Basisdocument. BoekStart in de kinderopvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basisdocument. BoekStart in de kinderopvang"

Transcriptie

1 Basisdocument BoekStart in de kinderopvang

2 2

3 Basisdocument BoekStart in de kinderopvang 3

4 Colofon Auteurs: Cornelia van Horn, Biblionet Groningen Marion Bolte, Cubiss Ingrid Bon, Biblioservice Gelderland Tekstredactie: Julienne van den Heuvel Deze uitgave kwam tot stand als onderdeel van het landelijk project Kunst van Lezen en was het resultaat van samenwerking tussen Stichting Lezen, Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, Biblionet Groningen, Cubiss en Biblioservice Gelderland. De volgende personen hebben de auteurs advies gegeven: Adriaan Langendonk, Truuske Sanders, Marijke Bos, Julienne van den Heuvel, Jan Plooij, Henk Pilon en medewerkers van deelnemende bibliotheken en kinderopvang van de pilots BoekStart in de kinderopvang. 4

5 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Begrippenlijst 8 1. Inleiding 9 2. Beleidskader BoekStart in de kinderopvang Aanleiding Huidige situatie Standaardaanvraagformulier Omgevingsanalyse Aanbevelingen Nulmeting Bedrijfsvoering: intern-extern Stappenplan interne bedrijfsvoering Stappenplan Bedrijfsvoering: acties en planning Bedrijfsvoering: Personeel Deskundigheidsbevordering Ontwikkelingen binnen de kinderopvang Trainingen Train de trainer Voorleescoördinator Train de trainer Interactief voorlezen Cursus Netwerken in een leesbevorderingsnetwerk Training BoekStart Training Voorleescoördinator Training Interactief voorlezen Begroting Twee werkbladen voor de begroting Hoe te werken met de begroting en de subsidieaanvraag Uurtarief Opbouw begroting Toelichting per stap Leesomgeving Leeshoek Collectie Voorleesbeleid Activiteiten op het gebied van leesbevordering, mediawijsheid en cultuureducatie Boekenpret Leesmeter Voortouw Uit de praktijk van de pilots Ouderbetrokkenheid Inleiding Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie Onderzoeken: rol van ouders thuis 50 5

6 8.1.3 Ouderbetrokkenheid en VVE-programma s (zie ook hoofdstuk 5.1) Ouderbetrokkenheid verhogen Campagnes - activiteiten - praktijkvoorbeelden Landelijke campagnes Communicatie Doelgroepen Communicatiemiddelen Communicatiemoment: startbijeenkomst Samenwerkingsovereenkomst Persmoment Veel gestelde vragen Literatuurlijst Achtergrondliteratuur Overzicht onderzoek voorschools lezen 60 Bijlagen Overdrachtsdocument BS in KOV 61 Bijlage 1: Argumentatie 62 Bijlage 2: Standaardaanvraagformulier BoekStart in de kinderopvang 64 Bijlage 3: Voorbeeldstandaardaanvraagformulier BS in de KOV 65 Bijlage 4: Begrotingsformulier BoekStart in de kinderopvang 66 Bijlage 5: Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek van Cubiss 67 Bijlage 6: Nulmetingen 72 Bijlage 7: Voorbeeld uitvoeringsplan van kinderdagverblijven in de gemeente Menterwolde 73 Bijlage 8: Verschillen tussen VVE en Pedagogisch kader 75 Bijlage 9: Materialen overzicht: voorbeelden BoekStart in de kinderopvang 77 Bijlage 10: Activiteiten 80 Bijlage 11: Collectielijst/titels/thema s 89 Bijlage 12: Voorbeeld voorleesplan 101 Bijlage 13: Format activiteitenblad 102 Bijlage 14: Samenwerkingsovereenkomst BoekStart in de kinderopvang 104 Bijlage 15: Toelichting bij samenwerkingsovereenkomst BS in KOV 105 Bijlage 16: Persberichten 106 6

7 Voorwoord In het voorjaar van 2009 is de uitvoering van het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen van start gegaan, met als meest in het oog springende onderdeel BoekStart voor baby s. BoekStart voor baby s heeft een vaste plaats in de bibliotheek veroverd. Inmiddels, begin 2012, wordt het programma door ruim 700 bibliotheekvestigingen uitgevoerd en zijn er ruim baby s lid geworden van de Openbare Bibliotheek. BoekStart heeft een aantrekkelijke uitstraling en is zover ingeburgerd dat het als sterk merk de structurele samenwerking van de Bibliotheek en haar partners kan verstevigen. Een belangrijke samenwerkingspartner is de kinderopvang (met in het verlengde ouders en verzorgers). Tijdens de implementatie van BoekStart voor baby s vonden de eerste voorbereidingen al plaats voor het vervolg, BoekStart in de kinderopvang. Hierbij vervullen de bibliotheken tevens een centrale rol. In opdracht van Kunst van Lezen zijn eind 2010 de provinciale serviceorganisaties uit Gelderland, Groningen en Noord-Brabant gestart met een pilot, elk met zestien kinderopvanginstellingen. Hiertoe behoren zowel kinderdagverblijven als peuterspeelzalen. Een uitgebreid onderzoek dat in het voorjaar van 2011 plaatsvond, leverde waardevolle informatie op. Op basis van de pilot werden onderdelen voor het Overdrachtsdocument BoekStart in de kinderopvang aangeleverd, dat per december 2011 online raadpleegbaar was voor de volgbibliotheken om BoekStart in de kinderopvang in alle provincies in te voeren. Op basis van dit Overdrachtsdocument heeft de landelijke organisatie (Stichting Lezen en Sectorinstituut Openbare Bibliotheken) dit Basisdocument BoekStart in de kinderopvang samengesteld. Naast enkele aanvullende hoofdstukken, komt het grootste gedeelte van de tekst van dit basisdocument overigens overeen met het oorspronkelijke document. We zijn de provinciale serviceorganisaties uit Gelderland, Groningen en Noord-Brabant en hun deelnemende bibliotheken veel dank verschuldigd voor hun aanzet tot een succesvolle aanpak van BoekStart in de kinderopvang. Naast dit basisdocument zijn een standaardaanvraag- en begrotingsformulier (voor een soepele aanvraag), randvoorwaarden en een Powerpointpresentatie beschikbaar Met dit geheel dient een basisbibliotheek in staat te zijn binnen zes maanden een BoekStartaanpak te hebben opgezet bij de kinderopvanginstellingen in haar werkgebied. De BoekStartcoördinatoren van PSO s en de G4 hebben een belangrijke rol bij de landelijke uitrol. Alle benodigde documenten zijn voor hen op de website van BoekStart te vinden via het afgeschermde webgedeelte. Zij spelen de documenten door aan de basisbibliotheken die met BoekStart in de kinderopvang beginnen. Ten slotte hebben we, ter informatie en vooral ter inspiratie, de evaluaties opgenomen van de pilotprovincies: van Noord-Brabant een totaalrapportage, van Groningen en Gelderland een concluderende samenvatting op basis van nulmetingen en evaluaties van hun deelnemende bibliotheken. Het ministerie van OCW heeft besloten het programma Kunst van Lezen (dus ook BoekStart) te verlengen tot In de afgelopen periode van vier jaar is BoekStart voor baby s stevig op de kaart gezet. Ik ben ervan overtuigd dat het vervolg BoekStart in de kinderopvang via bibliotheek en kinderopvang net zo snel zijn weg zal vinden naar ouders met kinderen van 0-4 jaar. Adriaan Langendonk Projectleider Kunst van Lezen maart

8 BEGRIPPENLIJST Activiteitenformulier Document om bruikbare activiteiten te beschrijven die ingezet kunnen worden in het kader van Boekstart in de kinderopvang. Leesplan.nl Website ontwikkeld door Stichting Lezen als handvat om planmatig te werken met leesbevordering. Geeft input en structuur bij beschrijven van het voorleesplan. Nulmeting Wordt afgenomen bij de start van de pilot door bibliotheek bij de kinderopvang. Door de vragenlijst na bij de evaluatie na acht maanden te herhalen verkrijgt men inzicht in resultaten. Overdrachtsdocument Achtergrondinformatie en formats (voorbeelddocumenten) die voortgekomen zijn uit de ervaringen van de drie pilot-provincies voor de bibliotheken die mee gaan doen met BoekStart in de kinderopvang. Projectplan Praktische uitwerking van de beleidsnotitie van Kunst van Lezen BoekStart in de kinderopvang voor de eigen organisatie. Randvoorwaarden Document van Kunst van Lezen met voorwaarden, doelen en verwachte resultaten van de volglocaties. Samenwerkingsovereenkomst Document waarop bibliotheek en kinderopvang verklaren samen te werken in het kader van BoekStart in de kinderopvang. Stappenplan Chronologisch overzicht van de te nemen stappen om tot implementatie te komen. Het overzicht geeft ook aan wie waarvoor verantwoordelijk is. Trainingen Om het huidige personeel van de bibliotheken toe te rusten voor de samenwerking en uitvoering Boekstart in de kinderopvang zijn enkele trainingen ontwikkeld. Uitvoeringsplan Lokaal Plan van aanpak door de deelnemende bibliotheek. Voorleesplan Vertaling van het voorleesbeleid in de praktijk door de kinderopvang op basis van Leesplan.nl 8

9 1. Inleiding Een vroege winst is de beste winst. Als een kind zich op zeer jonge leeftijd goed ontwikkelt, profiteert het daar zijn hele leven van. BoekStart voor baby s heeft vanaf de invoering in 2008 voor een enorme impuls gezorgd in het bibliotheekwerk voor nul- tot vierjarigen. Er is een deelname van 70 procent van bibliotheken en BoekStart is inmiddels opgenomen in de reguliere dienstverlening. De kinderopvang (kinderdagverblijven) was al een samenwerkingspartner van de bibliotheek met BoekStart voor baby s, maar de allianties met de kinderopvang kunnen veel steviger worden gesmeed. Want, is er een regelmatig, structureel contact met de kinderopvang met betrekking tot taalstimulering? Juist in een vroeg stadium zijn taalachterstanden te voorkomen. Van oudsher en in het kader van VVE heeft de bibliotheek een meer inhoudelijke samenwerking met peuterspeelzalen. Vanuit de kinderopvang blijkt behoefte aan kwaliteitsverbetering op het gebied van voorlezen en het structureren van leesbevorderende activiteiten. Het maatschappelijk belang van een gezamenlijke inzet ter voorkoming van taalachterstand, de invoering van de wet OKE, de VVE programma s gecombineerd met de inzichten en conclusies uit onderzoeken op het terrein van lezen, voorlezen en taal vormen de aanleiding en noodzaak voor een structurele aanpak van taal- en leesbevordering voor nul- tot vierjarigen. Het gaat om een aanpak op meerdere terreinen; zowel op strategisch, beleidsmatig en uitvoerend niveau, als inhoudelijk, op het terrein van netwerken, deskundigheidsbevordering en advisering op het gebied van voorlezen en leesomgeving. De bibliotheek (directie en uitvoerende medewerkers) zal zich bij aanvang moeten committeren aan de doelstellingen van BoekStart in de kinderopvang en gaat een spilfunctie vervullen in de uitvoering. Bestaande initiatieven voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gaan onderdeel uitmaken van BoekStart in de kinderopvang. Naast de subsidie uit het overkoepelende programma Kunst van Lezen investeert de bibliotheek zelf inhoudelijk en financieel in het project. De gemeente wordt geïnformeerd en wordt zo mogelijk (financieel) betrokken bij de activiteiten tussen bibliotheek en kinderopvang. De bibliotheek wordt als partner van de kinderopvang gepositioneerd op het gebied van taal- en leesbevordering. Kinderen worden via de kinderopvang gestimuleerd in hun taalontwikkeling en ervaren het plezier van voorlezen. Ouders worden hier met nadruk bij betrokken. Er vindt een afstemming plaats met de kinderopvang over een passend aanbod van de bibliotheek. Uiteindelijk is het doel om kinderen (en hun ouders/verzorgers) van nul tot vier jaar blijvend te bereiken waarin taalontwikkeling én leesplezier een centrale rol innemen. Verschillende onderzoeken tonen het belang aan van een rijke leesomgeving en het positieve effect van voorlezen op de schoolloopbaan. Maar ook dat de deskundigheid van (toekomstig) pedagogisch medewerkers op het gebied van voorlezen en leesbevordering verbetering behoeft. Zij hebben onvoldoende kennis op het gebied van voorlezen en leesbevordering. Voor gemeenten en directies is het van belang dat de argumenten, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek én die maatschappelijk relevant zijn, genoemd worden. Deze argumenten zijn uit de hieronder genoemde onderzoeken te halen en vormen mede het uitgangspunt voor het beleidskader van BoekStart in de kinderopvang. 9

10 Enkele relevante citaten uit verschillende onderzoeken: Bibliotheken en kinderopvanginstellingen zouden moeten samenwerken aan een rijke en stimulerende leesomgeving voor jonge kinderen. Uit: Onderzoek Voorlezen in de kinderopvang (TNS NIPO, 2008). Lezende kinderen doen het maatschappelijk beter. Uit: Suzanne Mol: Read or not to read: Wetenschappelijk (onderzoek, 2010). Elke dollar geïnvesteerd in VVE levert 9 dollar op. Nobelprijswinnaar James Heckman Voorlezen heeft een positief effect op de taalontwikkeling van jonge kinderen. Uit: Adriana Bus e.a.: Van voorlezen naar lezen: een meta-analyse naar intergenerationele overdracht van geletterdheid (Nederlands tijdschrift voor opvoeding, vorming en onderwijs, jrg. 10, nr. 3) Interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers moeten beter! Uit: R.E.L. de Kruif, J.M.A. Riksen-Walraven, M.J.J.M Gevers Deynoot-Schaub, K.O.W. Helmerhorst, L.W.C. Tavecchio, & R.G. Fukkink: Pedagogische kwaliteit van de opvang voor 0- tot 4-jarigen in Nederlandse kinderdagverblijven in 2008 (2009). Meer informatie over de genoemde onderzoeken vindt u in Bijlage 1: Argumentatie 10

11 2. Beleidskader BoekStart in de kinderopvang 2.1 Aanleiding Uit onderzoeken blijkt dat kinderen, die van jongs af aan zijn voorgelezen, gemotiveerd zijn om te leren lezen; ze blijken taalvaardiger te zijn, ze begrijpen teksten beter en hebben meer succes op school dan kinderen die niet of heel weinig zijn voorgelezen. Plezier verbinden aan lezen is daarbij een belangrijke factor evenals de zorg voor een stimulerende taal- en leesomgeving. Ouders zijn de primaire opvoeders van kinderen en hebben een grote invloed op hun taalontwikkeling. Daarnaast speelt de kinderopvang een rol, die steeds belangrijker wordt, ook als het om lezen gaat. Het bieden van een goed voorleesklimaat is een taak van de kinderopvang. Dit houdt in dat er voldoende boeken aanwezig zijn, dat er minimaal één keer per dag wordt voorgelezen en dat kinderen zelf boekjes kunnen pakken. En, dat pedagogisch medewerkers kennis hebben van de leesontwikkeling van het jonge kind en van geschikte boeken. Het structureel inzetten op de verschillende onderdelen die samen bijdragen aan een goed voorleesklimaat in de kinderopvang is cruciaal. De bibliotheek is hierin een onmisbare partner. BoekStart in de kinderopvang zal hierin moeten voorzien. Er zijn meerdere redenen voor Kunst van Lezen om zich in het vervolgtraject via de bibliotheek te richten op de kinderopvang: Onderzoek; verschillende onderzoeken tonen het belang aan van een rijke leesomgeving en het positieve effect van voorlezen op de schoolloopbaan. Verder is er onderzoek gedaan naar de deskundigheid van toekomstige pedagogisch medewerkers op het gebied van voorlezen en leesbevordering. Hieruit blijkt dat zij onvoldoende kennis hebben op het gebied van leesbevordering en voorlezen. Daarnaast is de kinderopvang onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die de bibliotheek kan bieden aan hun sector. Wet OKE; er is op dit moment veel aandacht voor kwaliteitsverbetering van de kinderopvang. De wet OKE moet een impuls geven aan de kwaliteit. Uit onderzoek blijkt dat voornamelijk de kinderdagverblijven zich nog teveel richten op verzorging en onvoldoende scoren op het gebied van educatie. Behoeftevoorziening; vanuit de bibliotheeksector en de kinderopvang is er behoefte aan helderheid en eenduidigheid over wat er op het gebied van leesbevordering beschikbaar is aan producten. Groot bereik; van de twee- en driejarigen gaat 61 procent naar een kinderdagverblijf en 29 procent naar de peuterspeelzaal. Door ons te richten op de kinderopvang bereiken we veel kinderen en indirect hun ouders. Pilot met Wepboek; in de pilot werkten bibliotheken en kinderdagverblijven nauw samen. De resultaten zijn positief. 2.2 Huidige situatie Uit het TNS NIPO rapport uit 2008 naar voorleesklimaat binnen de kinderopvang (in opdracht van Stichting Lezen) blijkt dat de contacten verschillen tussen de kinderopvangorganisaties en de bibliotheek. Het beeld is dat bibliotheken een gevarieerder contact hebben met de peuterspeelzalen. De samenwerking met kinderdagverblijven bestaat voornamelijk uit het lenen van boeken. Met de peuterspeelzaal heeft de bibliotheek in het kader van VVE een inhoudelijkere samenwerking. De kinderopvanginstellingen die participeren in voorschoolse 11

12 programma s, zoals Boekenpret, hebben uiteraard een intensievere samenwerkingsrelatie. In 2012 wordt de meting opnieuw uitgevoerd. Het zou mooi zijn als dan al enig effect te meten valt van de interventie BoekStart in de kinderopvang. In 2010 zijn de PSO s uit Gelderland, Groningen en Noord-Brabant gestart met de eerste pilots BoekStart in de kinderopvang. Het Overdrachtsdocument is hiervan het resultaat. De overige bibliotheken kunnen nu aan de slag met de uitvoering van BoekStart in de kinderopvang in hun werkgebied. De bibliotheek moet hiervoor wel kunnen voldoen aan de randvoorwaarden. Net als bij BoekStart voor baby s hebben de PSO s een coördinerende rol. Dit houdt in dat zij: Een scharnierfunctie vervullen tussen landelijke organisatie en basisbibliotheek Basisbibliotheken ondersteunen bij de aanvraag Op verzoek ondersteunen bij contacten met kinderopvang, JGZ en gemeente Trainingen (lokaal) geven Rapporteren aan de landelijke organisatie en het uitvoeringsproces bewaken Evaluatiegegevens verzamelen en indienen Doelstelling van project BoekStart in de kinderopvang: Het doel is om kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar, hun ouders en pedagogisch medewerkers via de kinderopvang intensief met boeken en het lezen daarvan in aanraking te brengen door hen te binden aan de bibliotheek en de relatie tussen kinderopvang en bibliotheek te versterken Subdoelen Het bevorderen van de deskundigheid van kinderopvangpersoneel; Pedagogisch medewerkers ondersteunen bij het uitvoeren en inzetten van leesbevorderingsactiviteiten; Ouders worden via de kinderopvang bewust gemaakt van het belang van (voor)lezen en het opgroeien met boeken; Pedagogisch medewerkers ondersteunen bij het uitvoeren en inzetten van leesbevorderingsactiviteiten; Ouders worden via de kinderopvang bekend gemaakt met de mogelijkheden van de bibliotheek; Versterking relatie bibliotheek en kinderopvang; De bibliotheek heeft een dienstverlening ontwikkeld voor de kinderopvang; Toename van bibliotheekgebruik door de kinderopvang, ouders en kinderen. Projectresultaat Om de doelstelling te realiseren is het belangrijk om de volgende resultaten te bereiken: Rijke en stimulerende leesomgeving binnen de kinderopvang; een stimulerende leesomgeving zorgt ervoor dat kinderen zich ontwikkelen tot mensen die gemakkelijk lezen. Kinderen krijgen plezier in lezen als er regelmatig wordt voorgelezen in een prettige, vertrouwde omgeving. Boeken moeten ook een essentieel onderdeel vormen van hun dagelijkse leefomgeving. Verhoogde deskundigheid van pedagogisch medewerkers; kinderopvangpersoneel moet voldoende kennis in huis hebben om een goed (voor)leesklimaat te creëren op de groep. De expertise van de bibliotheek is hiervoor nodig. Verhoogde ouderbetrokkenheid; thuis wordt meer voorgelezen. Ouders worden geïnformeerd en actief betrokken bij de leesactiviteiten op de kinderopvanginstelling. Ouders worden ook gestimuleerd om naar de bibliotheek te komen. 12

13 Structureel voorleesplan voorzien van een regelmatig aanbod van activiteiten; kinderopvanginstellingen hebben allemaal een pedagogisch beleidsplan. Voorlezen ondersteunt een aantal basisdoelen voor de opvoeding van kinderen. Veiligheid, gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie, overdracht van waarden en normen. In de huidige beleidsplannen is voorlezen onterecht vaak alleen in de paragraaf over taalstimulering opgenomen. Een voorleesplan zorgt er voor dat er blijvend aandacht is voor het onderwerp. Betrokkenheid van deskundige bibliothecarissen; de bibliotheek is de expert op het gebied van voorlezen en leesbevordering. Welke boeken zijn geschikt? Hoe lees je het beste voor? Hoe betrek je ouders? De kinderopvang moet met deze en andere vragen de bibliotheek kunnen raadplegen. De bibliotheek moet de kinderopvang als belangrijke samenwerkingspartner zien. Netwerken; het oprichten en/of uitbouwen van bestaande netwerken op drie niveaus: strategisch (directie wethouder directie kinderopvangorganisaties), beleidsmatig (domeinspecialist jeugd beleidsambtenaar gemeente pedagogisch beleidsmedewerker kinderopvangorganisatie manager thuiszorgorganisatie), uitvoerend (leesconsulent voorleescoördinatoren). 2.3 Standaardaanvraagformulier Op de website van BoekStart staat op het afgeschermde gedeelte het standaardaanvraagformulier. PSO s kunnen dit doormailen aan deelnemende bibliotheken, zodat de betreffende bibliotheekorganisatie het kan invullen om in aanmerking te komen voor een subsidie van Kunst van Lezen. De Voorbeeldaanvraag BoekStart in de kinderopvang biedt hierbij steun. Ook het Begrotingsformulier is te vinden op het afgeschermde gedeelte van de website. De bibliotheek moet kunnen voldoen aan de randvoorwaarden. Wanneer de BoekStartorganisatie het aanvraagformulier en bijbehorend subsidiedocument heeft ontvangen volgt goedkeuring door middel van een toekenningsbrief en het overmaken van het gereserveerde bedrag. Bijlage 2: Standaardaanvraagformulier BoekStart in de kinderopvang Bijlage 3: Voorbeeldaanvraag BoekStart in de kinderopvang Bijlage 4: Begrotingsformulier BoekStart in de kinderopvang 13

14 3. Omgevingsanalyse Om een goed beeld te krijgen van de huidige stand van zaken rondom voorlezen, voorleesbeleid en deskundigheid, de mate van contacten met de bibliotheek en de wensen en behoeften van de kinderopvang is een omgevingsanalyse noodzakelijk. Voor een omgevingsanalyse voor BoekStart in de kinderopvang is een digitale vragenlijst, een nulmeting en een script voor een groepsgesprek (focusgroep) ontwikkeld. Voor de implementatie van BoekStart in de kinderopvang is door Cubiss in het voorjaar van 2011 een omgevingsanalyse uitgevoerd in de drie deelnemende provincies: Gelderland, Groningen en Noord-Brabant. Hierbij zijn zestien kinderdagverblijven bevraagd. Naast digitale vragenlijsten met een respons van 100 procent is er in iedere provincie een focusgroep georganiseerd met een afvaardiging van de deelnemende kindercentra en bibliotheken. In dit onderzoek is in beeld gebracht hoe de samenwerking (kwantitatief en kwalitatief) tussen bibliotheek en kinderopvang verloopt, met een verkenning van: 1. de toekomstige samenwerkingsmogelijkheden; 2. de wensen en behoeften in de kinderopvang op het gebied van leesbevordering (mediawijsheid en cultuureducatie). De onderzoekers zijn op basis van de conclusies uit dit onderzoek tot aanbevelingen gekomen. 3.1 Aanbevelingen De volgende aanbevelingen zijn aan de bibliotheken geformuleerd op strategisch, beleidsmatig en uitvoerend niveau. Soms betreft het een aanbeveling die in feite bedoeld is voor het kindercentrum, maar waar voor de bibliotheek een actieve rol is weggelegd. Aanbevelingen op strategisch niveau Functioneer als bibliotheek bij een lokaal leesnetwerk als kartrekker of sluit aan bij een bestaand netwerk rondom VVE en (voor)lezen. Neem als bibliotheek contact op met het lokale ROC en biedt actief stageplaatsen in de bibliotheek aan de pedagogisch medewerkers in opleiding. Bekijk welke subsidiemogelijkheden op lokaal niveau beschikbaar zijn voor deze samenwerking. Denk daarbij aan de wet OKE. Aanbevelingen op beleidsmatig niveau Laat de nulmeting door de locatiemanager of locatieleider invullen. Benadruk als bibliotheek het belang van voorlezen in het pedagogisch beleidsplan bij de kindercentra. Zorg ervoor dat kindercentra de kwaliteit van lezen en voorlezen waarborgen voor baby s en peuters. Sluit aan op het belang van voorlezen aan baby s dat kindercentra onderkennen en hun mogelijke ondeskundigheid op dit terrein. Inventariseer als bibliotheek met welke stimuleringsprogramma s en thema s de kindercentra werken en probeer daar de dienstverlening op aan te sluiten. Om de borging en continuïteit te waarborgen kan de bibliotheek een integraal abonnement aanbieden aan de kindercentra, waarbij leesomgeving/collectie, projecten, advies en scholing in een compleet pakket aangeboden wordt. Aanbevelingen op uitvoerend niveau Organiseer trainingen Interactief voorlezen en Voorleescoördinator voor pedagogisch medewerkers. 14

