OPENBARE VERGADERING. van de raad der gemeente Alblasserdam op woensdag 12 april 2006 des namiddags om uur in het raadhuis

Transcriptie

1 OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op woensdag 12 april 2006 des namiddags om uur in het raadhuis Aanwezig de leden: de heer A.L. Cardon (PvdA) (t/m agendapunt 7), mevrouw P.M. Wennekes (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer J.J.G. Lok (PvdA), de heer O. Yilmaz (PvdA), de heer S.C. van Reeuwijk (PvdA) (vanaf agendapunt 11), de heer J. de Gruijter (CDA) (t/m agendapunt 7), mevrouw L. Sundquestvan Solingen (CDA), de heer A.C.C.M. Ruikes (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA) (vanaf agendapunt 11), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer J. de Waard (SGP), de heer dr.ir. H. Boersma (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), de heer J.M. Dekker (VVD) (t/m agendapunt 7), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD) (vanaf agendapunt 11), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie) en de heer A.G. Clements (ChristenUnie); Afwezig: Wethouder: Griffier: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA) en de heer T. de Gelder (CDA); de heer P.A. Zevenbergen (SGP) (t/m agendapunt 7), de heer A.L. Cardon (PvdA) (vanaf agendapunt 8) ; de heer J. de Gruijter (CDA) (vanaf agendapunt 8) en de heer J.M. Dekker (VVD) (vanaf agendapunt 8); de heer J.J. t Lam; de heer drs. A.D. van den Bergh; Dames en heren, allemaal zeer hartelijk welkom. Ik open de vergadering en heb de mededeling dat twee leden van de raad niet aanwezig zijn. Dat is mevrouw Barra en de heer De Gelder. Verder zijn we compleet. De eerste raadsvergadering in de nieuwe samenstelling. Vergist u zich niet, voorzitter? We hebben de heer De Gelder toch zojuist gezien? Ja, maar hij kwam melden dat hij door persoonlijke omstandigheden helaas de vergadering niet zou kunnen bijwonen. Hij staat ook niet op de foto, zodat wij zeker weten dat we nog een keer op de foto gaan, want mevrouw Barra staat ook niet op de foto. Maar desalniettemin gaan wij dus de vergadering beginnen, deze hele bijzondere eerste openbare vergadering na de verkiezingen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 Spreekrecht burgers Ik heb begrepen dat er twee aanwezigen zijn die het woord zouden willen voeren, de heer De Knecht en de heer Van Leeuwen. De heer Knecht naar aanleiding van agendapunt 5. De heer De Knecht, gaat uw gang. De heer De Knecht: Voorzitter, dank u wel. Ik spreek namens de beide ouderenbonden, PCOB en ANBO, met betrekking tot agendapunt 5. Voorzitter, het electoraat heeft gesproken, we mochten ook nu weer in alle vrijheid onze stem uitbrengen. In hun verkiezingsprogramma s hebben de plaatselijke partijen ons van alles voorgehouden en beloofd.

2 2 Tal van zaken komen onder de aandacht en wat mij het meeste opvalt daarbij, is dat alle partijen zich sterk maken voor het bouwen van voldoende seniorenwoningen en dat is een goede zaak, want dit verdient aller aandacht de komende jaren. En ik wil me dan ook tot dit onderwerp beperken. Inmiddels is er een coalitie gevormd en heeft men zich met elkaar op tal van punten kunnen vinden en we hopen dat datgene wat de komende jaren het meest belangrijk is, ten uitvoer kan worden gebracht. En als één ding echt nodig is, dan is dit het bouwen van seniorenwoningen. Maar, laten we het zuiver houden. Bij het aantreden van de vorige gemeenteraad in 2002 werd een motie aangenomen, waarin het college werd uitgenodigd maximale inspanning te verrichten aan het oplossen van het probleem tekort aan betaalbare huur- c.q. seniorenwoningen.tenminste 100 van deze woningen extra te bouwen. Echter aan het einde van de vierjaarlijkse termijn, nu anno 2006, blijkt dat er hiervan slechts 36 woningen gerealiseerd zijn, aan de Elzenhof, dus we hebben nog een behoorlijke achterstand. Hoewel het college in haar evaluatie zegt, dat er 122 van deze woningen gebouwd zijn, en daar zit nog een telfout in ook, want dat moeten er 118 zijn, wordt gesproken over 86 woningen aan de Drentse Buurt en 32 woningen aan de Koningin Wilhelminaweg, tezamen 118, en dat is natuurlijk niet juist, want die waren al in een vorig programma begrepen. Het collegeprogram van toen droeg de naam Van droom naar daad en dat is ook leuk gezegd, maar helaas is het alleen bij de droom gebleven en hebben we derhalve al een achterstand van 64 seniorenwoningen. Terwijl ook nu weer door u over 100 extra woningen wordt gesproken. Gezond verstand gebruiken m.b.t. de noodzaak van het bouwen van seniorenwoningen en bij de evaluatie op de juiste wijze de zaken weergeven. Dat schept vertrouwen. Ik hoop dan ook te mogen constateren, dat door de politiek in praktijk wordt gebracht wat zij in de verkiezingsleuzen ons hebben voorgehouden en er samen met de daarvoor geëigende instanties ervan doordrongen zijn of nog doordrongen raken, dat er de komende jaren veel van genoemde woningen moeten worden gebouwd, wat mede tot gevolg zal hebben dat er een doorstroming ontstaat, zodat ook jongeren de gelegenheid wordt geboden een huis te huren, als dat hun keuze is. Het is niet onbekend dat op deze manier het mes aan twee kanten snijdt. De gemeente heeft de plicht te zorgen voor voldoende geschikte huisvesting voor senioren, waar als dat nodig is, extramurale zorg kan worden verleend, want daar gaat het om: nú en in de toekomst. De vergrijzing neemt toe, ook in Alblasserdam en daarbij is het zaak dat de daartoe geëigende instanties op grond van demografische gegevens c.q. noodzaak, zich de komende jaren tot het uiterste inspannen. MdV, dit was het. Dank u wel. Dank u wel. Ik zou willen vragen aan de raad of, gelet op deze opmerkingen, nog verduidelijkende vragen moeten gesteld gaan worden? Is er niemand die hierover iets zou willen zeggen? Dan wordt het meegenomen bij de bespreking. De heer Van Leeuwen. De heer Van Leeuwen: Voorzitter, geachte aanwezigen, toen ik vanavond om half 7 thuiskwam, en de Klaroen pakte, zag ik dat we vanavond ook als gewoon burger gebruik mochten maken van het spreekrecht van de gewone burger. Daar heb ik mij nog even op voorbereid en ik heb daarvoor het collegeprogramma gepakt, dat afgelopen weken gemaakt is, dus daar ga ik het niet over hebben. Normaal gesproken staan hier mensen die iets negatiefs hebben, die vaak hun klachten kwijt willen, die hun aandacht willen vragen voor zaken die van belang zijn. Ik wil dat ook, maar dan in positieve zin. Ik wil vanavond spreken namens een grote groep van de bevolking: 36% van de bevolking heeft in het stemhokje hetzelfde gestemd als dat ik gedaan heb, en kort door de bocht zou je kunnen zeggen, dat ik namens 36% van de bevolking dan ook kan spreken vanavond. De heer Boele zal daar waarschijnlijk wel een opmerking over maken, dat dat rekenkundig niet goed is, maar dat calculeren we in. De onderhandelingen die gevoerd zijn, zijn volgens mij vrij goed verlopen, vooral het openbare karakter dat daaraan is, heeft mij als burger bijzonder positief gestemd. Het akkoord vind ik spreken namens een groot deel van de bevolking. Een uitstekend akkoord, en zéker het feit dat het erop lijkt dat de drie stromingen in de Alblasserdamse bevolking vertegenwoordigd worden in de gemeenteraad, denk ik dat een zéér goede zaak is. Waar ik het nieuwe college toe wil oproepen, is om gewoon die positieve lijn voort te zetten, om het zoveel mogelijk, niét zovéél mogelijk, maar eigenlijk alles in de openbaarheid te doen. Niks in achterafkamertjes, en zoveel mogelijk de bevolking erbij te betrekken en niet alleen erbij betrekken, maar vooral naar de bevolking toé gaan. Ik denk dat dat ook van de Alblasserdamse bevolking een duidelijke boodschap is aan het nieuwe college: hou de openbaarheid hoog in het vaandel. Dank u wel.

