Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk"

Transcriptie

1 Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk Een praktijkverbeterend onderzoek in 2 huisartsenpraktijken Dr. Jens Van Eccelpoel KU Leuven Co-Auteur: Dr. Kasper Lannoy KU Leuven Promotor: Professor Dr. Birgitte Schoenmakers KU Leuven Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde 1

2 Abstract Achtergrond: Knieproblemen zijn een frequent voorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Er zijn maar weinig studies naar vóórkomen, diagnostiek en beleid bij knieproblemen in de eerste lijn. Gezien de moeilijkheden die in de onderzochte praktijken werden aangegeven bij diagnostiek en beleid van atraumatische knieproblemen werd een praktijkverbeterend onderzoek uitgevoerd. Vraagstelling : De primaire onderzoeksvraag luidt : Welke diagnoses worden door de huisarts gesteld bij knieproblemen en welke diagnoses worden het vaakst gesteld? De secundaire onderzoeksvragen luiden : Hoe vaak worden technische onderzoeken aangevraagd, welke en wanneer? Wat is het beleid van de huisarts bij kniepathologie wat betreft NSAID (en andere behandelingsopties)? Leidt implementatie van de NHG standaarden : Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen tot een verandering in het beleid inzake atraumatische kniepathologie bij volwassenen in de huisartspraktijk. Materiaal en methoden : Dit is een prospectief onderzoek met een praktijkverbeterende interventie uitgevoerd in 2 huisartsenpraktijken. Met behulp van een registratieformulier werden gedurende 10 maanden alle consultaties geregistreerd van patiënten ouder dan 18 jaar die de huisarts consulteerden met knieproblemen. Na 6 maanden (observatieperiode) werd een implementatie uitgevoerd van de NHG standaarden : Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen. De verkregen data uit de observatieperiode werd geanalyseerd. Voor de atraumatische knieproblemen werden de data uit de observatieperiode vergeleken met de data uit de controleperiode. De statistiek werd uitgevoerd met Excel en met de multivariate analyse functie in SAS9.4 Resultaten : Tijdens de observatieperiode werden 105 patiëntencontacten geregistreerd waarvan 79 atraumatische en 26 traumatische knieproblemen. Bij atraumatische knieproblemen waren aspecifieke kniepathologie (30%), gonartrose (18%) en meniscusletsels (15%) de meest gestelde diagnoses, bij traumatische knieproblemen collaterale band letsels (26%), aspecifieke kniepathologie (23%), meniscusletsels (15%) en contusio s (11%). In 41% van de consultaties voor knieproblemen werd beeldvorming aangevraagd. NSAID werden voorgeschreven bij 38% van de atraumatische en bij 32% van de traumatische knieproblemen. Tijdens de controleperiode werden 42 patiëntencontacten geregistreerd waarvan 28 atraumatische en 14 traumatische knieproblemen. Er werden na interventie geen statistisch significante verschillen waargenomen in het beleid van atraumatische knieproblemen. Conclusie : De meest gestelde diagnoses bij knieproblemen waren aspecifieke kniepathologie, gonartrose, meniscusletsels en collaterale bandletsels. Beeldvorming werd door de huisartsen in de onderzochte praktijken bij bijna de helft van de knieproblemen aangevraagd terwijl de NHG standaarden aanraden om beeldvorming te beperken tot enkele specifieke situaties. Er bleek een duidelijke voorkeur voor NSAID boven paracetamol hoewel de NHG standaarden aanraden om paracetamol als eerste keuze analgeticum te gebruiken. De artsen konden zeer vaak geen precieze diagnose stellen. Bij deze groep aspecifieke knieproblemen werd dan ook nog eens het grootste aantal beeldvormende onderzoeken aangevraagd en werd er vaker NSAID voorgeschreven dan bij andere kniepathologie. Het beleid bij dergelijke onduidelijke diagnose is dus niet duidelijk beschreven. Dit vormt een mogelijk uitgangspunt voor toekomstig onderzoek. Na implementatie van de NHG-richtlijnen Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen werd geen verandering gezien in het beleid van de huisartsen bij atraumatische knieproblemen. 2

3 Inhoudstabel Voorwoord...4 Inleiding..5 Materiaal & Methoden....5 Resultaten. 7 Discussie.. 12 Conclusie. 16 Referenties. 17 Bijlagen.... Bijlage 1: Gunstig advies ethische commissie en goedgekeurd protocol. 18 Bijlage 2: Registratieformulier 20 Bijlage 3: Powerpointpresentaties van de interventie 22 3

4 Voorwoord Gezien onze interesse voor orthopedie en sportgeneeskunde zijn we voor onze masterproef op zoek gegaan naar een onderwerp binnen dit vakgebied. Overleg met de collega s binnen de praktijken waar we onze opleiding doen, toonde aan dat de meeste artsen moeilijkheden ervaren bij de diagnostiek en behandeling van atraumatische knieproblemen. Er werd aangegeven dat het moeilijk is om tot een duidelijke diagnose te komen gezien het grote aantal differentieel diagnoses. Daarnaast was er het vermoeden dat er te vaak beeldvorming wordt aangevraagd en dat de behandeling te vaak bestaat uit het voorschrijven van niet-steroïde antiinflammatoire geneesmiddelen (NSAID). We besloten om in deze 2 praktijken een praktijkverbeterende studie uit te voeren met als bedoeling om in kaart te brengen welke diagnoses gesteld worden bij atraumatische en traumatische knieproblemen en welk beleid daarbij voorgesteld wordt door de huisartsen. De bevindingen worden getoetst aan recente richtlijnen Ten slotte zal er voor atraumatische knieproblemen een implementatie gebeuren van die richtlijnen in beide praktijken. We zouden de artsen van beide groepspraktijken willen bedanken voor hun medewerking aan onze studie en voor het includeren van de patiënten. Ook zouden we onze promotor Prof. Brigitte Schoenmakers willen bedanken voor haar razendsnelle antwoorden op al onze vragen en voor de hulp bij het statistisch verwerken van onze resultaten. Het was heel aangenaam om met haar samen te werken. 4

5 Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk. Een praktijkverbeterend onderzoek in 2 huisartsenpraktijken. Inleiding Knieproblemen komen frequent voor. Onderzoek naar het vóórkomen van kniepijn bij 40-plussers levert een prevalentie op van 28%-31%. 1,2 Heel wat van deze patiënten komen bij de huisarts terecht. Een Nederlands onderzoek naar het aantal patiënten die zich bij de huisarts presenteren met knieklachten geeft aan dat er per 1000 patiëntencontacten in de huisartsenpraktijk 6,9 voor knieklachten zijn. Hiermee vormen ze, na nek- en rugklachten, zelfs de meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat. 3 Binnen de onderzochte huisartsenpraktijken werd aangegeven dat er moeilijkheden zijn bij de diagnostiek en het beleid van atraumatische knieklachten. Er was een vermoeden dat er te frequent beeldvorming wordt aangevraagd voor deze pathologie en dat de behandeling te vaak bestaat uit het voorschrijven van NSAID. Daarom wordt een praktijkverbeterende studie opgezet binnen 2 huisartspraktijken. In de literatuur 4 zijn er beperkte epidemiologische gegevens te vinden over het vóórkomen van kniepathologie in de eerste lijn en welke diagnoses er gesteld worden. Er werden echter geen dergelijke studies gevonden voor Belgische huisartsenpraktijken. Daarom is het eerste doel van deze studie om een overzicht te krijgen van de diagnoses die in de onderzochte huisartsenpraktijken gesteld worden bij knieklachten. Een tweede doel is om na te gaan welk beleid de huisarts hierbij uitstippelt. In een eerste deel van de studie wordt dan onderzocht of de huisartsen conform de NHG standaarden Niettraumatische knieproblemen bij volwassenen 5 en Traumatische knieproblemen 6 werken. Diezelfde richtlijnen worden in een tweede deel van de studie voorgesteld aan de artsen om te trachten de diagnosestelling en beleid te verbeteren met oog op het verantwoord voorschrijven van NSAID en beeldvorming. De invloed van deze implementatie wordt echter enkel nagekeken voor atraumatische knieproblemen gezien de huisartsen vooral hun aanpak van atraumatische knieklachten wouden verbeteren. Het onderzoeksprotocol werd goedgekeurd door het ethisch comité van de KU Leuven. (bijlage 1) Materiaal & Methoden De primaire onderzoeksvraag luidt : Welke diagnoses worden door de huisarts gesteld bij volwassenen met knieproblemen en welke diagnoses worden het vaakst gesteld? De secundaire onderzoeksvragen luiden : Hoe vaak worden technische onderzoeken aangevraagd, welke en wanneer? Wat is het beleid van de huisarts bij kniepathologie wat betreft NSAID (en andere behandelingsopties)? Leidt implementatie van de NHG standaarden : Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen tot een verandering in de diagnostiek en het beleid van atraumatische kniepathologie bij volwassenen in de huisartspraktijk. 5

