Waarderingsvoorschriften

Transcriptie

1 Internationale Turnbond Technisch Comité Mannen Waarderingsvoorschriften voor Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Intercontinentale wedstrijden Wedstrijden met internationale deelname Editie 2013 en Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Landelijke Technische Commissie Turnen Heren Nationaal Turn Systeem Heren voor Nederlandse wedstrijden en kampioenschappen Regionale toernooien Verenigingstreffen Editie 2013

2

3 Internationale Turnbond Technisch Comité Mannen Waarderingsvoorschriften voor Wereldkampioenschappen Olympische Spelen Intercontinentale wedstrijden Wedstrijden met internationale deelname Editie 2013 en Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Landelijke Technische Commissie Turnen Heren Nationaal Turn Systeem Heren voor Nederlandse wedstrijden en kampioenschappen Regionale toernooien Verenigingstreffen Editie 2013

4 De waarderingsvoorschriften worden voorbereid door alle leden van het Technisch Comité van de mannen. Voorzitter Adrian Stoica ROM 1 ste vice-voorzitter Huang liping CHN 2 de vice-voorzitter Sawato Kato JPN Lid Steve Butcher USA Lid Dr. Istvan Karacsony HUN Lid Edvard Iarov CAN Lid Julio Marcos ESP Tekeningen Koichi Endo JPN Symboolschrift Julio Marcos ESP Dr. Jörg Fetzer GER Engelse vertaling en tekst Adrian Stoica ROM Hardy Fink CAN Steve Butcher USA Franse vertaling en tekst Adrian Stoica ROM Spaanse vertaling en tekst Julio Marcos ESP Redactioneel werk Julio Marcos ESP Aan de Nederlandse vertaling van het FIG en het NTS hebben meegewerkt Nederlandse vertaling en tekst NTS niveau 15 t/m 11 (deel IIa) NTS niveau 10 t/m 6 (deel IIb) NTS niveau 10 t/m 1 (Deel IIc) Redactioneel werk Vincent Reimering, Robert van Oort, René de Koster, Raymond Nankoe, Paul Geeraets, Jean Wijnands, Gerard Breed, Ruben Bakema, Rogier Hellenbrand, Jos Eigenbrood, Sebastiaan Somers, Els Visser, Bram van Vliet, Daniel Atia, Jelle Pama, Lieuwe Bergstra, Han Janssen, Michiel Jansen, Charles Beekes, Marry Staneke, Godfried Nankoe, Remon Rooij, Rene de Koster, Vincent Reimering, Paul Geeraerts, Rob Stout, Gijan Koedood, Robert van Oort, Enrico Visser, TC Heren Werkgroep juryzaken Hans Koolen 2

5 Juridische verwijzingen en andere aanwijzingen De waarderingsvoorschriften zijn eigendom van de FIG. Het Nationaal Turnsysteem heren is eigendom van de KNGU LTC TH Vertaling en/of nadruk is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de FIG en de KNGU Copyright The code of points is the property of the FIG. Any translation or reproduction of the Code is strictly prohibited without the prior written consent of the FIG. This translation of the code of points has been authorized by the FIG, but only the English, French, German, Russian and Spanish versions are official and valid. In navolging van bovenstaande is het volgende geldig voor alle Nederlandse wedstrijden onder auspiciën van de KNGU: Deze vertaling van de FIG Code of Points in het Nederlands is met de grootste zorg uitgevoerd. Echter daar waar de tekst van de Nederlandse Waarderingsvoorschriften onduidelijk is of waar de vertaling afwijkt van de FIG Code of Points, geldt dat de Engelstalige tekst van FIG Code of Points prevaleert. 3

6 Inhoudsopgave Deel I Voorschriften voor de deelnemers aan wedstrijden. Hoofdstuk 1. Doel en taak van de waarderingsvoorschriften 2. Voorschriften voor de turners, trainers en juryleden 3. Organisatie van de jury op een toestel Deel II, IIa, IIb en IIc De waarderingsvoorschriften - Algemeen - Niveaus 15, 14, 13, 12 en 11 (voorgeschreven oefenstof met keuze mogelijkheden) - Niveaus 10, 9, 8, 7 en 6 (voorgeschreven oefenstof met keuze mogelijkheden) - Niveaus 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 en 1 (keuze-oefenstof) Hoofdstuk 4. Beoordeling van de oefening 5. Reglementen voor het uitgangscijfer 6. Reglementen voor de uitvoering van de oefening 7. Vloer Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) vloer Toegevoegde A-elementen (ta) vloer Elementen vloer 8. Voltige Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) voltige Toegevoegde A-elementen (ta) voltige Elementen voltige 9. Ringen Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) ringen Toegevoegde A-elementen (ta) ringen Elementen ringen 10. Sprong Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) sprong Elementen sprong Sprongtabel 11. Brug Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) brug Toegevoegde A-elementen (ta) brug Elementen brug 12. Rek Voorgeschreven oefenstof (met keuze mogelijkheden) rek Toegevoegde A-elementen (ta) rek Elementen rek Deel III Toegevoegde verklaringen en interpretaties Hoofdstuk 13. Toegevoegde verklaringen en interpretaties 4

7 Versiebeheer Doel van deze pagina is een overzicht geven van de geldende versie van deze waarderingsvoorschriften, welke veranderingen zijn doorgevoerd en op welk moment de wijziging van kracht wordt. Versie (geheel document) Wijzigingen Deelversie (per pagina) Ingangsdatum Eerste uitgave versie 2013 nvt 1 september Aanpassingen in de auteurs Pag 2 1 november 2013 PDF lettertype onafhankelijk gemaakt Geheel Deel IIa Niveau 15 tot en met 11 (voorgeschreven oefenstof.) Deel IIb (Niveau 10 tot en met 6 (voorgeschreven oefenstof.) Deel IIc Niveau 1 tot en met 9 (Keuze oefenstof) FIG elementen voor alle toestellen toegevoegd naar aaneliding WK 2013 Oefenstof niveau 15 tot 11 verduidelijkt in de tekst en additionele aftrekken toegevoegd op alle toestellen Oefenstof niveau 10 tot 6 verduidelijkt, waaronder aantal flanken aangepast bij voltige, wijze van inloque en disloque bij ringen, hoogte sprong aangepast en mogelijkheden afsprong bij rek vergroot document Geheel document 1 januari 2014 Uitleg versienummer. Het versienummer is opgebouwd uit 3 delen x.y.z: x: Dit nummer wordt opgehoogd op het moment van grote wijzigingen. Het y en z versienummer zal dan teruggezet worden op 0. y: Op het moment dat vele kleine wijzigingen er zijn, zal een nieuwe (integrale) versie gemaakt worden waarbij het nummer van y met één wordt opgehoogd. Daarmee vervallen dan alle wijzigingen die zijn geweest in de z -categorie. z: Kleine wijzigingen en verbeteringen worden aangeduid met een verhoging van de z - categorie. 5

