LANSELOET VAN DENEMERKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LANSELOET VAN DENEMERKEN"

Transcriptie

1 .i.f. f\\m/...\/\hn.../.../.!!!.nl.nr na/l...l..a...r.\.!./f.!\nfifn\_ t a LANSELOET VAN DENEMERKEN 1 UITGEGEVEN DOOR i= Dr. P. LEENDERTZr.1 DERDE DRUK HERZIEN DOOR Dr. C. C. DE BRUIN ^ n n Nederlandse Schrijvers N. 31 UITGEGEVEN DOOR W. E. J. TJEEIYK WILLINK - ZWOLLE M r# Nf N NMRf H M im Mi NMii i MMRi in!\i NffNif. M.i.N \S. HM M M

2 UITGAVEN VAN W. E. J. TJEENK WILLINK TE ZWOLLE 27 Vers en Lied. Een bundel poezie voor de eerste klassen van H.B.S., Lyceum en Gymnasium, samengesteld door Drs. J. Pollmann. ledeel 1.-. Zie oak no Vit Vondel's Hekeldicbten met inleiding, aantekeningen en toelichtingen van H. Middendorp Inleydinghe tothet ontwerp van een Batavische Arcadia door lohan van Heemskerck. Uitgegeven en toegelicht door Dr. D. H. Smit 1,25 30 Vers en Lied. Een bundei poezie voor de tweecle klasse van H.B.S., Lyceum en Gymnasium. Same»- -.: door Drs.]. Pollmann. 2e deel 1.-. Zie oc'._.~...«, 31 Lanseloet van Denemerken. Uitgegeven door Dr. P. Leendertz Jr. 3e druk herzien door Dr. r. f:. de Br~! ~. Gebonden exemplar'- ~_' cents hoger

3 LANSELOET VAN DENEMERKEN UITGEGEVEN DOOR Dr. P. LEENDERTZ Jr. DERDE DRUK HERZIEN DOOR Dr. C. C. DE BRUIN Sep N.V. UITGEVERS -MAATSCHAPPIJ W. E. J. TJEENK WILLINK, ZWOLLE, 1938

4

5 INLEIDING. Wie er zich eens toe zette, de oorzaken na te gaan, waardoor het middeleeuwse toneel in de laatste jaren zo de algemene belangstelling trekt, zou zeker verbaasd staan over de veelheid en verscheidenheid dier oorzaken. Natuurlijk moet ook een goed deel van die sympathie op rekening van de mode gesteld worden, die in zaken van kunst een veel grotere rol speelt dan de meesten menen. Maar al trekt men daarvoor ook ruimschoots af, dan blijft er nog genoeg oprechte belangstelling over, ook bij hen, die overigens weinig met de Middeleeuwen bekend zijn, om ons daarover van harte te verheugen. Het middeleeuwse drama was, hoezeer het ook onder de invloed van vreemde literatuur stond, nationaal. De verhoogde belangstelling daarin en de herhaalde opvoeringen daarvan, al geschieden die ook naar moderne opvattingen, kunnen niet anders dan een echt nationaal gevoel bevorderen en medewerken om onze letterkunde te zuiveren van uit den vreemde aangewaaide ziekelijkheid. Te betreuren is het, dat van de talrijke drama's, die er blijkbaar geweest zijn, slechts zo weinig bewaard is gebleven. Maar onder dat weinige zijn uit de tweede helft der 14e of het begin der 15e eeuw drie romantische drama's over, die in kunstwaarde alles overtreffen, wat wij in die tijd op het gebied van het drama in andere landen vinden. Het zijn EsMOREIT, GI40RIANT en LANSELORT VAN DENEMERKEN. Alleen over het laatstgenoemde, dat hier wordt uitgegeven, spreken wij iets uitvoeriger.

6 INHOUD VAN HET SPEL. Lanseloet, prins van Denemarken, is bekoord door de schoonheid en lieftalligheid van Sanderijn, een jonkvrouw in dienst zijner moeder. De laatste, voor wie dit niet verborgen bleef, verweet hem dikwijls, dat hij beneden zijn stand liefhad, maar tevergeefs. Ook nu weer wacht hij Sanderijn op in de hof, waar hij weet, dat zij komen zal. Hij spreekt haar weer over zijn liefde en zegt, dat hij zonder haar niet leven kan. Sanderijn wijst er op, dat van een huwelijk tussen hen nooit iets komen kan, en al heeft ook zij hem lief, zij wil nooit iemands bijzit worden. Tevergeefs biedt Lanseloet haar grote schatten en spreekt zelfs van de mogelijkheid, dat hij haar later toch huwen zal. Tevergeefs ook zoekt hij haar over te halen tot een wandeling in het groen. Zij gaat heen en Lanseloet beklaagt er zich over, dat zij niet van gelijke stand is; want dan zou hij haar wel willen trouwen, al is zij niet rijk. Zijn moeder, die zijn klacht gehoord heeft, verwijt hem opnieuw zijn liefde beneden zijn stand. Hierdoor geprikkeld ver hij, dat hij haar wil trouwen. Dat verschrikt zijn moeder,-klaart die nu belooft hem Sanderijn in zijn kamer te brengen, waar zij de gehele nacht zal blijven, opdat hij zijn wil met haar doen kan. Op deze wijze hoopt zij, dat zijn onnatuurlijke liefde uitgeblust zal worden. Maar dan moet hij ook beloven te doen, wat zijn moeder van hem verlangt. Door zijn hartstocht verblind, doet Lanseloet de onvoorzichtige belofte. En nu eist zijn moeder, dat hij na het mingenot Sanderijn met harde woorden van zich stoten zal. Na een kort verzet geeft Lanseloet toe, in de zwakke hoop, dat Sanderijn het hem wel vergeven zal. Nog dezelfde dag 's avonds roept zij Sanderijn en zegt, dat Lanseloet zwaar ziek is, dat zij zelfs voor zijn leven vreest. Daarom verzoekt zij Sanderijn om Lanseloets leven te redden. Sanderijn begrijpt daaruit, dat de moeder zich niet meer tegen hun liefde verzet en gaat gaarne naar haar minnaar.

7 -vrouw De volgende morgen komt Sanderijn wanhopig uit Lanseloets kamer. Zij doorziet nu het plan van de moeder en beklaagt haar val. Maar het meest deert haar, dat Lanseloet haar zo ruw heeft toegesproken. Die smaad is haar onverdraaglijk en zij besluit het land te verlaten. Zij dwaalt het bos in en wordt daar, als zij eindelijk aan een beekje uitrust, gevonden door een ridder, die op de jacht is. Haar schoonheid en beschaafde taal behagen hem zozeer, dat hij haar dadelijk zijn bijzit maken wil. Doch haar ontsteltenis op dit voorstel en haar zedigheid maken zoveel indruk op hem, dat hij van besluit verandert en haar voorstelt zijn vrouw te worden. Sanderijn stemt toe, maar vertelt hem eerst in een schone gelijkenis haar ongeluk. De ridder gevoelt, dat haar kuisheid daaronder niet geleden heeft, blijft bij zijn voornemen en voert haar als zijn vrouw zijn kasteel binnen. Lanseloets moeder is niet geslaagd in haar plan. Integendeel. Het gevoel van zijn schuld doet Lanseloet Sanderijns deugden te hoger waarderen. De felle hartstocht is geblust en de reine liefde, die reeds in kiem aanwezig was, overheerst nu alles. Geen standsverschil zal hem meer weerhouden. Hij vloekt zijn moeder, die hem Sanderijn deed verliezen en wil haar trouwen, al zou zijn gehele familie zich daartegen verzetten. Hij draagt nu zijn kamerling Reinout op haar te gaan zoeken. Nu de ridder een zo schone vrouw in het bos gevonden heeft, krijgt zijn boswachter hoop, dat hem ook wel eens zulk een geluk te beurt kan vallen. Dagelijks gaat hij naar de beek en verbergt zich achter het kreupelhout om rond te zien. Doch tevergeefs. Bijna een jaar later echter ziet hij wel geen jonkvrouw, maar een ridder, nl. Reinout. Deze vraagt hem, of daar geen jonk langs gekomen is en verneemt nu, dat werkelijk Sanderijn daar is en door allen hoog geëerd wordt om haar deugden. Op zijn verzoek gaat de boswachter haar roepen. Welke moeite hij echter ook aanwendt, hij kan Sanderijn niet

8 overhalen hem te volgen. Lanseloet is haar onverschillig geworden en zij heeft haar man oprecht lief gekregen. Reinout gaat ongetroost heen, maar besluit Lanseloet niet de waarheid te zeggen. Wist deze toch, dat Sanderijn nog leeft, dan zou hij in staat zijn een oorlog te beginnen om haar terug te krijgen. Daarom zal Reinout zeggen, dat zij dood is. Eerst wil Lanseloet het bericht van Sanderijns dood niet geloven, maar nadat Reinout hem bewezen heeft, dat hij haar zelf gezien heeft, moet hij het wel geloven. Hij jammert over het verlies van zijn geliefde, vloekt zijn moeder en sterft van smart. OPMERKINGEN OVER INHOUD EN SAMEN- STELLING. Het is een eigenaardig verschijnsel, dat zo dikwijls, wanneer er over een middeleeuws drama geschreven wordt, de opmerking wordt gemaakt, dat het stuk eigenlijk een andere hoofdpersoon heeft dan die in het spel zelf als zodanig wordt aangeduid. Dat komt, doordat de beschouwers van hun moderne opvattingen uitgaan en niet genoeg zich in de middeleeuwse denkwijze trachten in te denken. En toch is zonder dat niet alleen een recht - vaardige beoordeling, maar ook een volkomen genieten waaraan toch zeker een goed begrijpen moet voorafgaan niet mogelijk. Voor den dichter was Lanseloet, en niet Sanderijn, de hoofdpersoon. Dat blijkt niet alleen uit de titel, maar nog veel meer uit de bouw van het stuk. De meerderheid der personen kunnen wij groeperen om hem: Lanseloet, zijn geliefde, zijn moeder, zijn kamerling. Proberen wij datzelfde voor Sanderijn, dan krijgen wij: Sanderijn, haar minnaar, haar echtgenoot, waarbij wij niet uit het oog moeten verliezen, dat de laatste een veel minder belangrijke rol speelt, dan b.v. de moeder. Maar nog meer is Lanseloet de hoofdpersoon, wanneer wij op de handeling letten. De moeder handelt niet uit haat tegen

9 -tellen, Sanderijn, maar uit liefde voor haar zoon. Reinout heeft alleen het oog op het belang van Lanseloet. De ridder handelt niet ten behoeve van Sanderijn, maar van zichzelf. Terwijl er dus veel gebeurt om Lanseloet, gebeurt er zo goed als niets om haar. Het stuk begint met ons Lanseloet's liefde te laten zien en wordt ook nadat Sanderijn's lot beslist is, voortgezet tot zijn ondergang. Dat bij oppervlakkige lezing de figuur van Sanderijn meer onze deelneming opwekt dan die van Lanseloet, kan tegenover de genoemde opmerkingen, toch geen reden voor ons zijn, om te beweren, dat de dichter zelf niet begrepen heeft, wie zijn hoofd -persoon was. Voor wij de karakters der personen nader beschouwen, moet eerst de vraag beantwoord, of Sanderijn verkracht of verleid is. Is Lanseloet een laffe woesteling of het tragisch slachtoffer van een vergefelijke menselijke zwakheid in moeilijke omstandigheden? Het denkbeeld van verkrachting is reeds bij den bewerker van de oude druk van het spel opgekomen, die daarbij misschien aan de geschiedenis van Thamar 1 dacht. Maar behalve dat wij van den dichter niet kunnen verwachten, dat hij een Lanseloet- Amnon als hoofdpersoon voor zijn spel zou kiezen, geeft de tekst ook in het geheel geen aanleiding tot een dergelijke opvatting. 's Morgens vroeg (in de Middeleeuwen de gewone tijd, waarop geliefden elkaar ontmoetten) had Sanderijn den verliefden Lanseloet afgewezen. Maar 's avonds komt zijn moeder haar ver dat haar zoon die morgen zwaar ziek geworden is. Uit zijn zuchten bleek, dat het van liefde was. Nu verzoekt zij Sanderijn, of deze tot hem wil gaan, want zij vreest, dat hij anders sterven zal. Dit verhaal klinkt Sanderijn volstrekt niet ongelofelijk; er waren haar toch genoeg verhalen bekend van mensen, die van teleurgestelde liefde sterven. En zij zou zijn dood op haar ge- 1 Zie II Samuel, 13.

10 8 weten hebben, wanneer zij, die hem deze liefde had ingeboezemd, weigerde hem te redden. En waarom zou zij ook aarzelen? Zijn moeder zelf vraagt het haar immers en geeft daardoor te kennen, dat zij voortaan aan hun liefde niets meer in de weg zal leggen. Zo zien wij Sanderij n, die niet met Lanseloet alleen durfde wandelen, onbeschroomd zijn slaapkamer binnengaan. Zij zal hem genezen, zij zal hem haar liefde tonen. Hoever dat gaan zal, weet zij niet, maar dat het tot het uiterste komen kan, daarvan is zij zich wel bewust. Maar zij zal daarmede zijn leven redden en bovendien kan zij met grond verwachten, dat er een huwelijk op volgen zal. Van een middeleeuws standpunt beschouwd, zou het een belachelijke preutsheid geweest zijn, als zij geweigerd had.,,bi lichte gheloven es die meneghe bedroghen", maar de strik was hier zo listig gespannen, dat zij daar wel in vallen moest. Daarom heeft dan ook haar eer, haar kuisheid daaronder niet geleden. De figuur van Lanseloet is echt tragisch. Voor de middeleeuwers was zij dat reeds, doordien een zo hooggeboren edelman, voor wien alle aards geluk scheen te zijn weggelegd, van smart komt te sterven. Maar ook voor ons is zij dat, omdat wij hier een man met een edel karakter in een ogenblik van begrijpelijke zwakte zien bezwijken voor een echt menselijke hartstocht en daardoor onherroepelijk te gronde gaan. Wij gevoelen sympathie voor hem, omdat wij gevoelen, dat in dezelfde omstandigheden wij dezelfde fout zouden kunnen begaan. Terwijl hij door de weigering van Sanderijn de wanhoop nabij is, komt zijn moeder met verlokkende voorstellingen tot hem. Een ogenblik verliest hij zijn bezonnenheid en legt een roekeloze belofte af (evenals Jeptha, Herodes enz.). En nu komt hij voor de keuze van twee handelingen, die beide met de eer in strijd zijn. Komt hij zijn belofte niet na, dan handelt hij tegen de conventionele riddereer, wat hem altijd verweten zal worden. Doet hij zijn belofte gestand, dan beledigt hij de heiligste gevoelens van de vrouw, die hij liefheeft, maar met de hoop van

11 het kwaad te kunnen herstellen. Sanderijn immers is zo goed en zo verstandig: zij zal niet dadelijk boos worden, maar eerst een nadere verklaring afwachten, zij zal dadelijk begrijpen, dat hij dit niet menen kan, dat daar iets achter zitten moet. En hij heeft immers alleen beloofd, dat hij al den nacht" zal zwijgen. Morgen zal hij haar alles verklaren en haar tonen, hoe oprecht lief hij haar heeft. Het is haast onvermijdelijk, dat hij een verkeerde keuze doet. Maar even noodzakelijk volgt daarop de gruwelijkste straf: hij gaat onder door gewetenswroeging. Dat niet al deze overwegingen in het stuk zijn uitgedrukt, is nog geen bewijs, dat ze er niet waren. De dichter wilde alleen gebeurtenissen doen zien, geen karaktertekening geven. Wat de motieven der handelende personen waren, moesten de toeschouwers zelve overdenken en bepraten. Karakterontwikkeling te schetsen lag geheel buiten het plan van den middeleeuwsen dramaschrijver. De personen blijven dus steeds in hun karakter; het zijn eigenlijk meer typen. Lanseloet wordt dan ook niet bekeerd. Evenals zijn moeder is hij er van overtuigd, dat ware liefde alleen tussen gelijken bestaan kan. Zijn gevoel voor Sanderij n houdt hij derhalve hoofdzakelijk voor hartstocht. Doch haar weigering en de tegenstand zijner moeder doen hem zichzelf kennen. Hij begrijpt, dat het liefde is, wat hij voor Sanderijn gevoelt en dat de liefde gelijc van moede eist. Daarom wil hij haar trouwen. Maar tegelijk moet hij met zijn familie vrede houden. Daarom neemt hij het voorstel van zijn moeder aan, waardoor Sanderijn voorgoed aan hem verbonden zal zijn. Later zal zij dan zijn vrouw worden, wanneer hij geheel zijn eigen baas zal zijn. Dit plan wordt verstoord door.haar vlucht. En nu moet hij kiezen tussen haar en zijn familie. Hier toont hij zijn ridderlijkheid, want zonder aarzelen beslist hij, dat zij zijn vrouw zal worden al waert alle sine maghen leet". En als het blijkt, dat het te laat is, bezwijkt hij van wroeging en smart en sterft met een vloek op de lippen voor de moeder, die toch alleen uit liefde voor haar zoon zo gehandeld heeft. Ook de moeder verdient misschien meer medelijden dan af-

