ZW 2-8. Graafschap. College WELZIJN. Opleidingen

Transcriptie

1 WELZIJN Graafschap ZW 2-8 College Opleidingen Welzijn

2 Als je je graag inzet voor anderen Haal je er voldoening uit als je mensen verder kunt helpen? Lijkt het je wat om ervoor te zorgen dat mensen (blijven) deelnemen aan de samenleving door ze te begeleiden, ondersteunen of activeren? Op zoek naar afwisselend werk? Dan is een beroep in de wereld van welzijn en onderwijs iets voor jou! De studierichting Welzijn biedt de opleidingen pedagogisch medewerker, sociaal cultureel werker en onderwijsassistent aan waarmee je aan de slag kunt op velerlei terreinen. Wat deze beroepen met elkaar gemeen hebben is dat ze mensen ondersteunen in hun ontwikkeling. Je doelgroepen variëren van kleine kinderen tot volwassenen. Wat doe je als pedagogisch medewerker kinderopvang (niveau 3)? Je werkt bij een organisatie voor kinderopvang. Dit kan zijn een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf of een buitenschoolse opvang (BSO). Door het organiseren en uitvoeren van activiteiten stimuleer je het kind in zijn cognitieve, motorische, sociale, creatieve, emotionele en taalontwikkeling. Je werkzaamheden voer je uit op methodische wijze volgens het pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Je verricht huishoudelijke taken en biedt persoonlijke verzorging. Ouders willen natuurlijk weten hoe het met hun kind gaat. Je vertelt hen dus over de dagelijkse gang van zaken en over hoe het met hun kind gaat. Wat ga je leren? werkzaamheden is een ander onderdeel van de opleiding. Hieronder valt bijvoorbeeld het schoonhouden van de ruimte waarin de kinderen verblijven. Ook komen communicatieve en sociale vaardigheden aan bod. Je leert samenwerken met je collega s; je werkt namelijk altijd in een team. Nederlands, Engels, rekenen en Loopbaan en Burgerschap behoren ook tot het opleidingsprogramma. Tijdens de opleiding krijg je opdrachten, lessen en vaardigheidstrainingen. Volgens de nieuwe richtlijnen van het ministerie betekent dit dat je gemiddeld 1000 onderwijsuren per jaar krijgt (lessen en stage samen). Tijdens de beroepspraktijkvorming (stage) oefen je met verschillende beroepstaken op je praktijkadres. Daarna volgt het examen in de praktijk voor de betreffende beroepstaak. De opleiding is in drie fases verdeeld: Tijdens de opleiding Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 leer je hoe je opvang biedt aan kinderen tot 12 jaar. Je leert hoe je (kleine) kinderen moet verzorgen en hoe je ze kunt helpen bij dagelijkse dingen als eten en drinken. Daarnaast leer je hoe je kinderen stimuleert in hun ontwikkeling. Hiervoor bedenk je bijvoorbeeld activiteiten die je met kinderen kunt doen. Zorg dragen voor huishoudelijke Fase 1: ondersteunen bij persoonlijke verzorging en Algemene Dagelijkse Leefomstandigheden, zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving; Fase 2: planmatig werken, begeleiden bij specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten; Fase 3: methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding, professionaliseren. Het geeft mij een goed gevoel als de kinderen het naar hun zin hebben Maartje Stortelder (19) volgde bij het Graafschap College de opleiding Pedagogisch werker (niveau 4). Ze werkt nu op een kinderdagverblijf in Beltrum. Maartje: Al heel lang wist ik dat ik met kinderen wilde werken en heb daarom voor deze opleiding gekozen. Mijn werkzaamheden in de kinderopvang zijn heel divers. Ik stimuleer de ontwikkeling van kinderen door allerlei activiteiten te organiseren. Daarnaast heb ik ook verzorgende taken. Als ik merk dat kinderen het naar hun zin hebben, geeft mij dat een goed gevoel. Daar doe ik het voor. Over welke eigenschappen moet je bezitten om dit werk te kunnen doen? Het is belangrijk dat je geduldig bent en consequent kunt zijn. Ook is het van belang dat je goed kunt communiceren met zowel kinderen als ouders, vertelt Maartje. Volgend jaar gaat ze weer studeren. Ik ga de hboopleiding Pedagogiek doen en combineer deze studie met mijn baan bij het kinderdagverblijf. Met de studie wil ik mijn kansen binnen de kinderopvang vergroten.