6 Er werd een prospectief onderzoek uitgevoerd met implementatie van bestaande richtlijnen in 2 huisartsenpraktijken. Onderzoekspopulatie Alle consultaties van patiënten ouder dan 18 jaar die zich bij de huisarts aanmeldden met knieproblemen of waarbij de huisarts een knieprobleem vermoedde, werden geregistreerd in de periode van 1 mei 2015 tot en met 29 februari Er werd aan de artsen gevraagd om na elke consultatie bij deze onderzoekspopulatie een registratieformulier in te vullen. Zowel eerste aanmeldingen als opvolgconsultaties werden geregistreerd. Een patiënt kon dus meermaals geïncludeerd worden, wat ook werd weergegeven in de dataset. De routinecontroles na operatieve ingrepen aan de knie werden niet geregistreerd. Verder waren er geen andere exclusiecriteria. Artsen Deze studie werd uitgevoerd in twee huisartsenpraktijken met telkens vier artsen. Het betreffen twee mannen van 60 en 64 jaar, vier vrouwen tussen 28 en 45 jaar en twee mannelijke Huisartsen In Opleiding (HAIO) van 26 jaar. De onderzoekers registreerden mee tijdens deze studie. Registratieformulier Het registratieformulier (bijlage 2) bestond uit twee delen. In het eerste deel werden naast een aantal algemene gegevens zoals datum van het consult, behandelende arts, geboortedatum en geslacht van de patiënt, enkele specifieke kenmerken van de knieklacht geregistreerd. Er werd geregistreerd of het ging om een atraumatisch of traumatisch knieprobleem. Een atraumatisch knieprobleem werd gedefinieerd als een knieprobleem waarbij geen uitwendige impact of onnatuurlijke beweging van het gewricht aan de basis lag. Een traumatisch knieprobleem werd gedefineerd als een knieprobleem waarbij wel een uitwendige impact of onnatuurlijke beweging aan de basis lag. Daarnaast werd onderscheid gemaakt tussen eerste aanmeldingen en opvolgconsulten waarbij het opvolgconsult werd aangeduid indien de patiënt onafhankelijk van de registratieperiode al eens met dezelfde klacht consulteerde. Er werd ook gevraagd of de klachten minder dan 1 week (acuut), 1 tot 6 weken (subacuut) of langer dan 6 weken (chronisch) aanwezig waren. Tot slot werd door de arts aangegeven of de knieklacht al dan niet sportgerelateerd was en of er reeds een knie-operatie gebeurde aan de knie waar de patiënt mee consulteerde. Het tweede deel van de vragenlijst peilde naar werkdiagnose, zekerheid over de diagnose, aangevraagde beeldvorming, ingestelde behandeling en doorverwijzing. Voor de beeldvorming en de behandeling konden meerdere opties aangekruist worden die dan samen in de dataset werden opgenomen. Voor atraumatische en traumatische knieproblemen werd een aangepaste lijst met diagnoses en behandelingen weergegeven. Bij de mogelijke diagnoses werd niet alleen rekening gehouden met de diagnoses opgenomen in de NHG standaarden. De diagnosemogelijkheden werden aangevuld met een niet-limitatieve lijst van andere frequente kniepathologieën. 6 Deze lijst werd verder aangevuld met de optie andere diagnose voor het geval de arts toch tot een diagnose komt die niet in de lijst staat. De artsen konden de optie aspecifieke kniepathologie aankruisen als ze geen duidelijke werkdiagnose konden stellen. Registratieperiode Er werd gedurende 10 maanden geregistreerd, van 1 mei 2015 tot en met 29 februari De eerste periode of observatieperiode liep gedurende 6 maanden. Na de observatieperiode vond de interventie plaats waarna tijdens de tweede periode of controleperiode gedurende 4 maanden werd verder geregistreerd. 6

7 Interventie De interventie bestond uit een uitgebreide voorstelling van de NHG standaard Niet traumatische knieproblemen bij volwassenen. Er werd een powerpointpresentie (bijlage 3) gemaakt die in beide praktijken werd voorgesteld tijdens een praktijkvergadering waarop alle artsen aanwezig waren. Voor de volledigheid werd in beide praktijken ook de NHG richtlijn Traumatische knieproblemen besproken maar de impact van deze implementatie op de traumatische knieproblemen werd niet verder onderzocht. Statistische verwerking De data uit de observatieperiode werden vooreerst univariaat geanalyseerd. Daarnaast werd een bivariate analyse uitgevoerd om de invloed in te schatten van het type consult (eerste aanmelding of opvolgconsult), de tijdsduur van de klacht, de gestelde diagnose en de zekerheid over de diagnose op het aanvragen van beeldvorming en voorschrijven van NSAID. Om de data van de atraumatische knieproblemen voor en na de interventie met elkaar te vergelijken, werd een bivariate analyse en een multivariate analyse uitgevoerd met als onafhankelijke variabelen : diagnose, zekerheid, beeldvorming, verwijzing en behandeling en als afhankelijke variabelen : observatieperiode en controleperiode. De statistiek werd uitgevoerd met Excel en met de multivariate analyse functie in SAS9.4. Het statistisch model was aanvankelijk onbetrouwbaar door een te groot aantal opties voor te weinig data. Na een logische groepering 5 van de data met de NHG standaarden als leidraad : diagnoses in NHG-diagnoses en Niet- NHGdiagnoses, beeldvorming in Echo en/of RX, MRI en Andere en de behandelingen in NSAID, Paracetamol, Kinesitherapie en Andere, was multivariate analyse van de dataset wel mogelijk. Resultaten Er werden in totaal 153 registratieformulieren ingevuld waarvan er 6 werden geëxcludeerd omdat de betreffende patiënten jonger waren dan 18 jaar. In de observatieperiode werden er maandelijks gemiddeld 17,5 consultaties geregistreerd en in de controleperiode 10,5. De verdeling van de registraties voor de verschillende artsen staat weergegeven in Tabel 1. Tabel 1: Aantal registraties per arts. Arts 1 Arts 2 Arts 3 Arts 4* Arts 5 Arts 6 Arts 7 Arts 8* Totaal Artsen Observatieperiode Controleperiode Totale Periode * artsen 4 en 8 zijn HAIO/onderzoeker Voor interventie Tijdens de observatieperiode werden in totaal 105 patiëntencontacten geïncludeerd. Hiervan ging het bij 79 om atraumatische knieproblemen en bij 26 om traumatische knieproblemen. (tabel 2.1, tabel 3.1) 7

8 Univariate analyse Atraumatische knieproblemen Ongeveer evenveel mannen als vrouwen presenteerden zich met atraumatische knieproblemen. De meeste klachten (41%) waren tussen de 1 en 6 weken aanwezig. In de meerderheid van de gevallen (71%) duidden de artsen heel zeker of waarschijnlijk aan bij zekerheid over de diagnose. (tabel 2.1) De meest gestelde diagnoses waren: aspecifieke kniepathologie, gonartrose en meniscusletsels (respectievelijk 30%, 18% en 15%). (tabel 2.2) Bij 41% van de patiëntencontacten voor atraumatische knieproblemen werd beeldvorming aangevraagd. (tabel 2.1) Echografie werd het meest aangevraagd, met name in 18% van de gevallen, gevolgd door NMR (13%) en RX (10%). NSAID werd voorgeschreven bij 38% van de patiëntencontacten. (tabel 2.1) Bij 18% werd paracetamol voorgeschreven, waarvan meestal gecombineerd met een NSAID. Kinesitherapie was de derde meest voorgeschreven behandeling (15%) voor knie-aandoeningen in de onderzochte populatie. In 15% van de gevallen werd er verwezen naar een orthopedisch chirurg of fysische geneesheer. In 21% van de consultaties werd nog een andere behandeling voorgeschreven waarvan de meest voorkomende RICE (rust, ijs, compressie en hoogstand) is in 6% van de gevallen, gevolgd door infiltraties met traumeel (5%), corticoid infiltraties (4%) en in 6% van de gevallen een nog andere behandeling zoals lokaal NSAID of glucosamine. Traumatische knieproblemen Evenveel mannen als vrouwen presenteerden zich met traumatische knieproblemen. Het grootste deel van de klachten (65%) ontstond minder dan 1 week voor de consultatie. In de meerderheid (65%) van de gevallen duidde de arts waarschijnlijk of heel zeker aan bij de zekerheid over de diagnose. (tabel 3.1) De meest gestelde diagnoses bij traumatische knieproblemen waren collaterale band letsels (26%), aspecifieke kniepathologie (23%), meniscusletsels (15%) en contusio s (11%). (tabel 3.2) Beeldvorming werd aangevraagd in 42% van de gevallen (tabel 3.1) waarbij echografie het meest frequent werd aangevraagd werd (15%), gevolgd door RX (12%) en NMR (12%). NSAID werd voorgeschreven in 35% van alle traumatische knieproblemen.(tabel 3.1) Paracetamol is na NSAID de meest voorgeschreven behandeling bij traumatische knieproblemen en werd in 15% van de gevallen voorgeschreven, steeds in mono-therapie. In 4% van de gevallen (1 keer) werd kinesitherapie voorgeschreven. Er werd 5 keer (19%) doorverwezen, telkens naar een orthopedisch chirurg. Bivariate analyse Atraumatische knieproblemen Er werd frequenter beeldvorming aangevraagd bij eerste consultaties (46%) in vergelijking met opvolgconsultaties (18%), bij acute problemen ten opzichte van chronische problemen en bij dalende zekerheid over de diagnose. (tabel 2.1) Beeldvorming werd relatief gezien het meest frequent aangevraagd bij vermoeden van bakerscyste (100%), bursitis prepatellaris (100%) en pes anserinustendinopathie (67%). In absolute cijfers werd beeldvorming het vaakst aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie (10/24) en gonartrose (7/15 ). (tabel 2.2) Van de 15 echo s werden er 5 aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie, 4 bij vermoeden van gonartrose en 3 bij diagnose van bakerscyste. RX werd meestal samen met echografie aangevraagd. Van de 8 aangevraagde röntgenbeelden werden er 6 aangevraagd bij de werkdiagnose gonartrose. Van de 10 aangevraagde NMRonderzoeken werden er 4 aangevraagd bij de werkdiagnose meniscusletsel, 3 bij aspecifieke kniepathologie, 3 bij pes anserinustendinopathie en 1 bij bakerscyste. Artro-CT werd alleen aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie (3/3) en artro-nmr bij aspecifieke kniepathologie (1/2) en gonartrose (1/2). 8