15 Stel met het kindercentrum een jaarplan op, inclusief bijeenkomsten met de vaste contactpersoon, de voorleescoördinatoren, de ouders en de kinderen. Maak gebruik van digitale instrumenten om het contact met kindercentra te onderhouden zoals een nieuwsmail, tweets et cetera. De volledige tekst is terug te vinden in Bijlage 5: Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek van Cubiss. 3.2 Nulmeting Voor de implementatie van BoekStart in de kinderopvang brengt u de lokale situatie in beeld door middel van een nulmeting. U vult zelf de vragenlijst van de bibliotheek in. Gebruik alle gegevens die beschikbaar zijn. Als voorbereiding op de nulmeting bij de kinderopvang neemt u de vragenlijst door voordat het gesprek met de locatieleider/leidinggevende of coördinator plaats vindt. Ook kunt u de aanbevelingen uit het onderzoek van Cubiss doornemen en informeert u zich via de website van de kinderopvanginstelling. Zo bent u goed voorbereid. Lees daarnaast de (sub)doelen door die omschreven staan bij hoofdstuk 2.2. Naast de harde cijfers is het wel van belang om in de eerste gesprekken goed af te stemmen op deze doelen. Om de vragen uiteindelijk goed te kunnen invullen, zal de kinderopvang informatie moeten verzamelen en dit kost tijd. Verwacht daarom niet dat de vragenlijst binnen een week afgrond is. Noteer het -adres van de coördinator/leidinggevende die de vragenlijsten gaat invullen en spreek een datum af. Probeer te achterhalen hoeveel kinderen al lid zijn van de bibliotheek. Dit is eenvoudig na te vragen door ouders een briefje mee te geven. Laat de kinderopvang communiceren dat het in het kader van het project BoekStart in de kinderopvang van belang is. Mogelijk kan dan meteen de vraag gesteld worden of (en hoe vaak) de ouders met hun kind naar de bibliotheek gaan en boeken lenen. Bijlage 6: Nulmetingen: vragenlijst voor de bibliotheek en vragenlijst voor de kinderopvang 15

16 4. Bedrijfsvoering: intern-extern Uit het TNS NIPO rapport 2008 blijkt dat de kinderopvang onvoldoende op de hoogte is van de mogelijkheden die de bibliotheek kan bieden aan hun sector. De verankering in de samenwerking tussen voorschoolse instellingen en bibliotheken in de bedrijfsvoering van bibliotheken zijn in BoekStart in de kinderopvang belangrijke aandachtspunten. Daarbij blijkt dat het voorschools leesbevorderingsbeleid vaak geen uitgewerkt onderdeel in het beleidsplan van bibliotheken is. Het ontbreekt aan SMART geformuleerde doelen en een gerichte uitwerking in personeel en middelen. En omdat de educatieve rol van bibliotheken hoog op de agenda staat vraagt dit van bibliotheekdirecties duidelijke beleidskaders. Borging op strategisch, beleidsmatig en uitvoerend niveau zijn daarom de pijlers waar BoekStart in de kinderopvang naar toe werkt. 4.1 Stappenplan interne bedrijfsvoering Het Stappenplan interne bedrijfsvoering is een instrument dat de domeinspecialist jeugd ondersteunt om beleidskaders af te dwingen. Door de zes stappen van het Stappenplan interne bedrijfsvoering af te werken wordt het proces doorlopen om gezamenlijk te komen tot een door de gehele organisatie gedragen project. Bij iedere stap van het Stappenplan interne bedrijfsvoering vindt u toelichting op het onderwerp of voorbeelden. De verschillende stappen zijn: 1. Projectaanloop 2. Startnotitie 3. Projectopdracht 4. Project Start Up 5. Opstellen projectplan 6. Goedkeuring van het plan Go! Stap 1 Projectaanloop 1. Projectaanloop: informatie verzamelen over: 1.1 Extern: zie: Toelichting stap 1: gemeentelijk beleid Gemeentelijk beleid voor de voor- en vroegschoolse periode, en gemeentelijk cultuurbeleid van verschillende gemeenten, behorende bij de basisbibliotheek Onderzoeken welke financiële en inhoudelijke mogelijkheden er vanuit de gemeenten zijn Inventarisatie van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Stand van zaken integrale kindcentra en kindnetwerken Link naar adressenformat G!DS? 1.2 Intern: Bibliotheekbeleid voor de voor- en vroegschoolse periode 16

17 Toelichting bij Stap 1: Projectaanloop: informatie verzamelen gemeentelijkbeleid Informatie verzamelen over het gemeentelijk beleid voor de voor- en vroegschoolse periode en gemeentelijk cultuurbeleid van verschillende gemeenten, behorende bij de basisbibliotheek. Verschillende onderwerpen hebben raakvlakken met deze doelgroep: welzijn, cultuur en onderwijs. Wat is er afgesproken in het LEA-overleg en welke partijen zijn betrokken? Onderzoek welke financiële en inhoudelijke mogelijkheden er vanuit de gemeenten liggen. Wat is er bekend over: Preventie laaggeletterdheid Stimuleren van een doorlopende lijn voor voor- en vroegschoolse educatie Stimuleren van een doorlopende lijn op gebied van cultuureducatie Preventief jeugdbeleid (informatie/verwijsfunctie) Taalbeleid Bestrijden van onderwijsachterstanden Brede School Ondersteuning VVE-programma s Peuterspeelzaalwerk Kinderopvang Ouderparticipatie Wet OKE Bestaande gemeentelijke netwerken Stap 2 De Startnotitie Intern: Startnotitie inclusief begroting gaat naar de directie om haar te informeren en motiveren met betrekking tot het project BoekStart in de kinderopvang. Het MT besluit om van een bepaalde uitdaging/probleem een project te maken. Om dat besluit te kunnen nemen is een startnotitie nodig. De startnotitie wordt meestal opgesteld door degene bij wie het idee ontstaan is en om in dit geval met BoekStart in de kinderopvang aan het werk te gaan (in overleg met zijn/haar manager). Een startnotitie begint dus altijd met een probleemstelling (wat is het idee, welk probleem willen we oplossen). Toelichting bij Stap 2: Voorbeeld startnotities Voorbeeld Startnotitie BoekStart in de kinderopvang In het promotie onderzoek van Suzan Mol To read or not to read blijkt dat vrijetijdslezen de drijvende kracht achter geletterdheid en taalvaardigheid is. Wat vrij lezen is voor kinderen die zelf kunnen lezen, is het interactief voorlezen van prentenboeken voor jonge kinderen. Adriana Bus bewijst in haar onderzoek Van voorlezen naar lezen het positieve effect van voorlezen op de taalontwikkeling van jonge kinderen op basis van een meta-analyse van een groot aantal internationale onderzoeken. Deze onderzoeken legitimeren de keuze voor een actief leesbevorderingsbeleid in de bibliotheek en kindercentra. BoekStart staat aan het begin van de doorlopende leeslijn. Hiermee is een impuls gegeven aan de dienstverlening aan baby`s en hun ouders. Samenwerking met de gemeente en jeugdzorg is hiermee gerealiseerd. Voortzetting in de kindercentra waarmee zowel kinderdagverblijf als peuterspeelzaal wordt bedoeld is een logische 17

18 stap. Hiermee wordt BoekStart voor de kinderopvang ingebed in de doorlopende leeslijn. Beleidsuitgangspunt van Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken is dat de ontluikende geletterdheid van kinderen onderkent en aangemoedigd wordt door middel van een doorgaand aanbod van activiteiten gericht op affectief lezen in elk stadium van een kinderleven. In de marketingstrategieplannen wordt kinderopvang met name als partner aangevoerd om allianties mee aan te gaan. Doelstelling Kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar via de kinderopvang intensief met boeken en het lezen daarvan in aanraking brengen door hen te binden aan de bibliotheek en het versterken van de relatie tussen bibliotheek en kinderopvang. Subdoelen Het bevorderen van de deskundigheid van kinderopvangpersoneel; Pedagogisch medewerkers ondersteunen bij het uitvoeren en inzetten van leesbevorderingsactiviteiten; Ouders worden via de kinderopvang bewust gemaakt van het belang van (voor)lezen en het opgroeien met boeken; Ouders worden via de kinderopvang bekend gemaakt met de mogelijkheden van de bibliotheek; De bibliotheek heeft een aanbod gerealiseerd voor de kinderopvang; Toename van bibliotheekgebruik door de kinderopvang, ouders en kinderen. Projectresultaat Rijke en stimulerende leesomgeving binnen de kinderopvang; Verhoogde deskundigheid van pedagogisch medewerkers; Verhoogde ouderbetrokkenheid: thuis wordt meer voorgelezen; Structureel voorleesplan voorzien van een regelmatig aanbod van activiteiten; Betrokkenheid van deskundige bibliothecarissen; Zowel kinderopvang als bibliotheek maken deel uit van leesbevorderingsnetwerken; Meer kinderen van nul tot vier jaar zijn lid van de bibliotheek. Kosten overzicht (inclusief eventuele opbrengsten) Zie hoofdstuk 6 Begroting. Opbrengsten Terugverdienmodel met bijdrage van gemeente, bibliotheek en kindercentra. Nog nader in te vullen na afronding van de pilot BoekStart in de kinderopvang Eventuele risico s (Randvoorwaarden) Doelgroep heeft geen prioriteit bij de gemeente Draagvlak bij de eigen organisatie Aandacht van doelgroep in beleidsplan bibliotheek Onvoldoende deskundigheid doelgroep nul tot vier jaar bij de jeugdspecialisten in de bibliotheek Draagvlak bij de kindercentra Financiële situatie van bibliotheek, gemeente en kindercentra Tijdsinvestering van kindercentra Tijdsbesteding Indicatie van de te besteden uren, wordt aangevuld na afronding van de pilot. 18

19 Projectorganisatie Bibliotheek stelt een projectteam samen met verschillende expertises en vertegenwoordiging op strategisch, beleidsmatig en uitvoerend niveau. Bijvoorbeeld: directeur is opdrachtgever, domeinspecialist jeugd is projectleider en projectmedewerkers van de afdeling ICT, collectievorming en jeugdspecialisten zijn uitvoerenden. Strategische argumenten voor de bibliotheek om zich te richten op de kindercentra zijn: Onderzoek: verschillende onderzoeken tonen het belang aan van een rijke leesomgeving en het positieve effect van voorlezen op de schoolloopbaan. Verder is er onderzoek gedaan naar de deskundigheid van toekomstige pedagogisch medewerkers op het gebied van voorlezen en leesbevordering. Hieruit blijkt dat zij onvoldoende kennis hebben op het gebied van leesbevordering en voorlezen. Daarnaast is de kinderopvang onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die de bibliotheek kan bieden aan hun sector. Timing: er is op dit moment veel aandacht voor kwaliteitsverbetering van de kinderopvang. De wet OKE moet een impuls geven aan de kwaliteit. Uit onderzoek blijkt dat voornamelijk de kinderdagverblijven zich nog teveel richten op verzorging en onvoldoende scoren op het gebied van educatie. Behoeftevoorziening: vanuit de bibliotheeksector en de kinderopvang is er behoefte aan helderheid en eenduidigheid wat er op het gebied van leesbevordering beschikbaar is aan producten. Groot bereik: van de twee- en driejarigen gaat 61 procent naar een kinderdagverblijf en 29 procent naar de peuterspeelzaal. Door ons te richten op de kinderopvang bereiken we veel kinderen en indirect hun ouders. Stap 3 Directiebesluit en projectopdracht Intern: de directie formuleert een projectopdracht, benoemt de opdrachtgever en maakt de keuze voor implementatie van BoekStart in de kinderopvang in het gehele werkgebied, of kiest voor een gefaseerde invoering. Stap 4 Project Start Up (PSU) Intern: samenstellen van een projectteam. Aanstellen van een projectleider (bijvoorbeeld de domeinspecialist jeugd) en het benoemen van projectmedewerkers met verschillende expertises. Toelichting bij Stap 4: Project Start up Om te komen tot een door het projectteam en opdrachtgever gedragen projectplan, is het zinnig een project-start-up (PSU) te houden. Hieraan doen projectleider, projectteam en opdrachtgever (alleen begin en eind PSU) mee. Een goede, volledige PSU kost gemiddeld twee dagen. Resultaat van de PSU is een compleet projectplan, waaraan iedereen zich gecommitteerd heeft. Zorg voor een procesbegeleider die de PSU begeleidt, zodat opdrachtgever, projectleider en team zich op de inhoud kunnen concentreren. Het programma voor een PSU ziet er in grote lijnen als volgt uit: 19

20 Het opstellen van de projectdefinitie: briefing door opdrachtgever aan het team over het project (waarom, wat, randvoorwaarden) voorbereiding, bevraging opdrachtgever door het team op basis van de aspecten van de projectdefinitie (= collectieve intake van het project) collectieve intake (bevraging, discussie, aanscherping) opstellen van projectdefinitie door team terugkoppeling projectdefinitie met opdrachtgever (en: akkoord) Het opstellen van het activiteitenplan (incl. projectfasering en mijlpalen) op te stellen met behulp van de methodiek van het creatief structureren Teamsamenwerking inzicht in bij teamleden aanwezige kwaliteiten c.q. teamrollen (a.d.h.v. oefening, bijvoorbeeld de Teamrollen van Belbin) afspraken over teamsamenwerking (hoe willen wij met elkaar samenwerken? Wat zijn belangrijke afspraken?) Het opstellen van het beheersplan: tijd, geld, kwaliteit, organisatie, informatie, communicatie het team stelt het beheersplan op Krachtenveld/risicoanalyse + terugkoppeling opdrachtgever team maakt krachtenveldanalyse (hoe ziet de projectomgeving eruit?) c.q. risicoanalyse (wat kan er allemaal mis gaan bij dit project?) (voorbereiding) presentatie activiteiten- en beheersplan aan opdrachtgever laatste vraag-/discussiepunten afronding Stap 5 Projectplan Intern: opstellen van een projectplan door het projectteam. Nadat de uitgangspunten in de startnotitie zijn vastgesteld wordt een projectplan opgesteld: Toelichting bij Stap 5: Voorbeeld van het projectplan Project Projectleider: Uitvoering: Datum : Versie: Aanleiding/achtergrond Korte geschiedenis Beknopte beschrijving bibliotheek (profiel) + kengetallen van het werkgebied. Motivatie: waarom wil de bibliotheek dit? 20

21 Projectomschrijving Beschrijving van de aanpak van de te ontwikkelen activiteiten. Doelstelling SMART omschreven doelen binnen een periode zoals: vijftien kinderdagverblijven voor 31 december 2012 twee netwerkbijeenkomsten tussen januari en oktober 2012 drie keer een cursus Voorleescoördinator tussen januari en juni 2012 Opbrengsten / resultaten Opsomming wat de activiteiten in diverse fases concreet opleveren zoals: Plan van aanpak Resultaten onderzoek werkgebied Een analyse van de doelgroep Een cursus voor 45 personen Vier netwerkbijeenkomsten Een tussentijdse evaluatie Projectaanpak/ Projectorganisatie Hierbij ook aandacht voor de rol en niveau van werken van de directeur en bibliotheekmedewerkers, zowel intern als extern: Voorbeeld (nog zonder namen): Functie Rol / niveau Extern Intern bibliotheekdirecteur strategisch gemeentelijke overleggen MT overleggen etc. projectleider strategisch / beleidsmatig provinciaal / gemeentelijk / directies MT overleggen etc. uitvoerend medewerker (leesconsulent) uitvoerend kinderopvang locaties afdelingen, overleggen etc. Uitgangspunten en randvoorwaarden Uitgangspunten, bijvoorbeeld op basis van bibliotheek- of gemeentelijk beleid. Randvoorwaarden: beschrijf wat er nodig is om het project te kunnen realiseren (uren, competenties, et cetera) Projectkosten Begroting van de personele en materiele kosten per kalenderjaar. Fasering/tijdsplanning Maak onderscheid tussen de fases: voorbereiding uitvoering evaluatie 21

22 Communicatie Hierbij aandacht voor zowel de interne als externe communicatie. Evaluatie Maak hierbij onderscheid in doelgroepen en opbrengsten: Intern: verbeter- en aandachtspunten, benodigde competenties Netwerk: beschrijving begin- en eindsituatie Pilot: twee of drie keer meetlat, tussen- en eindrapportage. Stap 6 Goedkeuring: Go! Intern: goedkeuring van het plan inclusief begroting door de opdrachtgever. 4.2 Stappenplan Bedrijfsvoering: acties en planning Het Stappenplan Bedrijfsvoering: acties en planning is een overzicht van activiteiten/ werkzaamheden die moeten worden verricht, voor de oplevering van het projectresultaat. In het Stappenplan moet er wel rekening mee worden gehouden dat de aanvraag van subsidie enkele weken kan duren, waardoor de planning iets opschuift. Hieronder een voorbeeld. De verschillende afkortingen hebben de volgende betekenis: SN= Strategisch niveau, BN= Beleidsmatig niveau, UV = Uitvoerend niveau. Wanneer Wat toelichting Wie Uren Januari Goedkeuring directie en samenwerkingspartners Bespreken van de samenwerking op directieniveau bij koepelorganisaties in de kinderopvang SN 4 Januari Samenwerkingsovereenkomst met samenwerkingspartners bekrachtigen Ondertekening SN 1/2 Januari Nulmeting Zie: Bijlage Nulmeting/ Vragenlijst BoekStart in de kinderopvang voor de bibliotheek en kinderdagverblijf BN 2 Januari Scholing domeinspecialist jeugd tot trainer Voorleescoördinator Deskundigheidsbevordering BN/ UN 16 22

23 Wanneer Wat toelichting Wie Uren Januari Volgen van de training netwerken in een lokaal Deskundigheidsbevordering BN 38 Januari Scholing Interactief voorlezen Deskundigheidsbevordering 2X BN/ UN 16 Februari Accountgesprekken voeren met de kindercentra Vertalen van wensen aan de hand van de nulmeting naar acties BN 2,5 per locatie Maart Schrijven van uitvoeringsplan Per instelling een uitvoeringsplan, waarin minimaal: realiseren leeshoek startcollectie media 1 voorleescoördinator per instelling is geschoold voorleesplan afgestemd bibliotheekaanbod met activiteiten op het gebied van leesbevordering, mediawijsheid en cultuureducatie ouderbetrokkenheid BN 1 per locatie Maart en April Training Voorleescoördinator Alle deelnemende kindercentra selecteren een pedagogisch medewerker voor deze training BN/ UN 24 incl. voorbereiding Maart Voorleesplan ontwikkelen Kinderdagverblijven stellen plan op, bibliotheek adviseert BN/ UN 1 per locatie Mei Inrichten van leeshoek in kindercentra Presentatiemeubel en andere materialen aanschaffen en plaatsen UN 4 per locatie Mei Startcollectie Aanschaffen en plaatsen KOV UN 4 per locatie Juni Starten / aansluiten netwerk 0-4 Voorleescoördinatoren maken deel uit van dit netwerk op uitvoerend niveau BN 4 23

24 Sept. Aanpassen bibliotheekaanbod Indien bepaalde wensen leven bij KOV kan het raadzaam zijn om diensten en productenpakket van lokale bibliotheek onder de loep te nemen BN 8 Sept. Uitvoeren van leesbevorderingsactiviteiten Activiteiten gericht op leesbevordering, mediawijsheid en ouderbetrokkenheid UN Sept. Workshop Interactief voorlezen Per kindercentra wordt een workshop gegeven BN/ UN 3 per locatie incl. voorbereiding 4.3 Bedrijfsvoering: Personeel Het projectteam bestaat uit projectmedewerkers met verschillende expertise op strategisch, beleidsmatig en uitvoerend niveau. Voorbeelden van deze expertises: collectievorming nul tot vier jaar (het inrichten van een voorleeshoek en sanering van de bestaande collectie); ICT (nulmeting, G!DS); account/gespreksvaardigheden (wensen en behoeften kinderopvang ophalen); didactische vaardigheden (workshop interactief voorlezen); kennis en vaardigheden leesbevorderingsactiviteiten. Daarnaast is het belangrijk dat de taken en bevoegdheden van alle projectleden duidelijk zijn en men elkaar hier op aanspreekt. De taken en bevoegdheden van de directie zijn: Het optreden als functionerend opdrachtgever Het toezien op het verloop en de voortgang van het project Het toezien op de financiële rapportage Betrokkenheid bij keuzes en eindresultaat Het toezien op borging van het projectresultaat in het beleid van de organisatie De taken en bevoegdheden van de projectleider zien er als volgt uit: Is aanspreekpunt voor het project Is verantwoordelijk voor het projectresultaat met de overeengekomen kwaliteit, tijd en budget Bewaakt de planning en voortgang project Beheert het budget Geeft leiding aan de projectgroep Zorgt voor communicatie intern Rapporteert aan onder andere lijnverantwoordelijke De taken en bevoegdheden van de projectleden zien er als volgt uit: Voeren gesprekken met kinderdagverblijven Stellen uitvoeringsplannen op Stemmen af met kinderdagverblijven over activiteiten en aanbod Adviseren over collecties en schaffen aan 24

25 Rapporteren over voortgang aan de projectleider Rapporteren over voortgang aan bibliotheekmanager Nemen deel aan scholing Competentieprofielen BoekStart in de kinderopvang Voor de uitvoering van de taken en bevoegdheden van de projectleden zijn verschillende competenties nodig die hieronder op drie niveaus zijn beschreven. Onderstaand competentieprofiel is gebaseerd op het project BoekStart in de kinderopvang en de competentie-index voor het bibliotheekveld van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. Elke competentie kent een definitie en zogenaamde gedragscriteria. De definitie geeft een algemene beschrijving van wat er bedoeld wordt met een competentie, de gedragscriteria zijn een uitwerking naar handelen en gedrag op een bepaald niveau. Een competentie kan op diverse niveaus terugkomen. Afhankelijk van het niveau kunnen per competentie de definitie en gedragscriteria van elkaar verschillen. 25

26 Strategisch niveau Kern Fungeert als opdrachtgever; ziet toe op de voortgang van het project, bewaakt de financiële planning, stelt eindresultaten vast en draagt zorg voor de borging van het projectresultaat in het organisatiebeleid. Competenties 1. Brancheontwikkelingen, visie en strategie Heeft inzicht in feiten, trends en ontwikkelingen binnen de branche en weet deze toe te passen in het lange termijn handelen voor de eigen organisatie. Ontwikkelt een visie op het bibliotheekwerk en de verankering hiervan in een netwerk van gemeenten, kinderopvangorganisaties en overige VVE-partners. Signaleert en anticipeert op relevante ontwikkelingen in de branche en vertaalt deze naar strategisch beleid. 2. Leiderschap Formuleert doelstellingen en resultaten en stimuleert medewerkers bij te dragen aan de realisatie. Stelt een duidelijke opdrachtformulering op. Geeft binnen de kaders van de opdracht ruimte en verantwoordelijkheden aan projectleiders voor het ontplooien van initiatieven. Ziet toe op een efficiënte en effectieve besteding van middelen en bewaakt de voortgang in de realisatie van de projectdoelstellingen. Herkent prestaties en complimenteert en beloont medewerkers voor behaalde resultaten. 3. Public affairs en draagvlak Demonstreert de impact en waarde van de bibliotheek als partner in taal- en leesonderwijs aan belanghebbenden. Presenteert strategische plannen en creëert draagvlak bij wethouders en directies van kinderopvangorganisaties. Evalueert de resultaten en het effect van de producten en diensten van de bibliotheek op de doelstellingen van gemeenten en kinderopvangorganisaties. Bouwt een relevant netwerk in het VVE-veld op, onderhoudt en benut dit, weet gemeenten en kinderopvangorganisaties aan zich te binden en hiermee samen te werken. 26

27 Beleidsmatig niveau Kern Fungeert als projectleider; bewaakt de voortgang van het project en de afspraken met betrekking tot kwaliteit, tijd en budget, beheert het budget, neemt beslissingen met betrekking tot proces en inhoud, stemt af met de opdrachtgever en stuurt de projectleden aan. Competenties 1. Plannen en organiseren Past principes van projectmanagement toe om de afgesproken resultaten binnen de gestelde kaders te realiseren. Stelt een projectplan op met daarin de doelen, kwaliteitseisen, financiële middelen, bemensing en tijdsplanning. Bewaakt de voortgang van het project, spreekt projectleden aan op het nakomen van afspraken en stuurt bij indien nodig. Is zich bewust van de verschillende rollen in het projectteam en handelt hiernaar. 2. Omgevingsbewustzijn Is in staat de dienstverlening van de bibliotheek te plaatsen in de maatschappelijke context. Heeft een brede algemene ontwikkeling op educatief en maatschappelijk gebied. Heeft kennis van de doelgroep 0-4 jaar en de specifieke vraag met betrekking tot taal- en leesontwikkeling. 3. Public affairs en draagvlak Creëert in- en extern draagvlak voor het project en daaraan gerelateerde producten en -diensten. Promoot en bouwt steun op voor het project bij directie, management en medewerkers van de bibliotheek. Presenteert het producten- en dienstenaanbod van de bibliotheek en weet directies van kinderopvangorganisaties te overtuigen van de toegevoegde waarde van dit aanbod. 4. Leesvaardigheid en taalontwikkeling Profileert de bibliotheek als de samenwerkingspartner op het gebied van taalontwikkeling, leesbevordering, mediawijsheid en cultuureducatie. Is op de hoogte van ontwikkelingen met betrekking tot taal en lezen en weet deze te vertalen naar een passend aanbod van producten en diensten voor kinderopvangorganisaties. Is op de hoogte van bestaande producten en diensten op het gebied van taalontwikkeling en leesbevordering en zet deze in bij specifieke vragen en actuele thema s. 27

28 5. Cultureel ondernemerschap Is extern georiënteerd en gaat actief na welke bijdrage de bibliotheek kan leveren aan de doelstellingen van kindercentra op het gebied van taalontwikkeling en leesbevordering. Begrijpt de relatie tussen de bibliotheek, gemeenten en kinderopvangorganisaties en legt samenwerkingsverbanden. Kent gemeentelijke beleidsuitgangspunten met betrekking tot de voor- en vroegschoolse periode en cultuureducatie. Identificeert potentiële partners en mogelijkheden en haalt actief de vraag en behoeftes op. 6. Didactiek Kan een krachtige en activerende leeromgeving realiseren. Heeft kennis van de grondbeginselen van didactiek en past deze toe. Heeft inzicht in de beschikbare digitale en technische hulpmiddelen en past deze toe. Weet groepen te motiveren voor hun leertaken en uit te dagen daar het beste van te maken. 28