3

4 Wat kun je doen na je opleiding? Wat ga je leren? Heb je het diploma behaald, dan kun je gaan werken. Op de website Kansopwerk.nl zie je hoe groot de kans is dat je een baan vindt die aansluit bij jouw opleiding. Op deze site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is dit duidelijk aangegeven per mbo-opleiding en per arbeidsmarktregio. Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd. Op de website vind je ook belangrijke informatie over dit onderwerp. Je kunt ook verder leren. Met het niveau 3- diploma kun je doorstromen naar de niveau 4-opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang. Wat doe je als gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang? (niveau 4)? Je werkt bij een organisatie voor kinderopvang. Dit kan zijn een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf of een buitenschoolse opvang (BSO). Door het organiseren en uitvoeren van activiteiten stimuleer je het kind in zijn/haar cognitieve, motorische, sociale, creatieve, emotionele en taalontwikkeling, zodat zijn/haar zelfredzaamheid vergroot wordt en hij/zij zoveel mogelijk zelfstandig kan functioneren. Je werkzaamheden voer je uit op methodische wijze volgens het pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Je verricht huishoudelijke taken en biedt persoonlijke verzorging. Je bent een aanspreekpunt voor ouders, collega s en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met een specifieke begeleidingsvraag. Je hebt coördinerende taken en denkt mee over het beleid en de kwaliteitsverbetering van de organisatie. Tijdens de opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang leer je hoe je opvang biedt aan kinderen tot 12 jaar. Je leert hen te begeleiden en te ondersteunen in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld door in overleg met de ouders of vervangende opvoeders een plan op te stellen voor de opvang en begeleiding. Je leert welke activiteiten je kunt ondernemen om bepaalde vaardigheden van kinderen te stimuleren. Ook leer je hoe je moet handelen in onverwachte situaties. Je doet kennis op over hoe je de ontwikkeling van kinderen kunt evalueren en bespreken met collega s. Een ander aandachtspunt tijdens de opleiding is het omgaan met de ouders en verzorgers van kinderen. Hierbij komen communicatieve en sociale vaardigheden aan bod. Bovendien komen onderwerpen als beleidsontwikkeling en het bevorderen van kwaliteit tijdens de opleiding aan de orde. Tot het opleidingsprogramma behoren ook de vakken Nederlands, Engels, rekenen en Loopbaan en Burgerschap. Tijdens de opleiding krijg je opdrachten, lessen en vaardigheidstrainingen. Volgens de nieuwe richtlijnen van het ministerie betekent dit dat je gemiddeld 1000 onderwijs uren per jaar krijgt (lessen en stage samen). Tijdens de beroepspraktijkvorming (stage) oefen je met verschillende beroepstaken op je praktijkadres. Daarna volgt het examen in de praktijk voor de betreffende beroepstaak. De opleiding is in fases verdeeld: Fase 1: ondersteunen bij persoonlijke verzorging en Algemene Dagelijkse Leefomstandigheden, zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving; Fase 2: planmatig werken, begeleiden bij problematische ontwikkeling; Fase 3: methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding, regie voeren, professionaliseren. DE PEDAGOGISCH MEDEWERKER - heeft kennis van de ontwikkeling en het gedrag van kinderen - is opgewekt en energiek - is flexibel en kan omgaan met veranderingen - heeft goede contactuele eigenschappen - kan zich goed inleven in anderen - kan goed samenwerken en overleggen