9 Er werden relatief vaker NSAID voorgeschreven bij eerste consultaties (bij 44%) dan bij opvolgconsultaties (bij 13%) en vaker bij acute (52%) en subacute (46%) klachten dan bij chronische (9%) aandoeningen. (tabel 2.1) Bij de diagnoses patellofemoraal pijnsyndroom (75%) en aspecifieke kniepathologie (50%) werden relatief gezien vaker NSAID voorgeschreven. Bij de werkdiagnose gonartrose (27%) daarentegen opvallend minder. (tabel 2.2) Kinesitherapie werd het vaakst voorgeschreven bij vermoeden van Iliotibiaalband frictiesyndroom (ITB) (bij 50%) en aspecifieke kniepathologie (13%). Bij de diagnoses gonartrose (13%), jumpersknee (50%) en pes anserinustendinopathie (33%) werd ook een enkele keer kinesitherapie voorgeschreven. Traumatische knieproblemen Beeldvorming werd relatief vaker aangevraagd in chronische (75%) setting dan bij subacute (50%) of acute (35%) setting. Bij dalende zekerheid over de diagnoses werd vaker beeldvorming aangevraagd. (tabel 3.1) Beeldvorming werd relatief het meest frequent aangevraagd bij vermoeden van spierscheur en fractuur (100%, wel maar telkens 1 diagnose van elk) bij aspecifieke kniepathologie (66%) en bij collaterale bandletsels (43%). In absolute aantallen werd beeldvorming het meest aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie en collaterale bandletsels, namelijk in respectievelijk 4 en 3 van de 11 aangevraagde onderzoeken. (tabel 3.2) Van de 4 echo s werden er 3 aangevraagd bij vermoeden van collaterale bandletsels en 1 bij vermoeden van spierscheur. RX werd aangevraagd bij vermoeden van fractuur (1/3), contusie (1/3) en collaterale bandletsel (1/3). NMR werd aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie (2/3) en vermoeden van meniscusletsel (1/3). Artro-CT werd slechts 1 keer aangevraagd bij aspecifieke kniepathologie. Bij subacute en acute aandoeningen werd meer frequent NSAID voorgeschreven, respectievelijk in 50 en 41% van de gevallen. Bij chronische aandoeningen werden NSAID s nooit gebruikt. (tabel 3.1) Tabel 2.1 : Atraumatische kniepathologie tijdens observatie-en controleperiode : weergave van onafhankelijke variabelen uit de registratieformulieren en het daarop volgende beleid inzake aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID s. Onafhankelijke variabelen Observatieperiode Aantal absoluut Beeldvormin (en relatief*) g absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief* *) Controleperiode Aantal absoluut (en relatief*) Beeldvorming absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) Aantal patiënten (41%) 30 (38%) 28 9 (32%) 9 (32%) Gemiddelde leeftijd j 46.7 j Geslacht Mannen 41 (52%) 17 (41%) 13 (32%) 15 (54%) 5 (33%) 4 (27%) Vrouwen 38 (48%) 15 (39%) 17 (45%) 13 (46%) 4 (31%) 5 (38%) Type consult Eerste consult 63 (80%) 29 (46%) 28 (44%) 19 (68%) 5 (26%) 7 (37%) Opvolgconsult 16 (20%) 3 (18%) 2 (13%) 9 (32%) 4 (44%) 2 (22%) Tijdsduur van de klacht Acuut 23 (29%) 11 (47%) 12 (52%) 6 (21%) 0 5 (83%) Subacuut 33 (41%) 14 (42%) 15 45% 10 (36%) 4 (40%) 3 (30%) Chronisch 23 (29%) 7 (30%) 2 (9%) 12 (43%) 5 (42%) 1 (8%) Zekerheid over diagnose Heel zeker 14 (18%) 1 (7%) 3 (21)% 4 (14%) 0 1 (25%) Waarschijnlijk 42 (53%) 15 (36%) 18 (43%) 15 (53%) 4 (27%) 5 (33%) Niet zeker 21 (27%) 14 (67%) 10 (48%) 8 (29%) 5 (63%) 2 (25%) Geen idee 2 (2%) 2 (100%) 0 1 (4%) 0 1 (100%) *De relatieve aantallen van de gegeven variabelen zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiënten met atraumatische knieproblemen per periode. **De relatieve aantallen van de aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiëntencontacten per onafhankelijke variabele per periode. 9

10 Tabel 2.2 : Atraumatische kniepathologie tijdens observatie-en controleperiode : weergave van alle gestelde diagnoses en het daarop volgende beleid inzake aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID s. Diagnoses Observatieperiode Beeldvorming Aantal absoluut absoluut (en (en relatief*) relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) Controleperiode Aantal absoluut (en relatief*) Beeldvorming absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) NHG-diagnoses 30 (38%) 9 (30%) 8 (27%) 8 (29%) 2 (25%) 4 (50%) Gonartrose 15 (19%) 7 (47%) 4 (26%) 5 (18%) 2 (40%) 3 (60%) Iliotibiaalband Fricitesyndroom 8 (10%) nvt Nvt Patellofemoraal syndroom 4 (5%) 1 (25%) 3 (75%) 2 (7%) 0 1 (50%) Jumpers knie 2 (3%) nvt Nvt Bursitis prepatellaris 1 (1%) 1 (100%) 1 (100%) 1 (4%) 0 1 (100%) Aanvullende diagnoses 49 (62%) 23 (47%) 22 (45%) 20 (71%) 7 (35%) 5 (25%) Aspecifieke kniepathologie 24 (30%) 10 (41%) 12 (50%) 5 (18%) 2 (40%) 3 (60%) Meniscusletsel 12 (15%) 4 (33%) 4 (33%) 8 (29%) 4 (50%) 0 Bakercyste 4 (5%) 4 (100%) 0 0 nvt Nvt Pes anserinustendinopathie 3 (4%) 2 (66%) 1 (33%) 4 (14%) 1 (25%) 2 (50%) Jicht 1 (1%) nvt Nvt Kraakbeenletsel 1 (1%) 0 0 2(7%) 0 0 (bacteriële) Artritis 0 Nvt Nvt 0 nvt Nvt Reumatische problematiek 0 Nvt Nvt 0 nvt Nvt Spierscheur 0 Nvt Nvt 0 nvt Nvt Osteochondritis dissecans 0 Nvt Nvt 0 nvt nvt Andere 4 (5%) 3 (75%) 3 (75%) 1 (3%) 0 0 *De relatieve aantallen van de gestelde diagnoses zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiënten met atraumatische knieproblemen per periode. **De relatieve aantallen van de aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiëntencontacten per diagnose per periode. Tabel 3.1 : Traumatische kniepathologie tijdens observatie-en controleperiode : weergave van enkele onafhankelijke variabelen uit de registratieformulieren en de hierbij aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID s. Onafhankelijke variabelen Observatieperiode Aantal absoluut Beeldvormin (en relatief*) g absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) Controleperiode Absoluut (en relatief*) aantal Beeldvorming absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) Aantal patiënten (42%) 9 (35%) 14 6 (43%) 4 (29%) Gemiddelde leeftijd Geslacht Mannen 13 (50%) 6 (46%) 5 (38%) 8 (57%) 3 (38%) 2 (25%) Vrouwen 13 (50%) 5 (38%) 4 (31%) 6 (43%) 3 (50%) 2 (33%) Type consult Eerste consult 20 (77%) 8 (40%) 9 (45%) 9 (64%) 4 (44%) 3 (33%) Opvolgconsult 6 (23%) 3 (50%) 0 5 (36%) 2 (40%) 2 (20%) Tijdsduur van de klacht Acuut 17 (65%) 6 (35%) 7 (41%) 8 (57%) 3 (38%) 3 (38%) Subacuut 4 (15%) 2 (50%) 2 (50%) 5 (36%) 2 (40%) 0 Chronisch 5 (19%) 3 (75%) 0 1 (7%) 1 (100%) 1 (100%) Zekerheid over diagnose Heel zeker 4 (15%) 0 2 (50%) 3 (21%) 0 0 Waarschijnlijk 13(50%) 5 (38%) 6 (46%) 5 (36%) 2 (40%) 1 (20%) Niet zeker 8 (31%) 5 (62%) 1 (13%) 6 (43%) 4 (67%) 3 (50%) Geen idee 1 (4%) 1 (100%) 0 0 nvt nvt *De relatieve aantallen van de gegeven variabelen zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiënten met traumatische knieproblemen per periode. **De relatieve aantallen van de aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiëntencontacten per onafhankelijke variabele per periode. 10