12 10 schuw. Zwaar wordt zij gestraft voor de daad, waartoe standsvooroordeel haar bracht. Overtuigd dat Lanseloet geen liefde, maar slechts hartstocht kon gevoelen voor een meisje beneden zijn stand, wilde zij ook hem dat doen inzien, door die hartstocht bevrediging te schenken. Dat zij daarvoor het meisje opoffert, is niet bepaald middeleeuws: zo iets zou ook nu nog kunnen voorkomen. Maar het gevolg is, dat zij haar zoon verliest en door hem gevloekt wordt. Sanderijn is wat lichtgelovig en onvoorzichtig geweest, maar dat was zo weinig, dat een straf voor haar ons rechtsgevoel zou beledigd hebben. Daarom mag zij niet te gronde gaan, maar moet beloond worden. Wel krijgt zij niet een zo aanzienlijken echtgenoot, als zij eenmaal gehoopt had, maar doet toch een beter huwelijk, dan met het oog op haar nederige staat verwacht had kunnen worden. Haar karakter is edel, haar liefde verheven. Dat Lanseloet haar door een list tot zijn wil gekregen heeft, vergeeft zij hem gaarne; dat was een bewijs van de heftigheid zijner liefde. Maar dat hij haar daarna behandelt als een straatmeid, dat beledigt haar. Haar fierheid gedoogt niet, dat zij dien man ooit terugziet. Zij gaat dus heen, niet, zoals Lanseloet meent, om op de eerste oproep terug te keren, maar voorgoed. Zij weet, welke gevaren een mooie jonge vrouw bedreigen, en smeekt dus God haar eer te beschermen. Dat een huwelijk het enige redmiddel is, ziet zij duidelijk. Daarom stemt zij dadelijk toe, als de ridder haar zijn hand aanbiedt, maar tegelijk verklaart zij hem, dat het van haar kant niets dan een verstandshuwelijk is. Dat zij hem na enige tijd leert achten en hem werkelijk lief krijgt, maakt de afloop der geschiedenis te bevredigender. Van de andere personen heeft alleen Reinout deel aan de hoof dhandc:ling. Zijn listig overleg in strijd met de waarheid strekt om de tragische ontknoping, die hij wil verhinderen, slechts met te meer zekerheid te voorschijn te roepen. Zeer juist getekend en zelfs vermakelijk is de boswachter, die een jaar lang op dezelfde plek in het bos blijft loeren, in de hoop ook eens een mooie vrouw te vinden.

13 11 De ridder is een bijfiguur, die alleen dient om aan de lotgevallen van Sanderijn een bevredigende afloop te geven. Een eigen karakter heeft hij dan ook niet; hij kan zelfs geen type genoemd worden. Na al het voorafgaande behoeft over de bouw van het stuk niet veel meer gezegd te worden. Alleen willen wij nog even wijzen op de tijdsorde der verschillende tonelen. Het eerste gedeelte, totdat Sanderijn Lanseloet's kamer binnengaat, heeft geheel plaats op de eerste dag. De volgende morgen komt zij daaruit en beklaagt haar ongeluk. Hoelang zij door het woud heeft rondgedwaald, eer zij aan de f onteine komt te rusten, wordt niet medegedeeld. Eigenlijk zou het een geruime tijd moeten zijn, omdat het in een vrij ver ver Maar om nauwkeurigheid hierin bekommerden-wijderd land was. vele middeleeuwse schrijvers zich niet veel, en het is dus niet onmogelijk, dat onze dichter zich hier de volgende dag, misschien zelfs dezelfde dag heeft voorgesteld. Dezelfde dag nog, dat Sanderijn gevlucht is, zendt Lanseloet zijn kamerling uit om haar te zoeken. Zelf heeft hij in de naaste omtrek overal tevergeefs gezocht. Nu moet Reinout de gehele wereld doortrekken, tot hij haar gevonden heeft. De dag nadat de ridder Sanderijn in zijn kasteel gehaald heeft, gaat de boswachter in het bos loeren. Een jaar later komt Reinout in het bos en hebben de overige gebeurtenissen plaats. Zoals men ziet, zijn de verschillende tonelen niet zuiver chronologisch gerangschikt. Had de dichter dat gewild, dan had hij vs na vs. 579 moeten plaatsen. De reden, waarom hij dit niet gedaan heeft, zal wel zijn, dat hij de toeschouwers niet in onrust wilde laten omtrent het lot van de beklagenswaardige Sanderijn, maar haar zo spoedig mogelijk vergoeding voor het onverdiende leed wilde schenken, tot bevrediging der toeschouwers. Bovendien kan hij gevoeld hebben, dat het verplaatsen der handeling de levendigheid van het stuk verhoogde, terwijl ook op deze wijze door de kleine pauzes het verschil in tijd der opeenvolgende tonelen duidelijker werd aangewezen.

14 12 KUNSTWAARDE. Dat de dichter van dit spel een waarachtig kunstenaar was, zal zeker door niemand worden tegengesproken. Hoe degelijk zijn mensenkennis was, hoe hij in een zeker vrij alledaagse gebeurtenis als het verleiden van een meisje door een jongen man van hogere stand, het treffende, het echt menselijke, maar ook al het tragische wist op te merken, hebben wij gezien. In dit stuk, zeker wel het jongste van de drie romantische drama's, die wij van hem hebben, zijn de mensen voor hem niet meer eenvoudig goed of slecht. Hij zag dieper. Evenals de Kerk zelfs den ergsten zondaar nog niet reddeloos verloren achtte, wist ook hij in den boosdoener nog het goede te zien, en wist sympathie te wekken voor den bedrijver van de felste,,dorper -nie". En die mensenkennis dat fijne gevoel heeft hij geuit, niet in de vorm van een statig betoog, maar in die van een los, levendig toneelspel, waarin wij de feiten zo voor ons zien, dat de redenering achterwege blijven kan. Realistisch is deze kunst in hoge mate. Geen scheppingen van zijn verbeelding geeft ons de dichter, maar zijn waarneming van de werkelijkheid, zo gegroepeerd, dat het een aantrekkelijk, boeiend geheel wordt, en zo aanschouwelijk voorgesteld, dat wij daardoor de werkelijkheid beter leren zien, dan wij zonder zijn hulp in staat zouden geweest zijn. Maar het is een beschaafd realisme. Nergens vermeit hij zich in grofheid of platheid. Terwijl hij de volle werkelijkheid onder de ogen durft zien en niets verzwijgt, wat nodig is om het beeld volkomen te maken, is hij te zeer een man van smaak om daarvoor ruwe woorden te gebruiken. Juist doordat hij de volte werkelijkheid ziet, is hij niet eenzijdig en gevoelt al het schone, het edele en verhevene, dat het leven nog in zo rijke overvloed aanbiedt. Daardoor heeft hij het aandoenlijk tedere en tegelijk toch zo krachtige van Sanderijn zo diep gevoeld en zo meesterlijk weten weer te geven. De tekening trouwens der vrouw, wier reine ziel

15 13 ondanks haar val onbesmet gebleven is, heeft te allen tijde voor de beste kunstenaars grote aantrekkelijkheid gehad. De taal is geheel in overeenstemming met dit realisme. Zo eenvoudig en waar is zij, dat wij het zelfs niet onnatuurlijk vinden, dat alle personen in verzen spreken. Het is ons, alsof zij niet anders hadden kunnen spreken. En nergens krijgen wij de indruk, dat de dichter het nu eens heel mooi heeft willen doen. In deze bescheidenheid openbaart zich de ware kunstenaar, die minder zijn eigen roem dan de schoonheid wil dienen. Dezelfde ongekunsteldheid daarom nog geen kunstloosheid vinden wij in de versbouw. De natuurlijke rusten en klemtonen in de zin vallen steeds samen met die van het vers. Geen enjambementen, die in een zangerig lierdicht soms zeer schoon, maar in een beschrijvend of dramatisch gedicht steeds hinderlijk zijn, komen hier de losse, gemakkelijke gang der verzen storen. Voor ons, nieuwenen, ligt er bij dat alles nog een eigenaardige bekoring in de uit het karakter van onze eigen taal voortgekomen versbouw met de korte regels en de vrije maat, in tegenstelling met de stijve vormen, waarin men later onze taal wrong. Misschien zal ook de welluidendheid en liefelijkheid van deze taal, waarin toch de kracht niet ontbreekt, menigeen het oor openen voor de schoonheid van onze taal ook nu nog, wanneer zij slechts zuiver gesproken wordt, zonder vreemde bijmengsels, maar vooral zonder platheid. VERSBOUW EN VOORDRACHT. Het grootste verschil van Middelnederlandse verzen met de tegenwoordige is wel, dat niet de lettergrepen in een versregel geteld werden, maar de heffingen. Een heffing is een woord of woorddeel met zwaar accent, waartegenover de lettergrepen zonder of met zwakke klemtoon de daling vormen. In de regel had een vers vier heffingen; regels

16 -zins 14 met drie of vijf heffingen komen voor, maar zijn zeldzaam, althans in dit stuk. Het aantal onbeklemtoonde lettergrepen tussen twee heffingen was onbepaald, maar een natuurlijk gevoel voor welluidendheid voorkwam een opeenstapeling van toonloze lettergrepen. Om zoveel mogelijk de middeleeuwse voordracht nabij te komen, beginne men deze verzen zo natuurlijk mogelijk te lezen met het woord-, het zins- en het rhetorisch accent, zoals men dat in tegenwoordig proza zou doen. De vier zwaarste accenten die aldus gehoord worden, neme men voor het versaccent, dat bij de voordracht duidelijk moet uitkomen. Samengestelde woorden worden dikwijls als twee gevoeld en kunnen dan twee heffingen bevatten. Vreemde eigennamen, benevens enkele andere overgenomen woorden, kunnen tegelijk de Germaanse klemtoon op de eerste en de Franse op de laatste lettergreep hebben, dus voor twee heffingen gelden. B.v.: vs. 51. Onder désen néghelentiér. vs. 86. Uut vercóren Sánderijn. vs Van Deénmérken Lánseloet. Daarentegen: vs Bi ridderscape, ic en mesdáde u niet. vs Hier és mijn lieve sóne Lánseloet. vs Ende bráchte mi in I,ánseloets gewélt. Het spel is geheel in gepaarde rijmen gedicht, terwijl steeds het laatste vers van elken spreker rijmt met het eerste van den volgenden. Enkele minder zuivere rijmen komen voor, nl. vs. ioi haven: maghen, vs. 363 dorst : lost, vs. 503 sept : sprect. Alle drie waren trouwens in de uitspraak waarschijnlijk minder onzuiver dan in het schrift. Met ij wordt de lange i-klank afgebeeld. Dat de ie een enigs andere klank, waarschijnlijk de tweeklank, voorstelde, blijkt uit vss , waar men anders vier rij mende regels zou hebben.

17 -schijnlijk 15 HET TONEEL EN DE OPVOERING. In het algemeen gold voor de middeleeuwse toneelinrichting zeker wel dezelfde regel als thans en trachtte men de werkelijkheid zo nauwkeurig na te bootsen als de kunst van den regisseur dat vermocht en de kas het toeliet. Wij zullen dus hier niet vragen, hoe men zich wël eens beholpen heeft, maar hoe de inrichting kan geweest zijn, waar alle omstandigheden gunstig waren. Op grond van hetgeen van de opvoeringen van andere stukken bekend geworden is, komen wij tot het volgende. Het toneel voor de Lanseloet moest vrij groot zijn: de ridder toch verscheen te paard. Op de achtergrond zag men aan de ene kant het kasteel van Lanseloet met een bogaert (vs. 53) er bij, waarin o. a. een eghelentier stond. Er was een deur, misschien met een gordijn afgesloten, waardoor de spelers opkwamen en heengingen. Misschien was daardoor Lanseloet's kamer te zien. Het middengedeelte van het achterdoek (hiervoor werden misschien ook geschilderde planken genomen) stelde het f oreest voor. Bij vs. 347 gaat Sanderijn aan de kant van Denemarken dit bos in en komt na een korte tijd aan de andere kant weer op het toneel. Hier zag men een beekje in het bos en verder het kasteel van den ridder. De spelers kwamen op en gingen heen door deuren of gordijnen in de achterwand. Wanneer zij van de ene plaats naar de andere moesten gaan, liepen zij niet dwars over het toneel, maar gingen door de ene deur weg en kwamen door de andere weer op. Tussen de bedrijven en bij verandering van de plaats der handeling waren er kortere of langere pauzen. De lange pauzen werden meermalen met muziek aangevuld, soms ook met een pantomime of tableau vivant. Dit laatste is echter niet waar voor een stuk van beperkte omvang als de Lanseloet. Van de kleding der spelers werd veel werk gemaakt.

18 16 De rollen werden niet eenvoudig opgezegd, maar daarbij werd druk geacteerd; want de middeleeuwers wilden op een toneel vóór alles iets te zien krijgen. l De vrouwenrollen werden in de oudste tijd vrij zeker door vrouwen gespeeld. Eerst later maakte men daartegen bezwaar en nam daarvoor jonge mannen. Voor de toeschouwers op de duurdere rangen werd soms een amphitheater gebouwd, terwijl zij, die minder betaalden, vóór het toneel op de straat stonden of zaten. Bij een eenvoudiger inrichting werden er waarschijnlijk voor de aanzienlijker toeschouwers banken neergezet, terwijl de anderen op de grond zaten. DR. P. LEENDERTZ JR. WIJZE VAN UITGAVE. Het behoeft wel geen omstandige verklaring, waarom in deze herziene uitgave gebroken is met de in beide vorige drukken genormaliseerde spelling. De oorspronkelijke opzet van de Zwolsche herdrukken was immers, oude teksten uit te geven in een tekstvorm die zo weinig mogelijk afwijkt van het oudste bewaarde origineel. De practische bedoeling van mijn hooggeschatten voorganger, voor een breder lezerspubliek de lectuur van de Lanseloet ook door het brengen van eenvormigheid in de 1 Meermalen, b.v. door Dr. P. H. van Moerkerken in de XXe Eeuw, 1907, blz. 222 vlgg., is geëist, dat men de middeleeuwse drama's zal opvoeren met wat men de ideale voordracht" zou kunnen noemen, waarbij het gezicht het gehoor niet afleidt, maar waar het weinige dat wij zien in schoonheid volkomen medewerkt". Daarbij moet dus het decoratief zo een mogelijk zijn en moeten de verzen met zo min mogelijk-voudig actie worden voorgedragen of liever opgezegd. Er is natuurlijk niets tegen een dergelijkeopvoering, mits men maar goed bedenke, dat wijze dit een zeer moerne moderne van o - g waarbij geest de der Midd geheel e leeuwers ehee afwezig s.

19 17 schrijfwijze te vergemakkelijken, brengt een gering voordeel, dat niet opweegt tegen de opoffering van de oorspronkelijke tekst. De ontwikkelde of zich ontwikkelende lezers, tot wie de lezing van een abel spel hoofdzakelijk beperkt blijft, stappen wel heen over de iets grotere moeilijkheden die een,,conservatieve" spelling in de weg legt. Een hernieuwde confrontatie met het Hulthemse handschrift leek mij derhalve noodzakelijk. Het aantal wijzigingen dat aangebracht moest worden, was uiteraard vrij groot. Wie de moeite wil nemen deze druk met de voorgaande te vergelijken, kan zich daarvan overtuigen. In de volgende verzen heb ik mij een af - wijking van de handschriftelijke lezing veroorloofd: vs. io ene hs. enen 50 vrouwe wrouwe 97 Dusent Dusant 119 groene groenen 134 Gincic Ginic 137 weel wel 271 sprekict spreict 33 8 nu mi 387 sijn sijt alleine allene 538 En,, Ende 623 maectse mcse 636 aen an 713 vermach vermacht» 744 blijf blijft 8oi valke walke 810 Dies Die 823 ghehout ghehut 828 ane gaen anen gaen 833 en ende 864 Een En 883 en ende

20 1.8 -meen- Overigens is het werk van Dr. Leendertz zoveel mogelijk intact gelaten. Voor een aanvullende beschouwing van het alge menselijke in de Lanseloet zij verwezen naar het opstel Onze abele spelen van Dr. J. B. Manger Jr. in Groot Nederland van Mei 1931, blz In de tekstverklaring, indeling in bedrijven en tonelen, toneelaanwijzingen en interpunctie zijn enige veranderingen van minder ingrijpende aard gemaakt. C. C. DE BRUIN.