29 Uitvoerend niveau Kern Fungeert als projectlid; stelt deelprojectplannen op en voert deze uit, adviseert over collecties en schaft deze aan, stemt af met kinderdagverblijven over operationele activiteiten en aanbod en rapporteert resultaten aan de projectleider en bibliotheekmanager. Competenties 1. Plannen en organiseren Is in staat het eigen werk effectief te plannen en organiseren. Stelt doelen en prioriteiten in het eigen werk en organiseert de eigen werkzaamheden. Neemt binnen de kaders van het project initiatieven. Komt afspraken na, informeert tijdig wanneer dit niet mogelijk is. 2. Collectie ontwikkelen Stelt een collectie samen die aansluit bij de behoeften en interesses van kinderopvangorganisaties. Is bekend met de interesses en het gebruik van de doelgroep en stelt een collectieprofiel op dat hierbij aansluit. Kan binnen gestelde kaders bepalen of materialen geschikt zijn voor opname in de collectie van de bibliotheek. Adviseert over de collectie bij themagerichte activiteiten. 3. Leesvaardigheid en taalontwikkeling Ondersteunt kinderopvangorganisaties op het gebied van leesbevordering en taalvaardigheid. Ondersteunt kinderopvanglocaties bij het organiseren van leesbevorderingsactiviteiten en het samenstellen van een collectie. Beschikt over de didactische vaardigheden om presentaties te verzorgen en interactief voor te lezen. 4. Communicatie Kan informatie zowel mondeling als schriftelijk helder overbrengen met een effectief gebruik van bestaande communicatiemiddelen. Spreekt rustig en duidelijk verstaanbaar Nederlands; maakt hierbij effectief gebruik van woord, gebaar en hulpmiddelen. Is in staat om zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk te onderbouwen, afgestemd op situatie, doel en publiek. Toetst of de boodschap is overgekomen op de doelgroep. Onderkent (non)verbale communicatie. 5. Collegiaal samenwerken Beschikt over de bereidheid en het vermogen om samen te werken met anderen aan een gemeenschappelijk doel. Is zich bewust van zijn/haar rol en verantwoordelijkheden binnen het team en de invloed hiervan op anderen. Deelt informatie, kennis, ideeën en ervaringen met anderen in het kader van de projectdoelstellingen. Voelt zich verantwoordelijk voor de (deel)resultaten. 29

30 5. Deskundigheidsbevordering Het project BoekStart in de kinderopvang wil de deskundigheid van pedagogisch medewerkers en bibliotheekmedewerkers verhogen. Uit de aanbevelingen en uit recente rapporten blijkt dat de deskundigheid van pedagogisch medewerkers beter kan. De bibliotheek kan in de samenwerking met de kinderopvang veel betekenen. Leesbevordering is immers dé expertise van de bibliotheek. Om bibliotheekmedewerkers in staat te stellen trainingen te verzorgen voor pedagogisch medewerkers zijn er verschillende train de trainers trajecten ontwikkeld. In de samenwerking is het belangrijk elkaars taal te spreken en is het noodzakelijk inzicht te hebben in de zaken die spelen binnen de kinderopvang. In 5.1 wordt een overzicht gegeven van ontwikkelingen binnen de kinderopvang. In 5.2 vindt u een overzicht van de verschillende trainingen die in het kader van dit project ontwikkeld zijn. 5.1 Ontwikkelingen binnen de kinderopvang Als domeinspecialist jeugd moet u op de hoogte zijn van de Wet OKE, VVE-programma s en het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Deze worden hieronder kort omschreven. De Wet voor ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie: de wet OKE. Sinds 1 augustus 2010 is de wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) in werking. Het doel van de wet is de kansen voor kinderen met taalachterstanden te vergroten. De wet regelt de basiskwaliteit van kinderopvang en een aantal zaken rond voor- en vroegschoolse educatie, waarbij de GGD toezicht houdt op de kwaliteitseisen. De Wet stuurt aan op meer en betere voorschoolse educatie in de kinderopvang en peuterspeelzalen en een betere samenwerking tussen beide instellingen. Kinderen met een grote taalachterstand zullen in de komende jaren verplicht deel gaan nemen aan VVE. Voor met name de kinderopvang betekent de Wet OKE dat zij met educatieprogramma s zullen gaan werken. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) biedt alle kinderen, en in het bijzonder die kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, gelijke ontwikkelingskansen in het onderwijs. Door met effectieve voor- en vroegschoolse programma s de ontwikkeling te stimuleren worden achterstanden voorkomen of verkleind en de kansen op een goede schoolloopbaan vergroot. Met voor- en vroegschoolse educatie bedoelt men dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan een educatief stimuleringsprogramma. Deze programma s worden aangeboden in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen (voorschoolse educatie aan 2- en 3-jarigen) en in de groepen 1 en 2 van de basisschool (vroegschoolse educatie aan 4- en 5-jarigen). Wanneer een VVE-programma wordt aangeboden in een kinderdagverblijf doen steeds vaker 0-2-jarigen mee met een aan deze doelgroep aangepaste vorm van het programma. Er ontstaat een doorgaande lijn van voorschools naar vroegschools. Erkende VVEprogramma s zijn onder meer Piramide, Kaleidoscoop, KO-totaal, Speelplezier, Startblokken/ Basisontwikkeling en Sporen. Dit zijn integrale programma s, gericht op meerdere ontwikkelingsgebieden (taalontwikkeling en ontluikende geletterdheid; denkontwikkeling en ontluikend rekenen; motorische en creatieve ontwikkeling; persoonlijke en sociaalemotionele ontwikkeling). Daarnaast zijn er VVE-programma s die zich richten op één ontwikkelingsgebied: de Taallijn (gericht op taalontwikkeling), Boekenpret en Overstap (beide gericht op leesontwikkeling). 30

31 ProBiblio heeft twee documenten opgesteld waarin alles over voor- en vroegschoolse educatie op een rij is gezet. Voor- en vroegschoolse educatie is bedoeld voor bibliotheekmedewerkers. Met dit document maakt u uw collega s duidelijk waarom u samenwerkt met het consultatiebureau, kinderopvang en gemeente. U creëert hiermee draagvlak. Alles op een rij over VVE is voor specialisten: directie en andere mensen die betrokken zijn bij VVE op beleidsmatig niveau. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar Pedagogisch medewerkers in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen nemen een belangrijk deel van de opvoeding van jonge kinderen op zich. Daarom heeft het Landelijk Platform Pedagogen (LPH) een speciale pedagogiek voor kindercentra ontwikkeld, het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar 1. Het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar biedt een theoretisch kader en maakt aan de hand van voorbeelden zichtbaar wat het pedagogisch werk in kindercentra in praktijk inhoudt. De aandachtsgebieden bij het opvoedend handelen komen aan de orde: veiligheid en vertrouwde relatie, samenwerking met ouders, hoe kinderen zich ontwikkelen en leren, de doelen, het individuele kind ten opzichte van de groep. Ook is er aandacht voor de indeling van de ruimte, dagritme en groepsopbouw, het observeren van kinderen en samenwerken met collega s. Het praktijkdeel van het Pedagogisch kader maakt een onderscheid tussen verzorging- en speel-leergebieden. Het Pedagogisch kader helpt medewerkers bij hun dagelijks werk en vormt de basis voor het pedagogisch beleid van kindercentra. In de bijlage vindt u een overzicht van Verschillen tussen VVE en Pedagogisch kader Bijlage 8: Verschillen tussen VVE en Pedagogisch kader 5.2 Trainingen In BoekStart in de kinderopvang wordt ingezet op deskundigheidsbevordering voor zowel pedagogisch medewerkers als voor de domeinspecialist jeugd. Om medewerkers van bibliotheken te motiveren, te inspireren en uit te rusten om aan de slag te gaan met BoekStart in de kinderopvang is een opleidingstraject ontwikkeld. De trainingen die ontwikkeld zijn spelen zich af op twee niveaus: 1. Train de Trainer: opleiding waarbij bibliotheekspecialisten getraind worden om pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen op te leiden. 2. De uiteindelijke training voor de pedagogisch medewerkers van de kinderopvanginstellingen. Kinderopvangorganisaties kunnen vooralsnog tot 1 juli 2012 opleidingsbudget aanvragen bij het Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Zij zouden hiermee (ten dele) het onderdeel deskundigheidsbevordering van BoekStart in de kinderopvang kunnen bekostigen zodra de trainingen worden opgenomen door het BKK in de Lijst Opleidingen, met alle opleidingen die voor opname in het BKK-opleidingsplan in aanmerking komen. Zie ook: Stichting BKK 1 Bron: 31

32 5.2.1 Train de trainer Voorleescoördinator Doelgroep: HBO- geschoolde bibliotheekmedewerkers die voldoende trainingservaring hebben en bij voorkeur bekend zijn met de kinderopvang. Doel: de bibliotheekmedewerkers zijn na het volgen van de training in staat om pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen op te leiden tot voorleescoördinator. Kennis: Ze beschikken over kennis van de doelen en de organisatie van de kinderopvang Ze weten welke plaats voorlezen zou moeten hebben in de kinderopvang Zij zijn zich bewust van de mogelijkheden die er zijn om leesbeleid te borgen in de kinderopvang en de rol van de leidinggevende hierin Ze zijn op de hoogte van de mogelijkheden om activiteiten rond voorlezen op te zetten in het eigen gebied, eventueel. in samenwerking met andere partners (gemeente, begeleidingsdienst, educatieve instellingen) Vaardigheden: Ze zijn in staat pedagogisch medewerkers te enthousiasmeren voor het opzetten van voorleesbeleid binnen de eigen locatie en kunnen pedagogisch medewerkers hierbij ondersteunen waar nodig. Aantal dagdelen: vier dagdelen Train-de-trainer Interactief voorlezen in de kinderopvang aan 0-4 jarigen Doelgroep: HBO-geschoolde bibliotheekmedewerkers die de training Interactief voorlezen in de kinderopvang aan 0-4 jarigen gaan geven aan pedagogische medewerkers van kinderopvanginstellingen in hun eigen werkgebied. Voorwaarden: beschikken over voldoende trainingservaring bij voorkeur bekend zijn met de kinderopvang beschikken over kennis en ervaring met interactief voorlezen aan 0-4 jarigen. (Kennis van De Taallijn VVE is niet noodzakelijk maar wel gewenst) Doel: de bibliotheekmedewerkers zijn na het volgen van de training in staat om pedagogische medewerkers van kinderopvanginstellingen op te leiden op het terrein van interactief voorlezen aan 0-4 jarigen. Kennis: De deelnemers weten hoe het interactief voorlezen onderdeel is in diverse VVEprogramma s die uitgevoerd kunnen worden in de kinderopvang en zij kennen het bijbehorende materiaal De deelnemers weten hoe zij soepel aan kunnen sluiten bij de aanwezige kennis van de pedagogische medewerkers die getraind zijn in een VVE-programma De deelnemers weten hoe de leesontwikkeling verloopt van 0-4 jarigen De deelnemers weten dat interacties tijdens het voorlezen bewust gericht kunnen worden op verschillende doelen 32

33 Vaardigheden De deelnemers kunnen de filmfragmenten toelichten van de dvd Interactief voorlezen in de kinderopvang aan 0-4 jarigen aan pedagogische medewerkers De deelnemers leren hoe zij pedagogische medewerkers alert laten zijn op initiatieven van de kinderen De deelnemers kunnen voorbeeldgedrag laten zien van interactief voorlezen De deelnemers leren diverse werkvormen om pedagogische medewerkers te leren hoe ze op een interactieve manier baby s, dreumesen en peuters voor kunnen lezen en dat tot een rijke en plezierige activiteit kunnen maken De deelnemers kunnen pedagogische medewerkers ondersteunen om het interactief voorlezen flexibel te organiseren Aantal dagdelen: een dag (twee dagdelen) De reguliere train-de-trainer wordt georganiseerd door Kunst van Lezen (Stichting Lezen en SIOB). Wanneer behoefte is aan extra train-de-trainingen neemt u contact op met: Tel: Ellyvanderlinden@planet.nl Cursus Netwerken in een leesbevorderingsnetwerk Doelgroep: HBO- geschoolde bibliotheekmedewerkers die een netwerk moeten opzetten en onderhouden op het terrein van leesbevordering. Doel: bibliotheekmedewerkers zijn na het volgen van de training in staat om een netwerk op te zetten en te onderhouden. Inhoud: Netwerken vindt niet alleen plaats bij de domeinspecialist maar ook op strategisch niveau bij de directies. Zij zullen de kaders bepalen waarbinnen het beleid tot stand komt en zij creëren draagvlak op strategisch niveau. In de cursus wordt duidelijk de verbinding gelegd tussen uitvoerend, beleidsmatig en strategisch netwerken Na afloop hebben cursisten de kennis, tools en vaardigheden om de bibliotheek zowel binnen de eigen organisatie als binnen het (externe) lokale netwerk te positioneren als een professionele en onmisbare organisatie op het gebied van leesbevordering Training BoekStart Hier worden onderdelen gebruikt worden zoals de filmfragmenten en de drie stappen. Boekjes lezen: exploreren, hanteren, gericht raken op de inhoud (zie voor informatie: Basisdocument BoekStart voor baby s, op het afgeschermde gedeelte van de website van BoekStart) Training Voorleescoördinator Doelgroep: pedagogisch medewerkers die affiniteit hebben met voorlezen en hierbij een centrale rol willen vervullen binnen de eigen instelling. Doel: deelnemers zijn na de training opgeleid tot voorleescoördinator in de kinderopvang 33

34 Kennis: de deelnemers beschikken na afloop van de training over basiskennis van jeugdliteratuur voor de doelgroep nul- tot vierjarigen. Vaardigheden: de deelnemers zijn na afloop van de training in staat om: In samenspraak met de leidinggevende (en binnen het kader van de eigen organisatie) het (voor)leesbeleid op te zetten voor de eigen locatie Praktische uitvoering te geven aan dit beleid Collega s te enthousiasmeren en het voorlezen levend te houden binnen de instelling Ouders te informeren (en te enthousiasmeren) Een samenwerkingsverband met de bibliotheek en andere cultureel-educatieve instellingen in de eigen regio op te zetten Aantal dagdelen: drie dagdelen Training Interactief voorlezen Doelgroep: pedagogisch medewerkers die affiniteit hebben met voorlezen. Doel: deelnemers zijn na de training in staat om op een interactieve manier baby s, dreumesen en peuters voor te lezen. Kennis: de pedagogisch medewerkers hebben inzicht in hoe de leesontwikkeling verloopt bij nultot vierjarigen weten dat ze interacties kunnen richten met verschillende doelen zijn alert op de initiatieven die kinderen nemen in de omgang met boekjes en weten hoe ze daar adequaat op kunnen reageren weten hoe ze het voorlezen tot een rijke en plezierige activiteit kunnen maken kunnen het voorlezen goed organiseren Aantal dagdelen: twee dagdelen 34

35 6. Begroting 6.1 Twee werkbladen voor de begroting Een belangrijk onderdeel van het projectplan voor BoekStart in de kinderopvang is de begroting. Bij het opstellen van de begroting is het niet alleen van belang hoeveel subsidie per kinderdagverblijf beschikbaar is, er moet ook inzicht zijn in alle andere kosten waar een bibliotheekorganisatie mee te maken krijgt als besloten wordt met BoekStart in de kinderopvang te beginnen. Voor het opstellen van een begroting kan gebruik gemaakt worden van twee formulieren: de activiteitenbegroting bibliotheek en de subsidieaanvraag Kunst van Lezen. De activiteitenbegroting geeft inzicht in het totaal van de kosten: welk deel daarvan bestaat uit subsidie van Kunst van Lezen en het resterende deel uit de aanvullende financiering van de bibliotheek en/of externe financieringsbronnen. De subsidieaanvraag Kunst van Lezen beperkt zich tot de subsidieaanvraag zelf en is nodig om een subsidieverzoek bij Kunst van Lezen in te dienen. 6.2 Hoe te werken met de begroting en de subsidieaanvraag De activiteitenbegroting is opgebouwd aan de hand van de stappen in hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering: intern-extern. Het formulier subsidieaanvraag Kunst van Lezen is geïntegreerd in de begroting. Beide formulieren (inclusief de formules en de koppeling van beide documenten aan elkaar) zijn als Exceldocument beschikbaar via het afgeschermde gedeelte van de website van BoekStart. Bij het invullen van het formulier moet eerst de subsidieaanvraag Kunst van Lezen ingevuld worden. De ingevulde gegevens komen vervolgens automatisch terecht in de activiteitenbegroting. Voor de herkenbaarheid van de bedragen is in het voorbeeld uitgegaan van een totaalproject voor tien kinderopvanglocaties. Voor de meeste stappen in de begroting zijn de kosten voor de betreffende activiteit per kinderopvanglocatie vermenigvuldigd met het denkbeeldige aantal van tien kinderopvanglocaties. Bij enkele stappen echter is er voor met name overheadactiviteiten sprake van kosten die onafhankelijk zijn van het aantal kinderopvanglocaties. Denk bijvoorbeeld aan het verzamelen van informatie over het gemeentelijk beleid ten aanzien van de voor- en vroegschoolse periode. Bij deze kosten is het aantal kinderopvanglocaties niet van invloed op de inzet die noodzakelijk is om de informatie hierover te verzamelen Uurtarief Bij het opstellen van de begroting moet voor de bibliotheekorganisatie het uurtarief worden ingevuld. Dit is het externe uurtarief waarvan de kosten per uur hoger liggen dan het werkelijke CAO loon voor de betreffende functionaris(sen). Bij het externe uurtarief is een risicomarge en een opslag voor overhead inbegrepen. Omdat in de praktijk verschillend ingeschaalde functionarissen met de uitvoering van het project zullen worden belast, is in de begroting rekening gehouden met een uurtarief op MBO- niveau (bijvoorbeeld leden projectteam) en een uurtarief op HBO- niveau (bijvoorbeeld projectleider, controller). De uurtarieven zullen per bibliotheekorganisatie verschillen. In de voorbeeldbegroting is uitgegaan van 55 MBO- tarief en 81 HBO- tarief. Bij het opstellen van de begroting is het van belang te weten wie wat doet, dat wil zeggen dat bijvoorbeeld een projectleider gekoppeld wordt aan het HBO- bedrag per uur en projectmedewerkers aan het MBO- bedrag. In de voorbeeldbegroting is hier al rekening mee gehouden, maar bibliotheken kunnen hier in de praktijk natuurlijk van afwijken. 35

36 6.2.2 Opbouw begroting De begroting is ingedeeld in acht kolommen: Kolom A: Stappen (zie hiervoor hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering intern-extern ) Kolom B: Activiteit Kolom C: Uren intern (ureninzet bibliotheekpersoneel MBO- en HBO- functionarissen) Kolom D: Materiële kosten (bijvoorbeeld boeken, presentatiemeubel, externe trainer; bij de materiële kosten is er altijd sprake van een factuur) Kolom E: Totaal kosten Kolom F: Subsidie Kunst van Lezen (gekoppeld aan formulier subsidieaanvraag Kunst van Lezen) Kolom G: Eigen bijdrage bibliotheek of externe financiering (totale kosten per activiteit minus subsidie Kunst van Lezen). In deze kolom kunnen desgewenst externe financieringsbronnen worden opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan sponsoring of bijdragen van organisaties. Kolom H: Exploitatie structureel (bij het opstellen van de begroting is het niet alleen van belang inzicht te krijgen in de initiële kosten maar ook na te denken over het borgen van het project na beëindiging van de projectperiode. In veel gevallen zal het management van een organisatie vragen met welke kosten in de vervolgjaren rekening gehouden moet worden) Toelichting per stap Stap 1: Projectaanloop Bij de projectaanloop gaat het om de eerste oriëntatie op het project. Zaken als het verzamelen van informatie over het gemeentelijk beleid voor de voor- en vroegschoolse periode, onderzoek naar financiële mogelijkheden vanuit gemeenten en het bibliotheekbeleid voor de voor- en vroegschoolse periode vallen hier onder. In ons voorbeeld gaan we uit van één werkdag van acht uur voor de projectaanloop. Het voorbereidend werk wordt uitgevoerd door een HBO-functionaris. Stap 2: De Startnotitie De startnotitie wordt geschreven voor de directie of het management en is bedoeld als voorbereiding op de uiteindelijke besluitvorming. In het voorbeeld is uitgegaan van een inzet van twintig uur voor het schrijven van het projectplan, tien uur voor intern overleg, één uur voor het invullen van de nulmeting (vragenlijst voor de bibliotheek, bijlage 6), twee uur voorbereidend overleg per deelnemende organisatie (en facultatief een aantal uren overleg met een koepelorganisatie voor kinderdagverblijven in het geval er sprake is van een koepelorganisatie). Al deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een functionaris op HBO-niveau. Stap 3: Directiebesluit en projectopdracht De directie/raad van Bestuur vult in deze stap de opdrachtgevende rol in. Zij neemt het besluit om met BoekStart in de kinderopvang te beginnen, formuleert de projectopdracht en maakt een aantal implementatiekeuzes. Deze stap is op één uur gezet. Voor het uurtarief is uitgegaan van HBO-niveau. Stap 4: Project Start Up (PSU) In deze fase stelt de opdrachtgever (directie/raad van Bestuur) het projectteam samen en benoemt de projectleider. De managers binnen de organisatie worden geïnformeerd. Bij deze stap is sprake van het opstellen van de projectdefinitie, het activiteitenplan, het beheersplan en 36

37 een risicoanalyse. Ook de teamsamenwerking komt in deze fase aan bod. Deze fase neemt ongeveer acht uur in beslag. De uitvoering vindt plaats door HBO-medewerkers. Stap 5: Projectplan Nu het voorbereidende werk is afgerond, kan het daadwerkelijke projectplan in detail worden ingevuld. Het plan bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Intake en nulmeting Invullen van de nulmeting: (vragenlijst voor de kinderopvang, bijlage 6). Raming: drie uur per locatie. De projectleider voert deze werkzaamheden uit (HBO-tarief). 2. Inrichtingskosten De inrichtingskosten variëren sterk per kinderopvanglocatie. Het gaat om het inrichten van een aantrekkelijke leesomgeving, een meubel voor de kinderboeken, zitelementen en eventueel een laptop, tv enzovoort. Kunst van Lezen stelt per locatie 375,- voor inrichting beschikbaar. In het rekenvoorbeeld is er van uitgegaan dat er geen sprake is van meerkosten dan de beschikbare 375, -. Indien er wel sprake is van meerkosten, dan spreekt het voor zich dat deze extra kosten ten laste komen van de bibliotheek. 3. Collectie Bij de start moet een eerste collectie boeken worden gekocht. In het rekenvoorbeeld is er van uitgegaan dat de bibliotheek voor 400,- boeken aanschaft. Kunst van Lezen geeft een bijdrage van 375,-. Uit ervaring blijkt dat circa 400,- voor een eerste collectie voldoende is voor een kinderopvanglocatie. Er is in dit voorbeeld geen rekening gehouden met personeelskosten van de bibliotheek voor het bestellen, transport enzovoort. Het is verstandig in de begroting al rekening te houden met vervanging en aanvulling van de collectie in de vervolgjaren. Op deze wijze vindt borging van het project plaats. In het rekenvoorbeeld wordt gerekend met een vervangings-aanvullingpercentage van 25%. Dit bedrag komt terecht in kolom H van de begroting (exploitatie structureel). 4. Scholing bibliotheekpersoneel Binnen dit project zijn twee trainingen in een train de trainer formule ontwikkeld om de deskundigheid van bibliotheekmedewerkers te vergroten: de cursus Train de trainer Voorleescoördinator en de cursus Train de trainer Interactief voorlezen. Een derde training Netwerken in leesbevorderingsnetwerken, die de deskundigheid van bibliothecarissen in dit kader compleet maakt, laten we in dit rekenmodel buiten beschouwing. Hiervoor bedraagt de studiebelasting 37 uur. Indien deze cursus nog niet gevolgd is in het kader van Bibliotheek op School kan dit toegevoegd worden aan de begroting. In het rekenmodel zijn alleen uren begroot voor het volgen van beide train de trainer cursussen door één functionaris. De cursus Train de trainer Voorleescoördinator brengt een belasting in tijd van twee cursusdagen plus een dag voorbereiding en huiswerk met zich mee. De totale inzet per medewerker in uren bedraagt 24 uur (HBO-tarief). De cursus Train de trainer Interactief voorlezen vergt een belasting van één cursusdag.de totale inzet per medewerker is 8 ½ uur (HBO-tarief). De cursus kan vervolgens door de trainers worden gegeven aan groepen van tien tot twaalf deelnemers/pedagogisch medewerkers. De bijdrage van Kunst van Lezen aan scholing pedagogisch medewerkers bedraagt 360,- per kinderopvanglocatie. De train de trainer formule maakt het mogelijk de scholing van het overige bibliotheekpersoneel te beperken tot een communicatietraject met de medewerkers. In het rekenmodel wordt hiervoor uitgegaan van 4 ½ uur totaal (HBO-tarief). 5. Scholing pedagogisch medewerkers Door het train de trainer concept kan de scholing van de pedagogisch medewerkers 37

38 worden uitgevoerd door medewerkers van de bibliotheek. In de begroting is alleen rekening gehouden met de voorbereiding en uitvoering van de cursus door eigen medewerkers. De cursus Train de trainer Voorleescoördinator bestaat uit drie bijeenkomsten van 3 uur. Het kost in de uitvoering en voorbereiding 24 uur voor een groep van tien tot twaalf deelnemers/pedagogisch medewerkers (HBO-tarief). De cursus Train de trainer Interactief voorlezen bestaat uit twee bijeenkomsten van 2 ½ uur. Deze training vraagt een tijdsinvestering van 12 ½ uur (HBO-tarief) in uitvoering en voorbereiding voor een groep van twaalf deelnemers. Bij een deelname van tien kinderopvanglocaties zal deze cursus meerdere keren uitgevoerd worden. In het rekenmodel is de uitvoering van twee cursussen opgenomen. De loonkosten van de pedagogisch medewerkers zijn niet meegenomen in de berekening. Deze komen ten laste van de kinderdagverblijven zelf. Bibliotheken kunnen er ook voor kiezen een externe cursusleider in te huren. 6. Activiteit per locatie Voor de uitvoering van activiteiten zijn in het rekenmodel de materiële kosten opgenomen voor de aanschaf van verschillende producten die vorm geven aan de leesbevorderingsactiviteiten. Denk hierbij aan een Boekenberendisplay om de voorleesroutines in de groepen vorm te geven, het vergroten van ouderbetrokkenheid door de introductie van het Leesmeterprogramma of het stimuleren van ouders om de bibliotheek te bezoeken door de inzet van het voorleesprogramma. De bijdrage van Kunst van Lezen voor het organiseren van een activiteit bedraagt 250,- per locatie. 7. Projectbegeleiding bibliotheek Voor de projectbegeleiding van de bibliotheek is in het rekenmodel rekening gehouden met een inzet per kinderopvanglocatie van 10 uur (HBO-tarief). Het gaat hier om uren die niet zijn opgenomen bij één van de andere begrotingsposten. De bijdrage van Kunst van Lezen bedraagt 790,- per kinderopvanglocatie. Bij de projectbegeleiding is het tevens van belang na te denken over de borging van het project na beëindiging van de subsidieperiode. Hiervoor is rekening gehouden met een aanname van 6 uur begeleiding per locatie per jaar (deze komt terecht in kolom H: Exploitatie structureel). Denk hierbij onder andere aan het organiseren van twee netwerkbijeenkomsten met de voorleescoördinatoren en het doorspreken van de jaarplanning per locatie. Stap 6: Goedkeuring: Go! De stap voor het uiteindelijke besluit van de directie/raad van Bestuur is op 1 uur gezet. Voor het uurtarief is uitgegaan van het HBO-niveau. Overig Bij de overige kosten voorziet het rekenmodel in 50,- reiskosten per locatie, 100,- onvoorziene kosten per locatie, een inzet van 15 uur financiële medewerkers/controller voor de administratieve organisatie (HBO-tarief: 1.215,-) en een aannamebedrag van 1.500,- accountantskosten voor het gehele project (in het geval een accountantscontrole vereist is). BTW Een bijzonder punt van aandacht is de BTW. Bibliotheekorganisaties kunnen de BTW terugvorderen voor facturen van goederen of diensten die bedoeld zijn voor de bibliotheekorganisatie zelf. Daarom is het van belang dat, in het geval er boeken, meubels of andere goederen bij een kinderopvanglocatie geplaatst worden, deze worden gekocht door de bibliotheek en aan het betreffende kinderdagverblijf in bruikleen worden gegeven. De goederen blijven dus eigendom van de bibliotheek. In het geval de goederen zouden worden weggegeven aan de kinderdagopvanglocatie betekent dit dat deze als het ware vervreemd worden van de bibliotheek. Terugvorderen van BTW is dan niet mogelijk. 38

