J.H.M. de Haas. Nazorg aan het begin en aan het einde. Opleiding commandeur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "J.H.M. de Haas. Nazorg aan het begin en aan het einde. Opleiding commandeur"

Transcriptie

1 . Nazorg aan het begin en aan het einde Opleiding commandeur

2 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Probleemstelling / onderzoekvraag Kaderstelling en methode Bronnen Leeswijzer De eerste uren / het aanzeggen Enschede Haarlem Veendam Politie De Punt Conclusies en aanbevelingen Speelt geld (g)een rol Inleiding Haarlem Enschede De Punt Bijdrage BZK Samenvatting en conclusies En dan nog dit Noodzaak projectorganisatie Coördinatie onderzoeken Bij twijfel Literatuurlijst / geraadpleegde bronnen Bijlage 1, Wetsartikelen financiële (rijks-)bijdragen Bijlage 2, Voorzet handreiking / protocol Bijlage 3, Voorbeeld opzet nazorg plan Bijlage 4, Vragen aan derden Pagina 2 van 45

3 Samenvatting Terugkijkend in alle rust en kalmte op incidenten zoals de ongevallen in Haarlem, Enschede en De Punt en met de wetenschap van nu, kun je beter inschatten welke gevolgen gemaakte keuzes onder tijdsdruk hebben gehad. Als brandweerorganisatie weten we als geen ander dat een gedegen evaluatie van ondernomen acties kan en moet leiden tot verbeteringen. Dat dit niet altijd leidt tot een beter optreden bij volgende incidenten is ook een bewezen feit. Het streven om te komen tot een lerende organisatie gaat (helaas) nog met veel vallen en opstaan. Juist bij incidenten die weinig voorkomen is het goed om nadrukkelijk te kijken naar verbeterpunten. Routine zal bij een lage frequentie nooit snel ontstaan. Soms willen we dat bewust of onbewust ook niet. Met ongevallen met eigen personeel met dodelijke afloop willen we eigenlijk liever geen routine opdoen. Maar toch komen deze ongevallen voor met enorme impact en gevolgen. Alle hulpmiddelen om enigszins voorbereid te zijn op dergelijke voorvallen moeten dan ook worden aangegrepen. In deze scriptie wordt een aantal onderwerpen benoemd en uitgewerkt die bij brandweercollega s in ieder geval het nadenken over dit soort incidenten moet bevorderen. Als een incident met dodelijke afloop zich voordoet, moeten nabestaanden snel en efficiënt opgevangen worden. Het aanzeggen en de informatievoorziening moet snel gebeuren zodat de informele kanalen niet de kans krijgen om onrust en des-informatie te laten geven. Dit vraagt een, zij het beperkte, organisatorische voorbereiding in de vorm van bewustzijn over deze acties bij leidinggevenden van het korps. Een handreiking voor deze acties is als bijlage opgenomen. De gehele aanpak vanaf het moment van het incident kan het beste opgepakt worden als een project met een aantal deelprojecten. Dit moet snel (bij voorkeur direct na het incident) en daadkrachtig worden georganiseerd. Deelprojecten zijn onder andere het Begrafenis Bijstand Team, de coördinatie op onderzoeken en de nazorg. Een goed georganiseerd project met voldoende faciliteiten, (financiële) middelen en een bestuurlijk mandaat legt de basis voor een gedegen afhandeling van het incident. In de nazorg staat vanaf het begin het belang van de nabestaanden voorop. Afwegingen en besluiten moeten, zeker in de emotionele periode, in het teken staan van verwerking. Als het lijkt dat de emotionele eerste fase afgerond gaat worden, kan een meer zakelijke insteek gekozen worden voor inzet van mensen en middelen. Feit blijft dat door de persoonlijke betrokkenheid, zakelijkheid en emotie hand in hand blijven gaan en lastig te scheiden zijn. De financiële gevolgen van dergelijke incidenten loopt snel in de grote bedragen. Keuze in aanpak en de mate van begeleiding bepalen de hoogte van de kosten. Ook hier geldt dat in de emotionele fase kosten ondergeschikt kunnen zijn, maar dat in een later stadium kostenbeheersing wel degelijk een vereiste en dus noodzakelijk is. Over het algemeen dragen de gemeenten zelf de kosten van dergelijke incidenten. Een verzoek tot bijdrage van het Rijk lijkt alleen kans te hebben als de impact van het incident een groter effectgebied heeft dan alleen de nabestaanden, het brandweerkorps en de directe woongemeenschap. H. de Haas Gieten, 4 januari 2011 Pagina 3 van 45

4 Inleiding Op de zonnige vrijdagmiddag van 9 mei 2008 rukt de tankautospuit van de post Eelde, onderdeel van de brandweer Tynaarlo, om uur uit op een brandmelding van een gebouwbrand. Tijdens het aanrijden wordt duidelijk dat de loods van scheepswerf Beuving aan de Groningerstraat in De Punt in brand staat en dat het een uitslaande brand is. Slechts 14 minuten later is het meest verschrikkelijke gebeurd dat een bevelvoerder kan overkomen: hij moet doorgeven dat hij mensen in de brand kwijt is en dringend assistentie nodig heeft. Een half uur later kan door een massale inzet van waterstralen begonnen worden met een zoektocht. Binnen een kwartier zijn de drie reeds overleden brandweer collega s van de ploeg geborgen. De nachtmerrie van elk brandweerkorps is werkelijkheid geworden. De enorme rookontwikkeling en hitte na de koude flashover in de boten loods aan de Punt Wat daarna gebeurd is, tot op het moment van schrijven van deze scriptie, een voortdurende aaneenschakeling van stappen en processen in het kader van respons, rouwverwerking en herstelbegeleiding. De stappen die genomen worden staan in elkaars verlengde en worden genomen op basis van inschatting van de situatie, gevoel, gezond verstand en ervaring. Hiervoor is vanaf de vierde week een projectorganisatie in het leven geroepen die met een vaste kern maar met wisselende aanvullende samenstelling de nafase heeft georganiseerd en begeleid. Gedurende de nu verstreken periode van 2 jaar zijn regelmatig momenten van reflectie gehouden waarna de strategie vaak is bijgesteld. Bij elk reflectiemoment is echter telkens weer ervaren dat veel besluiten genomen worden op basis van beredenering en emotie. De ervaringen op dit gebied binnen de vakwereld van de brandweer is niet algemeen bekend c.q. gemakkelijk benaderbaar. Er is weinig basiskennis beschikbaar over het handelen in deze situatie. Ook vakliteratuur is nauwelijks voorhanden. Enerzijds is dat ook logisch, omdat dit soort incidenten gelukkig weinig voorkomt en de sense of urgency om kennis en vaardigheden hiervoor paraat te hebben, al dan niet bewust wordt onderdrukt. Pagina 4 van 45

5 Anderzijds is er voor de responsfase 1 wel een multidisciplinaire groep mensen beschikbaar: het zogeheten BBT (Brandweer Begrafenis Bijstandteam). Het BBT heeft kennis en ervaring en is op afroep beschikbaar om de lokale organisatie te assisteren voornamelijk in de eerste acute periode tot en met de uitvaarten. Ook dat onderdrukt het urgentiegevoel dat het noodzakelijk is om kennis paraat te hebben over hoe te handelen met dit type crises. Noodzaak Ongevallen met dodelijke afloop met brandweermensen gebeuren niet zo vaak. Althans dat is bij de meesten van ons het gevoel. Het gebeurt maar een enkele keer en dan nog meestal ver van ons vandaan. Maar als het je overkomt en je noodgedwongen moet gaan verdiepen in deze materie, kom je tot een aantal schokkende ontdekkingen. De Coördinatiegroep Onderzoeken De Punt heeft onderzoek gedaan naar het totaal aantal dodelijke slachtoffers onder brandweerpersoneel in de afgelopen jaren met als doel hier een beeld van te geven. De groep wilde met deze cijfers het verhaal naar het eigen personeel toe kracht bij zetten. Dat is gelukt, want ze kwamen tot de, voor sommigen schokkende conclusie dat sinds 1970 er gemiddeld één dodelijk slachtoffer bij de brandweer per jaar valt. Dat betekent een aantal dingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de kans dat er in jouw korps of regio zoiets gebeurt relatief groot is. De kans dat je er bij betrokken raakt via inzet, begeleiding of in de nafase is zo mogelijk nog groter. De hoeveelheid activiteiten die kort of lang gaan lopen zijn enorm en de valkuilen talrijk. Variërend van de eerste contacten met de nabestaanden, de eerste opvang van het korps, contacten met de diverse onderzoekers, het Openbaar Ministerie, de lokale bevolking, collegiale hulp en/of bemoeienis, familie problemen, allerlei zorginstanties, het borgen van acties en informatie naar de toekomst toe, financiën enz. Dit betekent dus ook dat het noodzakelijk is dat je als organisatie moet voorbereiden op de mogelijkheid dat het je overkomt. De schrijver van deze scriptie is zeer nauw betrokken geweest bij alles wat rondom het drama van 9 mei 2008 met de drie omgekomen brandweercollega s afspeelde. In de periode juni 2008 tot en met mei 2009 is gebleken dat van vorige incidenten weinig op papier is gezet of ervaringen niet eenvoudig toegankelijk blijken te zijn. Daarin schuilt het indirecte gevaar dat de opgedane kennis op termijn weg weer dreigt te vloeien. Dat mag een lerende en zich goed preparerende organisatie als de brandweer zich niet laten gebeuren. Een beschrijving van ervaringen, gepleegde gedachteontwikkelingen en gekozen beleids- en richtlijnen kan helpen om collega s voor te bereiden op een, hopelijk voor hen nooit voordoende situatie. De kans op zo n situatie is helaas wel aanwezig. Zo n situatie doet zich echter altijd onverwacht voor. Dan is er nauwelijks tijd meer om je verder voor te bereiden. In de diverse rapporten naar aanleiding van de brand in de Punt zijn direct en indirecte aanbevelingen voor de toekomst gedaan op basis van geconstateerde handelingen en ervaringen. Het doel van deze scriptie is om een weergave te geven van ervaringen en aandachtspunten die vanuit het standpunt van brandweerkorpsleiding zijn opgedaan bij diverse ongevallen met dodelijke afloop bij brandweerinzetten in Nederland. Centraal staan de ervaringen van en met directe nabestaanden, het getroffen korps en de impact op de directe omgeving van de slachtoffers en het korps. 1 Responsfase: de fase van acute crisis; in deze scriptie is hiermee de fase bedoeld direct na het ongeval tot en met de overdracht van de nafase door het BBT aan de gemeente. Pagina 5 van 45

