Delftse methode. Woordenlijst alfabetisch Nederlands - Frans. a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z. Basiscursus Nederlands, deel 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Delftse methode. Woordenlijst alfabetisch Nederlands - Frans. a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z. Basiscursus Nederlands, deel 1"

Transcriptie

1 Delftse methode Basiscursus Nederlands, deel 1 A.G. Sciarone, P.J. Meijer Woordenlijst alfabetisch Nederlands - Frans deze woordenlijst hoort bij de lesteksten van basiscursus 1 Delftse methode: boek, audio-cd, CD-ROM ISBN te bestellen via of per telefoon alle woordenlijsten bij deze cursus kunt u gratis downloaden via Technische Universiteit Delft Copyright 2012 Boom uitgevers 1

2 Nederlands Frans Lesnummer eerste druk a aan (aan het eind) à deel 1 les 06-1 aan (vragen aan) demandez deel 1 les 06-2 het aantal quelques deel 1 les 07-3 aanvragen demander deel 1 les 12-2 aanwezig présents deel 1 les 13-3 de aardappelen pommes de terre deel 1 les 05-1 aardig bien deel 1 les 13-1 de acceptgirokaart bulletin de versement prémarqué deel 1 les 08-2 acht huit deel 1 les 03-2 achter derrière deel 1 les 02-1 de achternaam nom de famille deel 1 les 12-3 het adres adresse deel 1 les 01-1 af gaat (afgaan) est débité deel 1 les 08-2 de afdeling rayon deel 1 les 07-2 afgelopen fini deel 1 les 03-2 de afspraak rendez-vous deel 1 les 10-1 de afstand distance deel 1 les 13-2 het afval déchets deel 1 les 16-2 al commencé deel 1 les 04-1 algemeen général deel 1 les 15-2 algemene générales deel 1 les 12-3 alle tous deel 1 les 05-3 alleen seulement deel 1 les 08-3 allemaal tous deel 1 les 16-2 allerlei toutes sortes deel 1 les 16-1 alles tout deel 1 les 11-1 als (hetzelfde als) que deel 1 les 04-3 als (wanneer) si deel 1 les 07-2 alstublieft s il vousplaît deel 1 les 08-1 altijd toujours deel 1 les 08-3 alweer déjà deel 1 les 04-1 andere autres deel 1 les

3 de anderen d autres deel 1 les 15-2 anderhalve un et demi deel 1 les 11-2 anders autrement deel 1 les 06-1 de apotheek pharmacie deel 1 les 10-2 de appels pommes deel 1 les 11-3 april avril deel 1 les 04-1 de arm bras deel 1 les 10-2 augustus août deel 1 les 04-1 de auto voiture deel 1 les 06-3 de automaat distributeur deel 1 les 13-4 automatisch automatiquement deel 1 les 08-2 de avond soir deel 1 les 03-3 het avondeten diner deel 1 les 05-1 's avonds le soir deel 1 les 03-3 b de baan emploi deel 1 les 07-1 de badkamer salle de bains deel 1 les 14-2 de bakker boulanger deel 1 les 13-1 het balkon balcon deel 1 les 14-2 bang peur deel 1 les 09-3 de bankpas carte bancaire deel 1 les 12-3 de basisschool école primaire deel 1 les 15-1 beantwoordt répondez deel 1 les 12-3 het bed lit deel 1 les 03-3 bedoel veux dire deel 1 les 06-1 bedoelen veut dire deel 1 les 16-1 bedoelt voulez dire deel 1 les 06-1 het bedrag somme deel 1 les 08-1 het bedrijf entreprise deel 1 les 08-2 het been jambe deel 1 les 10-2 beetje peu deel 1 les 05-3 beginnen commencent deel 1 les 04-2 begint commence deel 1 les 03-2 begrijp comprends deel 1 les

4 behalve sauf deel 1 les 03-3 bekend connues deel 1 les 10-3 bel téléphone à deel 1 les 03-2 belangrijk important deel 1 les 07-3 de belasting taxes deel 1 les 07-2 de belastingen taxes deel 1 les 16-2 ben suis deel 1 les 01-1 beneden en bas deel 1 les 14-3 bent est deel 1 les 10-1 bepaald déterminé deel 1 les 16-1 bepaalt décide deel 1 les 15-2 bereiken atteindre deel 1 les 09-2 de berg montagne deel 1 les 09-2 de bergen montagnes deel 1 les 09-2 het bericht message deel 1 les 12-3 het berichtje avis deel 1 les 12-2 het beroep profession deel 1 les 15-2 het beroepsonderwijs formation professionnelle deel 1 les 15-2 beschermen protègent deel 1 les 09-3 het bestuur conseil d administration deel 1 les 16-1 bestuurt dirige deel 1 les 16-2 betaal payes deel 1 les 08-1 betaald payé deel 1 les 08-1 betaalt paye deel 1 les 08-1 betalen payer deel 1 les 08-1 de betaling paiement deel 1 les 08-2 betekent veut dire deel 1 les 09-2 betere meilleure deel 1 les 11-2 de bevolking population deel 1 les 09-1 bezig en train deel 1 les 07-3 bezoek (op bezoek) (en) visite deel 1 les 06-3 het bier bierre deel 1 les 05-1 bij chez deel 1 les 04-3 bijna presque deel 1 les 03-3 bijvoorbeeld par exemple deel 1 les 08-3 bijzondere particulières deel 1 les 09-1 het biljet billet deel 1 les 08-3 de biljetten billets deel 1 les 08-3 binnen dans deel 1 les 04-3 blijft restez deel 1 les 10-2 de boodschappen courses deel 1 les 03-2 het bord assiette deel 1 les 05-2 de borst poitrine deel 1 les 10-2 boven au dessus deel 1 les 13-4 bovendien de plus deel 1 les 13-3 de brandweer sapeurs-pompiers deel 1 les

5 brengt emmêne deel 1 les 15-1 de brief lettre deel 1 les 12-1 de broden pains deel 1 les 11-2 de broer frère deel 1 les 02-1 het brood pain deel 1 les 05-1 de buik ventre deel 1 les 10-2 buiten en dehors deel 1 les 07-3 de burgemeester maîre deel 1 les 16-2 de bus bus deel 1 les 03-2 de buurt près deel 1 les 06-2 c het café café deel 1 les 03-3 de cafés cafés deel 1 les 05-3 de cent centime deel 1 les 12-1 het centrum centre deel 1 les 07-2 de conducteur contrôleur deel 1 les 06-2 contant liquide deel 1 les 08-3 de crêche crèche deel 1 les 15-1 de cultuur vie culturelle deel 1 les 16-2 d daar lá bas deel 1 les 05-2 daarna après deel 1 les 05-1 daarom pour cela deel 1 les