3 3 Zijn over de bijdrage van deze inspreker nog vragen, die bij u opgekomen zijn? Zo niet, dan nemen wij het mee bij de bespreking van agendapunt 5. Blijft over, dat ik aan u zou willen vragen om een agendapunt toe te voegen aan de vergadering. Gelet op artikel 11, lid 2 van het Reglement van Orde, zou ik aan u willen vragen het raadsvoorstel dat voor u op tafel ligt, aan de agenda toe te voegen en dat gaat over de toekenning van de erepenning, die wij in de gemeente kennen. Dat zal dan agendapunt 18 worden. Iedereen is het daarmee eens? Dan hebben wij aldus besloten. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 2 Aanwijzing door het lot van het lid, dat het eerst aan de beurt van stemmen is Dat is het raadslid met nummer 2, de heer Van Lavieren. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 Actualiteiten Wie van u zou daarover het woord willen voeren? Niemand, dan hebben wij dat behandeld. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 Vaststelling notulen openbare vergadering dd. 1 maart 2006, 15 maart 2006 en 16 maart Wie van u zou er over 1 maart het woord willen voeren? Wie van u zou er over 15 maart het woord willen voeren? Wie van u zou er over 16 maart het woord willen voeren? Niemand? Dan hebben wij al deze notulen vastgesteld. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 5 Bespreking akkoord PvdA, CDA en VVD Met open oren, gezond verstand en een warm hart investeren in de Alblasserdamse samenleving De fracties van de PvdA, hert CDA en de VVD hebben met elkaar een akkoord gesloten, waarin is vastgelegd wat zij in de raadsperiode willen waarmaken en dat de basis is voor het op te stellen collegeprogramma. Het presidium stelt de raad voor de collegevorming en het akkoord te bespreken. Wie van u wil daarover het woord voeren? Niemand? De heer Cardon, de heer Zwaan, de heer Dekker, de heer Boele en de heer De Gruijter. De heer Cardon: MdV, ik wil in ieder geval hier een verantwoording afleggen over het proces zoals dat gelopen is, om te komen tot een partijenakkoord, en voor alle duidelijkheid: het is dus geen collegeprogramma. Dat moet nog gemaakt worden. Laat ik beginnen met het proces: het is verheugend, denk ik, dat we vóór de verkiezingen een bijeenkomst gehad hebben, op aangeven van de voorzitter, om afspraken te maken over de aanpak na de verkiezingen. Ik denk dat dit een hele goede afspraak geweest is, omdat daar gesteld is: we gaan niét in deze raad een gemeenschappelijke sessie houden, en ik begrijp dat mensen dat heel leuk vinden, om dat toch te doen, mijnheer Huisman, maar wij hebben dat niet gedaan. Wij hebben vooraf gekozen om de grootste fractie het voortouw te geven met de gesprekken met andere partijen.

4 4 Een ander belangrijk feit is, dat vooraf aan de orde geweest is om mee te doen aan één of andere stemwijzer. Daar waren we toen te laat voor en gelukkig hebben wij in Alblasserdam de programma s vergeleken en daar heeft de griffier een heel belangrijke rol in gespeeld, want nu kun je nog in de krant soms lezen, dat de programma s nog vergeleken moeten worden, en dat is hier allemaal van tevoren gebeurd. Dus dat was ontzettend handig, dat kan ik u vertellen. Dat heeft ertoe geleid dat uiteindelijk dit per programmapunt gebeurd is, voor degenen die hier nieuw op deze tribune zitten: wij kennen in Alblasserdam een programmabegroting en dat betekent dat er per programmapunt, dus Bestuur, Samenleving en noem maar op, er dus gezegd wordt wat de gemeenteraad wil en in dezen was het dus dat de fracties aangegeven hebben van: wat zijn wij van plan de komende vier jaar. Wij zijn onmiddellijk na de verkiezingen, hadden we vóór de verkiezingen geprobeerd in die sessie, om al afspraken te maken over het moment dat we met elkaar rond de tafel zouden gaan zitten. Dat is toen niet aanvaard. Men heeft gezegd: wij maken de agenda s wel leeg voor zo n belangrijk onderwerp en wat dat betreft mijn dank, dat daar door alle partijen ook ontzettend aan meegewerkt is. Dat betekent dat we toch in een behoorlijk tempo hier met elkaar eruit gekomen zijn. Of dat nou tot vreugde is van een ieder, dat is wat anders, dat komt direct dan wellicht, maar in ieder geval: iedereen heeft meegewerkt om constructief te komen tot samenwerking op dát punt. We hebben, en ook in dezen, dat hadden we ook gelukkig van tevoren afgesproken, en dat kan ik met name zeggen: een geweldige steun gehad aan de griffier, die hier een belangrijke rol gespeeld heeft met het organiseren van de bijeenkomsten en de geweldig heldere verslagen, die bijna dezelfde avond nog klaar waren. Een belangrijk punt is, dat wij vanaf het begin gekozen hebben voor het openbaar maken van de verslagen. Het verheugt ons ten zeerste dat geen enkele partij gezegd heeft: dat zien we ábsoluut niet zitten. Dus een hele goede zaak. Iedereen kon vanaf dat moment de verslagen krijgen en deze zijn ook op het net gezet. We hebben gesprekken gevoerd, in eerste instantie, met alle partijen en aan de partijen hebben we gevraagd, in ieder geval: wie denkt u dat er in het college moeten komen te zitten, wat is uw voorkeur? En een ander punt was: wat zijn de belangrijkste punten voor u, die aan de orde moeten komen? En: wie is uw kandidaat? Die gesprekken, ik zei het al, hebben we gevoerd met alle partijen, de PvdA heeft dat initiatief genomen, en heeft dat gesprek gevoerd met één vast persoon aanvankelijk, de heer Van Leeuwen. Die kende bepaalde mensen hier al uit de raad in het verleden, en dat heeft in ieder geval een geweldig positieve zwaai aan het geheel gegeven, moet ik zeggen, ook tot mijn vreugde. Wij hebben geconstateerd dat een aantal partijen zeiden: nou ja, je zou ook wel met dezelfde collegesamenstelling verder kunnen. Uiteindelijk kon geconcludeerd worden door de delegatie van de PvdA, en dat was ook geadviseerd door sommigen, om met het CDA maar eens te kijken hoe ver we zouden komen, en een ieder die de vertegenwoordiger van het CDA kent, de huidige wethouder nog, weet dat hij ook rap iets op papier zet en dat is ook gebeurd, en ik kan zeggen: dat betekent, daar lág wat, waar wíj ons in konden vinden, en wij dan bedoel ik de PvdA en het CDA en de eindconclusie was na die gesprekken, dat het CDA en de PvdA zouden proberen dat verder uit te werken. Dáár heeft ook weer een belangrijke rol gespeeld de vergelijking van de programma s. De griffier heeft toen de programma s van het CDA en de PvdA uit dat raamwerk gelicht, zodat wij ook nog per programmapunt konden bekijken waar overeenkomsten