21 19 (PERSONEN. LA NSELOET SINE MOEDER SA NDERI JN EEN RIDDER DES RIDDERS WARANDE HUEDERE REINO UT.)

22

23 21 EEN ABRI, SPUI, VAN LANSELOET VAN DENEMERKEN, HOE HI WART MINNENDE ENE JONCFROU, DIS MET SIJNDER MOEDER DIENDE. [Prologhe.] Ic bidde Gode Vanden trone En Maria, die maghet scone, Dat si ons allen wille bewaren Ende in doghden alsoe ghesparen, 5 Dat wi hemelrike ghewinnen. Dies biddic der maget Mariën, der coninghinnen, Die een vrouwe es boven al. Nu hoert, wat men u spelen sal. Hets van enen ridder prinsipael, 10 Die minde ene jonefrou noyael, Hovesch van herten ende reine, Maer si was hem te cleine T I T E L. Abel spel is niet de naam voor een bepaald soort drama: abel =,,schoon". Het is dus een schoon spel", zoals men ook sprak van een ghenouchelicke clute. Met sijnder moeder = bij zijn moeder". Vs. i. Trone hemel". Vs. 4. Doght = geluk, voorspoed". Ook in vss. 59 en 273. Vs. 7. Boven al = boven alle vrouwen ". Vs. 9. Prinsipael = vorstelijk, edel". In vss. 791 en 863 is het,,uitstekend". Vs. io. Noyael = edel, voortreffelijk". Vs. i i. Hovesch =,,zedig"; in vs. 23 welgemanierd." Vs. 12. Hem = voor hem", niet in zijn ogen". Zo ook vs. 27. Cleine = gering".

24 Van goede ende oec van gheboert. Dies was sij n moeder op hem ghestoert, 15 Dat hi sine minne soe neder droech. Sijn herte altoes in vrouden loech, Als hi ane sack haer edel lijf. Maer sij n moeder, dat felle wijf, Hats altoes toren ende nij t 20 Ende verweet hem te meneger tijt, Dat hi hem soe neder daelde. Maer hi altoes hem vertaelde Met hovesche woorden, als hi wel conste. Maer altoes droech hi vriendelij c onste 25 Der scoender joncfrouwen, heet Sanderij n. Si en mochte niet noyaelder sij n, Maer si was hem te neder gheboren. Dies hadde sijn moeder soe groten toren, Dat slit namaels brachte te werke. 30 Nu biddic u, dat ghi uwen merke Daer an wilt legghen ende versinnen. Ic wane, dat ghi noit gheen van minnen En hebt ghehoert dies ghelike. Nu biddic u allen, arme ende rike, 35 Dat ghi wilt swighen over al, Ende merct, hoet beghinnen sal. Vs. i. Dat hi sine minne soe neder droech = dat hij, liefde had opgevat voor eenjonkvrouw, zo ver beneden zijn stand." Vs. i6. V ronde =,,vreugde". Loech = lachte". Vs. i8. Felle =,,boosaardige". Vs. 19. Hats = hadde des = had daarover". Vs. 22. Hem vertalen = zich verdedigen". Vs. 24. Onste = gunst, vriendschap, liefde". Vs. 25. Heet S. _ die S. heette". Vs. 29. Te werke brenghen = in het werk stellen, uiting geven aan", nl. haar toren. Vs Uwen merke... legghen = opletten". Vs. 31. Versinnen = overdenken". Vs. 35. Over al = aan alle kanten", nl. van de markt, waar de toeschouwers om het toneel zaten of stonden.

25 23 (EERSTE BEDRIJF.) (In Denemarken.) (EERSTE TONEEL.) Lanseloet. Ay God here, hoe mach dit sij n, Dat ic die scone Sanderijn Al dus met herten hebbe beseten. 40 Nochtan wert mi verweten Van mij nder moeder alle daghe, Dat ic mine minne soe neder draghe. Dies horic menich spitich woort. Maer haer minne heeft mi soe doer boert, 45 Dat icse ghelaten niet en can, Ic en moet haer altoes spreken an, Als icse metten oghen ane scouwe. Dies heeft mijn moeder groten rouwe, Daer omme soe moet verborghen sijn. 50 Nu willic hier wachten die vrouwe mijn, Onder desen neghelentier, Vs. 39. Beseten hebben = bezitten", dus dat ik haar zo in mijn hart heb". Vs. 45. Dat icse ghelaten niet en can = dat ik van haar geen afstand kan doen." Vs. 46. De ontkenning en in de tweede zin heeft zeer dikwijls dezelfde kracht als ons of, zonder dat, dat niet. Vs. 49. Moet = moet het". Talloze malen wordt aldus het voornaamwoord het met het voorafgaande woord samengetrokken. Vs. 50. Vrouwe = geliefde". Vs. 51. Eghelentier = wilde roos".

26 24 Want si sal hier comen scier, Dat veetic wel, in desen bogaert. Sanderijn (komt op). O edel ridder van hogher aert, 55 God, die alle dine vermach, Die moet u gheven goeden dach, Edel ridder van herten vri. Lanseloet. O scone maghet, God die si ons bi Ende moet u ende mi in doghden sparen, 60 - Ende van allen quaden bewaren, Ende sonderlinghe van niders tonghen, Alsoe dat niet en werde gesonghen Van ons beiden enich quaet. O S anderij n, nu gheeft mi raet. 65 Mijn herte dat es te male onstelt Ende van uwer minnen ghequelt, Dat mi costen sal mijn lijf, O Sanderij n, wel scone wijf, En machic us niet gheweldich sij n, t 70 Dat sal mi costen dieven mijn, Ende ewelij c benic verloren. Vs. 52. Scier =,,spoedig"; vgl. schielijk, dat ontstaan is uit schierlijk. Vs. 56. Goeden dach = geluk". Vs. 57. Van herten vn = van edele aard". Vs. 6i. Sondeylinghe = in het bijzonder". Vs. 6i. Nidens = benijders". Vs. 62. Singhen = overluid zeggen, vertellen". Vs. 64. Raet gheven = helpen, vertroosten". Vs. 67. Lijf = leven". Vs. 69. Kan ik u niet bezitten".

27 25 anderen. Och edel ridder hoghe gheboren, Dat en mach nemmermeer gescien. Al eest, dat ic u gerne mach sien, 75 Ic en ben niet uus ghelij ke, Ghi sij t mi te mechtich ende te rike, Edel ridder, te sine u wijf. Daer omme soe moet sij n een blijf, Al eest, dat ic u met herten minne. 80 Ende oec en willic gheens mans vriendinne Sij n, die leeft onder des hemels trone. Al waer hi een coninc ende spien crone, Soe en dadic mi niet te cleine. Lanseloet. 0 scone maghet van herten reine, 85 Al dadi den wille mijn, Uut vercoren Sanderijn, En bleve u onvergouden niet. Want messelike dinge sij n ghesciet. Ghi mocht noch werden wel mijn vrouwe. 90 Slitt mijns ghenadich ende blijft getrouwe, Ende comt met mi in dit casteel, Ic sal u gheven een juweel, Ic wane, ghi noit des ghelike en saeght. Vs. 74. Al eest dat =,,ofschoon". Vs. 78. Daarom moet het achterwege blijven". Vs. 80. Vriendinne = bijzit". Vs. 8i. Trone =,,uitspansel"; vs. 95 =,,hemel". Vs. 82. Spien, verl. tijd van spannen. Vs. 83. Hem te cleine doen = zich verlagen". Vs. 85. A l = als, indien". Vs. 87. Onvergouden =,,onvergolden". Vs. 88. Messelijc =,,verschillend, vreemd". In vs. 941 is het,,schandelijk".

28 26 Sanderij n. Neen, edel here, noch benic maeght, 95 Dies dancic Gode vanden trone. Al woudi mi gheven te lone Dusent merct van goude roet, Hoghe baroen, edel ghenoet, Nochtan woudic behouden emmermeer, 100 Lanseloet, hoghe geboren heer, Mijn suverheit al en benic niet rike van haven Noch gheboren van groten maghen. Nochtan meinic mi soe te houden, Dat ic niet en sal werden gescouden, 105 Her Lanseloet, enich mans vriendinne, Maer ic wille gerne gherechte minne Draghen sonder dorpernie. Lanseloet. Sanderijn, bider maghet Marie, Dorperheit en leggic u niet te voren. 310 En es nu gheen wijf gheboren Op eerde onder des hemels trone Soe rike, soe mechtich no soe scone, Die mi verhoghen mach dan ghi. Och Sanderij n, en seldi mi Vs. 96. Woudi d. i. woudji =,woudt gij ". Vs. 97. Merc of marc is eigenlijk een gewicht voor edele metalen, maar evenals pond is het ook de naam voor een munteenheid geworden. Vs. i oo. Deze regel moet als aangesproken persoon zowel met de voorgaande als met de volgende verbonden worden. Vs Gescouden =,,gescholden". Vs. i o6. Gherechte =,,waarachtige". Vs Dorpernie =,,oneerbaarheid". Vs T e voren leggen =,,voorstellen". Vs Verhoghen = verheugen".

29 Laten dan in dit verdriet? En sal uus mijns ontfermen niet, Dat ic troest van u mochte ontfaen Ende ghi met mi wout spelen gaen Hier neder in dit groene dal, 120 Daer die voghelkine maken gescal Ende die bloemen staen int groen, Scone maghet, sonder mesdoen Ende al sonder dorperheit? Sander l*j* n. Her Lanseloet, hets dicke gheseit: 125 Bi lichte geloven es die menege bedrogen." Dats seker waer ende niet gheloghen, Want hets menech weerf ghesien, Dat vrouwen oneerlijcheit ghescien, Om dat si mans te verre betrouwen, 130 Dat hem namaels sere berouwen, Als die saken waren ghesciet. Ic en weten op eerde geboren niet, Dien ic soe verre betrouwen soude, Gincic met hem spelen te woude, 135 Hi en soude met mi doen sij n gherief.. Vs Hier neder = ginds". Vs Sondes mesdoen = zonder zonde". Vs Hels dicke gheseit = het is een bekende spreek-.. wijze". Vs Het meervoud ghescien staat hier i. pl. v. het enkelvoud ghesciet, doordat de dichter vrouwen als het eigenlijke onderwerp gevoelde. Vs Het onderwerp van berouwen is die saken. Wij zouden construeren: dat haar later die dingen zeer berouwden, als zij geschied waren". Vs Weten = weet hem". Het voornaamwoord ene, en werd meermalen aldus met het voorafgaande woord verbonden; vgl. de aant. op vs. 49. Vs Gherie f = lust, begeerte". Voor en vgl. vs. 46.

30 28 Lanseloet. Daer toe hebbic u te lief, Sanderijn, wel scone wijf, Dat ic onteren soude u lijf, Scone maghet, al hadicx die macht. 140 Alsoe en was ic nie bedacht, Dat ic u doen soude enege scande. Al haddic u in vremden lande, Sanderijn uut vercoren, Ic soude u dbroet bidden te voren, 145 Eer ic u hongher hebben liet. Bi ridderscape, ic en mesdade u niet, Sanderijn, jeghen uwen danc. S anderij n. Her Lanseloet, wi sijn hier te lanc, Ons mochte iement horen ofte sien. 150 Want nyders sijn altoes uut om spien, Hoe si iement mochte te scanden bringen. Een verrader hadde liever quaet te singhen Dan goet, want hets sijn nature. Nu willen wi scheden in corter ure, 155 Dat hem niercent ane ons en stoet. Hoghe baroen, edel ghenoet, God ons here moet u bewaren, Ende altoes in doghden sparen, Waerweert dat ghi u bekeert. (Af.) Vs. z 39. Haddics = had ik daartoe". Vs Ic soude u dbroet bidden te voren = ik zou voor u uit bedelen gaan". Vs Danc = goedvinden, wil". Vs Hem bekeren = zich begeven"

31 29 Lanseloet. 160 Ay noch soe blijft mijn herte verseert Vander scoender Sanderijne. Sine wilt niet doen den wille mine, Dies moetic droeven alle mijn dage. Wat ic kerme of wat ic claghe, 165 Sine wilt niet gaen met mi int wont. Si mint ere voer enich gout, Dat horic wel an haer ghelaet. Si leidt enen reinen staet, Ende haer herte es soe noyael, 1)9 Bi ridderscape, ic woede wael, Dat si gheboren ware mijns gelij c. Al en waer si niet van haven rij c, Ic souder maken af mijn wijf, Want si heeft een reine lijf, 175 Ende haer herte es al vol eren. Si en wilt haer niet te mi waert keren, Dies lijdt mijn herte rouwe groet. (TWEEDE TONEEL.) Sine moeder. Van Deenmerken Lanseloet, Ic hebbe u herde wel horen vriën. 180 Lanseloet, bider maghet Mariën, Vs. i 6o. Verseert = bedroefd". Vs Ghelaet = houding, gedrag". Vs Wijf = echtgenoot", werd ook van de voornaamste vrouwen gezegd. Vs Heyde =,, zeer".

32 30 Dat en can mi verwonderen niet, Dat ghi u selven niet bat en besiet, Dat ghi u minne soe neder draeght. Ghi staet soe weeldelij c en claeght 185 Om ene die luttel om u gheeft. Tfi der scanden dat ghi leeft, Dat ghi soot minnen soe nederen wijf! Lanseloet. Ach moeder, si heeft soe reine lijf, Ende haer herte es alsoe proys, 190 Ende van live soe gratioys, Dat icse emmer minnen moet. Mijn herte, dat bert al een geloet, Als icse metten oghen an scouwe. Lieve moeder, edel vrouwe, 195 Ic moetse minnen, wat ghesciet. Sine moeder. Lanseloet, ic wille, ghi u bat besiet, U scone lijf, u hoghe gheboert, Ende werct na minen rade voert, Ende wilt minnen uus ghelijc. Vs Daarover kan ik mij niet genoeg verwonderen ". Het woord genoech werd bij verwonderen meermalen uitgelaten. Vs Hem besien = op zichzelf letten, zijn waardigheid in het oog houden". Vs Gij staat zo verwekelijkt te klagen". Vs. i86. Tfi = foei". Vs Soe nederen = zo laag een". Vs Proys = fier", fra. preux. Vs Berren of bennen =,,branden". -- Al =,,als". -- Geloet =,,gloed".

33 31 Lanseloet. 200 Sone wetic wijf int kersten rijc, Die ic woude hebben voer Sanderijn. Ic woude, si mochte mijn eygen sijn, Lieve moeder, bi uwen dane. Al ware al die werelt an mi belanc, 205Ic woude wel, dat si ware mijn wijf. Sine moeder. Scaemt u der scanden, vul keytijf, Dat ghi soe neder mint, Ende men soe sconen jonefrouwen vint Van hogher geboert, van groten geslacht. Lanseloet lieve moeder, der minnen cracht An siet hoghe gebort no rij cheit van goede, Maer si soect haers gelijc van moede, Die beide sijn van enen wesen. Ic hebbe dicke wel horen lesen, 215 Dat die minne soect haers ghelike. Al es leen aerm ende die ander rike, Die edel minne doet haer were. Gherechte minne en ledt gheen mere Aen rij cheit noch an groetheit van maghen, Vs Sone wetic wijt = ik weet geen vrouw". Vs Bi uwen danc = met uw goedvinden". Vs Belanc sijn an = afhangen van". Vs Keytijf = ongelukkige, ellendeling". Vs Na ende werd dikwijls het voegwoord uitgelaten, waarvan ende dan de betekenis overnam. Hier zou men het dus met terwijl" moeten vertalen. Vs Lesen, hetzelfde als singhen (zie de aant. bij vs. 62), dus overluid zeggen, vertellen". Vs En ledt gheen mere = slaat geen acht".