6 daarop lá dessus deel 1 les 06-3 daarvan de ceux là deel 1 les 16-2 daarvoor pour cela deel 1 les 12-1 dag bonjour deel 1 les 01-2 de dagen jours deel 1 les 04-1 dan (in dat geval) alors deel 1 les 06-1 dan (= op dat moment) donc deel 1 les 04-1 dan (ouder dan) que deel 1 les 02-2 dank u wel merci deel 1 les 06-1 dat (dat ben ik) c deel 1 les 02-1 dat (dat is) c deel 1 les 05-3 dat (dat café) ce deel 1 les 05-3 dat (ik hoop dat) que deel 1 les 02-3 dat wil zeggen ça veut dire deel 1 les 07-2 de la deel 1 les 01-2 december décembre deel 1 les 04-1 het deel partie deel 1 les 03-2 Denemarken Danemark deel 1 les 01-2 derde troisième deel 1 les 14-2 de deur porte deel 1 les 14-2 deze ce deel 1 les 06-1 dezelfde même deel 1 les 09-3 dichte dense deel 1 les 09-1 dichtste plus dense deel 1 les 09-2 die ( die straat) cette deel 1 les 06-1 die (die vertrekt) il deel 1 les 06-1 die (mensen die) qui deel 1 les 03-3 de dijken digues deel 1 les 09-3 de dingen choses deel 1 les 08-3 dinsdag mardi deel 1 les 04-2 direkt immédiatement deel 1 les 15-2 dit ceci deel 1 les 02-1 de dochter fille deel 1 les 02-1 doe (doe boodschappen) fais deel 1 les 03-2 doe aan fait deel 1 les 10-3 doen faire deel 1 les 07-1 doet mets deel 1 les 08-2 de dokter médecin deel 1 les 10-1 donderdag jeudi deel 1 les 04-2 donker nuit deel 1 les 03-3 door (door de belasting) à cause deel 1 les 07-2 door (door de deur) par deel 1 les 14-2 het dorp village deel 1 les 16-1 de dorpen villages deel 1 les 16-1 de dorst soif deel 1 les 05-3 draag porte deel 1 les

7 drie trois deel 1 les 02-1 drink bois deel 1 les 03-2 drinken boire deel 1 les 05-1 drinkt boit deel 1 les 05-2 druk (het is druk) du monde deel 1 les 05-3 drukken appuyez deel 1 les 08-1 Duitse allemande deel 1 les 01-1 dus alors deel 1 les 02-3 duur cher deel 1 les 05-2 duurder plus cher deel 1 les 11-3 duurt durent deel 1 les 04-2 e echt vraiment deel 1 les 04-1 een une deel 1 les 02-1 één (één jaar = 1 jaar) un deel 1 les 04-1 één (= 1) une deel 1 les 02-1 eens (eens per twee maanden) une fois deel 1 les 08-2 eens (een keer) une fois deel 1 les 11-3 eerder plus tôt deel 1 les 03-2 eerst en premier deel 1 les 05-1 de eerste (1e) premier deel 1 les 14-3 eerste premier deel 1 les 04-1 eet mange deel 1 les 03-2 de eieren oeufs deel 1 les 11-2 eigen propre deel 1 les 12-1 eigenlijk en fait deel 1 les 05-3 het eind fin deel 1 les 04-1 eindigen finissont deel 1 les 04-2 elf onze deel 1 les 03-2 elkaar de l autre deel 1 les 04-3 elke toutes les deel 1 les 06-1 en et deel 1 les 02-1 het energiebedrijf distribiteur d électricité deel 1 les

8 enige seul deel 1 les 05-3 enkele quelques deel 1 les 12-3 de envelop enveloppe deel 1 les 08-2 enz. (=enzovoort) etc. deel 1 les 11-2 er (staat er) y deel 1 les 04-1 er (daar) y deel 1 les 09-1 erbij ajouté deel 1 les 05-3 erg énormément deel 1 les 02-3 ervoor toi deel 1 les 10-1 de etage étage deel 1 les 14-3 eten manger deel 1 les 03-2 de euro euros deel 1 les 07-2 de eurocent centimes d euro deel 1 les 08-3 even un deel 1 les 12-3 express exprès deel 1 les 12-1 f de familie famille deel 1 les 02-1 februari février deel 1 les 04-1 de fiets vélo deel 1 les 13-1 fietst fait du vélo deel 1 les 10-3 fijn bien deel 1 les 12-3 de flat appartement deel 1 les 14-1 de fles bouteille deel 1 les 11-2 het formulier formulaire deel 1 les 12-2 de foto photo deel 1 les 02-1 Frankrijk France deel 1 les 02-3 de frisdrank boissons rafraîchissantes deel 1 les 11-2 het fruit fruits deel 1 les

9 g ga vais deel 1 les 03-3 gaan allons deel 1 les 03-2 gaat va deel 1 les 06-2 het gas gaz deel 1 les 08-2 gebeld appelé deel 1 les 10-2 gebeurt se fait deel 1 les 08-2 het gebied région deel 1 les 09-1 het gebrek manque deel 1 les 09-3 het gebruik utilisé deel 1 les 09-3 gebruiken employe deel 1 les 09-2 het gedeelte partie deel 1 les 13-2 geeft donne deel 1 les 07-1 geen ne... pas deel 1 les 01-2 de gegevens données deel 1 les 12-3 gekocht acheté deel 1 les 11-2 gekregen eu deel 1 les 16-1 het geld de l argent deel 1 les 07-1 gele jaunes deel 1 les 11-2 geleden passé deel 1 les 02-1 gemakkelijk facile deel 1 les 07-3 de gemeente commune deel 1 les 07-1 gemeentelijke communale deel 1 les 16-2 de gemeenteraad conseil munnicipal deel 1 les 16-2 genoeg suffit deel 1 les 11-3 gepast fare l appoint deel 1 les 08-3 het geslacht sexe deel 1 les 12-3 het gesprek conversation deel 1 les 07-3 de gesprekken conversations deel 1 les 05-3 getrouwd mariée deel 1 les 02-3 het gevaar danger deel 1 les 09-3 het gevolg conséquence deel 1 les 09-2 gevonden trouvé deel 1 les 07-1 geweest été deel 1 les 04-3 gewone ordinaire deel 1 les 12-1 gezond sainement deel 1 les 10-3 gisteren hier deel 1 les 04-3 het glas verre deel 1 les