zaten en waar punten zaten waar wij absoluut een uitspraak over wilden doen. Ik moet zeggen dat het CDA begonnen is met, en dat hebt u kunnen lezen, stel dat u de verslagen gezien hebt, met te zoeken of er bij de PvdA punten waren die onoverkomelijk zouden zijn. Nou, onderhandelingstechnisch hebben we dat in ieder geval niet gedaan. Ik heb ook gelezen in de krant, van de avond dat er verkiezingen waren, ik dacht de ChristenUnie nog gezegd heeft: dat zou je natuurlijk niet moeten doen, want dan staat de PvdA buitenspel. Dat hadden wij ondertussen ook geleerd, dat je dat niet moest doen. Dus één van de prominente punten toch in één van de eerste gesprekken was, dat het CDA een claim en later een sterke voorkeur uitsprak voor een bepaalde portefeuille en dat heeft natuurlijk in het geheel ook een belangrijke rol gespeeld. Uiteindelijk hebben het CDA en de PvdA een veertien kantjes tellend stuk gekregen, een stuk op hoofdlijnen, met een heel duidelijk voorwoord en dat voorwoord komt erop neer, dat wij, en daar is natuurlijk de schrijver heel sterk en je weet wie de schrijver was, heel sterk in het brengen van hele mooie teksten als: oren open en dat soort zaken. Dat hebben we ten zeerste onderschreven omdat die oren open betekent: we willen luisteren naar een ieder in Alblasserdam van: wat leeft er? maar met beide benen op de grond, wij zullen ook heel duidelijk kunnen communiceren en zúllen communiceren van: kijk, dit kan niet op grond van financiën of omdat het toch een zaak is van één partij en wij leven hier met vele partijen in Alblasserdam en dan bedoel ik: verenigingsleven, of dan bedoel ik de ouderen, bijvoorbeeld. Wij zullen natuurlijk proberen om die woningen te realiseren, die nu genoemd zijn, dat hoop ik ook, maar er kunnen momenten voorkomen, dat een aantal zaken niet gehaald kan worden en dan zúllen we dat tijdig communiceren, waarom dat is en dan hoop ik dat daar ook begrip voor is.

5 5 Nou, dat warme hart betekent dat we naar mensen toe zullen gaan en hopelijk dat men het ervaart als zeer positief en oké, dat is het voorwoord, dat zit erin, dat betekent naar mensen toe en één van de punten die nou niet voorkwam in een ander verkiezingsprogramma in ieder geval, maar ieder kan zelf vergelijken, dat is het vergaderen op een andere locatie dan deze. Dat is al eens in deze vergadering aan de orde geweest, maar daar zit een filosofie achter, en daar komen we ongetwijfeld nog eens over te spreken, want er zal een onderzoek gedaan worden en dat betekent dat het hier in deze vergadering terugkomt. Uiteindelijk lag er dus een stuk, daar heeft de CDA-afgevaardigde en de PvdA ook nog op zaterdag tijd in moeten stoppen, er is aardig wat afvergaderd. We zijn uiteindelijk op die zaterdag zo ver gekomen dat we het aan de andere partijen konden sturen, nl. de ChristenUnie, de SGP en de VVD, met het verzoek om in de loop van de daarop volgende week te reageren op het stuk, van: wat vindt u van dit stuk dat we geproduceerd hebben? en dan: zijn er ook onderwerpen waar u van zegt: die horen er eigenlijk niet in, want dat is voor ons problematisch. Of zijn er punten die erin horen? We hebben ook gevraagd: oké, u hebt ongetwijfeld gezien waar de voorkeuren zitten voor portefeuilles, wie hebt u voor die portefeuilles? Maar het eind van het stuk was, dat de VVD heeft gereageerd, met een schriftelijk stuk. In die periode hebben we ook, dat is regelmatig gebeurd, maar in ieder geval op dát moment, toen dat stuk er lag, hebben we ook de voorzitter van het college van deze raad gevraagd te reageren op het driepartijen-, of tweepartijen- toen nog, akkoord. Daar hebben we wijziging in aangebracht en u hebt gekregen nu het stuk Met open oren, gezond verstand en een warm hart investeren in de Alblasserdamse samenleving en we hebben met de VVD dus overeenstemming kunnen bereiken over de tekst en over de kandidatuur, want ik zei al in het begin van mijn betoog dat de CDA-wethouderskandidaat de sterke voorkeur uitsprak voor ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en milieu. En wellicht zult u begrijpen dat, tenminste dat heb ik altijd begrepen van de achterban, dat hij niet thuis moest komen zonder eigenlijk sociale zaken en samenleving, dus alles wat daarbij hoort. Nou, dat heb ik natuurlijk ook ingebracht, en dan blijft er over een portefeuille met name, nog wat randgebeuren, maar met name toch financiën en openbare werken. Ja, er zijn natuurlijk nog. monumentenbeleid, bij wie zit dat en dat soort zaken? Om maar wat te noemen, maar in ieder geval: de kernportefeuilles, mag ik toch wel zeggen, nou in ieder geval: financiën, laat ik daar even mee doorgaan, en openbare werken, nou, dat was voor de VVD geen enkel probleem, dat zult u begrijpen. Het CDA had het ons ongetwijfeld moeilijker gemaakt, als ze gezegd hadden: wij willen welzijn weer. Wij hebben ook uitgesproken dat wij de niet-lichte portefeuille personeel en organisatie voor onze rekening willen nemen en een ieder weet dat de begrotingsbehandeling vorig jaar met name toch ook ging over personeel en daar moet behoorlijk wat gehaald worden bij het personeel, maar we hebben gelukkig uitgesproken in het stuk dat er nu voorligt, dat wij deze reorganisatie eens even zijn gang laten gaan en niet nog allerlei andere dingen erbij gaan nemen, omdat tenslotte de mensen hier het moeten doen en ik hoop dat het duidelijk bij het personeel overkomt. Eerst maar eens even kijken hoe de reorganisatie nou uitpakt en dan pas weer iets nieuws erbij. Hier wilde ik het in eerste instantie bij laten, voorzitter. Dank u wel, mijnheer Cardon. U heeft helder aangegeven hoe u tegen het stuk aankijkt. M.b.t. de bespreking heeft de heer Zwaan ook het woord gevraagd. Gaat uw gang. De heer Zwaan: Dat klopt, dank u wel. Graag maken we van deze gelegenheid gebruik om te reageren op de collegevorming en het door de coalitiepartijen bereikte akkoord. Wij zullen niet uitgebreid ingaan op de gelopen race, bij wijze van spreken: de foto s zijn al genomen en het stuk is, zeg maar, hier intern ook al met natte ogen ontvangen. De heer Cardon: Is het zo erg? De heer Zwaan: Ja, van ontroering. In ieder geval, als het gaat om de collegevorming is onze precieze inbreng duidelijk te vinden in de openbare verslagen op de website van de gemeente Alblasserdam. Deze open aanpak heeft ons aangesproken en desondanks willen we toch een aantal korte opmerkingen maken over de gevolgde procedure. Dat het CDA een sleutelpositie zou hebben, was ons vanaf het begin duidelijk.