5 Wat kun je doen na je opleiding? Heb je het diploma behaald, dan kun je gaan werken. Op de website Kansopwerk.nl zie je hoe groot de kans is dat je een baan vindt die aansluit bij jouw opleiding. Op deze site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is dit duidelijk aangegeven per mbo-opleiding en per arbeidsmarktregio. Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd. Op de website vind je ook belangrijke informatie over dit onderwerp. Je kunt ook verder leren. Met het niveau 4-diploma kun je doorstromen naar een hbo-opleiding, zoals sociaal pedagogische hulpverlening, maatschappelijk werk of pedagogiek. Wat doe je als pedagogisch medewerker jeugdzorg (niveau 4)? Als pedagogisch medewerker jeugdzorg werk je bij een instelling voor jeugdzorg. Je biedt kinderen of jongeren tot 23 jaar groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan. Het gaat doorgaans om kinderen en jongeren met gedrags- en opvoedingsproblemen. Vaak wonen zij om bepaalde redenen (tijdelijk) niet meer thuis. Je stimuleert hen deel te nemen aan de groep en begeleidt hen hierbij. Je zorgt voor een plezierige onderlinge interactie in de groep en zorgt voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. Je stelt een dagindeling op en voert deze uit. Andere werkzaamheden zijn het bieden van ondersteuning bij de persoonlijke verzorging, het zorgdragen voor de ruimte en het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden. Daarnaast bedenk je en voer je ontwikkelingsgerichte activiteiten uit. Ook onderhoud je contacten met ouders of vervangende opvoeders. Wat ga je leren? De kinderen en jongeren waar je als pedagogisch medewerker jeugdzorg mee werkt, hebben een opvoed- en/of gedragsprobleem en wonen vaak samen in een instelling. Tijdens de opleiding leer je daarom veel over ontwikkelingspsychologie en bijzonder gedrag. Bovendien leer je om te gaan met groepsprocessen. Je leert ook hoe je jongeren op een sociale manier met elkaar laat omgaan en hoe je moet reageren op onverwachte en soms ook dreigende situaties. Verder leer je hoe je de ontwikkeling van kinderen en jongeren kunt bespreken met collega s. Ook het omgaan met de ouders of vervangende opvoeders maakt deel uit van je opleiding. Hierbij zijn communicatieve en sociale vaardigheden van belang. Tot het opleidingsprogramma behoren ook de vakken Nederlands, Engels, rekenen en Loopbaan en Burgerschap. Tijdens de opleiding krijg je opdrachten, lessen en vaardigheidstrainingen. Volgens de nieuwe richtlijnen van het ministerie betekent dit dat je gemiddeld 1000 onderwijsuren per jaar krijgt (lessen en stage samen). Gedurende de beroepspraktijkvorming(stage) oefen je met verschillende beroepstaken op je praktijkadres. Daarna volgt het examen in de praktijk voor de betreffende beroepstaak. De opleiding is in drie fases verdeeld: Fase 1: ondersteunen bij persoonlijke verzorging en Algemene Dagelijkse Leefomstandigheden, zorgen voor een veilige en stimulerende leefomgeving; Fase 2: planmatig werken, begeleiden bij problematische ontwikkeling; Fase 3: methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding, ondersteunen bij werk, scholing en vrije tijd, professionaliseren. Wat kun je doen na je opleiding? Heb je het diploma behaald, dan kun je gaan werken. Op de website Kansopwerk.nl zie je hoe groot de kans is dat je een baan vindt die aansluit bij jouw opleiding. Op deze site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is dit duidelijk aangegeven per mbo-opleiding en per arbeidsmarktregio. Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd. Op de website vind je ook belangrijke informatie over dit onderwerp. De meeste studenten kiezen ervoor om na de opleiding Pedagogisch medewerker jeugdzorg verder te leren. Met het niveau 4-diploma kun je doorstromen naar een hbo-opleiding, zoals sociaal pedagogische hulpverlening, maatschappelijk werk of pedagogiek. IN DE JEUGDZORG - heb je vaak te maken met jongeren met gedrags- en opvoedingsproblemen - zorg je voor de dagindeling en bedenk je ontwikkelingsgerichte activiteiten - onderhoud je contacten met ouders of vervangende opvoeders

6 Alleen als je jezelf goed kent, kun je een ander helpen Kelly van den Akker (19) heeft de opleiding Pedagogisch werker jeugdzorg (niveau 4) gevolgd bij het Graafschap College. Het is een brede en veelzijdige opleiding. Ik heb veel geleerd, zoals de manieren waarop je kinderen en jongeren het best kunt benaderen, het bedenken van doelgroepgerichte activiteiten en het geven en ontvangen van feedback. Belangrijk is ook dat ik mezelf tijdens de opleiding beter heb leren kennen. Alleen als je jezelf goed kent, kun je een ander helpen. Ik heb onder andere stage gelopen bij een woongroep voor minderjarige asielzoekers. Mijn werk bestond uit het begeleiden van deze jongeren, bijvoorbeeld bij hun bezoek aan de dokter, de tandarts of het ziekenhuis. Ik hielp de jongeren bij hun schoolwerk en leerde ze hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. De meeste voldoening haalde ik uit hun trots en blijheid als zij nieuwe dingen hadden geleerd, vertelt Kelly. Ze vervolgt: Als je deze opleiding wilt volgen, is het belangrijk dat de omgang met en het helpen van kinderen en jongeren je aanspreekt. Bovendien moet je stevig in je schoenen staan, tegen kritiek kunnen en flexibel zijn. Tijdens de opleiding leer je niet alleen uit boeken, maar doe je ook veel verschillende actieve en creatieve activiteiten. Kelly studeert nu sociaal pedagogische hulpverlening aan de HAN. Ik heb veel geleerd van mijn opleiding bij het Graafschap College, maar wil graag nog meer leren. Wat ik straks precies met deze opleiding wil, weet ik nog niet. Gelukkig is de opleiding heel breed, dus ik kan alle kanten nog op!