10 God Dieu deel 1 les 09-1 goed bien deel 1 les 11-1 goede bon deel 1 les 11-2 goedkoper moins cher deel 1 les 11-3 graag gedaan volontiers deel 1 les 06-1 gratis gratuit deel 1 les 12-3 de griep grippe deel 1 les 10-2 groene vert deel 1 les 08-1 de groente légumes deel 1 les 07-2 de groenten légumes deel 1 les 05-1 de groep classe deel 1 les 15-1 de grond terre deel 1 les 09-3 groot grande deel 1 les 11-2 grootste plus grandes deel 1 les 09-1 grote grands deel 1 les 09-3 groter plus grand deel 1 les 09-1 h haalt va chercher deel 1 les 10-2 haar son deel 1 les 01-3 de hal hall deel 1 les 06-3 halen cherche deel 1 les 15-1 half demie deel 1 les 03-1 de hals cou deel 1 les 10-2 de hand main deel 1 les 10-2 de handtekening signature deel 1 les 08-2 hard dur deel 1 les 07-3 harde dures deel 1 les 11-3 het hart coeur deel 1 les 10-2 de havo 5 ans de secondaire deel 1 les 15-2 heb ai deel 1 les 01-2 hebben ont deel 1 les 02-1 hebt avez deel 1 les 07-1 heeft a deel 1 les 02-3 heel très deel 1 les

11 heen lá bas deel 1 les 06-2 heet t appelles deel 1 les 01-1 hele toute deel 1 les 07-2 helemaal tout deel 1 les 02-1 de helft moitié deel 1 les 09-1 helpen servir deel 1 les 12-2 helpt - (soulagera) deel 1 les 10-2 hem le deel 1 les 04-3 de herfst automne deel 1 les 04-1 het (het is) c deel 1 les 02-1 het l deel 1 les 01-3 het beste au meilleur deel 1 les 06-2 het laatst la dernière fois deel 1 les 04-3 hetzelfde même deel 1 les 04-3 hier ici deel 1 les 02-3 hiermee avec ceci deel 1 les 10-2 hij il deel 1 les 01-3 hoe comment deel 1 les 01-1 hoe... hoe de plus... plus deel 1 les 13-4 hoe laat quelle heure deel 1 les 03-1 hoeft devez deel 1 les 07-1 de hoek coin deel 1 les 06-2 hoeveel combien deel 1 les 07-2 hoewel quoique deel 1 les 11-1 hoge hautes deel 1 les 09-3 hoger plus hauts deel 1 les 09-2 het hoofd tête deel 1 les 16-2 hoog hauteur deel 1 les 09-2 de hoogte hauteur deel 1 les 09-3 hoop éspère deel 1 les 02-3 horen bij font partie deel 1 les 16-2 houden tegen (tegenhouden) arrêtent deel 1 les 09-3 houden van aimons deel 1 les 11-2 het huis à la maison deel 1 les 03-3 de huisarts médecin de famille deel 1 les 10-1 het huisnummer numéro de la maison deel 1 les 12-3 de hulp aide deel 1 les 16-2 hun au deel 1 les 10-3 huren louons deel 1 les 14-3 de huur loyer deel 1 les 08-2 het huurhuis maison de location deel 1 les 14-1 de huurwoning logement de location deel 1 les

12 i iedere chaque deel 1 les 07-3 iedereen tout le monde deel 1 les 03-3 iemand quelq un deel 1 les 16-1 iets quelque chose deel 1 les 05-3 ik je deel 1 les 01-1 in à deel 1 les 01-1 in elk geval en tout cas deel 1 les 07-3 in plaats van à la place de deel 1 les 05-2 inderdaad en effet deel 1 les 07-3 de informatie d informations deel 1 les 16-1 de ingang entrée deel 1 les 06-3 ingevuld rempli deel 1 les 12-3 de intercity intercity deel 1 les 06-3 intoetsen composez deel 1 les 08-1 invullen remplir deel 1 les 12-2 de inwoners hâbitants deel 1 les 16-1 is est deel 1 les 01-1 j ja oui deel 1 les 05-3 ja hoor bien sûr deel 1 les 08-1 jaar ans deel 1 les 02-1 de jam confiture deel 1 les

13 januari janvier deel 1 les 04-1 je (je moeder) tes deel 1 les 02-3 je (= jij) tu deel 1 les 01-1 jij (=je) tu deel 1 les 01-1 de jongen garçon deel 1 les 02-1 de jongens garçons deel 1 les 02-1 jongste plus jeune deel 1 les 02-2 jouw ton deel 1 les 01-1 juiste exacte deel 1 les 07-2 juli juillet deel 1 les 04-1 jullie vous deel 1 les 05-3 juni juin deel 1 les 04-1 k het kaartje ticket deel 1 les 13-4 de kaas fromage deel 1 les 05-1 de kamer chambre deel 1 les 14-3 de 3-kamerflat appartement de 3 pièces deel 1 les 14-2 de 2-kamerflats appartements de 2 pièces deel 1 les 14-2 de kamers une chambre deel 1 les 14-1 kan peux deel 1 les 08-1 de kans risque deel 1 les 10-3 de kant coté deel 1 les 06-1 de keel gorge deel 1 les 10-2 de keer fois deel 1 les 04-2 ken parle? deel 1 les 07-3 kent parle deel 1 les 07-3 de kerk église deel 1 les 05-3 de keuken cuisine deel 1 les 14-2 de keuze choix deel 1 les 15-2 kiest choisit deel 1 les 15-2 kiezen choisir deel 1 les 15-2 kijk regarde deel 1 les 02-1 kijken moment deel 1 les 12-3 kijkt regarde deel 1 les

14 de kilo kilos deel 1 les 11-2 de kilometer kilomètre deel 1 les 09-1 het kind enfant deel 1 les 02-2 de kinderen enfants deel 1 les 02-1 klaar fini deel 1 les 12-2 de klas classe deel 1 les 15-2 klein petite deel 1 les 07-3 kleine petites deel 1 les 08-3 kleiner la monnaie deel 1 les 08-3 kleinsten plus petits deel 1 les 15-1 de kleren vêtements deel 1 les 11-2 de kleuren couleurs deel 1 les 11-2 de knie genou deel 1 les 10-2 de knop bouton deel 1 les 08-1 de koffie café deel 1 les 03-2 kom viens deel 1 les 01-2 komen venir deel 1 les 02-3 komen aan (aankomen) arrivons deel 1 les 13-3 komt venez deel 1 les 01-2 koop achète deel 1 les 11-1 de koorts fièvre deel 1 les 10-2 de kop bol deel 1 les 05-1 kopen achetons deel 1 les 11-2 kort peu de temps deel 1 les 02-3 korte court deel 1 les 13-4 de korting réduction deel 1 les 11-1 kost coûte deel 1 les 08-1 koud froid deel 1 les 04-1 de krant journal deel 1 les 03-2 krijg reçoit deel 1 les 07-2 krijgen obtenir deel 1 les 12-1 krijgt - (rends) deel 1 les 08-1 kun peux deel 1 les 05-3 kunnen peuvent deel 1 les 09-2 kunt pouvez deel 1 les 06-2 de kwaliteit qualité deel 1 les 11-2 het kwart quart deel 1 les 03-1 het kwartier quart d heure deel 1 les