6 6 Gelet op het totale verkiezingsresultaat én de positie van het CDA was het logisch dat PvdA en CDA eerst samen het gesprek zouden voeren. Over het vervolg, dat door PvdA en CDA is gekozen, zijn we iets minder te spreken, want helaas hebben PvdA en CDA besloten om niet de ChristenUnie te vragen als coalitiepartner. De gemaakte keuze is gemotiveerd door aan te geven dat men voor bestuurskracht is gegaan. Daarmee geven zij impliciet aan dat er de afgelopen vier jaar een vakwethouder in het college heeft gezeten. Op deze motivering is nogal iets af te dingen. In de eerste plaats: de PvdA heeft bijv. in haar verkiezingsfolder, die de laatste uren voor de verkiezingen nog werd rondgebracht, op vrij indringende wijze afgegeven op het vorige college en daarmee op deze VVD-wethouder in het bijzonder. Bijna triomfantelijk werd opgemerkt, dat geen enkele jaarrekening tijdens de vorige collegeperiode positief is afgesloten. Dan is het toch niet vreemd als de ChristenUnie juist de PvdA vraagt om deze portefeuille te bemensen. Juist ook als er indicaties waren dat de PvdA deze portefeuille zou willen invullen. Verder merken we het volgende op: het CDA heeft gekozen voor de PvdA en de VVD. Hiermee heeft het CDA dus niet voor andere mogelijkheden gekozen. Effect is, dat de meerderheid van CDA, SGP, ChristenUnie, de confessionele partijen in deze raad, niét tot uitdrukking komt in dit college. Het christelijke gedachtegoed zou breder in het college vertegenwoordigd moeten zijn. Dat vinden we dan dus ook een te betreuren resultaat. Zitten de hier dan nu sip te kijken en hebben we een sip gezicht? Nee, zeker niet. De ChristenUnie zal de komende periode vanuit de raad haar werk met elan verrichten. Graag willen we de coalitiepartijen aanspreken op het handhaven van een open bestuurscultuur, waarin zoveel mogelijk raadsbreed tot overeenstemming gekomen wordt. Vele belangrijke projecten voor Alblasserdam vragen om een brede steun uit de raad. We vertrouwen erop, dat, gezien de bestuurscultuur in ons mooie dorp, de collegepartijen ook van mening zijn dat deze brede steun noodzakelijk is. En natuurlijk: goéde voorstellen kunnen onze instemming krijgen, maar zo nodig schuwen we stevige oppositie niet en onthouden we dan ook onze steun. We vragen gedegen voorstellen, die we positief kritisch zullen volgen en eventueel amenderen en misschien nog wel eens met een initiatief zullen komen. Hiermee willen we het bruggetje slaan naar het driepartijenakkoord en enkele inhoudelijke opmerkingen maken. Het is zojuist al gezegd, maar het is opvallend dat het programma wel heel erg duidelijk het handschrift heeft van de heer De Gruijter. Het kan gezien worden als een voortzetting van het beleid van het vorige college, inclusief de financiële werkwijze. Er is geen duidelijke lijn waarneembaar, die een breuk t.o.v. het beleid van de afgelopen jaren laat zien. We hebben in de gesprekken rondom de collegevorming reeds aangegeven dat we veel herkennen waar ook de ChristenUnie voor staat. Op zich is dat prettig om te lezen en is dit naar onze mening ook zelfs wenselijk en niet voor niets hebben wij onze steun gegeven aan het vorige college. De PvdA heeft blijkbaar het CDA de regie gegeven op dit document, enerzijds slim, om zo een programmatische breuk te voorkomen. Zo kon het CDA niet om de PvdA heen. Anderzijds is nu gevraagd of de zeldzame PvdA-kroonjuwelen wel zo hard zijn, als naar buiten toe gepresenteerd. Het duidelijkst komt dit naar voren bij de passage over de raadzaal. Er zijn verschillende aan elkaar gekoppelde voorwaarden gesteld, voordat er een raadfaciliteit in de Nieuwe Wipmolen komt. Het lijkt ons in ieder geval onwaarschijnlijk, dat het inpassingsonderzoek leidt tot een aanpassing van het huidige ontwerp, tot een besparing en tot een inhoudelijk andere afweging. Maar we zijn natuurlijk altijd benieuwd. Als het gaat om de voorgespiegelde hoofdlijnen, zal het duidelijk zijn dat we alert zullen zijn op de wijze waarop bijv. het bijzonder primair onderwijs, het versterken van de groenstructuur en het toerisme handen en voeten krijgt hier in Alblasserdam. We gaan ervan uit dat de afspraken door de partijen over bijv. de zondagsrust en winkelopenstelling gerespecteerd blijven. Risico van dit programma is de hoeveelheid en complexiteit van projecten, die in het eerste deel van deze collegeperiode uitgewerkt moeten zijn, en de wijze van financiering ervan. Er komt volgens het akkoord een oud-voor-nieuwoperatie. We roepen de collegepartijen op, om met een duidelijk document te komen, om te zien wat de effecten van de keuzes zijn. Een werkwijze waar de PvdA in de afgelopen jaren op gehamerd heeft. Dus dat zal wel goed komen toch, mijnheer Cardon? De heer Cardon: Ja, absoluut. De heer Zwaan: Schitterend. Tenslotte, we wensen het nieuwe college God s wijsheid om het program om te zetten naar een collegeprogram en bijbehorende aangepaste begroting. Alsdan kunnen we en zullen we ook meer inhoudelijk reageren. We hopen in ieder geval op een constructieve verstandhouding met de coalitiepartijen en het college en we verheugen ons op de debatten in deze raad en in de commissies. Dank u wel.