8 6

9 Deel I Regels met betrekking tot wedstrijden en deelnemers Sectie 1 Doel Artikel 1 Het primaire doel van de waarderingsvoorschriften is om: 1. Te voorzien in een uniform reglement voor het beoordelen van oefeningen op alle niveaus van regionale, nationale en internationale wedstrijden. 2. Het jureren in elk van de vier fases van officiële FIG-wedstrijden: Kwalificatie (C-1), Teamfinale (C-IV), Allroundcompetitie (C-II) en toestelfinales (C-III) te standaardiseren. 3. Te verzekeren dat in elke wedstrijd de beste turner wordt herkend. 4. Coaches en turners te sturen in de samenstelling van oefeningen. 5. Informatie te verstrekken over de bron van andere technische informatie en regels die regelmatig nodig zijn bij wedstrijden door juryleden, coaches en turners. Sectie 2 Regels voor turners Artikel 2.1 Rechten van turners Algemeen De turner heeft het recht om: a) Correct, eerlijk en in overeenstemming met de regels uit de waarderingsvoorschriften beoordeeld te worden. b) Binnen een redelijke tijd voor aanvang van de wedstrijd een geschreven document te ontvangen van de beoordeling van de moeilijkheidsinschaling van een ingediende nieuwe sprong of nieuw element. c) Zijn score direct na zijn oefening gepubliceerd te krijgen, rekening houdend met de specifieke regels voor de betreffende wedstrijd. d) Zijn oefening, met toestemming van de hoofdjury, geheel te mogen overdoen als de oefening onderbroken wordt door oorzaken die buiten zijn schuld hebben plaats gevonden. e) De wedstrijdhal kort te mogen verlaten voor persoonlijke redenen en dat een dergelijk verzoek niet onredelijk beoordeeld mag worden door de voorzitter van de hoofdjury. OPMERKING: De wedstrijd mag niet vertraagd worden door de afwezigheid van de turner. f) Van de delegatieleider de correcte uitslagenlijst te mogen ontvangen, waarop al zijn behaalde scores te zien zijn. Toestel De turner heeft het recht om: 7

10 a) In de trainingshal, warming-uphal en wedstrijdhal op dezelfde toestellen en matten te turnen conform de specificaties en normen voor officiële FIG-wedstrijden. b) Een verplichte zachte mat van 10 cm bovenop de bestaande standaard landingsmatten (20cm) te gebruiken voor afsprongen aan sprong en rekstok. c) Geassisteerd te worden door een coach of turner om in de hangpositie te komen aan ringen en rekstok. d) Eén coach aanwezig te hebben bij ringen en rekstok. e) 30 seconden te mogen rusten of te herstellen na een val van een toestel. f) Met een coach te overleggen gedurende 30 seconden na een val van het toestel of tussen de 1e en 2e sprong. g) Toestemming te vragen de ringen en/of de rekstok hoger te zetten om tegemoet te komen aan zijn lengte. Warming up in kwalificatie (C-I), Allroundfinale (C-II) en Teamfinale (C-IV) elke deelnemende turner (inclusief reserve of geblesseerde turners) heeft recht op een warming up aan alle toestellen op het podium direct voorafgaand aan de wedstrijd, in overeenstemming met de technische voorschriften betreffende de wedstrijd: o 30 seconden op alle toestellen met uitzondering van brug o 50 seconden op brug, inclusief preparatie van de brug OPMERKING: In de kwalificatie (C-I) en de teamfinale (C-IV) geldt de warming up tijd voor het gehele team. Het team moet de verstreken tijd in de gaten houden, zodat de laatste turner aan een warming up toekomt. In mixgroepen behoort de warming up tijd aan de individuele turner toe. De volgorde van warming up behoort hetzelfde te zijn als de wedstrijdvolgorde. Het einde van de warming up tijd wordt aangegeven met een geluidssignaal. Als een turner zich mentaal en lichamelijk aan het voorbereiden is op een te maken sprong of nog op het toestel aanwezig is, mag hij het element of de elementenreeks afmaken. In de tijd na de warming up of tijdens een pauze in de wedstrijd mag het toestel geprepareerd worden maar niet gebruikt worden. Er zal 30 seconden voor de verwachte aanvang van de oefening door het D1-jurylid een duidelijk teken gegeven worden (bij officiële FIG-wedstrijden een groen licht). Artikel 2.2 Verantwoordelijkheden van de turner De waarderingsvoorschriften te kennen en zich overeenkomstig te gedragen. Minimaal 24 uur voor aanvang van de podiumtraining een geschreven verzoek in te dienen bij het hoofd van de wedstrijdjury, of door de coach in te laten dienen, aangaande de moeilijkheid van een nieuw element. Minimaal 24 uur voor aanvang van de podiumtraining een geschreven verzoek in te dienen bij het hoofd van de wedstrijdjury, of door de coach in te laten dienen, om de ringen en/of de rekstok hoger te laten zetten of het doen van een dergelijk verzoek in overeenstemming voor de wedstrijd geldende regels. 8

11 Artikel 2.3 Taken van de turner Algemeen a) Zichzelf aan het begin van zijn oefening met 1 of 2 armen aanpresenteren bij het D1 jurylid en zichzelf af te presenteren bij hetzelfde jurylid aan het einde van de oefening. b) Zijn oefening binnen 30 seconden na het krijgen van het groene licht of het teken van het D1-jurylid, beginnen (op alle toestellen). c) Binnen 30 seconden na een val de oefening aan het toestel hervatten (het timen na een val begint als de turner na de val weer op zijn voeten staat). Binnen deze tijd kan de turner herstellen, magnesium gebruiken, met zijn coach overleggen en terug op het toestel komen. d) Het direct verlaten van het podium na afloop van zijn oefening. e) De turner onthoudt zich van het hoger zetten van enig toestel, tenzij daarvoor toestemming is verkregen. f) De turner onthoudt zich tijdens de wedstrijd van het spreken met actieve juryleden. g) De turner onthoudt zich van het vertragen van de wedstrijd, van het te lang op het podium blijven, terug komen op het podium om zijn oefening af te ronden en van ander misbruik van zijn rechten die inbreuk maken op de wedstrijd van elke andere deelnemer. h) De turner onthoudt zich van elk ander ongedisciplineerd- en beledigend gedrag dat inbreuk kan maken op de wedstrijd van elke andere deelnemer (bijvoorbeeld de vloer van een magnesiumlaag voorzien, het beschadigen van enig toestel tijdens de voorbereiding op het toestel of het verwijderen van veren uit de plank. Dergelijke overtredingen worden bestraft als een toestelgerelateerde overtreding en worden bestraft met een grote fout van 0,5 pnt.). i) Het aan het hoofd van de wedstrijdjury meedelen van een noodzaak tot het verlaten van de wedstrijdhal. De wedstrijd mag niet worden vertraagd door zijn afwezigheid. j) De turner zorgt ervoor dat de extra mat (voor landingen) op dezelfde plaats blijft gedurende de gehele oefening. k) De turner is in correcte wedstrijdkleding aanwezig bij de betreffende prijsuitreiking, overeenkomstig het FIG-protocol. Wedstrijdkleding a) De turner moet een lange turnbroek met sokken dragen op paardvoltige, ringen, brug en rekstok. Lange broeken, sokken en/of schoentjes die zwart, donker blauw, bruin of groen zijn, zijn niet toegestaan. b) De turner heeft de optie om met een korte broek met of zonder sokken of met een lange turnbroek en sokken te turnen op vloer en sprong. c) Het dragen van een singlet is op alle toestellen verplicht. d) De turner heeft de optie om turnschoeisel en/of sokken te dragen. e) De turner moet het wedstrijdnummer dragen wat door de organisatie beschikbaar is gesteld. f) De turner moet een nationaal kenmerk of embleem dragen op het singlet overeenkomstig de meest recente FIG-publiciteitsregels. g) De turner mag alleen logo's, reclame en sponsortekens dragen die toegestaan zijn volgens de meest recente FIG-publiciteitsregels. 9