39 7. Leesomgeving Een van de doelstellingen in BoekStart in de kinderopvang is dat er een rijke en stimulerende leesomgeving ontstaat binnen het kinderdagverblijf. Een leesomgeving waar kinderen, van baby tot kleuter, dagelijks worden voorgelezen en waarin zij zelf zullen vragen om voorgelezen te worden. Een rijke leesomgeving helpt om kinderen meer leesmotivatie en plezier bij te brengen. Hoe meer leesplezier, hoe vaker kinderen naar een boek zullen grijpen, hoe meer ze lezen, hoe groter hun leeservaring wordt. In dit hoofdstuk gaan we in op factoren die de leesomgeving rijker en uitdagender kunnen maken. Achtereenvolgens komen de leeshoek (7.1), de collectie (7.2), het voorleesbeleid (7.3), activiteiten (7.4) en praktijkervaringen uit de pilots (7.5) aan bod. Over de positieve effecten van voorlezen van en het gebruik van (digitale) prentenboeken op de taalontwikkeling van jonge kinderen is veel gepubliceerd. Het interactief voorlezen van prentenboeken is al één van de drijvende krachten genoemd voor geletterdheid en taalvaardigheid. Onlangs verscheen het promotieonderzoek Geraakt door prentenboeken (Aletta Kwant, 2011). Hierin wordt aangetoond dat het inzetten van prentenboeken met thema s over emoties met voorleesaanwijzingen, bijdraagt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. Prentenboeken, inclusief digitale prentenboeken, vormen een essentieel onderdeel van de leesomgeving, als onderdeel van de dagelijkse leefomgeving. De leesomgeving is dus meer dan het aanbod van een collectie prentenboeken of een fraai ingerichte leeshoek en heeft betrekking op: De collectie: variatie en regelmatige wisseling; prentenboeken, kijkboeken, plaatmateriaal. Aanbod van digitale prentenboeken. De presentatie: frontaal, overzichtelijk, op ooghoogte van kinderen en direct bereikbaar, toegankelijke presentatiekasten, fris kleurgebruik. Kostbare of kwetsbare boeken op een hoge boekenplank waar kinderen niet bij kunnen. Activiteiten: inzet van verhalen/boeken bij de verschillende ontwikkelingsgebieden, thema- en spelactiviteiten, aandacht voor ouderbetrokkenheid. Het voorlezen: (interactief) in kleine groepjes en/of individueel, praatmomenten met baby s, voorlezen in combinatie met spel, voorleesprogramma s. De voorleesplek: flexibel of vast; rustig met weinig kans op afleiding en/of storing; mogelijkheid om in een kring te zitten of aan tafel. Het omgaan met boeken: afspraken/regels. Het voorleesplan: opname in het pedagogisch beleidsplan, vast budget. Materialen: handpoppen, knuffels van boekfiguren, de kamishibai. De omgeving: een verhalenmuur, verteltafel, computers om digitale prentenboeken te bekijken. Kennis: over taal/leesfases van jonge kinderen; ontluikende geletterdheid, doorgaande leeslijn, kennis over (digitale) prentenboeken, apps. 39

40 Vaardigheden: verschillende voorleestechnieken, werken met kamishibai, digitale prentenboeken, WePboek, Bereslim. Abonnementen, programma s/producten van de bibliotheek. De bibliotheek richt zich op alle bovengenoemde terreinen en zet haar adviesrol in, informeert en biedt scholing aan. Zij overlegt over het aanbod en stemt af over inzet van programma s en producten. De bibliotheek ondersteunt verder bij allerlei landelijke of regionale acties en in netwerken kan het belang van een rijke leesomgeving (ook thuis) aan de orde komen. 7.1 Leeshoek De leeshoeken die de bibliotheken in de pilots aantroffen varieerden van een plank, tot een fraai ingerichte hoek waar ruime mogelijkheid was om voor te lezen. Opvallend was dat de collectie boeken uit veel kapotte exemplaren bestond. In een kinderdagverblijf werd de hele collectie niet meer laag neergezet omdat kinderen de boeken kapot maakten. De subsidie binnen het project Kunst van Lezen is bedoeld voor verbetering of (her)inrichting van de leeshoek en om het gesprek aan te gaan op welke punten winst te boeken valt. In het gesprek met het kinderdagverblijf waarin de nulmeting aan bod komt, is de leeshoek een apart onderwerp. U zult eigen ideeën hebben over een aantrekkelijk ingerichte leeshoek, maar uiteindelijk is dit een lokale aangelegenheid. Dit hangt nauw samen met wat er in het beleid van de betreffende kinderopvang omschreven staat en met de visie van waaruit gewerkt wordt (bijvoorbeeld Dalton, Freinet, Reggio Emilio, antroposofisch). Daarnaast speelt het een rol met welke VVE-programma s er wordt gewerkt. En, ook dat kan een keuze zijn, geeft het kinderdagverblijf de voorkeur aan de flexibele voorleesplekken of een vaste leeshoek? Ook de keuze voor een boekenuitleen speelt een rol. Hoe dan ook: ga in alle gevallen in gesprek en luister naar wat de kinderopvang wil en wat past bij de visie. Afhankelijk van de beschikbare ruimte en eigen budget wordt een plan en een (meerjaren)begroting gemaakt. Denk hierbij aan uitgaven voor zitelementen, meubilair, opbergmogelijkheden, tafel met computer en andere apparatuur. Foto s/beeldmateriaal Het is aan te bevelen om foto s te maken als nulmeting bij de beginsituatie van de bestaande leeshoek, de boekenplank of kast (dit wordt later gebruikt als beelddocument bij de evaluatie en afronding van het project). Advisering In de gesprekken kunt u voorbeelden van ingerichte leeshoeken laten zien: een aparte ruimte, met een bank, zitzakken en kussens. Gezellige plekken om te zitten waar kinderen voorgelezen kunnen worden. Laat de mogelijkheden zien van lage (kleurige) boekenkasten waarin boeken frontaal en aantrekkelijk gepresenteerd staan. In de boekenhoek kunnen kinderen zelf lezen (aan elkaar of op kussens), of op een stoel aan een tafeltje. Foto s aan de wand van lezende kinderen werkt inspirerend. Leeslampjes zorgen voor sfeer evenals knuffels van boekfiguren. Adviseer over kijk- en luistermogelijkheden (computer, laptop, tv, headset) om luisterboeken en gedigitaliseerde prentenboeken goed tot hun recht te laten komen. De ruimte kan worden aangekleed met bijvoorbeeld posters van platen uit prentenboeken of afgebeelde vergrote boekfiguren. Adviseer over ondersteunende materialen zoals een voorleesstandaard, zodat er mogelijkheid tot interactie ontstaat. Wijs op de voordelen die de kamishibai biedt. Vertel hoe het van belang is dat kinderen zelf boeken kunnen pakken en bekijken. Kortom, gebruik uw 40

41 kennis en ervaring op al deze terreinen. In het Basisdocument van BoekStart (Bijlage 7: Inspiratiegids) staan al enkele materiaalvoorbeelden genoemd die geschikt kunnen zijn. In Bijlage 9 bij dit Basisdocument: Voorbeeld Materialenlijst zijn meer voorbeelden verzameld. Deze worden te zijner tijd aangevuld. In Voorlezen gaat zó (Margriet Chorus en Irma van Welzen) kunt u meer informatie vinden over de leesomgeving (hoofdstuk 2). Ook is in de docentengids Competent in leesbevordering (Annet Weterings) voor docenten Pedagogisch Werk informatie te vinden over het belang van en het vormgeven van een leesomgeving (thema 4). 7.2 Collectie Een goede collectie is aantrekkelijk, actueel en gevarieerd. Een frisse, goedverzorgde collectie met een ruim aanbod van boeken nodigt uit tot gebruik. Een goede collectie biedt ook tijdschriften, luisterboeken en ander materiaal zoals gedigitaliseerde geanimeerde prentenboeken, kamishibaiplaten en knieboeken, prentenboeken in extra groot formaat. De grootte van het kindercentrum, aanwezigheid van horizontale of verticale groepen, aantallen kinderen en het budget bepalen grotendeels de inventarislijst. Voor kinderen van nul tot vier jaar kiest u een verzameling boeken die bestaat uit: versjesboeken, bed-bad-boxboekjes en een bundel wiegeliedjes en bakerrijmpjes; aanwijs- en benoemboeken, meestal voor jongere kinderen, maar soms ook - boeken met veel details - voor oudere kinderen; een paar prentenboeken om naar te kijken met één plaat per pagina, een paar met simpele verhaaltjes over dingen dicht bij huis of over emoties; voor oudere peuters: een paar boeken met avontuur en fantasie, en voorleesprentenboeken met een echt verhaal; voor de bijna kleuters: een of meer echte voorleesboeken, liefst met illustraties; een of meer informatieve of instructieve boeken; eenvoudig en met grote afbeeldingen voor de kleintjes, gedetailleerder voor oudere kinderen. Daarnaast moet er nagekeken worden of er voldoende prenten(boeken) aanwezig zijn die over belangrijke gebeurtenissen gaan zoals afscheid nemen, de dood van een huisdier, van opa of oma, verhuizen, bezoek aan de dokter, jarig zijn. Ook gedichtenbundels, voorleesbundels, rijmpjes, versjes, verhalen over bijvoorbeeld Sinterklaas en kerst en andere jaarfeesten moeten aanwezig zijn. Adviseer hierbij de klassiekers die hun kracht hebben bewezen. De klassiekers met bekende boekfiguren als Dikkie Dik, Kikker, Dribbel en Muis moeten beslist aanwezig zijn. Tijdens de training Voorleescoördinator zal ook duidelijk worden welke titels favoriet zijn bij de pedagogisch medewerkers. De aanwezige collectie wordt in kaart gebracht om te kunnen zien wat ontbreekt en wat vervangen zou moeten worden. Dit is een van de opdrachten bij de training. Een goede collectie bevat boeken met een aantal basisthema s die overal aanwezig zouden moeten zijn. Bibliotheek en kinderopvang kunnen samen bepalen welke titels vast (in eigendom) in de instelling aanwezig zijn. Vervolgens kunnen afspraken gemaakt worden op welke wijze een levering kan plaats vinden als leencollectie van de bibliotheek. De levering kan eventueel als een bezorgservice worden opgezet. Zie Bijlage 10: Activiteiten Boekenpakket-service BoekStartKast Als cadeau voor de kinderopvang is het boek De BoekStartKast samengesteld. Het is een verzameling fragmenten uit klassieke verhalen met beroemde boekfiguren en inspirerende 41

42 versjes en liedjes. Bij het boek zijn tips gemaakt: Boekideeën. Het boek en de tips worden via alle bibliotheken verspreid naar de kinderopvang. Voorrang krijgen de pilots en volgbibliotheken die het boek kunnen overhandigen bij de start van het project. Leesplein en voorbeeldlijst Een voorbeeldlijst van thema s met boektitels is als bijlage opgenomen. Deze kan als uitgangspunt gehanteerd worden. Op Leesplein kunt u actuele informatie vinden over boeken voor nul- tot vierjarigen en aanverwante zaken. Speciaal voor BoekStart in de kinderopvang zijn op Voorleesplein de Baby-, Dreumes- en Peuterlijst te vinden. Deze lijsten bevatten enerzijds klassiekers die elke kinderopvang in huis zou moeten hebben en anderzijds actuele, kwalitatief goede uitgaven. De lijsten, die eenvoudig uit te printen zijn, worden regelmatig herzien en aangevuld. Daarnaast zijn op Voorleesplein thematische boekenlijsten te vinden rond veel gebruikte thema s in de kinderopvang. Ook deze zijn uit te printen en worden regelmatig aangevuld. Op Voorleesplein zijn tips en suggesties te vinden om met kleine groepjes jonge kinderen en boeken aan de slag te gaan. Kijk hiervoor bij Verwerkingstips. Daar is elke maand een nieuw BoekActief te vinden. Daarnaast staat op de landelijke BoekStartsite maandelijks een Boekentip. Voorlezen gaat zó Een handig schema dat gebruikt kan worden om soorten boekjes maar ook de diverse leeftijdsgroepen binnen de kinderopvang in kaart te brengen is te vinden in Voorlezen gaat zó van Margriet Chorus en Irma van Welzen, pagina 21. Dit schema, samen met de harde cijfers van de populatie van een kinderdagverblijf geven de input voor de kwantiteit van de collectie. Zie: Bijlage 11: Voorbeeld collectielijst/titels/thema s Digitaal aanbod Het aanbod van digitale prentenboeken is sterk in ontwikkeling en daardoor wellicht wat lastig om in kaart te brengen. De bibliotheek is doorgaans via haar kanalen goed op de hoogte en kan daardoor goed adviseren. Er zijn prentenboeken die uitsluitend via websites te raadplegen zijn zoals en via een abonnement aantrekkelijk zijn voor de bibliotheek (via een inlogcode thuis te bekijken). Het is beslist een effectieve manier om het plezier en de waarde van het voorlezen nog meer onder de aandacht te brengen. Er zijn ook gunstige ontwikkelingen rond WePboek. Deze zijn met aanwijzingen zowel via internet als ook met een dvd te bekijken. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben eind 2009 een mailing ontvangen over het gratis abonnement op WePboek. Met dit abonnement konden zij periodiek twintig animaties op DVD ontvangen. Vraag hiernaar en kijk in hoeverre WePboek breder uitgezet kan worden ook in relatie met ouders. Om de woordenschatuitbreiding sneller te laten verlopen (input van zowel woorden als ook direct daarbij gekoppeld beelden waardoor het woordbegrip snel toeneemt) verdient het absoluut aanbeveling met deze media te werken en kinderen hiermee de vrije hand te laten. Gedigitaliseerde prentenboeken, zeker wanneer deze aangeboden worden samen met het fysieke boek, bieden veel meer dan een kwartiertje zoet houden voor een beeldscherm, zoals tegenstanders het gebruik van dit soort media bij heel jonge kinderen nog wel eens noemen. Als de groepen op het kinderdagverblijf meertalig zijn, moet dat terug te zien zijn in de collectie maar ook in de manier van werken van de pedagogisch medewerkers. De inzet van gedigitaliseerde prentenboeken bevordert bij een grote groep kinderen de woordenschat. 42

43 7.3 Voorleesbeleid Het pedagogisch beleidsplan fungeert als handvat voor de kwaliteit van het pedagogisch handelen in een kindercentrum. Door het regelmatig met medewerkers te evalueren en bij te stellen blijft het in de dagelijkse praktijk zijn vertaalslag vinden. Vrijwel alle kindercentra zeggen een pedagogisch beleidsplan als handvat te nemen voor de kwaliteit van het pedagogisch handelen in de praktijk. Toch is het onderdeel voorlezen daarin nog niet altijd even zichtbaar. Voorlezen ondersteunt echter diverse basisdoelen voor de opvoeding van kinderen in de kinderopvang. Denk hierbij aan veiligheid, ontwikkelen van persoonlijke competenties, ontwikkelen van sociale competenties en overdracht van normen en waarden. De vier ontwikkelingsgebieden van Riksen-Walraven zijn uitgangspunt. Een voorleesplan zorgt ervoor dat er blijvend aandacht is voor het onderwerp. Voorlezen en leesbevordering kunnen dan bijdragen aan de realisatie van deze basisdoelen: leesbevorderingsdoelstellingen worden gekoppeld aan de basisdoelen van de kinderopvang. Bijvoorbeeld, het werken aan emotionele veiligheid wordt gerealiseerd door het bieden van een leeshoek en het geven van rustmomenten door voorlezen. Het luisteren naar een voorleesverhaal heeft een positief effect op de taalontwikkeling, kinderen leren nieuwe woordjes en begrippen. Gezamenlijk dragen ze bij aan de sociale competenties van kinderen. Met betrekking tot het beleidsplan kan de samenwerking met de bibliotheek opgenomen worden. Ook de deskundigheidsbevordering op dit terrein kan via het aanbod van workshops of instructies door de bibliotheek vastgelegd worden. Een voorleesplan helpt om het voorlezen een structurele plek in de dagelijkse gang van zaken te laten innemen. Zo kan worden gesteld dat er minimaal een keer per dag wordt voorgelezen en dat kinderen ook zelf boekjes kunnen pakken. Daarnaast dat voorlees/ leesbevorderingactiviteiten in een jaarplanning opgenomen zijn en dat ouders betrokken worden. Op de site wordt aan pedagogisch medewerkers de mogelijkheid geboden om stap voor stap de lokale gegevens in te voeren en zo een voorleesplan op lokaal niveau te produceren. In de cursus Voorleescoördinator komt het werken met een voorleesplan aan orde. Hier wordt ook het belang van een vast budget aangegeven om de collectie actueel te houden. Zie verder: Margriet Chorus en Irma van Welzen, Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 6. Bijlage 12: Voorbeeld voorleesplan 7.4 Activiteiten op het gebied van leesbevordering, mediawijsheid en cultuureducatie Een belangrijk onderdeel van BoekStart in de kinderopvang is het ophalen van de wensen en behoefte van de kinderopvang en deze te vertalen in een uitvoeringsplan (zie Bijlage 13: Voorbeeld uitvoeringsplan) met een hierop afgestemd bibliotheekaanbod. Een aanbod dat is gericht op leesbevordering, mediawijsheid en cultuureducatie. BoekStart in de kinderopvang vervult een paraplufunctie als het om de inzet van producten gaat. Verschillende provinciale serviceorganisaties en (stads)bibliotheken hebben producten ontwikkeld om vorm te geven aan de samenwerking met voorschoolse instellingen. Het is zinvol en nodig om op de hoogte te zijn van de grote verscheidenheid aan producten die ingezet kunnen worden. Programma s zoals Leesmeter, Voortouw, Boekenpret en Voorleesvogel bieden bibliotheken nu al ondersteuning in de samenwerking met kindercentra en consultatiebureaus. Deze programma`s bieden een scala aan producten die antwoord geven op verschillende vragen zoals: 43

44 Hoe betrek ik het consultatiebureau bij BoekStart in de kinderopvang: Leesmeter Hoe zorg ik dat meer ouders thuis voorlezen: Voorleesprogramma* Hoe zorg ik dat er in de gezinnen voorleesroutines ontstaan: Logeerbeer Hoe geef ik vorm aan voorleesroutines in de kindercentra: Boekenberenbosdisplay Hoe lees ik voor aan baby`s en hummeltjes: Kikker in het kinderdagverblijf Hoe geef ik vorm aan De Nationale Voorleesdagen: Bibliotheek bezoek Hoe blijf ik op de hoogte van de leukste prentenboeken: Toolkit Nationale Voorleesdagen Hoe werk ik samen met cultuurmakelaars en geef ik vorm aan een cultuur educatief programma: Kleintje cultuur Hoe kan ik aansluiten bij een thema in het kinderdagverblijf en het voorlezen thuis stimuleren: Centraal prentenboek - Speelontdekboek * Een van de voorleesprogramma s die geschikt zijn om te gebruiken is De Voorleesvogel De Voorleesvogel is een voorleesprogramma dat ouders stimuleert om met meer plezier voor te lezen en ondersteunt professionals die werken met de voor- en vroegschoolse educatie. De Voorleesvogel is een multimediaal pakket, de film is verkrijgbaar bij NBD/Biblion. De handleidingen voor pedagogisch medewerkers en bibliothecarissen bestaan uit praktische uitwerkingen van activiteiten met peuters en ouders. Voor meer informatie zie: De Voorleesvogel Er zijn meer programma s die bibliotheken kunnen inzetten. In het volgende onderdeel worden korte beschrijvingen gegeven van drie programma s/programmaonderdelen die in de pilot van BoekStart in de kinderopvang zijn gebruikt. Achtereenvolgens komen Boekenpret, Leesmeter en Voortouw aan bod Boekenpret Het programma Boekenpret richt zich vooral op het ontwikkelen en behouden van leesroutines in gezinnen. Een koppeling met Boekstart biedt kansen bij het Boekenbeerof Logeerbeerproject voor allochtone en laagopgeleide autochtone ouders. De ouders, zowel allochtone als autochtone, komen in groepsbijeenkomsten bij elkaar of worden door thuisbezoekers bezocht. Tijdens deze maandelijkse bijeenkomsten (groep dan wel individueel) krijgen ouders telkens nieuwe materialen uitgereikt en tips over hoe ze de materialen kunnen gebruiken. In de peuterperiode zijn er diverse materialen en activiteiten om de koppeling tussen instelling en thuissituatie te verstevigen. Een wekelijkse boekenuitleen op de instelling laat ouders wennen aan regelmatig materialen halen in de bibliotheek. Themagericht werken met een centraal prentenboek en het bijbehorende speel-ontdekboek, jaarlijks bezoek aan de bibliotheek, kijkmomenten en ouderavonden bieden kinderopvanginstellingen, bibliotheek en basisschool volop gelegenheid om het voorlezen in de thuissituatie te stimuleren. Handleidingen per leeftijdscategorie (baby, peuter, kleuter) Handleidingen waarin scholingsmodules, ondersteunend materiaal en veel achtergrondinformatie over het belang van voorlezen staan. Zie: Centraal prentenboek en speelontdekboek: ouderbetrokkenheid themagericht werken Een prentenboek staat gedurende een aantal weken centraal in de groep. Het speelontdekboek geeft pedagogisch medewerker een handvat om het prentboek interactief 44

45 aan te bieden en verdiepende activiteiten vorm te geven. Alle kinderen of een deel krijgen het centrale prentenboek mee naar huis. Van een aantal centrale prentenboeken zijn ook vertelplaten te koop zodat het vertelkastje eveneens ingezet kan worden. Zie: Logeerbeer: ouderbetrokkenheid In het kinderdagverblijf heeft de logeerbeer een speciale plek. De verjaardag wordt gevierd, de beer mag uit logeren bij elk kind. In het berenrugzakje zijn attributen op genomen en een brief voor de ouders of zij de beer willen voorlezen. Met de logeerbeer worden voorleesroutines in de thuissituatie gestimuleerd. Zie: Leesmeter De leesmeter als blikvanger wijst ouders op het belang van voorlezen en geeft tips die passen bij de leeftijdsontwikkelingsfase van hun kind. De aandacht wordt gevestigd op de achterliggende boodschap van Leesmeter: Van lezen ga je groeien. De meter is een variant op de groeimeter en ontwikkeld voor kinderen van nul tot zes jaar en hun ouders. Ouders meten hoe lang hun kind is, naast de lengteaanduiding staan (voor)leestips. De tips en illustraties stimuleren ouders om regelmatig te meten én nog vaker voor te lezen. Gebruik De leesmeter wordt ingezet bij consulten op het consultatiebureau, als handig voorlichtingsproduct bij de kinderopvang, het primair onderwijs en de bibliotheek. De leesmeter is inpasbaar in programma s en projecten voor leesbevordering. De papieren versie wordt uitgedeeld op het consultatiebureau, en kan herhaald worden als het kind wordt aangemeld bij de kinderopvang. Peuters kunnen bij hun eerste schooldag gemeten worden en opnieuw bij het verlaten als ze vier jaar zijn. Ouders kunnen de leesmeter thuis ophangen en ontvangen praktische informatie over voorlezen en taalontwikkeling. Samenwerking Leesmeter bereikt zijn doel door een samenwerking van organisaties. De bibliotheek neemt hierin een voortrekkersrol, waarbij het consultatiebureau, de kinderopvang en primair onderwijs betrokken worden. In de consultatiebureaus (Centra voor Jeugd en Gezin) kan de leesmeter ingepast worden in het achttienmaandsconsult en als doorlopende lijn binnen het programma BoekStart voor baby s een vaste plek krijgen. Zo werkt Leesmeter mee aan een structurele basis voor de doelgroep nul tot vier jaar. Er kunnen ouderbijeenkomsten rond de leesmeter worden georganiseerd. Hierbij wordt op een speelse manier aandacht besteed aan taalontwikkeling, het belang van voorlezen en het plezier daarin. Hiervoor zijn (gratis) werkbladen beschikbaar. De leesmeter (papieren en plastic versie): netwerkvorming / ouderbetrokkenheid De leesmeter is verkrijgbaar in een plastic versie om op te hangen in instellingen en een papieren versie om mee te geven aan ouders. Als de leesmeter op plekken in de gemeenten hangt, zoals gemeentehuis, wachtruimtes in gezondheidscentra wordt de boodschap Van lezen ga je groeien breed verspreid en verbonden met de bibliotheek. Zie: Activiteiten: groepsbezoeken/ ouderbijeenkomsten Op de site staan (gratis) suggesties hoe de leesmeter ingepast kan worden in de bestaande activiteiten. Voor bibliotheek, consultatiebureau en in de kinderopvang staan activiteiten 45

