaties te contracteren. Zo schrijft de minister in de voorhangbrief keten-dbcs en huisartsenbekostiging van 13 juli 2009: (...) Noch verzekeraars, noch aanbieders zijn verplicht om vanaf 1/1/2010 gebruik te maken van de mogelijkheid om keten-dbcs te contracteren. (...) En in de voorhangbrief keten-dbcs en huisartsenbekostiging van 23 oktober 2009: (...) Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat niemand verplicht is via de keten DBCs chronische zorg te leveren per Via de bestaande tarieven kunnen de zorgactiviteiten ten behoeve van deze chronische patiënten gewoon worden gedeclareerd. (...) 4.7. Op dit moment zijn er dan ook naast integrale bekostiging van ketenzorg op het gebied van CVR en COPD nog andere mogelijkheden om aanvullende bekostiging te verwerven ter dekking van de kosten voor samenwerking en derhalve voor ketenzorg. Dit kan onder meer op grond van de op 1 januari 2010 in werking getreden beleidsregel Samenwerking ten behoeve van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten (GEZ). Deze beleidsregel maakt het mogelijk dat samenwerking tussen multidisciplinaire zorgverleners voor wat betreft het leveren van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten kan worden bekostigd via losse bekostiging, het zogenaamde koptarief. Dit koptarief mag door het organisatorische verband worden gedeclareerd bovenop de individuele declaraties van zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar op basis van de tariefbeschikkingen van de NZa Achmea heeft bij bericht van 24 december 2010 en met haar inkoopbeleid bij brief van 8 januari 2010 aan Meditta c.s. te kennen gegeven dat het niet haar bedoeling is dat Achmea verzekerden geen COPD- en CVRketenzorg meer ontvangen en dat haar verzekerden niet van het COPDzorgprogramma hoeven te worden uitgesloten. Achmea is bereid, en heeft herhaaldelijk aan Meditta c.s. aangegeven, de COPD- en CVRketenzorg voor haar verzekerden op basis van dit koptarief te vergoeden. Dit betekent dat, anders dan Meditta c.s. stelt, Achmea haar verzekerden geen ketenzorg onthoudt. Achmea is alleen niet bereid voor de ketenzorg op het gebied van COPD en CVR een integraal tarief te betalen, althans voor het zorgprogramma COPD niet de door Meditta voorgestelde integrale tariefprijs te betalen. Op grond van het voorgaande kan het betoog van Meditta c.s., zoals weergegeven onder 4.5., niet leiden tot toewijzing van de subsidiaire vordering om Achmea te verplichten om door te onderhandelen over een contract tegen integraal tarief Meditta c.s. heeft in de tweede plaats betoogd dat gedurende de onderhandelingen tussen partijen in de periode van juni 2009 tot en met het bericht van 24 december 2010 en de brief van 8 januari 2010 met het inkoopbeleid van Achmea, Achmea bij haar het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat een overeenkomst van het soort waarover partijen met elkaar
9 onderhandelden, te weten de inkoop van het zorgprogramma COPD tegen integraal tarief, uit die onderhandelingen zou resulteren. Voor het zorgprogramma CVR begrijpt de voorzieningenrechter dat Meditta c.s. stelt dat dit vertrouwen is gewekt in de periode vanaf 9 februari 2010, nu zij op dat moment een eerste voorstel voor dit programma aan Achmea heeft verzonden (zie 2.10) De voorzieningenrechter volgt Meditta c.s. evenmin in dit betoog. Gebleken is dat Achmea na de door Meditta c.s. genoemde periode bereid is gebleken om in het kader van een pilot in onderhandeling te treden over de inkoop van het zorgprogramma COPD tegen integraal tarief. Achmea heeft daartoe op 17 juni 2010 zelfs een voorstel aan Meditta gedaan. Meditta heeft dit voorstel niet geaccepteerd en heeft evenmin een tegenvoorstel gedaan. Daarmee kan niet gezegd worden dat Achmea de onderhandelingen rondom het COPDprogramma met Meditta heeft afgebroken. Verder is niet gebleken dat - voor zover al aangenomen zou kunnen worden dat Achmea onderhandelingen over COPD en/of CVRprogramma heeft afgebroken (overigens heeft Meditta voor wat betreft CVR daarover in het geheel niets gesteld) deze onderhandelingen zodanig ver waren gevorderd dat het afbreken daarvan onaanvaardbaar was. Immers, op grond van de feiten