12 h) De wedstrijdoutfit moet voor alle leden van dezelfde federatie gelijk zijn in de kwalificatie (C-I) en teamfinale (C-IV). In de kwalificatie (C-I) mogen individuele turners van dezelfde federatie (zonder team) verschillende wedstrijdoutfits dragen. i) Leertjes, bandages en polsbandjes zijn toegestaan; Ze moeten goed vast gemaakt worden, van goede kwaliteit zijn en niet onesthetisch. Bandages moeten huidkleurig zijn als de fabrikant dit in de collectie heeft. Artikel 2.4 Aftrekpunten a) De normale aftrek voor een overtreding van de regels en verwachtingen in artikel 2 en artikel 3 wordt beschouwd als een middelzware fout van 0,30 punt voor gedragsovertredingen en een grote fout van 0,50 punt voor toestelgerelateerde overtredingen. De aftrek wordt in mindering gebracht op de eindscore door het D1- jurylid en indien nodig door het hoofd van de wedstrijdjury. b) Er bestaan ook enkele andere mogelijkheden voor aftrekpunten. Deze staan hieronder beschreven. c) Tenzij dit anders is aangegeven worden deze aftrekken altijd toegepast door het D1- jurylid en afgetrokken van de eindscore van de oefening. d) In extreme gevallen, kan een turner of coach uit de wedstrijdhal verwijderd worden als aanvulling op een genomen specifieke maatregel. e) Overtredingen met de bijbehorende aftrekpunten zijn: Overtreding Overtredingen met betrekking tot kleding (art.2.3) Aftrekpunten Aftrekken met betrekking tot gedrag van de turner Niet aan- en/of afpresenteren bij het D1-jurylid voor of na een oefening Overschrijden van de 30 seconden voor aanvang van de oefening Overschrijden van de 30 seconden na een val Het podium opnieuw betreden na een oefening Coach spreekt met de turner tijdens de oefening Ander ongedisciplineerd of beledigend gedrag Niet toegestane aanwezigheid van een coach Markeren met magnesium of beschadigen toestel Niet toegestaan gebruik van extra matten of het niet gebruiken van matten waar vereist 0,30 van de eindscore (eenmaal per wedstrijd) toegepast door het hoofd van de wedstrijdjury 0,30 voor elke keer van de eindscore door het D1-jurylid 0,30 van de eindscore door het D1-jurylid Oefening is beëindigd na de val 0,30 van de eindscore door het D1-jurylid 0,30 van de eindscore door het D1-jurylid 0,30 van de eindscore door het D1-jurylid Toestelgerelateerde aftrekken 0,50 van de eindscore door het D1-jurylid 0,50 van de eindscore door het D1-jurylid 0,50 van de eindscore door het D1-jurylid 10

13 Coach verplaatst extra matten gedurende de oefening Hoger zetten toestel zonder toestemming Verlaten wedstrijdvloer zonder toestemming Niet aanwezig bij prijsuitreiking Turnen zonder signaal of groene licht Turners turnen in verkeerde volgorde aan een toestel Kledingovertredingen in de teamwedstrijd 0,50 van de eindscore door het D1-jurylid 0,50 van de eindscore door het D1-jurylid Andere individuele overtredingen Diskwalificatie van het restant van de wedstrijd (door het hoofd van de wedstrijdjury) Resultaat en eindscore worden voor individuele of teamwedstrijd geannuleerd Eindscore = 0 punten Teamovertredingen 1,00 van de totale teamscore aan het betreffende toestel (door het hoofd van de wedstrijdjury) 1,00 van de totale teamscore, eenmaal per wedstrijd door het hoofd van de wedstrijdjury Artikel 2.5 Eed voor turners In de naam van alle turners, beloof ik dat we zullen deelnemen in hun Wereldkampioenschappen (of elk ander officieel FIG evenement) met respect en gehoorzaamheid aan de regels die gelden, ons zullen inzetten voor een sport zonder doping en zonder drugs, in de ware geest van sportiviteit, voor de glorie van de sport en de eer van de turners. Sectie 3 Regels voor coaches Artikel 3.1 Rechten van de coaches De coach heeft het recht om: a) De turner of het team onder zijn verantwoording te assisteren bij het indienen van een schriftelijk verzoek met betrekking tot het hoger zetten van toestellen of het vaststellen van de waarde van een nieuwe sprong of een nieuw element. b) De turner of het team onder zijn verantwoording te assisteren op het podium bij alle toestellen gedurende de warming up periode. c) De turner of het team te helpen bij het wedstrijd klaar maken van het toestel. d) De turner op te tillen om in de hangpositie te komen aan ringen en rekstok. e) Aanwezig te zijn op het podium nadat het groene licht is aangegaan, om de plank bij brug te verwijderen. f) Gedurende de oefening van de turner vanwege veiligheidsredenen aanwezig te zijn bij ringen en rekstok. g) De turner te assisteren of te adviseren gedurende de 30 seconden na een val van het toestel of tussen de 1e en 2e sprong. 11

14 h) De score van zijn turner direct na zijn oefening gepubliceerd te krijgen, rekening houdend met de specifieke regels voor de betreffende wedstrijd. i) In het geval van een blessure of defect aan het toestel bij alle toestellen aanwezig te zijn om te helpen. j) Navraag te doen bij het hoofd van de wedstrijdjury betreffende de beoordeling van de inhoud van de oefening van de turner (zie art. 3.4). k) Het hoofd van de wedstrijdjury te verzoeken om de aftrekken voor tijd en lijn overtredingen te herzien. Artikel 3.2 Verantwoordelijkheden van de coaches om: a) De waarderingsvoorschriften te kennen en zich er naar te gedragen. b) De startvolgorde en andere verplichte informatie aan te leveren, volgens de waarderingsvoorschriften en/of het FIG Technisch Reglement dat betrekking heeft op de betreffende wedstrijd. c) Zich te onthouden van het hoger zetten van enig toestel of het toevoegen, verplaatsen of verwijderen van veren van de springplank. d) Zicht te onthouden van het vertragen van de wedstrijd, het blokkeren van het zicht van de juryleden en van ander misbruik van of inbreuk op de rechten van elke andere deelnemer. e) Zich gedurende de oefening te onthouden van het spreken met de turner of assisteren op elke ander manier (geven van signalen, roepen, aanmoedigen of elk vergelijkbare handeling). f) Zich tijdens de wedstrijd te onthouden van deelname aan discussies met actieve juryleden en/of andere personen buiten de wedstrijdvloer (Uitzondering: teamarts, delegatieleider). g) Zich te onthouden van elk ander ongedisciplineerd of beledigend gedrag. h) Zich op elk moment gedurende de wedstrijd te gedragen op een eerlijke en sportieve manier. i) Op een sportieve manier deel te nemen aan elke van toepassing zijnde ceremonie protocollair. OPMERKING: Zie de aftrekken voor de overtredingen en onsportief gedrag. Aantal toegestane coaches op de wedstrijdvloer: - Kwalificatie (C-I) en Teamfinale (C-IV) voor: - Hele teams 1 of 2 coaches - Landen met individuele deelnemers 1 coach - Allroundfinale (C-II) en Toestelfinale (C-III) - Elke turner 1 coach Artikel 3.3 Aftrekpunten Door het hoofd van de wedstrijdjury (in overleg met het hoofd van de toesteljury) Voor officiële- en geregistreerde FIG wedstrijden 12

15 Gedrag van de coach, zonder direct gevolg op het resultaat of uitvoering van de turner/team Onsportief gedrag zonder direct gevolg op het resultaat/uitvoering van de turner of het team (geldig gedurende alle fases van de competitie) Ander opvallend, ongedisciplineerd en beledigend gedrag zonder direct gevolg op het resultaat/uitvoering van de turner/team. (geldig gedurende alle fases van de competitie) 1e keer - gele kaart voor de coach (waarschuwing) 2e keer - rode kaart voor de coach en verwijdering van de coach uit de wedstrijd.* Direct een rode kaart voor de coach en verwijdering van de coach uit de wedstrijd.* Gedrag van de coach, met direct gevolg op het resultaat of uitvoering van de turner/team Onsportief gedrag met direct gevolg op het resultaat/uitvoering van de turner of het team (geldig voor wedstrijden). Bijvoorbeeld zonder geldige reden vertragen of onderbreken van de wedstrijd, spreken met actieve juryleden tijdens de wedstrijd, m.u.v. de D1 jury alleen toegestaan in het geval van een protest, etc. Ander opvallend, ongedisciplineerd en beledigend gedrag met direct gevolg op het resultaat/uitvoering van de turner of het team, bijvoorbeeld onjuiste aanwezigheid van onbevoegde personen op de wedstrijdvloer tijdens de wedstrijd, etc. 1e keer - 0,50 (van turner/team aan een toestel) en gele kaart voor de coach (waarschuwing) als coach spreekt met actieve juryleden 1e keer - 1,00 (van turner/team aan een toestel) en gele kaart voor de coach (waarschuwing) als coach agressief spreekt met actieve juryleden 2e keer - 1,00 (van turner/team aan een toestel). Rode kaart voor de coach en verwijdering van de coach van de wedstrijdvloer* 1,00 (van turner/team aan een toestel). Direct een rode kaart voor de coach en verwijdering van de coach van de wedstrijdvloer* Opmerking: Wanneer één van de twee coaches van een team van de wedstrijdvloer wordt weg gestuurd, is het mogelijk om die coach tijdens de gehele competitie eenmalig te vervangen door een andere coach. 1e overtreding = gele kaart. 2e overtreding = rode kaart, en op dat moment word de coach uitgesloten van de rest van de wedstrijd. * wanneer er maar één coach aanwezig is, dan mag de coach op de wedstrijdvloer blijven maar komt de coach niet in aanmerking voor accreditatie op het komende Wereldkampioenschap, Olympische spelen. Artikel 3.4 Protesten Voor protesten wordt verwezen naar de Technische Voorschriften. Artikel 3.5 Eed voor coaches In de naam van alle Coaches en andere leden van de delegatie, beloof ik dat we ons inzetten om ervoor te zorgen dat de geest van sportiviteit en ethiek volledig wordt nageleefd en gehandhaafd in overeenstemming met de fundamentele beginselen van de Olympische gedachte. Wij zullen ons inzetten om turners op te opleiden die zich houden aan fairplay en een drugsvrije sport en alle FIG regels voor de Wereldkampioenschappen te respecteren 13

16 Sectie 4 Regels voor het Technisch Comité Artikel 4.1 De president van het MTC De president van het MTC of zijn vertegenwoordiger fungeert als hoofd van de Superior Jury. Zijn verantwoordelijkheden en die van de Superior Jury zijn: a) De algehele technische leiding van de wedstrijd zoals vastgelegd in de technische regels. b) Het bijeen roepen en voorzitten van alle juryvergaderingen en instructiesessies. c) Het toepassen van de voor een wedstrijd geldende jurybepalingen. d) Zich bezig houden met verzoeken tot inschaling van nieuwe elementen, verzoeken om de rekstok of de ringen hoger te mogen zetten, verzoeken om de wedstrijdvloer te mogen verlaten en andere zaken die op kunnen treden. Dergelijke beslissingen worden normaliter door het MTC genomen. e) Er voor zorgen dat het tijdschema zoals opgenomen in het Werkplan gevolgd wordt. f) Het controleren van de toestelsupervisors en daar waar nodig tussen beiden komen. Met uitzondering van het geval van een protest, tijd- of lijnfouten, mogen scores nadat ze gepubliceerd zijn op het scorebord niet meer gewijzigd worden. g) Omgaan met protesten zoals opgenomen in artikel 3.4. h) In samenspraak met de andere leden van de Superior Jury, waarschuwingen verstrekken of het vervangen van juryleden die geen goed werk geleverd hebben of die hun juryeed gebroken hebben. i) Een globale videoanalyse (na afloop van de wedstrijd) te maken met het TC om de beoordelingsfouten vast te stellen en de resultaten van de jury evaluatie in te dienen bij de FIG Disciplinaire Commissie. j) Toezicht houden op de controle van de afmetingen van de toestellen zoals beschreven in de FIG Toestel Normen. k) In ongebruikelijke of bijzondere omstandigheden benoemen van een jurylid tot de wedstrijd. l) Zo snel mogelijk, maar niet later dan 30 dagen na afloop van een wedstrijd een verslag indienen bij de FIG secretaris-generaal. Het verslag moet het volgende bevatten: Algemene opmerkingen over de wedstrijd inclusief speciale gebeurtenissen en conclusies voor de toekomst. Gedetailleerde analyse van juryleden inclusief voorstellen voor het belonen van de beste juryleden en sancties tegen juryleden die niet aan de verwachtingen voldeden, binnen drie maanden. Een gedetailleerde lijst van alle interventies (wijzigingen van scores voor en na publicatie) Technische analyse van de scores van de D-juryleden. 14

17 Artikel 4.2 MTC-leden Tijdens elke fase van de wedstrijd fungeren de leden van het MTC of hun vertegenwoordigers als leden van de Superior Jury en toestelsupervisors op elk toestel. Hun verantwoordelijkheden zijn: a) Deelnemen aan het leiden van de juryvergaderingen en instructiesessies en het instrueren van de juryleden om tot goed jureren te komen. b) De juryreglementen toepassen op een eerlijke en consistente wijze, volledig volgens de geldende regels en criteria. c) Meeschrijven van de volledige inhoud van de oefening in symbolen. d) Berekenen van de D en E score (controleren van de scores) met als doel het evalueren van de D, R en E panels. e) Controleren van de volledige evaluatie en de eindscore van elke oefening. f) Verzekeren dat de turner de juiste score krijgt voor zijn prestatie of in te grijpen zoals in de waarderingsvoorschriften beschreven is. g) Controleren van de toestellen die gebruikt worden voor de training, warming-up en wedstrijd, zoals beschreven in de FIG Toestel Normen. Sectie 5 Regels voor - en structuur van de toesteljury's Artikel 5.1 Verantwoordelijkheden Elk jurylid is volledig en zelf verantwoordelijk voor zijn scores. Alle juryleden van de toesteljury hebben de plicht om: a) Grondige kennis te hebben van: het FIG Technische Reglement de waarderingsvoorschriften de FIG Jury Regels en andere technische informatie die hij / zij nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren tijdens de wedstrijd b) In het bezit te zijn van een geldig (inter)nationaal jurybrevet dat geldig is voor de huidige cyclus en een jurylogboek bij te houden. c) In het bezit te zijn van een jurybrevet van de juiste categorie, welke nodig is voor het niveau waarop men jureert. d) Een uitgebreide kennis te hebben van het moderne turnen en de intentie, bedoeling, interpretatie en de toepassing van iedere regel te begrijpen. e) Alle geplande instructies en vergaderingen voor juryleden voorafgaand aan de wedstrijd bij te wonen. f) Alle door de daarvoor aangewezen autoriteiten georganiseerde speciale organisatorische of jurygerelateerde instructies bij te wonen (bijv. instructies voor het score systeem). g) Aanwezig te zijn bij de podiumtraining. h) Grondig voorbereid te zijn voor alle toestellen. 15

18 i) De verschillende nodige mechanische taken te kunnen uitvoeren. Deze houden onder meer in: het correct invoeren van de scoreformulieren het gebruik van de computers en andere mechanische apparaten het zorgen voor een efficiënt verloop van de wedstrijd effectief communiceren met andere juryleden j) Goed voorbereid, uitgerust, alert en op zijn minst een uur voor aanvang van de wedstrijd, of zoals beschreven in het werkplan, aanwezig te zijn. k) De juiste kleding (donker blauwe colbert, grijze broek, licht gekleurd overhemd en een stropdas) te dragen. Tijdens de wedstrijd moeten juryleden: a) Zich altijd op een professionele manier gedragen en niet-partijgebonden, ethisch gedrag tonen. b) Alle taken kunnen vervullen, zoals beschreven in artikel 5.4. c) Iedere oefening accuraat, consistent, snel, objectief en oprecht te beoordelen en bij twijfel het voordeel van de twijfel geven aan de turner. d) Een overzicht bijhouden van hun eigen scores. e) Op de eigen toegewezen plaats blijven zitten (met uitzondering van toestemming van de D1-jury) en zich te onthouden van contact of discussies met turners, coaches, delegatieleiders of andere juryleden. Sancties voor een onjuiste evaluatie en gedrag door de juryleden zullen in overeenstemming zijn met de huidige versie van de FIG Jury Regels en/of het technisch reglement die gelden voor die competitie. Artikel 5.2 Rechten In het geval dat de toestel supervisor een individuele score van een jurylid aanpast, heeft het jurylid het recht om zijn score uit te leggen en toestemming te geven (of niet) om de score te wijzigen. Wanneer er onenigheid blijft bestaan over de score, mag het protest van het jurylid worden verworpen door de Superior Jury en zal hij hiervan op de hoogte worden gesteld. Wanneer er een arbitraire actie is ondernomen tegen een jurylid, heeft men het recht om in beroep te gaan: a) Bij de Superior Jury, wanneer de actie geïnitieerd is door de toestel supervisor of b) Bij de Jury van Beroep, wanneer de actie geïnitieerd is door de Superior Jury. Artikel 5.3 Samenstelling van de toesteljury De toesteljury (Jury Panels) Bij alle officiële FIG-competities, Wereldkampioenschappen en Olympische spelen bestaat de toesteljury uit een D-Panel en een E-Panel. De D-juryleden worden gekozen en aangewezen door de FIG Technische Commissie zoals beschreven staat in het geldende FIG Technisch Reglement. 16

19 De E-jury panels en de aanvullende posities worden geloot onder de verantwoordelijkheid van de Technische Commissies zoals beschreven staat in het geldende FIG Technisch Reglement of het Jury Reglement dat geldt voor de betreffende wedstrijd. R-Juryleden worden aangewezen door de FIG Presidentiële commissie. De structuur van de toesteljury voor de verschillende soorten wedstrijden moet als volgt zijn: WK en OS Internationale Toernooien 9 juryleden panel Minimum van 6 juryleden panel 2 D - Panel Juryleden 2 D - Panel Juryleden 5 E - Panel Juryleden 4 E - Panel Juryleden 2 R - Panel Juryleden Lijn en Tijd juryleden: 2 lijnrechters voor vloer 1 lijnrechter voor sprong 1 tijdwaarnemer voor vloer 1 tijdwaarnemer voor brug (voor de inturntijd) Aanpassingen van de Jury Panels zijn mogelijk bij andere internationale wedstrijden en voor nationale en lokale wedstrijden. Artikel 5.4 Functies van de toesteljury Artikel Functies van het D-panel a) D-panel juryleden registreren de inhoud van de totale oefening in symboolschrift, berekenen deze onafhankelijk van elkaar, zonder vooringenomenheid en bepalen dan gezamenlijk de D-score. Discussie is toegestaan. b) Het D-panel voert de D-score in de computer in. c) In het geval van onenigheid tussen het D1 en D2 jurylid moet er door het D1 jurylid advies worden gevraagd aan de toestelsupervisor. d) De D-score bestaat uit: De waarde van de elementen (moeilijkheidswaarde) volgens de elemententabel. De verbindingsbonus, gebaseerd op speciale regels per toestel. Het aantal en de waarde van de uitgevoerde elementgroepeisen. Functie van het D1 jurylid: a) Fungeren als verbinding tussen de toesteljury en de toestelsupervisor. De toestelsupervisor zal, wanneer dit noodzakelijk is, met de Superior Jury overleggen. b) Coördineren van het werk van de tijdjuryleden, lijnjuryleden en secretarissen. c) Zorgdragen voor een efficiënt verloop op de toestellen, inclusief het controleren van de inturntijd. 17

20 d) Geven van het groene licht of een ander duidelijk signaal om de turner aan te geven dat hij zijn oefening binnen dertig seconden moet beginnen. e) Zorgdragen dat de neutrale aftrekken voor tijd, lijn en gedragsovertredingen van de eindscore worden afgetrokken voordat de eindscore wordt getoond. f) Zorgdragen dat de juiste sancties voor een te korte oefening worden toegepast. g) Zorgdragen dat de volgende aftrekken worden toegepast: Het niet aan- of afmelden voor en na de oefening. Het turnen van een ongeldige 0 sprong. Het hulpverlenen tijdens de: sprong, oefening of afsprong. Functie van het D-panel na de wedstrijd: Indienen van een geschreven wedstrijdverslag, gericht aan de president van de TC, met de volgende informatie: Formulieren met een opsomming van overtredingen, onduidelijkheden en twijfelachtige beslissingen, voorzien van het nummer en de naam van de turner. De inhoud van alle oefeningen naar de President van de Technische Commissie Heren en de Toestelsupervisor uit de Superior Jury in één van de officiële FIG talen binnen 2 maanden na de wedstrijd. Artikel Functies van het E-panel a) Zij moeten de oefeningen aandachtig observeren, de fouten evalueren en de corresponderende aftrekken correct toepassen, onafhankelijk en zonder overleg met andere juryleden. b) Zij moeten de aftrekken noteren voor: Algemene fouten. Technische samenstellingsfouten. Houdingsfouten. c) Zij moeten het scoreformulier compleet maken door het ondertekenen met een leesbare handtekening of door het invoeren van hun aftrek in de computer. d) Zij moeten in staat zijn een persoonlijk geschreven overzicht van hun eigen evaluatie van alle oefeningen te kunnen aanleveren. Artikel Functie van de Referentie Juryleden De Referentie Juryleden (2 per toestel) bij Olympische Spelen en Wereldkampioenschappen zijn geïntroduceerd om een automatisch en tijdbesparend correctie systeem te hebben, in het geval er problemen zijn met de E-scores. Bij andere wedstrijden mag gebruik gemaakt worden van Referentie juryleden, maar dit is niet verplicht. 18

21 Artikel 5.5 Functies van tijdwaarnemers, lijnjuryleden en secretarissen Artikel De tijdwaarnemers en lijnjuryleden De tijdwaarnemers en lijnjuryleden worden geloot onder de juryleden met een brevet om te dienen als: Lijnjuryleden om: Op vloer en bij sprong het buiten de lijnmarkering stappen vast te stellen en om de fout te bevestigen door het opsteken van een rode vlag. Het D1 jurylid te informeren van elke overtreding en aftrek, en het ondertekenen en indienen van een juist schriftelijk verslag. Tijdjuryleden zijn verplicht om: De lengte van de oefening (vloer) te registreren. Zorg te dragen voor de naleving van de warming-up tijd bij brug. Op vloer een geluidsignaal te laten horen aan de gymnast na 60 seconden en na 70 seconden. Het D1 jurylid te informeren van elke overtreding en aftrek, en het ondertekenen en indienen van een juist schriftelijk verslag. Voor tijdovertredingen waarbij er geen computer invoer mogelijk is, moet het tijdjurylid de exacte tijdsoverschrijding registreren. Artikel Functies van de secretarissen De secretarissen dienen te beschikken over kennis van de waarderingsvoorschriften en computers. Zij worden gewoonlijk aangesteld door het organisatiecomité. Onder het toezicht van het D1 jurylid, zijn zij verantwoordelijk voor de correcte invoer van alle gegevens in de computers: Naleving van de juiste volgorde van de teams en turners. Bedienen van de groene en rode lichten. Correct publiceren van de eindscore. Bijhouden van de tijd gedurende een val. Bedienen van de tijdregistratie nadat het groene licht aangegaan is. Artikel 5.6 Zitplaatsen jury Ieder jurylid wordt geplaatst op een plaats en afstand van het toestel van waaruit hij een onbelemmerd zicht heeft op de complete oefening en die hem in staat stelt om al zijn taken uit te voeren. Het D-panel bevindt zich in lijn met het midden van het toestel. De tijdwaarnemer zit naast de toesteljury (aan weerszijde). De lijnjuryleden bij de vloer zitten op twee hoeken diagonaal tegenover elkaar. Elk lijnjurylid observeert de twee lijnen die het dichtst bij hem zijn. Het lijnjurylid bij sprong zit aan de ander kant van het landingsgebied. 19

22 De positionering van de E- juryleden gebeurt met de klok mee om het toestel, beginnend links van het D-panel. Variaties van het plaatsen van de juryleden zijn mogelijk, afhankelijk van de aanwezige omstandigheden in de wedstrijdhal. Artikel 5.7 Eed voor juryleden Tijdens de Wereldkampioenschappen, en bij andere belangrijke internationale evenementen, beloven jury s en juryleden de voorwaarden van de Jury eed te respecteren. In de naam van alle juryleden en functionarissen, beloof ik dat we zullen deelnemen in deze Wereldkampioenschappen (of elk ander officieel FIG evenement) met volledige onpartijdigheid, respect en gehoorzaamheid aan de regels die gelden, in de ware geest van sportiviteit 20