34 Noch nie en dede te ghenen daghen, Maer het comt al bi gheluc. Gheeft die edel minne haer stuc, kt,,t Si ane slet ghene hoghe ghebort. Sine moeder. O Lanseloet, ende hoe versmort 225 Soe es u herte ane Sanderijn! Wildi doen den wille mijn, Ic salse u doen hebben tuwen wille, Al desen nacht heimelijc, al stille, Op u camere, her ridder weerdt, 230 Ende doet daermede dat ghi begheert, Wildi mi ene ghelofte doen. Lanseloet. Vrouwe moeder, bi sente Symoen, Dat ghi begheert willic u gheloven, Op dat ic metter maghet mach hoven 235 Op mine camere, ic ende si. Vs Fn deed het ook nooit te genen tijde". Vs. 221 en 222. De verklaring van deze regels staat niet vast. Gheluc kan hier moeilijk iets anders betekenen dan toeval", wat eigenlijk in het verband niet past. En wat is stuc? Is het,,gave"? of wat iemand toekomt, wat hem past", dus,,zijn gelijke"? In het laatste geval is Gheelt gebiedende wijs en minne datief. Misschien ook is de tekst verkeerd overgeleverd en moet er gelezen worden: Maer het comt al bi ghelijcheit. Gheeft die edel minne haesticheit, enz. Haesticheit moet dan betekenen voortvarendheid, doortastendheid". Vs Versmort = bedwelmd, verslingerd op". Vs Gheloven = beloven". Vs Opdat = op voorwaarde dat". -- Hoven = omgang hebben".

35 33 Sine moeder. Lanseloet, gheloef dij t mi Bi ridderscape ende bi trouwen? Als ghi met Sanderij n der jonefrouwen Hebt ghedaen al u ghevoech, 240 Dan seldi segghen: ic hebbe uus genoech, S anderij n, ic ben uus nu sat Ende van herten alsoe mat, Al haddic seven baken gheten". Dies en seldi niet vergheten, 245 Ghi selt spreken dese woort Ende dan seldi rechte voert U van hare keren al den nacht, Ende ligghen en slapen soete ende sacht, Sonder spreken, ende swighen al stille. Lanseloet lieve moeder, es dat u wille, Dat ic spreke dese dorper woort? Des ghelike en hebbic niet ghehoert. Wat mach u hier met gheholpen sij n, Dat ic dit tot Sanderijn 255 Spreken soude met minen mont, Ende ligghen voert ane als een hont Sonder spreken, als een keytij f? Wat soude peinsen dat reine wijf, Dat ic die dorperheit begonste, 260 Ende ic haer draghe soe vriendelike onste? Dat soude mi doer mijn herte deren. Vs Vs Vs Vs Vs Vs Vs Ghevoech = begeerte". Al = als". Bake = zijde spek". Rechte voert = terstond daarna". Dorper =,,laag, gemeen". Hier met = hiermede". Voert ane = vervolgens". Ende = terwijl". Ned. Schrijvers n. 31, 3e dr.

36 34 Sine moeder. Lanseloet, dits mijn begheren, Seldise hebben in uwer ghewelt, Dat ghi mi dit gheloven selt, 265 Ende vol bringhen als goet man. Lanseloet. Vrouwe moeder, doetse mi comen dan. Ic sal doen, dat ghi begheert, Al eest dat mire herten deert. (Ter zijde.),,die meneghe sprect, hi en meines niet". 270 Al dier ghelike es mi ghesciet, Want al sprekict metten mont, Ic en saels niet meinee in minen gront, Want ic an hare alder doecht. Ic bidde Gode den overste voeght, 275 Dat sijt niet qualijc nemen en moet. Si es soe eersam ende soe goet, Eest dat sijt qualike nemt Soe wert haer herte van mi ontvremt, Dan soe blijft mijn herte in pinen staen. (Al.) Vs Ghewelt =,,macht". Vs Dat =,dat't". Vs Niet = niets", dus hij meent er niets van". Vs Mi es ghesciet = ik heb gedaan". Vs Gront = binnenste". Vs An gun". Vs Overste voeght = opperste Heer". Vs Wij zouden de volgorde der adjectieven in deze regel omkeren. Lanseloet toch hoopt van haar goedheid, dat zij het hem vergeven zal, terwijl hij van haar eerbaarheid vreest, dat zij haar hart van hem afwenden zal. Vs Ontvvemt =,,vervreemd".

37 35 (DERDE TONEEL.) Sine moeder. 280 Daer omme soe eest mi al ghedaen, Dat ic u beiden sal doen scheden. En sierli niet, hoe hi hem soude beleden, Ende es die hoechste vanden lande, Ende doet hem selven die grote scande, 285 Dat hi mint soe nederen wijf? lii soudse trouwen, die keytij f, Dat hork wel, woudix hem ghestaden, Maer ic salt al anders begaden, Dat dat nemmermeer en sal sijn. 290 Waer sidi scone maghet Sanderijn? Ic moet u spreken, comt te mi. Sand erij n. Hoghe gheboren vrouwe, dat si. Nu segt mi, wats u begheert? Sine moeder. S anderij n, dat mijn herte sere deert, 295 Moetic u claghen minen voet. Hier es mijn lieve sone Lanseloet, Es met siecheden sere bevaen. Hi wert ghister navont alsoe bestaen, Dat hi noit sint woort en sprac. Vs Tes mi ghedaen = ik heb gedaan". Vs Hem beleden = zich gedragen". Vs Ghestaden =,,toestaan". Vs Begaden = beschikken, in orde maken". Vs Hier es dient hier eenvoudig ter inleiding van de zin, zoals het Franse c'est que. Vs Bevaen = bevangen, aangegrepen". Hetzelfde be tekent bestaen in de volgende regel.

38 Ic en weet niet wat hem ghebrac, Ochte wat dat hem deren mach. Maer heden merghen, doent was dach, Gaf hi enen swaren sucht. Sanderijn, ic hebbe sij ns levens ducht, 305 Dies doeght mijn herte grote pijn. Nu biddic u, scone maghet Sanderijn, Dat ghi wilt gaen te Lanseloet, Want hi leghet in groter noet. Dies doeght mijn herte swaer verdriet. Sanderijn. 310 Edel vrouwe, dat ghi ghebiet, Wert tierde gherne van mi ghedaen. Ic wille vriendelike met u gaen, Want mi ware leet, mesquame hem iet. (Gaat naar binnen.) Sine moeder. Die hem in tijts wel besiet, 315 Die mach in eren staende bliven. Aldus soude men een dinxken bedriven, Om een wijf te bringhen inden stric. Wie soude dit bat gedaen hebben dan ic? Want als die wille es ghedaen, 320 Soe es die minne al vergaen, Dit es menichweerf ghesciet. Vs De zucht bewees, dat hij ziek was van liefde. Vs Ducht =,,vrees". Vs Doeght = lijdt". Vs Mesquame hem iet =,,overkwam hem een ongeluk". Vs Hem besien is hier op zijn hoede zijn".

39 37 (TWEEDE BEDRIJF.) (EERSTE TONEEL.) (In Denemarken.) Nu heeft si gheweest met hem in die camere. [Sanderlin.] Ay God, die hem crucen liet, Wat valscher wijf es Lanseloets moeder! Dies benic nu vele vroeder, 325 Dan ic gister navont was. Si stopt mi ene sterke logene en las, Dat hi niet siecheiden ware bestaen, Ende bracht mi inden stric ghevaen, Ende heeft mi loghene voer waer getelt, 330 Ende brachte mi in Lanseloets gewelt, Dat mi ewelijc rouwen sal. Nochtan deert mi boven al Die woorde, die hi sprac die ridder vri, Ende keerde sij n anschij n omme van mi, 335 Al haddic gheweest een stinckende hont. Dat hebbic soe vaste in minen grout, Vs In de middeleeuwen werd de eenheid van God den Vader en God den Zoon ook in de spreektaal veel meer op de voorgrond gesteld. Zo kon men b.v. zegen, dat God zich liet kruisigen en dat Christus de wereld geschapen p had. g Vs Zip stond mij krasse leugens te vertellen". Vs Tellen = vertellen". Vs Hier staat een enkelvoudig gezegde bij een meer onderwerp. Zo ook b.v. vs voudig Vs Gront, vlg. vs. 272.

40 38 Ende doet mij nder herten alsoe seer, Ic meine, dat hi nu nemmermeer Van mi en weet goet noch quaet. 340 Ic salt al laten ende gaen mij nder straet Dolen in vremden lande. Ic bidde Gode, dat hi mine scande Wille decken, die ic nu Nebbe ontfaen Want ic hebt sonder danc ghedaen Dies es mi te moede wee. Lanseloet, ghi en siet mi nemmermee, Ic wille gaen dolen in dit foreest. (Al.) (TWEEDE TONEEL.) (In een ver land. In het bos.) [Sanderijn.] 0 vader, sone, heilich gheest, Ic bidde u dat ghi bewaert mijn lijf, 350 Dat ic nemmermeer mans wijf Werden en moet te minen scanden, Waer ic come in eneghen lande, Dat ic moet bliven dat ic Si. Dies biddic u, moeder ende maghet vri, 355 Fontein alder suverheit, Dat mi nemmeer dorperheit Vs Meinen = van plan zijn". Vs Mijndes straet = mijns weegs". Vs Dane = wil, toestemming". Vs Wijf is hier niet gehuwde vrouw", maar nadert in betekenis aan bijzit". Vs Vri = edel". Vs Nemmeer = nooit meer".

41 39 Gheen man te voren legghen en moet. Dies biddic u, fonteine, der doghden vloet, Werde moeder ende maget reine. 360 Ic sie ginder ene scone fonteine, Daer op willic gaen nemen rast. Ic hebbe soe langhen tijt ghevast, Dat ic hebbe hongher ende dorst, Ic hebbe te drinckene soe groten lost, 365 Dat icx niet langher en can gedragen. (DERDE TONEEL.) Een ridder. (Komt op.) Nu, wouts God, ic wille varen jaghen. Ic bidde Gode vanden trone, Ende Mariën, der maghet scoene, Dat si mi heden bewaren moet,4 Ç 370 Ende gratie wil gheven ende spoet, Dat ic moet jaghen ende vangen. Want seker, ic en vinc in langhen, Dies ic mi van rechte scofiere. Ic hebbe ghejaghet der dagen viere, 375 Nochtan en vinc ic noit conij n. Ic scaems mi inder herten mijn, Dat minen aerbeit dus blijft verloren. Vs Moeten= mogen". Zo ook vs Vs Fonteine = beek" ; vgl. vs Rast = rust". Daer op = daarbij". Vs Vs Vs Vs Vs Wouts God = gave God, bij God". Spoet = voorspoed, geluk," Hem scofieren = zich schamen". Der daghen viere =,,gedurende vier dagen".

42 40 Nu willic steken minen horen Besien, of mi God beraden mochte. Nu stect hi den horen. Biden here, die mi ghewrochte, Ic sie ginder porren een wilt, Daer mijn herte op es ghestilt. Ic wane noit man op ghenen dach Alsoe sconen wilt en sach 385 Als ghinder staet op ghene fonteine. Ene scone maghet, ende ene reine Dunct si mi sij n an haer ghedaen. Ay God hoe mochtic die ghevaen, Soe en ware minen aerbeit niet verloren! 390 Noch willic steken minen horen Ende besien, hoe si haer stellen sal. Noch stect hi den horen. Ay God, die here es boven al, Die moet mi gheven avonture, Dat ic die scone creature 395 Ghecrighen moet te minen wille. 0 scone maget, nu staet al stille, Ghi moet mijn ghevanghen sij n. Ic hebbe u liever dan een everswij n, Al waert van finen goude gewracht. 400 Ic dance Gode der scoender jacht, Dat ic heden merghen vroech op stoet. Vs Beraden = genadig zijn Vs Ghewrochte: verleden,helpen, tijd J van ^ ghewerken =,,scheppen". Vs Porren = zich bewegen ". Vs Op = bij, aan de kant van". Ook vs Vs Dat zij schoon was, zag hij dadelijk. Dat zij ook kuis was, maakte hij uit haar houding op. Vs Noch = nog eens". Vs Hem stellen = zich houden, gedragen". Vs Gewracht = gemaakt".

43 41 S anderij n. O edel ridder van prise goet, Nu en doet mi ghene dorperheit. Dies biddic u doer uwe edelheit, 405 Dat ghi mi ghene dorperheit en bewijst, Want het worde u sere mesprij st, Waer ghi quaemt tot eneghen hove. Ghi dunct mi een ridder van groten love, Daer omme biddic u, hoghe baroen, 410 Dat ghi mi niet en wilt mesdoen Ende laet mi over dat ic si. Die ridder. O scone wijf, nu segt mi, Wanen comdi in dit foreest? Dat wondert mi in minen geest, 415 Dat ic u vinde al dus alleine In dit foreest op dese fonteine. Wat sij n die saken die u let? Heeft u hier iement dach gheset, Daer ghi, scone wijf, na wacht? 420 Hi mochte sij n van sulker macht, Ic soude u te noder spreken an. Vs Doer = bij ". Vs Dorperheit bewisen = een laagheid aandoen". Vs Mesprisen =,,laken". Vs Over dat ic si = voor wat ik ben". Vs Wanen = van waar". Vs Dach setten = een afspraak maken". Vs Hij zou zo machtig kunnen zijn, dat ik u niet zou durven aanspreken". Het zou nl. onbetamelijk geweest zijn, wanneer hij zich de geliefde van zijn meer -dere had toegeëigend.

44 42 S ande rij n. Och edel ridder, om ghenen man En staic hier, hoghe baroen. Het sijn ander saken, diet mi doen. 425 Ic ben verdoelt; uut mij nder stat, Daer ic in eren ende in vrouden sat, Benic verdoelt, ic en weet waer, Ende sta hier in groten vaer, Ende ic en weet niet waer ic henen sal. 430 Dies clagic Gode mijn mesval, Dat ic dese werelt moet besueren. Die ridder. Noch danc ic Gode der avonturen, Dat ic heden merghen op stoet, Ende dat ic soe edelen scone ghemoet 435 Vonden hebbe te mire jacht. God heeft ons te gader bracht. Dat wetic seker wel te voren. Ghi sijt te minen behoef gheboren, Want ghi ghenoecht mi alte wale. 440 U scone lijf, u hovesche tale, Dat ghenoecht mi algader wel. Wi selen te gader maken spel! Nu comt met mi in mijn casteel, Ghi en saeght noit soe scone juweel, 445 Dat sal wesen u ende mijn. Vs Vroude = vreugde". Vs Vaer = vrees". Vs Mesval = ongeluk". Vs Dese werelt besueren = de rampen dezer wereld ondervinden". Vs. 434 Ghemoet =,,ontmoeting". Vs Te voren weten = zeker weten". Vs Ghenoeghen =,,behagen".

45 43 Sanderijn. Her ridder, nu laet uwe tale sij n. Dies biddic u om den riken God, Dat ghi met mi niet en rnaect u spot, Al benic dus Verdoelt al hier. Die ridder scone wijf, inder minnen vier Leght mijn herte te mael en blaect. Ghi sift hovesch ende wel gheraect, Ghi selt bi ridderscape sij n mijn wijf, Ghi hebt soe edelen scoene lijf, 455 Op dat u wille es ende bequame. Ic bidde u, segt mi uwen name, Ghi selt seker sij n mijn vrouwe! Sanderijn. O edel ridder, eest dan trouwe, Minen name doe ic u weten. 460 Sanderijn benic gheheten, Ende mijn vader hiet Robberecht, Ende was een wael geboren scilt knecht, Ende diende metten coninc van Averne. Die ridder. O scoene maghet, dat hoeric gerne, 465 Dat ghi van wapene geboren sift. Noch dancic Gode der salegher tij t, Vs Vs Vs Vs Vs Vs Vs Vs Spreek niet verder." Rike = machtig". Te mael = geheel en al". Wel gheraect = schoon". Op dat = indien". Bequame = aangenaam" Trouwe = oprechtheid". Wael geboren =,vrijboortich". Dat gij van edele geboorte zijt".