15 l laag bas deel 1 les 09-3 laatste dernière deel 1 les 04-2 lage bas deel 1 les 09-3 lager plus bas deel 1 les 09-3 het land pays deel 1 les 04-3 lang - (combien de temps) deel 1 les 04-2 langs passe deel 1 les 06-1 de last souffrent deel 1 les 10-3 laten - (on y va) deel 1 les 05-3 later plus tard deel 1 les 13-3 leef vis deel 1 les 10-3 leeft vivez deel 1 les 07-1 leer apprends deel 1 les 03-2 de leerlingen élèves deel 1 les 15-1 lees lis deel 1 les 03-2 leg pose deel 1 les 07-2 lekker bien deel 1 les 07-2 lekkerder meilleures deel 1 les 11-3 de lente printemps deel 1 les 04-1 leren apprendre deel 1 les 07-3 de les leçon deel 1 les 03-2 de lessen leçons deel 1 les 04-2 leuk agréable deel 1 les 07-2 lezen (à) lire deel 1 les 15-1 licht (gas en licht) électricité deel 1 les 08-2 wordt licht (het wordt licht) jour se lève deel 1 les 03-3 liep (liep onder water) était innondé deel 1 les 09-3 lieve chère deel 1 les 02-3 liever préfère deel 1 les 06-1 de lift escenseur deel 1 les 14-2 liggen se trouvent deel 1 les 09-1 ligt est situé deel 1 les 09-1 ligt eraan dépand deel 1 les 11-3 lijkt semble deel 1 les 07-2 de lijn ligne deel 1 les 06-2 de lijst liste deel 1 les 11-2 links à gauche deel 1 les

16 het loket guichet deel 1 les 13-4 loop marche deel 1 les 06-1 loopt marchez deel 1 les 06-1 lopen marcher deel 1 les 06-1 lopend à pied deel 1 les 13-1 luister écoute deel 1 les 03-2 lukt marchera deel 1 les 02-3 de lunch déjeuner deel 1 les 05-1 m maak fais deel 1 les 03-2 maak klaar (klaarmaken) prépare deel 1 les 03-2 maakte a cré deel 1 les 09-1 de maand mois deel 1 les 04-1 maandag lundi deel 1 les 04-2 de maanden mois deel 1 les 04-1 maar mais deel 1 les 04-3 maar (maar net) depuis deel 1 les 04-3 maart mars deel 1 les 04-1 de machtiging mandat deel 1 les 08-2 mag peut deel 1 les 02-3 maken prendre (rendez-vous) deel 1 les 10-1 makkelijk facile deel 1 les 09-2 de man mari deel 1 les 10-2 de manier manière deel 1 les 07-3 de markt marché deel 1 les 05-2 me me deel 1 les 07-2 de/het medicijn médicament deel 1 les 10-2 meer plus deel 1 les 07-2 meestal en général deel 1 les 04-2 mei mai deel 1 les 04-1 het meisje fille deel 1 les 02-1 de melk lait deel 1 les 05-1 men on deel 1 les 08-3 de meneer monsieur deel 1 les

17 de mensen des gens deel 1 les 03-3 de meren lacs deel 1 les 09-3 de meter mètres deel 1 les 09-2 de metro métro deel 1 les 13-2 de mevrouw madame deel 1 les 06-1 de middag après-midi deel 1 les 03-2 's middags l après-midi deel 1 les 03-2 mij moi deel 1 les 02-1 mijn mon deel 1 les 01-1 minder moins deel 1 les 04-1 minimaal au minimum deel 1 les 12-2 de minuten minutes deel 1 les 03-1 mis manque deel 1 les 02-3 misschien peut-être deel 1 les 02-3 moe fatigué deel 1 les 03-3 de moeder mère deel 1 les 02-1 moeilijk difficile deel 1 les 07-3 moet dois deel 1 les 06-1 moeten devez deel 1 les 07-3 mogelijk possible deel 1 les 05-3 mogen pouvons avoir deel 1 les 08-1 het moment moment deel 1 les 12-2 het momentje petit moment deel 1 les 08-1 de mond bouche deel 1 les 10-2 mooi beau deel 1 les 13-2 morgen demain deel 1 les 04-2 de munten pièces deel 1 les 08-3 n na après deel 1 les 15-2 de naam nom deel 1 les 01-1 naar en deel 1 les 02-3 naast à coté deel 1 les 02-1 de nacht nuit deel 1 les 03-3 's nachts pendant la nuit deel 1 les

18 de nationaliteit nationalité deel 1 les 01-1 natuurlijk naturellement deel 1 les 05-1 Nederland la Hollande deel 1 les 01-2 de Nederlanders néerlandais deel 1 les 09-1 Nederlands néerlandais deel 1 les 07-3 Nederlandse hollandais deel 1 les 03-2 de Nederlandse Antillen Antilles Hollandaises deel 1 les 09-1 nee non deel 1 les 01-2 neem (neem de bus) prends deel 1 les 03-2 neem mee (meenemen) emmène deel 1 les 13-1 neemt prenez deel 1 les 06-1 negen neuf deel 1 les 03-1 de nek nuque deel 1 les 10-2 nemen prendre deel 1 les 06-2 nergens nulle part deel 1 les 06-3 net peu deel 1 les 04-3 net (net als ik) comme deel 1 les 14-3 netto net deel 1 les 07-2 de neus nez deel 1 les 10-2 niemand personne deel 1 les 03-3 niet ne... pas deel 1 les 01-2 niets rien deel 1 les 08-2 nieuw nouveau deel 1 les 13-2 nieuwe nouveaux deel 1 les 07-3 nieuws informations deel 1 les 03-3 nodig besoin deel 1 les 07-1 noemen nommons deel 1 les 04-2 nog encore deel 1 les 03-2 nooit jamais deel 1 les 13-3 noord nord deel 1 les 09-1 het noorden nord deel 1 les 09-1 nou en fait deel 1 les 10-3 november novembre deel 1 les 04-1 nu maintenant deel 1 les 07-3 het nummer numéro deel 1 les 01-1 o 18