23 Sectie 6 De waardering van wedstrijdoefeningen Deel II Waarderingsvoorschriften Artikel 6.1 Algemene regels 1. Er zijn twee aparte scores voor elke toestel, de D- en de E-score. De D-jury bepaalt de D-score, de inhoud van een oefening, en de E-jury bepaalt de E-score, bestaande uit de presentatie van de oefening, gerelateerd aan de samenstellingseisen, techniek en de lichaampspositie. De D-score bevat de som van: o De totale waarde van 10 elementen (8 voor junioren), de beste 9 (7 voor junioren), met een maximum van 4 elementen van dezelfde elementengroep, binnen één groep de hoogst tellende elementen plus de waarde van de afsprong Als het jurylid de 9 elementen (7 voor junioren) moet kiezen uit de tellende elementen van dezelfde waarde maar van verschillende elementgroepen, moet hij ze tellen in het voordeel van de turner. Als de 9 (7 voor junioren) best tellende elementen plus de afsprong zijn bepaald, moet het jurylid controleren of er niet meer dan 4 elementen zijn van dezelfde elementgroep (voor vloer, telt de elementgroep van de afsprong als eerste) Voorbeeld 1: I III I II III III III III IV IV V A B B B B B B C C C D A B B B B B C C C D Voorbeeld 2: III III I II II II III III III III IV V B B B B B B B D D D D D B B B B B D D D D D De tellende elementen staan dikgedrukt o De verbindingswaarde, gebaseerd op de speciale regels voor de verschillende toestellen. o De waarde van de elementgroepen, uitgevoerd binnen de hoogste 10 elementen (8 voor junioren). De E-score, start vanaf 10 punten en wordt beoordeeld met aftrekken in tienden van een punt: o Totale aftrekken voor esthetische- en uitvoeringsfouten o Totale aftrekken voor technische- en inhoudseisen. De hoogste en laagste som van de totale aftrek uitgedrukt in tienden van een punt voor uitvoering-, esthetische-, technische- en inhoudsfouten vallen af. Het gemiddelde van de overgebleven aftrekken wordt van de 10 punten afgetrokken om de uiteindelijke E-score te bepalen. 21

24 Artikel 6.2 Vaststellen van de Eind Score 1. De eindscore van een oefening komt tot stand door de D- en de E-score bij elkaar op te tellen. 2. De regels die gelden voor de beoordeling van de oefening en het vaststellen van de eindscore zijn identiek voor alle soorten competities (Kwalificatie, Team finale, allaroundfinale, toestelfinales), met uitzondering van sprong, welke speciale regels heeft voor de kwalificatie en de toestelfinale. (zie sectie 13) 3. De allaroundscore is de som van de eindscores behaald op de 6 toestellen. 4. De teamscore wordt berekend in overeenstemming met de technische reglementen dat van toepassing is op de wedstrijd. 5. Kwalificatie voor, en deelname in, de team finale, de allaroundfinale en de toestel finale vinden plaats in overeenstemming met de huidige regels uit het technisch reglement dat van toepassing is op de wedstrijd. 6. De eindscore wordt normaal berekend door het toestelsecretariaat maar moet altijd bevestigd worden door het hoofdjurylid van het toestel, voordat de score openbaar mag worden gemaakt. 7. Bij officiële FIG wedstrijden, zal de D-score van de D-jury en de E-score (het gemiddelde van de aftrekken voor de uitvoering van de oefening verminderd van 10 punten) worden getoond. Elke individuele E-score wordt op het uitslagenformulier getoond. De D-score, De E-score en de Eindscore moeten worden getoond aan het publiek. Bij andere wedstrijden moet de D-score, de E-score en de eindscore getoond worden. Artikel 6.3 Korte oefeningen Voor de uitvoering van de oefening verdient een gymnast maximaal 10,00 punten in de E- score. Het D-jurypanel zal extra aftrek geven in de vorm van een neutrale aftrek (penalty) voor te korte oefeningen. 7 of meer elementen - 0,00 punten 5 6 elementen - 4,00 punten 3 4 elementen - 6,00 punten 1 2 elementen - 8,00 punten Geen elementen -10,00 punten Sectie 7 Regels met betrekking tot de D-score Artikel 7.1 Moeilijkheid 1. Op vloer, voltige, ringen, brug en rek, zullen de volgende moeilijkheidswaarden worden toegekend in alle wedstrijden: Waardedelen A B C D E F G Waarde 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60 0,70 2. Waar mogelijk, zijn alleen zelfstandige elementen in de moeilijkheidstabellen opgenomen. Elk element heeft een unieke moeilijkheidswaarde en een unieke Code Identificatie Nummer. 3. Elementen die niet in de moeilijkheidstabellen staan, moeten worden ingediend bij het hoofd van de wedstrijd jury 24 uur voor aanvang van de podiumtraining voor moeilijkheidswaardering. Voorwaardelijke moeilijkheidswaarderingen mogen worden toegekend door de gezaghebbende instantie van de betreffende organisator. 22

25 4. Een element (of element met dezelfde Code Identificatie nummer) mag worden herhaald, maar een herhaald element mag niet bijdragen aan de D-score. Zie voor voltige en ringen de extra regels in sectie 11 en Elementen die niet meer in de Code staan zijn meestal niet meer toegestaan of vallen onder de waarde van een A. 6. Elementen in hetzelfde kader met verschillende waardes mogen geturnd worden in dezelfde oefeningen met dat beide elementen bijdrage aan de D-score. Artikel 7.2 Elementgroep- en afsprong eisen 1. Met deze beoordelingscategorie, beoordeelt de jury de bewegingspatronen, welke, als toevoeging op de persoonlijke en technische mogelijkheden van de individuele turner zijn bedoeld om meer variatie van bewegingen in de samenstelling van de oefening te krijgen. 2. Elk toestel heeft vier elementgroepen die aangeduid worden met I, II, II, IV en, met uitzondering van vloer, een afsprong groep aangeduid met V. 3. Een turner moet in zijn oefening tenminste één element van elk van de 4 groepen opnemen. 4. Een element kan alleen aan de elementgroep voldoen, waaronder hij in de moeilijkheidstabellen opgenomen is. 5. Het vervullen van elke elementgroep (binnen de 10 tellende elementen) wordt beloond met 0,50 punt door de D-jury 6. Elke oefening moet eindigen met een toegestane afsprong die is opgenomen in de afspronggroep. (Zie sectie 10 en 13 voor specifieke regels voor vloer en sprong). Niet-toegestane afsprongen zijn: i. Afsprongen waarbij met de voeten afgezet wordt (behalve voor vloer) ii. Een oefening die afgesloten wordt met een deels getoonde of incomplete afsprong iii. Een afsprong waarbij niet op de voeten geland wordt (inclusief afrollen op de vloer) iv. Een afsprong die met opzet zijwaarts geland wordt. NB: Dergelijke elementen leiden ten alle tijden tot het niet herkennen van het element en de elementgroep door de D-jury. 7. Met betrekking tot de afsprong groep gelden de volgende regels: - Afsprong met A of B-waarde 0,00 punt (geen vervulling van de eis) - Afsprong met C-waarde 0,30 punt (gedeeltelijke vervulling van de eis) - Afsprong met D-waarde of hoger 0,50 punt (vervulling van de eis) Voor junioren: - Afsprong met A-waarde 0,00 punt (geen vervulling van de eis) - Afsprong met B-waarde 0,30 punt (gedeeltelijke vervulling van de eis) - Afsprong met C-waarde of hoger 0,50 punt (vervulling van de eis) Artikel 7.3 Combinatiebonus 1. Met deze beoordelingsfactor heeft de D-jury de mogelijkheid om speciale verbindingen te waarderen met een bonus. Deze verbindingsbonus geeft de mogelijkheid om beter onderscheid te maken tussen de oefeningen met moeilijke verbindingen zoals beschreven staat voor elk toestel. 2. De combinatiebonus mag alleen worden toegekend als hoge waarde elementen in directe aansluiting worden uitgevoerd zonder grote fout. Artikel 7.4 Beoordeling door de D-jury 1. De D-jury is verantwoordelijk voor het beoordelen van de inhoud van de oefening en het vaststellen van de correcte D score voor elk toestel zoals beschreven staat in secties 10 tot 15. Met uitzondering van omstandigheden die in artikel 7.4 genoemd 23