6 De ervaringen zouden, mits verwerkt in de juiste context, gebruikt kunnen worden ter voorbereiding van toekomstige leidinggevenden en (project-) leiders nazorg. Om deze aanbevelingen evenals de ervaringen opgedaan in de nafase van de brand in De Punt niet verloren te laten gaan, is besloten om deze als onderwerp van deze scriptie te nemen. Tot slot moet vermeld worden dat in 2010 het onderwerp nazorg een grote nationale belangstelling heeft. Niet alleen de brandweerincidenten, maar ook de benodigde nazorg na geweld tegen hulpverleners en, niet in de laatste plaats, de nazorg aan de terugkerende militairen van de diverse vredesmissies heeft een stroomversnelling veroorzaakt. Het heeft geresulteerd in twee belangrijke producten die eind 2010 landelijk zullen worden gepresenteerd. De organisatie Impact presenteerde op 23 november 2010 een Modelplan, checklist en The Game over de Nafase 2. Daarnaast heeft Impact, mede in opdracht van het Ministerie van BZK, de Richtlijn voor opvang van geüniformeerde professionals 3 opgesteld. De richtlijn is op 16 december 2010 gepresenteerd. 2 De gevolgen van een ramp duren altijd langer dan men denkt. Het strekt zich meestal uit over jaren en heeft op veel facetten van het persoonlijk en maatschappelijk functioneren zijn effecten. Er zijn veel partijen betrokken bij de zorg en wederopbouw van een getroffen gemeenschap. Deze moeten met elkaar samenwerken, waarbij vaak geïmproviseerd moet worden binnen een buitengewoon gevoelige context.. De nafase vergt een lange adem van iedereen, waarbij de aandacht van verantwoordelijke overheden, bestuurders en de media afneemt in de loop van de tijd. De nafase wordt ook gekenmerkt door moeizame samenwerkingsprocessen tussen de verschillende organisaties, bestuurlijke fricties, belangentegenstellingen en conflicten. Om het samenwerkingsproces tussen deze verschillende organisaties te ondersteunen heeft Impact het Modelplan Nafase ontworpen. Bij de totstandkoming vormde de ervaringen en behoeften van de getroffenen zelf een leidraad voor het modelplan, dat een handreiking is voor de voorbereiding op een langdurige nafase van een ramp. (bron: website Impact Kenniscentrum) 3 Het doel van de Richtlijn is optimale psychosociale opvang voor de geüniformeerde hulpverlener te garanderen, opdat gezondheidsklachten en werkuitval worden voorkomen. De erkende beroepsverenigingen worden nauw betrokken om de inhoud bij de dagelijkse praktijk te laten aansluiten. Door de Richtlijn zal meer eenduidigheid in de opvang ontstaan. (bron website Impact Kenniscentrum) Pagina 6 van 45

7 1.1. Probleemstelling / onderzoekvraag Er zijn onderwerpen die zich slecht laten voorbereiden, dan wel lastig vooraf te beoefenen zijn. Dit komt omdat deze zaken zich óf weinig voordoen en daardoor weinig referentie mogelijk is. Óf dat het realismegehalte niet benaderbaar is door middel van oefeningen of inlevingsvermogen vanwege de enorme emotionele impact. Daarom kunnen praktijk ervaringen uit het verleden helpen bij beeldvorming of gedachtesturende voorbereidingen. In deze scriptie worden dan ook twee onderwerpen behandeld die zich uitermate goed lenen voor het leren van eerdere ervaringen. De centrale vraag die in deze studie wordt gesteld is: Waar moet je als leidinggevende van de brandweer rekening mee houden als er een ongeval met dodelijke afloop plaatsvindt bij repressief optreden in jouw korps. Omdat dit een zeer uitgebreid werkveld is, worden met name twee specifieke onderwerpen nader uitgewerkt: 1. Op welke wijze kun je, gelet op eerdere ervaringen, het beste de eerste periode na het ongeval de opvang en nazorg van nabestaanden en korps organiseren. Het betreft daarbij de eerste week na het incident met het aanzeggen, de start van de nazorg aan de families, aan de post en het korps, de uitvaarten en het BBT en de start van de gestructureerde nazorg na deze week. 2. Met welke financiële consequenties moet je rekening houden. Daarbij valt te denken aan de ordegrootte van kosten, de dekkingsmogelijkheden, formele besluitvorming daarover en de mogelijkheid van een financiële bijdrage vanuit BZK Kaderstelling en methode Het gaat er niet om delen van de rapporten van de diverse onderzoekscommissies opnieuw te behandelen. Evenmin worden tot in details de taken van het landelijk Brandweer Begrafenis Bijstand Team (BBT) beschreven. Het accent ligt enerzijds op het beschrijven van het geheel aan acties en beschikbare ondersteuning voor de brandweer in de eerste uren, maar anderzijds op (misschien wel belangrijkere mate) de impact van het incident en de gekozen begeleiding op directe nabestaanden (families), de betreffende post (leden en achterban) en de omgeving (woon- en leefomgeving van de slachtoffers). Per onderwerp is achtereenvolgens weergegeven: - een beschrijving van het onderwerp; - ervaringen van andere korpsen / gemeenten bij het onderwerp; - de ervaringen van Tynaarlo / de Punt; - aanbevelingen c.q. gebleken best practice naar aanleiding van de ervaringen. In deze scriptie wordt geen aandacht besteed aan de volgende onderwerpen die echter eveneens uiterst relevant zijn: - de getroffen families, met o.a. begeleiding, nazorg, rol gemeente, familie twisten, tempoverschillen verwerking, relatie met brandweer enz. - de inhoudelijke nazorg in het eerste jaar aan de getroffen post, zoals groepsdynamiek, begeleiding intern en extern, schakelen tussen normale zaken en nazorg &emoties, weer op uitruk gaan, enz.); Pagina 7 van 45

8 - omgang met derden, zoals met de werfeigenaar, werkgevers omgekomen brandweerlieden en de lokale gemeenschap; - omgang met de media, in het eerste uur, eerste week, eerste jaar en bij de herdenkingen; - herdenkingen, de eerste, hoe lang nog, omvang versus impact, diverse partijen, monumenten & gedenktekens, herinneringsboek; - Organisatie, de structuur, omvang, draagkracht, formalisering enz Bronnen Naast de bronnen, genoemd in de literatuurlijst zijn de ervaringen van de leden van de stuurgroep Tynaarlo en de projectgroep Nazorg Gemeente Tynaarlo een grote bron van ervaringsinformatie. Deze, apart van de vergaderverslagen niet nader gedocumenteerde bronnen, zijn van onschatbare waarde voor scholing en ervaringsuitwisseling. Er is in deze scriptie dankbaar gebruik van gemaakt van hun ervaringen. Ook de interviews die gehouden zijn met de collega s in Haarlem en Enschede leverden een schat aan informatie op die, hoewel de incidenten verschilden, toch verrassend veel overeenkomsten vertonen. De schrijver van deze scriptie is de leden van de diverse groepen en de collega s uit het land veel dank verschuldigd voor hun impliciete bijdrage aan dit stuk Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat over de eerste uren en het aanzeggen van de slechtst denkbare boodschap. Eerst wordt van drie incidenten de eerste uren beschreven met de nadruk op het aanzeggen, de zoektocht naar juiste informatie, de rol van de familiecontactpersonen en de media, en worden een aantal knelpunten gegeven. Daarna wordt weergegeven hoe in twee noordelijke politieregio s het betreffende proces is georganiseerd. Tot slot is er een gedetailleerd verslag van de vergelijkbare periode tijdens het incident in De Punt. In de laatste paragraaf worden conclusies getrokken en een aantal aanbevelingen gegeven. Hoofdstuk 3 gaat over de financiële aspecten die bij een dergelijk incident spelen. Na relevante voorbeelden van andere incidenten wordt uitgebreid stilgestaan bij de financiën en de besteding bij het incident De Punt. Aansluitend worden de acties van de gemeente Tynaarlo weergegeven om een financiële rijksbijdrage te krijgen ter leniging van de gemaakte kosten. In hoofdstuk 4 wordt een aantal aanbevelingen voor de praktijk gedaan. In de bijlagen is achtereenvolgens te vinden: - de relevante wetsartikelen met betrekking tot de diverse bijdrage mogelijkheden; - een checklist / protocol voor brandweerorganisaties voor het optreden in de eerste uren en weken; - een voorbeeld voor het maken van het nazorgplan eerste jaar en tweede jaar, gebaseerd op de gebruikte plannen in De Punt. Pagina 8 van 45