7 Wat doe je als sociaal cultureel werker (niveau 4)? Als sociaal cultureel werker kun je aan de slag als buurt- of wijkcoach in een team. Je staat midden in de samenleving en kent je doelgroepen. De sociaal cultureel werker werkt met allerlei leeftijdsgroepen: kinderen, pubers, volwassenen, ouderen, mensen met of zonder beperking etc. Je ondersteunt hen bij hun zelfstandigheid. Je probeert de deelname van burgers aan de samenleving te vergroten of te verbeteren. Je kijkt niet zozeer naar het probleem van de persoon, maar stimuleert hem of haar om dat probleem zelf op te lossen. Doordat je contacten onderhoudt met diverse organisaties, zoals de gemeente, politie, woningcorporaties en hulpverleningsinstanties, ben je een spin in het web en heb je een verbindende rol tussen burgers en organisaties. De sociaal cultureel werker gaat steeds meer op de doelgroep af, geeft informatie en advies en wijst de weg. Wat ga je leren? Tijdens de opleiding Sociaal cultureel werker leer je om (activiteiten) te organiseren, initiatieven te nemen, ondernemend te zijn, te plannen, te begeleiden en samen te werken. Ook het doen van onderzoek, het signaleren van problemen en het geven van advies en voorlichting maken deel uit van de opleiding. Belangrijk is dat je weet waar wet- en regelgeving gemaakt wordt, op zowel landelijk als regionaal niveau. Kennis van politiek en besluitvorming is essentieel. Bovendien is er aandacht voor creatieve vakken. Omdat je met mensen werkt, is het belangrijk om ook jezelf goed te leren kenen. Ook dit krijgt in de opleiding aandacht. Wat kun je doen na je opleiding? De meeste studenten kiezen ervoor om na de opleiding Sociaal cultureel werker verder te leren. Met het niveau 4-diploma kun je doorstromen naar een hbo-opleiding, zoals culturele en maatschappelijke vorming, maatschappelijk werk, maar ook pabo, jeugdzorg of de politieopleiding. De aansluiting naar het hbo krijgt nadrukkelijk de aandacht in de opleiding. Na het behalen van je diploma kun je gaan werken. Als sociaal cultureel werker kun je aan het werk bij brede welzijnsinstellingen, bij club-, dorp- en buurthuizen, bij jongerencentra, in de buitenschoolse opvang, in het recreatiewerk, bij de afdeling vorming en recreatie binnen internaten, bij poppodia en in het theater. Op de website Kansopwerk.nl zie je hoe groot de kans is dat je een baan vindt die aansluit bij jouw opleiding. Op deze site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is dit duidelijk aangegeven per mbo-opleiding en per arbeidsmarktregio. Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd. Op de website vind je ook belangrijke informatie over dit onderwerp. DE SOCIAAL CULTUREEL WERKER - is sociaal en communicatief vaardig - kan goed luisteren - kan goed plannen en organiseren - is oplossingsgericht - kan zich verplaatsen in de doelgroep