7 7 Dank u wel. De heer Boele. Voorzitter, laat ik beginnen met wat voorop onze lippen ligt. Mijn fractie is heel teleurgesteld, dat wij buiten het college zijn gehouden. Daarop hadden we niét gerekend, dat hadden we ook niét verwacht en wij menen dat we dat ook niet hoéfden te verwachten. Ik licht dat toe. De PvdA haalt bij de verkiezingen zetelwinst. Weliswaar is dat geen overtuigende comeback, dat heb ik ook al gezegd op de avond van de verkiezingen zelf, maar het is onmiskenbaar een forse sprong voorwaarts en dat rechtvaardigt in de opvatting van onze fractie ook deelname van de PvdA aan het college. Het CDA behoudt haar vier zetels, dat is tégen de landelijke trend in en ook dát is een prestatie en ook dát, vinden wij, rechtvaardigt deelname van het CDA aan het college. Kortom, de combinatie van de PvdA en CDA is beslist te verdedigen. Daar hebben wij ook in de eerste contacten met de heer Cardon en de heer Van Leeuwen geen geheim van gemaakt. Tot zover, voorzitter, geen problemen. En dan gaat de kwestie spelen van: wie wordt de derde partij? Voorzitter, wij vinden met overtuiging dat daar niét voor de VVD had behoren te worden gekozen. De twee belangrijkste argumenten daarvoor zijn, dat de VVD als énige partij zetelverlies had en daarmee veel stemmen verloor. Dat gegeven staat voorop. De tweede belangrijke overweging van ons is, dat door de komst van de VVD in het college er een niet-confessionele meerderheid komt in het college, terwijl er in de raad een confessionele meerderheid is. Dat vinden wij een onjuiste afspiegeling van de krachtsverhoudingen. Wij menen daarentegen, voorzitter, dat er wél had gekozen moeten worden voor de SGP. Onze partij is als een stabiele factor uit de verkiezingen gekomen. Op twee na de grootste partij: drie zetels behouden. Dat had dus ook beter weerspiegeld de krachtsverhoudingen na de verkiezingen en ook durven wij te zeggen, zijn we in de achterliggende twaalf een betrokken en loyale partner geweest in de coalities die toén bestonden. Echter, voorzitter, deze analyse van onze fractie, is door de combinatie van de PvdA en CDA niét overgenomen. Daar worden verschillende argumenten voor gebezigd. De PvdA zegt dat met het opnemen van de VVD in het college de drie hoofdstromingen, socialisten, christenen en liberalen zijn vertegenwoordigd, en van het CDA horen we vooral dat we met de kandidatuur van de persoon van de heer Dekker er meer bestuurskracht verzekerd is in het nieuwe college. Over deze argumentatie, voorzitter, stellen wij aan resp. CDA en PvdA een paar vragen. Aan het CDA de eerste vraag: waarom kiest u, CDA, die zich nadrukkelijk als een christelijke partij profileert, niet voor een christelijke coalitiepartner als derde partij in het college? En bent u zich ervan bewust, voldoende van bewust, dat u zo de niet-christelijke minderheid in de raad, van PvdA en VVD, aan een méérderheid in het college helpt? En is het CDA er zich van bewust, voorzitter, dat het telkens maar weer gebezigde argument in de kranten, in woorden, tot op de weblog, dat er méér bestuurskracht met een VVD-keuze is verzekerd, dat dat argument ook een pijnlijke keerzijde heeft, nl. dat blijkbaar die kracht door de SGP niét kan worden gehaald. Onze vraag is: waarop baseert het CDA die opvatting? Hoe hebben zij inzicht gekregen in de bestuurskracht die ónze kandidaat had gesteld? Het zegt misschien, dit argument, voorzitter, de VVD levert met de persoon van de heer Dekker meer bestuurskracht, ook iets over de bestuurskracht die het CDA van de andere, grootste, coalitiepartij, de PvdA, verwacht. We hebben ook een vraag aan de PvdA over deze stand van zaken, voorzitter. Het is ook net al door de heer Zwaan gerefereerd, op de dag voor de verkiezingen doet de PvdA een scherpe aanval op het financiële beleid van het oude college. Het is ook bijna een persoonlijke aanval op de wethouder van financiën in dat college en wij zoeken nu even naar de geloofwaardigheid van de PvdA, om nou juist met déze partij en déze persoon, het oude financiële beleid voort te zetten. Dan een paar opmerkingen, voorzitter, over de procedure die gevolgd is om te komen tot het uitbreiden van de combinatie van twee partijen naar drie partijen. Na, de heer Cardon zei het al, intensieve en langdurige, tot op zaterdag gevoerde, onderhandelingen tussen PvdA en CDA ontstond een coalitieakkoord. Dat was een afgerond document, een afgewógen document. Het had zelfs al een motto, en zo werd dat gestuurd naar de drie andere partijen. Het énige dat in de document ontbrak, voorzitter, was de naam van de derde partij. En zo n derde partij stond eigenlijk op dat moment op achterstand. Om drie redenen: de derde partij was getalsmatig niét nodig om aan een raadsmeerderheid te komen. Die derde partij heeft niét van meet af aan de onderhandelingen over het coalitieakkoord gevoerd en die derde partij stapte dús van de zijkant binnen. En in die omstandigheden, voorzitter, mochten SGP, ChristenUnie en VVD naar de positie van derde partij meedingen. Wij dachten en wij ondervonden: wie de minste problemen maakte, en zich zo nederig mogelijk opstelde, gooide voor die positie de hoogste ogen.