9 2. De eerste uren / het aanzeggen In dit hoofdstuk worden de vuurwerkramp in Enschede, de brand van de Koningskerk in Haarlem, het dodelijk ongeval bij een brand in Veendam en de brand in De Punt toegelicht. Achtereenvolgens wordt het incident beschreven en worden de eerste uren (voor zover bekend) in detail weergegeven. Daarnaast worden de effecten van de media en de belangrijkste knelpunten aangehaald. Als vergelijkingsmateriaal is de nazorg organisatie van de politie Groningen en Drenthe beschreven Enschede De ramp De brand begon op 13 mei 2000 om omstreeks uur op het werkterrein van een pakhuis van S.E. Fireworks. In dit pakhuis lag ongeveer 900 kilogram vuurwerk opgeslagen. Het vuur verspreidde zich naar o.a. een bunker en enkele containers, die illegaal buiten het gebouw waren geplaatst. De brandweer kon het vuur aanvankelijk niet bedwingen, en een derde container vatte vlam. Deze container ontplofte korte tijd later (omstreeks uur). Een kettingreactie van soortgelijke ontploffingen resulteerde uiteindelijk in de grootste ontploffing: die van de centrale bunker om uur. Hierbij kwam 177 ton vuurwerk tot ontploffing 4. Het moment van de grote explosie Bij de explosie kwamen drieëntwintig mensen om het leven waarvan vier leden van de eerste uitrukeenheid van de brandweer Enschede. Vele honderden mensen raakten gewond. De omgekomen brandweermannen zijn onder grote landelijke belangstelling met korpseer begraven. Hieronder volgt een weergave van de eerste uren / dagen na de ramp, gebaseerd op het gesprek met een vertegenwoordiger van het korps Enschede en het boek Zorg voor de brandweer van M. Jansen. De eerste uren Tegen uur zijn de families geïnformeerd. Toen was er het beeld dat er zeker één overledene was, diverse gewonden en een aantal vermisten. Het uitzoeken wie er vermist waren, was niet eenvoudig en kostte veel tijd. Bij de (beroeps) collega s kon dat op basis van de namenlijst van de dienstdoende ploeg. Van de vrijwilligers was dat lastiger want het was niet op papier vastgelegd wie waren uitgerukt als gevolg van het vrije instroomsysteem. Veel waren op eigen gelegenheid gegaan. Het achterhalen van de juiste namen bij de uitruk is 4 De ontploffingen vaagden de hele woonwijk Roombeek in Enschede weg. De grootste ontploffing was tot 60 kilometer ver te horen. Tweehonderd woningen werden volledig verwoest; ca woningen buiten de wijk en ca. 500 omliggende bedrijven raakten zwaar beschadigd; 1250 mensen raakten dakloos. De materiële schade werd geschat op ongeveer 1 miljard gulden (454 miljoen euro). Pagina 9 van 45

10 uiteindelijk gedaan door aan de collega s te vragen met wie ze, waar, op welk moment waren. En of ze elkaar na de explosie nog gezien hadden en zo ja, waar? Voor het informeren van de acht families over gewonden, vermisten en overledenen is gekozen om hen tegelijk te bezoeken. Daarvoor zijn koppels van twee geformeerd. Er is geprobeerd om één iemand vanuit de brandweer en iemand anders vanuit de gemeentelijke organisatie aan elkaar te koppelen. Uiteindelijk zijn het bijna allemaal personen uit de repressieve dienst geworden. Bij de keuze is gekeken wie hier toe in staat zou kunnen zijn en wie een beetje bekend waren met of bij de families. De betrokkenen hebben dit een zeer zware, maar dankbare taak gevonden. De families hebben de wijze waarop e.e.a. uitgevoerd is erg op prijs gesteld. Zeker ook omdat de media al een bericht de wereld in hadden gebracht, dat er vele doden en gewonden waren, waaronder ook brandweerpersoneel. Uiteindelijk bleken vier brandweermannen overleden en waren vier in het ziekenhuis opgenomen. De opvang van de andere brandweerlieden en hun families gebeurde in een hotel elders in Enschede. Daar heeft men alle families naar toe laten komen, ook die van de vermisten omdat toen nog niet bekend was wie overleden was. Alleen van de ene collega waar vanaf het begin bekend was dat hij overleden was, is de familie niet in het hotel geweest. Aan de families waarvan de mannen ontbraken is speciale aandacht gegeven. Opvang is in samenwerking met politie gegaan, waarvan overigens ook mensen vermist waren. De ambulancedienst heeft niet meegedaan in deze opvangmethode. Vanwege werkdruk hebben zijn gekozen niet mee te doen. Achteraf hebben ze daar veel spijt en last van gehad. In de loop van de avond was intern bekend wie de overledenen waren. Daarvoor is aan het reeds gestarte RIT 5 gevraagd met voorrang te zoeken naar de drie vermiste brandweermannen. Daarop zijn de betreffende families opnieuw ingelicht. De volgende dag is openbaar gemaakt dat drie beroeps en één vrijwilliger waren omgekomen. Gedurende het gehele bovenstaande traject is er open kaart gespeeld naar alle families. Er is verteld dat zij met alles rekening moesten houden, waarbij het begrip kon inhouden dat zij gevlucht zouden kunnen zijn, gewond of overleden waren. Deze werkwijze is goed overgekomen bij de families. Er zijn de volgende dag door de BOT 6 -coördinator familie contactpersonen aangewezen; één per familie. Daarbij is gekeken naar personen uit het brandweerkorps die elkaar kenden en elkaar (vermoedelijk) lagen maar niet persé een band hadden met de nabestaandenfamilies. Er is niet gekeken naar de functionele relatie, maar naar aard en karakter van de beoogde personen. Een BOT-achtergrond was wel een pré. Dit geheel is improviserend gegaan omdat de toenmalige draaiboeken BOT het fenomeen familiecontactpersoon (nog) niet kenden. Dit is een gouden zet gebleken voor zowel de families als de brandweer. Per familie was er één aanspreekpunt. Uit de reacties bleek dat de contactpersonen fantastisch werk hebben gedaan en een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de informatievoorziening en verwerking in de eerste periode. 5 Rampen Identificatie Team, bijzondere eenheid van en voor de Nederlandse politie en heeft tot taak assistentie te verlenen bij de berging en de identificatie van personen die bij een ramp of calamiteit zijn omgekomen 6 BOT = Bedrijfs Opvang Team, een team collega s die speciaal opgeleid en getraind is om bij incidenten met een groot traumatisch effect collega s te kunnen opvangen en als gesprekspartner te dienen om de eerste ervaringen te verwerken. Pagina 10 van 45

11 Voor de traumaverwerking is aan de nabestaanden specifieke, gerichte professionele begeleiding aangeboden en waar dat nodig was ook ingezet. Uiteindelijk is de reguliere hulpverlening ingezet. Het BOT is uitsluitend ingezet voor de brandweerlieden en hun families. Van de gevolgde werkwijze zijn geen vervelende naweëen bekend. De weduwen zijn dankbaar voor de wijze van begeleiding en er is nog steeds af en toe contact. Ze vinden dat ze goed begeleid zijn. Knelpunten. Omdat niet bekend was wie de vermiste mensen waren was de druk van de media in eerste instantie niet zo groot. De gebeurtenissen elders in Enschede eisten de meeste aandacht. Ook de organisatie heeft bewust niet actief mededelingen daarover naar de media gebracht. Op het moment dat de vier overleden bekend waren werd wel heftig gereageerd. Was in eerste instantie de toegang tot de kazerne heel open voor iedereen, later moest vanwege de opdringerigheid van de media ín het gebouw de toegang afgeschermd worden, met name rondom de condoleanceboeken. Toegang was er vanaf dat moment alleen nog voor de brandweer en de familie. De pers werd buiten gehouden. Daarvoor is op een bepaald moment zelfs politie ingezet. Het vrijgeven van de lichamen was ook een groot knelpunt. De lichamen zijn geborgen en ter identificatie weggebracht. Het RIT heeft hen geïndentificeerd, waarvoor de families pijnlijke vragen kregen. Daaruit werden natuurlijk conclusies getrokken dat het ernstig was. Sommige lichamen waren zo ernstig verbrand dat herkenning alleen op gebitskenmerken mogelijk was. De familiecontactpersonen hebben dit proces goed kunnen begeleiden. Uiteindelijk is maar één collega opgebaard geweest. Bij de anderen was dat niet meer mogelijk. Vanwege de drukte in de communicatiesfeer waren de normale middelen (telefoon en gsm) slecht beschikbaar. Om te voorkomen dat er een massale informatievraag bij de brandweerkazerne zou komen, is aan de medewerkers meegegeven om zo snel mogelijk het thuisfront te bellen dat ze in leven zijn. Daarmee werd een behoorlijke druk weggenomen. De heren Jan Tijkotte en Egbert Huisken bij het monument, nog op de oude kazerne van Enschede Pagina 11 van 45