46 omschreven. Zie: Folders, affiches, boekenleggers: ouderbetrokkenheid Er zijn folders beschikbaar met voorleestips per leeftijd. Ondersteunende materialen zoals kleurplaten zijn gratis te downloaden. Alle producten zijn voorzien van het landelijke bibliotheeklogo. Zie: Voortouw Voortouw is een leesbevorderingsconcept dat bibliotheken ondersteunt in het opzetten van een structurele samenwerking met lokale voorschoolse partners, door vraaggericht invulling te geven aan (voor)lees bevorderende activiteiten. De pijlers zijn: Pijler 1 Pijler 2 Pijler 3 Pijler 4 Pijler 5 Het realiseren van een structureel lokaal netwerk. (Voor)leesbevorderende activiteiten aanbieden op locatie (dus in een peuterspeelzaal, consultatiebureau of kinderdagverblijf). (Voor)leesbevorderende activiteiten organiseren in de bibliotheek. Informatieoverdracht verzorgen over het belang van voorlezen voor de taalontwikkeling naar ouders en (beroepsmatige) opvoeders van kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar. Scholing en coaching aanbieden aan jeugdbibliothecarissen. Binnen iedere pijler zijn producten ontwikkeld. De Voortouwproducten worden gemaakt op verzoek van de bibliotheken die vertegenwoordigd zijn in een provinciaal kennisplatform 0-4 jaar. Voorbeelden van producten zijn: Voorleesprogramma: ouderbetrokkenheid/ stimulans voor bibliotheeklidmaatschap Met het Voorleesprogramma worden ouders en peuters via de kindercentra uitgenodigd in de bibliotheek en enthousiast gemaakt voor de materialen die ze daar kunnen lenen. Met behulp van een aantrekkelijke strippenkaart kunnen de peuters stempeltjes of stickers sparen. En bij inlevering van een volle kaart ontvangen zij natuurlijk een kleine beloning. Zie: Boekenberenbosdisplay: voorleesroutines / netwerkvorming Het display is zichtbaar bij alle voorschoolse partners en vervult bij iedere partner een eigen rol. In de kindercentra wordt het ingezet als instrument voor voorleesroutines. Dagelijks wordt het voorlezen met hetzelfde ritueel ingeleid: het zingen van het Boekenberenlied, het openen van het display en het boekenbeertje dat een boek te voorschijn tovert. Zie: Kikker in het kinderdagverblijf: voorlezen met baby s, dreumesen en peuters Kikker is een klassieker waarmee ieder kind kennis gemaakt moet hebben. Voor alle groepen in het kinderdagverblijf worden in de handleiding voor de pedagogisch medewerker activiteiten beschreven. Speciale aandacht is er voor het voorlezen aan baby`s. Kikker in het kinderdagverblijf bestaat uit een wandkleed met daarop verschillende opbergplekken voor de vingerpopjes en de boeken. Zie: 46

47 De Nationale Voorleesdagen: bibliotheekbezoek Jaarlijks wordt rondom het Prentenboek van het Jaar (2012: Mama kwijt) een product ontwikkeld dat vorm geeft aan de peuterbezoeken in de bibliotheek tijdens De Nationale Voorleesdagen. Zie: Toolkit Nationale Voorleesdagen: bijeenkomst pedagogisch medewerker De toolkit ondersteunt bibliotheekmedewerkers bij de organisatie van een bijeenkomst voor pedagogisch medewerkers rondom De Nationale Voorleesdagen. De toolkit bevat onder andere een opzet voor een uitnodiging, pers- en webberichten en een organisatiewijzer. Daarnaast bevat de toolkit een PowerPointpresentatie over de genomineerde prentenboeken en tips voor een bijeenkomst. Alle documenten zijn bedoeld als voorbeeld en bieden ruimte voor lokale invulling. Zie: product/toolkit-nationale-voorleesdagen-bijeenkomst-leid-st-ers Kleintje cultuur: cultuureducatie voor peuters Het doel van Kleintje Cultuur is om peuters digitale media, literatuur, kunst en erfgoed te laten verkennen en ervaren door middel van spelend leren in een rijke leeromgeving. In vier projecten verkennen en ervaren peuters deze domeinen. Zie: catalog/ Uit de praktijk van de pilots Tijdens de projectperiode zijn er momenten waarbij lokaal op een feestelijke manier aandacht kan worden gevraagd voor BoekStart in de kinderopvang (zie ook: hoofdstuk 9). Denk aan de volgende momenten: De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Het uitreiken van de certificaten aan de voorleescoördinatoren na het volgen van de cursus. De opening van de leeshoek. De overhandiging van het boekenpakket. Een aantal activiteiten uit de pilot in Noord-Brabant, Gelderland en Groningen is als inspiratievoorbeeld in dit document opgenomen. Het is aan te bevelen in het vervolg van de projectperiode van BoekStart in de kinderopvang tot een onderlinge uitwisseling te komen van geslaagde en innovatieve vormen van leesbevordering. Het invul-activiteitenblad biedt hiervoor een format. Zie Bijlage 14: Format activiteitenblad In Bijlage 10: Activiteiten staat een aantal activiteiten uitgebreider beschreven. Enkele voorbeelden lichten we hier toe. Boekenbal Deze activiteit kan als openingsactiviteit worden ingezet bij de samenwerking tussen bibliotheek en het kinderdagverblijf naar voorbeeld van het jaarlijkse Kinderboekenbal. Kinderen kunnen als boekfiguur verkleed aan het bal deelnemen, eventueel vindt een jurering plaats. De medewerking van ouders wordt hierbij gevraagd. 47

48 Boekenparty (naar voorbeeld van de Tupperwareparty) Thuis - in vertrouwde omgeving - met elkaar praten over boeken, taal, opvoeding onder leiding van een docent van het ROC. De kinderopvang/het consultatiebureau vraagt een ouder of zij gastvrouw wil zijn en licht het concept toe. De gastouder nodigt ouders (vriendinnen/familie/ vrienden/kennissen/buren) uit. De ROC-docent overlegt met de bibliotheek over collectie boeken, demonstratie voorlezen et cetera. De gastvrouw ontvangt een pakket koffie, thee, koek en een prentenboek/waardebon. De deelnemers ontvangen een klein presentje. Informatiemarkten voor ouders/opvoeders van nul- tot vierjarigen Deze laagdrempelige informatiemarkten vinden plaats in de bibliotheek waar alle ouders/opvoeders van jonge kinderen kunnen komen. Een markt met korte presentaties, lokale activiteiten, de boekhandel, informatie over activiteiten voor de allerjongsten zoals babymassage, peuteryoga et cetera. Ook kunnen kinderdagopvanginstellingen, onderwijs en particuliere instellingen, logopedie, Centra voor Jeugd en Gezin en particuliere bedrijven zich presenteren. Producten uit programma s als BoekStart, De Rode Draad, Leesmeter, Boekenpret en Piramide/Startblokken kunnen worden gepresenteerd. De markten worden op zaterdag of zondag gehouden: de geschikte dagen voor gezinsuitjes. 48

49 8. Ouderbetrokkenheid Ouders/opvoeders en intermediairs van de kinderopvang hebben een grote invloed op het proces van de taalontwikkeling en het uitbreiden van de woordenschat. Kinderen in de leeftijd tot vier jaar leren in die fase spreken en luisteren. Ze maken kennis met geschreven taal in de vorm van boeken, voorleesverhalen, logo s en leren letters en woorden herkennen (ontluikende geletterdheid). BoekStart in de kinderopvang wil het voorlezen thuis bevorderen en ouders voorleesroutines aanleren. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op ouderbetrokkenheid (en ouderparticipatie); op gegevens uit onderzoeken op dit terrein en de relatie met VVE-programma s. 8.1 Inleiding In BoekStart voor baby s worden ouders aangemoedigd om vroeg te beginnen met voorlezen (en gesprekjes voeren) en daarbij gebruik te maken van de bibliotheek. In de ouderbijeenkomsten die gericht zijn op de (taal)ontwikkeling van hun kind wordt bibliotheekgebruik gestimuleerd, voorlichting en advies gegeven over voorlezen en worden ouders met elkaar in contact/gesprek gebracht. De deelname aan de BoekStartbijeenkomsten is wisselend en de investering is hoog. Ook de kinderopvang onderschrijft het belang van ouderbetrokkenheid maar dit aspect wordt vaak als moeilijk ervaren. De kinderopvang heeft te maken met (jonge) werkende ouders die een intensief en druk bestaan leiden en daarbij spelen ambities en worden (hoge) verwachtingen op hun kind geprojecteerd. Een ander probleem is dat het opleidingsniveau van pedagogisch medewerkers laag is en de kennis gering over de achtergronden (cultuur, opvoedingsdoelen) van de ouders/gezinnen. Pedagogisch medewerkers hebben nogal eens moeite om inhoudelijke onderwerpen met ouders te bespreken. Toch blijft het actief betrekken van ouders, zowel uit hoog- als laagopgeleide gezinnen, ambitieus of niet, in alle opzichten van belang, zowel voor het kind als voor het goed functioneren van de instelling/kinderopvang/bibliotheek. Het streven naar een maximale ouderbetrokkenheid is een van de onderdelen van BoekStart in de kinderopvang Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie De begrippen ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie worden vaak naast elkaar gebruikt, maar is ouderbetrokkenheid hetzelfde als ouderparticipatie? In ECO3 Factsheet over ouderbetrokkenheid, (uitgave van het Expertise Centrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jaar, 2011) worden deze begrippen helder uiteengezet. Hierin wordt gesteld dat ouderbetrokkenheid uit twee onderdelen bestaat: 1. ouderbetrokkenheid thuis, zoals voorlezen thuis. 2. ouderbetrokkenheid op de school/kinderopvang. Bij ouderbetrokkenheid thuis gaat het over onder andere voorlezen aan het kind. En bij ouderbetrokkenheid op school/de kinderopvang gaat het om bijvoorbeeld de gesprekken over het kind: het bijwonen van een ouderavond of themabijeenkomst, voorleesroutines thuis ontwikkelen. Met ouderparticipatie wordt een actieve deelname van ouders op de school/kinderopvang bedoeld. 49

50 Informeel: zoals het leveren van hand- en spandiensten Formeel: zoals deelname aan de ouderraad, zitting hebben in medezeggenschapsraad of bestuur. Er is een gering aantal kinderopvanginstellingen, zogenaamde ouderparticipatiecrèches, die gestoeld zijn op ouderparticipatie. Deze staan nu onder druk vanwege de eisen die de Wet OKE stelt (opleidingseisen). In het kader van BoekStart in de kinderopvang gaat het over ouderbetrokkenheid, zowel thuis als op de kinderopvang. De rol die de bibliotheek hierin kan spelen heeft er direct mee te maken. Ouders: geen klanten maar partners Het marktgericht werken in de kinderopvang heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Hierdoor is de markt zakelijker geworden, wat ook geleid heeft tot een verandering van termen: kinderopvangorganisaties zijn nu ondernemingen die het product opvang bieden; ouders zijn afnemers van het product en worden als klant benaderd. Een resultaat van het marktdenken is de gedachte dat ouders de ontwikkeling van een goed en professioneel product moeten overlaten aan de kinderopvang. De kinderopvang verkoopt echter geen kant en klaar producten, zoals gebruikelijk is op de markt. Voor zover er in de kinderopvang al sprake is van een product, is dat product resultaat van een dynamisch samenspel tussen kinderen, pedagogisch medewerkers en ouders - voortdurend in ontwikkeling en voor ieder anders. Als een kinderopvangorganisatie zich beroept op haar eigen professionaliteit en ouders niet voldoende in dat samenspel betrekt, bevestigt zij ouders in de positie van klanten. De relatie tussen ouders en kinderopvang heeft zakelijke aspecten: er wordt tegen betaling dienstverlening aangeboden en er zijn contractuele verplichtingen aangegaan. Maar in de dagelijkse opvang is de samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerkers van meer betekenis, en hier komen andere, minder zakelijke kanten naar voren. Om die samenwerking zo goed mogelijk in te vullen, is het prettig voor ouders die als klanten zijn binnengekomen, zo snel mogelijk als partner benaderd te worden. Het gaat voor hen immers om de opvoeding en verzorging van hun kind, voor wie zij - ook gedurende de opvang - eindverantwoordelijk zijn. Om te voorkomen dat ouders en kinderopvangorganisatie tegenover elkaar komen te staan wanneer ouders zich met de productontwikkeling willen bezighouden, dient intensieve samenwerking in de opvoeding en verzorging onderdeel te zijn van een goed en professioneel product. Dit heeft ook gevolgen voor de relatie die ouders met de kinderopvangorganisatie hebben. Zie: BOinK Onderzoeken: rol van ouders thuis In de eerder genoemde uitgave (ECO3) staan onderzoeken over de effecten van verschillende vormen van ouderbetrokkenheid, die aantonen dat de ouderbetrokkenheid thuis de meest effectieve vorm is. Het gaat dan om een at home good parenting : het bieden van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat, en bij jonge kinderen om een: home learning environment. Hierbij worden op leren gerelateerde activiteiten genoemd zoals (voor)lezen, bibliotheek bezoeken, spelenderwijs letters leren, rijmen en zingen. 50

51 Andere onderzoeken, over de rol van ouders, laten zien dat ouders vaak onzeker zijn over hun rol, zowel thuis als op school. Ouders weten niet altijd goed wat zij kunnen en mogen verwachten. Naarmate ouders persoonlijk betrokken worden met tips en adviezen over hoe ze hun kind kunnen helpen, worden deze zeer gewaardeerd. En naarmate de school/ kinderopvang investeert in ouders, zijn ouders ook geneigd te investeren in het (schoolse) leven van hun kind en willen graag op de hoogte worden gehouden, ook over de doelen en werkwijzen van de instelling. Door gesprekjes bij het brengen en halen, de kindbesprekingen, nieuwsbrieven en ouderavonden worden ouders/verzorgers geïnformeerd met betrekking tot de ontwikkelingen van hun kind Ouderbetrokkenheid en VVE-programma s (zie ook hoofdstuk 5.1) De oudercomponent vormt een onderdeel in integrale programma s zoals Piramide/ Startblokken-Basisontwikkeling, Kaleidoscoop en Ko Totaal. De programma s Ik ben Bas, Taallijn VVE en Boekenpret zijn gericht op een deel van de doelgroep, of hebben betrekking op een specifiek aspect van de ontwikkeling, zoals taal/voorlezen. Boekenpret biedt een goed onderbouwd theoretisch kader om de ouderbetrokkenheid te verhogen en geeft handige en zinvolle handvatten. De gezinsgerichte programma s zoals Opstapje en Spel aan huis, worden minder gebruikt dan de instellingsgerichte, integrale programma s. Uit internationaal onderzoek blijkt echter dat de combinatie van gezinsgerichte en instellingsgerichte programma s het meest effectief is Ouderbetrokkenheid verhogen Als BoekStart in de kinderopvang geborgd is in beleid kan ouderbetrokkenheid een stevige plek gaan krijgen. De onderzoeken, zoals eerder genoemd, laten zien dat een investering in ouderbetrokkenheid resultaten oplevert. Eén van de onderdelen van BoekStart in de kinderopvang is het werken aan een rijke leesomgeving thuis. De belangrijkste voorwaarden voor een rijke leesomgeving thuis zijn: als er thuis boeken zijn, als ouders zelf (kranten, tijdschriften, boeken) lezen als ouders (liefst dagelijks) voorlezen aan hun jonge kinderen. Als de taal in de vorm van gesprekken tussen ouders en met kinderen gestimuleerd wordt, dan kan leesmotivatie bijgebracht worden. Het plezier verbinden aan (voor)lezen is een ander aspect: hoe meer leesplezier hoe vaker kinderen naar een boek zullen grijpen en vragen om voorgelezen te worden. Op basis hiervan kan de kinderopvang duidelijk maken wat er van ouders verwacht mag worden en wat de kinderopvang verstaat onder ouderbetrokkenheid op dit onderdeel. Bij de aanmelding van hun kind kunnen bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden (of intenties uitgesproken worden) over het voorlezen thuis, er plezier aan verbinden en over het (gratis) lidmaatschap van de bibliotheek. Hierbij kan het programma BoekStart voor baby s nog eens toegelicht worden en de ouderfolders meegegeven. Ook wordt met de ouder gesproken over BoekStartbijeenkomsten in de bibliotheek. Er kan ingegaan worden op (of op een ouderbijeenkomst) wat een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat is (at home good parenting) en een lerende omgeving (home learning environment). Ook kunnen gespreksonderwerpen aangedragen worden die direct met onderwerpen als lezen en taal te maken hebben zoals: Hoe worden thuis de boeken neergezet (zijn er boeken 51

52 in huis?), kunnen kinderen er zelf bij? Hebben ze een boekenplankje? Lezen ouders zelf in boeken, kranten of tijdschriften? Lezen ze hun kinderen voor? Het tonen van voorbeelden hoe ouders kunnen voorlezen via (video)beeld of door middel van voorbeeldvoorleesgedrag te laten zien, kan helpen om de vaardigheden (en zelfvertrouwen) van ouders op dit terrein te vergroten. De bibliotheek De kinderopvang kan in de vorm van bibliotheekbezoeken kinderen in groepsverband in contact brengen met de bibliotheek. Deze bezoeken hebben vaak een speels karakter. Er wordt voorgelezen, liedjes gezongen, boekjes bekeken. Ouders worden actief gestimuleerd om mee te komen en leren over het voorlezen aan de manier hoe de bibliothecaris voorleest en de aandacht weet vast te houden. Aan ouders kan informatie worden verstrekt over de bibliotheekabonnementen en alles wat een bibliotheek verder kan bieden. Ook bieden zogenaamde instellings- of groepsabonnementen de gelegenheid om voorleesmateriaal te lenen voor gebruik op het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf kan in samenwerking met de bibliotheek en speciale activiteiten ouders betrekken. In het boek Voorlezen gaat zó (Margriet Chorus en Irma van Welzen, hoofdstuk 4) staat een aantal activiteiten genoemd zoals: Voorleesprogramma Logeerbeer Prentenboek uitlenen werkboek en voorleessuggesties. Heen en weer schriftje WePboek (met aanwijzingen voor ouders) Ouderbijeenkomsten/ouderavonden Bij ouderactiviteiten worden ouderavonden vaak het eerst genoemd. De kinderopvang is verplicht ouderavonden te organiseren. De opkomst valt nogal eens tegen bij formele ouderavonden. Niet alleen het druk bezette programma van ouders is de reden, maar zij kunnen drempels hebben of ouders komen alleen als er problemen zijn die direct te maken hebben met hun kind. Een ouderavond die gevuld is met videobeelden van hun eigen kind(eren) trekt meestal wel belangstelling. In BoekStart in de kinderopvang is het streven om onderwerpen rond taal, een leesrijke omgeving, digitale prentenboeken, het gebruik van WePboek, het (interactief) voorlezen, de mogelijkheden die bijvoorbeeld apps of Bereslim bieden bij ouders onder de aandacht te brengen. De vernieuwing van de inrichting van de leeshoek en van de collectie kan bovendien aangegrepen worden om een positieve impuls te geven aan de formele ouderavonden. Een andere mogelijkheid bieden informele ouderbijeenkomsten, zoals inloopochtenden, koffieochtenden in de kinderopvang of de bibliotheek. Een combinatie, zoals ouderkindbijeenkomsten zijn, hoewel structureel van opzet, informeel van karakter. Ouders krijgen naast een gezamenlijk programma met hun kind (meespeelmomenten) ook een apart onderdeel aangeboden. Hierin worden ouders geïnformeerd over het voorlezen thuis en het belang van voorleesroutines. Voor de kinderen is er apart tijd om voorgelezen te worden en samen liedjes te zingen. Een gezamenlijk maaltijd waarbij ouders en pedagogisch medewerkers met elkaar in gesprek gaan blijkt ook een effectief middel om ouders te bereiken. Ouders maken zelf eten/hapjes en deze aanpak resulteerde tijdens de pilots in sommige gevallen tot een hoge opkomst. Als de activiteiten aansluiten bij feesten of momenten in het jaar, zoals Sint Maarten, Sinterklaas, kerst, Pasen, voorjaar en herfst kan dit ook voor een hoge opkomst zorgen. Bovendien bieden zulke activiteiten ouders een gemakkelijke ingang om, desnoods eenmalig, hun praktische bijdrage te leveren. Ook bij het (her)inrichten van de leeshoek kunnen ouders betrokken worden. 52

53 8.2 Campagnes - activiteiten - praktijkvoorbeelden Bij activiteiten en/of deelname aan campagnes blijft de focus gericht op het kind in zijn (taal) ontwikkeling en dat gebeurt mét ouders, bij voorkeur in netwerkverband mét alle instellingen als consultatiebureaus, Centra voor Jeugd en gezin, kinderopvang, bibliotheek en gemeente. Landelijke campagnes kunnen deze focus ondersteunen omdat ze publicitair breed gericht zijn. De kinderopvang kan aansluitend op veel manieren communiceren over (voorlees) activiteiten. Denk aan het affiche aan de deur over welk boek die week centraal staat, het prikbord, de nieuwsbrief, een verwijzing op de website, het meegeven van foldermateriaal en tips over boeken Landelijke campagnes Campagnes zoals De Nationale Voorleesdagen bieden eveneens mogelijkheden om lokaal, gemeentebreed of regionale activiteiten te ontplooien. De gemeentelijke (leesbevorderings- of VVE-)netwerken kunnen hiervoor een platform voor samenwerking en ideeënuitwisseling zijn. We noemen de belangrijkste: De Nationale Voorleesdagen De Nationale Voorleesdagen hebben als doel het voorlezen aan kinderen die zelf nog niet kunnen lezen, te bevorderen. Door een jury van jeugdbibliothecarissen zijn tien prentenboeken gekozen die tijdens De Nationale Voorleesdagen centraal staan. Eén boek is gekozen tot Prentenboek van het Jaar. De Nationale Voorleesdagen vinden jaarlijks plaats in de derde week van januari en starten met Het Nationale Voorleesontbijt. De jongste kinderen worden dan voorgelezen in de kinderopvang en op basisscholen. Ouders en grootouders lezen voor, maar ook buurtgenoten: van de wijkagent tot de bakker. Zie: De Nationale Voorleesdagen Kinderboekenweek De Kinderboekenweek wordt jaarlijks in oktober gehouden. In het hele land zijn er tien dagen lang allerlei activiteiten rond het kinderboek. Bibliotheken, het onderwijs, boekhandels en culturele centra haken hierop in. Het jaarlijks wisselende thema van de Kinderboekenweek dient als leidraad bij de organisatie van de vele activiteiten. De Voorleesgids wordt uitgegeven, er zijn schrijversactiviteiten, activiteiten rond boeken en het thema en een Kinderboekenbal. Werd eerst op basisscholen veel aandacht aan de Kinderboekenweek besteed, ook de kinderopvang doet steeds vaker mee. Zie: Kinderboekenweek Kindermediaweek In september 2011 vond de eerste Kindermediaweek plaats. Een initiatief van Mediasmarties (een onafhankelijke en niet-commerciële organisatie in opdracht van de Ministeries van OCW en VWS). Mediasmarties biedt een overzicht van kindermedia met informatie over de inhoud en geschiktheid van producten zoals: televisieprogramma s, (bioscoop) films, online games, video games, apps en websites voor kinderen vanaf anderhalf tot en met elf jaar. Mediasmarties heeft voor de Kindermediaweek lessuggesties ontwikkeld en een activiteitenpakket samengesteld gericht op kinderopvang (en basisonderwijs). Zowel pedagogisch medewerkers als ouders hebben behoefte aan ondersteuning op dit terrein. De Kindermediaweek biedt kansen om u als bibliotheek te profileren als de deskundige omtrent verschillende digitale media voor jonge kinderen. Zie: Kindermediaweek 53

54 De Week van de Opvoeding In oktober 2011 is voor het eerst de Week van de Opvoeding gehouden. In de week van de Opvoeding draait het om ontmoetingen en uitwisselingen tussen ouders/opvoeders, kinderen (en jongeren). De activiteiten zijn zeer divers en worden georganiseerd door regionale en lokale organisaties en in steden op wijkniveau. De week biedt kansen om ouders/opvoeders te wijzen op de rol van kinderopvang, bibliotheek en de functie van prentenboeken, en materiaal die met opvoeding te maken hebben. Zie: De Week van de Opvoeding 54

55 9. Communicatie Ten behoeve van eenduidige communicatie is een overzicht gemaakt van de verschillende doelgroepen die in het traject in beeld komen. Per doelgroep is aangegeven welke materialen voor hen bedoeld zijn en de momenten waarop deze ingezet worden. Voorbeeldpersberichten vindt u in Bijlage Doelgroepen Bibliotheken - Directies (ondersteuning) - Jeugd- en educatiespecialisten (uitvoering) - Marketing/communicatie (promotionele ondersteuning) Gemeente Kinderopvang 9.2 Communicatiemiddelen Bij het opzetten van samenwerking tussen bibliotheek en kinderopvang in het kader van BoekStart in de kinderopvang is er een aantal vaste communicatiemiddelen: Algemeen logo/huisstijl BoekStart Naar bibliotheken, kinderopvang en gemeenten uitnodiging informatie/startbijeenkomst nodig: - tekst , inclusief globaal idee van het programma - opmaak - adressen van uit te nodigen personen Voor bibliotheken Samenwerkingsovereenkomst en toelichting (Bijlagen 14 en 15) persberichten (Bijlage 16) PowerPointpresentatie BoekStart in de kinderopvang cadeauboek De BoekStartKast BoekStartfilm promotiematerialen (koffers, posters, boekenleggers, BoekStartEnVerder enzovoort) Voor kinderopvang informatie over BoekStart in de kinderopvang informatie over wat er van de kinderopvang wordt verwacht: wat zij moeten doen en wanneer informatie over wat de kinderopvang ouders moet vertellen BoekStartfilm promotiematerialen (koffers, posters, boekenleggers enzovoort) materiaal voor ouders (koffertje, folder, BoekStartEnVerder, bon voor gratis lidmaatschap voor peuters enzovoort) 55

56 Voor gemeenten informatie over BoekStart in de kinderopvang informatie over wat er van de gemeente wordt verwacht en wanneer BoekStartfilm artikelen over BoekStart in de kinderopvang (zie hiervoor onder meer de artikelen uit Lezen en uit Kinderopvang op het afgeschermde gedeelte van de website van BoekStart) 9.3 Communicatiemoment: startbijeenkomst Bij de officiële aanvang van BoekStart in de kinderopvang wordt de Samenwerkingsovereenkomst getekend. Het is goed om hiervan een persmoment te maken om het project onder de aandacht te brengen bij de doelgroep, belanghebbenden en (mogelijk) geïnteresseerden. Het doel van de bijeenkomst is het geven van informatie, het naar voren brengen van de motivatie en het beantwoorden van vragen Samenwerkingsovereenkomst Een van de onderdelen van de samenwerking is de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst (zie Bijlage 14). De overeenkomst laat u door de kinderopvang ondertekenen bij aanvang van het project BoekStart in de kinderopvang. Hiermee gaat de bibliotheek een structurele samenwerking aan met de betreffende kinderopvanginstelling op basis van de geformuleerde randvoorwaarden. De Samenwerkingsovereenkomst vormt de basis en uitgangspunt van het project. In de toelichting van de Samenwerkingsovereenkomst staan de doelen voor de kinderopvang omschreven (zie Bijlage 15). Wanneer deze doelen zijn bereikt, is het wenselijk dat er een vervolg komt (structurering en verankering). Er kan bijvoorbeeld een meerjarig samenwerkingscontract worden afgesloten. In een terugkerend jaarlijks overleg wordt de inhoud van het contract besproken en vastgesteld of dat nog voldoet aan de wensen van de kinderopvang Persmoment Uiteraard kunt u van de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst een persmoment maken (zie Bijlage 16: Persberichten): BoekStart in de kinderopvang gaat hierbij officieel van start. Voor deze feestelijke startbijeenkomst worden betrokkenen van de bibliotheek, kinderopvang en gemeente uitgenodigd. Daarnaast kan er een aantal landelijke betrokkenen zoals afgevaardigden van Stichting Lezen, SIOB, OCW of andere belangrijke partners en/ of subsidiegevers worden uitgenodigd. Nodig verder de lokale of provinciale pers uit om de bijeenkomst bij te wonen. Het programma bestaat uit een uitleg over doel en inhoud van BoekStart in de kinderopvang, geplaatst in het bredere kader van het programma Kunst van Lezen en in relatie tot BoekStart voor baby s. Afhankelijk van de grootschaligheid van de bijeenkomst kunnen er vervolgens verschillende sprekers aan het woord komen die uitleggen waarom lezen op jonge leeftijd belangrijk én leuk is. Zie hiervoor de Kunst van Lezen-brochure Meer voorlezen, beter in taal. Dit kan ondersteund worden met de PowerPointpresentatie BoekStart in de kinderopvang (op het afgeschermde gedeelte van de website van BoekStart) of inspirerende beelden van de leesomgeving in de kinderopvang. Ten slotte kan er gedacht worden aan een ouderactiviteit als Wapperkids of Muziek op schoot. 56