8 Als jongerenwerker moet je respect opbouwen Bart Draaijer (24) heeft in juni 2012 de opleiding Sociaal cultureel werker niveau 4 bij het Graafschap College afgerond. Tijdens zijn opleiding liep hij stage bij Wijkcentrum de Zonneboom in de Doetinchemse wijk Oosseld. Ook verving hij daar gedurende vier maanden een vaste kracht tijdens haar zwangerschapsverlof. Inmiddels is hij er werkzaam als jongerenwerker. De Zonneboom is een wijkcentrum waarin een school, kinderopvang, buitenschoolse opvang en buurtwerk voor jong en oud in één gebouw zijn gevestigd. Bart begeleidt er jongeren uit de buurt in hun vrijetijdsbesteding. Hij richtte samen met hen een eigen ruimte in en is een luisterend oor. De jongeren van twaalf tot negentien jaar kunnen zich in het wijkcentrum vermaken met allerlei activiteiten: gamen, muziek luisteren, enzovoort. Als er problemen zijn in de wijk signaleert Bart deze en kan hij zonodig contact leggen met hulpverleningsinstanties. Ook bemiddelt hij als er conflicten zijn of dreigen te ontstaan. Over het effect van zijn werk zegt hij: Omdat jongerenwerk als dit bedoeld is om problemen te voorkómen, is het niet zo sterk meetbaar of het effect heeft. Als je niets doet zullen er zeker problemen ontstaan. Als jongerenwerker moet je respect opbouwen. Dat krijg je niet zo maar, maar daarvoor moet je de mensen leren kennen. Als je in dit vak wilt werken moet je stevig in je schoenen staan, duidelijk zijn en vooral investeren in mensen, open staan voor allerlei achtergronden, opvattingen en gewoontes.

9 Wat doe je als onderwijsassistent (niveau 4)? Je ondersteunt leerkrachten en docenten bij het uitvoeren van de onderwijstaken en het organiseren van activiteiten. Daarnaast verricht je zelf eenvoudige onderwijstaken. Je helpt kinderen met spelen en leren en je ondersteunt kinderen die extra aandacht nodig hebben. Ook help je bij de inrichting van het lokaal en bij het scheppen van de juiste sfeer. Met de kinderen bouw je een band op, want alleen dan kun je je werkzaamheden goed uitvoeren. Het is belangrijk dat je je inleeft in de kinderen en dat je ze op een methodische manier begeleidt in hun ontwikkeling. Wat ga je leren? De opleiding Onderwijsassistent is ingedeeld in opleidingsfasen die steeds een bepaald aantal programmaonderdelen bevatten, zoals lessen, stage (beroepspraktijkvorming) en ondersteuning (werkplaatsen). Volgens de nieuwe richtlijnen van het ministerie betekent dit dat je gemiddeld 1000 onderwijsuren per jaar krijgt (lessen en stage samen). Het werk van de onderwijsassistent wordt beschreven in een aantal werkprocessen, waarbij competenties aangeven wat je daarbij moet kennen en kunnen. Door middel van allerlei soorten opdrachten oefen je vooral in de praktijk, deze werkprocessen. DE ONDERWIJSASSISTENT - kan goed met kinderen omgaan - heeft geduld en verantwoordelijkheidsgevoel - is taal- en rekenvaardig, creatief, enthousiast, initiatiefrijk en communicatief vaardig - kan zelfstandig en in een team werken - kan zich presenteren

10 Mijn hele raam zit onder de lijm en visjes Ik wist eigenlijk altijd al dat ik het onderwijs in wilde, zo begint derdejaars Ellen Verheij, De keuze voor de opleiding Onderwijsassistent was voor mij daarom niet moeilijk. Samen met Lotte Berentsen loopt ze stage op basisschool Dynamiek in Terborg. De twee onderwijsassistenten voelen zich duidelijk thuis: De sfeer is hier prima, het contact met leerkrachten, kinderen en ouders is gezellig en open. Lotte werkt deze periode met de kleuters van groep 2/3: Ik heb regelmatig groep 2 voor mezelf. Ik oefen dan met de kinderen met een taal- of rekenactiviteit. De groepsleerkracht kan zich dan even helemaal richten op groep 3. Ook zijn we elke dag buiten, lekker op het speelplein. Ellen loopt mee in groep 7/8: Dat is natuurlijk heel anders dan bij de jongste kinderen. Maar het zijn echte lieverds hier, misschien wel te lief voor mij, lacht ze. In mijn vorige stage bij Practicon had ik te maken met echte pubers. Die leeftijdsgroep past denk ik beter bij mij. Het mooie van de opleiding Onderwijsassistent is dat je met al die groepen kennismaakt en een breed beeld krijgt van wat het onderwijs te bieden heeft. Een bijzondere ervaring waar ik nu al erg naar uitkijk, wordt mijn afsluitende stage op Curaçao. Als onderwijsassistent moet je leergierig zijn, goed met mensen om kunnen gaan en open staan voor verandering. Maar het belangrijkste is misschien nog wel dat je goed moet kunnen organiseren plannen, zo merken beide studenten op. Gelukkig sta je er in de opleiding niet alleen voor, als je hierbij hulp nodig hebt, dan kan dat, weet Lotte uit ervaring. Vakken als pedagogiek en didactiek leren je over de theoretische kant van het voor een klas staan: Termen die je eerst nog niet zoveel zeggen, worden direct duidelijk in de praktijk van de stageschool. In de lessen drama oefen je met het omgaan met verschillende lessituaties. En er wordt natuurlijk ook gekeken naar je houding en hoe je spreekt, vult Ellen aan. Werken met kinderen blijft altijd verrassend, zo heeft Lotte gemerkt: Tijdens een van mijn lessen hadden we vissen geknutseld en, met speciale lijm, op de ramen geplakt. De volgende dag kwam een moeder naar me toe: Dus jij bent juf Lotte? Nou bedankt, mijn hele raam thuis zit onder de lijm en visjes. We hebben er samen hard om gelachen. Ellen Lotte