12 2.2. Haarlem Op 23 maart 2003 wordt om uur de brandweer Haarlem gealarmeerd voor een binnenbrand in de Koningkerk aan de Kloppersingel in Haarlem. Nadat de brand binnen 40 minuten van klein naar zeer groot en uitslaand was uitgegroeid viel om uur een buitenmuur om. Deze bedolf de drie brandweermannen Van Kooten, Hannenberg, en Knipper, waarbij zij om het leven kwamen. Zij zijn met korpseer begraven. Vlak na de val van de muur Hieronder volgt een weergave van het gesprek met vertegenwoordigers van het korps Haarlem. De eerste uren Omdat direct bekend was wie de slachtoffers waren, is diezelfde avond besloten om nabestanden tegelijk te gaan bezoeken. Er zijn drie duo s samengesteld. Er zijn mensen uitgezocht en gevraagd die wilden en waarvan de leiding wist dat die daar geschikt voor zouden kunnen zijn. Dit is op improviserende wijze gedaan. De tweetallen bestonden uit een mix van brandweer leidinggevenden van diverse niveaus die ook een officiele vertegenwoordiger van de organisatie konden zijn, en mensen die de nabestaanden kenden. De commandant zelf is op dat moment niet geweest. Zijn aandacht lag elders. De politie heeft niet deelgenomen aan dit proces, mede omdat deze hiervoor nog niet in beeld was. Rond uur zijn de bezoeken gepleegd. Ondanks de relatieve korte periode was er commentaar op de snelheid van brengen van de boodschap. Dit kwam omdat er lang onduidelijkheid was over de derde vermiste. Ad-hoc (eerst apart, later door alle drie) is door de teams besloten eerst een familielid van de weduwen in te lichten en die daarna mee te nemen naar de weduwe. Op dat moment waren er nog geen familiecontactpersonen bekend. Dit familielid was ter ondersteuning van de weduwe, ook voor het moment dat het team weer weg zou gaan. Het vinden en op de hoogte brengen van zo n familielid kostte wel enige tijd en emotie. Na het brengen van de boodschap is het team weer weggegaan met achterlating van het familielid. Achteraf hebben de vrouwen van de omgekomen brandweermensen aangegeven dat dit goed bevallen is. Wel waren om uur de volgende ochtend de brandweerlieden van de teams weer bij de weduwen terug voor verdere begeleiding. De volgende ochtend zijn de familiecontactpersonen gezocht en gebriefd. Haarlem heeft uiteindelijk een coördinerend familiecontactpersoon aangewezen. Deze functie is toevallig ontstaan, maar uiteindelijk goed bevallen. Hij heeft als afstempunt gefunctioneerd om het werken van de familiecontactpersonen als team te bevorderen. Hij bewaakte de onderlinge afstemming, wat werd er wanneer tegen wie gezegd en zorgde voor een unifomre Pagina 12 van 45

13 boodschap. Daarnaast kon hij als klankbord voor de familiecontactpersonen dienen en kon hun emoties en gedrag bewaken. Het vrijgeven van de lichamen heeft erg lang (enkele dagen) geduurd vanwege de autopsie die plaatsvond in Rijswijk. Binnen het BBT is iemand speciaal aangewezen om het vrijgeven van lichamen te bewaken. Dit was noodzakelijk om de herdenkingsdiensten te kunnen plannen en duidelijkheid te geven naar de nabestaanden. Door de lengte van de periode die Rijswijk nodig had, kwamen veel processen in de knel, zoals het regelen van de rouwkamers, de uitvaarten, het herdenkingsmoment de kaarten enz. De nabestaanden hadden, ondanks deze hindernissen begrip voor deze, voor het BBT overmacht situatie. Effecten van mediagebruik. In eerste uren waren er weinig effecten van de media te merken, mede door het tijdstip van de dag. Wel waren zonen van één van de slachtoffers ter plaatse omdat deze vlak voor het ongeval met hun vader gebeld hadden. Vanwege de nachtelijke uren is er niet zo veel onderling berichtenverkeer waargenomen. Families belden op een gegeven moment naar de brandweer voor meer informatie en er werd met hen afgesproken dat zij naar de kazerne kwamen. Ook waren er geluiden dat de pers onderweg was naar de kazerne. Daarop is georganiseerd dat de beide partijen in aparte, nadrukkelijk gescheiden ruimte zouden worden opgevangen. Lange termijn effecten Na vier jaar is er onder de brandweerlieden een enquête gehouden waarbij de tevredenheid over de nazorg en de afloop van het incident is gepolst. Daaruit bleek dat bijna iedereen in korps tevreden is over de gang van zaken. Alleen het uitkomen van het rapport met bijbehorende, behoorlijk confronterende DVD van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) vereiste extra nazorg. Er zijn in dat kader speciale extra nabespreking momenten gehouden. Ook de families gaven aan tevreden te zijn over alle inspanningen. Er zijn geen noemenswaardige naslepende problemen met de families. Twee van drie families heeft nog steeds geregeld contact met de brandweer. Knelpunten / aanbevelingen Voor het aanzeggen was er snel de wens geuit om dit volgens een eerder opgesteld protocol te doen. Maar op het gewenste moment was het protocol onvindbaar. Daarop is geïmproviseerd. Waar het nu ligt lijkt overigens weer onbekend. Een protocol is nodig om zaken die weinig voorkomen goed te laten verlopen. De dagelijkse dingen weten we wel, maar juist deze, weinig voorkomende zaken vereisen voorbereiding. Het is daarnaast goed een handleiding te hebben voor de eerste 24 uur. Het is cruciaal dat dit tijdvak goed en zorgvuldig verloopt om lange / latere termijn effecten te voorkomen. Er is wel een risico met een al te strak protocol of handleiding: mensen gaan niet meer zelf nadenken. Er zal dus een balans gevonden moeten worden tussen zo min mogelijk voorschrijven en een handleiding, zodat er een belangrijke stimulans blijft voor het denken improvisatievermogen van de mensen die voor de klus staan. De keuze om de weduwen na het brengen van de ergste boodschap niet alleen laten, is een goede geweest. In een later stadium hebben de weduwen dat ook aangegeven. Het is dus aan te bevelen de weduwen zo kort mogelijk, maar het liefst helemaal niet alleen te laten. Over de familiecontactpersonen valt veel te zeggen. In Haarlem is gekozen voor brandweerlieden. Een familecontactpersoon kiezen kost tijd. Hij/zij moet zorgvuldig gezocht en voorbereid worden op de lastige taak. Let dus wel op de toezegging aan de nabestaanden over tijd/tempo waarin de familecontactpersoon kan beginnen. Het is goed te beseffen dat deze rol van de brandweer bij de familie een officiele rol is. Pagina 13 van 45

14 De familiecontactpersoon hoeft geen nazorg rol in vorm van emotionele ondersteuning te bieden. Er komen mensen die dat beter kunnen, zoals familie, vrienden en eventuele offciele instanties. De familecontactpersoon moet eigenlijk de linking pin tussen brandweer en familie zijn. Het beperken van de emotionele banden kan voorkomen dat hij/zij betrokken wordt bij een wij (nabestaanden) / zij (officiele instanties) gevoel. Omdat de familecontactpersoon specifieke brandweeronderwerpen met hen gaat bespreken kan hij, als hij een te goede bekende is / wordt mogelijk in een relatiespagaat terecht komen. Dit is uiteraard onwenselijk en werkt uiteindelijk niet productief. De coördinerend familecontactpersoon kan deze ontwikkelingen op de voet volgen en bewaken en waar nodig bijsturen. Reden te meer om het instellen van een coördinerend familecontactpersoon te overwegen bij meer dan één familiecontactpersoon en bij drie of meer contactperson en dit gewoon te doen. In Haarlem wordt intern de vraag gesteld of de functie van familecontactpersoon niet geprofessionaliseerd zou moet worden. Vooraf mensen benaderen die ervaring hebben op het gebied van maatschappelijk werk. Te denken is aan bedrijfsmaatschappelijk werkers, of bijvoorbeeld een arbo-arts. De vraag kan gesteld worden in welke mate de familecontactpersoon de eigen brandweerorganisatie zou moeten kennen? Zo zou je ook kunnen denken aan oudere en ervaren BOT-leden van andere teams uit de omgeving. In het kader van het onderlinge berichtenverkeer en via de media is het goed op te merken dat je scherp moet zijn op alle geluiden en geruchten van mogelijke contacten. Snelle en adequate actie is vereist. Na het instellen van het BBT moet alle verdere officiële communicatie via hen of via het proces Voorlichting verlopen. Op een gegeven moment moet besloten worden om de zorg vanuit de organisatie af te bouwen. Het te lang doorgaan met intensieve zorg doet afbreuk aan het zelf herstellend vermogen van betrokkenen. Als stelling / opdracht kan worden gezegd: bewaak het moment dat nazorg overgaat in het eerste herstel en stem je wijze van zorg daarop af. Wel is het verstandig om nog langere tijd blijven bewaken of speciale gebeurtenissen effect hebben op getroffenen. Daarbij moet je denken aan nieuwe slachtoffers elders in het land, uitkomen van (deel-)rapporten, slepende rechtszaken en dergelijke. Bloemenzee op plaats ongeval Het permanente monument aan de Kloppersingel Pagina 14 van 45

15 2.3. Veendam Op maandagochtend 8 maart 2010 brak omstreeks uur een brand uit in een witgoedzaak aan de Kerkstraat in Veendam. De brand groeide snel uit tot een grote brand. Twee brandweermannen waren bezig met bluswerkzaamheden aan de buitenzijde bij de achterzijde van het pand toen een deel van de muur waar zij stonden instortte. Wiebe de Vries werd ernstig gewond door vallend puin. Zijn collega, tevens bevelvoerder op dat moment, werd licht gewond. De Vries is in de ambulance overleden aan zijn verwondingen in aanwezigheid van zijn vriendin - levenspartner. Hij is op zaterdag 13 maart met korpseer begraven. J.H.M. de Haas De brand aan de Kerkstraat In Veendam Dit incident laat zien dat geen enkel incident hetzelfde is. Het aanzeggen was niet van toepassing omdat de eerste lijns nabestaande vrijwel direct op de hoogte was van het overlijden. Vanaf het moment van overlijden tot de begrafenisdag is de familie nagenoeg permanent begeleid door familiecontactpersonen. De familie contactpersoon van de eerste uren was iemand die ook bij De Punt een tijd als familiecontactpersoon heeft gefungeerd en dus ervaring had. Daarnaast was hij ook zeer bekend binnen het korps van Veendam. Er is contact geweest tussen de korpsleiding van Veendam en Tynaarlo om ervaringen en tips uit te wisselen. De wond is nog erg vers en de nazorgfase is pas begonnen. Daarom is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de gevolgde werkwijze. Familie en gemeente op weg naar een korte herdenkingsbijeenkomst op de ongevalplaats Pagina 15 van 45