46 44 Dat ic heden menghen niet vaste en sliep. Het was een ingel, die mi riep, Dat ic te woude sonde varen jaghen! 470 Mijn oghen nie liever wijf en saghen, Ghi selt seker werden mijn! S anderij n. Her ridder, saelt alsoe moeten sij n, Soe willic mi gerne tuwaert keren, Ende dancken Gode ende u der eren, 475 Dat ghi u selven soe neder daelt. Ghi hebt mi soe vriendelij c ane getaelt Met hoveschen woorden ende met sconen, Ic bidde Gode, dat hij t u moet lonen, Dat ghi soe hovesch van herten sijt, 480 Dat ghi mi nu te deser tijt Soe vriendelijc hebt ghesproken an. Die ridder. O scone maghet, nu ga wi dan, Ic sette u mijn trouwe te pande. Sanderijn. Nu ga wi dan in dese warande, 485 Her ridder, spreken alluttelkij n, Ende verstaet die redene mijn, Dies biddic u, hoghe geboren baroen. Ane slet desen boem scone ende groen, Hoe wel dat hi ghebloyet staet. 490 Sinen edelen roke hi doer gaet Vs A ne talen =,,toespreken". Vs Ga wi = gaan wij". Vs Warande = tuin, lusthof". Vs A lluttelkijn = een weinig". Vs Ghebloyet = in bloei". Vs Roke = reuk".

47 45 Al omme desen bogaert al. Hi staet in soe soeten dal, Dat hi van rechte bloyen moet. Hi es soe edel ende soe soet, 495 Dat hi versiert al desen bogaert. Quame nu een valcke van hogher aert Ghevloghen op desen boem, ende daelde, Ende ene bloeme daer af haelde, Ende daer na nemmermeer neghene 500 Noch noit en haelde meer dan ene, Soudi den boem daer omme haten Ende te copene daer omme laten? Dat biddic u, dat ghi mi segt, Ende die rechte waerheit sprect, 505 Edel ridder, in hovescher tale. Die ridder. Scone wijf, ic versta u wale. Ene bloeme, dat en es niet, En esser nemmeer toe ghesciet. Daer omme en salic den boem niet haten 51 o Noch te copene daer omme laten, Want hi es soe scone ghedaen. Ic sie daerop soe meneghe bloeme staen Met groten hopen sonder ghetal, Daer edel vrucht af comen sal, 515 Op dat God ghedoghen wille. Nu ewelij c hier af een ghestille, Ende comt met mi, wel scone wijf. Vs Van rechte = uit den aard der zaak". Vs Van hogher aert = edel, van hoge geboorte". Vs Neghene = geen". Vs Dat en es niet = dat betekent niets". Vs Wanneer het daarbij gebleven is". Vs Scone ghedaen = schoon van uiterlijk". Vs Ghedoghen = toestaan, verlenen". --- Op dat = dien".

48 46 (DERDE BEDRIJF.) (EERSTE TONEEL.) (In Denemarken.) Lanseloet. Ay mi, nu es al mijn vroude een blijf, Die ic op eerde ie ghewan, 520 Dat icse nieroer vinden en can Die over scone Sanderij n. Ondanc hebbe die moeder mijn, Dat ic die woorde nie ghesprac. Mi dochte, dat mi mijn herte brac, 525 Doen ic sprac die felle woort. Daer omme es si op mi ghestoert, Ende es mi heimelij e ontgaen. Dat heeft mijn moeder al ghedaen, Die mi die woorde spreken dede. 530 Nemmermeer en hebbic vrede, Voer dat ic ane scouwe dat edel wijf. Ay, ic minne haer reine lijf Soe sere, mi dunct dat ic verdwine. Hets een leven bi haer te sine, 535 Want si es te male noyael. Vs Een blijf sijn achterwege blijven, gedaan zijn". Vs Ie = ooit". Ghewan = verkreeg". Vs Niewer =,,nergens". Vs Ondanc = vloek". Vs Nie moet hier door ons met ooit" weergegeven worden. Vs Vrede = rust, tevredenheid". Vs. 533 Verdwinen = verkwijnen".

49 -gena mer, 47 Si es een vrouwe princepael Ende keyserinne van mine vijf sinnen. En mochte gheen man een wijf meer minnen Dan icse minne noch dier ghelike. 540 Ic salse doen soeken al omme int kerstenrike, Of ic sal weten waer dat si si. - Waer sidi, Reinout? Comt te mi, Mijn alder liefste camerlinc. Reinout. (Komt op.) O edel here, wat sij n die dine, 545 Daer ghi al dus omme staet en claght? Lanseloet. Och, mi en was nie soe leide verdacht Alst nu es te deser uren, Dat ic die scone creature Sanderijn dus hebbe verloren. 550 Mi dunct, dat mi mijn herte sal scoren Van groten rouwe die ic drive. Dat ic in mine sinne blive, Dat es wonder alte groet. Ic ware mi vele liever doot 555 Dan icse nemmermeer en soude sien. Reinout, ghi moetter omme gaen spien, Of ghise iewerrine vinden moghet, Want nemmermeer en werdic verhoghet, Vs Camerlinc = kamerling, page". Vs Verdaghen = overkomen". Nooit overkwam mij zo iets droevigs". Vs Scoren = scheuren". Vs Alte = zeer". Vs Mi liever =,,liever"; eigenlijk het was mij veel aan dat ik dood was". Vs Spien = zoeken". Vs I ewerrinc =,,ergens".

50 48 Voer dat icse metten oghen ane scouwe. 560 Reinout, nu sift mi ghetrouwe, Ende vaerse soeken oest ende sut, Ende segt hare, ic salse maken brut Ondanc alle minen maghen. Reinout. Here, ic wilder gerne om waghen 565 Mijn lijf/ende ghenen aerbeit sparen. Maer het ware beter, liettij t varen, Hets messelij c, hoe si haer sal bekeren. Lanseloet. Ay, haer herte es al vol eren, Ende van haren live soe reine, 570 Ic weet wel, si en dade haer niet te cleine Om al dat goet van eertrike, Dat wetic wel waerlike, Si es soe edel van ghedacht. Reinout, haest u al u macht, 575 Ende vaerse soeken oest ende noert, Ende sut, west, alsoe voert Tot ter tij t, dat ghise vint, Wantse mijn herte met trouwen mint. Mijn oghen nie liever wijf en saghen. Vs Sut =,,zuiden". Vs Brut=,,bruid". Vs Ondanc =,,ondanks". Vs Liettijt = liet gij het". Vs. 567.,,Het is onzeker, hoe zij zich zal gedragen", d. i. of zip niet soms een ontuchtig leven leidt, als gevallen vrouw. Vs Fn zij is zo rein van levenswandel". Vs Hem te cleine doen = zich verlagen".

51 49 (TWEEDE TONEEL.) (In het verve land, in het bos.) Des ridders warande huedere. 580 Met rechte machic mi beclaghen, Dat ic alsoe menich j aer Hebbe ghewandelt hier ende daer, Ende mijns heren bosch huedere gheweest, Ende ghehoet sij n foreest 585 Ende dese fonteine in dese boschalie, Ende dicke ghegaen op dese rivalie, Ende meneghen Bach ende menech ure, Maer noit en viel mi die avonture, Dat ic hier noit wijf ghesach, 590 Dies ic mi met rechte beclaghen mach, Noch noit en quam in mijn ghemoet. Maer ghisteren, doen mijn here op stoet Ende soude te woede varen jaghen, Ic wane mijn oghen noit en saghen 595 Scoender wijf dan hi hier vant. Hi namse vriendelij c metter hant Ende brachtse te hove met bliden sinne, Al waer si ene keyserinne, Soe en mochse niet noyaelder sijn, 600 Gheheten es si Sanderijn, - Ende heef ter af ghemaect sij n vrouwe. Met rechte machic dies hebben rouwe, Dat mi dat noit en mochte ghescien. Bi Gode, ic sal daer omme gaen spien Vs Warande huedere = boswachter". Vs Boschalie = bos". Vs Rivalie = oever". Vs Het onderwerp van quam is wijf uit vs Vs Spien = loeren, zoeken".

52 50 605Vroech ende spade in alder stont. Mochtic alsoe sconen roeden mont Ghevanghen, ic souts te blider sij n Ende met alder herten mijn Gode daer af dancken alle mijn dage. 610 Nu willic mi berghen achter dese hage Ende verbeiden der avonture.

53 51 (VIERDE BEDRIJF.) (Een jaar later. In het verge land.) (EERSTE TONEEL.) Reinout (komt op.) O Maria, moeder ende maghet pure, Ic bidde u om een goet beleyt Ende om een goet claer bescheyt 615 Te vernemene van Sanderijn. Want Lanseloet, die here mijn, Es van herten sere ontstelt Ende van hare minnen sere ghequelt, Soe dat hi niet ghedueren en mach. 620 Want al sij n herte ende sun gheclach Es, dat hise dus heeft verloren. Nu heeft hi bi ridderscape gesworen, Canicse vinden, hi maectse vrouwe. Want hi heeft soe groten rouwe, 625 Dat hise dus verloren heeft, Dat hi in groter pinen leeft Ende al nut rechter minnen. Ay God here, mochticse ghewinnen, Soe waric blide in minen moet Deus God, wie sal mi maken vroet, Vs Beleyt = leiding". Vs Bescheyt = bericht, nanicht". Vs Ghedueren = rust hebben, het uithouden". Vs Herte =,,gedachte". Vs Moet = gemoed". Vs Deus=,,God".

54 52 Wat die man ment, die ghinder staet? Hi dunct mi hebben soe fellen ghelaet Ende ene colve groet ende swaer. Hets seker een moerdenaer, 635 Ofte mi bedriecht mijn waen. Nochtan sallic hem riden aen, Want en dunct mi maer een. Ic en sach noit man alleen, Dat icker mi af ontsach. Lt JA 640 Vrient, God gheve u goeden dach, Ende een vriendelijc morghenstont Wil u God gheven, ende ghesont Moetti bliven in alder tijt! Warande huedere. Vrient, God lone u wie ghi sift, 645 Dat ghi mi vriendelij c sprect an. Reinout. Nu berecht mi als goet man: Hebdi hier in langhen tiden Ene joncfrou sien liden, Die scone was en wel ghedaen? Warande huedere. 650 Vrient, ghi selt mi verstaen. Ic hebbe hier ghewandelt menegen dach, Vs Colve = knots". Vs Aenriden = naar iem. toe rijden". Vs In zinnen met maer = slechts" werd gewoonlijk de ontkenning en gebruikt. Vs Hem ontsien =,,vrezen". Vs Goeden dach =,,geluk". Vs Liden = voorbijgaan". Vs Wel ghedaen = welgevormd".

55 53 Dat ic hier noit wijf en sach Jonc noch out, dats emmer waer. Maer dies es bi na een j aer, 655 Dat mijn here, die ridder goet, Op enen morghen stont op stoet Ende voer jaghen op dese fonteine. Daer vant hi van herten reine Ene jonefrou verborghen staen. 660 Hi brachse met bliden moede ghevaen Ende riep, hi hadde wel ghejaecht, Want hi brachte ghevaen een maecht, Die scone was ende wel gheboren. Reinout. Vrient, daer moetic meer af horen. 665 Ic bits u, hoe was si gheheten? Warande huedere. Vrient, die waerheit seldi weten: Si es gheheten Sanderijn. Si en mochte niet noyaelder sijn Noch bat ghemaect van haren live. 670 Si en ghelijct ghenen wive, Die hier inden lande gheseten si, Want si es scone ende goet daer bi. Hi heef ter af ghemaect sij n vrouwe, Want si es hem soe ghetrouwe 675 Ende ghehoersam ende onder daen, Ende alle die minen here bestaen, Vs Vs O j _ langs". Vs. 66o. Emmer = zeker". Ghevaen =,,gevangen". Vs Gheseten =,,woonachtig". Vs Bestaen = verwant zijn".

56 54 Minnense om hare groter doeght, Si sij nder al gader bi verhoeght, Die den hove toe behoert. Reinout. 680 Nu moet mi God beraden voert, Dats die jonefrou, die ic mene. Ic Nebbe ghesocht die vrouwe rene Meneghe mile ende menich lant, Maer noit en quamic daer ic vant 685 Soe sconen bescheet als ghi mi doet. Och lieve vrient, nu maect mi vroet: Hoe salicse moghen spreken? Warande huedere. Vrient, dat moet u ghebreken, Te sprekene jeghen die vrouwe mijn. 690 Het moeste bi mij nder hulpen sij n, Want ic bens met haer gheloeft. Ic ben van alden knechten thoeft, Die mijn here onthouden heeft. Eest dat sake, dat 'ghi mi gheeft, 695 Enen drincpenninc in mijn hant, Ic salse u doen spreken, coen wigant, Also vele als u herte begheert. Vs Beraden = helpen". Voert = verder". Vs Rene = rein, schoon". Vs Evenals in vs. 845 is de accusativus hier zonder voorzetsel als plaatsbepaling gebruikt. Vs Moghen = kunnen". Vs Ghebrehen = missen, ontgaan". Vs Want mij is dat bij haar opgedragen". Vs Onthouden = in dienst hebben". Vs Wigant = held".

57 55 Reinout. Enen penninc es saen verteert Ende oec qualij c over bracht. 700 Loept ende haest u al u macht, Ende doet mi spreken Sanderijn. Daer sij n twee penninghen roet guldij n, Ende segt hare met woorden sterke, Dat hier ene bode es uut Deenmerke, p os Diese met haesten spreken moet. Warande huedere. Nu willic lopen metter spoet, Ende sal bringhen die vrouwe met mi. - O edel vrouwe van herten vri, Ic bidde u vriendelike, comt tot hier. 71 o Hier buten hout een deghen fier, Die u met haesten spreken moet. (Sanderfij n komt o, de boswachter at.) (TWEEDE TONEEL.) Reinout. O edel vrouwe, ghetrouwe ende goet, God, die alle dinc vermach, Die moet u gheven goeden dach, 715 Scone maghet Sanderijn. Vs Saen =,,spoedig". Vs Qualijc over bracht = in armoede verteerd". Vs Guldijn = van goud". Vs Hout = staat te wachten". Deghen =,,ridder".

58 56 Sanderijn. Reinout, wille come moetti sij n. Nu segt mi, wats u begheert? Reinout. Dat salic u segghen, vrouwe weert, Dat ghi varen moet met mi, 720 Want Lanseloet, die ridder vri, Heeft u doen soeken over al. Want tachterst dat hi mi beval, Dat was, of ic u vinden mochte, Edel vrouwe, dat ic u brochte. 725 Hi sal u seker maken brut. Sanderijn. Reinout, orient, dat spel es uut. Segt hem dat hi een ander beghinne, Ic en gave niet om Lanseloets minne Een gers, dat uut ter eerden gaet. Reinout scone wijf, ghi selt sinen staet Ane sien ende sij n swaer mesval. Het en was noit sint, hine qual, Vs Varen = reizen, trekken". Vs Tachterst = het laatste". Vs = indien". Vs Brenghen =,medenemen". Vs Gers = gras, grasspriet". Vs Mesval = ongeluk". Vs Qual, verleden tijd van quelen = lijden". Sint dat hi u verloes is tijdsbepaling zowel bij Het en was noit, hine qual als bij Soe heeft hi ghequolen altoes. De zin is dus: Hid is geen ogenblik zonder verdriet geweest, sinds hij u verloor; sinds hij u verloor, heeft hij altijd geleden". Deze herhaling is opzettelijk om zoveel te sterker te bevestigen. Vgl. vs. 899.

59 57 Edel wijf, dat hi u verloes, Soe heeft hi ghequolen altoes 735 Ende gheleeft in pinen groet. Het sal hem seker gheven die doot, Eest dat hi u niet en ghewint, Want ic weet wel, dat hi u mint Boven alle die nu sijn gheboren. 740 Hi heeft bi ridderscape ghesworen, Als hi van u vernemt ende weet, Al waert alle sine maghen leet, Dat ghi werden selt sij n wijf. Sanderijn. Reinout, dit moet sij n een blijf, 745 Want ic ben eerlij c ende wale ghehout, Ende hebbe enen edelen man ghetrout, Dien ic minne boven alle die leven. Hem en willic niet begheven. Al ware Lanseloet alsoe rike, 750 Dat hi ware Hectors van Troyen gelike, Ende dat hi hadde van Gode te lone, Dat hi droeghe die selve crone, Die die coninc Alexander droech, Soe en ware hi nochtan niet mijn ghevoech, 755 Ic en hebbe liever minen man, Die mi alder doeghden an. Dien salie ewelij c sij n ghetrouwe. Vs Vgl. VSS. 78 en 518. Vs Ghehout = gehuwd". Vs Te lone ; rijkdom en geluk immers waren beloningen voor deugd. Vs Ghevoech = begeerte", eigenlijk wat iemand past". Vs Ic en hebbe = of ik heb". Vgl, vss. 46, 732 enz. Vs Doeghden an = voorspoed gunt".