11 Er worden 2 opleidingstrajecten aangeboden; 3-jarig regulier en 2-jarig verkort. Aan het einde van het eerste leerjaar wordt aan de hand van je grond-, studie- en beroepshouding, jouw functioneren in de praktijk en je kennisniveau bepaald hoe het vervolg van je studie er uit gaat zien. Tweejarig traject opleiding Onderwijsassistent Wanneer je nu al besloten hebt een lerarenopleiding/pabo te willen volgen, dan moet je na je vmbo nog twee jaar havo gaan volgen of de opleiding Onderwijsassistent. Het tweejarig traject van de opleiding Onderwijsassistent biedt je de mogelijkheid om direct na je vmbo-tl kennis te maken met het werken in het onderwijs. Je legt daarmee een goede basis voor je vervolgopleiding aan de Pabo! Wat zijn de voordelen van het tweejarig traject? Na het tweejarig traject van de opleiding Onderwijsassistent heb je: tijdens je stages veel praktijkervaring opgedaan met leerlingen gewerkt geassisteerd tijdens les- en andere schoolactiviteiten kennisgemaakt en ervaring opgedaan met verschillende onderwijsvormen en doelgroepen kennisgemaakt met de verschillende kanten van het onderwijs kennis van pedagogische en didactische onderwerpen en vakken opgedaan veel geleerd over je eigen gedrag en professionele houding een passende beroepshouding ontwikkeld Wanneer kan ik het tweejarig traject volgen? Wat kun je doen na je opleiding? Na het behalen van het diploma Onderwijsassistent kun je gaan werken. Het arbeidsperspectief in deze regio is beperkt. Zowel regionaal als landelijk is wel de verwachting dat de ontwikkeling van brede scholen meer werkgelegenheid zal bieden voor onder andere onderwijsassistenten. Op de website Kansopwerk.nl zie je hoe groot de kans is dat je een baan vindt. Op deze site van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is dit duidelijk aangegeven per mbo-opleiding en per arbeidsmarktregio. Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd. Op de website vind je ook belangrijke informatie over dit onderwerp. Je kunt eventueel ook verder studeren en de opleiding geeft goede doorstroommogelijkheden naar het hbo. Met het diploma Onderwijsassistent kun je kiezen voor een hbo-opleiding, zoals lerarenopleiding basisonderwijs of voortgezet onderwijs, sociaal-pedagogische hulpverlening, maatschappelijk werk en dienstverlening of creatieve therapie. De opleiding Praktijkopleider Naast de opleiding Onderwijsassistent (bol) wordt ook nog de éénjarige bbl-opleiding Praktijkopleider aangeboden. Deze opleiding zal alleen worden gestart bij voldoende aanmeldingen (minimaal 15). Er is in bedrijven en instellingen binnen alle sectoren van de arbeidsmarkt een grote behoefte aan goed geschoold personeel, dat in staat is de nieuwe generaties beroepsbeoefenaars op te leiden. De praktijkopleiders zijn binnen die bedrijven en instellingen de deskundigen bij uitstek om dit te kunnen realiseren! Het tweejarig traject kun je volgen als je over een juiste studiehouding beschikt. Dat wil zeggen : je bent geslaagd voor vmbo-tl met tenminste een 6.8 voor de vakken Nederlands, rekenen/wiskunde en Engels je hebt een overgangsbewijs van havo 3 naar 4 met tenminste een 6.8 voor de vakken Nederlands, rekenen/ wiskunde en Engels. daarnaast ben je gemotiveerd, kun je plannen en hebt doorzettingsvermogen Vind je het een uitdaging om stagiair(e)s te helpen bij het groeien naar hun toekomstig beroep? Word dan praktijkopleider. Veel organisaties binnen zorg, welzijn en sport stellen een praktijkopleider aan om het opleiden van studenten tijdens de beroepspraktijkvorming te coördineren. Om praktijkopleider te worden, volg je de niveau 4-opleiding Praktijkopleider. Wat doe je als praktijkopleider (niveau 4)? Voor beide opleidingstrajecten vindt een intake plaats. Voor het 2-jarige traject vindt een uitgebreidere intake plaats. De praktijkopleider draagt zorg voor alle activiteiten, die te maken hebben met de opleiding, begeleiding en beoordeling. De praktijkopleider ziet erop toe dat aan