16 2.4. Politie Ter vergelijking met hetgeen de brandweer als ervaringen heeft opgedaan kan het interessant zijn deze ervaringen te vergelijken met de politie. Deze organisatie heeft vanwege de aard van het werk gevoelsmatig een grotere kans te maken te krijgen met slachtoffers onder eigen personeel. Zo maken zij veel auto-kilometers, soms onder stressvolle omstandigheden en maken zij verhoudingsgewijs veel geweldsincidenten mee. Het zou daarom logisch zijn te veronderstellen dat de politie voorbereid is de uit te voeren zaken die een (dodelijk) slachtoffer onder eigen personeel met zich mee brengt. De vragen die aan het politiekorpsen Drenthe en Groningen gesteld zijn luidden 1. Heeft de politie Drenthe / Groningen een (uitgeschreven) protocol voor het aanzeggen van nabestaanden bij (dodelijke) ongevallen met eigen personeel. 2. Zo ja, kan ik daar een kopie van krijgen. 3. Is er misschien een landelijk protocol voor Korps Drenthe Heeft de politie Drenthe een (uitgeschreven) protocol voor het aanzeggen van nabestaanden bij (dodelijke) ongevallen met eigen personeel. De betreffende woordvoerders gaven aan dat het bij hen niet bekend is of het politiekorps Drenthe hier een protocol voor heeft. In de jaren dat zij werkzaam zijn in Drenthe (meer dan 15 jaar) hebben zij dit ook nog niet meegemaakt dat dit is gebeurd. Aangenomen werd dat de direct leidinggevende dit moet gaan doen, maar dat het vaak een handelen naar de omstandigheden zal zijn. Daarbij wordt ook verwezen naar het normale protocol dat de politie hanteert als zij nabestaanden van een (dodelijk) ongeval of ander incident waarbij geen politiemensen zijn betrokken moeten informeren. Maar zij waren zich ook ervan bewust dat zo n protocol een kort en eindig karakter heeft. In sommige gevallen zal echter een gezinsrechercheur worden aangewezen, met name als een incident een langduriger karakter krijgt zoals bijvoorbeeld een rechtzaak. Ook in gevallen van zelfmoord onder politiemensen gaven de woordvoerders aan dat er geen uitgewerkt protocol is, maar dat daar eigenlijk wel behoefte aan is. Is er misschien een landelijk protocol voor. De woordvoerders waren niet bekend met het eventuele bestaan van een landelijk protocol. Beide woordvoerders gaven aan geïnteresseerd te zijn in een hanteerbaar protocol in dit kader. Pagina 16 van 45

17 Politie Groningen Heeft de politie Groningen een (uitgeschreven) protocol voor het aanzeggen van nabestaanden bij (dodelijke) ongevallen met eigen personeel. Het regionale politiekorps in Groningen heeft op het moment van schrijven (nog) geen uitgeschreven protocol. Het is reeds vele tientallen jaren geleden dat een politieman in Groningen overleed bij het uitoefenen van zijn functie. Wel zijn er overleden collega s door ziekte en door ongevallen buiten diensttijd. Voor deze gevallen is er een ervaringsdeskundige binnen het korps. Deze ervaringsdeskundige heeft, doordat hij reeds vele jaren voor deze incidenten wordt ingezet, een bepaalde werkwijze ontwikkeld die hij graag wilde delen met de schrijver dezes. Vanwege zijn aanstaande pensionering (eind juni 2010) was hij toch al van plan e.e.a. op papier te zetten. Bij het overlijden van collega s worden de volgende acties uitgezet. o Als het overlijden in werktijd of in bijzijn van collega s is gebeurd zal een leidinggevende van de basiseenheid waartoe de overledene behoorde, ter plaatse gaan om de situatie in te schatten. o Voor het informeren en de eerste opvang van de collega s van de overledene wordt het BOT van korps Groningen ingezet. Het BOT is gepiketeerd en dus op afroep beschikbaar. De leidinggevende van de eenheid brengt meestal de boodschap en wordt bijgestaan / ondersteund door de korpsleiding (korpschef en/of zijn plaatsvervanger). Deze informatie overdracht gebeurt zo snel als mogelijk. o Meestal zal de volgende dag een extra bijeenkomst van alle betrokken collega s plaatsvinden. Deze bijeenkomst heeft als doel onderlinge reacties uit te wisselen en de impact en de individuele gevolgen van het overlijden in kaart te brengen. Hierop kunnen op maat gesneden acties plaatsvinden, zoals wel of niet werken en begeleiding. o Als het informeren van de directe nabestaanden nodig is, zal dit gebeuren door de leidinggevende van de betrokkene en iemand van het BOT. Hiervoor is geen concrete handleiding of draaiboek geschreven. o Als de nabestaande niet op de hoogte gebracht hoeft te worden (bijvoorbeeld bij overlijden thuis door ziekte e.d.) wordt afhankelijk van de situatie door de leiding bepaald wie op het eerste condoleance bezoek gaat. o Aan de nabestaanden wordt een contactpersoon toegewezen die de contacten van en naar de nabestaanden stroomlijnt. Ook zorgt deze contactpersoon dat de juiste berichten binnen het korps wordt verspreid. Hierin speelt de eerdergenoemde ervaringsdeskundige een hoofdrol. o De ervaringsdeskundige heeft gedurende de jaren de volgende taken en bevoegdheden opgebouwd: o Zorgt voor berichtgeving op intranet. o Regelt bijstand, ondersteuning en aankleding rondom condoleances en begrafenis. Hierbij zijn de wensen van de nabestaanden leidend. o Zorgt voor advertenties / bloemstukken e.d. afhankelijk van de wensen van de nabestaanden en het korps. o Ondersteunt de familie contactpersoon. Is er misschien een landelijk protocol voor. De ervaringsdeskundige gaf aan dat het korps Amsterdam-Amstelland een uitgebreid draaiboek heeft voor begrafenissen met korpseer. Pagina 17 van 45

18 2.5. De Punt Deze paragraaf gaat over het aanzeggen en de eerste opvang bij het incident aan De Punt op 9 mei De beschreven acties en ervaringen zijn beschreven vanuit het oogpunt van de commandant, tevens schrijver van deze scriptie. Zijn rol tijdens het incident was, na een start in het Regionaal Operationeel Team, het aanzeggen van het overlijden aan de directe nabestaanden. Daarna heeft zijn rol zich beperkt tot de begeleiding van de post Eelde en deelname in de projectgroep nazorg. Beschrijving situatie ter plaatse Bij de brand in De Punt komen om uur drie brandweerlieden vast te zitten in een loods als door een rookgasexplosie de gehele loods in één keer in brand komt te staan. De daarbij ontstane hitte en vuur zijn zo enorm dat buitenstaande brandweerlieden niet meer dichtbij kunnen komen. Bijkomende complicerende factor is dat de enorme overhead deur uit zijn rails wordt geblazen en zowel de terugtocht als een snelle reddingsopening wordt geblokkeerd door vuur en metaal. Als bij de brand duidelijk wordt dat er iets mis gaat, verandert de sfeer in het optreden ter plaatse direct. De aanwezige brandweerlieden reageren anders en handelen koortsachtiger dan normaal. Er komt een grote stroom voertuigen en functionarissen ter plaatse. Dit valt de toeschouwers op. Hoewel zij het radioverkeer niet kunnen meeluisteren, nemen zij de veranderingen goed waar. Onder de toeschouwers zijn mensen die de brandweerprocedures goed kennen, zoals familieleden, oud brandweerlieden 7 en vele brandweer kenners en - enthousiastelingen. Zij merken al snel op dat de ploeg van Eelde niet meer compleet buiten loopt. Ook de, al vanaf het uitbreken van de brand, aanwezige pers komt door eenvoudig tellen tot de conclusie dat er iets niet goed is. Dit brengt een stroom aan informatie op gang via allerlei media zoals de mobiele telefoon, sms en internet. Dat dit gebeurt, is merkbaar aan de situatie ter plaatse. Zo beginnen nog tijdens de brand familieleden van de slachtoffers naar het gemeentehuis te bellen om informatie te vragen, zonder dat zij formeel op de hoogte waren gebracht door de officiële instanties. Ook blijkt achteraf dat er al tijdens de reddingsacties familieleden en kennissen van de slachtoffers onderling elkaar bellen en elkaar op de hoogte brengen. Er komen zelfs al familieleden ter plaatse. Tussen en uur worden de drie brandweercollega s geborgen. Bij elke brandweercollega wordt nog een reanimatiepoging gedaan, maar dit mag helaas niet meer baten. Ook dit wordt door de aanwezige omstanders en media natuurlijk gezien waarna conclusies worden getrokken. Tijdlijn Hieronder wordt de tijdlijn geschetst volgens welke het bekendmaken van de namen aan de nabestaanden is verlopen uur Er wordt GRIP 1 gegeven door de wachtcommandant van de Meldkamer Drenthe 8 ; uur Er wordt GRIP 2 afgekondigd door de Coördinator Alarmcentrale 9 brandweer uur Door het Regionaal Operationeel team (ROT) wordt GRIP 3 gegeven als blijkt dat 7 De vader van één van de slachtoffers was 18 jaar lang lid van de brandweerpost Eelde en is begin 2006 vertrokken vanwege gezondheidsproblemen. Hij stond vanaf het begin van de brand te kijken aan de overzijde van het kanaal. 8 Dit is een continue op de meldkamer aanwezige politiefunctionaris die de werkzaamheden binnen de gehele geco-lokeerde meldkamer Drenthe afstemt. 9 Dit is een piket functionaris van de brandweer op HOvD-niveau speciaal voor de brandweerprocessen op niveau van de meldkamer en het ROT; hij is voor een aantal besluiten gemandateerd. Pagina 18 van 45