26 staan, is de D-jury verplicht elk toegestane element te erkennen en te waarderen als deze correct uitgevoerd is. 2. Van de turner wordt verwacht dat hij alleen elementen in zijn oefening opneemt die hij esthetisch en technisch beheerst en met volledige veiligheid kan uitvoeren. Zeer slecht uitgevoerde elementen zullen niet erkend worden door de D-jury en er zal door de E-jury aftrek gegeven worden. 3. Elk element is met een perfecte eindpositie en uitvoering beschreven. 4. Een element dat niet erkend wordt door de D-jury zal geen waarde toegekend krijgen. 5. Een element zal niet erkend worden door de D-jury als het significant afwijkt van de beschreven uitvoering. Een element zal niet worden erkend of gewaardeerd om de volgende redenen, als: a) Tijdens een vloeroefening het element uitgevoerd is startende buiten de vloer. (zie sectie 10 artikel a) b) Bij sprong, de turner een ongeldige sprong uitvoert zoals in sectie 13 beschreven staat. c) Als op brug een element wordt uitgevoerd met of vanaf voeten tegen de leggers zie sectie 15. d) Op een toestel een houdingselement wordt uitgevoerd met gespreide benen dat niet opgenomen is in de moeilijkheidstabellen. e) Het element in zijn uitvoering zo verandert is dat het niet meer past bij een element met een code identificatie nummer of te zien is wat voor waarde het element heeft (zie ook Appendix A.3.1), bijvoorbeeld: i. Een kracht element dat bijna volledig uitgevoerd wordt met zwaai ii. Een zwaai element dat bijna volledig uitgevoerd wordt met kracht iii. Een element dat gestrekt uitgevoerd moet worden, wordt duidelijk gehoekt of gehurkt uitgevoerd of andersom. In deze gevallen krijgt het element de waarde van het element dat is uitgevoerd. iv. Een kracht element dat normaal wordt uitgevoerd met gesloten benen, wordt nu uitgevoerd met gespreide benen. v. Een kracht element dat uitgevoerd is met gebogen armen vi. Een element in of naar handstand op ringen dat uitgevoerd is met de benen of voeten tegen de kabels om de beweging te controleren. f) Als het element wordt uitgevoerd met de assistentie van een vanger. g) Als de turner valt op of van een toestel tijdens een element of zijn oefening op een andere manier onderbreekt. h) Als de turner valt van of op het toestel tijdens het uitvoeren van een element zonder de eindpositie van het betreffende element te hebben bereikt, waarbij een vervolg met minimaal een zwaai mogelijk zou zijn geweest of waarbij het op een andere manier ontbreekt aan een moment van controle over het element tijdens herpakken of landen. i) Als bij een kracht houding element of bij een simpele houding element de houding niet wordt aangehouden. j) Als het heffen of optrekken wordt uitgevoerd vanuit een andere krachthouding die om wat voor reden dan ook niet wordt erkend of gewaardeerd. k) Als een element met een draai op de meeste toestellen met een over- of onderrotatie van 90º of een zwaai-element is uitgevoerd met een afwijking van de perfecte eindpositie die gelijk of groter is dan 45º (zie Appendix A.3.1). In sommige omstandigheden, vooral op sprong, kan een over- of onder-rotatie van 90º resulteren in het toekennen van een andere waarde van het element door de D-jury. l) Als op voltige elementen in dwarssteun of parallelle steun een afwijking hebben van 45º of meer voor het grootste deel van het element. m) Als krachthoudingen of simpele houdingselementen op welke toestel dan ook, een afwijking heeft van de correcte horizontale lichaams-, arm- of beenpositie van 45º of meer. Hiermee wordt bedoeld, bijvoorbeeld: 24

27 i. Omgekeerde breedtehang met het hoofd geheel boven ringhoogte. (deze afwijking is meestal groter dan 45 graden) ii. Breedtehang met de oksels volledig boven ringhoogte (deze afwijking is meestal groter dan 45 graden). iii. Zie ook artikel In alle gevallen, neemt de D-jury de beslissing die gebaseerd is op de grondslag van het turnen in het belang van de turnsport. In geval van twijfel wordt altijd beslist in het voordeel van de turner. 7. Elementen die zo slecht uitgevoerd worden dat ze niet erkend worden door de D-jury, zullen wel leiden tot aftrek door de E-jury. Artikel 7.5 Herhaling 1. Een oefening mag in principe niet worden herhaald, tenzij de turner de oefening moest onderbreken voor redenen buiten zijn schuld om. 2. Als de turner valt op of van het toestel, dan mag de turner zijn oefening te hervatten vanaf de val of het element dat niet erkend is herhalen en dan de oefening hervatten. (zie artikel 9.2.4). 3. Geen element (of hetzelfde code identificatie nummer) mag herhaald worden voor moeilijheidswaarde of de combinatiebonus. Dit geldt ook voor elementen die achter elkaar worden geturnd (uitzondering: bepaalde voltige elementen en flanken die de waarde van elementen verhogen als ze tweemaal achter elkaar worden uitgevoerd in speciale combinaties, en op ringen zie sectie 9). 4. Als de moeilijkheid van een element niet wordt erkend ongeacht de reden, dan kan een dergelijk element niet voldoen aan een elementgroepeis. Artikel 7.6 D-Jury Beoordeling Turnerische Actie Vervullen van de elementgroepeis D-Jury waardering Optellen van 0,50 punt voor elk geturnde elementgroep Afsprong eis A of B waarde afsprong = + 0,00 C waarde afsprong = + 0,30 D waarde afsprong en hoger = + 0,50 Afsprong eis junioren A waarde afsprong = + 0,00 B waarde afsprong = + 0,30 C waarde afsprong en hoger = + 0,50 Fouten die leiden tot het niet erkennen van het onderdeel (zie artikel 7.4 en 9.4) Assistente door vanger voor het uitvoeren van een element Houdingen niet aanhouden Herhalen van elementen Afzetten met de voeten van het toestel voor een afsprong of ene niet toegestane afsprong Krachthoudingen met gespreide benen of andere niet toegestane elementen Niet erkennen van de moeilijkheid Niet erkennen van de moeilijkheid Niet erkennen van de moeilijkheid Is toegestaan, maar krijgen geen waarde voor de moeilijkheid Niet erkennen van de moeilijkheid Niet erkennen van de moeilijkheid 25