12 alle voorwaarden voor een goede praktijkopleiding binnen de organisatie wordt voldaan. De praktijkopleider is betrokken bij bespreking van de vorderingen van de toekomstige beroepsbeoefenaar stagiaire/student en bewaakt de voortgang van de opleiding. De praktijkopleider voert regelmatig overleg met de werkbegeleider[s] en coacht hen waar nodig. De praktijkopleider coördineert de werkbegeleiding en bewaakt de kwaliteit daarvan. DE PRAKTIJKOPLEIDER - kan goed met jongeren en volwassenen omgaan - heeft geduld, inlevingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel - kan goed luisteren - is enthousiast, initiatiefrijk, oplossingsgericht en communicatief vaardig - kan omgaan met weerstanden Wat ga je leren? Er wordt gericht aandacht gegeven aan de volgende aspecten: Denken vanuit competentiegericht opleiden Visie-ontwikkeling (Zelf-)reflectie (Kern-)kwaliteiten van de praktijkopleider en de organisatie Mens en organisatie Coachend begeleiden Als wettelijke verplichting wordt daarnaast aandacht besteed aan de vakken Nederlands en rekenen. Je moet voelsprieten hebben en vakkennis kunnen overbrengen Liesbeth van der Minnen werkt als praktijkopleider bij Kraamzorg LiemersCare in Zevenaar. Ze heeft de opleiding Praktijkopleider gevolgd bij het Graafschap College. Tijdens de opleiding leerde ik vooral de theorie en kon ik me verder in het vak verdiepen. Door de opleiding kreeg ik handvatten aangereikt waar ik in de praktijk mee aan de slag kon. Als praktijkopleider draag ik mijn kennis over op stagiair(e)s in de kraamzorg. Ik coach en begeleid hen vanaf de intake tot het moment dat ze hun stage afronden. Je voert gesprekken met hen, zoals evaluatiegesprekken, maar je hebt ook contact met de werkbegeleiders en de school. Ook komt er een stukje administratief werk bij kijken. Alles wat je hebt gezien en gehoord moet je registreren en rapporteren. Het werk is dus heel veelzijdig. Ik vind het ontzettend leuk. Als praktijkopleider is het van belang dat je mensen kunt coachen. Je moet beschikken over inzicht en inlevingsvermogen. En je moet voelsprieten hebben, wat voor persoon heb je voor je? Daarnaast is het belangrijk dat je veel kennis van je vak hebt en dit goed over kunt brengen.