19 de zaak zeer ernstig is. Hierna starten de gemeentelijke activiteiten en wordt het Beleidsteam van de gemeente Tynaarlo (=GBT) geformeerd. Het team heeft haar eerste vergadering om uur uur in het ROT wordt bekend dat er inderdaad drie brandweerlieden zijn omgekomen. Tot dat moment was alleen bekend dat er drie vermist waren. Van twee is de identiteit dan al bekend, maar van één nog niet. Wel is een naam doorgegeven. In de vergaderingen van zowel het ROT als later in het GBT is langere tijd onzekerheid over de juiste identiteit van deze laatste. Binnen de post Eelde waren namelijk drie personen met dezelfde naam. In de eerste vergadering van het GBT wordt na een uitgebreide discussie besloten dat de bevestiging van overlijden aan de directe nabestaanden zal gebeuren door de brandweercommandant. Dit omdat men de relatie als werkgever zwaar laat meewegen. Na aandringen van de commandant zelf wordt besloten dat hij vergezeld zal worden door een ervaren politiefunctionaris uur Als de commandant brandweer vanuit het gemeentehuis in Vries naar Eelde vertrekt is hem nog niet duidelijk waar de directe nabestaanden zijn. Één van de weduwen zou volgens geruchten haar zoon aan het wegbrengen zijn naar een scoutingkamp, van de andere twee families is niet direct de verblijfplaats bekend uur De commandant heeft een eerste ontmoeting met de hevig aangeslagen leden van post Eelde en hun partners. De gehele eenheid is teruggetrokken van het incident en naar het vliegveld Groningen Airport Eelde gebracht. Zij zitten bij elkaar onder begeleiding van leden van het BOT-Emmen 10. De benodigde reistijd van 20 minuten was nodig om een chauffeur te regelen (zelf rijden was door de vele telefoontjes niet veilig) en om langs de, door opgestelde voertuigen slechts met grote moeite passeerbare, incidentplek te komen uur De tocht langs de nabestaanden begint uur Om ongeveer uur is er telefonisch contact met een broer van één van de slachtoffers hetgeen leidde tot de conclusie dat de weduwe niet thuis is. Er wordt besloten de ouders en broers als eerste te bezoeken. Dit leidt tot een rit, weer langs de incidentplaats naar De Punt. Bij aankomst om ongeveer uur in De Punt blijkt dat de weduwe toch thuis in Eelde is. Daarop is naar Eelde terug gereden (en weer langs de incidentplaats) en is de weduwe om uur bezocht uur Vertrokken naar het huisadres van de tweede weduwe. Deze bleek niet thuis. Navraag bij de buren levert geen concreet resultaat, anders dan dat zij op de camping zou kunnen zijn. Hierna wordt door de politiefunctionaris contact gezocht met collega s om de zoekactie op de betreffende camping in gang te zetten uur Er wordt aangebeld bij de derde familie, de ouders van één van de slachtoffers. Ook daar is niemand thuis. Telefonisch contact met het GBT leverde de mogelijkheid op dat zij misschien in het opvangcentrum 11 zouden zijn De commandant komt in Het Loughoes aan en treft daar inderdaad zowel de weduwe van een slachtoffer als de ouders van de andere uur Er vindt de persconferentie plaats waarin de namen van de omgekomen brandweerlieden door de gemeente bekend worden gemaakt. Hiermee is doelbewust gewacht tot de aanzegging geheel afgerond was. Dit proces valt buiten beschouwing van deze scriptie. In het rapport van de commissie Helsloot wordt uitgebreid verslag gedaan van de besluitvorming hieromtrent De korpsen Emmen en Hoogeveen hebben een georganiseerde en getrainde Bedrijfs Opvang Team (BOT). Veel leden van die teams hebben in deze periode en in de weken erna hun diensten bewezen in de begeleiding van de brandweer Tynaarlo. 11 Het Loughoes, gelegen in het centrum van het dorp Eelde, is om ongeveer uur ingesteld als opvanglocatie van kennissen en familie van de slachtoffers. 12 Eindrapport commissie Helsloot hoofdstuk 3 Pagina 19 van 45

20 De boodschap Zonder in te gaan op de inhoud van de individuele gesprekken die gevoerd zijn, moet gemeld worden dat deze gesprekken dramatisch zijn om mee te voeren. Het is de slechtst denkbare boodschap die je kunt brengen en de reacties zijn onvoorstelbaar. Als onervaren persoon met deze materie komt het dubbel hard aan en de aanwezigheid van een ervaren en stabiele politiefunctionaris geeft daarbij steun. Bij alle drie de weduwen gaf de aankomst en het verschijnen van de commandant met een politieman een bevestigende reactie. De boodschap was weliswaar al wel informeel tot hen doorgedrongen, maar de aankomst en de mededelingen van de commandant gaf het definitieve uitsluitsel. De reacties van de kinderen waren ronduit hartverscheurend. Vragen over het hoe en de details van het incident kunnen slechts summier worden beantwoord, omdat het duo die zelf nog niet weet. Het korte gesprek bevat ook zakelijke punten, die aan de commandant waren meegegeven in de briefing op het gemeentehuis. Gevraagd moest worden of de familie een begrafenis met korpseer wil. Dit is van belang om de werkzaamheden van het BBT, op dat moment al aanrijdend naar Vries, zo snel als mogelijk te laten beginnen. Als daarop bevestigd wordt gereageerd wordt toegezegd dat er zo snel als mogelijk een familiecontactpersoon vanuit de brandweer aan elke familie wordt toegewezen. Als er geen korpseer gewenst zou zijn, zou een andere familiecontactpersoon gezocht moeten worden Het mag duidelijk zijn dat het stellen van de vraag over korpseer op dat specifieke moment met gemengde gevoelens wordt ontvangen, gezien de emotionele lading van het moment. Toch is uiteindelijk begripvol en positief gereageerd door zowel de nabestaanden zelf als de aanwezige familieleden. Familie contactpersoon Het niet exact kunnen aangeven van de tijdstermijn ( zo snel als mogelijk ) waarin de familiecontactpersonen actief zouden worden is een belangrijke en achteraf cruciale gebleken omissie in de boodschap. Het heeft in de emotionele hectiek van het gesprek verwachtingen gewekt bij de families. Uiteindelijk zijn om ongeveer uur in een bijeenkomst tussen het BBT en de brandweercommandant op het gemeentehuis drie contactpersonen aangezocht. Om ongeveer uur zijn deze drie gebeld en zegden zij direct toe deze taak op zich te willen nemen. Hierna zijn de families alsnog door de commandant ingelicht dat de contactpersonen de volgende ochtend, vrijdag 10 mei om uur bij hen zouden zijn. Dit is uiteindelijk uur geworden nadat de contactpersonen om uur op het gemeentehuis waren gebrieft door het BBT. In de tijd tussen het eerste bezoek van de commandant en de telefoontjes van uur is zowel door nabestaanden als hun families meerdere malen naar de commandant gebeld waar de contactpersonen bleven 13. Dit heeft tot veel verwarring, ergernis en emotie geleid en heeft hen het gevoel gegeven dat zij in de eerste uren geen directe nazorg en begeleiding vanuit de brandweer en de gemeente hebben gekregen. Dit is op een groot aantal momenten in de nazorgfase tot uiting gebracht en heeft mede geleid tot één van de belangrijkste, tot de dag van vandaag blijvende kritiekpunten vanuit de weduwen. De ouders van de jongste omgekomen brandweerman hebben dat minder ervaren omdat zij vanaf het begin hun, toch al nauwe contacten met de leden van de brandweerpost Eelde mede hebben gebruikt om aan hun nazorgbehoefte te kunnen voldoen. 13 In één telefoontje van plm uur kreeg een nabestaande zelfs de indruk dat de persconferentie van uur voor ging vóór het zoeken van een contact persoon, terwijl het antwoord was dat er even geen informatie beschikbaar was vanwege de persconferentie. Pagina 20 van 45

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting 1 HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting Brandweermensen krijgen te maken met schokkende

Nadere informatie

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting

HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER. Samenvatting HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting 1 HANDREIKING OPVANG EN NAZORG BRANDWEER Samenvatting Brandweermensen krijgen te maken met schokkende gebeurtenissen. Dat is niet te voorkomen en dat

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Suïcidepreventiebeleid binnen een organisatie 10/10/2014

Suïcidepreventiebeleid binnen een organisatie 10/10/2014 Wat is een suïcidepreventiebeleid? Suïcidepreventiebeleid binnen een organisatie 10/10/2014 Een stappenplan waarin uitgeschreven staat hoe er binnen een organisatie met suïcidaliteit wordt omgegaan en

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Pagina 1

Calamiteitenprotocol Pagina 1 Calamiteitenprotocol Wensbus/Wensauto Dit protocol is opgesteld ten behoeve van alle vrijwilligers die een wensbus of wensauto rijden en geeft aan hoe te handelen bij calamiteiten. A. Waarom doen we dit

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Informatie folder Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Pagina 2 van 16 Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Landelijke versie,