8 8 Voorzitter, wij vragen daar aan zowel PvdA en CDA het volgende over: Bent u zich ervan bewust geweest, dat met zo n benadering de derde partij tot het spreekwoordelijke vijfde wiel aan de wagen werd gereduceerd? En voorzitter, in de contacten die wij toén hadden met CDA en PvdA hebben wij bij déze procedure de vinger gelegd en wij vragen nu: is het eerlijk dat die kritische vinger, die wij daar toen bij legden, nú leidt tot de constatering dat wíj onszelf daarmee op achterstand stelden om te komen tot de kandidatuur voor de derde partij? Wij hebben ook een vraag hierover aan de VVD: u bent gekozen om die derde partij te zijn, maar uw inhoudelijke inbreng in de coalitievorming is héél betrekkelijk geweest. Het door de PvdA en CDA gesloten akkoord is, op een handvol woorden na, geheel overeind gebleven. En wij vragen ons af hoe een zichzelf respecterende partij als de VVD altijd geweest is, met deze stand van zaken genoegen kon nemen. En ook hoe de kandidaatwethouder van deze partij, de heer Dekker, na zó aangevallen te zijn, tot vlak voor de verkiezingen, door de PvdA, zich zó snel en zó voetstoots in een coalitie met deze partij kon voegen. Dan een paar opmerkingen over het coalitieprogramma, voorzitter. Het coalitieprogramma is geschreven, de heer Cardon zei het net al, door de lijsttrekker van het CDA. Het is gepresenteerd als een coalitieakkoord door CDA en PvdA en het is uiteindelijk ondertekend door CDA, PvdA en VVD. De betrokkenheid bij het programma werd almaar breder, maar, en dat is heel opmerkelijk, de inhoud van het programma veranderde ondertussen nagenoeg niét. Ik zei net al: een handvol woorden maakt het verschil uit. Wij vragen ons dus nu af, en misschien dat daar de coalitiepartijen licht over kunnen doen schijnen: is het nu een éénpartijprogramma, of is het een tweepartijenakkoord, of is het een driepartijenakkoord? Wij verkeren in het onzekere. Voorzitter, het is net ook al gezegd door mijn collega van de ChristenUnie: het programma bevat heel veel oud beleid. We hebben het nog eens even bekeken, het is eigenlijk voor 95% een voortzetting van het beleid van de oude coalitie en ook dát hebben wij geconstateerd, het is ook niet echt weersproken, in het overleg dat we hebben gevoerd met de PvdA en het CDA. We hebben daarover een paar vragen aan de PvdA. Het coalitieprogramma, ik zei het al, is voor een belangrijk deel een voortzetting van bestaand beleid, wat is nu concreet de inbreng geweest van de PvdA in dit akkoord? Toegespitst en geformuleerd, voorzitter: in welke opzichten onderscheidt nou dit programma, tot stand gekomen onder leiding van de PvdA, zich van het beleid van de vorige coalitie, zo fel bestreden in de verkiezingscampagne door de PvdA? Ik zal, ter illustratie, de betekenis van die vraag nog even toelichten, voorzitter. De PvdA pleitte voor aanzienlijke ombuigingen in de harde infrastructuur. Daar moest zelfs een miljoen vandaan komen. En wat lezen we nu in het coalitieakkoord? Het niveau voor het onderzoek van de infrastructuur blijft conform het meerjarenprogramma. Zelfs een voorziene bezuiniging wordt ongedaan gemaakt. De PvdA pleitte voor veel meer goedkope bouw, huurbouw. En wat lezen we in het coalitieakkoord? En worden évenveel goedkope als dure woningen gerealiseerd. De PvdA pleitte voor méér geld voor armoedebeleid, dat moest gulhartiger. En wat lezen we in het akkoord? Het gaat niet meer om bedragen, maar het gaat om mensen. Wij vroegen ons af: wil de PvdA dit akkoord nu écht? Of was het uiteindelijk deelname aan het college, dat het hoogste doel was? En aan het CDA willen we vragen, voorzitter: hoe taxeert u de politieke betrouwbaarheid, ik zeg dat woord politiek er nadrukkelijk bij, van een partner die van tevoren allerlei dingen heeft gezegd en het anders heeft gewild dan het oude college, óók met deelname van het CDA, heeft gewild, maar op dit moment zo heel snel omging. Voorzitter, dan toch over het programma nog twee punten. Ik kom bijna tot een afronding. Er zijn twee punten die we niet helemaal vertrouwen in het programma. Het ene is zojuist aan de orde geweest, zowel aan de orde gesteld door de heer Cardon als de heer Zwaan, en dat betreft de mogelijkheid om raadsvergaderingen te gaan houden in de Wipmolen. Nog niet zo lang geleden heeft de raad daar een duídelijk besluit in genomen: dat doen we niét. En ons heeft toen erg aangesproken de argumentatie van de CDA-fractie, nl. dat we eigenlijk dat alleen maar kunnen doen als álle fracties van de raad daar ook een gevoel bij kunnen hebben, dat dat een verantwoorde of een goede keuze is. Nú lezen we in dit akkoord, dat er tégen dat besluit van de raad in tóch onderzoek komt. Mag ik daar nu uit afleiden, dat de CDA-fractie die benadering, die van zoveel zorgvuldigheid getuigde in de vorige vergadering, losgelaten heeft. Dan nog iets, voorzitter, over het bewaken van de christelijke belangen. Er staan in het coalitieakkoord een paar dingen die ons geruststellen, maar de teksten van de verslagen van de onderhandelingen, m.n. met de VVD, hebben ons enigszins ongerust gemaakt. Blijkens de verslagen vraagt de heer Dekker naar de consequenties van wat wordt genoemd het zondagbeleid in het coalitieakkoord.

9 9 En er wordt door het CDA geantwoord: het college neemt geen initiatieven om te komen tot openstelling van winkels op zondag, maar dat laat onverlet dat anderen, zo staat het er, dat wél kunnen doen. Onze vraag is: als anderen dat nou inderdaad gaan doen, kan dat dan ertoe leiden, dat inderdaad het zondagbeleid op het punt van winkels gaat wijzigen? Tenslotte voorzitter, iets over de portefeuilleverdeling. De raad heeft overigens geen informatie gekregen over de portefeuilleverdeling. Ik weet niet of dat een omissie is, ik moet dus afgaan op informatie die mij zijdelings bereikt heeft. Wij kennen die informatie niet, terwijl daar, neem ik aan, tussen de coalitiepartijen toch wel overeenstemming bereikt is, maar als de publicaties die ons ter ore gekomen zijn niet bedriegen, en dat is ook al min of meer bevestigd door de heer Cardon, dan gaat de portefeuille personeelszaken en organisatieaangelegenheden naar de heer Cardon, en dan komen er toch wel heel veel zware portefeuilles bij de heer De Gruijter. Dat laatste gun ik hem overigens van harte. De heer Cardon ken ik nog niet als wethouder. Maar wat mij nou zo opviel, voorzitter, is: is dat wel een verstandige keuze? Er is héél veel te doen geweest rondom organisatieaangelegenheden, dat ligt ons allen nog zéér vers in het geheugen, de heer De Gruijter heeft uiteindelijk de verantwoordelijkheid gekregen en genomen, om de organisatie weer op orde te brengen. Dat is nu gáánde, dat proces, met alle wankele momenten daar ook in, en welke afweging heeft de partijen ertoe gebracht om op dit cruciale moment, déze portefeuille uit handen van de heer De Gruijter te nemen en in handen van de heer Cardon te leggen? Daar laat ik het even bij, in eerste instantie. Dank u wel. De heer Dekker. De heer Dekker: Ja voorzitter, ik zal het iets korter houden, omdat de heer Cardon al op het hele proces is ingegaan en dat ik niet alles hoef te gaan herhalen. De VVD heeft uiteraard ook in deze collegeonderhandelingen ook gewoon mee geparticipeerd, zoals elke partij die kans heeft gehad. Wij hebben ons alleen van tevoren natuurlijk vrij terughoudend opgesteld, omdat je inderdaad zetelverlies hebt geleden bij de verkiezingen, door welke reden dan ook, maar daarmee hebben we ook gezegd: wij eisen op dit moment even niks, wij spreken even geen voorkeur uit voor coalities, wij maken even pas op de plaats. Maar dat laat natuurlijk onverlet dat je in de collegevorming wel een rol wilt spelen. Van het begin af aan hebben wij eigenlijk, zeker ook in de eerste gesprekken met de PvdA, redelijk duidelijkheid in geschapen, van: op zich hadden wij geen voorkeur voor welke coalitie er zou zijn. Het kon de bestaande zijn, het kon een nieuwe zijn, maar op zich hebben we wel aangegeven: de PvdA is de grootste partij geworden, heeft