13 Wat zijn de wettelijke toelatingseisen? In de wet zijn toelatingseisen vastgesteld voor beroepsopleidingen. Of je een bepaalde opleiding kunt gaan volgen, is afhankelijk van je vooropleiding en in sommige gevallen van je leeftijd. Om de opleidingen Pedagogisch medewerker en Sociaal cultureel werker te kunnen volgen, moet je in het bezit zijn van een van onderstaande documenten: een diploma vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde of theoretische leerweg; een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 of van vwo 3 naar vwo 4; een mbo-diploma op niveau 3 (voor pedagogisch medewerker niveau 3: een mbo-diploma op niveau 2) Voor een goede aansluiting op deze opleidingen wordt een vmbo-diploma kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg voor het intrasectoraal programma zorg en welzijn breed of het sectoraal programma verzorging geadviseerd. Het vak maatschappijleer en de creatieve vakken zijn een goede voorbereiding op dit studieprogramma Om de opleiding Onderwijsassistent 3-jarig te kunnen volgen, moet je in het bezit zijn van een van onderstaande documenten: een diploma vmbo kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg; een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 of van vwo 3 naar vwo 4; een mbo-diploma niveau 3 voor een zelfde beroep of beroepencategorie. Om de opleiding Onderwijsassistent 2-jarig te kunnen volgen, moet je voldoen aan onderstaande EXTRA eisen: Je bent geslaagd voor vmbo-tl met tenminste een 6.8 voor de vakken Nederlands, rekenen/wiskunde en Engels Je hebt een overgangsbewijs van Havo 3 naar 4 met tenminste een 6.8 voor de vakken Nederlands, rekenen/ wiskunde en Engels; Daarnaast ben je gemotiveerd, kun je plannen en hebt doorzettingsvermogen. Voor een goede aansluiting op dit studieprogramma wordt een diploma vmbo gemengde of theoretische leerweg geadviseerd met het intrasectoraal programma zorg en welzijn breed en met de vakken wiskunde en geschiedenis of aardrijkskunde. Om de opleiding Praktijkopleider te kunnen volgen moet je: - werkzaam zijn in een instelling of bedrijf; - minimaal 16 uur per week in de praktijk werkzaam te zijn; - gedurende de hele opleiding minimaal één beroepsbeoefenaar student/stagiaire begeleiden; - de gelegenheid hebben om verschillende activiteiten op het gebied van opleiden in de praktijk te oefenen; - gedurende de opleiding gecoacht kunnen worden door een gekwalificeerde coach (tenminste niveau 4) in de praktijk. Praktijktoetsen worden afgenomen en beoordeeld door docenten van de opleiding en/of een daartoe aangewezen en bevoegd verklaart beoordelaar binnen de instelling/het bedrijf. Vooropleidingseisen opleiding Praktijkopleider De kwalificatie praktijkopleider wordt gesitueerd op niveau 4+. Om de opleiding te kunnen volgen moet je beschikken over een - vakdiploma [op niveau 4]; - diploma van een van de voortgezette opleidingen van Calibris; - mdgo-diploma of een voorloper daarvan; - mbo-diploma niveau 3 of 4.

14 Wat kost de opleiding? De kosten van deze opleidingen zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: het les- of cursusgeld (ter indicatie: in het schooljaar bedroeg dit 1.090,- voor bol-opleidingen, 226,- voor bbl-opleidingen niveau 2 en 549,- voor bbl-opleidingen niveau 3 en 4). Studenten jonger dan 18 jaar betalen geen les- of cursusgeld; Overige kosten, bijvoorbeeld voor boeken, leermiddelen: - pedagogisch medewerker niveau 3: ongeveer 500,- in het eerste leerjaar, tussen 250,- en 500,- in het tweede leerjaar en ongeveer 200,- in het derde leerjaar; - pedagogisch medewerker niveau 4: ongeveer 500,- in het eerste leerjaar, tussen 400,- en 600,- in het tweede leerjaar en ongeveer 250,- in het derde leerjaar; - sociaal cultureel werker: ongeveer 300,- in het eerste leerjaar, daarna 100,- tot 150,- per leerjaar. Aan dit kostenoverzicht kunnen geen rechten worden ontleend. Informatie en aanmelding Sector Zorg & Welzijn Locatie Doetinchem Houtmolenstraat AP Doetinchem Tel Locatie Groenlo Schralenstein ED Groenlo Tel info@graafschapcollege.nl / website: Aanmelden voor deze opleidingen kan door middel van een aanmeldformulier. Deze kun je aanvragen bij de sector via bovenstaand telefoonnummer of bij de decaan van de vmbo-school. Ook kun je je digitaal aanmelden via de website Alle opleidingen (met uitzondering van Sociaal cultureel werker en Praktijkopleider) worden aangeboden op de locaties in Doetinchem en Groenlo. Je kunt aangeven naar welke locatie je voorkeur uitgaat. Het Graafschap College behoudt zich het recht voor een student te plaatsen in Doetinchem of Groenlo.

15 Studieprogramma Leerweg Niveau Studieduur Pedagogisch medewerker kinderopvang Pedagogisch medewerker, uitstroom gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang Pedagogisch medewerker, uitstroom pedagogisch medewerker jeugdzorg bol 3 3 jaar bol jaar bol jaar Sociaal cultureel werker bol jaar Onderwijsassistent bol 4 3 jaar bol 4 2 jaar Praktijkopleider bbl 4+ 1 jaar (20 bijeenkomsten, om de week)

16