60 58 Reinout. O Sanderijn, wel scone vrouwe, En mach hi u dan ghewinnen niet, 760 Soe moet hi ewelijc int verdriet Bliven ende in pinen staen. Dat ghi desen huwelijc hebt ghedaen, Dat mach u rouwen emmermeere, Want Lanseloet, die edel here, 765 Hadde u sekerlijc ghetrout. S anderij n. Dats een dinc, dat mi niet en rout Noch nemmermeer rouwen en mach, Want ic nie man op eerde en sach, Dien ic meer doeghden an, 770 Dan ic doe menen lieven man, Hets recht, want hi eest wel weert, Hi es een ridder wide vermeert, Ende een vaelyant ridder van hogen moede, Wael gheboren ende rijc van goede, 775 Ende gheradich ende vroet, Oec es hi te wapene goet Ende van groten doene bekint, Want hem mijn herte met trouwen mint Boven alle creaturen. 780 Nu en willic hier niet langer duren, Reinout, vaert met haesten sere, Ende segt Lanseloet uwen here, Dat hi nemmermeer en peinse om mi. Vs Moghen = kunnen". Vs Doeghden = geluk, goeds". Vs Verweert = vermaard, beroemd". Vs Vaelyant = dapper". Vs Gheradich = verstandig". Vs Duren = blijven".

61 59 Reinout. O edel vrouwe, van herten vri, Na dien dat al dus wesen moet, Soe biddic u, edel vrouwe goet, Om een licteken, dat ic mach Metter waerheit seggen, dat ic u sach Ende ghesproken hebbe ende ghesien. Sande rlj* n. Reinout, dat sal u ghescien. Ic sal u gheven prinsepael Een licteken proper ende noyael. Ghi selt segghen den ridder vrii, Dat wi stonden, ic ende hi, 795 In enen sconen groenen bogaert, Ende dat daer quam van hogher aert Een edel valcke van hogher weerde, Ende beete neder op ene gheerde, Die scone met haren bloemen stoet. 800 Dat seldi segghen -den ridder goet, Ende dat die valke, die daer quam, Ene bloeme van dier gheerden nam, Ende alle die andere liet hi staen. Sine vlerken ghinc hi van hem slaen 805 Ende vloech wech met haesten groet. Dit seldi seggen den edelen genoet. Ende cort soe quam die valke daer weder Ende sochte die geerde op ende neder, Vs Licteken = kenteken, bewijs". Vs Prinsepael = uitstekend, afdoend". Vs Noyael = deugdelijk, betrouwbaar". Vs Nederbeten =,,neerdalen". -- Gheerde =,,tak". Vs. 8o6. Genoet = ridder". Vs. 8o8. Op ende neder = aan alle kanten".

62 60 Maer hi en mochse vinden niet. 810 Dies doeghde die valke wel swaer verdriet, Dat hi die gheerde dus niet en vant. Dit seldi segghen den coenen wigant. Hi sal wel gheloven van dien, Dat ghi mi ghesproken hebt ende gesien, 815 Als ghi hem dese tale ontbint. Nu hebbic mine woorde gheïnt, Reinout, God moet u bewaren. (Al.) Reinout. Ay God here, nu moetic varen Ende die scone vrouwe achter laten! 820 Nu benic beraest utter maten, Hoe ic mine boetscap seggen sal. Seggic hem die waerheit al, Dat si noch leeft ende es ghehout, Ic weet wel, dat ons allen rout. 825 Hi sal willen hebben dat scone wijf. Ic weet wel, het cost hem dlijf, Ende al den ghenen, die hem bestaen Ende ten tienden lede ane gaen, Sal hi daer omme avonturen. 830 Daer sal die meneghe om besueren Die bitter doot, dat wetic wel te voren. Vs. 81o. Doeghde =,,leed". Vs Van dien = daaruit, daardoor". Vs Ontbinden = nauwkeurig mededelen". Vs. 8i6. Inden =,,eindigen". Vs Beraest = buiten zijn zinnen", hier van verlegenheid. Vs Al=,,geheel". Vs Al den ghenen is tegelijk belanghebbend voorwerp bij cost en lijdend voores. bij avonturen. Vs A ne gaen = verwant zijn". Vs Avonturen = in gevaar brengen".

63 61 Nochtan bleve die aerbeyt al verloren, Want hi en mochse ghewinnen niet. Hi soude hem selven int verdriet 835 Bringhen ende oec groten heren. Ic sal mine tale wel keren Ende sal segghen, dat si es doot. Vs Keren = wenden, inrichten, inkleden".

64 62 (VIJFDE BEDRIJF.) (In Denemarken.) (EERSTE TONEEL.) [Reinout.] Waer sidi, hoghe gheboren ghenoet, Van Deenmerken her ridder stout? Lanseloet. 840 Slit willecome, lieve vrient Reinout, Groet willecome soe moetti sij n. Hebdi van Sanderijn Iet vernomen, dat segt mi. Reinout. Och edel here van herten vri, 845 Ic hebse ghesocht menich lant, Soe langhe dat ic die scone vant In ene stat, die heet Rawast. Daer was die scone vrouwe ghepast, Ende es in Af rij ka gheleghen, 850 Lanseloet, vri edel deghen. Vs Rawast. Een plaats van deze naam heb ik nergens kunnen vinden, ook niet in enige ridderroman. Toch is de naam zeker wel niet door den dichter verzonnen. Vs Ghepast = braaf, zedig". Vs Reinout noemt maar een veraf gelegen land. Daaruit volgt echter niet, dat volgens den dichter Sanderij n werkelijk in Afrika was.

65 63 Daer vandic dat scone wijf, Dat haer coste haer edel lijf, Doen si van u hoerde spreken. Haer edel herte dat moest haer breken, 855 Doen si van u hoerde ghewaghen. Lanseloet. Reinout, dit sij n al saghen. Ic hore wel, dat ghi mi hecht, Ic wille, dat ghi mi niet en bedriecht, Ghi en segt mi die waerheit claer. 860 Brachti mi goet licteken van haer, Te bat soudix gheloven dan. Reinout. Lanseloet, hoghe gheboren man, Ic sal u segghen principael Een licteken proper ende noyael, 865 Dat mi gaf die vrouwe reen. Si seide mi, dat ghi onder u tween Stont in enen sconen groenen bogaert, Ende dat daer quam van hogher aert Een edel valke van groter weerde 870 Ende beete neder op ene gheerde, Die scone met haren bloemen stoet. Dit hiet si mi segghen, her ridder goet, Ende dat die valke, die daer quam, Ene bloeme van dier gheerden nam, 875 Ende alle die andere liet hi staen. Vs Het is moeilijk uit te maken, of de dichter hier onder lijf, het lichaam" of het leven" verstaan heeft. Vs Saghen = praatjes". Vs Onder u tween = met u tweeën". Vs Stoet =,,stond". Vs Hiet, verleden tijd van he eten = bevelen".

66 64 Sine vlerke ginc hi doe van hem slaen Ende vloch weech met haesten groet. Dat seise mi, hoghe gheboren genoet. Ende daer na quam die valke weder 880 Ende sochte die gheerde op ende neder, Maer hi en mochse vinden niet. Dies doghede die valke wel swaer verdriet, Dat hi die gheerde niet en vant. Dit licteken, coene wigant 885 Gaf mi die vrouwe vri, Ende doen keerdese haer anschij n van mi Ende sprac daer na nemmermere. Lanseloet. Ay hemelsche coninc, gheweldich here, Dats een licteken proper ende goet, 890 Daer bi dat icx gheloven moet. Nu segt mi, Reinout, es si dan doot? Reinout. Ja si, hoghe gheboren ghenoet, Ende begraven in die eerde. Lanseloet beclaecht hier Sanderijn ende blijft hier doot. Lanseloet. O Sanderijn, ghi waert die gheerde, 895 Die scone met haren bloemen stoet, Vs Anschijn = gelaat". Vs Reinout tracht zich hier eerst nog met een halve waarheid te helpen, maar door Lanseloet's vraag wordt hij wel gedwongen te liegen. Vs Gheweldich = machtig".

67 65 Ende ic die valke, dies benic vroet, Die ene bloeme daer af nam. Want mi nie sint vroude en bequam, Dat ic die edele gheerde verloes, 900 Soe hebbic ghequolen altoes, Uut vercoren vrouwe mijn. Alle vroude es mi nu een pijn, Die ic op der eerden mach bescouwen, Spieghel boven alle vrouwen, 905 Die ic op eerde nie ghesach! Met rechten roepie : o wi, o wach!" Over die moeder, die mi droech, Want haer herte in vrouden loech, Doen si mi gaf den valschen raet wi der bitterliker daet Ende der jammerliker moert, Dat si mi spreken dede die woort, Daer ic bi verloes dat scone wijf, Dat haer ende mi sal costen dlijf, 915 Want mijn herte es al door beten. Ic woede wel, dat mi ware gespleten, Ende ic des levens hadde ene ende, Want soe waerweert ic mi bewende, Ic blive ewelij c vroude loes. 920 Die ic met goeder herten coes Hebbic bi valsehen rade verloren. Dies heeft mijn herte soe groten toren, Dat mi scoren sal van rouwen. Vs Vroet sijn = weten". Vs Becomen = overkomen, te beurt vallen." Vs Vergelijk voor de constructie vs Vs Spieghel =,,voorbeeld". Vs Moert =,,schanddaad". Vs Door beten =,doorknaagd" van verdriet. Vs Vs Hem bewenden = zich wenden, richten". Vs Toren =,,verdriet". Dat = dat 't". Gespleten =,,gebarsten"

68 66 Ic hoepse in hemelrike te scouwen, 925 Daer omme willic nu sterven bl delike. Ay oetmoedich God van hemelrike, Nu wilt haer ziele ende die mine ontfaen, Want dleven es met mi ghedaen. (Hij ster/t.) Reinout. Ghi heren, vrouwen, wijf ende man, 930 Nu neemt hier exempel an. Soe wie dat in trouwen mint, Als hi sij n lief te wille ghewint, Spreke hoveschelike daer van. Want van Deenmerken die edel man 935 Bi qualike spreken, bi valsehen rade, Es hi bleven in die scade, Dat hem coste sij n edel lijf, Nochtan dat hi dat scone wijf Minde boven alle die leven. 940 Bi valschen rade, die hem wert gegeven, Dat hi sprac messelike woort, Wert gherechte minne ghestoert, Alsoe dat si hem ontginc. Vs Oetmoedich =,,genadig". Vs Lanseloet doorsteekt zich niet; zelfmoordenaars toch komen niet in de hemel. Dat zelfs sterke mannen van verdriet stierven, kwam trouwens vroeger herhaaldelijk voor. Vs Trouwe =,,oprechtheid". Vs Hoveschelike = welgemanierd, hoffelijk ". Vs Nochtan dat =,,hoewel". Vs Messelijc = ongepast, schandelijk ". Vs Ghestoert.= verstoord, toornig ".

69 67 Daer omme radic boven alle dine 945 Hoveschelike te sprekene elken man, Waer hi mach ende waer hi can, Ende sonderlinghe van allen vrouwen Sprect hoveschelike ende mint met trouwen, Soe moeghdi troest van vrouwen vercrighen. 950 Nu biddic u allen, dat ghi wilt swigen: Ons voerspel dat es ghedaen, Men sal u ene sotheit spelen gaen. Vs Sonderlinghe = in het bijzonder, bovenal". Vs Sot heit = klucht".

70

71 UITGAVEN VAN W.E.J.TJEENK WILLINK N.V. TEZWOLLE 14 Verzen II voor de tweede en derde klassen van Gymnasia, Lycea en Middelbare Scholen, verzameld door G. G. v d. Bosch-Pinke en Dr. G. E. Opstelten, 3 e druk verzorgd door Dr. A. J. Luyt ] De lee Gedichten en Prozafragmenten verzameld door J. C. de Joode Beatrijs. Een middelnederlandse Marialegende, inge.. luid en toegelicht door M. F. J. Wolters Middelnederlandsche verhalen van Wonderen en Heiligen, uitgegeven en bewerkt door Dr. A. J. de jong ] Floris ende Blancefloer, een Oosterse roman, voor schoolgebruik met inleiding en aantekeningen,.uitgege.. yen door H. de Waard ] Rooft's Geeraerdtvan Velzen bewerkt door Dr. W. L. D. van den Brink].- 20 Ferguut. Verkorte uitgaaf voor schoolgebruik, ingeleid en toegelicht door Dr. W. van den Ent Karel ende Elegast. Ingeleid en verklaard door Dr. W. van den Ent, tweede druk Van Vondels dood tot Bilderdijk, Letterkundige Bloem... lezing door Dr. A. J. de Jong ] Gedichten III voor de hogere klassen van H. B. S. en Gymnasium, verzameld door J. H. van den Bosch Vit vee) bewogen jaren, Bloemlezing uit het werk van Nederlandse Schrijvers van het laatst der achttiende en begin der negentiende eeuw door Dr. A. J.de Jong Dichter. na '80. Een bundel modeme gedichten, voor.. namelijk ten behoeve van het Middelbaar en Gymnasiaal onderwijs door Dr. D. C. Tinbergen en Herman Midden.. dorp. Tweede druk Vit de Ideen van Multatuli, uitgegeven door 'Dr. J. Prinsen J.Lzn., tweede druk 0.75

72 UITGAVENVAN W.E.J.TJEENK WILLINK N.V. TEZWOLLE -~-----~ _ _ NEDERLANDSE SCHRIJVERS Gedichten voor de Ie en 2e klasse van H. B. S. en Gymn. verzameld door J. H. van den Bosch 5 e druk Roman der vier Heemskinderen uitgegeven door Dr. A. J.de Jong 2 e druk Humoristen in de 1g e eeuw door Dr. B J. V. Vondels Leeuwendalers, verkorte uitgaa], met inleiding en aantekeningen door J. M. Acket 1.- ; Landleven, Gedichten en Prozafragmenten voor school. gebruik verzameld door J. C. de Joode J. V. Vondels Gysbreght van Aemstel door Dr. Hendr, C. Diferee 2 e druk Vondels Joseph in Dothan bewerkt door B. H. Molkenboer O...P., 4 e druk Uit Potgieters Werk verzameld door Dr. G. Engels Fragmenten van den Roman van Walewein verklaard...1nn r Or.. G.. S.. Overdiep J. van Vondels Adam in Ballingschap bewencr uuu~ B. H. Molkenboer D...P.., 2 e druk 1.25

Alfa. literaire teksten uit de nederlanden. Lanseloet. van Denemerken. een abel spel. bezorgd door. Hans van Dijk. Amsterdam University Press

Alfa. literaire teksten uit de nederlanden. Lanseloet. van Denemerken. een abel spel. bezorgd door. Hans van Dijk. Amsterdam University Press Alfa literaire teksten uit de nederlanden Lanseloet van Denemerken een abel spel bezorgd door Hans van Dijk Amsterdam University Press LANSELüET VAN DENEMERKEN Alfa Literaire teksten uit de Nederlanden

Nadere informatie

JSÊËL LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE NA VOLGHENDE

JSÊËL LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE NA VOLGHENDE ' JSÊËL LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE NA VOLGHENDE TJEENK WILLINK-NOORDUIJN LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE LANSELOET VAN DENEMERKEN DIE HEXE HET ABEL SPEL Lanseloet

Nadere informatie

T&T KLASSIEKEN / VERTAALDE TEKSTUITGAVEN

T&T KLASSIEKEN / VERTAALDE TEKSTUITGAVEN T&T KLASSIEKEN / VERTAALDE TEKSTUITGAVEN Middeleeuwen Karel en Elegast Beatrijs Lanseloet van Denemarken (gevolgd door die Hexe) Mariken van Nieumeghen Lanceloet en het hert met de witte voet Elckerlijc

Nadere informatie

5,7. Boekverslag door een scholier 2503 woorden 20 oktober keer beoordeeld. Auteur: Onbekend

5,7. Boekverslag door een scholier 2503 woorden 20 oktober keer beoordeeld. Auteur: Onbekend Boekverslag door een scholier 2503 woorden 20 oktober 2007 5,7 17 keer beoordeeld Auteur Genre Onbekend Middeleeuws verhaal, Toneelstuk Eerste uitgave 1400 Vak Nederlands Titel: Lanseloet van Denemarken

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend

Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend Boekverslag door Myrthe 2860 woorden 30 november 2017 4,3 3 keer beoordeeld Auteur Genre Onbekend Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1250 Vak Methode

Nadere informatie

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands. Boekverslag door P. 2326 woorden 25 juni 2013 3,2 8 keer beoordeeld Auteur Onbekend Genre Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Vak Nederlands Methode Dautzenberg Boekverslag: Esmoreit Inhoudsopgave

Nadere informatie

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht r. 590 O memorie, verstandenisse, waerdii dinckende Op dleven, daer ick mi nu int ontdraghe, Het soude u duncken

Nadere informatie

Esmoreit. editie P. Leendertz Jr.

Esmoreit. editie P. Leendertz Jr. editie P. Leendertz Jr. bron, Abele spelen In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie), Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen 1998.

Nadere informatie

Preek Job 18 juni 2017

Preek Job 18 juni 2017 Lieve Gemeente, Waarschijnlijk is Job één van de figuren in de Bijbel waarmee we ons het beste kunnen identificeren. Allemaal kennen we Job en allemaal kunnen we ons af en toe als Job voelen. Want het

Nadere informatie

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief 1 Tessalonicenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Tessalonica 1 Dit is een brief van Paulus, Silvanus en Timoteüs, aan de christenen in de stad Tessalonica. Jullie horen bij God, de

Nadere informatie

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan welkom juni in de open deur dienst 19 2016 Thema: Verlangen naar God n.a.v. Psalm 42 voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan organist: Christian Boogaard Welkom en

Nadere informatie

Rond het sterven MOMENT VAN OVERLIJDEN

Rond het sterven MOMENT VAN OVERLIJDEN Rond het sterven MOMENT VAN OVERLIJDEN 28. Onthoud uw eeuwig licht niet, God, aan deze mens. Hier is ons het lichaam nog gelaten, van haar/hem die wij hebben liefgehad, van wie wij de kracht hebben gekend,

Nadere informatie

Liturgie 19 maart 2017

Liturgie 19 maart 2017 Liturgie 19 maart 2017 Votum en Groet Zingen Psalm 42: 1, 3 Evenals een moede hinde naar het klare water smacht, schreeuwt mijn ziel om God te vinden, die ik ademloos verwacht. Ja, ik zoek zijn aangezicht,

Nadere informatie

Liederenbundel Toerustend Weekend

Liederenbundel Toerustend Weekend 1 Opwekking 123 Groot is uw trouw, o Heer Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Psalm 2 vers 7 Schriftlezing Johannes 8:30-59 (Liedboek) Gezang 470 vers 1 t/m 4 Psalm 9 vers 9 en 10 Psalm 9 vers 11, 12, 14 en 20 Gezang 305 vers 1 en

Nadere informatie

Liturgie 12 maart 2017 Biddag

Liturgie 12 maart 2017 Biddag Liturgie 12 maart 2017 Biddag Voor arbeid die ik doe, Wilt U de krachten geven Voor alles wat ik zaai, Wilt U de groeikracht geven Voor woorden die ik spreek, Wilt U de harten openen. Dat k vruchtbaar

Nadere informatie

Welkom & Mededelingen

Welkom & Mededelingen Welkom in deze voorbereidingsdienst van het Heilig avondmaal. Voorganger: DS. G. Bos Welkom & Mededelingen Organist: M. Loosman Zingen: Gezang 230: 1, 2, 3 1. Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Schriftlezing: Romeinen 8 vers 28 t/m 39 Psalm 56 vers 5 en 6 Psalm 86 vers 6 (Schoolpsalm) Psalm 91 vers 1 en 5 Psalm 119 vers 13, 14

Nadere informatie

WILHELMINAKERK ZONDAG 12 JUNI 2016 DIENST MET PEUTERS EN KLEUTERS

WILHELMINAKERK ZONDAG 12 JUNI 2016 DIENST MET PEUTERS EN KLEUTERS WILHELMINAKERK ZONDAG 12 JUNI 2016 DIENST MET PEUTERS EN KLEUTERS Voorganger: ds. Wim Kievit Ambtsdrager van dienst: Fred Heidinga Lector: Gerda Masselink Organist: Terry Hamberg OM TE BEGINNEN Welkom

Nadere informatie

1. Als het leven soms pijn doet

1. Als het leven soms pijn doet 1. Als het leven soms pijn doet 1 Als het leven soms pijn doet en de storm gaat tekeer in een tijd van moeite en verdriet. Alsof de zon niet meer opkomt en het altijd donker blijft en de ochtend het daglicht

Nadere informatie

Zingen: OTH 45 - als een hert dat verlangt naar water. Zingen: Opwekking 468 - wij willen dat Jezus wordt verhoogd

Zingen: OTH 45 - als een hert dat verlangt naar water. Zingen: Opwekking 468 - wij willen dat Jezus wordt verhoogd Welkom Zingen: OTH 204 - kom tot de Vader Votum en groet Zingen: OTH187 - maak mij rein voor u Gebed Gezongen geloofsbelijdenis: Opwekking 426 Ja, ik geloof in Jezus Schriftlezing: Psalm 27 Zingen: OTH

Nadere informatie

Albert Jan Brinkhuis Ap

Albert Jan Brinkhuis Ap Liturgie voor de afscheidsdienst voorafgaand aan de begrafenis van Albert Jan Brinkhuis Ap * Luttenberg, 16 juli 1942 Zwolle, 10 juli 2016 Voorganger: ds. Günter Brandorff Wijkouderling: Trix Tack Organist:

Nadere informatie

4. Daarna doet God de hoge hemel open en antwoordt op uw bidden en uw hopen. Hij giet zijn eigen Geest in overvloed op vlees en bloed.

4. Daarna doet God de hoge hemel open en antwoordt op uw bidden en uw hopen. Hij giet zijn eigen Geest in overvloed op vlees en bloed. Liturgie voor de gezamenlijke avonddienst zondag 17 juni in de Gereformeerde Kerk Voorganger: Ds. H.M. Klaassen Zingen: gezang 39: 1, 4 1. Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde en dieren, weest

Nadere informatie

Transponeringstabel LB2013-LB1973

Transponeringstabel LB2013-LB1973 Transponeringstabel LB2013-LB1973 LB2013 LB1973 Titel 330 415 Komt nu met zang van zoete tonen 901 397 O God, die droeg ons voorgeslacht 902 323 God is tegenwoordig 1033 460 Loof de Koning, heel mijn wezen

Nadere informatie

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden

Nadere informatie

Jaar B - Bouwen aan Zijn Rijk

Jaar B - Bouwen aan Zijn Rijk B I J L A G E B I J J A A R B Gebeden en liederen GEBEDEN GEKEND IN HEEL DE WERELD Onze Vader Onze Vader, die in de Hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in

Nadere informatie

ds. Carol van Wieren, Utrecht Co Molenaar en Annemarie de Groot OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan

ds. Carol van Wieren, Utrecht Co Molenaar en Annemarie de Groot OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan WILHELMINAKERK SOEST 15 februari 2015 Zesde zondag na Epifanie Voorganger: Ambtsdrager: Lector: Organist: ds. Carol van Wieren, Utrecht Co Molenaar en Annemarie de Groot Gerda Masselink Terry Hamberg OM

Nadere informatie

Liturgie middagdienst. Gezang 328 vers 1, 2 en 3 Zondag 28 juli 2013

Liturgie middagdienst. Gezang 328 vers 1, 2 en 3 Zondag 28 juli 2013 Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in 't hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven. Ons gevoel en ons verstand zijn,

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. I. Pauw (Eindhoven)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. I. Pauw (Eindhoven) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. I. Pauw (Eindhoven) Schriftlezing: Jakobus 3 vers 1 t/m 12 Lied 222 (Op Toonhoogte) Psalm 81 vers 12 (Schoolpsalm) Psalm 34 vers 1 en 5 (Nieuwe Psalmberijming) Lied

Nadere informatie

Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van Lanseloet van Denemerken

Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van Lanseloet van Denemerken Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van Lanseloet van Denemerken B.A.M. Ramakers bron B.A.M. Ramakers, Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van Lanseloet van Denemerken. In: Queeste 7 (2000),

Nadere informatie

Mededelingen. De bloemen gaan vandaag naar (naam) Gezang 121: 1 (schoollied) >

Mededelingen. De bloemen gaan vandaag naar (naam) Gezang 121: 1 (schoollied) > Mededelingen De bloemen gaan vandaag naar (naam) Gezang 121: 1 (schoollied) > God, die was en is en komt, leg een lied in onze mond, dat de hele wereld hoort, want nabij ons is uw woord. Ontferm U, Heer.

Nadere informatie

Onderdeel van. Gedichten voor de rouwkaart. Uitvaart Zorgcentra Nederland. Uitvaartcentrum Haarlem

Onderdeel van. Gedichten voor de rouwkaart. Uitvaart Zorgcentra Nederland. Uitvaartcentrum Haarlem Gedichten voor de rouwkaart Uitvaart Zorgcentra Nederland Uitvaartcentrum Haarlem Onderdeel van 1 1. 't Verlies was er al voor het einde de rouw, voordat het afscheid kwam, toen die onzekere verwarring

Nadere informatie

De leerlingen van Jezus zijn in afwachting. Ze voelen het.. er staat iets volkomen nieuws te gebeuren. Het is immers Jezus die spreekt over zijn vertrek bij hen. Voorgoed of is er nog wel een toekomst

Nadere informatie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 ) De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 ) Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Schriftlezing: Romeinen 8 vers 28 t/m 39 Psalm 56 vers 5 en 6 Psalm 86 vers 6 (Schoolpsalm) Psalm 91 vers 1 en 5 Psalm 119 vers 13, 14

Nadere informatie

In deze dienst wordt gedoopt: Tijn Bouter. Van harte welkom!

In deze dienst wordt gedoopt: Tijn Bouter. Van harte welkom! In deze dienst wordt gedoopt: Tijn Bouter Van harte welkom! Welkom en gebed Weet Je Dat De Lente Komt Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt Weet je dat de lente komt, alles loopt weer uit De

Nadere informatie

Katharina Neeltje Bakker - Katrien - weduwe van Fancois Kruysse

Katharina Neeltje Bakker - Katrien - weduwe van Fancois Kruysse Dienst van Woord en gebed bij de begrafenis van Katharina Neeltje Bakker - Katrien - weduwe van Fancois Kruysse Rilland de Levensbron Zaterdag 1 maart 2014, 11.00 uur Voorganger: Ds. Arie van der Maas

Nadere informatie

GEBEDEN AMEN. beland. zodat ik niet in moeilijkheid. Leid mij veilig aan Uw hand, vandaan. gaan, haal me daar dan vlug. Mocht ik verkeerde wegen

GEBEDEN AMEN. beland. zodat ik niet in moeilijkheid. Leid mij veilig aan Uw hand, vandaan. gaan, haal me daar dan vlug. Mocht ik verkeerde wegen ijn lieve engel, bewaar en help mij altijd goed. God heeft U aan mij gegeven, als een helper in dit leven. Mocht ik verkeerde wegen gaan, haal me daar dan vlug vandaan. Leid mij veilig aan Uw hand, zodat

Nadere informatie

Thema: "Als God nu ook al verandert, waar blijven wij dan!?!"

Thema: Als God nu ook al verandert, waar blijven wij dan!?! Thema: "Als God nu ook al verandert, waar blijven wij dan!?!" Jeremia 18:11-12 1 Het woord, dat van de HERE tot Jeremia kwam: 2 Maak u op, daal af naar het huis van de pogenbakker, en daar zal Ik u mijn

Nadere informatie

Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering.

Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering. Zondag 33 Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering. Lees de tekst van Zondag 33 Vraag 88 : In hoeveel stukken bestaat de waarachtige bekering van de mens? Antw : In twee stukken : in de afsterving van

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Romeinen 8 vers 29 en 30 Psalm 5 vers 1 Lied 298 vers 1 t/m 4 Op Toonhoogte Psalm 132 vers 5 en 10 Psalm 68 vers 10 Lied 140 vers 1 en 3

Nadere informatie

Welkom door ouderling van dienst (gemeente zit)

Welkom door ouderling van dienst (gemeente zit) O N T M O E T E N D Welkom door ouderling van dienst (gemeente zit) Intochtslied NLB 150: 1, 2 staande 1 Looft God, looft Hem overal. Looft de Koning van 't heelal om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid

Nadere informatie

Liturgie van de samenkomst. Gerrit Knol

Liturgie van de samenkomst. Gerrit Knol Welzalig ieder die de HERE vreest, die in zijn wegen wandelt. Psalm 128 : 1 Liturgie van de samenkomst bij de begrafenis van Gerrit Knol * 24 april 1929 30 mei 2015 60 op D.V. donderdag 4 juni 2015 om

Nadere informatie

OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan. Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer!

OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan. Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer! WILHELMINAKERK SOEST 27 september 2015 Voorganger: Ambtsdrager: Lector: Organist: ds. Sj. van der Zee, Gorinchem Fred Heidinga, Dênise Smit Loes Paul Theo van der Woude OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen

Nadere informatie

Thema: Deel je leven. 25 september uur. Medewerking: Jeugdkoor OP WEG met combo uit Hardinxveld-Giessendam o.l.v. Bastiaan van der Pijl

Thema: Deel je leven. 25 september uur. Medewerking: Jeugdkoor OP WEG met combo uit Hardinxveld-Giessendam o.l.v. Bastiaan van der Pijl 25 september 2016-18.00 uur Thema: Deel je leven Medewerking: Jeugdkoor OP WEG met combo uit Hardinxveld-Giessendam o.l.v. Bastiaan van der Pijl Organist: Jan Teeuw Verbindende teksten: Gerard de Haan

Nadere informatie

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach? Hieronder volgen uit de Sidrac alle eenentwintig vragen die op pagina 110 van Wereld in woorden opgesomd worden, inclusief de complete antwoorden. Sidrac blijkt inderdaad een allesweter. Die coninc vraecht:

Nadere informatie

Vanden winter ende vanden somer

Vanden winter ende vanden somer editie P. Leendertz jr. bron, Abele spelen In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie), Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen 1998.

Nadere informatie

n de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. AMEN

n de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. AMEN GEBEDEN n de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. AMEN nze Vader, die in de hemelen zijt, geheiligd zij Uw naam. Uw Rijk Kome, Uw wil geschiede op aarde als in de hemel. Geef ons heden

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. R.R. Eisinga (Bergambacht)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. R.R. Eisinga (Bergambacht) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. R.R. Eisinga (Bergambacht) Schriftlezing: Lukas 12 vers 13 t/m 34 Jakobus 4 vers 13 t/m 17 Psalm 97 vers 7 (Schoolpsalm) Psalm 31 vers 12, 17 en 19 Lied 336 vers

Nadere informatie

1. Grote God, Gij hebt het zwijgen met uw eigen,

1. Grote God, Gij hebt het zwijgen met uw eigen, KERKDIENST OP ZONDAGAVOND 13 AUGUSTUS 2017 OM 18.30 UUR IN DE WESTERKERK TE VEENENDAAL WELKOM EN MEDEDELINGEN ZINGEN: PSALM 138 : 1 OB 1. 'k Zal met mijn ganse hart Uw eer Vermelden, HEER', U dank bewijzen.

Nadere informatie

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 2 Blij met beleving!

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 2 Blij met beleving! Hartelijk welkom in de kerk! Thema 2 Blij met beleving! Mededelingen Wilt u aub uw mobiele telefoons uitzetten i.v.m. storing van de beeldopnames? Lied van de week Lied Thuis in Gods huis Couplet 1 en

Nadere informatie

Liturgie. zondag 19 maart :30 uur Ds R Prins. 14:15 uur Ds H D Bondt

Liturgie. zondag 19 maart :30 uur Ds R Prins. 14:15 uur Ds H D Bondt Liturgie zondag 19 maart 2017 09:30 uur Ds R Prins 14:15 uur Ds H D Bondt 09:30 uur 19-mrt Ds R Prins Ps 100 : Gez 145 : Gez 90 : Mat 26 : 1-16 Mat 27 : 1-10 Mat 26 : 15B NLB 912 : NwPsB 95 : 1, 3 Opw

Nadere informatie

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar Liturgie 21-05-2017 Votum en Groet Zingen Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar Jezus, hij kwam om ons leven te geven, Daarom verliet Hij zijn Vaderlijk huis. Hij gaf aan mij het eeuwige leven, Door te sterven

Nadere informatie

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Deze dienst is in het bijzonder gericht op mensen met een verstandelijke beperking. Het thema is: Hé, je wordt geroepen! Voorganger: Ds.

Nadere informatie

Liturgie ochtenddienst 23 juli 2017, 9.30 uur in de Westerkerk te Veenendaal Voorganger: ds. W.G. Teeuwissen

Liturgie ochtenddienst 23 juli 2017, 9.30 uur in de Westerkerk te Veenendaal Voorganger: ds. W.G. Teeuwissen Liturgie ochtenddienst 23 juli 2017, 9.30 uur in de Westerkerk te Veenendaal Voorganger: ds. W.G. Teeuwissen Psalm 117d Laudate omnes gentes (in beurtzang (4x): allen, vrouwen, mannen, allen) Verblijdt

Nadere informatie

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Gezang 1 [LB 1973] 1.God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. 2.God heeft het

Nadere informatie

U bent welkom - opwekking 573. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

U bent welkom - opwekking 573. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer. 15 november 2015 U bent welkom - opwekking 573 We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer. We zijn hier bij elkaar om te vieren dat Hij goed is. En

Nadere informatie

14 januari :00 uur AAM Wilschut orgel: Piet Noort schriftlezing: Dries de Jager

14 januari :00 uur AAM Wilschut orgel: Piet Noort schriftlezing: Dries de Jager 14 januari 2018-17:00 uur AAM Wilschut orgel: Piet Noort schriftlezing: Dries de Jager ER KOMEN Votum, groet, Amen Zingen: GK gezang 121:1, 2, 8, 9 Gebed om de opening van onze harten ER ZIJN Lezen: Mattheus

Nadere informatie

De gelijkenis van de verloren zoon.

De gelijkenis van de verloren zoon. De gelijkenis van de verloren zoon. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen te leren.

Nadere informatie

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden. - 1 - Verblijdt u Er zijn volgens de bijbel veel redenen om ons te kunnen verblijden. Wanneer wij ons er in gaan verdiepen, vallen we zogezegd van de ene reden tot blijdschap in de andere. Wij als christenen

Nadere informatie

17 maart :00 / 10:30

17 maart :00 / 10:30 17 maart 2019 9:00 / 10:30 Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: Michiel Nieboer / Rick van Emous Organist: Rik Nijs Lector: Desiree van Meerveld / Thea Bos Koster: Evert van den Heuvel Beamer: Niels

Nadere informatie

Welke boom stond midden in het hof en welke plannen had satan?

Welke boom stond midden in het hof en welke plannen had satan? Welke boom stond midden in het hof en welke plannen had satan? Genesis 2:8-10 8 Ook plantte de HEERE God een hof in Eden, in het oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij gevormd had. 9 En de HEERE

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Efeze 2 vers 1 t/m 10 Psalm 103 vers 6 Gezang 186 vers 1, 2 en 3 (Bundel 1938) Psalm 102 vers 10 Psalm 107 vers 6,10 en 16 Gezang 217 vers

Nadere informatie

Liturgie voor de gezamenlijke avonddienst in de Gereformeerde kerk te Den Ham, aanvang: uur

Liturgie voor de gezamenlijke avonddienst in de Gereformeerde kerk te Den Ham, aanvang: uur Liturgie voor de gezamenlijke avonddienst in de Gereformeerde kerk te Den Ham, aanvang: 19.00 uur Voorganger: Ds. G. Doorn (Vriezenveen) Afkondigingen Aanvangslied: Psalm 138: 1 en 2 1. U loof ik, Heer,

Nadere informatie

Liturgie avonddienst 8 januari Psalm 144:6 (Nieuwe Berijming) 6.Gelukkig is het volk dat t'allen tijde staat maken mag, o Heer, op uw geleide.

Liturgie avonddienst 8 januari Psalm 144:6 (Nieuwe Berijming) 6.Gelukkig is het volk dat t'allen tijde staat maken mag, o Heer, op uw geleide. Liturgie avonddienst 8 januari 2017 - Psalm 144:6 (Nieuwe Berijming) 6.Gelukkig is het volk dat t'allen tijde staat maken mag, o Heer, op uw geleide. Gelukkig 't volk, waaraan Gij welvaart geeft, het volk

Nadere informatie

Pastorale namiddag tijdens de vasten

Pastorale namiddag tijdens de vasten Pastorale namiddag tijdens de vasten Mijn Herder zijt Gij Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij; ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij. In groene beemden voert

Nadere informatie

Thema: Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij

Thema: Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij Thema: Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij Thema: Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij Voorganger: Ds. J.W. Stam, Alkmaar Organist: Mevrouw T.

Nadere informatie

Liturgie 30 april 2017

Liturgie 30 april 2017 Liturgie 30 april 2017 Welkom en mededelingen Zingen Hemelhoog 617a Tienduizend redenen De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij

Nadere informatie

Wie overleed en waar was het volk toen?

Wie overleed en waar was het volk toen? Het water van Meriba. Wie overleed en waar was het volk toen? Numeri 20:1 1 De Israëlieten kwamen in de woestijn Zin, heel de gemeenschap, in de eerste maand, en het volk bleef in Kades. Daar stierf Mirjam,

Nadere informatie

Liturgische teksten en gebeden

Liturgische teksten en gebeden Liturgische teksten en gebeden Votum en groet Votum: Psalm 124:8 Groet: 1 Korintiërs 1:3 of 1 Timoteüs 1:2b of Openbaring 1:4b,5a of Genade zij u en vrede van God de Vader, door onze Heer Jezus Christus

Nadere informatie

De dienst van Schrift en Tafel van 19 februari 2017, het gedeelte van de avondmaalsviering 6 e zondag na Epifanie/Septuagesima.

De dienst van Schrift en Tafel van 19 februari 2017, het gedeelte van de avondmaalsviering 6 e zondag na Epifanie/Septuagesima. Hervormde Gemeente Sleeuwijk, avondmaalsliturgieën De dienst van Schrift en Tafel van 19 februari 2017, het gedeelte van de avondmaalsviering 6 e zondag na Epifanie/Septuagesima. Kleur: Groen Brood en

Nadere informatie

Heilige Mis ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie in de St.Lambertuskerk te Swalmen

Heilige Mis ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie in de St.Lambertuskerk te Swalmen 2 Heilige Mis ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie in de St.Lambertuskerk te Swalmen Basisschool.. Basisschool.. Thema... 200. 3 Binnenkomst communicantjes Muziek door. Welkomstwoord Door pastoor

Nadere informatie

Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw?

Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw? Spreuken 3,3 Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. Spreuken 14,22 Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde

Nadere informatie

Lezen : Jacobus 4. PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10

Lezen : Jacobus 4. PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10 Welkom Lezen : Jacobus 4 PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10 Votum en groet Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde

Nadere informatie

Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband. Thema: Hoop!

Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband. Thema: Hoop! Opwekkingsdienst 2 juli 2017 om 16.45. Voorganger: Ds. Timmer M.m.v.: de Opwekkingsband Thema: Hoop! - Zingen voor de dienst: Opwekking 337 Mijn hoop is op U Heer Mijn hoop is op U Heer, mijn kracht is

Nadere informatie

Orde van dienst voor Witte Donderdag

Orde van dienst voor Witte Donderdag Orde van dienst voor Witte Donderdag Vredevorstkerk, 24 maart 2016 Aanvang: 14.30 uur Voorganger: drs. Greet Bijl Organist: Aad Zandbergen Ouderling: Dieke Fekkes Sikma Diaken: Mariëtte Lubbers Geluid:

Nadere informatie

Om stil te worden en ons op God te richten

Om stil te worden en ons op God te richten Voorganger: Ds. Tjitske Hiemstra Ambtsdragers: Piet de Gier, Fréderique Lucas Lector: Marieke Gersdorf Organist: Jan Meurs Beamer Wijgert Teeuw Welkom en mededelingen OM TE BEGINNEN Muziek Allen gaan staan

Nadere informatie

verkoren tot zaligheid! Vanaf het begin al. Onze roeping en verkiezing Ons thema gaat over onze roeping en verkiezing. We lezen in 2 Thes.

verkoren tot zaligheid! Vanaf het begin al. Onze roeping en verkiezing Ons thema gaat over onze roeping en verkiezing. We lezen in 2 Thes. - 1 - Onze roeping en verkiezing Ons thema gaat over onze roeping en verkiezing. We lezen in 2 Thes. 2:13 13 Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God

Nadere informatie

Het gaat om de vreugde

Het gaat om de vreugde Protestants Kralingen Het gaat om de vreugde Zondag 31 augustus 2014, Hoflaankerk verwelkoming door de ouderling VOORBEREIDING aanvangspsalm 100 [allen gaan staan] Juich Gode toe, bazuin en zing stilte,

Nadere informatie

Thomas a Kempis zijn mooiste citaten

Thomas a Kempis zijn mooiste citaten Thomas a Kempis zijn mooiste citaten Thomas a Kempis zijn mooiste citaten Samengesteld door Henk Florijn Tweede druk uitgeverij boekencentrum, zoetermeer Tweede druk 2016 www.uitgeverijboekencentrum.nl

Nadere informatie

Liturgie voor de avonddienst op zondag 23 december in de Hervormde Kerk te Den Ham, aanvang uur.

Liturgie voor de avonddienst op zondag 23 december in de Hervormde Kerk te Den Ham, aanvang uur. Liturgie voor de avonddienst op zondag 23 december in de Hervormde Kerk te Den Ham, aanvang 19.00 uur. Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Ds. G. de Goeijen Gerda Remmink Bram Jaspers Welkom Lied:

Nadere informatie

Om stil te worden en ons op God te richten

Om stil te worden en ons op God te richten ZONDAGSBRIEF WILHELMINAKERK 21 augustus 2016 De zeven hoofdzonden Acedia Voorganger: ds. Wim Kievit Ambtsdragers: Fred Heidinga, Fréderique Lucas Lector: Fred van Knobelsdorff Organist: Terry Hamberg OM

Nadere informatie

Liturgie voor de dienst op zondag 30 april 2017 in de Zuiderkerk te Drachten om 9.30 uur

Liturgie voor de dienst op zondag 30 april 2017 in de Zuiderkerk te Drachten om 9.30 uur Liturgie voor de dienst op zondag 0 april 2017 in de Zuiderkerk te Drachten om 9.0 uur Voorganger ds. H. Klein Ikkink. Organist dhr. E. Bremer. voor de dienst zingen: lied 656 1 Ik ben de wijnstok, mijn

Nadere informatie

Thema: Voor jong en oud. 24 september uur. Medewerking: Kinderkoor Op pad Hardinxveld o.l.v. Annelies van der Pijl

Thema: Voor jong en oud. 24 september uur. Medewerking: Kinderkoor Op pad Hardinxveld o.l.v. Annelies van der Pijl 24 september 2017 18.00 uur Thema: Voor jong en oud Medewerking: Kinderkoor Op pad Hardinxveld o.l.v. Annelies van der Pijl Organist: Bastiaan van der Pijl Verbindende teksten: Johan Crezee Inleidend orgelspel

Nadere informatie

Baalderdienst Zondag 25 juni 2017

Baalderdienst Zondag 25 juni 2017 Baalderdienst Zondag 25 juni 2017 Orde voor de Baalderdienst Voorganger: Muziek: ds. Wim van der Wel Nu je Onderweg Band Voor de dienst: U kent mij als geen ander God kent jou vanaf het begin Te zingen

Nadere informatie

Liturgie Viering van het Heilig Avondmaal Bernissesteyn

Liturgie Viering van het Heilig Avondmaal Bernissesteyn Liturgie Viering van het Heilig Avondmaal Bernissesteyn Voorganger ds. A. Hamstra Zondagmiddag 17 juni 2018-16.00 uur Stil gebed Votum en Groet Welkom en mededelingen ''t Hijgend hert, der jacht ontkomen'

Nadere informatie

L

L 1 2 3 4 5 6 7 8 Voorganger: God, hier zijn wij, mensen van heinde en verre, verlangend naar uw nabijheid en kracht. Daarom roepen wij: Allen 9 Voorganger: Wij, levend in een wereld getekend door vervreemding

Nadere informatie

Zegenen van de Materniteit Woensdag 27 februari 2013

Zegenen van de Materniteit Woensdag 27 februari 2013 Zegenen van de Materniteit Woensdag 27 februari 2013 Wie niet in een kind het Wonder ziet die snapt het hele liedje niet Toon Hermans Zie iets nieuws zal Ik maken Blijf niet staren op wat vroeger was,

Nadere informatie

Thema: Waar religie en wetenschap elkaar ontmoeten, deel 2: de Bijbel als medicijn.

Thema: Waar religie en wetenschap elkaar ontmoeten, deel 2: de Bijbel als medicijn. Thema: Waar religie en wetenschap elkaar ontmoeten, deel 2: de Bijbel als medicijn. Spreuken 4:20-22 20 Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; 21 laat ze niet wijken uit

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Il visconte dimezzato door Italo Calvino

Boekverslag Nederlands Il visconte dimezzato door Italo Calvino Boekverslag Nederlands Il visconte dimezzato door Italo Calvino Boekverslag door een scholier 1809 woorden 14 april 2016 3,3 4 keer beoordeeld Auteur Italo Calvino Eerste uitgave 1952 Vak Nederlands Zakelijke

Nadere informatie

Liturgie kinderdienst Dankdag

Liturgie kinderdienst Dankdag Liturgie kinderdienst Dankdag De gift van de weduwe. Woensdagochtend 7 november 2018 Aanvang: 9:30 uur Voorganger: Ds. A.J. Post 1 2 Voorzang OTH 122 vers 1,2 en 6 1 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank

Nadere informatie

Zondag 28 september 2014 gaan we in ballingschap wel of niet aan het werk in de wijngaard

Zondag 28 september 2014 gaan we in ballingschap wel of niet aan het werk in de wijngaard Zondag 28 september 2014 gaan we in ballingschap wel of niet aan het werk in de wijngaard De Heilige Teresia van Lisieux, wier feest gevierd wordt op 1 oktober, zei eens: "Al had ik alle mogelijke zonden

Nadere informatie

Welkom in de Horizon. Voorganger: Leesdienst door br. Fledderus Organist: Gerhard Meerholz. Collecte: 1. Kerk 2. Diaconie

Welkom in de Horizon. Voorganger: Leesdienst door br. Fledderus Organist: Gerhard Meerholz. Collecte: 1. Kerk 2. Diaconie Welkom in de Horizon Voorganger: Leesdienst door br. Fledderus Organist: Gerhard Meerholz Collecte: 1. Kerk 2. Diaconie Stil gebed Votum/zegengroet Z. LvK 119: 1-3 Lezing van de Wet Z. Ps. 130: 1-4 L.

Nadere informatie

Geschapen om te dienen

Geschapen om te dienen Bijbelstudie 1 Geschapen om te dienen Genesis 2:4-25 Welke zin heeft het leven? Je wordt geboren. Je leeft een aantal jaren op aarde. Daarna sterf je. Wat is de zin ervan? Op die vraag geeft de Bijbel

Nadere informatie

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers Liturgie 23 juni 2019 bevestiging ambtsdragers Votum en groet Zingen Hemelhoog 475 God maakt vrij In de naam van de Vader, in de naam van de Zoon, in de naam van de Geest voor Uw troon, zijn wij hier gekomen

Nadere informatie

Filippenzen 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief Filippenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Filippi 1 Dit is een brief van Paulus, aan alle mensen in de stad Filippi die dankzij Jezus Christus bij God horen. De brief is ook voor de

Nadere informatie

3 februari / 10.30

3 februari / 10.30 3 februari 2019 9.00 / 10.30 Intochtslied: Psalm 139 1 Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten

Nadere informatie

Eredienst 31 maart uur Voorganger: ds. J. Geersing

Eredienst 31 maart uur Voorganger: ds. J. Geersing Eredienst 31 maart 2019 16.30 uur Voorganger: ds. J. Geersing Liturgie Mededelingen Psalm 90: 1 en 8 Votum / zegengroet Gezang 160 Gebed Lucas 15: 1-10, 25-32 Psalm 84: 1, 2, 5, 6 Preek Liedboek 436: 1,

Nadere informatie

We zingen onder begeleiding van Nada en Suzanne Dit is de dag

We zingen onder begeleiding van Nada en Suzanne Dit is de dag 1 HELP: ER IS EEN SCHAAP KWIJT!! Kinderdienst, 31 maart 2019 in kerkelijk centrum De Bron Aan deze dienst werken mee: - De kidsband - kinderen en leiding van De Ark - Hetty Peereboom - Tae Young: pianiste/organiste

Nadere informatie