zoals die in dit kort geding zijn gebleken, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter noch ten aanzien van het COPDprogramma noch ten aanzien van CVRprogramma sprake (geweest) van echte onderhandelingen tussen partijen, nu slechts één bespreking tussen partijen heeft plaatsgevonden op 15 juni 2010 en verder het contact beperkt is gebleven tot enkele berichten en telefoongesprekken. Omstandigheden op grond waarvan het gerechtvaardigd vertrouwen bij Meditta c.s. kan zijn gewekt dat een overeenkomst tot stand zou komen, zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet aanwezig Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat ook de subsidiaire vordering van Meditta c.s. moet worden afgewezen Ook de meer subsidiaire vordering van Meditta c.s. tot betaling tegen integraal tarief van het zorgprogramma COPD voor het jaar 2010 moet worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat partijen overeenstemming hebben over dit integrale tarief. Ook voor de (meer) meer subsidiair gevorderde in goede justitie te bepalen voorziening wordt geen aanleiding gezien Meditta c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Achmea worden begroot op: - vast recht EUR 263,00 - salaris advocaat 816,00 Totaal EUR 1.079,00 in reconventie Achmea vordert een verbod jegens Meditta c.s. om de verzekerden van Achmea actief in het ketenzorgprogramma van Meditta c.s. ten aanzien van COPD en CVR op te nemen. Zij stelt daartoe dat Meditta c.s. op grond van de beleidsregel Prestatiebekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen geen keten-dbcs mag declareren zonder schriftelijke overeenkomst tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. Nu tussen partijen geen overeenkomst tot vergoeding van keten-dbcs bestaat, wordt door het actief aanbieden van ketenzorg aan de
10 verzekerden van Achmea door Meditta c.s. kosten gecreëerd, terwijl Achmea niet gehouden en op grond van artikel 35 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zelfs niet bevoegd is tot vergoeding van die kosten, aldus Achmea De voorzieningenrechter is met Meditta c.s. van oordeel dat het gevorderde verbod onbegrijpelijk is in het licht van het feit dat, zoals hiervoor in conventie reeds is overwogen, Achmea uitdrukkelijk heeft aangegeven dat het niet haar bedoeling is dat Achmea verzekerden per 1 januari 2010 geen COPD- en CVRzorg meer ontvangen en/of haar verzekerden van het COPDzorgprogramma worden uitgesloten. Voor zover de vordering is ingesteld om te voorkomen dat de door Meditta c.s. aan de verzekerden van Achmea geleverde ketenzorg moet worden afgerekend tegen integraal tarief, wordt overwogen dat vanuit de huidige omstandigheden van een dergelijke afrekening geen sprake kan zijn. Hierover dient immers eerst overeenstemming te worden bereikt. Evenmin kan er bij Meditta c.s. het gerechtvaardigd vertrouwen zijn ontstaan dat tegen integraal tarief zou worden afgerekend, nu Achmea bij bericht van 24 december 2010 en haar brief van 8 januari 2010 direct heeft aangegeven dat de geleverde zorg vanaf 1 januari 2010 op de reguliere manier gedeclareerd kan worden en geen betaling zal plaatsvinden tegen het integrale tarief. Dat voor de geleverde zorg op enigerlei wijze zal moeten worden betaald staat vast, nu Achmea zelf om de voortzetting van die zorg heeft verzocht, maar daarvoor zal een andere methode dan het integrale tarief moeten worden gehanteerd, tenzij partijen daarover alsnog overeenstemming bereiken. De vordering van Achmea onder I. zal dan ook op grond van het vorenstaande worden afgewezen Achmea vordert voorts een verbod jegens Meditta c.s. om aan verzekerden van Achmea mede te delen, expliciet of impliciet, dat Achmea goede zorg of losse onderdelen van de keten aan haar verzekerden niet (of niet altijd) vergoedt. Meditta c.s. handelt, zo stelt Achmea, onrechtmatig jegens haar door haar kritiek op het inkoopbeleid van Achmea op een voor Achmea zeer schadelijke, onzorgvuldige en feitelijk onjuiste wijze naar derden te verwoorden. Achmea lijdt als gevolg van dit handelen ernstige imagoschade Achmea heeft ter onderbouwing van haar stelling allereerst verwezen naar de patiëntenbrief, die Meditta