11 Tabel 3.2 : Traumatische kniepathologie tijdens observatie-en controleperiode : weergave van alle gestelde diagnoses en het daarop volgende beleid inzake aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID s. Diagnoses Observatieperiode Aantal absoluut Beeldvorming (en relatief*) absoluut (en relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) Controleperiode Aantal Beeldvorming absoluut (en absoluut (en relatief*) relatief**) NSAID absoluut (en relatief**) NHG-diagnoses 16 (62%) 5 (31%) 7 (44%) 8 (57%) 2 (25%) 1 (13%) Collateraal Band Letsel 7 (27%) 3 (43%) 4 (57%) 2 (14%) 1 (50%) 0 Meniscusletsel 4 (15%) 1 (25%) 0 2 (14%) 1 (50%) 0 Contusie 3 (12%) 1 (33%) 2 (66%) 2 (14%) 0 1 (50%) Distorsio 1 (4%) 0 1 (100%) 1 (7%) 0 0 Voorste Kruisband Letsel 1 (4%) (7%) 0 0 Achterste kruisbandletsel 0 Nvt Nvt 0 nvt Nvt Patellaluxatie 0 Nvt Nvt 0 nvt Nvt Aanvullende diagnoses 10 (38%) 6 (60%) 2 (20%) 6 (42%) 4 (67%) 3 (50%) Aspecifieke kniepathologie 6 (23%) 4 (66%) 1 (16%) 5 (36%) 3 (60%) 3 (60%) fractuur 1 (4%) 1 (100%) 0 0 nvt Nvt Spierscheur 1 (4%) 1 (100%) 0 1 (7%) 1 (100%) 0 Kraakbeenletsel 0 nvt Nvt 0 nvt Nvt Andere 2 (7%) 0 1 (50%) 0 nvt nvt *De relatieve aantallen van de diagnoses zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiënten met traumatische knieproblemen per periode. **De relatieve aantallen van de aangevraagde beeldvorming en voorgeschreven NSAID zijn berekend t.o.v. het totaal aantal patiëntencontacten per diagnose per periode. Na interventie Tijdens de tweede registratieperiode werden 42 patiëntencontacten geïncludeerd waarvan 28 voor atraumatische kniepathologie en 14 voor traumatische kniepathologie. (tabel 2.1, tabel 3.1) De resultaten na implementatie van de standaarden worden hierna enkel beschreven voor atraumatische knieproblemen gezien de resultaten voor traumatische kniepathologie buiten de onderzoeksvraag vallen. Univariate analyse Ongeveer evenveel mannen als vrouwen presenteerden zich met atraumatische knieproblemen in de tweede periode. De meeste klachten (43%) waren chronisch. Bij de meeste diagnoses die gesteld werden waren de artsen eerder zeker (67% heel zeker of waarschijnlijke diagnose). (tabel 2.1) Meniscusletsels waren de meest gestelde diagnose (28%) na gonartrose (17%), aspecifieke kniepathologie (17%) en pes anserinus tendinopathie (14%). (tabel 2.2) Beeldvorming werd in totaal in 32% van de gevallen aangevraagd. (tabel 2.1) Hiervan werd in 7 van de 9 gevallen NMR aangevraagd en in de andere 2 gevallen echo en/of RX. NSAID werden voorgeschreven bij 32% van de gevallen. (tabel 2.1) Na NSAID waren paracetamol en kinesitherapie de meest voorgeschreven behandelingen, beide in 14% van de gevallen Er werd verwezen naar een specialist in 28% van de gevallen. Bivariate analyse Er werd vaker beeldvorming aangevraagd bij opvolgconsulten (44%) dan bij eerste consultaties (26%). Bij acute problemen werd geen beeldvorming aangevraagd. Bij subacute (41%) en chronische (40%) problemen werd ongeveer even frequent beeldvorming aangevraagd. Bij onzekere diagnoses werd vaker beeldvorming aangevraagd (63%) ten opzichte van waarschijnlijke (26%) of zekere (0%) diagnoses. (tabel 2.1) 11

12 Bij meniscusletsels werd relatief gezien het vaakst (50%) beeldvorming aangevraagd, gevolgd door gonartrose (40%), aspecifieke kniepathologie (40%) en pes anserinus tendinopathie (25%). (tabel 2.2) Echo werd 1 keer samen met RX aangevraagd bij vermoeden van pes anserinus tendinopathie, 1 keer bij aspecifieke kniepathologie. Van de 7 NMR s werden er 4 aangevraagd bij vermoeden van meniscusletsel, 2 bij de diagnose gonartrose en 1 bij aspecifieke kniepathologie. Er werden relatief vaker NSAID s voorgeschreven bij de eerste consultaties (37%) dan bij opvolgconsultaties (22%) en meer bij acute pathologie (83%) dan bij subacute (30%) of chronische pathologie (8%). (tabel 2.1) Bij aspecifieke diagnoses werd het meest frequent een NSAID voorgeschreven (60%), gevolgd door pes anserinustendinopathie (50%), patellofemoraal pijnsyndroom (50%) en gonartrose (40%). Bij meniscusletsels werd nooit een NSAID voorgeschreven. (tabel 2.2) Multivariate analyse Statistiek met de multivariate analyse functie in SAS9.4 met als onafhankelijke variabelen type consult, tijdsduur, zekerheid, gestelde diagnose, het aantal voorgeschreven NSAID, het aantal aangevraagde beeldvormingsonderzoeken en verwijzing en als afhankelijke variabele de periode gaf geen extra informatie. Discussie Voor interventie Algemeen Uit deze studie blijkt dat de diagnose aspecifieke kniepathologie de meest gestelde diagnose is bij knieklachten. De artsen konden in een groot deel van de gevallen dus geen duidelijke werkdiagnose formuleren. Dit is vooral opvallend bij de atraumatische knieproblemen. Deze bevinding wordt ook teruggevonden in een onderzoek naar de meest gestelde diagnoses bij knieklachten in de Nederlandse huisartsenpraktijk. 4 Naast aspecifieke kniepathologie komen gonartrose, meniscusletsels en bandletsels frequent voor, wat in de gevonden literatuur bevestigd wordt. 4 Ongeveer evenveel mannen als vrouwen consulteerden de huisarts voor knieproblemen wat eveneens overeenkomt met bevindingen uit de literatuur. 4 Beeldvorming Bij een groot deel van de patiënten met atraumatische knieproblemen werd beeldvorming aangevraagd, namelijk in bijna de helft van de gevallen. Er werd frequenter beeldvorming aangevraagd bij eerste consultaties versus opvolgconsultaties, bij acute versus chronische problemen en bij dalende zekerheid over de diagnose. Deze vaststellingen doen vermoeden dat de huisartsen qua beeldvorming geen afwachtend beleid hanteren en dat er bij klinische onzekerheid over de diagnose toch naar een diagnose gezocht wordt via beeldvormend onderzoek. Vooral bij de diagnoses gonartrose en aspecifieke kniepathologie werd in een groot aantal van de gevallen beeldvorming aangevraagd. In de NHG standaard Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen 5 wordt beeldvormend onderzoek niet aanbevolen voor gonartrose en andere atraumatische knieproblemen omdat de relatie tussen afwijkingen gevonden bij beeldvormend onderzoek en de klachten van de patiënt vaak onduidelijk is. Men kan dus stellen dat bij vermoeden van gonartrose te vaak beeldvorming werd aangevraagd in de onderzochte praktijken. De NHG standaard raadt bij deze diagnose duidelijk aan om vooral af te gaan op de klinische presentatie. 12

13 Over aspecifieke kniepathologie wordt in de NHG standaarden niet gesproken. Er kon dus met de huidige dataset niet nagegaan worden of de artsen in deze gevallen een evidence based beleid uitvoerden. Bij een vijfde van de atraumatische diagnoses werd echografie aangevraagd, vooral bij vermoeden van gonartrose, aspecifieke kniepathologie en bakerscyste. Echografie is een onderzoek dat vooral geschikt is om weke delen in beeld te brengen maar er is weinig onderzoek 5 gedaan naar de waarde bij niet-traumatische knieproblemen in de eerst lijn. De echografische onderzoeken die aangevraagd werden bij vermoeden van gonartrose lijken alleszins van weinig waarde tenzij er differentieel diagnostisch aan aandoeningen van weke delen werd gedacht. 8 NMR bleek uit deze studie de tweede meest frequent aangevraagde beeldvormingstechniek en werd vooral aangevraagd bij de werkdiagnoses meniscusletsels, aspecifieke kniepathologie en pes anserinus tendinopathie. De NHG standaarden raden echter af om NMR aan te vragen in de eerste lijn gezien het beperkte effect op het beleid van de huisarts en het onduidelijke verband tussen de gevonden afwijkingen en de klachten van de patiënt. In een tiende van de gevallen werd RX aangevraagd, bijna uitsluitend bij vermoeden van gonartrose. De NHG standaard vermeldt dat dit onderzoek alleen dient ter uitsluiting van andere pathologie zoals fractuur, epifysiolyse, tumor, osteomyelitis of osteochondritis dissecans. Ook bij traumatische kniepathologie werd vastgesteld dat in bijna de helft van de gevallen beeldvorming werd aangevraagd. Beeldvorming werd in tegenstelling tot atraumatische problemen duidelijk vaker aangevraagd bij chronische dan bij acute problemen. Dit kan wijzen op een eerder afwachtende houding van de huisarts bij het aanvragen van beeldvorming bij acute traumatische problemen. Bij meer onzekerheid over de diagnoses werd er bij traumatische problemen eveneens vaker beeldvorming aangevraagd. Door het grote relatieve aantal beeldvormingsonderzoeken bij de diagnoses collaterale bandletsels en aspecifieke kniepathologie en het frequent voorkomen ervan, zorgen zij voor de grootste groep aangevraagde beeldvormingsonderzoeken bij de traumatische knieproblemen. Vooral echografie werd het meest aangevraagd, gevolgd door RX en NMRonderzoeken. Echografie werd vooral aangevraagd bij vermoeden van collaterale bandletsels. In de NHG - standaard wordt niets gezegd over het aanvragen van echografie bij collaterale bandletsels specifiek. In de literatuur zijn er wel studies die het aanvragen van echografie door ervaren radiologen of zelfs MRI aanraden bij vermoeden van mediale collaterale bandletsels in specifieke gevallen maar deze studies spreken zich enkel uit over de 2 de lijn. 9 RX werd aangevraagd bij vermoeden van contusio of fractuur en NMR vooral bij aspecifieke kniepathologie en vermoeden van meniscusletsels. De NHG standaard stelt dat aanvullend onderzoek in de meeste gevallen niet nodig is. RX dient alleen aangevraagd te worden bij aanwijzingen voor een fractuur en bij twijfel wordt het gebruik van de Ottawa Knee Rules aanbevolen. Uit studies 10 blijkt dat NMR-onderzoek in de tweede lijn een waardevol diagnosticum kan zijn om kruisbandletsels of (mediale) meniscusletsels aan te tonen of uit te sluiten. Toch concludeert de NHG standaard dat NMR slechts een beperkte meerwaarde biedt voor het beleid in eerste lijn en daarom niet aangeraden wordt. Er wordt echter niet uitgesloten dat bij meer duidelijkheid over de indicaties voor operatieve behandeling, bij specifieke patiëntengroepen, een door de huisarts aangevraagd MRI onderzoek een plaats kan hebben in een transmurale setting. Behandeling Bij de atraumatische en traumatische kniepathologie werd in meer dan een derde van de gevallen een NSAID voorgeschreven. Bij eerste consultaties werd opvallend vaker NSAID voorgeschreven dan bij opvolgconsultaties. Paracetamol werd duidelijk minder vaak voorgeschreven en werd vaak gecombineerd met NSAID. Er blijkt dus een voorkeur voor het voorschrijven van NSAID boven paracetamol. Het is natuurlijk mogelijk dat patiënten reeds thuis zelf pijnstilling met paracetamol geprobeerd hadden, maar dat werd in dit onderzoek niet geregistreerd. Bij patellofemoraal pijnsyndroom, aspecifieke kniepathologie en bakerscyste werden relatief gezien vaker NSAID s voorgeschreven. Gezien het frequent voorkomen van aspecifieke kniepathologie werd dus bij deze diagnose het grootste aantal NSAID voorgeschreven. Bij gonartrose werden opvallend minder NSAID 13

14 voorgeschreven. Een mogelijke verklaring voor dit laatste kan zijn dat deze patiënten gemiddeld ouder zijn en meer relatieve contra-indicaties vertonen voor NSAID. Beide NHG standaarden raden paracetamol aan als eerste keuze analgeticum gezien het breed veiligheidsprofiel en de onvoldoende bewezen meerwaarde van NSAID. Als tweede keuze of pas bij onvoldoende resultaat met paracetamol kan dan een NSAID gegeven worden. In een recente meta-analyse 11 over de effectiviteit van NSAID in de behandeling van pijn bij knie- en heupartrose, werd echter aangetoond dat NSAID wél een klinisch significante verbetering van de pijn geeft. De auteurs zien op basis van de resultaten geen rol meer voor paracetamol als monotherapie bij knieartrose. Toch geven ook zij aan dat bij het voorschrijven van NSAID aan de individuele patiënt steeds rekening moet gehouden worden met het veiligheidsprofiel van deze medicatie. Kinesitherapie werd ook af en toe voorgeschreven, vooral bij de diagnoses iliotibiaalband frictiesyndroom (ITB) en aspecifieke kniepathologie maar opvallend weinig bij gonartrose en patellofemoraal pijnsyndroom. Nochtans raadt de NHG standaard oefentherapie net aan bij deze groepen patiënten. Dit hoeft natuurlijk niet altijd via de kinesitherapeut maar kan ook gepromoot worden door de huisarts. 5 Na interventie Algemeen Het gemiddeld aantal registraties in de controleperiode lag aanzienlijk lager dan in de observatieperiode. Een mogelijke verklaring hiervoor is de lange periode waarin werd geregistreerd waardoor de aandacht voor de studie mogelijks afnam. Toegenomen werkdruk in beide praktijken tijdens de maanden oktober tot februari droeg hier mogelijks ook toe bij. Een andere mogelijkheid is dat er tijdens de tweede registratieperiode minder patiënten consulteerden met knieproblemen gezien de winterperiode. Beeldvorming Er werd na de interventie geen statistisch significant verschil gezien in het aanvragen van beeldvormingsonderzoeken. Er was echter wel een - niet statistisch significante - daling in het relatieve aantal aangevraagde beeldvormingsonderzoeken. In vergelijking met de eerste periode werd er vaker NMR aangevraagd dan RX en echografie hoewel de NHG standaard dit onderzoek niet aanbeveelt in eerste lijn. In tegenstelling tot de vaststellingen tijdens de observatieperiode, werd er na interventie bij chronische pathologie het meest frequent beeldvorming aangevraagd terwijl bij acute pathologie geen beeldvorming meer werd aangevraagd. Een mogelijke verklaring hiervoor is het meer afwachtend beleid bij atraumatische knieproblemen zoals in de NHG standaard aangeraden wordt gezien het meestal gunstige beloop van deze klachten. Zowel in de observatieperiode als in de controleperiode werd bij onzekere diagnoses vaker naar beeldvorming gegrepen dan bij meer zekerheid over de diagnoses. Behandeling Er werd na de interventie ook geen statistisch significant verschil gezien in het voorschrijfgedrag van NSAID. Er was wel een - niet statistisch significante - daling van het relatieve aantal voorgeschreven NSAID. NSAID werd ook na de interventie vaker voorgeschreven dan paracetamol. Na interventie werd dubbel zo frequent doorverwezen naar een specialist maar dit resultaat is niet statistisch significant. Mogelijks kan de toename toch verklaard worden door het grotere aantal chronische knieproblemen in deze periode, waarbij de huisarts vaker doorverwees. 14

15 Besluit van de interventie Er kan dus besloten worden dat de interventie geen verandering heeft gebracht in de diagnostiek en behandeling van atraumatische knieproblemen in de onderzochte praktijken. Dit was niet alleen zo voor de diagnoses die niet in de NHG standaard vermeld worden maar ook voor de diagnoses die wel in de standaarden vermeld staan. In de literatuur 12,13 wordt beschreven dat bij interventies zoals in deze studie met slechts één interventie-strategie, namelijk actieve medische educatie, minder goede resultaten behaald worden dan met multipele interventie-strategieën. Bij een combinatie van actieve medische educatie met herhaling en audit en feedback wordt een grotere gedragsverandering bekomen. De interventie had dus beter bijkomend bestaan uit een voorstelling van de data en bevindingen uit de observatieperiode ter ondersteuning van de richtlijn van NHG met erna herhaling van de belangrijkste boodschappen. Sterktes en zwaktes van de studie Een sterkte van deze studie is het feit dat dit het eerste onderzoek in België is die het voorkomen en het beleid van kniepathologie in eerste lijn weergeeft. Er werd gedurende 6 maanden geregistreerd door 7 artsen met uiteenlopende leeftijden en evenwichtige man/vrouw verhouding. 6 maanden lijkt een voldoende lange periode om een beeld te krijgen van de verschillende knieaandoeningen die zich aanbieden in de huisartsenpraktijk. Tijdens de observatieperiode werd dan ook een aanzienlijk aantal patiënten geregistreerd waardoor een goed beeld kon gegeven worden van het landschap van knieproblemen in de huisartsenpraktijk en het beleid dat hierbij opgesteld werd. Aan deze studie zijn een aantal zwaktes verbonden. Vooreerst werden er in de controleperiode duidelijk minder consultaties geregistreerd. De controleperiode is wel 2 maanden korter dan de observatieperiode maar toch zijn er gemiddeld gezien minder consultaties geregistreerd en zijn er artsen die in de controleperiode minder geregistreerd hebben. Mogelijks had dit te maken met de lange duur van de registratieperiode waardoor de aandacht afzwakte en er steeds minder gedacht werd aan het invullen van de registratieformulieren. Een andere mogelijke factor is de drukte in beide praktijken tijdens de controleperiode, gezien die in de winterperiode viel. Vermoedelijk werden dus niet alle consultaties betreffende kniepathologie geregistreerd en is de vergelijking van de 2 periodes hierdoor bemoeilijkt. Een andere zwakte is dat een Nederlandse richtlijn werd geïmplementeerd als interventie, daar er geen Belgische richtlijnen betreffende kniepathologie voorhanden waren. De gezondheidszorg in Nederland is anders georganiseerd waarbij de organisatie tussen eerste en tweede lijn anders ligt dan in België. Het kan dus voor beide landen verschillen of het de taak van de huisarts of van de specialist is om bepaalde onderzoeken aan te vragen. Een ander gegeven is dat de onderzoekers zelf ook mee geregistreerd hebben in beide registratieperiodes. Hier werd bewust voor gekozen om meer data te kunnen verzamelen en omdat het hier vooral om een praktijkverbeterende studie ging met als doel het medisch handelen bij knieproblemen van alle artsen uit de praktijk te verbeteren. Tijdens de observatieperiode hebben de onderzoekers gepoogd om hun gewoonlijke medisch handelen verder te zetten zonder meer of minder rekening te houden met de richtlijnen dan voordien. Na de interventie werden de NHG richtlijnen wel zo goed als mogelijk nagestreefd. Deze studie geeft enkel de diagnoses weer die door de huisarts gesteld zijn, niet de effectieve diagnoses bevestigd door een gouden standaard. Dit hoeft echter geen zwakte te zijn van de studie gezien de onderzoeksvraag peilde naar het medisch handelen van de huisarts na het stellen van een werkdiagnose. Via deze onderzoeksmethode kan er echter geen antwoord gegeven worden op de vraag : welke kniepathologieën komen er voor in de huisartsenpraktijk, wel op de vraag welke diagnoses worden door de huisarts gesteld bij knieproblemen. 15

16 In de dataset werd niet opgenomen wat de eerdere behandeling van de patiënten was en of er voordien reeds beeldvorming werd aangevraagd voor dezelfde pathologie. Dit beïnvloedt mogelijks de interpretatie van de resultaten betreffende de voorgestelde behandelingen en aangevraagde beeldvormingstechnieken. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek In deze studie was het opvallend dat de huisarts bij knieproblemen zeer vaak geen precieze diagnose kan stellen. Bij deze groep diagnoses werd dan ook nog eens het grootste aantal beeldvormingstechnieken aangevraagd en werd er vaker NSAID voorgeschreven. In de NHG standaard worden adviezen gegeven voor atraumatische kniepathologie, die echter gebaseerd zijn op specifieke diagnoses. Het beleid bij onduidelijke diagnoses is dus niet duidelijk beschreven. Dit vormt een uitgangspunt voor toekomstig onderzoek. De implementatie in deze studie heeft weinig verandering gebracht in de aanpak van kniepathologie. Een gelijkaardige studie zou in de toekomst herhaald kunnen worden met een meer optimale interventiestrategie, follow-up van de patiënten en met eventuele extra registratieparameters zoals voorgaande behandelingen of diagnostische onderzoeken. Conclusie Bij mensen die met knieklachten de huisarts consulteren, wordt vaak geen specifieke diagnose gesteld. Vooral bij atraumatische knieproblemen is dit een opvallend grote groep. Andere diagnoses die frequent voorkomen zijn gonartrose, meniscusletsels en collaterale bandletsels. Technische onderzoeken worden frequent aangevraagd terwijl de NHG standaarden zowel voor traumatische als atraumatische knieproblemen aanraden om beeldvormende onderzoeken te beperken tot enkele specifieke situaties. Bij aspecifieke kniepathologie, gonartrose en collaterale bandletsels werd het grootste aantal beeldvormende onderzoeken aangevraagd. Onzekerheid van de arts over een bepaalde diagnose zorgde ook voor een toename in aantal aangevraagde beeldvormingstechnieken. Echo, RX en NMR zijn de meest aangevraagde onderzoeken. In meer dan een derde van de gevallen werd er NSAID voorgeschreven. In tegenstelling tot wat de NHG standaard aanbeveelt, lijkt de huisarts NSAID als eerste keuze therapie te gebruiken bij knieproblemen in plaats van paracetamol. Bij aspecifieke knieproblemen wordt duidelijk vaker NSAID voorgeschreven, bij gonartrose duidelijk minder. Bij knieproblemen waarbij geen specifieke diagnose kan worden gesteld, wordt beduidend meer beeldvorming aangevraagd en vaker NSAID voorgeschreven. In de NHG standaard worden adviezen gegeven voor atraumatische kniepathologieën die echter gebaseerd zijn op specifieke diagnoses. Het beleid bij onduidelijke diagnose is dus niet duidelijk beschreven. Dit vormt een uitgangspunt voor toekomstig onderzoek. Implementatie van de NHG standaarden Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen zorgde niet voor een verandering in beleid van atraumatische knieproblemen in de onderzochte huisartsenpraktijken. 16

17 Referenties 1) O Reilly SC, Muir KR, Doherty M. Occupation and Knee pain: a community study. Osteoarthritis and Cartilage 2000;8: ) Thiem U, Lamsfuß R, Gu nther S, et al. Prevalence of self-reported pain, joint complaints and knee or hip complaints in adults aged 40 years: a cross-sectional survey in Herne, Germany. PLoS One 2013, 8:e ) Nielen MMJ, Spronk I, Davids R, et al. Incidentie en prevalentie van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. Beschikbaar via:, geraadpleegd op ) Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Bossum: Coutinho, ) Belo JN, Bierma-Zeinstra SMA, Raaijmakers AJ, et al. NHG-Standaard Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen. Huisarts Wet 2008:51(5): ) Belo JN, Berg HF, Klein Ikkink AJ, et al. NHG-Standaard Traumatische knieproblemen. Huisarts Wet 2010:54 (3): ) de Jongh TOH, de Vries H, Grundmeijer HGLM. Diagnostiek van alledaagse klachten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; p ) Keen HI, Wakefield RJ, Conaghan PG. A systematic review of ultrasonography in osteoarthritis. Ann Rheum Dis 2009;68: ) Craft JA, Kurzweil PR. Physical exameniation and imaging of medial collateral ligament and posteromedial corner of the knee. Sports Med Arthrosc Jun;23(2):e ) Boden SD, Davis DO, Dina TS, et al. A prospective and blinded investigation of MRI of the knee. Abnormal findings in asymptomatic individuals. Clin Orthop 1992;282: ) Da Costa BR, Reichenbach S, Keller N, et al. Effectiveness of non-steroidal anti-infl ammatory drugs for the treatment of pain in knee and hip osteoarthritis: a network meta-analysis. The Lancet 2016; ) Grimshaw JM, Thomas RE, MacLennan G, et al. Effectiveness and efficiency of guideline dissemination and implementation strategies. Health Technol Assess. 2004;8(6):iii-iv, ) Mostofian F, Ruban C, Simunovic N, et al. Changing Physician Behavior: What Works? Am J Manag Care. 2015;21(1):

18 Bijlage 1: gunstig advies ethische commissie en goedgekeurd protocol Gunstig advies van OBC :48:43 Student(en): Jens Van Eccelpoel Kasper Lannoy Promotor: Birgitte Schoenmakers Faculteit: Geneeskunde Opleiding: Master in de huisartsgeneeskunde (Leuven e.a.) Het onderzoek is: multicentrisch De opdrachtgever is: academisch (universiteit,...) Het onderzoek is: Overige. Bijkomende gegevens: Achtergrond: Knieklachten behoren tot de meest voorkomende klachten van het musculuskeletale stelsel in de huisartsenpraktijk. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen traumatische en atraumatische knieklachten. Er zijn verschillende studies gebeurd om het nut van beeldvorming en NSAID s aan te tonen bij de diagnostiek en behandeling van atraumatische knieklachten. Daaruit blijkt dat bij de meeste atraumatische kniepathologieën geen beeldvorming noodzakelijk is voor de diagnostiek en dat NSAID s vaak geen meerwaarde bieden vergeleken met paracetamol. Toch wordt er in de praktijk regelmatig nodeloos beeldvorming aangevraagd en worden NSAID s regelmatig voorgeschreven voor knieklachten. 18

19 Vraagstelling: De primaire onderzoeksvragen luiden : * Wat is de incidentie en aard van knieproblematiek in de huisartsenpraktijk? Welke diagnoses worden door de huisarts gesteld en hoe zeker is de huisarts over deze diagnose. Welke behandelingen stelt de huisarts hierbij voor? * Hoe vaak wordt onterecht beeldvorming aangevraagd en een NSAID voorgeschreven. De NHG standaarden dienen hierbij als gouden standaard. De secundaire onderzoeksvraag luidt : * Kan de implementatie van de NHG-standaarden Niet traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen bij volwassenen verandering brengen in de aanpak van kniepathologie door de huisarts? Methodologie: Dit onderzoek is een beschrijvend onderzoek gevolgd door een praktijkverbeterende interventie. Het onderzoek wordt gevoerd in 2 huisartsenpraktijken met beide 3 vaste artsen en 1 HAIO. De populatie bestaat uit alle patiënten ouder dan 18 jaar die de huisarts consulteren met knieklachten. Er zal een onderscheid gemaakt worden tussen nieuwe klachten en opvolgconsulten. De behandelende arts zal de nodige patiëntengegevens, werkdiagnose en de aanpak (verder onderzoek en behandeling) na de consultatie noteren op een geanonimiseerd en genummerd registratieformulier. Door gebruik te maken van de initialen van de patiënt en het geboortejaar maken we het voor onszelf mogelijk om de patiëntengegevens in het GMD nog te raadplegen. Patiënten die voor dezelfde pathologie meermaals op de raadpleging komen zullen telkens geregistreerd worden maar er zal duidelijk genoteerd worden of dit een opvolgconsult betreft of niet. Zodoende zullen we bij de studie naar incidentie van bepaalde klachten de opvolgconsulten niet laten mee tellen. Patiënten die binnen de registratieperiode met een andere klacht komen zullen wel opnieuw geregistreerd worden als nieuwe pathologie. De uitkomstmaten van dit onderzoek zijn de aanmeldingsklacht, de werkdiagnose en de aanpak (beeldvorming en NSAID). We zullen bij deze registratie een duidelijk onderscheid maken tussen atraumatische en traumatische kniepathologie en deze nadien ook afzonderlijk bespreken. Halfweg de registratieperiode worden in beide praktijken de NHG-standaarden Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen en Traumatische knieproblemen bij volwassenen besproken. De artsen worden gevraagd om bij patiënten die zich met knieklachten presenteren deze standaarden na te leven. Nadien wordt er opnieuw een periode geregistreerd om te kijken of implementatie van deze standaard verandering brengt in de aanpak van kniepathologie door de huisarts. De uitkomstmaten zijn hier dezelfde als tijdens de voorgaande registratieperiode. De periode voor en na de implementatie kunnen bijgevolg vergeleken worden. Gezien het om een beschrijvende studie gaat met geanonimiseerde registratie van patiëntengegevens en zonder actieve deelname van de patiënten werd er voor deze studie geen informed consent formulier voorzien. Referenties: NHG standaarden ; 'Niet traumatische knieproblemen bij volwassenen' en 'Traumatische knieproblemen bij volwassenen' 19

Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk

Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk Diagnostiek en beleid bij kniepathologie in de huisartsenpraktijk Een praktijkverbeterend onderzoek in 2 huisartsenpraktijken Dr. Kasper Lannoy KU Leuven Co- Auteur: Dr. Jens Van Eccelpoel KU Leuven Promotor:

Nadere informatie

De knie van diagnostiek naar behandeling

De knie van diagnostiek naar behandeling De knie van diagnostiek naar behandeling Marienke van Middelkoop Afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam Knieklachten In 2012: 6.4% in fysiotherapie praktijk 13.7 per 1000 patiënten per jaar

Nadere informatie

Klinisch uur orthopedie: de knie

Klinisch uur orthopedie: de knie Klinisch uur orthopedie: de knie (zinvol onderzoek door de huisarts ) Rob Ariës, orthopeed, Peter van der Lugt, Mariët Bosselaar, huisartsen Leerdoel Beter inzicht in differentiaal diagnostiek Beter inzicht

Nadere informatie

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende

Nadere informatie

De NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting

De NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting Richtlijnen De NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting L. Willem Draijer, Janneke N. Belo, Hans F. Berg, Roeland M.M. Geijer en A.N. Lex Goudswaard Gerelateerd artikel:

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 Geen Geen Geen Geen NHG standaard schouderklachten (2 e heriene versie 2008) Eenvoudig, pragmatisch en stapsgewijs

Nadere informatie

Heupklachten. Prof. Sita Bierma-Zeinstra Hoogleraar Artrose en gerelateerde aandoeningen

Heupklachten. Prof. Sita Bierma-Zeinstra Hoogleraar Artrose en gerelateerde aandoeningen Heupklachten Prof. Sita Bierma-Zeinstra Hoogleraar Artrose en gerelateerde aandoeningen Dept of General Practice / Dept of Orthopedics Erasmus MC University Medical Center Rotterdam Heupklachten Prevalentie

Nadere informatie

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Dit is het tweede Interlineprogramma Orthopedie, het eerste dateert uit 2002. Het

Nadere informatie

ORTHOPEDISCH CENTRUM TURNHOUT

ORTHOPEDISCH CENTRUM TURNHOUT ORTHOPEDISCH CENTRUM TURNHOUT HIGHLIGHTS NEWSLETTER 10 SEPTEMBER 2018 WWW.TURNHOUT-ORTHOPEDIE.BE Interne werking Groei van het OCT Het Orthopedisch Centrum Turnhout (OCT) kent een gestage groei van haar

Nadere informatie

Orthopedische casuïstiek

Orthopedische casuïstiek Orthopedische casuïstiek Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van anterieure kniepijn Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Patty Joldersma Marc Martens Pat Wyffels Houten 2010 Ó 2010 Bohn

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden

Nadere informatie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Om de herkenning van patiënten met depressieve stoornis in de eerste lijn te verbeteren wordt wel screening aanbevolen. Voorts worden pakketinterventies aanbevolen om de kwaliteit van zorg en de resultaten

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Dokter, ik ben zo moe. Vermoeidheid Hoofdpijn Buikklachten

Nadere informatie

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda.

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda. agenda Ruggespraak Kennismaking Achtergrond van het onderzoek Methode Resultaten Discussie Conclusie A.R.J. Sanders1, W.Verheul2, T.Magneé2, H.M.Pieters, P. Verhaak2, N.J. de Wit1,, J.M. Bensing2 RUGPIJN?

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Lijst van auteurs 1. Inleiding 5 Koos van Nugteren. Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21

Lijst van auteurs 1. Inleiding 5 Koos van Nugteren. Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21 Lijst van auteurs 1 Verwijzingen naar eerder verschenen Orthopedische casuïstiek 3 Inleiding 5 Anatomie 5 Anatomische variaties 9 Pathologie 19 Literatuur 21 1 Chronische, bilaterale anterieure kniepijn

Nadere informatie

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak Dr Mike Tengrootenhuysen Inleiding Heup Knie FAI Coxartrose Meniscusscheur Voorste kruisband Bursitis ruptuur Patellofemorale klachten Gonartose trochanterica

Nadere informatie

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.

Nadere informatie

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 Inleiding Dit is het tweede Interlineprogramma Orthopedie, het eerste dateert uit 2002. Het is een actualisering van gedeeltelijk dezelfde onderwerpen, waarbij de

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

>Zorg Academie. Sleet op de carrosserie Artrose: wat doe je eraan? Dr. Tine Logghe Dienst fysische geneeskunde en revalidatie

>Zorg Academie. Sleet op de carrosserie Artrose: wat doe je eraan? Dr. Tine Logghe Dienst fysische geneeskunde en revalidatie >Zorg Academie Sleet op de carrosserie Artrose: wat doe je eraan? Dr. Tine Logghe Dienst fysische geneeskunde en revalidatie Dr. Wim Vandesande Dienst orthopedie - 1 - > De Zorg Academie - Artrose Programma

Nadere informatie

Beleid bij klachten mamma

Beleid bij klachten mamma Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2013) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care

Nadere informatie

Investigatie van de knie. Dr. Frank Verheyden Heilig Hart Ziekenhuis Lier / Ortho-Clinic Lier

Investigatie van de knie. Dr. Frank Verheyden Heilig Hart Ziekenhuis Lier / Ortho-Clinic Lier Investigatie van de knie. Dr. Frank Verheyden Heilig Hart Ziekenhuis Lier / Ortho-Clinic Lier Redenen voor kniepijn. Med. comp. artrose KB lijden Gewrichtsmuis Condyl # jumpers knee AVN Plica Tricomp.

Nadere informatie

Knieproblemen: samenwerking met de fysiotherapeut

Knieproblemen: samenwerking met de fysiotherapeut Knieproblemen: Samenwerking met de fysiotherapeut 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op NHG Standaard Niet-traumatische knieproblemen bij kinderen en adolescenten van juni 2009 en op NHG Standaard

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

1 Beleid bij klachten mamma

1 Beleid bij klachten mamma 1 Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2014) In samenwerking met Mw. Dr. E. Paap, LRCB Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij

Nadere informatie

RADIOLOGIE 2011 achtergronden casusschetsen

RADIOLOGIE 2011 achtergronden casusschetsen RADIOLOGIE 2011 achtergronden casusschetsen Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Interline augustus 2011 Voor: begeleider/presentator INTERLINE

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Casus M: motorrijder versus ander voertuig, van motor gevlogen, helm losgeraakt I: verdenking hematothorax, hoofdwond

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Auteur: Veronique Verhoeven Augustus 2009 Conclusie van deze opvolging

Nadere informatie

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten Diagnostiek van osteoporose en het verbeteren van de therapietrouw bij patiënten met osteoporose na een recente fractuur Wat als u nog vragen heeft? Mocht u na het

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL REUMATOLOGIE

TRANSMURAAL PROTOCOL REUMATOLOGIE TRANSMURAAL PROTOCOL REUMATOLOGIE Doelstellingen Vroege opsporing van chronische destructieve gewrichtsziekte om door vroegtijdige behandeling schade te beperken Verbetering van de service aan huisartsen

Nadere informatie

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland Vitamine B12 deficiëntie Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland In de periode januari 2010 tot en met december 2013 worden er in totaal 261.078 vitamine

Nadere informatie

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn 15 2 Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn Koos van Nugteren Samenvatting De knie-endoprothese wordt vrijwel altijd geïmplanteerd bij personen met ernstige

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Nederlandse samenvatting. Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Chapter 11 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van een groot vragenlijstonderzoek over de epidemiologie van chronisch frequente hoofdpijn in de Nederlandse

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Teleconsultatie voor minder doorverwijzingen van 2 e naar 1 e lijn in de regio Nijmegen en omstreken

Teleconsultatie voor minder doorverwijzingen van 2 e naar 1 e lijn in de regio Nijmegen en omstreken Plan van aanpak Teleconsultatie voor minder doorverwijzingen van 2 e naar 1 e lijn in de regio Nijmegen en omstreken Datum: 22-01-2015 Auteur Guido Adriaanse, Cecile Kramer en Mariëlle Ouwens (projectleider)

Nadere informatie

Inhoudsopgave volledig rapport

Inhoudsopgave volledig rapport NIVEL/VUmc, 2005 72 pag. NIVEL bestelcode: W9.69 Prijs: 7,50 Verzendkosten: 2,50 ISBN: 90-6905-749-2 Deze samenvatting van onderstaand rapport is een uitgave van het NIVEL in 2005. De gegevens mogen met

Nadere informatie

Samenwerking huisarts en kinesitherapeut

Samenwerking huisarts en kinesitherapeut Samenwerking huisarts en kinesitherapeut Lode Verreyen voorzitter WVVK UGent vakgroep huisartsgeneeskunde Inhoud v.d. workshop 1. Het voorschrift 2. Soorten voorschrift en aantal behandelingen 3. Het consultatief

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen Traumatische knieproblemen: 1. Toelichting op de module 1 Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van maart 2010. In de NHG-Standaard Traumatische knieproblemen worden aanbevelingen gedaan over het

Nadere informatie

Primeur Nieuwsbrief 3 - oktober 2012

Primeur Nieuwsbrief 3 - oktober 2012 Primeur Nieuwsbrief 3 - oktober 2012 Jaarverslag Tijdens de Primeuravond op 26 juni of in de week daarna via de post hebben alle huisartsen het jaarverslag van Primeur over 2011 ontvangen. Dit jaarverslag

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Plasklachten bij mannen

Plasklachten bij mannen Plasklachten bij mannen Plasklachten komen frequent voor. Ze worden ook wel aangeduid met de verzamelnaam mictieklachten. Dit complex van klachten omvat de volgende symptomen: klachten bij het urineren,

Nadere informatie

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Beurs, D. de, Magnée, T., Bakker, D. de, Verhaak, P. De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk

Nadere informatie

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek. Samenvatting 204 De ethische grondslag om patiënten te betrekken bij beslissingen over de medische behandelingen aan hun levenseinde wordt in Europa in toenemende mate erkend, net als de voordelen van

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Kennislacunes NHG-Standaard Diverticulitis

Kennislacunes NHG-Standaard Diverticulitis Kennislacunes Kennislacunes 1. Diagnostische waarde van de CRP bij patiënten met vermoeden van diverticulitis in de voor het aantonen van diverticulitis (noot 13). 2. Diagnostische waarde van ECHO/CT bij

Nadere informatie

INITIAL SICKNESS CERTIFICATION: A RETROSPECTIVE ANALYSIS OF INITIAL CERTIFICATES.

INITIAL SICKNESS CERTIFICATION: A RETROSPECTIVE ANALYSIS OF INITIAL CERTIFICATES. INITIAL SICKNESS CERTIFICATION: A RETROSPECTIVE ANALYSIS OF 75497 INITIAL CERTIFICATES. Masterproef in kader van de opleiding Master in de Verzekeringsgeneeskunde en Medische Expertise Stephan HAUGLUSTAINE

Nadere informatie

Echografie van de schouder door de reumatoloog: toy or tool?

Echografie van de schouder door de reumatoloog: toy or tool? Echografie van de schouder door de reumatoloog: toy or tool? Henk Martens, reumatoloog Sint Maartenskliniek Nijmegen 29-11-2013 inleiding echografie in de reumatologie/door de reumatoloog echogeleide interventies

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Voorlichting bij gonartrose. Voorlichting bij gonartrose. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3.

Verdiepingsmodule. Voorlichting bij gonartrose. Voorlichting bij gonartrose. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur. 3. 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op NHG-Standaard van mei 2008. Gonartrose is de meest voorkomende chronische gewrichtsaandoening. De prevalentie neemt toe met de leeftijd en het beloop is wisselend.

Nadere informatie

CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014

CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014 CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014 INLEIDING 50% van alle gewrichtsluxaties op de SEH 95-97% anterieure luxatie 65% van de ziekenhuizen hebben een protocol

Nadere informatie

Programma SWC Kinderradiologie 2019: Kids got the future

Programma SWC Kinderradiologie 2019: Kids got the future Programma SWC Kinderradiologie 2019: Kids got the future Plenaire sessies Het stralende kind: Toepassingen nucleaire geneeskunde bij kinderen Drs. B.L.R. Kam Kind met aspecifieke klachten - Wanneer denken

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Literatuur De cijfers en survey Evoluties in de samenleving

Nadere informatie

Echografie in de schouderdiagnostiek.

Echografie in de schouderdiagnostiek. Echografie in de schouderdiagnostiek. Arjan Ouweneel VOF 4C Echografie in de schouderdiagnostiek. A. Ouweneel, juni 2005 Afstudeeropdracht Verkorte Opleiding Fysiotherapie Hogeschool van Utrecht Samenvatting:

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Dit document bevat 5 delen:

Dit document bevat 5 delen: Faculteit Geneeskunde en Farmacie Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Chronische Zorg Department of Family Medicine and Chronic Care Gebouw K, 2 e verdieping Laarbeeklaan 103 B-1090 Brussel Tel: Fax: Mail:

Nadere informatie

Health Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016)

Health Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016) Health Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016) Inleiding De mogelijkheden om je preventief te laten onderzoeken nemen toe. Behalve voordelen zoals het tijdig opsporen van

Nadere informatie

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland. Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose.

Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee. CARPA onderzoek. Artrose. Course of limitations in activities in elderly patients with osteoarthritis of the hip or knee Gabriella M. van Dijk Achtergrond Onderzoeksvragen Literatuuronderzoek Longitudinaal cohort onderzoek Methode

Nadere informatie

Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg. 7 maart 2009

Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg. 7 maart 2009 Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg 7 maart 2009 Onderwerpen van de presentatie Wat is artrose? In het onderzoek naar artrose in het LUMC MRI van waarde bij artrose? Behandeling van artrose?

Nadere informatie

Chapter 7. Nederlandse samenvatting

Chapter 7. Nederlandse samenvatting Chapter 7 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Lumbosacraal radiculair syndroom Het lumbosacraal radiculair syndroom is de aandoening die in de Nederlandse volksmond bekend staat als een

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 IHE SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 Inleiding Resultaten 1. Deelname Niettegenstaande een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Casusschetsen Orthopaedie

Casusschetsen Orthopaedie Interline Casusschetsen Orthopaedie 25 maart 2002 Casusschets 1 Man, 18 jaar, amateurvoetballer, maandag op spreekuur. Afgelopen zondag bij voetbal een valgisatieletsel. Hij heeft pijn aan de mediale zijde

Nadere informatie

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode 2011-2016 P.F.M. Verhaak M. Nielen D. de Beurs Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met

Nadere informatie

Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad

Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad van zelfredzaamheid van zijn chronische bejaarde patiënten in? 0.VOORWOORD De laatste jaren is de aanpak van

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

Beeldvorming bij sportletsels van de knie

Beeldvorming bij sportletsels van de knie Beeldvorming bij sportletsels van de knie indicatiestelling 02.06.2018 Peter Bracke Welke beeldvormende techniek? Keuze kan afwijken ifv de vraag: - uitsluiten bepaalde pathologie - integriteit bepaalde

Nadere informatie

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6 Redactie 1 0 Auteurs 1 1 Voorwoord 1 6 inleiding de schouder 1 9 1 Patiënten met schoudersyndromen in de huisarts- en fysiotherapiepraktijk 2 1 Inleiding 2 2 Patiënten met schoudersyndromen in de huisartspraktijk

Nadere informatie

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012)

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) 14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) 1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT

Nadere informatie