57 Het officiële deel van de bijeenkomst wordt bezegeld met een ritueel en bestaat uit het tekenen van een samenwerkingsconvenant tussen bibliotheek, gemeente en kinderopvang. Het BoekStartcadeauboek De BoekStartKast wordt uitgereikt. Sluit de bijeenkomst feestelijk af met een traktatie. Bijlage 14: Samenwerkingsovereenkomst Bijlage 15: Toelichting Samenwerkingsovereenkomst Bijlage 16: Persberichten 57

58 10. Veel gestelde vragen Wat is de tijdsinvestering voor de pedagogisch medewerkers? Zo n 30 uur - 40 uur in een periode van 6 maanden: 1 tot 1,5 uur per week. Gesprekken met de bibliotheek: 2 x 2 uur of meer Doorlopend -overleg met bibliotheek 2 uur Nakijken boekencollectie: 4 uur Leesplan/activiteitenplan maken: 4 uur Cursussen: 16 uur Huiswerk: 4 uur Ouderactiviteiten: 4 uur Aanschaf boeken en presentatiemateriaal: 4 uur Doorlopend informeren op teamoverleg/ collega s: 2-3 uur Openingsactiviteit: 2 uur Welke scholing heeft bibliotheekpersoneel nodig, en wat is de belasting? Train de trainer Interactief Voorlezen: een dag (van ). Train de trainer Voorleescoördinator: twee dagen (van uur) Welke scholing hebben de pedagogische medewerkers nodig, en wat is de belasting? Training Interactief Voorlezen: twee dagdelen. Training Voorleescoördinator: twee dagen. Hoeveel tijd neemt de training Voorleescoördinator (train de trainer) voor de bibliothecaris? Tijdens de pilot nam de training twee dagen (van uur). De training Voorleescoach van skon is inmiddels omgevormd tot training Voorleescoördinator. Een voorleescoördinator heeft meer dan een voorleescoach een belangrijke coördinerende rol. Hoeveel tijd neemt de training Interactief voorlezen (train de trainer) voor de bibliothecaris? Een dag ( ). Er wordt gesproken over minimaal 1 persoon van een KOV opleiden tot voorleescoördinator. Kunnen meerdere mensen de training volgen? De vraag is of er meerdere personen opgeleid kunnen worden vanuit het budget. Als de KOV zelf meer dan een voorleescoördinator wil zullen ze dit zelf moeten bekostigen. Het mag uiteraard wel. Hoeveel tijd neemt de training Interactief voorlezen voor de pedagogisch medewerkers? De training kost de pm-er twee dagdelen van elk 2,5 uur. Wordt met waardebonnen de babybiebbonnen bedoeld? Ja, de officiële term is BoekStartwaardebon. Wordt het Boekstartcadeauboek De BoekStartKast gelijktijdig met de subsidie verstrekt? Het BoekStartcadeauboek kan aan het begin uitgereikt worden, wanneer de KOV daadwerkelijk start. 58

59 Wat houdt de presentatie aan KDV/PSZ in? Introductie van BoekStart in de KOV met ondersteunende materialen (koffers, BoekStartEnVerder) als start van een structureel contact, alsmede het realiseren van een leeshoek/plek. Hiervoor is budget binnen de subsidie. Wat wordt verstaan onder een eerste collectie? Het gaat hier om een basiscollectie volgens richtlijnen vanuit de pilot (achter het afgeschermde webgedeelte). Dit wordt betaald vanuit de subsidie. KOV is zelf verantwoordelijk voor de hygiëne. Aanvullen/vernieuwen in overleg met de KOV. Wat wil zeggen Projectbegeleiding lokaal (bibliotheek en KOV)? Dit is de begeleiding vanuit de bibliotheek aan de KOV. Regelmatig, structureel contact is hierbij cruciaal. Hiervoor is geld vanuit de subsidie. In de subsidie is er ook geld voor een activiteit, welke activiteiten worden hier mee bedoeld? Leesbevorderingsactiviteiten, dat wat de bibliotheek concreet te bieden heeft aan de KOV aan programma s en specifieke materialen voor kinderen van 0-4 jaar en hun begeleiders. Gericht op de kinderen zelf, op de pedagogisch medewerkers, maar ook ouderactiviteiten, georganiseerd in de bibliotheek of in de kinderopvang over lezen en leesbevordering. Moeten de nulmetingen naar de landelijke organisatie worden gestuurd? Nee. Met de nulmeting brengt u de lokale beginsituatie in beeld. Bij de evaluatie na acht maanden komen de vragen van de nulmeting terug. Dit gaat wel naar de landelijke organisatie. 59

60 11. Literatuurlijst 11.1 Achtergrondliteratuur Kees Broekhof: Meer lezen, beter in taal. Effecten van lezen op taalontwikkeling. Brochure Kunst van Lezen, Kees Broekhof: Meer voorlezen, beter in taal. Effecten van voorlezen op taalontwikkeling. Brochure Kunst van Lezen, Chorus, Margriet, en Irma van Welzen: Voorlezen gaat zó. Nederlands Jeugd Instituut, Uitgeverij SWP, Eising, Stieneke, en Marie-Anne Raaijmakers: Werken aan netwerken. Een strategie voor bibliotheek en leesbevordering. Brochure Kunst van Lezen, Heuvel, Julienne van den: BoekStart. Een strategisch verhaal. Brochure kunst van lezen, Meijer, Gerard, Henk Pilon, Aaf Smits: Het plezier in taal staat voorop. Handleiding voor de organisatie van leesbevorderingsnetwerken. Brochure Kunst van Lezen, Weterings, Annet: Competent in leesbevordering. Docentengids voor opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent. Uitgeverij SWP, Overzicht onderzoek voorschools lezen Op de website van BoekStart is een inventarisatie te vinden van onderzoek (nationaal en internationaal) naar en praktijkvoorbeelden van leesbevordering bij jonge kinderen (0-4 jaar): Overzicht van onderzoek naar voorschools lezen. Daarin is bij punt 3 een geannoteerde opsomming te vinden van onderzoek naar voorlezen in de kinderopvang. Punt 7 biedt een verzameling artikelen die inspirerende praktijkvoorbeelden geven van samenwerking tussen bibliotheek en kinderopvang. 60

61 Bijlagen Basisdocument BS in KOV 1. Argumentatie (bij hoofdstuk 1) 2. Standaardaanvraagformulier BoekStart in de kinderopvang (bij hoofdstuk2: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 3. Bijlage Voorbeeldstandaardaanvraagformulier BS in KOV (bij hoofdstuk 2: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 4. Begrotingsformulier BoekStart in de kinderopvang (bij hoofdstuk 2: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 5. Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek van Cubiss (bij hoofdstuk 3) 6. Nulmetingen: BoekStart in de kinderopvang (bij hoofdstuk 3: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 7. Voorbeeld uitvoeringsplan (bij hoofdstuk 4 en 7) 8. Verschillen tussen VVE en Pedagogisch kader (bij hoofdstuk 5) 9. Materialen overzicht: voorbeelden BoekStart in de kinderopvang (bij hoofdstuk 7) 10. Activiteiten (bij hoofdstuk 7) 11. Collectielijst/titels/thema s (bij hoofdstuk 7) 12. Voorbeeld voorleesplan (bij hoofdstuk 7) 13. Format activiteitenblad (bij hoofdstuk7) 14. Samenwerkingsovereenkomst BoekStart in de kinderopvang (bij hoofdstuk 9: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 15. Toelichting bij samenwerkingsovereenkomst BS in KOV (bij hoofdstuk 9: zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite) 16. Persberichten (bij hoofdstuk 9) 61

62 Bijlage 1: Argumentatie Bibliotheken en kinderopvanginstellingen zouden moeten samenwerken aan een rijke en stimulerende leesomgeving voor jonge kinderen. Uit: Onderzoek Voorlezen in de kinderopvang (TNS NIPO, 2008). Uit het onderzoek Voorlezen in de kinderopvang dat een herhaling is van eerder onderzoek in 2000 en 2004 bleek dat het bibliotheekaanbod voor de kinderopvang divers en onoverzichtelijk is. Naast een sterke behoefte aan meer afstemming en structuur zou de deskundigheid van medewerkers van de kinderopvang met betrekking tot (interactief) voorlezen en andere leesbevorderende activiteiten verbeterd kunnen worden. Bibliotheken en kinderopvanginstellingen zouden moeten samenwerken aan een rijke en stimulerende leesomgeving voor jonge kinderen. Lezende kinderen doen het maatschappelijk beter. Kinderen en jongeren die veel lezen belanden hoger op de maatschappelijke ladder. Deze conclusie trekt Suzanne Mol in haar proefschrift waarin zij 146 internationale wetenschappelijke studies met elkaar heeft vergeleken. De belangrijkste punten zijn: Vrijetijdslezen is de drijvende kracht achter geletterdheid en taalvaardigheid. Van de voorgelezen peuters heeft bijna 70 procent voldoende woordenschat voor een goede start op de basisschool. Dit geldt voor iets meer dan 30 procent van de niet voorgelezen peuters. Een kwartier lezen per dag = 1000 nieuwe woorden per jaar = 25 woorden per week woorden is de basiswoordenschat die kinderen moeten beheersen om betekenis van woorden in teksten te kunnen afleiden. Dit zijn de gangbare woorden (hoog frequente), mondeling geleerd via gesprekken en dagelijkse omgang. Laag frequente woorden komen veel voor in prentenboeken. Dus door voorlezen leren kinderen de meeste nieuwe woorden omdat de taal van prentenboeken veel rijker is dan de taal van de alledaagse gesprekken. Uit: Suzanne Mol, Read or not to read (Wetenschappelijk onderzoek, dec. 2010). Zie: Dossier Effecten van lezen. Elke dollar geïnvesteerd in VVE levert 9 dollar op (Nobelprijswinnaar James Heckman). In 2007 concludeerden onderzoekers van de Derhem University dan ook: vroege winst is de beste winst. Als een kind zich op zeer jonge leeftijd goed ontwikkelt, profiteert het daar zijn hele leven van. De onderzoekers stellen zelfs dat de eindresultaten in het voortgezet onderwijs het allerbeste kunnen worden beïnvloed door te investeren in VVE. Zie: In jonge kinderen investeren is efficiënt. Voorlezen heeft een positief effect op de taalontwikkeling van jonge kinderen. Op basis van een meta-analyse van een groot aantal internationale onderzoeken wordt aangetoond dat kinderen aan wie thuis wordt voorgelezen een grotere woordenschat hebben en een grotere kans om goede lezers te worden dan kinderen aan wie niet wordt voorgelezen. Uit: Adriana Bus e.a., Van voorlezen naar lezen: een meta-analyse naar intergenerationele overdracht van geletterdheid. 62

63 Interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers moeten beter! Uit: R.E.L. de Kruif, J.M.A. Riksen-Walraven, M.J.J.M Gevers Deynoot-Schaub, K.O.W. Helmerhorst, L.W.C. Tavecchio, & R.G. Fukkink, Pedagogische kwaliteit van de opvang voor 0- tot 4-jarigen in Nederlandse kinderdagverblijven in (Universiteit van Amsterdam, Radboud Universiteit Nijmegen, 2009). Vergelijking van de algemene proceskwaliteit in 2008 met die in 2005 laat zien dat de eerder geconstateerde dalende trend in de kwaliteit zich ook in de afgelopen jaren heeft voortgezet. Vooral de daling op de subschaal Interacties verdient aandacht, omdat de interacties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen de kern uitmaken van de pedagogische kwaliteit, en de scores op deze schaal in het verleden altijd relatief hoog waren. Beduidend minder goed zijn de resultaten voor de interactievaardigheden Praten en Uitleggen, Ontwikkelingsstimulering en Begeleiden van interacties tussen kinderen waarvoor de gemiddelde scores van pedagogisch medewerkers in veel groepen onvoldoende zijn. Vergelijking van de verschillende typen groepen laat zien dat de kwaliteit van de interacties in de babygroepen op de meeste schalen significant lager is dan in de peutergroepen en in de verticale groepen; hoe meer kinderen in de groep, des te lager de kwaliteit van de interacties. Zie verder: Onderzoek naar voorschools lezen, hoofdstuk 3: Kinderopvang. 63

64 Bijlage 2: Standaardaanvraagformulier BoekStart in de kinderopvang Zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite. 64

65 Bijlage 3: Voorbeeldstandaardaanvraagformulier BS in de KOV Zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite. 65

66 Bijlage 4: Begrotingsformulier BoekStart in de kinderopvang Zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite. 66

67 Bijlage 5: Conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek van Cubiss In het onderzoek, uitgevoerd door Cubiss in het voorjaar van 2011 werden in de drie deelnemende provincies, Gelderland, Groningen en Noord-Brabant, zestien kinderdagverblijven bevraagd. Er zijn twee onderzoeksmethoden gecombineerd. Naast digitale vragenlijsten met een respons van 100 procent is er in iedere provincie een focusgroep (groepsgesprek) gehouden met een afvaardiging van de deelnemende kindercentra en bibliotheken. In dit onderzoek is in beeld gebracht hoe de samenwerking (kwantitatief en kwalitatief) tussen bibliotheek en kinderopvang verloopt, met een verkenning van toekomstige samenwerkingsmogelijkheden. Daarnaast werden de wensen en behoeften in de kinderopvang op het gebied van leesbevordering, (mediawijsheid en cultuureducatie) gepeild. De onderzoekers hebben een aantal gerichte conclusies en aanbevelingen opgesteld die een landelijke tendens laten zien die richting kunnen geven aan toekomstig beleid. Hieronder volgen de conclusies van de digitale vragenlijsten en de focusgroepen, gevolgd door aanbevelingen. Conclusies Uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat de kindercentra die deelnemen aan de pilot over het algemeen kinderdagverblijven zijn. Er is maar een klein aantal peuterspeelzalen. De meeste kindercentra maken deel uit van een koepelorganisatie, waarbij in de meeste gevallen gewerkt wordt in een combinatie van horizontale en verticale groepen. De kindercentra werken veelal samen met het basisonderwijs, het consultatiebureau en de Openbare Bibliotheek. In de drie provincies is in 80 procent van de gevallen sprake van deelname aan een VVE- netwerk of een gemeentelijk netwerk. De kindercentra werken voornamelijk met de VVE-programma s Piramide (44%) en Startblokken (34%). Vrijwel alle kindercentra werken met thema s binnen de groepen gedurende een aantal weken. Voorlezen In alle kindercentra wordt voorgelezen. De frequentie ervan verschilt echter en hangt af van de leeftijdsgroep. Aan de jongste kinderen (0-1 jaar) wordt veel minder voorgelezen dan aan de kinderen van twee tot vier jaar oud. De groep een- tot tweejarigen zit daar tussenin. Aan de jongsten wordt in 60 procent van de gevallen minder dan twee keer per week voorgelezen. Aan de twee- tot vierjarigen wordt in 50 procent van de gevallen meerdere keren per dag voorgelezen. De manier waarop voorgelezen wordt is voornamelijk door middel van interactief voorlezen/herhaald voorlezen, daarbij gebruik makend van passend materiaal/ attributen. Op twee derde van de kindercentra is een leeshoek aanwezig en op de meeste kindercentra kunnen kinderen op elk moment van de dag zelf een boek pakken. Voorlezen heeft vaak een vaste plaats in de dagelijkse routine: bij 60 procent van de kindercentra is het gekoppeld aan de pauze/het eten en drinken. Bij ruim driekwart van de kindercentra wordt minstens een keer per dag aan de gehele groep voorgelezen. Bij de helft van de kindercentra gebeurt dit minstens een keer per dag in kleine groepjes. Het minst wordt er individueel voorgelezen, namelijk bij 20 procent minstens een keer per dag. Voorlezen staat bij minder dan de helft van de kindercentra in het pedagogisch plan en bij 17 procent is er een geoormerkt budget voor de aanschaf van boeken. Op het gebied van trainingen en cursussen op het vlak van voorlezen hebben de pedagogisch medewerkers het meest de Vversterk-cursus gevolgd (40%). Er is veel behoefte aan ondersteuning/training van de pedagogisch medewerkers op het vlak van lezen met baby s en informatie over actuele kinderboeken. Maar ook aan ondersteuning/training op het vlak van interactief voorlezen en de cursus Voorleescoördinator is veel behoefte. 67

68 De Bibliotheek De meeste kindercentra hebben maandelijks of een paar keer per jaar contact met de bibliotheek. Meer dan de helft (62%) van de kindercentra zou dit contact willen intensiveren. In de meeste gevallen is er een vast contactpersoon voor het kindercentrum op de bibliotheek en heeft het kindercentrum zelf ook een vast contactpersoon voor het contact met de bibliotheek. De producten en diensten die de kindercentra het meest afnemen van de bibliotheek zijn de producten en diensten rondom De Nationale Voorleesdagen, de Kinderboekenweek en het instellingsabonnement. De kindercentra geven aan hiermee volgend jaar waarschijnlijk door te willen gaan, wat impliceert dat zij hierover tevreden zijn. Focusgroepen In de rapportage worden de focusgroepen in de drie provincies apart beschreven, in deze conclusie worden ze samengenomen. Voorlezen Voorlezen is het belangrijkste thema in de focusgroepen. In alle kindercentra wordt aandacht besteed aan voorlezen. Men geeft aan dat het afhankelijk is van de pedagogisch medewerker wat de kwaliteit en de frequentie is van het voorlezen en men is het erover eens dat dit eigenlijk niet het geval zou moeten zijn; de kwaliteit van het voorlezen zou gewaarborgd moeten zijn. De resultaten uit de vragenlijst wat betreft het minder frequente voorlezen aan baby s worden herkend. Baby s zijn voor sommige pedagogisch medewerkers een moeilijkere doelgroep; men weet niet altijd hoe het aan te moeten pakken. Er moet meer aandacht zijn voor voorlezen aan baby s volgens de deelnemers aan de focusgroepen. Daarnaast zou het voorlezen in het beleid opgenomen moeten worden. Bij de meeste kindercentra is dat al het geval, maar er worden geen consequenties aan verbonden en er wordt niet nagegaan of er daadwerkelijk aandacht wordt besteed aan voorlezen op de groepen. Voorlezen zou in het beleid benoemd moeten worden als competentie van de pedagogisch medewerkers en zij zouden beoordeeld moeten worden op de frequentie en kwaliteit van voorlezen. De pedagogisch medewerkers zouden geschoold moeten worden op het gebied van (interactief) voorlezen, voorlezen aan baby s en boekenkeuze. In de opleiding voor de pedagogisch medewerkers zou meer aandacht moeten zijn voor (voor)lezen en het enthousiasme hierin is belangrijk. Door voorlezen een vaste plaats in de routine van de dag te geven wordt het minder snel overgeslagen wanneer het druk is. Men geeft wel aan dat dit niet té krampachtig moet zijn; het moet wel mogelijk zijn ervan af te wijken als dat om praktische redenen niet anders kan. Voor elk kindercentrum is het favoriete moment weer anders; het kan in de pauze zijn, bij het luier verwisselen, voor het slapen et cetera. Er moet vrijheid zijn voor de kindercentra en/of de pedagogisch medewerkers om dit in samenspraak in te plannen. Boeken Een ander onderwerp dat uitgebreid besproken wordt zijn de boeken die aanwezig zijn in een kindercentrum. Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen boekjes die in een mand/ bak op de grond staan en waar kinderen zelf bij kunnen en de mooie boeken die op een schap staan waar kinderen niet bij kunnen. Deze eerste boekjes zijn vaak kapot, vanwege het feit dat een aanzienlijk deel van de kinderen niet weet hoe zij met boeken om moet gaan, dit van huis-uit niet meekrijgt of nog te jong is om dit te snappen. Ouderbetrokkenheid is hierbij belangrijk en is tevens belangrijk bij het voortzetten van het voorlezen als de kinderen thuis zijn. Het stimuleren van plaatjes kijken, boekjes lezen en aandacht voor boeken zou ook een 68

69 taak van de ouders moeten zijn. Juist de lager opgeleide ouders, die je graag wilt bereiken, zijn vaak erg moeilijk te bereiken. Men is het erover eens dat het belangrijk is hier aandacht voor te blijven houden, ondanks het feit dat het lastig is. De bibliotheek zou hier samen met de kindercentra in op kunnen trekken. Bijvoorbeeld door een ouderavond, georganiseerd door de bibliotheek, die ingaat op het belang van voorlezen. De bibliotheek Het contact tussen de bibliotheek en het kindercentrum zou laagdrempelig moeten zijn. Door deelname van de kindercentra aan deze pilot is een belangrijke stap gezet in intensief en laagdrempelig contact tussen beide partijen. Ze zouden elkaar graag zien als samenwerkingspartners in het (voor)lezen. De bibliotheek zou haar kennis over moeten dragen aan de kindercentra. Dit vindt aansluiting bij de eerder genoemde cursussen/ondersteuning. Bij een netwerk rondom (voor)lezen is het belangrijk dat er een voorzitter is en het thema van een netwerk zou moeten draaien rondom VVE, boeken, lezen en leesbevordering. Om deze pilot en dit project te laten slagen is het erg belangrijk dat er borging is in beleid binnen de bibliotheek en de kindercentra, waardoor continuïteit gewaarborgd is. De kindercentra moeten zich verantwoordelijk voelen voor het voorlezen. Het moet niet alleen gedragen worden door een enkele enthousiasteling. Ook is borging van de financiën belangrijk. Er wordt aangegeven dat het helaas vaak gebeurt dat een project stopt na het aflopen van de subsidie en men is het erover eens dat dit niet mag gebeuren. De kindercentra hebben zelf echter erg weinig financiële middelen en vaak ook weinig personele ruimte. Aanbevelingen Op basis van de conclusies zijn de volgende aanbevelingen aan de bibliotheken geformuleerd. Soms betreft het een aanbeveling die in feite bedoeld is voor het kindercentrum, maar waar de bibliotheek een rol kan vervullen om het kindercentra te activeren. Het is verstandig de nulmeting in te laten vullen door de locatiemanager of locatieleider, omdat diegene met een overkoepelende/overstijgende blik kijkt naar het geheel. De bibliotheek zou het belang van voorlezen in het pedagogisch beleidsplan bij de kindercentra moeten benadrukken (zie Pedagogisch kader: dit kader is gebaseerd op een holistische benadering van het kind. Voorlezen ondersteunt de vier basisdoelen in de opvoeding van kinderen: emotionele veiligheid, de ontwikkeling van sociale competenties, de ontwikkeling van persoonlijke competenties, en het zich eigen maken van waarden en normen. Bij een leesnetwerk zou de bibliotheek als kartrekker kunnen functioneren of aan kunnen sluiten bij een bestaand netwerk rondom VVE en (voor)lezen. Kom tegemoet aan de wens van de kindercentra om voornamelijk in te zetten op praktische onderwerpen binnen een dergelijk netwerk. Het netwerk kan voortkomen uit de groep voorleescoördinatoren. Probeer deze bij elkaar te houden als een netwerk (zie de aanbeveling over een tweejaarlijkse bijeenkomst). Zie ook de Kunst van Lezen brochures Werken aan netwerken en Het plezier in lezen staat voorop. De brochures zijn te bestellen via of hier te downloaden. - Organiseer trainingen Interactief voorlezen en Voorleescoördinator voor pedagogisch medewerkers. - Zorg er als bibliotheek voor dat medewerkers een train-de-trainer cursus volgen van beide trainingen. - Zorg voor continuïteit door middel van een opfriscursus, voor zowel de kindercentra als de bibliotheek zelf. 69

70 Zorg ervoor dat kindercentra de kwaliteit van voorlezen waarborgen. De bibliotheek heeft hierin geen sturende rol, maar kan in gesprek met de kindercentra het belang benadrukken. Wanneer er sprake is van een verstevigde band (een partnerschap) tussen bibliotheek en kindercentra kan de bibliotheek het kindercentrum adviseren. - Het zou goed zijn als de kindercentra de kwaliteit van voorlezen opnemen in het competentieprofiel van pedagogisch medewerkers en dit bespreken in een functioneringsgesprek. Hiermee wordt de kwaliteit en frequentie van het voorlezen geborgd. - Een voorleesplan helpt kindercentra bij het waarborgen van continuïteit en kwaliteit. - Het opnemen van voorlezen in het dagritme met zijn terugkerende rituelen zorgt ervoor dat voorlezen een vast dagelijks punt is voor de pedagogisch medewerkers. - De bibliotheek kan de kindercentra wijzen op hulpmiddelen die hiervoor beschikbaar zijn, zoals de Boekenbeerdisplay. Zorg als bibliotheek voor intensiever contact met de kindercentra: - Organiseer twee keer per jaar een inhoudelijke bijeenkomst voor de voorleescoördinator, waarvan een keer per jaar inclusief een introducee (voor borging binnen de kindercentra). - Maak gebruik van digitale instrumenten om het contact met kindercentra te onderhouden zoals een nieuwsmail, tweets enzovoort. - Benadruk het belang van een vaste contactpersoon, zowel vanuit de bibliotheek als vanuit de kindercentra. - Bespreek jaarlijks met elkaar de planning van het kindercentrum en de wensen van het kindercentrum. Maak een planning hoe de bibliotheek hierop aan kan sluiten en zorg voor persoonlijk contact; het is belangrijk dat het netwerk onderhouden wordt. Inventariseer als bibliotheek met welke thema s de kindercentra werken en probeer daar uw dienstverlening op aan te sluiten. Veel voorkomende stimuleringsprogramma s die themagericht werken zijn: Piramide (44%, zie: thema s) en Startblokken (34%, hier liggen de thema s niet vast). Kindercentra onderkennen het belang van voorlezen aan baby s, maar geven aan dat de kennis bij hen ontbreekt. De bibliotheek zou als speerpunt voorlezen aan baby s moeten hebben. Zij kunnen de kindercentra dan inhoudelijk ondersteunen en adviseren. Hierbij mag het zwaartepunt liggen bij de nul- tot eenjarigen, maar vergeet ook de groep twee- tot vierjarigen niet. - Besteed aandacht aan productontwikkeling nul tot twee jaar. - Zorg voor scholing aan pedagogisch medewerkers op het gebied van talige interactie met baby s waaronder voorlezen. Organiseer jaarlijks een bijeenkomst informatie over actuele kinderboeken voor je netwerk van voorleescoördinatoren, bijvoorbeeld als voorbereiding op De Nationale Voorleesdagen. Op dat moment staan tien nieuwe kinderboeken voor peuters centraal en is de kans groot dat de kindercentra al bezig zijn met (voor)lezen. Wat betreft de manier waarop voorgelezen wordt is het belangrijk dat er naast voorlezen aan de hele groep ook voorgelezen wordt in kleinere groepjes met persoonlijke aandacht voor elk kind: zorg ervoor dat elk kind aan bod komt. Een wens vanuit kindercentra en bibliotheken is dat er binnen de opleidingen tot pedagogisch medewerker meer aandacht is voor voorlezen. De bibliotheek kan contact opnemen met het ROC in haar werkgebied en actief stageplaatsen in de bibliotheek aanbieden aan de pedagogisch medewerkers in opleiding. Op deze manier worden de studenten bekend met de bibliotheek en zal de drempel daarna ook lager liggen. 70