gewonnen, dus het is natuurlijk logisch dat die partij in het college zal komen te zitten. En daarmee hebben wij gezegd: Nou ja, wij zien het verdere proces tegemoet en wij hebben aangegeven welke punten in ieder geval voor onze partij belangrijk waren. Nou, dat is zoals iedereen weet, de leefomgevingonderhoud, het financiële plaatje, weerstandsvermogen en natuurlijk de openbare orde en veiligheid. Daar waren we van het begin af aan duidelijk in en dat heeft ook duidelijk in ons verkiezingsprogramma gestaan. Dus in die zin voor iedereen vrij helder. Gaande dat proces, de PvdA samen met het CDA, eerst gezocht naar programmatische overeenkomsten. Dat is de beide partijen gelukt, wat me ook helemaal niet verbaasd heeft, omdat de programmavergelijking van tevoren door de griffier uitermate gedegen gemaakt is, al redelijk aangaf dat de verschillen niet zo bijzonder groot waren, tussen geen enkele partij overigens, dus iedereen zat redelijk dicht bij elkaar. Dat was gelukkig bij de beide partijen gelukt. Daarna kreeg inderdaad een derde partij, één van de drie overgebleven partijen uiteraard, de kans om daarbij aan te sluiten. De één ziet dat blijkbaar als een vijfde wiel, als VVD heb ik dat niét zo beleefd. We hebben de onderhandelingen gevoerd, met veel ervaring, mevrouw Nieuwenhuis nog even vanuit het oude kunne, de heer De Gier vanuit de nieuwe inbreng, en uiteraard mijn persoon, en we hebben van meet af aan meteen onze inbreng neergelegd, tot op het laatst toch een aanvulling op het akkoord, de overeenkomst die er nu ligt, van drie pagina s toch vrij gedegen informatie die voor iedereen, die het leest, weet dat dit hetgeen is wat de VVD wil. Dus wat dat betreft denk ik dat dat vrij helder is geweest en vrij gedegen informatie is geweest en ook vrij gedegen vragen zijn geweest, van: dit willen wij in een akkoord opgenomen hebben. Zo niet, dit moet in een collegeprogramma worden meegenomen. Nou, dat is gehonoreerd door zowel CDA als PvdA, in die gespreken en daar waren wij uiteraard tevreden mee. Belangrijke zaken waarvoor wij natuurlijk aandacht gevraagd hebben, was toch het financiële beeld inclusief het weerstandsvermogen, maar ook toch het goede financiële beleid van de voorgaande periode, waar het gaat om de heffingen, in ieder geval, het zéér terughoudend zijn in het laten stijgen van de belastingaanslagen voor burgers.

10 10 Nou, dat is ons de afgelopen vier jaar behoorlijk gelukt, en uiteraard in het op orde houden van het weerstandsvermogen. De laatste begroting 2006 is daar ook vrij helder in. Dus in die zin wisten wij natuurlijk ook als VVD de kritiek, die de PvdA in een laatste foldertje had op ons beleid, maar goed, in verkiezingstijd wordt er wel meer gezegd. Daar hebben we het nog wel eens over gehad, maar daarom vind ik het juist dat de PvdA ervoor pleit dat ze juist ook die belangrijke portefeuille van financiën, en dat is zeker geen ondergeschoven kindje of één of andere annexportefeuilletje dat erbij zit, maar zéker in deze tijden heel erg belangrijk, dat zij die toch weer bij de VVD hebben willen neerleggen. Dus wat dat betreft wil ik mij, mét de inhoudelijke inbreng die wij hebben gevoerd rondom de overeenkomst die er lag, plus het beleid dat ook al in de begroting is aangegeven, qua heffingen en dat soort zaken, die onverkort zijn overgenomen, vind ik toch een stuk steun inderdaad voor die keuze en voor mijn inbreng daarin. Bovendien heeft de VVD eigenlijk ook in het akkoord, omdat er tussen beide partijen al programmatische overeenkomst lag, natuurlijk ook een stuk herkenning gevonden, zoals u zelf ook al aangaf, heer Boele, dat er voor 95% bestaand beleid in zat. 95% bestaand beleid, waarmee de VVD het volledig eens was, dus in die zin was het voor ons niet zo moeilijk om ons te herkennen in het tweepartijenakkoord, dat er lag, mét de aanvullingen die wij gedaan hadden, dat wij dachten: hiermee kunnen wij goed uit de voeten en wij voelen ons zeker daarbij geen vijfde wiel aan de wagen. Sterker nog: wij voelen ons het derde wiel in dit college en we zullen die rol ook meer dan waarmaken. Met z n drieën, drie wethouders, drie wielen, en de burgemeester zorgt voor het evenwicht als vierde wiel en dan zijn we weer keurig in balans. Dus wat dat betreft hebben we daar als VVD het volste vertrouwen in. Er wordt ook al aangegeven inderdaad van, zowel de ChristenUnie als de SGP, ja, ik denk ook logisch, er zit een christelijke meerderheid in de gemeenteraad, dat is natuurlijk helder, waarom niet in het college en is dat dan per definitie slecht? Nou, ik denk ook dat dit nieuwe college ook al van tevoren heeft aangegeven van: dat op een goede, heldere, open, transparante wijze, om de woorden van de heer Cardon maar consequent te gebruiken, met heel de raad zal worden omgegaan. Heel de raad heeft overigens zelf in haar duale rol, om het zo maar te zeggen, ook een eigen verantwoordelijkheid richting het college, dus kan daarmee haar bevindingen en haar streven s volgens mij optimaal naar voren brengen en ik denk dat dat ook de goede manier is van hoe je met elkaar moet omgaan. Je moet niet met elkaar omgaan, zeg maar, van: wij zijn de coalitie en júllie zijn de oppositie. Ik denk dat dat nooit een goede werkwijze is. Volgens mij hebben we dat de afgelopen vier jaar ook niet in die vorm gedaan. Heel de raad is er altijd volledig bij betrokken geweest, heeft zich ook vaak vertaald in de vele voorstellen die gewoon unaniem uiteindelijk aanvaard zijn en dat proces moet, denk ik, ook gewoon voortgaan. Dan nog even iets, maar dat zijn dan wat kleine puntjes in de overeenkomst, die er liggen wat u ook aanstipte over zondagssluiting. Dat hebben wij als VVD éven ter sprake gesteld, niet zozeer omdat wij daar moeite mee hebben, in tegendeel. Maar we hebben gezegd: er komt wellicht wat toerisme. Denk bijv. aan Haven Zuid, hoe je dat wilt gaan vormgeven. Houdt dat dan in dat er ook helemaal niks te doen is, ofte wel betekent dat dan dat restaurants die nu gewoon open zijn, ook gesloten zouden moeten zijn? Nou, dáár ging het over, het ging niet over winkelopenstelling en dat soort zaken. Wíj zullen daar geen initiatief in nemen, noch zullen wij op initiatieven van anderen ingaan, om tot opening van winkels op zondag te komen. Dus wat dat betreft is dat klip en klaar ook zo door iedereen beleden. Voor de rest, wat wij ook belangrijk vinden in de overeenkomst is met name ook gewoon de openheid en de betrokkenheid die wij willen bereiken van al onze inwoners bij het beleid. Dat heb ik bij mijn eigen portefeuille altijd sowieso al geprobeerd te bereiken. Met andere processen in de afgelopen periode is dat ook behoorlijk gelukt en dat vinden we met z n allen heel erg belangrijk. Dat vindt u ook belangrijk en dat willen we ook zeker gaan vormgeven. Andere belangrijke zaak, dat heb ik eerder al aangegeven, is natuurlijk onderhoud van de leefomgeving. Ja, voor de VVD ontzettend belangrijk, maar goed, hetgeen wat is geformuleerd in deze overeenkomst, daar zijn we natuurlijk uitermate blij dat wij daar zo mee verder kunnen. Kortom, als VVD vinden wij dat het proces behoorlijk is gegaan. We hebben ons in eerste instantie toch wat terughoudend opgesteld. Ik denk terecht, soms moet je even afwachten, maar goed, als je dan de kans wordt geboden om je inbreng te kunnen leveren, dan pak je die ook met beide handen aan en lever je ook volledig de inbreng die je op dat moment moet doen. Op een gedegen manier, zoals iedereen die van ons gewend is en dat hebben we ook gedaan en we zijn uiteraard ook blij dat dit door de andere partijen uiteindelijk is gehonoreerd met deelname in het college en in die zin zien we dat als VVD in de komende vier jaar, dat er heel veel zaken, die overigens ook al opgestart zijn, nog uitgevoerd moeten gaan worden en waar je ontzettend dicht op moet gaan zitten, zowel qua financiën maar ook qua inhoudelijke invulling, dat we daar de komende vier jaar inderdaad met elkaar, maar ook met heel de raad, daarbij onze handen vol zullen hebben.

11 11 Om dat op een goede manier tot uitvoering te brengen, maar daar hebben we het volledige vertrouwen in en daar wilde ik het bij laten. De heer De Gruijter. De heer De Gruijter: MdV, laat ik starten ook met de conclusie: de CDA-fractie is tevreden met het resultaat dat hier vanavond voor u ligt. Er ligt een driepartijenakkoord, waarin inderdaad op heel veel punten het CDAverkiezingsprogramma zeer herkenbaar is opgenomen. Wat ons betreft zet dit programma de succesvolle elementen van het beleid van de afgelopen vier jaar voort en kent het daarnaast ook voldoende vernieuwende elementen. Op dit programma is het voor de CDA-fractie straks goed een college te kiezen en onder dit akkoord zet de CDA-fractie gaarne haar politieke handtekening. Mdv, vanavond horen we ook ándere geluiden en natuurlijk zit daar voor een deel een standaardpatroon in. Zij, die tot de toekomstige coalitie horen, zijn vooral tevreden en zij die daartoe niet behoren, zijn minder tevreden over de uitkomsten en over het proces van collegevorming. Toch is het te simpel om het alleen bij dié verklaring te laten. Het CDA is zich bewust van het feit, dat er vanavond in zekere mate ook verantwoording mag en moét worden afgelegd voor de afgelopen weken, na de voor ons zo prettig verlopen 7 e maart. Verantwoording naar de burger, maar ook verantwoording naar collegapartijen in deze raad. Ik kan u vertellen, MdV, dat de meest bepalende vijf minuten van deze coalitievorming voor de CDAfractie hebben plaatsgevonden op donderdagavond 9 maart. De CDA-fractie stelde zich op dát moment de volgende vraag: gaan wij het gesprek met de PvdA-fractie in als een verplicht nummer en zoeken we naar de eerste de beste gelegenheid om te breken óf geven we een nieuwe coalitie met de terugkeer van de PvdA een reële kans? De CDA-fractie heeft uit overtuiging voor die reële kansbenadering gekozen. Uit overtuiging, omdat wij vinden dat de democratie dat van ons vraagt. Natuurlijk kun je vragen stellen over hoe groot de overwinning van de PvdA nu feitelijk was, maar, onder de streep kozen wel meer dan eenderde van de Alblasserdammers vóór de PvdA. Zij zijn met afstand de grootste partij en de enige met feitelijke zetelwinst. Als je de democratie serieus neemt, en dat doet het CDA, dan ga je dus serieus praten. Serieus, maar ook zelfbewust, dat konden we ook omdat we dat zíjn, maar ook omdat we goede uitslag mochten maken. Wij hebben die eerste bijeenkomst met de PvdA goed voorbereid en hebben daar direct onze kern van het te voeren beleid voor de komende jaren neergelegd èn de PvdA heeft die kern willen overnemen en hebben zich vanaf dat eerste moment als een serieuze en constructieve onderhandelingspartner getoond. MdV, u noch de SGP-fractie zal het mij euvel duiden, dat je daarin probeert zo maximaal mogelijk je eigen gedachtepunten naar voren te laten komen. En als dat door anderen wordt erkend, ben ik daar heel blij mee en ervaar ik dat maar als compliment en niet zozeer als ongeloofwaardig t.o.v. anderen. Dat verklaart waarom het CDA uiteindelijk uitkomt op een coalitie met in ieder geval de PvdA, dat wat heel veel partijen een logische combinatie vonden en blijkbaar ook vanavond nog steeds vinden. Uiteindelijk is er een coalitie ontstaan van PvdA, CDA en VVD en over met name dat laatste is vanavond het nodige gezegd. Ik zal u dan ook uitleggen hoe wij op die keuze zijn gekomen. Daar kom je niet op uit, omdat het wat betreft de politieke verhoudingen na de verkiezingen, het meest voor de hand ligt. De VVD heeft verloren, om welke reden dan ook. Maar de keuze voor de VVD is wat betreft de CDA-fractie vooral een keuze voor het continueren van de bestuurskracht van Arjan Dekker. Die keuze is gemaakt omwille van de kwaliteit van die bestuurder en dat is volgens het CDA een noodzakelijke keuze, omdat we in de komende jaren nog heel veel belangrijke en complexe dossiers succesvol moeten afronden en ík doe dat gaarne met een ervaren en een ingewerkte vakman naast mij in de collegebanken. En er komt iets bij voor mii persoonlijk, nl. dat ik voor Arjan Dekker de nodige loyaliteit voel. De keuze van het CDA voor de PvdA en de VVD is dus zowel gemaakt uit respect voor de democratische waarden als een keuze voor noodzakelijke continuïteit van bestuurskracht in het college. Dat zijn, zo u wilt, pósitieve keuzes, op basis van pósitieve criteria. Het CDA heeft nergens tégen gekozen. Wij hebben géén negatieve criteria aangelegd. Het CDA heeft dus ook niet gekozen tégen de SGP- of de ChristenUnie-fractie in het college en daarmee al helemaal niet tégen potentiële wethouderskandidaten van die twee partijen, want zover ze aan ons gepresenteerd zijn en dat zijn ze, heeft het CDA vertrouwen in juist ook die mensen, maar ervaring en continuïteit in het college konden die mensen niet brengen. Dat is geen verwijt, dat is een feitelijke constatering. De nieuwe oppositierol van de ChristenUnie- en SGP-fractie is de consequentie van positieve keuzes voor anderen, niet van keuzes tégen de ChristenUnie of SGP van de CDA-fractie. Had het dan anders gekund? Ja, MdV, het had anders gekund; andere keuzes hadden op zichzelf ook gemaakt kunnen worden en ik denk dat ik politiek flexibel genoeg ben om die dan eventueel óók te legitimeren.