c.s. bij brief van 27 mei 2010 heeft aangekondigd aan de verzekerden van Achmea te zullen sturen. In deze brief worden de volgende uitingen gedaan, waarvan Achmea stelt dat deze onjuist en onzorgvuldig zijn gedaan: (...) Onze zorggroep is blij met de nieuwe werkwijze en heeft op basis van het ketenzorgprogramma inmiddels met CZ, de grootste verzekeraars in deze regio, afspraken gemaakt. U bent echter verzekerd bij Achmea Zorg. Deze zorgverzekeraar heeft de zorggroep laten weten de afspraken die Meditta met CZ heeft gemaakt over de chronische zorg, niet voor alle ketenzorgprogramma s te willen maken. In de afgelopen maanden is eerst getracht Achmea Zorg te overtuigen van onze aanpak. Helaas moeten wij constateren dat we met Achmea Zorg niet tot overeenstemming kunnen komen. Dit heeft gevolgen voor uw deelname aan het ketenzorgprogramma voor COPD en/of CVRM. Omdat er geen contract is tussen Meditta en Achmea Zorg kunt u, als verzekerde bij Achmea Zorg vanaf 1 januari 2010 helaas niet deelnemen aan het ketenzorgprogramma voor risico s op hart,- en vaatziekten. Als arts vind ik dit zeer te betreuren, omdat het nieuwe programma volgens de huisartsen de beste zorg is en nu niet van deze zorg gebruik kunt maken. U ontvangt in plaats van de nieuwe zorgprogramma s de normale reguliere zorg van de huisarts, de fysiotherapeut en de diëtist.
11 Voor onderdelen van deze reguliere zorg geldt, in tegenstelling tot het nieuwe ketenzorgprogramma uw eigen bijdrage. (...) Achmea heeft voorts verwezen naar de navolgende passage het persbericht van Meditta c.s. van 18 oktober 2010: (...) Het is de patiënt die vanwege dit steekspel tussen zorgverzekeraar en Minister de dupe zal worden. Als een zorgverzekeraar de zorg niet inkoopt, krijgt de patiënt immers geen toegang tot de zorg of moet de patiënt de zorg gedeeltelijk zelf gaan betalen. Dit is wrang, temeer omdat andere verzekerden in de regio wel van het zorgaanbod van Meditta gebruik kunnen maken. (...) De voorzieningenrechter is van oordeel dat Meditta c.s. in voornoemde uitingen en onjuiste voorstelling van zaken geeft. De mededelingen dat verzekerden van Achmea goede zorg mislopen, hen de toegang tot goede zorg wordt ontzegd en zij de dupe zijn een steekspel tussen de zorgverzekeraar en de minister zijn feitelijk onjuist. Achmea heeft immers, als gezegd, herhaalde malen benadrukt dat het niet haar bedoeling is dat haar verzekerden geen COPD- en CVRketenzorg meer ontvangen en vergoeding via de gebruikelijke tarieven (met een koptarief) aangeboden. Het is weliswaar het goed recht van Meditta om het niet eens te zijn met het beleid van Achmea om de COPD- en CVRketenzorg via de methode van de losse bekostiging (met een koptarief) te vergoeden, maar de suggestie dat Achmea niet aan haar verplichtingen als zorgverzekeraar voldoet, werpt op het functioneren van Achmea een onjuist beeld. Dit klemt temeer nu de betreffende communicatiemiddelen juist voldoende ruimte bieden om duidelijker c.q. vollediger onder woorden brengen waarop het geschil tussen partijen betrekking heeft. De mededelingen kunnen leiden tot onrechtmatige imagoschade en moeten, gelet op de belangen van partijen, als een (dreigende) onrechtmatige daad jegens Achmea worden aangemerkt Meditta c.s. voert als verweer dat zij op grond van artikel 38 Wmg en de Richtsnoer Informatieverstrekking Zorgaanbieders van de NZa verplicht is de onderhavige informatie aan de verzekerden van Achmea te verstrekken. Deze stelling treft geen doel. Deze verplichting ziet immers enkel op de voor de prestatie in rekening te brengen tarieven en laat onverlet dat Meditta c.s. jegens Achmea gehouden is de eisen van zorgvuldigheid in acht te nemen De voorzieningenrechter zal op grond van het vorenstaande de vordering van Achmea onder II. toewijzen. Voor het opleggen van een dwangsom ziet de voorzieningenrechter, gelet op de toezegging van Meditta c.s. zich overeenkomstig de te geven beslissing te zullen gedragen, geen aanleiding Meditta c.s. zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Achmea worden begroot op EUR 408,00 voor salaris advocaat. De gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken worden toegewezen.
12 5. De beslissing De voorzieningenrechter in conventie 5.1. wijst de vorderingen af; 5.2. veroordeelt Meditta en Meditta Zorg hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Achmea tot op heden begroot op EUR 1.079,00; 5.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. in reconventie 5.4. verbiedt Meditta en Meditta Zorg om aan verzekerden van Achmea mede te delen, impliciet of expliciet, dat Achmea goede zorg of losse onderdelen van de keten aan haar verzekerden niet (of niet altijd) vergoedt; 5.5. veroordeelt Meditta en Meditta Zorg hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Achmea tot op heden begroot op EUR 408,00, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis; 5.6. verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad; 5.7. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. E. Bongers en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2010.?
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2573
ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BM1303
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:8199
ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 16082017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C/03/239274 / KG ZA 17423 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatievonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012
vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van in de zaak van de vennootschap onder firma VAN HOOF VOF, gevestigd te Asten,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522
ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:2434
ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07042017 Datum publicatie 02052017 Zaaknummer C/05/315845/KG ZA 1789 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2010:BN8235
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AY8841
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieUitspraak vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD. Sector civiel recht. Vonnis in kort geding van 16 juli 2010
Datum uitspraak: 16-07-2010 Datum publicatie: 09-11-2010 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Geschil over voor buitenschoolse dan wel tussenschools opvang gehuurde
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBNHO:2015:6063 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Rechtbank Noord-Holland
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905
ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 25-11-2003 Datum publicatie 25-11-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 168101/KGZA 03-969/EV Civiel
Nadere informatieVonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van
Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BV6392
ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906
ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-09-2011 Datum publicatie 14-09-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 497590 / KG ZA 11-1292 MvW/JWR
Nadere informatieZoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak
Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer
Nadere informatieLJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak
LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak Datum uitspraak: 06-07-2007 Datum publicatie: 06-07-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Eiseres
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321
ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatiePartijen zullen hierna Ness Nederland en het CVZ genoemd worden.
LJN: AZ5960, Rechtbank Amsterdam, 358180 / KG ZA 06-2237 GM/PvV Datum uitspraak: 11-01-2007 Datum publicatie: 11-01-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Ness
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2004:AO3027
ECLI:NL:RBUTR:2004:AO3027 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 05-02-2004 Datum publicatie 05-02-2004 Zaaknummer 171736/KG ZA 03-1244 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:286
ECLI:NL:RBOVE:2016:286 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18012016 Datum publicatie 29012016 Zaaknummer C/08/179852 / KG ZA 15391 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 Vonnis in kort geding van in de zaak van X, h.o.d.n. PUBLIEC, wonende te Delft, eiseres, advocaat mr. O.R.
Nadere informatie2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw.
2012095565 DE UITVOERING VAN ARTIKEL 2.6 lid 7 Bzv In het bijgevoegde standpunt legt CVZ artikel 2.6 lid 7 Bzv uit. Op 1 januari 2012 is de omschrijving van de prestatie 'dieetadvisering' in het Besluit
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:4885
ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2005:AU0239
ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieOverzicht Financiering eerste lijn
Overzicht Financiering eerste lijn Wat gaan we doen? Terugblik inventarisatie ZonMw onder 22 praktijkprojecten Overzicht financieringsbronnen Goed voorbeeld In dialoog met Waarom deze workshop? Quickscan
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:1265
ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 06-03-2014 Datum publicatie 14-03-2014 Zaaknummer C-08-152106 - KG ZA 14-59 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:886
ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, MRI, eigen risico, telefonische toezegging Zaaknummer : 2011.02529 Zittingsdatum : 18 april 2012 2011.02529, p. 1/5 Geschillencommissie
Nadere informatieOp het verplichte en vrijwillige eigen risico zijn niet van toepassing: - de kosten van ketenzorg bij diabetes, vasculair risicomanagement en COPD.
Ketenzorg 2017 Amersfoortse (de) / Ditzo Op het verplichte en vrijwillige eigen risico zijn niet van toepassing: - de kosten van ketenzorg bij diabetes, vasculair risicomanagement en COPD. Onder ketenzorg
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079
ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Zaaknummer 93461 / KG ZA 08-415 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:5435
ECLI:NL:RBOVE:2014:5435 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26092014 Datum publicatie 13102014 Zaaknummer C/08/160601 / KG ZA 14280 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:1192
ECLI:NL:RBOVE:2017:1192 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-02-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer C/08/198490 / KG ZA 17-54 Formele relaties Einduitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2017:1199
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886
ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: 362303 / KG ZA 10-384
vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 362303 / KG ZA 10-384 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KROON
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2015:1277
ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776
ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 16-06-2006 Zaaknummer 124519 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 Vonnis in kort geding van 17 november 2010 in de zaak van 1. de vennootschap onder firma DIGI-D, gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:7740
ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatie2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.
Caesar Capital Todays Vermogensbeheer DomJur 2011-679 Rechtbank Amsterdam, Sector civiel recht Zaaknummer/rolnummer: 483704 / KG ZA 11-314 P/PV Datum: 14 april 2011 Vonnis in kort geding van 14 april 2011
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2013:6267
ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11092013 Datum publicatie 27092013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/539534 Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatie"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67
vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieEJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA
EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatievonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de stichting STICHTING DEPOSITOFONDS VAN CUVO COÖPERATIEVE UITVAART VERENIGING DE
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1052
ECLI:NL:RBAMS:2016:1052 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-02-2016 Datum publicatie 02-03-2016 Zaaknummer KG ZA 16-107 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: / KG ZA
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 349966 / KG ZA 09-1391 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FU
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2013:8793
ECLI:NL:RBROT:2013:8793 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08112013 Datum publicatie 08112013 Zaaknummer C/10/437497 / KG ZA 13/1214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiePartijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
[Eiseres] [Gedaagde] (Mesologiezwolle.nl) DomJur 2017-1234 Rechtbank Overijssel Zaak-/rolnummer: C/08/192160 / KG ZA 16-321 ECLI:NL:RBOVE:2016:4885 Datum: 12 december 2016 Vonnis in kort geding van 12
Nadere informatieDeclaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 )
REGELING CV/NR-100.106 Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 ) Gelet op artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de
Nadere informatievonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BL7984
ECLI:NL:RBARN:2010:BL7984 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 08-03-2010 Datum publicatie 18-03-2010 Zaaknummer 196588 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:AZ8847
ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ8847 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 13-02-2007 Datum publicatie 19-02-2007 Zaaknummer 83242 - KG ZA 07-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatie2 De feiten 2.1. City Hotel drijft sinds 1980 onder de naam City Hotel een hotel, bar en restaurantbedrijf te Oss.
City Hotel B.V. Fitland Oss B.V. DomJur 2017-1257 Rechtbank Oost-Brabant Zaak-/rolnummer: C/01/322491 / KG ZA 17-394 ECLI:NL:RBOBR:2017:4802 Datum: 4 september 2017 Vonnis RECHTBANK OOST-BRABANT Civiel
Nadere informatieEJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383
EJEA 16-186 ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak23-11-2016 Datum publicatie21-12-2016 ZaaknummerC/09/521602 KG ZA 16/1383 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort
Nadere informatieLJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119
LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2010 Datum publicatie: 12-05-2010 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Voorlopige voorziening
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2151
ECLI:NL:RBOVE:2017:2151 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 26-05-2017 Zaaknummer C/08/200009 / KG ZA 17-96 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4384
ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2010:BL5606
ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 26-01-2010 Datum publicatie 25-02-2010 Zaaknummer 71324 / KG ZA 10-927 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: 268564 / KG ZA 06-833
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 268564 / KG ZA 06-833 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid URBAN
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BP3091
ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 04-02-2011 Zaaknummer 119974 - HA ZA 10-474 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:2411
ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1672
ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6272
ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305
ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305 Instantie Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-03-2008 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 128128 / HA ZA 07-26 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BX0624
ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 20-06-2012 Datum publicatie 06-07-2012 Zaaknummer 216937 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BE0039
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieDeclaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2, COPD 3 )
REGELING CV/NR-100.106.2 Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2, COPD 3 ) Gelet op artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
Nadere informatieRechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:593
ECLI:NL:RBOVE:2016:593 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-02-2016 Datum publicatie 22-02-2016 Zaaknummer C/08/181174 / KG ZA 16-7 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht
Nadere informatieIn naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA
vonnis In naam van de Koning RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer / rolnummer: C/05/328462 / KG ZA.17-538 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten
Nadere informatie