19 o ah bon deel 1 les 05-3 o.a. (= onder andere) entre autres deel 1 les 09-2 de ober garçon deel 1 les 08-1 de ochtend matin deel 1 les 03-2 's ochtends le matin deel 1 les 03-2 de oefening exercice deel 1 les 03-2 of ou deel 1 les 03-2 het ogenblik moment deel 1 les 07-3 oké d accord deel 1 les 08-1 oktober octobre deel 1 les 04-1 de olie huile deel 1 les 11-2 om (om 7 uur) à deel 1 les 03-2 om (om die reden) pour deel 1 les 09-3 om (om het kwartier) tous deel 1 les 06-1 om (om je heen) autour deel 1 les 07-2 om (om te gaan) pour deel 1 les 10-1 de oma grand-mère deel 1 les 14-1 omdat parce que deel 1 les 05-2 omhoog - (monte) deel 1 les 14-2 onder andere entre autres deel 1 les 09-2 het onderwijs enseignement deel 1 les 15-2 onderzoekt examine deel 1 les 10-2 ongeveer a peu près deel 1 les 06-1 ons notre deel 1 les 13-3 het ontbijt petit déjeuner deel 1 les 05-1 ontstaat surgi deel 1 les 09-3 onze notre deel 1 les 14-1 het oog oeil deel 1 les 10-2 ook aussi deel 1 les 01-3 de oom oncle deel 1 les 02-3 het oor oreille deel 1 les 10-2 de oorzaken causes deel 1 les 10-3 oost est deel 1 les 09-1 het oosten est deel 1 les 09-1 op (op de hoek) au deel 1 les 06-2 op (op maandag) - (quel) deel 1 les 04-2 op (op vakantie) en deel 1 les 04-1 op (wacht op) attendent deel 1 les 06-2 open ouverts deel 1 les 05-3 openen ouvrir deel 1 les 12-2 opleiding formation deel 1 les 15-2 de opleidingen formations deel 1 les

20 opnemen retirer deel 1 les 12-1 opnieuw de nouveau deel 1 les 05-1 in orde ordre deel 1 les 12-3 oud agée deel 1 les 14-1 oude vieille deel 1 les 02-1 ouder plus agé deel 1 les 02-2 oudere plus agés deel 1 les 15-1 de ouders parents deel 1 les 02-1 oudste ainé deel 1 les 02-2 de oudsten aînés deel 1 les 15-1 over et deel 1 les 03-1 overal partout deel 1 les 06-3 overleden décédé deel 1 les 16-1 overmaken virer deel 1 les 12-1 overstappen changer deel 1 les 06-3 p paar quelques deel 1 les 04-3 het pakje paquet deel 1 les 12-1 het pakketje colis deel 1 les 12-2 het papier papier deel 1 les 11-2 de papieren papiers deel 1 les 12-1 de paprika poivron deel 1 les 11-2 parkeren stationner deel 1 les 13-3 het parlement parlement deel 1 les 16-2 parttime à temps partiel deel 1 les 07-2 pas depuis peu de temps deel 1 les 01-2 het paspoort passeport deel 1 les 09-1 de pauze la pause deel 1 les 03-2 per par deel 1 les 05-2 het perron quai deel 1 les 06-3 de perrons quaies deel 1 les 06-3 de personen personnes deel 1 les 12-3 persoonlijke personelles deel 1 les 12-3 de pijn douleur deel 1 les

21 de pincode code confidentiel deel 1 les 08-1 pinnen faire un payement par c.b. deel 1 les 08-1 de pinpas carte bancaire deel 1 les 08-1 de plaats endroit deel 1 les 09-2 de plaats (op de juiste plaats) place deel 1 les 07-2 de politie police deel 1 les 16-2 de politieagent agent de police deel 1 les 15-2 de politieschool école policière deel 1 les 15-2 de pols poignet deel 1 les 10-2 de portemonnee porte-monnaie deel 1 les 08-1 de post poste deel 1 les 08-2 de postcode code postal deel 1 les 12-3 het postkantoor bureau de poste deel 1 les 12-1 de postzegel timbre deel 1 les 12-1 de postzegels timbres deel 1 les 12-1 praat parle deel 1 les 03-2 praten parlez deel 1 les 05-3 de premie primes deel 1 les 07-2 de prijs prix deel 1 les 08-1 de prijzen prix deel 1 les 11-3 probeer essaye deel 1 les 07-1 probeert essaye deel 1 les 08-3 het probleem problème deel 1 les 13-3 de problemen problèmes deel 1 les 10-3 de provincies provinces deel 1 les 09-1 q r 21

22 de raad conseil deel 1 les 16-2 het raam vitre deel 1 les 06-2 het recept ordonnance deel 1 les 10-2 rechtdoor tout droit deel 1 les 06-1 rechts à droite deel 1 les 02-1 de reden raison deel 1 les 09-3 regelmatig régulièrement deel 1 les 10-3 regent pleut deel 1 les 04-1 de reis voyage deel 1 les 13-4 reist voyages deel 1 les 13-4 rekenen (à) calculer deel 1 les 15-1 de rekening addition deel 1 les 08-1 het resultaat résultat deel 1 les 15-2 rijden de route deel 1 les 13-2 rijk aan riche en deel 1 les 09-3 de rijst riz deel 1 les 05-1 de rit trajet deel 1 les 13-4 de rivieren rivières deel 1 les 09-3 rode rouges deel 1 les 11-2 rond vers deel 1 les 05-2 de rug dos deel 1 les 10-2 s het salaris salaire deel 1 les 12-2 samen (wonen samen) à deux deel 1 les 14-3 samen met ensemble deel 1 les 16-2 de schoenen chaussures deel 1 les 11-2 de scholen écoles deel 1 les 04-1 de school école deel 1 les 03-2 de schouder épaule deel 1 les 10-2 schrijf écris deel 1 les