71 Bij de advisering over de leesomgeving in de kindercentra is het nog vaak nodig pedagogisch medewerkers ervan te overtuigen dat boeken op kindhoogte weggezet kunnen worden. Kindercentra moeten ervan doordrongen worden dat omgang met boeken een onderdeel is van de opvoeding. Het hanteren van boeken gaat vooraf aan het lezen van boeken. Wat betreft ouderbetrokkenheid kan een kindercentrum in samenwerking met een bibliotheek projecten opzetten, zie hiervoor Bijlage 10: Activiteiten. Kindercentra zijn verplicht om ten minste één keer per jaar een ouderavond te houden. De bibliotheek kan zichzelf aanbieden als specialist op het gebied van (voor)lezen en boeken. In gezamenlijkheid kan een ouderavond georganiseerd worden waarbij bijvoorbeeld ook samengewerkt kan worden met een logopedist. Een ingang op een kindercentrum om een ouderavond te organiseren kan een oudercommissie zijn of een unitmanager. Om de borging en continuïteit te waarborgen kan de bibliotheek een integraal abonnement aanbieden aan de kindercentra, waarbij leesomgeving/collectie, projecten, advies en scholing in een compleet pakket aangeboden wordt. De invulling hiervan kan per bibliotheek verschillen. Bekijk welke (subsidie)mogelijkheden er zijn om er vanuit de bibliotheek zelf geld in te steken, zodat het pakket voordeliger aangeboden kan worden. Denk hierbij aan de wet OKE. Kijk hier voor subsidiemogelijkheden BKK. 71

72 Bijlage 6: Nulmetingen Zie het afgeschermde gedeelte van de BoekStartsite. 72

73 Bijlage 7: Voorbeeld uitvoeringsplan van kinderdagverblijven in de gemeente Menterwolde Eind april heeft de bibliotheek gesproken met alle deelnemende kinderdagverblijven over het accent dat ze willen aanbrengen in het project. Naast de collectie en leeshoek gaven alle instellingen te kennen dat ze willen inzetten om de deskundigheid van de medewerksters te vergroten. Hieronder staat in het kort omschreven wat het speerpunt per kinderdagverblijf gaat worden en hoe we dit gaan inzetten. Een planning volgt. KDV heeft een redelijke collectie boeken. De collectie is echter niet opgebouwd vanuit diverse thema s. Bij de aanschaf van de collectie zal hier naar gekeken moeten worden, zodat de collectie evenwichtiger wordt. Voor is het belangrijk dat de medewerksters enthousiast raken voor voorlezen en dat kinderen onder andere leren hoe ze om moeten gaan met boeken. Nu leidt dat er toe dat veel boeken op hoogte staan om vernieling te voorkomen. Naast de deskundigheid van de medewerkers wil dat ouders meer betrokken raken bij voorlezen, boeken en de bibliotheek. De bibliotheek is daarom aanwezig op het op 25 juni georganiseerde Boekenbal, met Wil de Jong (voorlezen met vertelkastje), Michiel Megens ( zingen en taal) en Anne Margreet Drenth (bewegen en taal). Het is een eerste mogelijkheid om ouders te betrekken bij boeken en de bibliotheek. wil graag avonden organiseren bij de bibliotheek, zoals bij Hoi Pippeloi, waarin de medewerksters leren hoe ze boeken kunnen gebruiken en inzetten. De eerste avond zou op 21 juni, tijdens het teamoverleg van kunnen plaatsvinden. Speerpunt: Deskundigheidsbevordering + ouderbetrokkenheid KDV Bamba Bamba heeft een kleine collectie boeken. Een gedeelte hiervan is verouderd of kapot. Bamba wil zich tot de zomer richten op het scholen van twee medewerksters. Zij zullen het project binnen het team gaan overbrengen. De opgedane kennis moet ertoe leiden dat de (nieuwe) collecties beter worden gebruikt op de groepen. Bamba zal in de nabije toekomst ook deelnemen aan workshops die de bibliotheek aanbiedt, zoals de workshops rondom De Nationale Voorleesdagen. Dit zal (in ieder geval) gelden voor de twee medewerksters die nu de cursus voorleescoördinator volgen. Met Bamba is afgesproken dat we eerst de scholing van de twee pedagogisch medewerksters afronden. Daarna gaan we in overleg bekijken hoe we de rest van het personeel enthousiast kunnen maken voor voorlezen. Daarbij moet meegenomen worden hoe de (nieuwe/aangevulde) collectie kan worden toegepast. Mogelijk kan het voorbeeld van de avonden met Hoi Pippeloi hiervoor worden ingezet. Speerpunt: deskundigheidsbevordering + collectie / leesomgeving KDV Hoi Pippeloi Hoi Pippeloi heeft te kennen gegeven voorlezen erg belangrijk te vinden in de groepen. De leiding van Hoi Pippeloi heeft in het verleden initiatieven genomen om voorlezen op te laten nemen in de groepen. Dit project wordt aangegrepen om de medewerkers op een laagdrempelige manier (weer) enthousiast te krijgen voor boeken en voorlezen. Hoe kun je een boek inzetten op de groep? Hoi Pippeloi wil ook zelf investeren in een goede collectie, maar stelt daarbij de eis dat haar medewerkers hier ook gebruik van gaan maken. Door in te zetten op het bevorderen van de deskundigheid, proberen we dit te realiseren. 73

74 Om dit te bereiken hebben we in april een avond georganiseerd waarbij alle medewerkers van Hoi Pippeloi naar de bibliotheek kwamen. Met een spel, geïnspireerd op Ik-Hou-Van- Holland, leerden de medewerkers over voorlezen en boeken. In het najaar zal een vervolg aan deze avond worden gegeven en wordt een tweede avond georganiseerd. Speerpunt: Deskundigheidsbevordering KDV Poko Loko (Noordbroek & Zuidbroek) Poko Loko ziet het project als een mogelijkheid om de pedagogisch medewerksters beter gebruik te laten maken van de collecties boeken. Hoe kun je een boek gebruiken/inzetten in de groep? Voorlezen zal op deze manier inbedding krijgen in het eigen beleid. Poko Loko is door de samenwerking met de peuterspeelzaal bezig een nieuwe beleidsplan op te stellen. Er moet nog gekeken worden hoe de deskundigheidsbevordering kan worden ingezet, naast de cursus voorlees coördinator. Speerpunt: deskundigheidsbevordering + leesplan 74

75 Bijlage 8: Verschillen tussen VVE en Pedagogisch kader VVE-programma s en het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar dragen beide bij aan de ontwikkeling van kinderen en willen kinderen bagage meegeven. Beide zijn gebaseerd op ontwikkelingspsychologie en de theorieën van Piaget, Vygotsky, Erikson en Bowlby. Toch zijn er belangrijke verschillen die hieronder schematisch voorgesteld zijn. VVE-programma Pedagogisch kader Opgezet vanuit specifieke theorie of onderzoeksgegevens Unieke methode/voorschrijvend Werkt vanuit programmadoelen Gericht op bestrijden achterstand Nadruk op ontwikkeling/educatie van het individuele kind (met volgsystemen) Speel-leergebieden met nadruk op cognitieve componenten en taal Ontwikkeld voor peuterspeelzalen/ voorschool en basisschool In eerste plaats gericht op 2 jaar en ouder Voortzetting in basisschoolleeftijd Opzet vanuit brede basis (ontwikkelingspsychologie en pedagogie) waarbinnen specifieke uitwerking hun plaats kunnen vinden Geen unieke methode/wel methodisch werken. Grote lijnen: bouwstenen en richtinggevend Werkt vanuit brede basisdoelen pedagogische kwaliteit met toespitsing op deelgebieden Gericht op taalontwikkeling voor álle kinderen Nadruk op zowel het werken met een groep kinderen als op ontwikkeling van het individuele kind Verzorg- en leergebieden en speelleergebieden binnen holistische benadering en plezier van kinderen Ontwikkeld voor kinderdagverblijf en peuterspeelzaal; veel aandacht voor specifieke kinderdagverblijfsetting Gericht op leeftijd 0-4 jaar: werken met baby s vormt integraal onderdeel Voorlopig alleen 0-4 jaar. Curriculum BSO volgt 75

76 VVE-programma Pedagogisch kader Ouders worden gezien als onderdeel methode. Een VVEprogramma maakt gebruik van de thuissituatie (om de ontwikkeling van het kind te stimuleren door middel van instructies) Vast traject van scholing, randvoorwaarden en werkwijze Meer en minder geprogrammeerd: afhankelijk van type programma Organisatie kiest voor bepaald methode (Kaleidoscoop, Startblokken (uitgaand van initiatief van het kind) Piramide, Puk en Ko (programma gestuurd), Sporen (pedagogiek) Ouders worden gezien als partners in de opvoeding Uitwerking implementatie in startfases In een dagprogramma zijn de natuurlijke leermomenten die je afwisselend laat gebeuren, grijpen of moet maken; als basis heeft het pedagogische karakter het kind dat zijn eigen leermomenten zoekt Organisatie kiest vanuit het kind voor een onderdeel voor een bepaald programma of methode; onderdelen van uitgangspunten en werkwijzen van alle VVE programma s zijn terug te vinden in pedagogisch kader 76

77 Bijlage 9: Materialen overzicht: voorbeelden BoekStart in de kinderopvang Bedrag Meubel 231 incl. btw kijk bij 1x panoramische grote albumbakken in hout - rood 182 incl. btw maxi houten albumbakken effen / hout blauw. 122 incl. btw groene albumbak met deksel en 4 wieltjes 94 incl. btw enkele albumbak op wieltjes 115 tot 125 incl. btw Wesco verschillende gekleurde albumbakken met deksel en wieltjes 29,95 incl. btw Book Seat roze boekenpoef kijk bij: boekhandelsmit.nl/nl/ product/roze/book-seatroze-boekenpoef.html 162 incl. btw Wesco Panoramische albumbak 77

78 199 incl. btw 2% korting Best via website + vrachtkosten ong kijk bij Catalogus: eibe ( ) Bld: 159 Opzetleesplank breed (meubel van de serie eduline speelruimte) Art.nr.: incl. btw kijk bij Boekenrek 2x : hal/groep Bestelnr.: Prijs: 160,90 p.st. 290 incl. btw 45 incl. btw Kuben boekenpresentator Bestelnr.: Wielen Bestelnr.: Prijs: 44,85 148,39 incl. btw Boekenkast Kikker Code: PFROG Groene opbergbakken onderin niet inbegrepen. 55 incl. btw Fredsack Zitzak In meerdere kleuren verkrijgbaar 78

79 55 incl. btw Sit & Joy loungestoel In meerdere kleuren verkrijgbaar 29 incl. btw Sit & Joy zitzak mini basic In meerdere kleuren verkrijgbaar 29,95 incl. btw Trones (schoenenkast) Ikea 24,95-29,95 incl. btw Boekenstandaard Leesletters/Webwinkel Of Comfort Land 40 incl. btw ongelakt en 50,- in de blauwe kleur. Via mijneigenbibliotheek.nl of tel. nr

80 Bijlage 10: Activiteiten Activiteit Onderdeel Omschrijving Boek en Film Collectie en leesomgeving Ouderbetrok heid Op het kinderdagverblijf staat voor de duur van enkele weken een boekfiguur centraal: bv Dribbel, Nijntje, Kikker. De prentenboeken worden voorgelezen, gezongen. Rollenspel en knutselactiviteiten worden georganiseerd. Er is een verteltafel. De peuters bereiden een bioscoopbezoek voor door een fotoboek over de bioscoop te bekijken en benoemen hierbij alle onderdelen. Het voorleesproject wordt afgesloten met een bioscoopbezoek. Hier zien de peuters een compilatie van Dribbelfilms op het grote scherm. Ouders worden ook uitgenodigd. Resultaat Aandacht voor de rol van boekfiguren en voorlezen. Voorlezen is een belangrijke activiteit binnen het thema dat in het kinderdagverblijf wordt behandeld. Peuters kunnen zich identificeren met een boekfiguur. Ouders zijn geïnformeerd over belang van voorlezen en het plezier erbij. Ouders worden geïnformeerd over het bioscoopbezoek. Randvoorwaarden Films met Dribbel; Nijntje; Kikker. Samenstelling fotoboek De Bioscoop Medewerking bioscoop Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Kinderdagverblijven, bibliotheek, bioscoop - Mediawijsheid - Leesbevordering - Cultuureducatie Stimuleren van visuele geletterdheid bij peuters door verbinding te leggen met dat wat ze kennen: het boek. Samenwerking, ook met niet-voor de hand liggende partners. 80

81 Beleidskader kdv/ psz Omschrijving taken Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Overleg met partners Boeken en films uitzoeken Lessuggesties Organisatie bioscoopbezoek Pr Evaluatie Activiteit Onderdeel Beschrijving Boekenbal (openingsactiviteit) Ouderbetrokkenheid Deze activiteit kan als openingsactiviteit worden ingezet bij de samenwerking tussen bibliotheek en het kinderdagverblijf naar voorbeeld van het jaarlijkse Kinderboekenbal. Op 25 juni van uur wordt het project BoekStart in de kinderopvang feestelijk gestart met een Boekenbal voor kinderen van Kindercentrum. Het Boekenbal staat in het teken van bekende figuren uit prentenboeken. Alle kinderen mogen verkleed - rode loper - op het bal komen en er wordt voorgelezen, gezongen en gedanst. Resultaat Randvoorwaarden Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Beleidskader kdv/psz Omschrijving taken Bekendheid - in de huis-aan-huisbladen - over de opzet en start van de samenwerking tussen bibliotheek en kinderdagverblijf en het belang van voorlezen in de kinderopvang. Muziek, limonade, + tekst voor de lokale pers, hulp ouders Ouders, boekwinkel, middenstand (rode loper) Leesbevordering Samenwerking met andere organisaties Promotie Taken worden afgestemd met het kinderdagverblijf PR naar ouders via het kinderdagverblijf 81

82 Activiteit Onderdeel Boekenpakket-service op locatie, incl. bezorgen en ophalen Deskundigheidsbevordering kdv/psz Collectie en leesomgeving Beschrijving 6x per jaar worden collecties met prentenboeken bezorgd en opgehaald bij peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Wensen voor speciale thema s en titels worden voor elke ruiling zoveel mogelijk gehonoreerd. Resultaat Alle locaties beschikken over actuele, nieuwe boeken. Directies/koepelorganisatie inventariseert en bespreekt gebruik via teamoverleg. Randvoorwaarden Ruime collectie prentenboeken naar thema gesorteerd met eventueel aanvullend (spel)materiaal. De Boekenpakketservice kan een onderdeel vormen van een jaarcontract. (richtbedrag E 20,00 per collectie: is gebaseerd op de uitleentarieven + expeditie) Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Beleidskader kdv/psz Omschrijving Samenwerking met de koepelorganisatie Leesbevordering Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Sociale en persoonlijke competenties, overbrengen van normen en waarden. Boekencollectie op thema s - Transport van collecties met boeken en aanvullend materiaal - Administratie, selectie en uitleenverkeer van de boekencollecties. - Contact met pedagogisch medewerkers over gewenste thema s. - Evaluatie (en/of onderdeel van contractbespreking/relatiebeheer/ accountmanagement 82

83 Activiteit Onderdeel Centraal Prentenboek en Speel-ontdekboek Collectie en leesomgeving Ouderbetrokkenheid Beschrijving Een centraal prentenboek staat gedurende een aantal weken centraal in de groep. Het bijbehorend speel-ontdekboek geeft pedagogisch medewerkers een handvat om het prentenboek interactief aan te bieden en verdiepende activiteiten vorm te geven. Bijbehorende werkbladen kunnen zowel in de KOV als in de thuissituatie kinderen en hun ouders stimuleren om met het prentenboek bezig te zijn. Aandachtspunt: het is organisatorisch niet altijd mogelijk alle kinderen een centraal prentenboek mee naar huis te geven. Resultaat Alle kinderen worden bereikt. Voorleesroutine in de KOV wordt gestimuleerd. Randvoorwaarden Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Beleidskader kdv/ psz Informatie In overleg zorgt de bibliotheek voor voldoende exemplaren van een centraal prentenboek. De speelontdekboeken zijn te bestellen via Boekenpret/Speelontdekboek Kosten: 7,50 voor een exemplaar om zelf te kopiëren en 17,25 voor 20 exemplaren met een kaftje. Bibliotheek KOV Leesbevordering en stimuleren van voorlezen in de KOV en thuis Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Boekenpret/Speelontdekboek Omschrijving 2 á 3 paar per jaar gedurende een aantal weken dagelijks 0,30 minuten tijdens een kringsessie. Van een aantal centrale prentenboeken zijn ook vertelplaten te koop zodat een combi met het vertelkastje (kamishibai) gemaakt kan worden. 83

84 Activiteit Onderdeel Beschrijving BoekenParty (naar voorbeeld van de Tupperwareparty) Ouderbetrokkenheid Thuis - in vertrouwde omgeving - met elkaar praten over boeken, taal, opvoeding. De peuterspeelzaal/kinderopvang of het consultatiebureau vraagt een ouder of zij gastvrouw wil zijn en licht het concept toe. De gastouder nodigt ouders (vriendinnen/familie/vrienden/ kennissen/ buren) uit. De ROC-docent overlegt met de bibliotheek over collectie boeken, demonstratie voorlezen etc. De gastvrouw ontvangt een pakket koffie, thee, koek en een prentenboek/waardebon. De deelnemers ontvangen een klein presentje. Resultaat Uit de praktijk: In onze gemeente is gestart met ouders van Turkse afkomst. De Turkse gemeenschap is een grote, gesloten groep, gericht op familie en moeilijk te bereiken. De eerste gastvrouw is geselecteerd op haar vermogen om een schakelfiguur te zijn. Het bleek een succes. In de vertrouwde setting kwamen gevoelige onderwerpen aan bod. In de evaluatie komen de werving, het verloop van de bijeenkomsten, het bereik van de doelgroepouders, de reacties op de thema s en ideeën voor een vervolg aan de orde. Na de eerste bijeenkomst zijn afspraken gemaakt dat Turkse kinderen in de bibliotheek lekkere hapjes maakten en deze uitdeelden aan bibliotheekbezoekers én aan de deelnemers van de voorleeswedstrijd. Zo koppelden we de groep aan een andere leesbevorderingactiviteit om samenwerking te stimuleren en integratie te bevorderen. De ouders vonden BoekenParty leerzaam en willen vaker bij elkaar komen. Een aantal ouders meldde zich aan om gastouder te zijn voor een nieuwe groep. Dit concept is goed in te zetten bij groepen ouders die de basisvaardigheden nog niet goed beheersen. In de bijeenkomst worden ouders gewezen op cursussen zoals Peuter in Zicht (GGD), de koffieochtenden in de bibliotheek, leeskringen voor ouders. Belangrijk is dat ouders meedenken en uitvoering willen geven aan activiteiten voor de gemeenschap. Randvoorwaarden Richtprijs per bijeenkomst: 30,00 voor koffie en koek en boekenbon. Samenwerking/ partners Bibliotheek, ROC s, consultatiebureau, peuterspeelzaal/kinderopvang en gemeente. 84

85 Beleidskader bibliotheek Ouderbetrokkenheid Leesbevordering Samenwerking met andere organisaties Beleidskader kdv/ psz Informatie Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Gastvrouw: uitnodigen vrienden, buurvrouwen, familieleden Docent ROC: inhoudelijke inbreng, kwaliteit, evaluatie en voorlichting over vervolgactiviteiten binnen de gemeente Bibliotheek: afstemming onderwerp, pr, pakket koffie, thee een prentenboek/waardebon, presentjes voor de gasten. Activiteit Onderdeel Beschrijving activiteit Informatiemarkt voor ouders van 0-6 jarigen Of Baby-Peuter en Kleutermarkt Ouderbetrokkenheid Deze laagdrempelige informatiemarkten in de bibliotheek worden georganiseerd voor alle ouders/opvoeders van jonge kinderen. Een markt kan met korte presentaties en lokale activiteiten gevuld worden. Ook kunnen kinderdagopvanginstellingen, onderwijs en particuliere instellingen, logopedie, kinderopvoeding en verzorging et cetera zich presenteren. Het doel is gezinsactiviteiten aan te bieden waarbij allerlei instellingen en aanbieders van producten en diensten voor 0-6 jarigen aanwezig zijn. Onderdelen, producten en collecties uit programma s als BoekStart, De Rode Draad, Leesmeter, Boekenpret en Piramide/Startblokken worden gepresenteerd. Resultaat Markten worden goed bezocht, vooral door ouders die nog geen lid waren van de bibliotheek. Zaterdag is een geschikte dag. Meten: aantal bezoekers, aantal inschrijvingen. Randvoorwaarden Samenwerking/ partners Bibliotheek(proef)abonnementen voor volwassenen Aankondiging (huis-aan-huisbladen) Speciale workshops of presentaties kunnen apart worden berekend. Bibliotheek, kinderopvanginstellingen, CJG s, consultatiebureaus, middenstand, particuliere aanbieders op het terrein van 0-6 jarigen 85

86 Beleidskader bibliotheek Beleidskader kdv/ psz Omschrijving taken Leesbevordering Samenwerking met andere organisaties Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Meerdere overleggen met diverse partners. Samenstelling programma van workshops/presentaties Aanschrijven lokale middenstand Relatiebeheer Activiteit Onderdeel Beschrijving activiteit Ik hou van Boeken spel Ouderbetrokkenheid Dit is een variant op Linda de Mols televisiespel: Ik hou van Holland. Deel de groepen pm-ers óf ouders in tweeën. A la Hints uitbeelden Natte voeten Pleisters plakken Muis rijdt en vaart en vliegt Dribbel is jarig Groot Slaap lekker, vlinders Ik wil het licht aan Vragen Hoeveel procent van de ouder leest af en toe? (38%). Hoeveel procent van de kinderen vindt dat hun papa grappiger voorleest dan hun mama? (76 %). Hoeveel woorden kent een kleuter die veel voorgelezen wordt? (3500) En een kleuter die niet of minder wordt voorgelezen? (1500) Stel: een kind wordt vaker voorgelezen door de vader. Is de kans dat het kind gaat studeren nu groter? Waarom zou je voorlezen? Noem zoveel mogelijk redenen. Titels raden van bekende prentenboeken. Lees korte fragmenten uit bekende prentenboeken voor en laat de beide groepen raden. Resultaat Plezier verbinden met voorlezen en boeken. Ouders in contact met elkaar brengen en op een speelse manier adviseren. 86

87 Randvoorwaarden Tijdklok, stopwatch Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Bibliotheek en psz/kdv Leesbevordering Samenwerking met andere organisaties Ouderactiviteit Beleidskader kdv/psz Omschrijving taken Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) In onderlinge afspraak Activiteit Onderdeel Beschrijving Logeerbeer Ouderbetrokkenheid Collectie en leesomgeving In het kinderdagverblijf heeft de Logeerbeer (of Boekenbeer) een speciale plek. De verjaardag wordt 1x per jaar gevierd, en de beer mag ook uit logeren bij elk kind. In het berenrugzakje zijn enkele attributen opgenomen en een brief voor de ouders of zij de beer willen voorlezen. Het kind zoekt uit de boekencollectie op het kinderdagverblijf een prentenboek uit en vertelt er de volgende keer over. Daarna krijgt een volgend kind de beer mee. De Boekenbeer komt een nachtje bij uw kind logeren en wil graag voorgelezen worden. De beer heeft een rugzak bij zich met logeerspulletjes een prentenboek een beker een kam een tandenborstel een washand een schriftje Vanwege hygiëne vragen wij u de beer niet bij uw kind in bed te leggen maar een ander plekje voor hem te zoeken. Bijvoorbeeld in een poppenbedje, een wasmand of een doos. De Boekenbeer vindt alles goed! Wilt u in het schriftje iets schrijven over de logeerpartij? Hoe vond uw kind het prentenboek? Zijn er nog leuke dingen gebeurd? De volgende ochtend gaat de Boekenbeer weer mee naar de groep. Resultaat Alle kinderen komen aan bod. Rooster bijhouden wie aan de beurt is. Check of echt is voorgelezen aan de hand van het schriftje en aan de hand van reacties van het kind. 87

88 Randvoorwaarden Per groep is 1 logeerbeer nodig die jaarlijks vervangen (slijtage) moet worden, eveneens vanuit hygiënisch standpunt. Kosten: 25,93 per stuk (afname per 5 goedkoper) Schriftje: 1,- Besteladres rugzak + attributen Boekcollectie Samenwerking/ partners Beleidskader bibliotheek Beleidskader kdv/ psz Bibliotheek Leesbevordering Stimuleren van voorleesroutines in thuissituatie Taalontwikkeling (volgens Riksen-Walraven) Ouderparticipatie Informatie Omschrijving Boekenpret/producten Wekelijks moment tijdens een kringsessie: 0,30 minuten Jaarlijks uitleg aan ouders: 0,30 minuten 88

89 Bijlage 11: Collectielijst/titels/thema s Lijst voor de kinderopvang 1 tot 4 jaar, onderverdeeld naar thema. Algemeen/voorleesboeken Busser, Marian Chorus-Reintjes, Margriet Donkelaar, Maria van Klaassen, Sandra Liedjes & verhaaltjes voor peuters en kleuters Wat zullen we nu beleven? Feesten het hele jaar door: lezen, zingen, spelen en knutselen met jonge kinderen De hele wereld rond: lezen, spelen en knutselen met jonge kinderen Lezen op de Ontdekking Aanwijsboeken eerste woordjes dingen zoeken in de stad Boyd, Natalie Woordenschat (met grote duidelijke foto s) Ellwand, David Kindje hier, kindje daar, allemaal kindjes bij elkaar Freeman, Mylo Prinses Arabella vindt een ei (groot kartonnen boek zonder tekst) Könnecke, Ole Het grote boek van woorden en plaatjes (nieuw, erg leuk) Tainsh, Robert Mijn grote zoekboek Stam, Dagmar (ill) Ik ben Bas Afscheid/dood Bruna, Dick Varley, Susan Velthuijs, Max Viorst, Judith Anders zijn Bruna, Dick Horácek, Petr Simmons, Jane Lieve oma Pluis Derk Das blijft altijd bij ons Kikker en het vogeltje Dat is heel wat voor een kat, vind je niet? Hangoor Gekke Geppie gans Bommes schiet te hulp! Baby/een broertje of zusje Bijlsma, Ingeborg Busser, Marianne en Ron Schröder Cate, Marijke ten Delfos, Martine Dijkstra, Lida Hest, Amy Oxenbury, Helen Simmons, Jane Wigersma, Tanneke Bobbi wordt grote broer Hoera, er komt een kindje bij! Wij krijgen een baby: prentenpraatboek over Lotte en de baby in mama s buik Jaha, ze is lief! Ik wil geen broertje (gelukkig is het een zusje) Een zusje voor Kiki (hoe het is om een zusje te hebben) Er komt een baby bij Bommes! Broertje - Mia schrijft in brief over poesjes en oh ja, ik heb ook nog een broertje gekregen Leesplan van Sanne Leerlooijer - van Os Beroepen Bruna, Dick Maes, Dominique Wat Nijntje later worden wil Later, als ik groot zal zijn 89

Overdrachtsdocument. BoekStart in de kinderopvang

Overdrachtsdocument. BoekStart in de kinderopvang Overdrachtsdocument BoekStart in de kinderopvang Versie december 2011 2 Overdrachtsdocument BoekStart in de kinderopvang (voorlopige versie) 3 Colofon Auteurs: Cornelia van Horn, Biblionet Groningen Marion

Nadere informatie

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang Scholing binnen BoekStart voor de Bibliotheek en kinderopvang SCHOLING BINNEN BOEKSTART In het kader van BoekStart zijn trainingen ontwikkeld die Bibliotheekmedewerkers, medewerkers van de Provinciale

Nadere informatie

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G Beleidsdocument voor directie en MT kinderopvang januari 2013 O P B R E N G S T E N Meer expertise in huis BoekStart biedt kinderopvangmedewerkers trainingen

Nadere informatie

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G Beleidsdocument voor directie en MT bibliotheken december 2012 O P B R E N G S T E N Meer bibliotheekleden Ouders worden via de kinderopvang geïnformeerd

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018

Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018 Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018 6 maart 2018 Programma Inleiding Monitor BoekStart in de kinderopvang Meting 2018 - wat en hoe Praktijkvoorbeeld Bibliotheek Noord West Veluwe Pauze Zelf aan de

Nadere informatie

Functieprofiel voorleesconsulent op mbo+-niveau

Functieprofiel voorleesconsulent op mbo+-niveau Functieomschrijving De voorleesconsulent is de vertegenwoordiger van de bibliotheek binnen de kinderopvanginstelling; de functie maakt onderdeel uit van BoekStart. De voorleesconsulent ondersteunt pedagogisch

Nadere informatie

Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang

Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang Handleiding Trainer Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang November 2018 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Doelgroep 3 Doelen 3 Organisatie 3 Voorbereiding 4 Benodigdheden 4 BIJLAGEN 1 LEERDOELEN

Nadere informatie

De Bibliotheek Op School. Pilotproject

De Bibliotheek Op School. Pilotproject De Bibliotheek Op School Pilotproject Bibliotheek Hilversum April 2012 Aanbeveling Jacques Vriens (was directeur basisonderwijs, is nu fulltime kinderboekenschrijver) Leeservaring opdoen is een van de

Nadere informatie

Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie.

Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie. Evaluatieformulier BoekStart in de kinderopvang Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie. Daartoe dient de laatste kolom van de subsidieaanvraag. in te vullen door

Nadere informatie

BoekStart in de Kinderopvang

BoekStart in de Kinderopvang BoekStart in de Kinderopvang Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta Kinderopvang Het Speelhúûs oktober 2013 Caroline Piso Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta Ina Los Kinderopvang Het Speelhúûs Samen kunnen we laaggeletterdheid

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016

Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016 Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016 Agenda 1. Welkom 2. Ontwikkelingen 3. Strategienota 4. Digitale vaardigheden 5. Taalvaardigheden (inleiding door Chérif Ait Abderrahman (Stichting Lezen en

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Monitor BoekStart. Haal meer uit de Monitor. [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019

Monitor BoekStart. Haal meer uit de Monitor. [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019 Monitor BoekStart Haal meer uit de Monitor [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019 de Bibliotheek Z-O-U-T Eén van de gemeentelijke doelen waarin de Bibliotheek een rol speelt: Voorkomen laaggeletterdheid

Nadere informatie

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs Naar een landelijke aanpak SAMENVATTING Marleen Wijnen in opdracht van Kunst van Lezen september 2012 Samenvatting De bibliotheek op school voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken

Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken Onderzoeksresultaten BOP-enquête VVE 2015 Oktober 2016 Samenvatting Colofon Uitgever Koninklijke Bibliotheek Prins Willem-Alexanderhof 5 2595 BE Den Haag

Nadere informatie

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Doel Voorbereiden en opzetten van en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen randvoorwaarden van kosten,

Nadere informatie

Functieprofiel Lees- & Mediaconsulent (40 weken per jaar) Functienaam : Lees- & Mediaconsulent Functieschaal : 6/7

Functieprofiel Lees- & Mediaconsulent (40 weken per jaar) Functienaam : Lees- & Mediaconsulent Functieschaal : 6/7 Functieprofiel Lees- & Mediaconsulent (40 weken per jaar) Functienaam : Lees- & Mediaconsulent Functieschaal : 6/7 Functieomschrijving De lees-mediaconsulent is de vertegenwoordiger van de bibliotheek

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op?

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang groeit door Bij de eerste meting in 2015 namen 18 bibliotheken, 51 kinderopvanglocaties en

Nadere informatie

Opleidingsplan

Opleidingsplan Opleidingsplan 2017-2018 1 Opleidingsplan 2017-2018 1 Inleiding 3 Aanleiding 3 Doel 3 Visie 3 Scholing 4 Kinder EHBO 4 Taalniveau 3F 4 Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen 4 TINK

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Bibliotheek op school. Taal / lezen / rekenen

KWALITEITSKAART. Bibliotheek op school. Taal / lezen / rekenen KWALITEITSKAART Taal / lezen / rekenen PO Kinderen die graag lezen, gaan meer lezen. Kinderen die meer lezen, gaan beter lezen. Kinderen die beter lezen gaan beter leren. Leesbevordering is daarom een

Nadere informatie

BoekStart in de kinderopvang organisatiebreed

BoekStart in de kinderopvang organisatiebreed BoekStart in de kinderopvang organisatiebreed Inhoudsopgave Inleiding 3 Aanleiding 4 1 De pilotbibliotheken 5 2 Doelstelling 5 3 Bouwstenen 5 4 De aanpak 6 4.1 Voorbereiding: verkennende fase 6 4.2 Stappenplan

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM Locatie : De Brinnr. : 17QS-2 Plaats : 2324 ER Leiden Regnr. : 3011610 Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

1a. Werkt uw kinderopvang met een specifiek taalstimuleringsprogramma bijvoorbeeld vanwege VVE?

1a. Werkt uw kinderopvang met een specifiek taalstimuleringsprogramma bijvoorbeeld vanwege VVE? Voorbeeld leesplan kinderopvang Meerjarenplan 1. Visie Raadpleeg het beleidsplan of het taalplan van uw kinderopvanginstelling en vraag na bij collega's. Waarom vindt uw kinderopvanginstelling leesbevordering

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op?

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang sterk gegroeid In 2015 was de deelname aan de monitor voor BoekStart nog beperkt tot 18 bibliotheken,

Nadere informatie

Bibliotheken & Over het wat, hoe en wanneer van de Bibliotheek op school

Bibliotheken & Over het wat, hoe en wanneer van de Bibliotheek op school Bibliotheken & Over het wat, hoe en wanneer van de Bibliotheek op school Aanleiding Wat is dbos? De Bibliotheek op school is een gezamenlijke strategische aanpak van de bibliotheken, primair onderwijs

Nadere informatie

#telmeemettaal PROGRAMMA

#telmeemettaal PROGRAMMA Welkom PROGRAMMA Inleiding Tel mee met Taal Actielijn 1 Lokale netwerkaanpak/taal voor het Leven Actielijn 2 Taalakkoorden Actielijn 3 Leesbevordering/Kunst van Lezen Actielijn 5 Kennis en communicatie

Nadere informatie

Meer (voor)lezen, beter in taal. De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

Meer (voor)lezen, beter in taal. De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Meer (voor)lezen, beter in taal De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Adriaan Langendonk Miniconferentie Flevoland 23 september 2015 de Bibliotheek en basisvaardigheden 1 Inhoud

Nadere informatie

Peuteropvang de Koelekopkes

Peuteropvang de Koelekopkes Peuteropvang de Koelekopkes Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 26 april 2019 Samenvatting Samenvatting De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 maart 2019 een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar Jos Debeij Gerlien van Dalen Adriaan Langendonk VNG regionale conferenties 15 en 16 april 2015 de Bibliotheek en basisvaardigheden 1 Inhoud

Nadere informatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Calimero. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie Calimero Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 2 april 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 29 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de voorschoolse

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen EEN KIND DAT 15 MINUTEN PER DAG LEEST, LEERT DUIZEND NIEUWE WOORDEN PER JAAR! 1 Wat kan de Bibliotheek betekenen voor kinderdagverblijven en

Nadere informatie

Communicatieparagraaf project vrijwilligers in de bibliotheek - Breda

Communicatieparagraaf project vrijwilligers in de bibliotheek - Breda Communicatieparagraaf project vrijwilligers in de bibliotheek - Breda Naast de reguliere projectcommunicatie (informeren over project, voortgang en resultaten) en de communicatie gericht op het werven

Nadere informatie

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO)

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) FUNCTIE-INFORMATIE Functienaam Operationeel Manager Codering 102 Organisatie Stichting Professionele Kinderopvang Bonaire Functieschaal

Nadere informatie

Actieplan Duurzame Inzetbaarheid

Actieplan Duurzame Inzetbaarheid plan Duurzame Inzetbaarheid Stappenplan en format Dit actieplan Duurzame Inzetbaarheid is gemaakt door Berenschot in opdracht van A+O in het kader van het Sectorplan Metalektro. Introductie Voor je ligt

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Medior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

PROJECTLEIDER EN CONSULENT MARKETING (schaal 8) voor bepaalde tijd van een jaar

PROJECTLEIDER EN CONSULENT MARKETING (schaal 8) voor bepaalde tijd van een jaar De Bibliotheek Raalte ondersteunt burgers bij het leren en kunnen participeren in de samenleving. Zij doet dit door toegang te bieden tot informatieve en culturele bronnen, door mensen te helpen vaardigheden

Nadere informatie

Kunstgebouw Beleidsplan 2013-2016

Kunstgebouw Beleidsplan 2013-2016 Kunstgebouw Beleidsplan 2013-2016 Kunstgebouw Broekmolenweg 16 2289 BE Rijswijk www.kunstgebouw.nl B e l e i d s p l a n 2 0 1 3-2 0 1 6 Z I C H T B A AR M AK E N W AT E R I S, S T I M U L E R E N W AT

Nadere informatie

Stichting Kinderopvang Op Kop. Rapport functieomschrijving en functiewaardering coördinator kinderopvang

Stichting Kinderopvang Op Kop. Rapport functieomschrijving en functiewaardering coördinator kinderopvang Stichting Kinderopvang Op Kop Rapport functieomschrijving en functiewaardering coördinator kinderopvang Door dhr. R. Terpstra Datum 5 december 2014 Functieomschrijving coördinator kinderopvang Algemene

Nadere informatie

Dienstverlening openbare bibliotheken rondom voor- en vroegschoolse educatie

Dienstverlening openbare bibliotheken rondom voor- en vroegschoolse educatie Dienstverlening openbare bibliotheken rondom voor- en vroegschoolse educatie Onderzoeksresultaten BOP-enquête VVE, 2016 Augustus 2017 2 Colofon Uitgever Koninklijke Bibliotheek Prins Willem-Alexanderhof

Nadere informatie

De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW

De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW Irma: In gesprekken met ouders op het consultatiebureau vraag ik of zij voorlezen aan hun kind. Ik merk dat allochtone ouders,

Nadere informatie

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1 Format Projectplan Onbeperkt Sportief biedt u een format voor het maken van een projectplan. Met zeven hoofdvragen krijgt u helder op papier wat uw project inhoudt. Het projectplan heeft als doel het stimuleren

Nadere informatie

Inleiding bij het protocol De zeven fasen bij de overgang van de voorschoolse instelling naar de basisschool.

Inleiding bij het protocol De zeven fasen bij de overgang van de voorschoolse instelling naar de basisschool. Inleiding bij het protocol De zeven fasen bij de overgang van de voorschoolse instelling naar de basisschool. Het protocol bestaat uit zeven fasen, die door een kind doorlopen worden bij de overgang van

Nadere informatie

educatief ducatief rogramma Jeugd 0-4 jaar

educatief ducatief rogramma Jeugd 0-4 jaar educatief rogramma ducatief rogramma 1 Jeugd 0-4 jaar Inhoud educatief programma jeugd 0-4 Voorschoolse educatie Boekenpret Collecties themagericht werken Workshop interactief voorlezen eescorso Nationale

Nadere informatie

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Pagina 1 van 5 Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Doel Het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden van een functionaris, met inbegrip van opleidingseisen en salarisindicatie. Van

Nadere informatie

Mediawijsheid & In opdracht van SIOB

Mediawijsheid & In opdracht van SIOB Mediawijsheid & In opdracht van SIOB Nationaal Mediawijsheid Congres 2012-28 maart 2012 Wat is dbos? De Bibliotheek op school is een gezamenlijke strategische aanpak van de bibliotheken, primair onderwijs

Nadere informatie

PR SPECIALIST RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

PR SPECIALIST RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het extern profileren van de organisatie door het in de media/via social media positioneren van de organisatie en haar activiteiten, passend bij het gewenste imago. Welke

Nadere informatie

Kunstgebouw Beleidsplan

Kunstgebouw Beleidsplan Kunstgebouw Beleidsplan 2017-2020 Kunstgebouw Broekmolenweg 20 2289 BE Rijswijk www.kunstgebouw.nl Beleidsplan 2017-2020 ZICHTBAAR MAKEN WAT ER IS, STIMULEREN WAT ER KAN ZIJN Inleiding Kunstgebouw is expert

Nadere informatie

Haal meer uit de Monitor BoekStart in de kinderopvang maart 2019

Haal meer uit de Monitor BoekStart in de kinderopvang maart 2019 Haal meer uit de Monitor BoekStart in de kinderopvang 2019 14 maart 2019 Programma 10.00 Inleiding over het starten en de mogelijkheden van de nieuwe metingsperiode 10.30 Kees Broekhof: hoe gebruik je

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

Peuteropvang de Koelekopkes

Peuteropvang de Koelekopkes Peuteropvang de Koelekopkes Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 26 april 2019 Samenvatting Samenvatting De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 maart 2019 een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Functieprofiel leesconsulent op mbo+-niveau

Functieprofiel leesconsulent op mbo+-niveau Functieomschrijving De leesconsulent is de vertegenwoordiger van de bibliotheek binnen de basisschool en de functie maakt onderdeel uit van de aanpak de Bibliotheek op school. De leesconsulent organiseert,

Nadere informatie

LEZEN - Kunst van Lezen

LEZEN - Kunst van Lezen LEZEN - Kunst van Lezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat

Nadere informatie

Kinderdagverblijf "Plons"

Kinderdagverblijf Plons Kinderdagverblijf "Plons" Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 11 april 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 februari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Senior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

Waalwijk Taalrijk. - Doel: Functionele geletterdheid kind en ouder. - Bijzonder: Intensieve en goede samenwerking partners/ouders (van 0-18 jarigen)

Waalwijk Taalrijk. - Doel: Functionele geletterdheid kind en ouder. - Bijzonder: Intensieve en goede samenwerking partners/ouders (van 0-18 jarigen) 1 Waalwijk Taalrijk - Doel: Functionele geletterdheid kind en ouder - Bijzonder: Intensieve en goede samenwerking partners/ouders (van 0-18 jarigen) - Samenleving: Taalvaardige inwoners die zich goed in

Nadere informatie

1. Bestuurlijke opdracht

1. Bestuurlijke opdracht PROJECTPLAN LEA KAMER ZORG 1. Bestuurlijke opdracht 1.1. Algemeen De algemene bestuurlijke opdracht luidt: Gebruik de bestaande inventarisatie over signalering en sluitende aanpak, om vorm te geven aan

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2018: wat valt op?

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2018: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2018: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang groeit door Bij de eerste meting in 2015 namen 18 bibliotheken, 51 kinderopvanglocaties en

Nadere informatie

Convenant Kindcentra

Convenant Kindcentra Convenant Kindcentra 2015 2018 1 Partijen: 1. Dak Kindercentra, vertegenwoordigd door mevrouw Briedé, voorzitter Raad van Bestuur; 2. Lucas Onderwijs, vertegenwoordigd door de heer van Vliet, voorzitter

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Prestatiesubsidieovereenkomst 2013

Prestatiesubsidieovereenkomst 2013 Prestatiesubsidieovereenkomst 2013 Stichting Openbare Bibliotheekvoorzieningen Gemeente Langedijk Over het format: Gemeente en instelling maken afspraken over de aandachtsgebieden veld 1 tot en met veld

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Cultuureducatie, geen vak apart

Cultuureducatie, geen vak apart Cultuureducatie, geen vak apart Uitvoeringsplan Theo Thijssen Inleiding Op Educatief Centrum Theo Thijssen wordt gewerkt aan een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van 0-13 jaar. Het ondernemend leren

Nadere informatie

Project doorgaande lijn

Project doorgaande lijn Project doorgaande lijn Het project de doorgaande lijn 0-18 is er op gericht de dienstverlening van Gelderse bibliotheken aan educatieve instellingen en ouders/kinderen te optimaliseren. Binnen de dienstverlening

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf Plan van Aanpak Format Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf Inhoudsopgave 1 Naar een inclusieve arbeidsorganisatie met functiecreatie. 1 2 Plan van aanpak pilot functiecreatie... 2 3 Projectstructuur

Nadere informatie

Basisschool Koningin Juliana

Basisschool Koningin Juliana Basisschool Koningin Juliana Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 16 januari 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 12 november 2018 een onderzoek uitgevoerd naar de vroegschoolse

Nadere informatie

5 Medewerkers en Organisatie 5.4 Functiebeschrijvingen Datum 12 maart 2013 Versie 4 Blad 1 van 9. Algemeen

5 Medewerkers en Organisatie 5.4 Functiebeschrijvingen Datum 12 maart 2013 Versie 4 Blad 1 van 9. Algemeen Blad 1 van 9 Algemeen PWH heeft ten behoeve van de diverse functies in de organisatie functiebeschrijvingen geformuleerd. De functiebeschrijvingen van de medewerkers die niet werkzaam zijn in de peuterspeelzalen

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 30 juni 2008 Agenda nr: Onderwerp: Beleidsplan Bibliotheekwerk Heuvelland Gemeenten Aan de gemeenteraad,

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 30 juni 2008 Agenda nr: Onderwerp: Beleidsplan Bibliotheekwerk Heuvelland Gemeenten Aan de gemeenteraad, Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 30 juni 2008 Agenda nr: Onderwerp: Beleidsplan Bibliotheekwerk Heuvelland Gemeenten 2008-2011 Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

Projectmanagement De rol van een stuurgroep

Projectmanagement De rol van een stuurgroep Projectmanagement De rol van een stuurgroep Inleiding Projecten worden veelal gekenmerkt door een relatief standaard projectstructuur van een stuurgroep, projectgroep en enkele werkgroepen. De stuurgroep

Nadere informatie

Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne

Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne De NMF s staan voor mooie en duurzame provincies. Lokaal en duurzaam geproduceerd voedsel dat goed is voor onze planeet, onze biodiversiteit

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD Locatie : Het Mozaïek - Brinnummer : 12DF Plaats : Veenendaal

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement cc. Functie strategisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub cc Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek.

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek. Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Niveau: 3 KD: Pedagogisch werk 2012-2013 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg T Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leidinggevende*: er zijn 6 hoofdrollen geïdentificeerd voor de leidinggevende en 3 niveaus van leiderschap, te weten strategisch, tactisch en operationeel.

Nadere informatie

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen Bijlage hoofdstuk 2 8 januari 2016 Bijlage behorende bij hoofdstuk 2 van het SER advies Kindvoorzieningen: Evaluaties van (de kwaliteit van) Nederlandse kindvoorzieningen Fukkink et al. (2013); Veen et

Nadere informatie

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School De gemeente Halderberge heeft tot taak het maken van proces- en resultaatafspraken bij Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Om deze afspraken te kunnen monitoren heeft de gemeente aan de GGD gevraagd

Nadere informatie

Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Voorbereiden en opzetten van projecten en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Consulent leesbevordering & mediawijsheid (m/v)

Consulent leesbevordering & mediawijsheid (m/v) Wij zijn op zoek naar een Consulent leesbevordering & mediawijsheid (m/v) Circa 15 uur per week We zoeken een enthousiaste, ondernemende, leergierige collega die zelfstandig in staat is onze producten

Nadere informatie

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen Stichting Kinderopvang Alkmaar Pedagogisch Beleid Peuterspeelzalen Inhoudsopgave 1. INLEIDING...3 2. DOEL VAN HET BELEID...3 2.1 ALGEMEEN...3 2.2 BIJDRAGE AAN ORGANISATIEDOELEN...3 2.3 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN...4

Nadere informatie

4 Beleid en Organisatie 4.4.1 Externe Communicatie Datum 8 januari 2014 Versie 4 Blad 1 van 6. EXTERNE COMMUNICATIE PWH Versie januari 2014

4 Beleid en Organisatie 4.4.1 Externe Communicatie Datum 8 januari 2014 Versie 4 Blad 1 van 6. EXTERNE COMMUNICATIE PWH Versie januari 2014 Datum 8 januari 2014 Versie 4 Blad 1 van 6 EXTERNE COMMUNICATIE PWH Versie januari 2014 Concept 9 januari 2014 Blad 2 van 6 INHOUD 1. INLEIDING 3 2. COMMUNICATIEDOELSTELLINGEN 3 3. COMMUNICATIEBOODSCHAP

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007

Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007 Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007 Inleiding. In dit plan wordt een aanpak van een pilot beschreven voor het

Nadere informatie

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie

Samenwijs St. Jozef. Kwaliteitsonderzoek. voorschoolse educatie Samenwijs St. Jozef Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 18 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De Inspectie van het Onderwijs heeft op 21 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school wil doelgericht samenwerken met de bibliotheek om de taalontwikkeling van de leerlingen te stimuleren. Dat gebeurt

Nadere informatie

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL NIJNTJE BASISSCHOOL OBS BOEKHORST Locaties :Nijntje :Boekhorst Brinnr. :15AO Plaats :8431 CW Oosterwolde

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement dd. Functie tactisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub dd Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

FORMULIER FUNCTIEPROFIEL

FORMULIER FUNCTIEPROFIEL FORMULIER FUNCTIEPROFIEL Basisgegevens Datum 9-6-2015 Naam van de functie: HR Manager Plaats in de organisatie Rapporteert aan of werkt onder leiding van: directie Geeft leiding aan: afdeling P&O Doel

Nadere informatie

2. Ik ken verschillende argumenten om scholen te overtuigen van het belang van de monitor.

2. Ik ken verschillende argumenten om scholen te overtuigen van het belang van de monitor. Hand-out Leerdoelen Geef aan waar je staat 1 = dit geldt niet voor mij 2 = dit geldt enigszins voor mij 3 = dit geldt sterk voor mij 4 = dit geldt zeer sterk voor mij 1 2 3 4 1. Ik heb een helder beeld

Nadere informatie

Inzichten werksessies rollen medewerkers en vrijwilligers. Onderdeel van toolkit Nieuw Participeren

Inzichten werksessies rollen medewerkers en vrijwilligers. Onderdeel van toolkit Nieuw Participeren Inzichten werksessies rollen medewerkers en vrijwilligers Onderdeel van toolkit Nieuw Participeren Doel van de sessies Door middel van een groepsgesprek gezamenlijk creëren van inzicht in ieders rol, bijdrage

Nadere informatie

Functiebeschrijving Manager Personeel, Beleid en Communicatie

Functiebeschrijving Manager Personeel, Beleid en Communicatie Functiebeschrijving Manager Personeel, Beleid en Communicatie Versie 0.10 LIMOR: Het copyright, kopijrecht en auteursrecht zij expliciet voorbehouden aan LIMOR Ter beschikking stellen aan derden kan slechts

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Projectaanvraag. Gegevens aanvrager. Samenvatting project. Aanleiding aanvraag/project. Datum aanvraag. Naam organisatie.

Projectaanvraag. Gegevens aanvrager. Samenvatting project. Aanleiding aanvraag/project. Datum aanvraag. Naam organisatie. Projectaanvraag 1. Gegevens aanvrager Datum aanvraag Naam organisatie Contactpersoon Functie contactpersoon Telefoonnummer en/of 06-nummer E-mailadres Adres organisatie Postcode en plaats Telefoonnummer

Nadere informatie

Het stappenplan. Inleiding

Het stappenplan. Inleiding Het stappenplan Inleiding Op de pagina instrumenten op Overstag.nu vind je instrumenten, informatie en inspiratie om binnen je eigen organisatie met het thema duurzame inzetbaarheid aan de slag te gaan.

Nadere informatie

Samenvatting: Help, weer een verandering!?

Samenvatting: Help, weer een verandering!? Samenvatting: Help, weer een verandering!? Communicatie als integraal onderdeel van effectieve verandering Vanuit de eisen van de omgeving of ambities van de organisatie ontstaan vele veranderingen. Die

Nadere informatie

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders

Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders Kwaliteitsvisie kinderopvang voor pedagogisch medewerkers en gastouders Visie De pedagogische kwaliteiten van medewerkers bepalen voor een zeer groot deel de kwaliteit van de kinderopvang, passend bij

Nadere informatie