Nadere informatie

PROTOCOL CALAMITEITEN EN ONVERWACHTE SITUATIES

PROTOCOL CALAMITEITEN EN ONVERWACHTE SITUATIES PROTOCOL CALAMITEITEN EN ONVERWACHTE SITUATIES Naam Trefwoorden Gastouderbureau Identificatie protocol Protocol calamiteiten en onverwachte situaties Formulier registratie ongevallen All Kidz Nederland

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008. Dossiernummer 80-2008 OORDEEL Verzoeker De heer en mevrouw B. te Almelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Nadere informatie

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor opvang bij ernstige incidenten Sint Clemensschool School Sint Clemensschool Bevoegd gezag Stichting Catent Bestuursnummer

Nadere informatie

Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003

Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 De hoogwaterperiode december 2002/januari 2003 is gestart op 30 december 2002 met de eerste melding door de RAC en is geëindigd op 5 januari 2003

Nadere informatie

Rouwprotocol Widdonckschool Weert

Rouwprotocol Widdonckschool Weert Rouwprotocol Widdonckschool Weert overlijden van ouder(s) / verzorger(s) In dit protocol wordt beschreven hoe Widdonckschool Weert kan handelen bij het overlijden van een ouder(s) / verzorger(s) van (een

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

1. Voorzitter CT (per pand)

1. Voorzitter CT (per pand) BCM Voorbeeld Bijlage 15 : Functietaken/profielen 1. Voorzitter Coordinatieteam (CT, per pand) 2. Hoofd (centrale) CalamiteitenOrganisatie (HCO in het CT ) 3. Voorzitter Crisis Management Team (CMT op

Nadere informatie

Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama

Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama Resultaten van drie belrondes onder getroffenen en betrokkenen van het monstertruckdrama op 28 september 2014 F.D.H. Koedijk, A. Kok Bevindingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk

Nadere informatie

sychosociale specten an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Psychosociale aspecten van crises en rampen

sychosociale specten an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Psychosociale aspecten van crises en rampen sychosociale specten Psychosociale aspecten van crises en rampen an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Preparatie, crisismanagement, opvang en nazorg Fotografie: Hollandse Hoogte Psychosociale

Nadere informatie

I. Thimister versie: februari 2016 Pagina 1 van 6

I. Thimister versie: februari 2016 Pagina 1 van 6 Excursie Bonnefanten College Leerjaar: Klas(sen): Locatiedirecteur: T. Wijnants Reisorganisatie: Excursie naar: Datum van excursie: Begeleiding van het Bonnefanten College: Telefonisch bereikbaar tijdens

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Protocol Overlijden en rouwverwerking

Protocol Overlijden en rouwverwerking Protocol Overlijden en rouwverwerking 1. Stappenplan bij een (plotseling) sterfgeval 2. Gewelddadige dood 3. Omgaan met de media de Wijnberg Onderwijsexpertise SO-VSO Versie: juni 2018 1 1. Stappenplan

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

Protocol verdriet en rouw voor de basisschool

Protocol verdriet en rouw voor de basisschool Protocol verdriet en rouw voor de basisschool Inleiding Dit protocol brengt punten onder de aandacht die in het geval van overlijden of ernstig (ongeneeslijk) ziek worden van een kind, een medewerker of

Nadere informatie

Bedrijfsmaatschappelijk werk is er voor u

Bedrijfsmaatschappelijk werk is er voor u Bedrijfsmaatschappelijk werk is er voor u Wat kunnen wij voor u betekenen? We zijn altijd bereikbaar 2 Bedrijfsmaatschappelijk werk ondersteunt u bij het voorkomen en oplossen van persoonlijke of werk

Nadere informatie

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast: Het bevoegd gezag van Stichting Welzijnswerk Hoogeveen, overwegende, - dat Stichting Welzijnswerk Hoogeveen verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn cliënten en dat

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293 Rapport Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn sollicitatiebrief van 6 maart 2000 heeft behandeld. Hij

Nadere informatie

BMW voor leidinggevenden

BMW voor leidinggevenden BMW voor leidinggevenden Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk Wat kunnen wij voor u betekenen? Bedrijfsmaatschappelijk werk ondersteunt leidinggevenden bij het voorkomen en oplossen van persoonlijke

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

CASUS. Het belang van de methode familiezorg voor cliënt, familie en samenleving

CASUS. Het belang van de methode familiezorg voor cliënt, familie en samenleving Het belang van de methode familiezorg voor cliënt, familie en samenleving CASUS Wat is de impact voor een gezin met een moeder die met een ernstige handicap moet leven? SAMENVATTING VAN DE CASUSBESCHRIJVING

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er

Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er Contact tussen slachtoffer/nabestaande en tbs-er Een richtlijn voor forensisch netwerkbegeleiders in Forensisch Psychiatrische Centra M. van Denderen, R. Bax, en N. Sweers Fase 1 Initiatief en motivatie

Nadere informatie

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen Uit onderzoek (CBS) is gebleken dat in het jaar 2000 een kleine 150.000 personen ten minste één arbeidsongeval met letsel is overkomen. Een deel van deze groep overkomt

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

Programma. De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies

Programma. De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies Programma De uitdaging Crisisbeheersing in 2010 Conclusies 1 De uitdaging Wat willen we waarom bereiken? Motto Een crisis bestrijd je samen 2 Burger als hulpverlener kalm behulpzaam effectief Reflectie

Nadere informatie

Toen kwam het water. De persoonlijke watersnoodramp van Herman Derksen

Toen kwam het water. De persoonlijke watersnoodramp van Herman Derksen Toen kwam het water De persoonlijke watersnoodramp van Herman Derksen Eerste druk, 2014 2014 Martin Derksen Corrector: M. Raeijmaekers isbn: 9789048432271 nur: 402 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer

Nadere informatie

Instructies. Oefen Stelling. Stelling 1. Stelling 3. Stelling 2. Waar. Niet Waar. Niet verlegen zijn!

Instructies. Oefen Stelling. Stelling 1. Stelling 3. Stelling 2. Waar. Niet Waar. Niet verlegen zijn! Instructies NIK Themadag Sterke schouders: De mens achter de professional = = Waar Niet Waar drs. Leonie Hoijtink dr. Hans te Brake dr. Michel Dückers 22 april 2010, Ede Niet verlegen zijn! Oefen Stelling

Nadere informatie

Draaiboek bij overlijden

Draaiboek bij overlijden Draaiboek bij overlijden DRAAIBOEK BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN COLLEGA Ia. De gebeurtenis vindt plaats op school 1. Een levensbedreigend voorval op school wordt onmiddellijk aan de vestigingsdirecteur gemeld.

Nadere informatie

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Productbeschrijvingen (proces)specifiek en (proces)specifiek 118 Omgevingsanalyse Inzicht verkrijgen in wat zich in de buitenwereld (bij media, bij het publiek en op het internet) afspeelt, welk gevoel in de samenleving bestaat over de ramp

Nadere informatie

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o.

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o. SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o. Ingrijpende gebeurtenissen Geldig t/m 31/07/2017 INHOUD Samenvatting : Protocol ingrijpende gebeurtenissen Stichting Katholiek Onderwijs Echt

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Overlijden CALANDLYCEUM. 04-10/264hbOud 12 oktober 2004 DRAAIBOEK BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN PERSONEELSLID OF EEN LEERLING(E)

Overlijden CALANDLYCEUM. 04-10/264hbOud 12 oktober 2004 DRAAIBOEK BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN PERSONEELSLID OF EEN LEERLING(E) Overlijden CALANDLYCEUM 04-10/264hbOud 12 oktober 2004 DRAAIBOEK BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN PERSONEELSLID OF EEN LEERLING(E) 1 Binnenkomen van de informatie Mededeling komt binnen via concierge/secretariaat:

Nadere informatie

PROTOCOL ERNSTIGE OF DODELIJKE ONGEVALLEN

PROTOCOL ERNSTIGE OF DODELIJKE ONGEVALLEN PROTOCOL ERNSTIGE OF DODELIJKE ONGEVALLEN juni 2005 NVRD POSTBUS 1218 6801 BE ARNHEM TEL. 026-3771 333 FAX. 026-4450 155 E-MAIL POST@NVRD.NL WEBSITE WWW.NVRD.NL - blz. 2 - Acties die genomen dienen te

Nadere informatie

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Uitruk op Maat Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Nieuwsbrief 1 november 2010 In deze uitgave Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant 2 3 Aanleiding van het project Uitruk

Nadere informatie

Handreiking voor vaststellen van verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk

Handreiking voor vaststellen van verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk Fase 2 is een implementatieproject van Vilans, MOVISIE en Fonds NutsOhra. Handreiking voor vaststellen van verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk Vrijwilligers ondernemen meer en meer 1-op-1 activiteiten

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09. Kwalitatieve multidisciplinaire samenwerking in crisisomstandigheden. Toelichting gebeurtenissen Multidisciplinaire samenwerking Hoe aangepakt

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 10 april 2013. Rapportnummer: 2013/0031

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 10 april 2013. Rapportnummer: 2013/0031 Rapport Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam Datum: 10 april 2013 Rapportnummer: 2013/0031 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het UWV tot op heden niet duidelijk

Nadere informatie

Protocol bij het overlijden van een leerling

Protocol bij het overlijden van een leerling Protocol bij het overlijden van een leerling Algemeen: Er worden geen mededelingen aan de pers gedaan. Het locatie aanspreekpunt of de directeur meldt alleen dat onze 1 ste zorg de nabestaanden en de medeleerlingen