23 schrijven (à) écrire deel 1 les 15-1 september septembre deel 1 les 04-1 sinds depuis deel 1 les 02-3 slaap dors deel 1 les 03-3 de slaapkamer chambre à coucher deel 1 les 14-2 de slaapkamers chambres à coucher deel 1 les 14-2 slaapt dort deel 1 les 03-3 de slager boucher deel 1 les 13-1 slecht mauvais deel 1 les 09-3 slechts (ne) q deel 1 les 09-2 sluit ferme deel 1 les 11-1 sluiten ferment deel 1 les 04-1 snel vite deel 1 les 07-3 sneller plus vite deel 1 les 13-3 de soep soupe deel 1 les 05-1 sommige certains deel 1 les 15-2 sommigen certains deel 1 les 09-1 soms des fois deel 1 les 03-2 het soort espèce deel 1 les 11-3 sparen épargner deel 1 les 12-3 speciale spécial deel 1 les 12-3 spelen jouent deel 1 les 15-1 de sport sport deel 1 les 05-3 de sportclubs clubs de sport deel 1 les 16-2 sporten faire du sport deel 1 les 10-3 het spreekuur consultation deel 1 les 10-1 sta op (opstaan) me lève deel 1 les 03-2 staan se trouvent deel 1 les 06-2 staat se trouve deel 1 les 02-1 de stad ville deel 1 les 01-2 stap uit (uitstappen) descends deel 1 les 06-2 stapt montes (dans) deel 1 les 13-4 het station gare deel 1 les 06-1 de Stationsstraat rue de la gare deel 1 les 01-1 de steden villes deel 1 les 09-1 steeds de plus en deel 1 les 04-1 stempel af (afstempelen) composte deel 1 les 13-4 de stempelautomaat composteur deel 1 les 13-4 sterke fort deel 1 les 05-3 stil tranquille deel 1 les 03-3 stopt arrête deel 1 les 06-2 storten verser deel 1 les 12-1 de straat rue deel 1 les 01-2 straks tout à l heure deel 1 les 13-2 de strippen bandes deel 1 les 13-4 de strippenkaart ticket de transport deel 1 les

24 studeert étudie deel 1 les 14-1 het stuk morceau deel 1 les 11-2 de stukken morceaux deel 1 les 09-3 sturen envoyer deel 1 les 12-1 de suiker sucre deel 1 les 05-1 de supermarkt supermarché deel 1 les 07-2 t de tante tante deel 1 les 02-3 de tas sac deel 1 les 13-1 te (te lang) trop deel 1 les 06-3 te (te werken) de deel 1 les 07-1 de teen orteil deel 1 les 10-2 tegen - (soulagera) deel 1 les 10-2 tegenover en face deel 1 les 05-3 tegenwoordig actuellement deel 1 les 10-3 tekenen dessinent deel 1 les 15-1 de tekst texte deel 1 les 03-2 telefonisch (per telefoon) par téléphone deel 1 les 10-1 de telefoon numéro de téléphone deel 1 les 01-2 het telefoonnummer numéro de téléphone deel 1 les 01-1 de telefoonrekening facture de téléphone deel 1 les 08-2 telt compte deel 1 les 04-2 tenminste du moins deel 1 les 09-1 tenslotte enfin deel 1 les 05-2 terecht (kunnen terecht) se rendre deel 1 les 12-1 terug - (rends) deel 1 les 08-1 terwijl pendant deel 1 les 11-1 teveel en trop deel 1 les 08-3 de thee thé deel 1 les 05-1 thuis chez moi deel 1 les 03-2 tien dix deel 1 les 02-1 de tijden horaires deel 1 les 06-3 tijdens pendant deel 1 les 05-1 toch puisque deel 1 les

25 toe - (y) deel 1 les 06-3 toen alors deel 1 les 09-3 de toets épreuve deel 1 les 15-2 tot (tot zes uur) juqu à deel 1 les 03-3 tot (wacht tot) jusq à deel 1 les 10-1 tot ziens au revoir deel 1 les 12-3 de tram tramway deel 1 les 06-2 de trap escalier deel 1 les 14-3 de trein train deel 1 les 06-3 trouwen se marier deel 1 les 16-1 trouwens d ailleurs deel 1 les 07-1 tussen entre deel 1 les 06-3 de TV télé deel 1 les 03-2 twaalf à midi deel 1 les 03-2 twee deux deel 1 les 02-1 tweede deel 1 les 04-2 u u vous deel 1 les 01-2 uit de deel 1 les 01-2 de uitkering allocation deel 1 les 07-1 het uur heures deel 1 les 03-1 uw votre deel 1 les 01-2 uzelf vous-même deel 1 les 12-3 v 25

26 vaak souvent deel 1 les 04-1 de vader père deel 1 les 02-1 de vakantie vacances deel 1 les 04-1 van de deel 1 les 01-3 vanaf à partir d deel 1 les 04-1 vandaag aujourd hui deel 1 les 04-2 vanuit de deel 1 les 13-3 liggen vast fixer deel 1 les 11-3 veel beaucoup deel 1 les 04-1 ver loin deel 1 les 04-3 veranderen changent deel 1 les 11-3 verdeeld divisé deel 1 les 09-1 verder loin deel 1 les 13-4 verdien gagne deel 1 les 07-2 de verdiepingen étages deel 1 les 14-2 verdwijnt disparait deel 1 les 04-1 vergeet oublie deel 1 les 11-2 vergelijken comparer deel 1 les 11-3 vergeten oublié deel 1 les 08-1 verkeerd mal deel 1 les 10-3 verkoop (verkopen) vends deel 1 les 07-2 verschillend différent deel 1 les 11-3 verschillende différentes deel 1 les 11-2 versturen envoyer deel 1 les 12-1 verstuurt envoies deel 1 les 08-2 vertel raconte deel 1 les 13-4 het vertrek départ deel 1 les 13-3 vertrekt part deel 1 les 06-1 vervolgens après deel 1 les 05-2 via par deel 1 les 12-3 vier quatre deel 1 les 03-2 vijf cinq deel 1 les 03-1 vijftien quinze deel 1 les 06-1 vind trouves deel 1 les 07-3 vinden trouver deel 1 les 07-1 vindt trouve deel 1 les 07-3 de vinger doigt deel 1 les 10-2 de vis poisson deel 1 les 05-1 vlak plat deel 1 les 09-2 vlakbij près deel 1 les 01-2 het vlees viande deel 1 les 05-1 het vliegtuig avion deel 1 les

27 het vmbo 4 ans de secondaire deel 1 les 15-2 voelt tâte deel 1 les 10-2 voer (voer een gesprek) ai (- une conversation) deel 1 les 07-3 de voet pied deel 1 les 10-2 de voetbal football deel 1 les 05-3 vol rempli deel 1 les 13-1 voldoende suffisamment deel 1 les 10-3 volg suis deel 1 les 15-2 volgende prochaine deel 1 les 04-3 als volgt de la façon suivante deel 1 les 13-4 volle complet deel 1 les 07-2 vóór à l avant deel 1 les 06-2 voor (kwart voor acht) moins deel 1 les 03-1 voor (voor het laatst) pour deel 1 les 04-3 vooral surtout deel 1 les 05-3 voordeliger plus avantageux deel 1 les 11-3 voorkom évite deel 1 les 11-2 voorlopig pour le moment deel 1 les 10-2 de voornamen prénoms deel 1 les 12-3 vorig dernière deel 1 les 02-3 vorige dernier deel 1 les 04-3 vormden ont formé deel 1 les 09-1 vraagt demandez deel 1 les 06-2 vragen demander deel 1 les 07-2 vreemd étrange deel 1 les 10-3 de vriend ami deel 1 les 03-2 de vrienden amis deel 1 les 06-3 de vriendin amie deel 1 les 03-2 vrij congé deel 1 les 15-1 vrijdag vendredi deel 1 les 04-2 vroeg tôt deel 1 les 03-2 vroeger autrefois deel 1 les 09-1 de vrouw femme deel 1 les 02-3 de vrouwen femmes deel 1 les 05-3 vult in (invullen) rempli deel 1 les 08-2 het vwo 6 ans de secondaire deel 1 les 15-2 w 27