Nadere informatie

voor Hulpverlenend Personeel VNOG

voor Hulpverlenend Personeel VNOG Organisatie: Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Regie: Sector Risicobeheersing Voorbereiding: RC BOT Status: voor Hulpverlenend Personeel Pagina: Pagina 1 van 9 Regionale Regeling TraumaNazorg

Nadere informatie

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model Workshop: Familiegericht werken SOFA-model In de zorg staat de zorgvrager centraal, maar ook de familie is betrokken partij als iemand wordt opgenomen in het WZC. Om de zorg goed te laten verlopen, is

Nadere informatie

Suïcidepreventie op de werkvloer

Suïcidepreventie op de werkvloer Suïcidepreventie op de werkvloer Gezonde marktplaats - Logo Antwerpen - 25/11/2015 Ine Vermeersch Coördinator Suïcidepreventiewerking CGG Oost-Vlaanderen Inhoud 1. Inleiding 2. Suïcidepreventie op de werkvloer:

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

CALAMITEITENPLAN LEKKODAGEN 2018

CALAMITEITENPLAN LEKKODAGEN 2018 14 september 2018 CALAMITEITENPLAN LEKKODAGEN 2018 Spoed? Bel 112 Politie geen spoed 0900 8844 Hoofd BHV Lekkodagen: Egbert Meindertsma 06-5140 7096 Contactpersoon Shantyfestival: Eric Harmsen 06-4415

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013

NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013 NIEUWSBRIEF INTERGEMEENTELIJKE CRISISORGANISATIE I VIJFDE EDITIE I mei 2013 Beste medewerkers van Bevolkingszorg Kennemerland, Hierbij ontvangen jullie een nieuwe editie van de nieuwsbrief van Bevolkingszorg

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Voor u ligt de vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis. Deze vragenlijst wordt u aangeboden door [instantie].

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers

Nadere informatie

Het is belangrijk dat er een duidelijk afspraak bestaat over wat er dient te gebeuren op het moment dat de melding binnenkomt.

Het is belangrijk dat er een duidelijk afspraak bestaat over wat er dient te gebeuren op het moment dat de melding binnenkomt. Bijlage 2: Voorbeelden van draaiboeken Voorbeeld : draaiboek bij het overlijden van een leerling Inleiding In dit plan wordt stilgestaan bij de vraag hoe er gehandeld moet worden wanneer een leerling overlijdt.

Nadere informatie

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2 Toetsopdracht Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra Studentnummer: 500646500 Klas: 2B2 Datum: 15 januari 2013 Reflectieverslag bijeenkomst 1,2 en 3 Zingevingsgesprekken Dit

Nadere informatie

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn

Paul van Limbeek. School shooting ook in Nederland? Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn Psychosociale hulpverlening in de hoogste versnelling. Lessons Learn (Leider kernteam PSH Maatschappelijke Onrust en Zeden) Inhoudsopgave Situatie schets incident scholengemeenschap in Roermond 14 september

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer Dossiernummer 2011 075 OORDEEL Verzoekster Mevrouw S. C. namens haar ouders: de heer en mevrouw I. C. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat

Nadere informatie

De handreiking Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken.

De handreiking Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken. Juridisch zakmes ( bron Jolanda van Boven) Naast een contextuele analyse is het toepassen van het juridische kader van groot belang. Bij OGGZ problematiek en het toepassen van dwang en drang nemen de coördinator

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Stappenplan bij een incident VO

Stappenplan bij een incident VO Stappenplan bij een incident VO Hieronder staan acties beschreven die ondernomen kunnen worden als er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen leerlingen. Voor sommige acties geldt dat

Nadere informatie

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur, Overeenkomst tussen Veiligheidsregio IJsselland en de Saxenburgh Groep, Röpcke-Zweers Ziekenhuis, over de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, rampen en crises Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis,

Nadere informatie

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U

Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus CK DEN HAAG (070) ECCVA/U Onderzoeksraad voor de Veiligheid Postbus 95404 2508 CK DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8320 uw kenmerk bijlage(n) betreft Reactie VNG en Veiligheidberaad op de aanbevelingen van de Onderzoeksraad inzake

Nadere informatie

Draaiboek bij ziekte en overlijden

Draaiboek bij ziekte en overlijden Datum Draaiboek bij ziekte en overlijden Hoe kan de school handelen bij het overlijden van een leerling? In dit overzicht vindt u een samenvatting van deze informatie in een checklist per onderdeel. Dit

Nadere informatie

Rouwverwerking CBS Roemte Wirdumerweg 16 9919 HD Loppersum 0596 571390 mail@cbsroemte.nl www.cbsroemte.nl

Rouwverwerking CBS Roemte Wirdumerweg 16 9919 HD Loppersum 0596 571390 mail@cbsroemte.nl www.cbsroemte.nl Rouwverwerking CBS Roemte Wirdumerweg 16 9919 HD Loppersum 0596 571390 mail@cbsroemte.nl www.cbsroemte.nl rouwverwerking CBS Roemte 1 ROUWVERWERKING BIJ KINDEREN Voor achtergrondinformatie zijn er in deze

Nadere informatie

psychosociale ondersteuning geüniformeerden Hans te Brake 7 juni 2016, IFV congres Mentale Veerkracht Brandweer

psychosociale ondersteuning geüniformeerden Hans te Brake 7 juni 2016, IFV congres Mentale Veerkracht Brandweer psychosociale ondersteuning geüniformeerden Hans te Brake 7 juni 2016, IFV congres Mentale Veerkracht Brandweer Waarom deze richtlijn? Wettelijke, economische en morele argumenten. Geüniformeerde hulpverleners

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014 Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014 In 2011 en 2012 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) onderzoek uitgevoerd naar voorrangsvoertuigen. Sinds 2013 wordt

Nadere informatie

Opvang na calamiteiten

Opvang na calamiteiten Opvang na calamiteiten 2011 Inleiding Je moet genieten van het moment, want voor je het weet is het voorbij. Je kunt geen plannen maken op lange termijn. Ik heb nu geleerd wie ik echt kan vertrouwen en

Nadere informatie

Dementie is een van de ingewikkeldste en meest ingrijpende

Dementie is een van de ingewikkeldste en meest ingrijpende Inleiding Dementie is een van de ingewikkeldste en meest ingrijpende ziektes. Dementie uit zich bij iedereen anders. Dit komt mede doordat dementie altijd een combinatie is van geheugenproblematiek, gedrags-

Nadere informatie

I K B E N B R A N D W E E R

I K B E N B R A N D W E E R IK BEN BRANDWEER Waar staat de brandweer voor? Wie zijn wij? Wat doen wij? En hoe willen wij gezien worden? Behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Dat is de brandweer. Maar wat betekent dit voor jou en

Nadere informatie

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013 Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed

Nadere informatie

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute

Nadere informatie

érw^twcnti DENEKAMP PROTOCOL HOE TE HANDELEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN CLUBLID Denekamp, september 2009, vastgestelde versie

érw^twcnti DENEKAMP PROTOCOL HOE TE HANDELEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN CLUBLID Denekamp, september 2009, vastgestelde versie érw^twcnti DENEKAMP PROTOCOL HOE TE HANDELEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN CLUBLID Denekamp, september 2009, vastgestelde versie Aanleiding De club kan op enig moment onvermijdelijk geconfronteerd worden

Nadere informatie

Calamiteitenplan Versie 2.1

Calamiteitenplan Versie 2.1 Calamiteitenplan Versie 2.1 Reddingsbrigade Nederland Landelijk Bureau Dokweg 149 1976 CA IJmuiden Telefoon: 0255 545858 Fax: 0255-512 584 Email: info@reddingsbrigade.nl 1 Inleiding De werkzaamheden die

Nadere informatie

Interview protocol (NL)

Interview protocol (NL) Interview protocol (NL) Protocol telefoongesprek slachtoffers Goedemorgen/middag, u spreekt met (naam) van de Universiteit van Tilburg. Wij zijn op dit moment bezig met een onderzoek naar straat- en contactverboden

Nadere informatie

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Inleiding: Op 7 januari 2015 is er in de Paulus Potterstraat te Almere een woningbrand

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Klager verwijt een makelaar (beklaagde), dat hij de gemaakte bezichtigingsafspraak niet tijdig heeft afgezegd.

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Draaiboek bij overlijden

Draaiboek bij overlijden Draaiboek bij overlijden Inhoudsopgave DRAAIBOEK BIJ OVERLIJDEN VAN EEN LEERLING...3 DRAAIBOEK BIJ OVERLIJDEN VAN EEN COLLEGA...8 DRAAIBOEK BIJ OVERLIJDEN VAN EEN OUDER VAN EEN LEERLING...12 DRAAIBOEK

Nadere informatie

De WGBO is een dwingend recht. Dit betekent dat cliënten en zorgverleners onderling geen afspraken kunnen maken die van deze wet afwijken.

De WGBO is een dwingend recht. Dit betekent dat cliënten en zorgverleners onderling geen afspraken kunnen maken die van deze wet afwijken. Cliëntenrechten Als cliënt van De Zorggroep vraagt u zich misschien af wat uw rechten en plichten zijn. Uw rechten zijn vastgelegd in een wet. Dit is de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

Nadere informatie

Uitwerking casus diefstal bij museum

Uitwerking casus diefstal bij museum Uitwerking casus diefstal bij museum OCW communicatiecampagne crisismanagement maart 2014 www.veilig-erfgoed.nl Beschrijving casus Op een drukke middag dringt een man op zeer gewelddadige manier het museum

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS HENGELO OV. PROTOCOL AGRESSIE EN GEWELD (TUSSEN OUDERS EN SCHOOL) Indien er sprake is van een calamiteit in de zin van geweld op school kan het

Nadere informatie