28 waar où deel 1 les 01-1 waarom pourquoi deel 1 les 05-2 waarover de quoi deel 1 les 05-3 waarvan de quoi deel 1 les 07-1 waarvoor pour quoi faire deel 1 les 16-1 wacht attends deel 1 les 10-1 wachten attendre deel 1 les 06-1 wakker réveillé deel 1 les 03-3 wanneer quand deel 1 les 04-3 want parce que deel 1 les 11-1 waren étaient deel 1 les 11-3 het warenhuis surface deel 1 les 11-2 warm chaud deel 1 les 05-1 warmer plus chaud deel 1 les 04-1 was avaient deel 1 les 09-1 wat quel deel 1 les 01-1 het water eau deel 1 les 05-1 we nous deel 1 les 03-2 weegt pèse deel 1 les 12-1 de week semaine deel 1 les 04-2 het weekend weekend deel 1 les 04-2 het weer temps deel 1 les 09-3 weer (we gaan weer) à nouveau deel 1 les 03-2 weet sait deel 1 les 04-3 de weg route deel 1 les 06-1 wegen pèsent deel 1 les 12-1 weinig peu deel 1 les 08-3 de weken semaines deel 1 les 04-1 wel quand-même deel 1 les 04-1 wél bien deel 1 les 10-3 welk quelle deel 1 les 06-3 welke quelle deel 1 les 01-2 de wereld monde deel 1 les 09-1 het werk du travail deel 1 les 07-1 de werkdagen jours de travail deel 1 les 04-2 werken travaillent deel 1 les 03-3 werkt travaillez deel 1 les 07-1 het westen ouest deel 1 les 09-1 West-Europa Europe de l Ouest deel 1 les 09-1 weten savoir deel 1 les 16-1 de wethouders adjoints deel 1 les 16-2 wie qui deel 1 les

29 wij nous deel 1 les 08-1 de wijk quartier deel 1 les 13-2 de wijn vin deel 1 les 05-1 willen voulons deel 1 les 08-1 wilt voulez deel 1 les 07-1 de wind vent deel 1 les 04-1 de winkel magasin deel 1 les 11-3 de winter hiver deel 1 les 04-1 witte blancs deel 1 les 11-2 woensdag mercredi deel 1 les 04-2 woensdagmiddag mercredi après-midi deel 1 les 15-1 wonen habitent deel 1 les 02-3 de woning logement deel 1 les 14-2 de woningen habitations deel 1 les 16-2 woon habite deel 1 les 01-1 de woonkamer salle de séjour deel 1 les 14-2 de woonplaats ville deel 1 les 12-3 woont habitez deel 1 les 01-2 de woorden mots deel 1 les 07-3 word tombe deel 1 les 10-3 worden - (se réveillent) deel 1 les 03-3 wordt est deel 1 les 09-1 x y z zag voyait deel 1 les 04-3 zal - (sera) deel 1 les

30 zaterdag samedi deel 1 les 04-2 ze (ze wonen) ils deel 1 les 02-3 ze ils deel 1 les 06-3 ze (ze komt) elle deel 1 les 02-3 zee mer deel 1 les 09-1 zeer très deel 1 les 07-3 zegt dit deel 1 les 10-2 zeker certainement deel 1 les 07-3 zelf toi même deel 1 les 08-2 zelfs même deel 1 les 09-3 zes six deel 1 les 03-2 zet (zet je handtekening) mets deel 1 les 08-2 zeven sept deel 1 les 03-2 ziek malade deel 1 les 10-1 het ziekenfonds assurance maladie deel 1 les 07-2 ziekte maladie deel 1 les 10-3 zien nous voyons deel 1 les 04-3 ziet voyez deel 1 les 02-1 zij (die mensen) ils deel 1 les 14-3 zij (zij heet Anne) elle deel 1 les 01-3 zijn (zij zijn) sont deel 1 les 05-3 zijn (zijn adres) son/sa deel 1 les 01-3 zingen chantent deel 1 les 15-1 zit (zit op school) est deel 1 les 15-1 zitten (in groep 1 zitten) sont deel 1 les 15-1 zitten sont assis deel 1 les 10-3 zo (zo duur) très deel 1 les 05-2 zo n un tel deel 1 les 12-3 zodra dès deel 1 les 07-1 zoek cherche deel 1 les 07-1 zoekt cherche deel 1 les 08-3 de zomer été deel 1 les 04-1 de zon soleil deel 1 les 04-1 zondag dimanche deel 1 les 04-2 zonder sans deel 1 les 05-1 de zonekaart plan des zônes deel 1 les 13-4 zonen fils deel 1 les 02-1 de zoon fils deel 1 les 14-1 zorg (zorg ervoor) arrange deel 1 les 10-1 zorgt voor s occupe de deel 1 les 16-2 zoveel tant deel 1 les 09-2 zuid sud deel 1 les 09-1 het zuiden sud deel 1 les 09-1 zulke de telles deel 1 les 11-2 zullen - (on boit?) deel 1 les 05-3 de zus soeur deel 1 les

31 het zusje petite soeur deel 1 les 15-1 zware lourde deel 1 les 12-1 zwart noir deel 1 les

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders

Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders Woordenlijst Nederlands Frans 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam LES 1-1 1 hoe comment 2 heet t appelles 3 je tu 4 ik je 5 mijn mon 6 naam nom 7 is est 8 woon

Nadere informatie

Basiscursus Nederlands voor buitenlanders. Woordenlijst

Basiscursus Nederlands voor buitenlanders. Woordenlijst Basiscursus Nederlands voor buitenlanders Woordenlijst Nederlands Frans Boom Amsterdam ISBN 90 8506 054 0 les 1-1 hoe comment heet t appelles je tu ik je mijn mon naam nom is est woon habite in à adres

Nadere informatie

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein?

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? 1 Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? Hallo! Dag! Goedemorgen! Hoe laat is het? - Bijna negen uur. Oké, dan wachten we nog even tot het negen uur is. Goed, het is negen uur. Iedereen is er, behalve Anita.

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen

Nadere informatie

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar 1. De verjaardag OPDRACHT 1 OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar OPDRACHT 3 1. a) Wij praten over de kinderen met de buurman. 2. b) Zal ik me even voorstellen?

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement - Trouver Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement... een kamer te huur?... een hostel?... een hotel?... een bed-and-breakfast?... een camping? Hoe zijn de prijzen daar? Demander les prix

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand ) Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen

Nadere informatie

Voyage Se débrouiller

Voyage Se débrouiller - Lieux Ik ben de weg kwijt. Ne pas savoir où vous êtes Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Demander un sur un plan Waar kan ik vinden? Demander où se trouve une en particulier... een toilet?...

Nadere informatie

Juin Juni Avril April Mai Mei 2019

Juin Juni Avril April Mai Mei 2019 1. L Orée de Beaulieu Gîte/Vakantieverblijf *Gîte 20 personnes, 9 chambres dont un studio avec entrée séparée. *Vakantieverblijf 20 personen, 9 slaapkamers waarvan 1 studio met aparte ingang. Basse saison

Nadere informatie

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op  Informeer je op NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Informeer je op www.nucleairrisico.be. Schrijf je in op BE-Alert. Zo ben je meteen verwittigd in een noodsituatie. Maak een noodplan op maat op www.mijnnoodplan.be. 4 Haal

Nadere informatie

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen). Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Bulletin d informations novembre 2016

Bulletin d informations novembre 2016 Bulletin d informations novembre 2016 Het Bulletin d informations is een maandelijkse terugkerende nieuwsbrief waarin u op de hoogte wordt gesteld van de laatste nieuwtjes en wetenswaardigheden. Bezoek

Nadere informatie

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant!

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant! Onze kinderen zijn onze grootste schatten. We proberen ze zo goed mogelijk af te schermen van alle potentiële gevaren. Maar met onze eigen veiligheid springen we vaak minder zorgzaam om. Met als uitgangspunt

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Een retour Rotterdam

Een retour Rotterdam 71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN Hoe schrijf ik mijn kind in op school? Welk schoolgerief moet ik kopen? Wat mag mijn kind eten en drinken op school? Wat heeft mijn kind

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Per ERK-niveau en descriptor zijn voorbeelden opgenomen van mogelijke eindexamenopgaven. 3.1 Toelichting bij de voorbeelden Onder opgave wordt hier

Nadere informatie

Parijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Parijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres E i Kiwijs 26 July 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/32141 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Ruzie maken se disputer

Ruzie maken se disputer Ruzie maken se disputer Als kinderen ruzie maken Lorsque les enfants se disputent Kinderen maken ruzie. Dat gebeurt in elk gezin. Ruzie om een stuk speelgoed, een spelletje dat uit de hand loopt, een jaloerse

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

Par ici! Langs hier! HOME PAGE

Par ici! Langs hier! HOME PAGE Par ici! Langs hier! HOME PAGE Account Zie bladzijde 11, 12, 13 Voir page 11, 12, 13 Home Page CATALOG PAGE CATALOG PAGE Obtenir les désignations des produits en FR Productbeschrijving in het NL Recherche

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 8

BEGINNERSCURSUS DAG 8 1 BEGINNERSCURSUS DAG 8 A. FORCING Tekst: Bij de dokter B. GRAMMATICA Gebruik van de infinitief: dubbele inf. om + te + inf. aan het + inf. te + inf. De stamtijden (Dag 6 pagina s 8-11) C. CONVERSATIE

Nadere informatie

C'est fini les vacances!

C'est fini les vacances! Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Steenpoels Seniors Trip 2018 van/du 03/09 tot/au 05/09

Steenpoels Seniors Trip 2018 van/du 03/09 tot/au 05/09 Steenpoels Seniors Trip 2018 van/du 03/09 tot/au 05/09 Deze trip naar Le Pays des CH TIS staat open voor senioren en niet-senioren Iedereen is welkom. Un trip sensationnel pour les Seniors et les non-seniors

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

Kijk! Ik fiets! INSCHRIJVINGSTROOK. Leer fietsen op twee wielen

Kijk! Ik fiets! INSCHRIJVINGSTROOK. Leer fietsen op twee wielen INSCHRIJVINGSTROOK Gelieve je inschrijving & betaling te bezorgen aan de sportverantwoordelijke van de plaats van je deelname (zie programma en info) naam + voornaam leeftijd Kijk! Ik fiets! Leer fietsen

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

FORMULIER NEDERLANDS-FRANS OM EEN KLACHT IN TE DIENEN

FORMULIER NEDERLANDS-FRANS OM EEN KLACHT IN TE DIENEN FORMULIER NEDERLANDS-FRANS OM EEN KLACHT IN TE DIENEN Gelieve een ontvangstbewijs van uw klachtverklaring op te stellen volgens het hieronderstaande rapport FORMULAIRE NEERLANDAIS-FRANÇAIS DE PRÉ-DÉCLARATION

Nadere informatie

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Nom : Prénom : Classe : Date : 14 juin 2019 /14 --> /25 Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Mijn leven in China als tiener Contexte Pour des raisons professionnelles, le père d

Nadere informatie

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Nom :... Prénom :... Classe :... Date : 14 juin 2019 Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Mijn leven in China als tiener Contexte /14 --> /25 Pour des raisons professionnelles, le

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur.

Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur. Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur. Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa brievenbussen blinken niet alleen uit door hun stijlvol design. Ze zijn ook functioneel,

Nadere informatie

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker

Nadere informatie

Op het potje Sur le petit pot

Op het potje Sur le petit pot Op het potje Sur le petit pot Wanneer wordt je kind zindelijk? Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen - Bij de ingang Je voudrais réserver une table pour _[nombre de personne]_ à _[heure]_. Een reservering doen Une table pour _[nombre de personne]_, s'il vous Om een tafel vragen Je voudrais réserver une

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten. Eerste mogelijkheid U komt vanuit Brussel, Gent of Hasselt. U volgt de ring van Gent naar Breda tot aan de afrit Sportpaleis. Bij het nemen van deze afrit moet u voorsorteren om rechtdoor het kruispunt

Nadere informatie

Voyage Sortir Manger. Sortir Manger - À l'entrée. Sortir Manger - Commander à manger

Voyage Sortir Manger. Sortir Manger - À l'entrée. Sortir Manger - Commander à manger - À l'entrée Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Faire une réservation Een tafel voor _[number of people]_ graag. Demander une table Neemt u creditcards aan? Demander

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

Bulletin d informations octobre 2015 (Extra)

Bulletin d informations octobre 2015 (Extra) Bulletin d informations octobre 2015 (Extra) Diner Français in de Kunstkeuken Voor de vierde keer organiseren we een Franse avond in dit gezellig huiskamerrestaurant en hebben we een Frans Specialiteiten

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie