Veiligheidsmonitor Roosendaal 2007

Transcriptie

1 Veiligheidsmonitor Roosendaal 2007 Team onderzoek, informatiebeheer en datamanagement 1

2 Colofon Productie van: Gemeente Roosendaal Team Onderzoek, informatiebeheer en datamanagement Postbus 5000, 4700 KA Roosendaal Contactpersonen: drs. T. van den Hurk en drs. M. Bogers Telefoon: (0165) en (0165) en Met dank aan: Oostveen Beleidsonderzoek en Advies Elbertbos 1, 7543 GV Enschede Roosendaal, januari 2008 Samenstelling: drs. M. Bogers en drs. T. van den Hurk Omslagontwerp: Gemeente Roosendaal Drukwerk: dhr. E. van den Brink Overname uit dit rapport is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. 2

3 Inhoud Inleiding Geregistreerde criminaliteit Roosendaal en andere middelgrote gemeenten Roosendaal en de regio Trends in de tijd De spreiding over kernen, wijken en buurten Woninginbraak Geweld Straatroof Autodiefstal Diefstal af / uit auto Diefstal bromfiets Diefstal fiets Overlast jeugd Overlast drugs Vernieling auto Vernieling openbaar gebouw Vandalisme/baldadigheid Buren- en relatieproblemen Verkeersongevallen Buurtprofielen Vandalismeschade HALT-verwijzingen Slachtofferschap en overlast Slachtofferschap Vervelende voorvallen in de buurt Veiligheid en preventie Veiligheidsgevoel Preventie Samenvatting Opvallendheden Samenvatting per delict Overlast, verloedering en preventie...54 Bijlagen Probleem-locatie-matrix ( ) 2 Aangiften en meldingen 2005 naar wijk en buurt (absolute aantallen) 3 Aangiften en meldingen 2005 naar wijk en buurt (relatieve aantallen) 4 Buurtoverzicht aangiften en meldingen 2005 (rangordes) 5 Vervelende voorvallen naar wijk (2001, 2003 en 2005) 6 Wijk- en buurtindeling Roosendaal 3

4 Inleiding Voor u ligt de zevende editie van de Veiligheidsmonitor van de gemeente Roosendaal. Het rapport is opgesteld door het team Onderzoek, informatiebeheer en datamanagement van de gemeente Roosendaal. In het rapport zelf worden de cijfers in kaarten en grafieken weergegeven en worden de trends en analyses gepresenteerd. Het cijfermateriaal waarop de analyses gebaseerd zijn, wordt weergegeven in de 5 bijlagen. Het doel van de monitor is drieledig: het in beeld brengen van trends op gemeenteniveau; het inzichtelijk krijgen in welke buurten en wijken er sprake is van ongewenste ontwikkelingen op het gebied van veiligheid; het vanuit de gepresenteerde gegevens kunnen bewerkstelligen van gewenste acties op het gebied van veiligheid. In hoofdstuk 1 wordt vooral ingegaan op de geregistreerde criminaliteit zoals die door de politie wordt vastgelegd. Op totaalniveau wordt Roosendaal vergeleken met andere gemeenten van vergelijkbare omvang en de gemeenten in het politiedistrict Bergen op Zoom. Voor een aantal geselecteerde soorten meldingen wordt voor Roosendaal de trend in de tijd weergegeven. Ook worden de verschillende kernen, wijken en dorpen met elkaar vergeleken. Tot slot worden nog enkele cijfers uit andere registraties gepresenteerd. Hoofdstuk 2 gaat in op de mate waarin mensen zelf slachtoffer geweest zijn van criminaliteit en of zij daarvan aangifte hebben gedaan. Daarnaast wordt gevraagd hoe vaak verschillende delicten en soorten overlast in hun ogen voorkomen in de buurt. In hoofdstuk 3 wordt het veiligheidsgevoel van mensen behandeld. Voelt men zich wel eens onveilig? Is dat ook in de eigen buurt het geval? Mijdt men sommige plekken in de buurt omdat men er zich niet veilig voelt en waarom? Verder zijn er vragen gesteld over de politie en Stadswacht (toezicht en tevredenheid daarover), de gemeente (doet zij voldoende om de buurt veilig te houden?) en de maatregelen die men zelf getroffen heeft om woninginbraak te voorkomen. In hoofdstuk 4 worden de resultaten samengevat weergegeven. 4

5 1. Geregistreerde criminaliteit De belangrijkste bron voor gegevens over criminaliteit is de BPS-registratie van de politie. Dit is een landelijk systeem waarin alle aangiften, meldingen en constateringen van de politie zelf worden geregistreerd. 1 Ten behoeve van deze veiligheidsmonitor is een selectie van (meest voorkomende) inbreuken op de veiligheid gemaakt. Voor een aantal inbreuken worden alleen de aangiften meegenomen, voor een aantal andere gaat het om alle registraties (processen). In paragraaf 1.1 en paragraaf 1.2 wordt Roosendaal vergeleken met respectievelijk andere gemeenten van ongeveer gelijke omvang en mate van verstedelijking, en met de andere gemeenten in het politiedistrict Bergen op Zoom. In paragraaf 1.2 worden voor Roosendaal de trends in de geselecteerde delicten weergegeven. In paragraaf 1.3 worden de verschillende kernen, wijken en buurten met elkaar vergeleken. In paragraaf 1.4 en 1.5 worden enkele cijfers uit andere bronnen behandeld: achtereenvolgens vandalismeschade en HALT verwijzingen. 1.1 ROOSENDAAL EN ANDERE MIDDELGROTE GEMEENTEN Het Algemeen Dagblad publiceert jaarlijks een Misdaadmeter. Daarin is voor alle gemeenten met meer dan inwoners een totaalscore bepaald over de meldingen bij de politie van 12 veel voorkomende vormen van criminaliteit 2. Daarvoor worden de cijfers berekend per inwoners. In de zesde editie van de Misdaadmeter is het helaas niet mogelijk om de verschillen tussen 2005 en 2006 op gemeenteniveau te vergelijken. De 25 politiekorpsen zijn in 2006 overgestapt op een nieuwe methode. Voor veel delicten wordt niet langer alleen het aantal misdrijven geregistreerd maar ook de meldingen. 3 Hierdoor is een vergelijking tussen 2006 en de voorgaande jaren niet mogelijk. Een vergelijking tussen de verschillende gemeenten blijft echter wel mogelijk. In de rangorde van Nederlandse gemeenten stond Roosendaal in 2006 op de 27 e plaats. Buurgemeente Bergen op Zoom neemt de 22 e plaats in. De onveiligste gemeente in 2006 was Eindhoven. In figuur 1.1 wordt Roosendaal vergeleken met 9 andere middelgrote gemeenten. Hoe lager de score, hoe hoger de criminaliteit in die gemeente. Uit de grafiek blijkt dat Roosendaal een 1 Een aangifte is een kennisgeving dat er een strafbaar feit is begaan aan een daartoe bevoegd ambtenaar (er wordt een formulier opgesteld en ondertekend). Alle andere kennisgevingen worden meldingen genoemd. Alle registraties in BPS samen worden processen genoemd. 2 Autodiefstal, bedreiging, mishandeling, overval, straatroof, woninginbraak, auto-inbraak, diefstal uit garage of tuin, diefstal bromfiets, oplichting, vernieling auto en zakkenrollen. 3 Het gaat dan bijvoorbeeld om de melding van een bedreiging door een automobilist die na een verkeersongeluk stevige ruzie heeft gekregen met de andere automobilist. De agent noteert de bedreiging ook al is de ruzie later weer bijgelegd en doet de bedreigde man geen aangifte. De politie kan de informatie bij een nieuw incident met een van dezelfde mannen gebruiken en bewaart daarom de melding. Maar er is geen sprake van een misdrijf, zo stelt de politie. 5

6 min of meer gemiddelde positie inneemt. Heerlen en Schiedam zijn veel onveiliger dan Roosendaal, terwijl vooral Hengelo (O.) veel veiliger is. Heerlen Schiedam Helmond Bergen op Zoom 2006 Roosendaal Deventer Gouda Spijkenisse Vlaardingen Hengelo (O.) hoge criminaliteit lage criminaliteit Figuur 1.1 Misdaadscore van 10 middelgrote gemeenten (bron: website Algemeen Dagblad) Als we nauwkeuriger kijken naar de onderliggende delicten, blijkt dat Roosendaal vooral ongunstig scoort op straatroof (21 e positie in de lijst van Nederlandse gemeenten) en zakkenrollen (28 e positie). Ook autodiefstal (40 e positie), mishandeling (42 e positie) en woninginbraak (46 e positie) komen relatief vaak voor. Bij andere delicten komt Roosendaal minder ongunstig naar voren: 150 e positie bij overval, 138 e positie bij diefstal uit box/garage/tuinhuis en 129 e bij oplichting. In het onderzoek van het AD worden ook enkele delicten bekeken die geen onderdeel uitmaken van de misdaadscore. Roosendaal neemt met diefstal af/uit bedrijf een 13 e positie in op de lijst van Nederlandse gemeenten. Hetzelfde geldt voor de handel in softdrugs: ook hier neemt Roosendaal de 13 e positie in. Gemeente Bergen op Zoom scoort met de 5 e positie ongunstiger op dit punt. Roosendaal neemt met de handel in harddrugs de 77 e positie in. In de volgende paragraaf wordt Roosendaal vergeleken met de andere gemeenten in het politiedistrict Bergen op Zoom. Daarnaast wordt dit district vergeleken met de andere districten in de politieregio Midden- en West-Brabant. 6

7 1.2 ROOSENDAAL EN DE REGIO Voor de vergelijking van Roosendaal met de politieregio hebben we vier indicatoren geselecteerd: woninginbraken, autoinbraken (diefstal uit of vanaf de auto), schendingen lichamelijke integriteit (geweld/bedreiging) en verkeersongevallen. Om gemeenten goed te kunnen vergelijken worden deze aantallen uitgedrukt per inwoners (bij woninginbraak per woningen). Roosendaal Bergen op Zoom Halderberge Steenbergen Rucphen Woensdrecht District BoZ District Breda District Oosterhout District Tilburg Figuur 1.2 Aantal woninginbraken per woningen (bron: Politie Midden- en West-Brabant) Het aantal woninginbraken is in Roosendaal in 2005 gedaald, maar deze daling is in 2006 omgezet in een toename (van 331 naar 427 aangiften). Deze toename is ook terug te zien in het politiedistrict Bergen op Zoom (waartoe Roosendaal behoort). Het aantal woninginbraken ligt in dit district verhoudingsgewijs het hoogst in de gemeente Roosendaal. In de overige districten is het aantal woningbraken afgenomen (Breda en Tilburg) of vrijwel gelijk gebleven (Oosterhout). Het aantal autoinbraken in de gemeente Roosendaal is in 2006 sterk afgenomen van aangiften naar 778. Ook in de andere gemeenten binnen het district Bergen op Zoom, met uitzondering van Rucphen en Woensdrecht, is het aantal autoinbraken afgenomen. Binnen het district Bergen op Zoom is de afname van het aantal autoinbraken duidelijk het sterkst in de gemeente Roosendaal. De daling van het aantal autoinbraken is ook ingezet in de andere politiedistricten. 7

8 Roosendaal Bergen op Zoom Halderberge Steenbergen Rucphen Woensdrecht District BoZ District Breda District Oosterhout District Tilburg Figuur 1.3 Aantal autoinbraken per inwoners (bron: Politie Midden- en West-Brabant) 4 In de politiecijfers wordt een aantal delicten, waarbij een schending van de lichamelijke integriteit aan de orde is, samengevoegd tot één categorie. Het gaat daarbij om zedenmisdrijven, moord en doodslag, openlijke geweldpleging tegen personen, bedreiging, mishandeling, straatroof en overvallen. In figuur 1.4 wordt Roosendaal weer vergeleken met het politiedistrict Bergen op Zoom en de andere districten in Midden- en West-Brabant. Roosendaal Bergen op Zoom Halderberge Steenbergen Rucphen Woensdrecht District BoZ District Breda District Oosterhout District Tilburg Figuur 1.4 Aantal schendingen van de lichamelijke integriteit per inwoners (bron: Politie) Het aantal meldingen van dit soort delicten is in 2006 in Roosendaal gestegen van 7,7 naar 9,2 per inwoners. Deze toename geldt niet voor alle gemeenten in het politiedistrict in Bergen op Zoom. In de gemeenten Woensdrecht, Steenbergen, Bergen op Zoom en Halderberge is het aantal meldingen van dit soort delicten in 2006 juist gedaald. Verreweg het grootst is het aantal schendingen van de lichamelijke integriteit, net zoals in 2005, in het district Tilburg terwijl Oosterhout het meest veilige district is gebleven. 4 Het gaat hierbij ook om diefstal van zaken die aan de buitenkant van de auto zitten zoals buitenspiegels, antennes of wieldoppen. 8

9 Tot slot wordt in figuur 1.5 het aantal aanrijdingen per inwoners weergegeven. Het aantal aanrijdingen is in de gemeente Roosendaal in 2006 afgenomen. Dezelfde ontwikkeling is te zien in de gemeenten Halderberge en Rucphen. In de gemeente Woensdrecht is het aantal aanrijding in 2006 juist sterk toegenomen: van 11,8 naar 14,6. Deze ontwikkelingen samen leiden tot een lichte toename van het aantal aanrijdingen in het totale politiedistrict Bergen op Zoom. Dit district heeft hierdoor in 2006 de twijfelachtige eer om op het gebied van aanrijdingen het meest onveilige district te zijn in de regio. Roosendaal Bergen op Zoom Halderberge Steenbergen Rucphen Woensdrecht District BoZ District Breda District Oosterhout District Tilburg Figuur 1.5 Aantal aanrijdingen per inwoners (bron: Politie Midden- en West-Brabant) In de volgende paragraaf zoomen we nog verder in op de gemeente Roosendaal. We maken daarbij een gedetailleerder onderscheid in soorten misdrijven en meldingen en bekijken de trend over een groter aantal jaren. 9

10 1.3 TRENDS IN DE TIJD In de afgelopen tien jaar lag de woninginbraak het hoogst in de jaren 1997 en Na een aanvankelijke daling is het aantal woninginbraken in 2006 gestegen naar 427. Het aantal woninginbraken ligt daardoor weer op het niveau van In 2006 zijn in de gemeente Roosendaal 113 auto s gestolen. Dit aantal ligt bijna eenvijfde lager dan in 2005, toen 141 auto s zijn gestolen. Het aantal gestolen auto s ligt in 2007 bijna op het niveau van In dat jaar was het aantal gestolen auto s het laagst. Het aantal diefstallen af of vanuit auto s is zeer sterk gedaald, met bijna 40 procent. Het aantal diefstallen af of vanuit auto s schommelt overigens al tien jaar sterk maar de stijgende lijn lijkt nu te zijn omgebogen. In 2006 hebben 778 inwoners aangifte gedaan van diefstal af of vanuit de auto. Na een stijging in 2005 is het aantal bedrijfsinbraken in 2006 licht gedaald van 428 naar 409. Het aantal bedrijfsinbraken schommelt jaarlijks maar kent over de periode een licht stijgende trend (brom)fietsdiefstal diefstal af/uit auto bedrijfsinbraak woninginbraak geweldsmisdrijven autodiefstal Figuur 1.6 Geregistreerde misdrijven naar soort in Roosendaal (bron: Politie) 5 In de laatste vier maanden van 2006 is een pilot-project ingezet tegen fietsendiefstal. 6 Het aantal diefstallen van (brom)fietsen is in dat jaar gedaald. Deze daling is in 2005 ingezet, nadat het aantal (brom)fietsdiefstallen sinds 2002 is gestegen. 5 Onder geweldsmisdrijven vallen hier: overvallen, straatroof, zedenmisdrijven (o.a. aanranding/verkrachting), bedreiging, mishandeling (geweld met of zonder letsel of dodelijk, man-vrouw mishandeling, kindermishandeling) en openlijk geweld tegen personen. 6 Uit de voorlopige politiecijfers van 2007 bestaat de indruk dat de daling van het aantal diefstallen van (brom)fietsen zich voortzet. 10

11 Het aantal geweldsmisdrijven is voor het derde achtereenvolgende jaar duidelijk toegenomen. Het aantal aangiften op deze delicten is hoger dan alle voorgaande acht jaar. Het aantal aangiften van geweldsdelicten is met 18% gestegen van 602 naar 711. Naast misdrijven worden er door de politie ook lichtere vormen van criminaliteit geregistreerd, zoals vandalisme, vernieling en overlast (figuur 1.7) Buren- / relatieproblemen Overlast jeugd Vernieling auto Vandalisme / vernieling Verkeersongeval met letsel Drugsoverlast Figuur 1.7 Overige meldingen bij de politie naar soort in Roosendaal (bron: Politie) Het aantal meldingen van buren/relatieproblemen is voor het derde opeenvolgende jaar afgenomen. Het aantal meldingen van buren/relatieproblemen daalde van 773 naar 671: een daling van 13%. In 2006 is ook het aantal meldingen van vandalisme/vernieling (licht) afgenomen, van 164 naar 156. Het aantal meldingen ligt daardoor op het laagste niveau in 10 jaar. In 2006 is de daling van het aantal meldingen van drugsoverlast omgezet in een stijging. In 2005 lag het aantal meldingen van drugsoverlast op 342 en in 2006 op 399: een toename van 17%. Het aantal meldingen bij de politie kan een vertekend beeld geven van de werkelijke criminaliteit en overlast omdat de aangifte- of meldingsbereidheid kan variëren in de tijd, tussen soorten delicten maar ook tussen wijken en bevolkingsgroepen. Om een volledig beeld te krijgen van de criminaliteit en de veiligheid in Roosendaal moeten deze politiecijfers aangevuld worden met de uitkomsten van bewonersenquêtes waarin onder andere gevraagd wordt naar slachtofferschap, het voorkomen van criminaliteit in de buurt en de aangiftebereidheid (hoofdstuk 2). 11

12 1.4 DE SPREIDING OVER KERNEN, WIJKEN EN BUURTEN In de vorige paragrafen zijn de algemene ontwikkelingen in de gemeente Roosendaal beschreven en vergeleken met ontwikkelingen in andere gemeenten. In deze paragraaf bekijken we de situatie in de verschillende kernen, wijken en buurten. Evenals vorige jaren is ook nu gebruik gemaakt van de registraties in BPS door de politie. Daarin worden de meldingen geregistreerd op straatnaam (van het voorval, niet van de melder), die wij via een straatnaam-buurtcodetabel aggregeren naar de 48 buurten die in de Wijkatlas Roosendaal worden onderscheiden. Aangezien sommige straten over meerdere buurten lopen zijn de meldingen in die gevallen naar rato toegedeeld. Deze buurten zijn weer te clusteren naar 16 wijken. 7 In de beschrijving zal in eerste instantie uitgegaan worden van deze wijkindeling maar opvallende afwijkingen op buurtniveau zullen altijd vermeld worden. Uitgangspunt bij de analyse vormen het absolute en relatieve aantal meldingen en aangiften per wijk en buurt (bijlage 2 en 3) en vooral de probleem-locatie-matrix (bijlage 1). In deze matrix wordt op wijkniveau en per soort incident de ontwikkeling van de laatste vijf jaar getoond. Er wordt daarbij een vijftal categorieën gehanteerd waarbij donkergroen staat voor geen of relatief weinig incidenten en rood voor relatief veel incidenten. Aan het eind van deze paragraaf rangschikken we de buurten op een totaalscore en bekijken zo over de gehele linie welke buurten de grootste problemen kennen op het gebied van criminaliteit en overlast en hoe de buurten zich ontwikkelen Woninginbraak Het totaal aantal woninginbraken in Roosendaal is toegenomen, namelijk van 331 in 2005 naar 426. In 2006 vonden relatief veel woninginbraken plaats in Industriegebieden, West en Noord. In Industriegebieden betrof het 6 inbraken, in West 75 en in Noord 51. In verhouding tot het aantal woningen is dat relatief veel. In Roosendaal vonden in de wijken Centrum, Oost en Minnebeek-De Krogten juist relatief weinig inbraken plaats. Ook in het buitengebied van Roosendaal vonden nu minder inbraken plaats dan gemiddeld (per woningen). 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.8 Aangiften woninginbraak per woningen 7 In afwijking van de Wijkatlas wordt het buitengebied van de dorpen bij de betreffende dorpskern gerekend. Een overzicht van alle buurten en de bijbehorende wijken vindt u in bijlage 6 helemaal achterin dit rapport. 12

13 Op buurtniveau waren er relatief veel inbraken in Landerije maar dat komt door het (gemiddeld over het jaar) nog kleine aantal woningen. In absolute cijfers betreft het slechts 9 inbraken. Van de overige buurten kennen Scherpdeel, Kroeven-noordwest, Borchwerf en Vijfhuizenberg relatief het hoogste aantal inbraken. In absolute cijfers gemeten waren er veel inbraken in Kalsdonk (33) en Scherpdeel (32). Al met al lijkt de toevalsfactor een vrij grote rol te spelen bij deze ontwikkelingen: welke wijk kiezen inbrekers als werkgebied en welke veelplegers lopen op een bepaald moment vrij rond. Op wijkniveau was er tussen 2005 en 2006 vooral een duidelijke afname in de wijken Wouw, Wouwse Plantage en Langdonk. In de meeste andere wijken bleef het relatieve aantal ongeveer gelijk of was er sprake van een stijging (vooral in Heerle en Moerstraten) Figuur 1.9 Aangiften woninginbraak per woningen in 2006 (bron: Politie) 13

14 1.4.2 Geweld In deze paragraaf beschrijven we het aantal geweldsdelicten (exclusief straatroof) 8. De meeste geweldsdelicten vinden plaats in de wijk Centrum, voornamelijk in de buurt Centrum-oud. In 2006 zien we dat van de andere wijken, de wijken Noord, West, Buitengebied en Nispen voor wat betreft het relatieve aantal geweldsdelicten boven het gemeentelijke gemiddelde liggen. In Kortendijk, Tolberg, Industriegebieden, Wouw en Heerle vinden relatief weinig geweldsdelicten plaats. Ten opzichte van 2005 is vooral sprake van een toename in de wijken Centrum, Noord, West, Buitengebied en Nispen. De kaart laat zien in welke buurten veel geweldsdelicten plaatsvinden. De buurten met relatief het grootste aantal geweldsdelicten zijn naast Centrumoud de buurten Stationsbuurt, Ettingen, Heerma van Vossstraat-Molenbeek en Kalsdonk. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant. Gemeente Figuur 1.10 Aangiften geweld per inwoners/werkenden Figuur 1.11 Aangiften geweld per inwoners/werkenden in 2006 (bron: Politie) 8 In deze paragraaf wordt onder geweld verstaan: geweld met of zonder letsel of dodelijk, bedreiging, man-vrouw mishandeling, homogeweld, aanranding, verkrachting, vrijheidsbeneming, overval of chantage/afpersing. 14

15 1.4.3 Straatroof Straatroof (beroving of tasjesroof) wordt als ernstig geweldsdelict in deze paragraaf afzonderlijk onderscheiden. In 2006 werd in Roosendaal 66 keer aangifte gedaan van straatroof; 19 keer vaker dan in Het merendeel daarvan (25) vond plaats in de wijk Centrum. In Noord vonden 8 straatroven plaats en in Oost 7. Bijna alle straatroven vonden plaats in Roosendaal; in de dorpen werd in 2005 van slechts 1 straatroof aangifte gedaan. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.12 Aangiften straatroof per inwoners/werkenden Autodiefstal Ten opzichte van 2005 is het aantal autodiefstallen in Roosendaal in 2006 gedaald van 141 naar 113. Relatief komt dit probleem het vaakst voor in Minnebeek-De Krogten (3,4 keer per inwoners/werknemers), gevolgd door Oost (2,3 keer per inwoners/werknemers). In deze twee wijken en in Heerle (betreft absoluut 2 aangiften) en Industriegebieden is het aantal autodiefstallen toegenomen. In de andere wijken is sprake van een afname dan wel stabilisatie van het aantal autodiefstallen. In Buitengebied, Nispen, Moerstraten en Wouwse Plantage werd in 2006 geen enkele keer aangifte gedaan van autodiefstal. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.13 Aangiften autodiefstal per inwoners/ werkenden 15

16 1.4.5 Diefstal af / uit auto Tot en met 2005 was er sprake van een forse stijging van het aantal autoinbraken (inclusief diefstal van zaken als spiegels en wieldoppen). In 2006 zien we ten opzichte van 2005 juist een forse daling. In 2006 werd daarvan 774 keer aangifte gedaan, 40% minder vaak dan in Zowel absoluut als relatief komen autoinbraken het meest voor in Noord, West, Centrum en Minnebeek-De Krogten. In de dorpen wordt relatief weinig ingebroken in auto s. Op buurtniveau vinden relatief veel inbraken in auto s plaats in de buurten Herreweg, Parklaan-Hoogstraat, Centrum-Oud, Centrum-Nieuw en Minnebeek- Watermolen. In absolute cijfers zijn er vooral veel inbraken in de buurt Centrum-oud: 62. In vergelijking met 2005 is het aantal autoinbraken in alle wijken afgenomen, behalve in de dorpen Nispen en Heerle. In de wijk Tolberg daalde het aantal autoinbraken met 70% en in de wijk Centrum was sprake van een halvering. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant. Gemeente Figuur 1.14 Aangiften diefstal af/uit auto per inwoners/werkenden Figuur 1.15 Aangiften diefstal af/uit auto per inwoners/werkenden in 2006 (bron: Politie) 16

17 1.4.6 Diefstal bromfiets Diefstal van bromfiets komt in absolute zin niet zo vaak voor. In 2006 gebeurde dat in Roosendaal 58 keer: vrijwel gelijk met de voorgaande jaren. In de wijk Centrum vinden alle jaren de nodige bromfietsdiefstallen plaats; in absolute cijfers zelfs het grootste aantal (18 in 2005). Daar waar dat voorheen vooral in de Stationsbuurt plaats vond concentreert zich dit nu in Centrum-oud. Bij dit soort lage aantallen moet men er echter wel rekening mee houden dat het toeval een grote rol speelt. Ten opzichte van 2005 is sprake van een daling in Langdonk en Kroeven en een toename in Oost en West. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.16 Meldingen diefstal bromfiets per inwoners/ werkenden Diefstal fiets Fietsdiefstal komt veel vaker voor dan bromfietsdiefstal. In 2006 werd 737 keer aangifte gedaan; in 2005 en 2004 was dat nog respectievelijk 893 en 990 keer. In de laatste vier maanden van 2006 is een pilot-project ingezet tegen fietsendiefstal: Terugdringen Fietsendiefstal. Ruim de helft van de fietsdiefstallen vindt plaats in de wijk Centrum en daarvan weer bijna de helft in de buurt Centrum-oud. Dat beeld verschilt niet van voorgaande jaren. Ten opzichte van 2005 zien we (op West na) in alle wijken een daling van de aangiften fietsdiefstal. In de vijf dorpen worden nauwelijks fietsen gestolen. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.17 Meldingen diefstal fiets per inwoners/ werkenden 17

18 1.4.8 Overlast jeugd Het aantal meldingen jeugdoverlast (613) was in 2006 vrijwel gelijk aan 2005 (616). Relatief veel meldingen waren er vooral in Kroeven en Langdonk, waarbij er in de laatste wijk sprake was van een daling ten opzichte van In de wijken West, Noord en Wouwse Plantage is relatief gezien sprake van een sterke stijging. In Moerstraten zijn er in het geheel geen meldingen. Jongerenoverlast concentreert zich vrij sterk in bepaalde buurten. In Kroeven-noordwest, Langdonk-oost, Ettingen en Tolberg-oost zijn relatief veel meldingen geconcentreerd. Het aantal aangiften in Ettingen steeg van 19 in 2005 naar 48 in Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.18 Meldingen jeugdoverlast per inwoners/werkenden Figuur 1.19 Meldingen jeugdoverlast per inwoners/werkenden in 2006 (bron: Politie) 18

19 1.4.9 Overlast drugs Het aantal meldingen drugsoverlast steeg van 342 in 2005 naar 399 in Een sterke toename is waar te nemen in de wijken Oost en West. Ook in de dorpen Nispen en Wouwse Plantage is sprake van een sterke toename in de relatieve overlast maar het gaat hierbij steeds om kleine aantallen (9 in Nispen en 5 in Wouwse Plantage). Verreweg het grootst is het aantal meldingen in de wijken Centrum, Noord en West. Deze drie wijken krijgen 62% van alle meldingen drugsoverlast in de gemeente. De buurten waar het drugsprobleem het grootst is zijn nog steeds Parklaan-Hoogstraat (39) en Centrum-oud (84). Een sterke stijging is te zien in Fatima-Villapark, te weten van 12 meldingen in 2005 naar 33 meldingen in In Ettingen en Scherpdeel is sprake van een verdubbeling van het aantal meldingen. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant. Gemeente Figuur 1.20 Meldingen drugsoverlast per inwoners/werkenden Figuur 1.21 Meldingen drugsoverlast per inwoners/werkenden 2006 (bron: Politie) 19

20 Vernieling auto Het aantal aangiftes van vernieling aan de auto was in 2006 (471) iets lager dan in 2005 (480). Relatief veel vernielingen werden gemeld in de wijken West, Centrum, Minnebeek-De Krogten, Noord en Oost. Kijken we naar de ontwikkeling dan zien we dat er met name sprake is van een daling in West, Minnebeek-De Krogten, Noord, Kroeven en Langdonk. Daar staat een duidelijke toename tegenover in de wijk Oost. In de kernen komt vernieling het vaakste voor in Nispen (8 aangiftes). 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen Vernieling openbaar gebouw Vernieling van openbare gebouwen komt niet zo vaak voor. In 2006 werd hiervan 35 keer aangifte gedaan, in 2005 was dat 33 keer. De vernielingen vinden hoofdzakelijk plaats in de stad Roosendaal waarbij er een grote spreiding is over de wijken. 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant. Gemeente Figuur 1.22 Meldingen vernieling auto per inwoners/ werkenden Vandalisme/baldadigheid Het aantal meldingen van vandalisme en baldadigheid lag in 2006 (121) een fractie lager dan in 2005 (131). Relatief gezien kwamen vandalisme en baldadigheid in 2006 het vaakst voor in Buitengebied, Centrum en Langdonk. Op buurtniveau springt vooral Centrum-oud er uit met een groot aantal meldingen. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.23 Meldingen vandalisme/baldadigheid per inwoners/werkenden 20

21 Buren- en relatieproblemen Het aantal meldingen buren- en relatieproblemen is afgenomen van 871 in 2004 naar 773 in 2005 en 671 in Buren- en relatieproblemen werden in 2006 relatief het meest gemeld in de wijken West, Minnebeek-De Krogten, Noord en Langdonk. Relatief weinig problemen zijn er in Centrum en de dorpen Nispen, Heerle, Moerstraten en Wouwse Plantage. Uitgezonderd West en Kroeven laten alle wijken een daling of stabilisatie zien van de problemen. Onderstaande kaart laat de buurtcijfers zien. De buurten met relatief de meeste meldingen zijn in 2006 Ettingen, Scherpdeel, Herreweg, Kroeven-noordwest, Langdonkwest en Minnebeek-Watermolen. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant Gemeente Figuur 1.24 Meldingen buren/ relatieproblemen per inwoners/werkenden Figuur 1.25 Meldingen buren-/relatieproblemen per inwoners/werkenden 2006 (bron: Politie) 21

22 Verkeersongevallen Het totaal aantal meldingen van verkeersongevallen in de gemeente Roosendaal is gedaald van in 2004 naar in 2005 en in Relatief veel ongevallen vinden plaats in de wijken Buitengebied Roosendaal en Centrum. Gemeten in absolute cijfers zijn er vooral ongevallen in Centrum (372), Industriegebieden (142) en Noord (158). Ook op de rijkswegen (A17 en A58) werden 239 ongevallen geregistreerd, waarvan 2 met dodelijke slachtoffer(s). Onderstaande kaart laat zien dat Centrum-oud, Centrumnieuw, Vrouwenhof en Fatima-Villapark de buurten zijn met relatief het hoogste aantal ongevallen. De verdeling van verkeersongevallen over de verschillende wijken in 2005 en 2006 ontloopt elkaar niet veel. Wat opvalt is dat in de meeste dorpskernen een daling te zien is. 0 Centrum 1 Oost 2 Noord 3 West 4a Kroeven 4b Minneb.K 5 Langdonk 6 Kortendijk 7 Tolberg 8 Industrieg. Buitengeb. 10 Nispen 11 Wouw 12 Heerle 13 Moerstr. 14 W.Plant. Gemeente Figuur 1.26 Meldingen verkeersongevallen totaal per inwoners/werkenden Figuur 1.27 Meldingen verkeersongevallen (totaal) per inwoners/werkenden 2006 (bron: Politie) 22

23 Buurtprofielen De relatieve incidentiecijfers uit bijlage 3 zijn als basis gebruikt voor het maken van profielen op buurtniveau. Per incidentsoort zijn alle 48 buurten gerangschikt naar de mate van vóórkomen, gelet op het aantal woningen of inwoners/werkzame personen in de buurt (1=meest onveilige buurt, 48=meest veilige buurt). Vervolgens is een algemene veiligheidsscore geconstrueerd op basis van alle geselecteerde incidentsoorten, hetgeen op zijn beurt een totaalrangorde oplevert. 9 Het totale buurtoverzicht is opgenomen in bijlage 4. Daarin zijn de buurten met behulp van kleuren in vijf categorieën ingedeeld: rood (relatief veel incidenten), oranje (bovengemiddeld aantal incidenten), geel (gemiddeld aantal incidenten), lichtgroen (benedengemiddeld aantal incidenten) en donkergroen (relatief weinig of geen incidenten). In onderstaande figuur is deze categorie-indeling weergegeven op de kaart van de gemeente Figuur 1.28 Totaalscore relatief aantal aangiften en meldingen 2006 (bron: Politie) De dorpen en Industriegebieden, maar ook de meeste buurten in Tolberg laten een relatief gunstig beeld zien. Net als voorgaande jaren is Centrum-oud ruimschoots de meest onveilige buurt. Zorgwekkend is de tweede plaats voor Ettingen, dat sinds 2002 (toen nog rang 18) langzaam is afgezakt. Daarentegen is Kroeven-zuidoost, dat in 2005 nog op de 2 e plaats stond weer gedaald naar rangnummer 23 (ongeveer dezelfde plek als in 2004). Ook in de buurt Herreweg is de situatie sterk verslechterd: deze buurt steeg van een 22 e naar een 6 e positie. 9 Geweldsdelicten worden in deze totaalscore niet meegenomen omdat ze in voorgaande jaren niet waren opgenomen in deze Veiligheidsmonitor. Vergelijking met voorgaande jaren zou dan niet mogelijk zijn. 23

24 De score in de buurt Centrum-oud is wel iets verbeterd. Dat geldt ook voor Centrum-nieuw en Stationsbuurt. Deze twee Centrumbuurten verdwijnen uit de top-5. Daar staat tegenover dat Vrouwenhof van rang 17 is opgeklommen naar rang 4. Naast het eerder genoemde Kroeven-zuidoost zijn er nog buurten die na een negatieve uitschieter in 2005 weer terug zijn gezakt naar hun eerdere positie op de ranglijst. Langdonk-west is na een 4 e positie in 2005 weer terug op rang 18 (net als in 2004). Kroeven-noordoost ging van rang 12 naar rang 29 (in 2004 was dit rang 31). Behalve in Ettingen en Vrouwenhof zien we een relatieve verslechtering in de buurten Vroenhout (van de 29 e naar de 8 e plaats), Herreweg (van 22 e naar 6 e plaats) en Heerma van Vossstraat-Molenbeek (van de 27 e naar de 17 e plaats). Van de vijf buurten met een duidelijke verslechtering van de veiligheidssituatie liggen er dus drie in West. Centrum-oud Ettingen Langdonk-o Herreweg Minneb.- Wat. Vroenhout Vrouwenhof Fatimavillap. Kalsdonk Centrum-nw Stationsbuurt Parkl.-Hoog. Overig buiten. Kroeven-nw Spoorstr.v.C ,0-1,0 0,0 1,0 2,0 Figuur 1.29 Top 15 van meest onveilige buurten met de scores 2006 en 2005 (hoog is ongunstig) Een snelle blik op bijlage 4 laat zien dat de verschillende soorten incidenten vrij sterk met elkaar correleren. Als een buurt op één aspect slecht scoort geldt dat vaak ook voor veel van de andere aspecten. De onveiligste buurten (bovenin de tabel) kleuren grotendeels rood en de veiligste buurten (onderin de tabel) over de hele linie groen. Maar er zijn in bijna elke buurt ook uitzonderingen: delicten waarop de buurt juist veel gunstiger of ongunstiger scoort dan gemiddeld. Vrijwel elke buurt kent dus sterkere en zwakkere aspecten. Overigens speelt bij het bovenstaande ook de toevalsfactor een rol, vooral bij delicten die niet zo vaak voorkomen (zoals straatroof en vandalisme) en in kleinere buurten (zoals de buitengebieden en industriegebieden). De combinatie van deze twee aspecten verklaart de uitzonderlijk hoge score (1 e positie) op vernieling openbare gebouwen in de buurt Nieuwenberg. In werkelijkheid betreft het slechts 1 incident. Om deze reden zijn de buurten met weinig inwoners én weinig werkenden (samen minder dan 1.000) in bijlage 4 cursief en niet-vet afgedrukt. 10 Centrum-oud, de meest onveilige buurt in de totaalrangorde, scoort 8 keer (vorig jaar 6 keer) een plaats bij de eerste vijf. De nieuwe nummer 2, Ettingen, scoort nu 6 keer in de top 5 (in 2005 nog maar 2 keer in de top 5). De buitengebieden kennen vaak nogal extreme scores, van zeer ongunstig tot zeer gunstig. Zoals al aangegeven speelt de toevalsfactor een rol (vanwege het beperkte aantal inwoners), maar deze kan niet alle verschillen verklaren. Verschillende van deze buurten kennen bijvoorbeeld veel verkeersongevallen, ook in absolute zin. Anderzijds scoren deze 10 Behalve de buitengebieden en de dorpskernen van Moerstraten en Wouwse Plantage betreft het de nieuwbouwbuurt Landerije, met (gemiddeld) nog uitzonderlijk weinig inwoners en geen werknemers. 24

25 buurten eigenlijk zonder uitzondering gunstig op delicten zoals diefstal uit woning, autodelicten, (brom)fietsdiefstal, vernieling openbare gebouwen en buren/relatieproblemen. 1.5 VANDALISMESCHADE Bij de gemeente vindt de registratie plaats van de gemaakte kosten voor herstel van vandalismeschade per schadegeval aan scholen en van de gemaakte kosten voor het verwijderen van graffiti (figuur 1.30). De kosten voor het verwijderen van graffiti zijn toegenomen van in 2005 naar in Dit is een toename van bijna 40 procent. De kosten liggen ook in 2006 onder het niveau van 2003, toen de kosten van graffitiverwijdering het hoogst waren. De vandalismeschade aan scholen is in 2005 fors toegenomen. In 2006 is deze stijging omgezet in een daling van naar Voor het eerst sinds 1998 is er sprake van een daling van de vandalismeschade aan scholen vandalismeschade scholen kosten verwijdering graffiti Figuur 1.30 Kosten van vandalisme en graffiti in duizenden euro incl. btw (bron: Gemeente) De totale vandalismeschade aan scholen is niet op wijkniveau beschikbaar. Als alternatief wordt daarom de glasschade aan scholen op wijkniveau weergegeven. De glasschade aan scholen vormt wat betreft het aantal schadegevallen een aanzienlijk deel van de totale schadelast. Navolgende tabel geeft een overzicht van de beschikbare gegevens. 25

26 Tabel 1.1 Glasschade aan scholen per wijk: schadebedrag (incl. btw) en aantal incidenten in 2005 en 2006 Wijk schade (x 1000) verandering aantal meldingen Centrum 10,5 13,2 +27% Oost 18,6 12,4-33% Noord 10,5 12,2 +16% West 12,3 13,7 +12% a Kroeven 21,8 9,5-56% Langdonk 25,7 22,3-13% Kortendijk 4,6 4,3-9% Tolberg 20,9 27,6 +32% Industriegebieden 1,4 0,0 5 Dorpen 2,4 2,7 +14% Gemeente Roosendaal 128,6 117,8-8% Bron: Gemeente Roosendaal verandering De verdeling over de wijken is uiteraard mede afhankelijk van de locaties van schoolgebouwen. De totale schadesom (glasschade) is het afgelopen jaar met 8 procent gedaald. Het grootst is de schade in de wijken Tolberg en Langdonk. In deze twee wijken is 42 procent van de totale schade ontstaan. In de wijk Kroeven is de glasschade het afgelopen jaar sterk gedaald (met 56 procent). Het totale aantal meldingen van glasschade is in 2006 iets afgenomen. Deze afname komt vooral voor rekening van de wijk Kroeven. Het aantal meldingen is juist toegenomen in het Centrum, de dorpen en Tolberg. 26

27 1.6 HALT-VERWIJZINGEN Halt levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. Uitgangspunt voor de werkwijze van Halt is dat het tolereren van ongewenst en strafbaar gedrag eigenlijk een beloning is. De activiteiten van het bureau richten zich op jongeren van 12 tot 18 jaar, die door de politie zijn aangehouden voor bijvoorbeeld vernieling, (winkel)diefstal of overlast met vuurwerk. Via een Halt-procedure kunnen jongeren weer rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met Justitie Meisjes Jongens Mediane leeftijd ,5 15,0 14,5 14,0 13,5 13,0 12,5 12,0 11,5 11,0 10,5 10,0 Figuur 1.31 Aantal verwijzingen naar HALT naar geslacht en leeftijd (bron: Buro HALT) Het aantal minderjarigen dat door de politie wordt doorverwezen naar Bureau Halt vertoont min of meer een jojo-beweging en is in 2006 weer iets toegenomen zoals grafiek 1.31 laat zien. Deze stijging komt volledig voor rekening van meisjes (van 27 naar 45). In 2006 werden 142 jongeren verwezen; een jaar eerder waren dat er nog 129. Bijna eenderde daarvan zijn meisjes. Voor het eerst sinds 2002 is de mediane leeftijd van de jongeren die zijn doorverwezen naar Halt weer gedaald naar 14,5. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde leeftijd: deze is gedaald van 15,2 (in 2005) naar 14,4 (in 2006). Per persoon loopt de leeftijd uiteen van 7,3 tot 17,9 jaar. 27

28 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% Overig Schoolverzuim Vernieling / graffiti Baldadigheid Diefstal Vuurwerk / brandstichting 0% Figuur 1.32 Aantal verwijzingen naar HALT naar delictcategorie (bron: Buro HALT) In 2006 is het aandeel van diefstal met 5 procent afgenomen terwijl het percentage overige delictsoorten met 5 procent is toegenomen. In vergelijking met vorig jaar is het aandeel van de andere delictsoorten vrijwel ongewijzigd gebleven. De delictsoorten schoolverzuim en vernieling/graffiti zijn samen goed voor bijna de helft van de doorverwijzingen (46 procent). Daarnaast is onderzocht in hoeverre de gemiddelde leeftijd verschilt tussen de verschillende delictgroepen (zoals gebruikt in bovenstaande grafiek). De gemiddelde leeftijd loopt uiteen van 12,9 (vernieling/graffiti) tot 15,5 jaar (schoolverzuim). 28

29 2. Slachtofferschap en overlast Hoewel de in het vorige hoofdstuk gepresenteerde harde politiecijfers een goed en betrouwbaar beeld geven van de criminaliteit in Roosendaal, zitten er ook beperkingen aan. Ten eerste kan de politie natuurlijk alleen maar die zaken registreren waarvan ze op de hoogte gebracht wordt of die ze (toevallig) zelf constateert. Aangezien mensen niet overal aangifte van doen of aan de politie melden zijn de politiecijfers een onderschatting van de werkelijke criminaliteit. De mate van onderschatting hangt af van de aangiftebereidheid en die zal variëren tussen de verschillende soorten delicten. Om hier enig zicht op te krijgen worden enquêtes gehouden waarin gevraagd wordt of mensen recent (bijvoorbeeld de laatste 12 maanden) zelf het slachtoffer geweest zijn van bepaalde inbreuken op de veiligheid. Dat gebeurt bijvoorbeeld tweejaarlijks in de Bewonersenquête van de gemeente Roosendaal. In de hoofdstukken 2 en 3 worden de resultaten gepresenteerd van de enquête uit Het voordeel van deze Bewonersenquête is dat vanwege de omvang van de steekproef uitspraken op wijk- en buurtniveau gedaan kunnen worden. Bij sommige soorten inbreuken op de veiligheid is niet echt sprake van persoonlijk slachtofferschap, bijvoorbeeld bij vandalisme en diverse vormen van overlast. Om ook daar een duidelijker beeld van te krijgen wordt in de Bewonersenquête gevraagd in welke mate dergelijke vervelende voorvallen zich voordoen in de buurt waar men woont (paragraaf 2.2). 2.1 SLACHTOFFERSCHAP In deze paragraaf doen we verslag van de mate waarin mensen zelf slachtoffer geweest zijn van een aantal delicten. Aangezien ook gevraagd is of men hiervan aangifte heeft gedaan bij de politie werpt dit ook een ander licht op de politiestatistieken. In figuur 2.1 is aangegeven hoeveel procent van de inwoners de afgelopen 12 maanden slachtoffer is geweest van één van de genoemde delicten. Op basis van deze concrete vragen is te concluderen dat van deze vijf delicten beschadiging van de auto het vaakst voorkomt (21 procent), gevolgd door diefstal van fiets, brommer of scooter (12 procent) en auto-inbraak (9 procent). Van de andere drie delicten is de afgelopen 12 maanden 7 procent of minder van de bewoners slachtoffer geweest. Het aantal mensen dat zegt slachtoffer geweest te zijn van diefstal van fiets, brommer of scooter is gedaald van 16 procent in 2005 naar 12 procent in In de eerste vier maanden van 2006 is een pilot-project uitgevoerd tegen fietsendiefstal: Terugdringen Fietsendiefstal. 29

30 Ook het percentage mensen dat slachtoffer is geweest van beschadiging van de auto is de afgelopen twee jaar licht afgenomen. Bij de andere delicten zijn de verschillen tussen 2005 en 2007 beperkt. 25% 20% 15% 10% 5% beschadiging auto (brom)fietsdiefstal auto-inbraak woninginbraak mishandeling / bedreiging straatroof 0% Figuur 2.1 Slachtofferschap naar soort delict (% in de afgelopen 12 maanden) Het percentage slachtoffers van woninginbraak verschilt alleen in Heerle significant van het gemiddelde: in Heerle is dit percentage benedengemiddeld (4 versus 7 procent). In de periode is in Heerle het percentage slachtoffers van woninginbraak gedaald met 8 procentpunten (12 procent in 2005 naar 4 procent in 2007). Van fietsdiefstal zijn bewoners van Noord en Centrum (beide 10 procent) volgens eigen zeggen het meest vaak slachtoffer geweest. Ook in de voorgaande edities scoorde Centrum bovengemiddeld met het percentage slachtoffers van fietsdiefstal. In Nispen en Kortendijk is het percentage slachtoffers van fietsdiefstal gedaald in 2007 ten opzichte van 2006 (beide met 6 procentpunten). Auto-inbraak is vooral een probleem voor de inwoners van Centrum en Noord. Ook van vernielingen aan de auto zeggen de inwoners van Centrum het vaakst slachtoffer te zijn geweest. In Noord zegt een relatief grotere groep slachtoffer te zijn geweest van mishandeling of bedreiging met geweld (7 procent versus 3 procent gemiddeld). In de twaalf maanden voor juni 2007 zijn relatief meer inwoners van Minnebeek De Krogten slachtoffer geweest van mishandeling of bedreiging dan in de periode voor juni 2005 (3 procentpunten verschil). De bewoners van Centrum zijn relatief vaak het slachtoffer geweest van straatroof (van portemonnee, tasje, mobiele telefoon). In het bovenstaande is ingegaan op het percentage inwoners dat slachtoffer is geworden van een delict. Wat is de aangiftebereidheid van de slachtoffers? De afgelopen jaren is de politie meer kanalen aan gaan bieden om aangifte te doen (bijvoorbeeld via internet). Is de aangiftebereidheid hierdoor toegenomen? In figuur 2.2 wordt de aangiftebereidheid weergegeven. 30

31 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% auto-inbraak straatroof woninginbraak (brom)fietsdiefstal mishandeling / bedreiging beschadiging auto 20% 10% 0% Figuur 2.2 Aangiftebereidheid (% slachtoffers dat aangifte heeft gedaan bij de politie) De aangiftebereidheid voor de verschillende delicten is in 2007 toegenomen, met uitzondering van woninginbraak. Vooral inwoners die slachtoffer zijn geworden van diefstal op straat of in een openbare gelegenheid (straatroof) doen in 2007 vaker aangifte dan in De aangiftebereidheid is het hoogst onder slachtoffers van auto-inbraak en het laagst onder slachtoffers van beschadiging aan de auto. 31

32 2.2 VERVELENDE VOORVALLEN IN DE BUURT Naast het zelf ervaren slachtofferschap is in de Bewonersenquête ook meer in het algemeen gevraagd of bepaalde delicten en andere vervelende voorvallen vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen in de buurt waar men woont. Het meest interessante kengetal is het percentage mensen dat zegt dat iets vaak voorkomt in hun buurt. 11 Figuur 2.3 geeft deze percentages voor de meeste voorvallen waarnaar gevraagd is. In bijlage 5 zijn deze percentages per wijk weergegeven. beschadiging auto's vernieling straatmeubilair bekladding muren / gebouwen inbraak in woningen fietsendiefstal diefstal uit / inbraak in auto's overlast omwonenden geweld, bedreiging, lastig vallen drugsoverlast geluidsoverlast overlast groepen jongeren overlast van bedrijven/industrie overlast van horeca stankoverlast parkeeroverlast te hard rijden 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Figuur 2.3 Percentage dat vindt dat dit vaak voorkomt in hun buurt (Bewonersenquête) Het percentage mensen dat vindt dat gewelddelicten/bedreiging/lastig vallen, bekladding van muren/gebouwen, rommel op straat, overlast van groepen jongeren, drugsoverlast en overlast van horeca vaak voorkomt in hun buurt ligt in 2007 hoger dan twee jaar eerder. De grootste stijging was te zien in de mate waarin overlast van groepen jongeren volgens 11 Soms en (bijna) nooit liggen dichter bij elkaar. Als mensen vaak antwoorden is het veel waarschijnlijker dat er ook echt een probleem is. 32

33 bewoners in de buurt voorkomt. Het percentage inwoners dat van mening is dat auto-inbraak vaak voorkomt in hun buurt ligt in 2007 duidelijk lager dan in De grootste overlast wordt veroorzaakt door het (auto)verkeer: 38 procent vindt dat er in hun buurt vaak te hard wordt gereden en 21 procent ervaart vaak parkeeroverlast. Inwoners hebben het minste overlast van bedrijven/industrie en van de horeca. Overigens is het percentage inwoners dat in hun buurt vaak overlast ervaart van de horeca in 2007 hoger dan in Uit bijlage 5 blijkt dat fietsdiefstal volgens de inwoners het vaakst voorkomt in Centrum, Noord en Kroeven. Het percentage inwoners dat vindt dat fietsdiefstal vaak voorkomt in hun buurt is in 2007 in Nispen duidelijk lager dan in Autoinbraak en vernieling komen volgens de inwoners vooral vaak voor in Centrum, Noord en West voor. In Centrum vindt meer dan eenderde van de mensen dat dit vaak voorkomt in hun buurt. In Noord en West geldt dat voor ongeveer een kwart. Het percentage inwoners van Noord en Nispen dat vindt dat autoinbraak vaak voorkomt in hun buurt significant gedaald in de periode tussen 2005 en In Wouw is het omgekeerde waarneembaar en is dus sprake van een stijging. In Nispen, Heerle en Moerstraten is het percentage inwoners dat vindt dat autovernieling vaak voorkomt in hun buurt in 2007 gedaald ten opzichte van In West is het omgekeerde gebeurd en is het percentage toegenomen. Volgens de inwoners komt woninginbraak het vaakst voor in West en Kortendijk (bijlage 5). In beide wijken geldt dat het percentage inwoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt in 2007 hoger ligt dan in Een daling van dit percentage is te zien in de wijken Oost en Noord. 33

34 Figuur 2.4 Percentage dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt (enquête 2007) Gewelddelicten of bedreiging komen volgens de bewoners van Centrum, Noord, Kroeven en West in hun buurt vaker voor dan gemiddeld. Uit de vorige paragraaf bleek dat alleen Noord meer slachtoffers dan gemiddeld heeft. In Kroeven ligt het percentage inwoners dat vindt dat gewelddelicten of bedreiging vaak voorkomt in hun buurt in 2007 hoger dan in Dit geldt overigens ook voor de wijk Minnebeek de Krogten. Overlast van groepen jongeren is volgens bewoners vooral een probleem in Kroeven, West en Langdonk (bijlage 5). Bovendien zijn Kroeven en West de enige wijken waar deze overlast volgens de bewoners groter is dan twee jaar geleden. In Kroeven spelen de problemen met overlast van groepen jongeren in de buurten Kroeven-noordwest, Kroevennoordoost, Kroeven-zuidwest en Kroeven-zuidoost. In Kroeven-noordwest vindt 55 procent van de inwoners dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt. De overlast is ook hoog in de buurten Ettingen, Scherpdeel en West. In Langdonk concentreren de problemen zich duidelijk in Langdonk-oost. Ook in Vijfhuizenberg komt overlast van groepen jongeren relatief vaak voor. 34

35 Figuur 2.5 Percentage dat vindt dat jeugdoverlast vaak voorkomt in hun buurt (enquête 2007) Overlast van omwonenden is iets wat volgens de bewoners vooral voorkomt in de wijk Noord. In 2005 hoorden ook Langdonk en West tot de wijken waar overlast van omwonenden vaak voorkomt. In Langdonk is het percentage inwoners dat vindt dat deze vorm van overlast vaak voorkomt significant gedaald (10 procent in 2005 naar 4 procent in 2007). Geluidsoverlast komt in 2005 en 2007 het meest vaak voor in het Buitengebied, het Centrum en de Industriegebieden. In 2007 kunnen daar de wijken Noord en West aan worden toegevoegd. De oorzaak van de geluidsoverlast zal waarschijnlijk verschillend zijn in deze wijken (industrie, verkeer, uitgaanspubliek). Stankoverlast komt vaker dan gemiddeld voor in het Buitengebied en de Industriegebieden, maar ook in West en Centrum. Net als in 2005 heeft men vooral in Noord en Centrum overlast van horeca. In 2005 was de overlast van industrie en bedrijven geconcentreerd in de Industriegebieden en het Buitengebied. In 2007 is de overlast van industrie en bedrijven ook in de wijken Noord en West hoger dan gemiddeld. 35

36 In het kader van de GSB 12 -monitor is een schaalscore overlast ontwikkeld. 13 Figuur 2.6 laat zien hoe Roosendaal scoort ten opzichte van in omvang vergelijkbare gemeenten. Op deze score overlast laat Roosendaal in vergelijking met de andere gemeenten in 2005 een vrij gunstig beeld zien: net zo hoog als in Almelo, maar gunstiger dan in de andere gemeenten. In Heerlen, Alkmaar en Helmond ervaren de bewoners de meeste overlast. Opvallend is wel dat de scores dichter bij elkaar zijn komen te liggen. In Heerlen, waar de overlast het grootst is, daalde de score aanzienlijk van 3,8 in 2003 naar 3,3 in Aan de andere kant van de rangorde is in 2005 de overlast juist toegenomen in Roosendaal en Almelo. De overlast is in 2007 in de gemeente Roosendaal verder toegenomen: inwoners ervaren in 2007 meer overlast dan in De overlast is in 2007 bovengemiddeld in Noord, Langdonk, Centrum, Kroeven en West. In 2007 is de ervaren overlast binnen de wijken niet (significant) veranderd ten opzichte van Roosendaal 2,6 Almelo Bergen op Zoom Leeuwarden Venlo 1,7 2,3 2,4 2,5 2,6 Helmond Alkmaar 2,9 3, Heerlen 3,4 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 5,5 6,0 Figuur 2.6 Gemiddelde score op overlast voor 9 middelgrote gemeenten Het project Courage is begin 2003 van start gegaan, waarin Roosendaal en Bergen op Zoom gezamenlijk de drugsproblematiek aanpakken. Ondanks deze inspanningen is de drugsoverlast op het niveau van de gemeente in 2007 (significant) toegenomen. Gaf in 2005 nog 8 procent van de bewoners aan vaak drugsoverlast te ervaren in hun buurt, in 2007 is dat 10 procent (bijlage 5). Ook in de wijken Noord, Kroeven en West is een duidelijke toename te zien van drugsoverlast. De ervaren drugsoverlast in de wijk Noord fluctueert sterk: van 18 procent in 2001, 27 procent in 2003, naar 19 procent in 2005 en 31 procent in De eerder ingezette daling van de drugsoverlast in Centrum is in 2007 omgebogen in een stijging. In 2007 is het percentage bewoners dat aangeeft vaak drugsoverlast te ervaren in hun buurt bovengemiddeld in Noord, Centrum, West en Kroeven. 12 Grote Stedenbeleid 13 Deze schaal heeft betrekking op: overlast van groepen jongeren, overlast van omwonenden en geluidsoverlast. De mate waarin dit volgens de bewoners voorkomen in hun buurt bepaalt de score die minimaal 0 (komt nauwelijks voor) en maximaal 10 (komt zeer vaak voor) bedraagt. 36

37 Op buurtniveau springen nog steeds Parklaan-Hoogstraat (58 procent) en Centrum-oud (40 procent) eruit. De drugsoverlast is in de periode binnen Parklaan-Hoogstraat met 16 procentpunten toegenomen en binnen Centrum-oud met 6 procentpunten. In de Stationsbuurt heeft 37 procent van de bewoners in hun buurt vaak overlast van drugs Figuur 2.7 Percentage dat vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in hun buurt (enquête 2007) Voor de zogenaamde kleine ergernissen is in het kader van de GSB-monitor een schaalscore verloedering ontwikkeld. 14 In figuur 2.8 wordt aangegeven hoe Roosendaal scoort ten opzichte van in omvang vergelijkbare gemeenten. 14 Deze schaal heeft betrekking op: bekladding van muren en gebouwen, vernieling van telefooncellen en bushokjes, rommel op straat en hondenpoep. De mate waarin dit volgens de bewoners voorkomt in hun buurt bepaalt de score die minimaal 0 (komt nauwelijks voor) en maximaal 10 (komt zeer vaak voor) bedraagt. 37

38 Almelo 2,9 Leeuwarden 3,9 Venlo 4,3 Helmond 4,3 Roosendaal 4,4 Bergen op Zoom Heerlen 4,4 5, Alkmaar 5,1 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 5,5 6,0 Figuur 2.8 Gemiddelde score op verloedering voor 9 middelgrote gemeenten Qua verloedering van de openbare ruimte neemt Roosendaal een middenpositie in. De problemen zijn het grootst in Alkmaar en Heerlen, maar aanmerkelijk kleiner in Almelo. In veel gemeenten is de situatie verbeterd. Dat geldt vooral voor Helmond en Leeuwarden. De mate van verloedering schommelt in Roosendaal en ligt in 2007 weer op het niveau van De verloedering is in 2007 bovengemiddeld in de wijken Langdonk, Kroeven, Centrum, Noord en West. De verloedering binnen de wijken is in 2007 niet (significant) veranderd ten opzichte van Buurten waar de verloedering in 2007 het grootst is: Kroeven-noordwest, Centrum-oud, Tolberg-oost, Scherpdeel en Langdonk-west (5,5 en hoger). Maar ook Ettingen, Langdonk-oost, Parklaan-Hoogstraat en Kroeven Zuid-oost scoren slecht (variërend van 5,3 en 5,4). Hoewel de mate van verloedering in Kroeven-noordoost niet bovengemiddeld is, is in deze buurt wel sprake van een verslechtering. In Kalsdonk, die in 2005 nog tot de meest verloederde buurten hoorde, is de situatie volgens de bewoners sterk verbeterd. 38

39 Figuur 2.9 Gemiddelde score op verloedering per buurt (Bewonersenquête 2007) 39

40 3. Veiligheid en preventie De objectief geregistreerde criminaliteit en de subjectief ervaren onveiligheid houden wel met elkaar verband maar kunnen zich ook gemakkelijk tegengesteld ontwikkelen. Ten eerste is er een verschil tussen de gepleegde en de geregistreerde criminaliteit, dat veroorzaakt wordt doordat niet overal aangifte of melding van wordt gedaan (zie paragraaf 2.1). Ten tweede heeft het ene misdrijf meer impact op de ervaren onveiligheid dan het andere. Dat hangt af van de aard van het misdrijf maar ook van de plaats waar het gepleegd is (bijv. in de buurt), het slachtoffer (bijv. een bekende of iemand waarmee men zich kan identificeren) en de aandacht ervoor in de media. De gevoelens van (on)veiligheid worden beschreven in paragraaf 3.1. In paragraaf 3.2 wordt verder ingegaan op een aantal zaken dat met preventie samenhangt zoals: het mijden van bepaalde plekken in de buurt, het toezicht van politie en/of stadswacht, de inspanningen van de gemeente en maatregelen die men zelf getroffen heeft om woninginbraak te voorkomen. Net zoals cijfers in het vorige hoofdstuk zijn de cijfers in hoofdstuk 3 afkomstig uit VEILIGHEIDSGEVOEL Over het veiligheidsgevoel zijn twee vragen gesteld: of men zich wel eens onveilig voelt en of men een rapportcijfer wil geven voor het veiligheidsgevoel in de buurt. Ruim eenderde (37%) van de Roosendaalse bevolking zegt zich wel eens onveilig te voelen. Dat is meer dan in 2003 toen het om ruim een kwart ging en meer dan in 2005 toen het om een kleine derde (31%) ging. Landelijk is het percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt tussen 2003 en 2007 gedaald van 28 naar 22 procent. In de regio Midden- en West-Brabant is die daling nog veel sterker, van 30 naar 22 procent. De misdaadcijfers uit paragraaf 1.2 lijken een dergelijke afwijkende trend niet te rechtvaardigen dus mogelijk spelen er onderzoekstechnische aspecten een rol. Concentreren we ons daarentegen op het aantal mensen dat zegt zich vaak onveilig te voelen dan liggen de cijfers dichter bij elkaar. Landelijk geeft 2,9 procent van de mensen in de VMR 15 aan zich vaak onveilig te voelen (in 2003 nog 5,0 procent). Voor de regio Middenen West-Brabant zijn de percentages vergelijkbaar (2,9 in 2007 versus 5,2 procent in 2003). Volgens de Bewonersenquête 2007 voelt 5,2 procent van de inwoners van Roosendaal zich vaak onveilig (in 2005 was dit 2,9). Ook hier is dus sprake van een tegengestelde ontwikkeling ten opzichte van de landelijke en regionale cijfers. Uit figuur 3.1 is verder af te lezen dat de onveiligheidsgevoelens in Roosendaal sterk variëren naar geslacht en leeftijd. Vrouwen voelen zich vaker onveilig dan mannen (41 versus 32 procent). Daar waar in 2005 de jongste leeftijdsgroep (16-19 jaar) zich het vaakst wel eens onveilig voelde is dit nu de groep twintigers (42% in 2007 versus 34% in 2005). In de jongste leeftijdsgroep is zelfs sprake van een lichte daling in het onveiligheidsgevoel. 15 Veiligheidsmonitor Rijk 40

41 Verder is de stijging van het percentage Roosendalers dat zich onveilig voelt niet toe te wijzen aan een enkele leeftijdsgroep. man vrouw jaar jaar jaar jaar jaar 60 jaar en ouder Roosendaal totaal Midden- en West-Brabant Nederland 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Figuur 3.1 Percentage dat zich wel eens onveilig voelt (Bewonersenquête/VMR/Politiemonitor) Net als in 2005 is in de Bewonersenquête 2007 gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. Ruim een kwart (29%) antwoordt daarop bevestigend. In Parklaan Hoogstraat voelen de meeste mensen zich wel eens onveilig (60 procent) maar ook de Spoorstraat-Van Coothlaan (56%) en Stationsbuurt (51%) scoren slecht. Ten opzichte van 2005 is het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt het sterkst toegenomen in Kroeven- Noordoost (van 21% naar 48%) en in Spoorstraat-Van Coothlaan (van 32% naar 56%). Een positieve ontwikkeling is te zien in Tolberg-centrum (van 30% in 2005 naar 20% in 2007) Een ander beeld ontstaat als mensen een rapportcijfer geven aan de veiligheid in hun eigen buurt. Hoe veilig (10) of onveilig (1) voelt men zich in de eigen buurt? Het gemiddelde rapportcijfer dat de Roosendaalse bevolking geeft voor de veiligheid in de eigen buurt is 6,8. Na enige stijging de afgelopen jaren, is dat cijfer nu vergelijkbaar met In tabel 3.1 is per wijk het gemiddelde rapportcijfer weergegeven dat inwoners geven voor de veiligheid in de eigen buurt. Op wijkniveau voelen de bewoners van Noord zich het meest onveilig (5,9). Ook in Kroeven (6,0), Centrum (6,2), West (6,3), de industriegebieden (6,5) en Langdonk (6,5) voelt men zich minder veilig dan gemiddeld. Het veiligst voelt men zich in Tolberg (7,4) en in de dorpen. 41

42 Tabel 3.1 Gemiddeld rapportcijfer veiligheid in de buurt (Bewonersenquête 2007) Wijk Centrum 6,1 6,7 6,7 6,2 1 Oost 6,7 7 7,1 6,8 2 Noord 5,7 6,1 6,1 5,9 3 West 6,3 6,7 6,6 6,3 4a Kroeven 6,6 7 6,6 6 4b Minnebeek-De Krogten 6,8 7,3 7,2 6,9 5 Langdonk 6,6 7,2 6,8 6,5 6 Kortendijk 6,7 7,4 7,3 6,9 7 Tolberg 7,4 7,7 7,5 7,4 8 Industriegebieden 6 6,9 6,7 6,5 Buitengebied Roosendaal 6,6 7,3 7, Nispen 7 7,8 7,9 7,4 11 Wouw 7,1 7,7 7,6 7,3 12 Heerle 7 7,7 7,9 7,6 13 Moerstraten 7,4 7,9 7,8 7,4 14 Wouwse Plantage 7,3 7,9 7,8 7,5 Gemeente Roosendaal 6,7 7,2 7,1 6,8 In figuur 3.2 is op het kaartje van Roosendaal weergegeven hoe veilig de verschillende buurten en dorpen ervaren worden door hun bewoners. Wederom zijn de meest onveilige buurten rood gekleurd en de meest veilige (donker)groen. Het meest onveilig voelt men zich in Parklaan-Hoogstraat (5,2), Ettingen (5,6) en Centrumoud en Kroeven-noordoost (5,7). De buurten waar de inwoners zich het veiligst voelen zijn nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Weihoek-oost, Landerije, Tolberg-west en de dorpen springen er positief uit. 42

43 Figuur 3.2 Gemiddeld rapportcijfer veiligheidsgevoel in de buurt (Bewonersenquête 2007) Het kaartje over het veiligheidsgevoel in de buurt vertoont een grote gelijkenis met het kaartje over de totaalscore van meldingen bij de politie (figuur 1.28). Mensen voelen zich het veiligst in die buurten waar ook volgens de politieregistratie de minste incidenten plaats vinden. Bij de (vermeend) onveilige buurten zien we een opvallen verschil in Kroevennoordwest. Hoewel de mensen zich hier relatief onveilig voelen behoort deze buurt volgens de politiecijfers niet tot de meest onveilig buurten. Het tegenovergestelde lijkt het geval in Fatima-Villapark en Vrouwenhof. Hoewel daar relatief veel meldingen en aangiften vandaan komen voelen de mensen zich er betrekkelijk veilig. 43

44 3.2 PREVENTIE Van alle bewoners in Roosendaal van 16 jaar en ouder zegt 38% één of meerdere plekken in hun buurt te mijden omdat ze er zich niet veilig voelen. Alleen in Kroeven (58%) en Noord (54%) is dat meer dan de helft. In Centrum, West en Langdonk ligt het percentage tussen de 40 en 50 procent. Aan de positieve kant van het spectrum bevinden zich de dorpen Heerle, Moerstraten, Wouwse Plantage en Wouw. Daar mijdt minder dan 20 procent van de mensen bepaalde plekken in hun buurt. In de kern Roosendaal springt Tolberg er, met een kwart, gunstig uit. Mensen is ook gevraagd aan te geven waarom ze zich daar niet veilig voelen. In figuur 3.3 wordt voor alle inwoners weergegeven wat daarop de antwoorden zijn. weinig toezicht 19% anders 12% hangjongeren 45% criminaliteit 14% verkeer 10% Figuur 3.3 Reden waarom men onveilige plekken in de buurt mijdt (Bewonersenquête) De belangrijkste reden waarom men bepaalde onveilige plekken in de buurt mijdt zijn rondhangende jongeren waar blijkbaar een bepaalde dreiging vanuit gaat (45 procent). Dat er ter plaatse weinig toezicht of sociale controle is, is voor 19% van de mensen de belangrijkste reden om bepaalde plekken in de buurt te mijden. Criminaliteit (14 procent) en verkeer (10 procent) spelen een minder belangrijke rol. Ten slotte geeft 12 procent aan dat het om een andere reden gaat. De meest genoemde zijn daar het ontbreken van voldoende verlichting en de drugsproblematiek. Eén van de factoren die het veiligheidsgevoel positief kunnen beïnvloeden is de hoeveelheid blauw op straat. Evenals in voorgaande enquêtes is dit jaar aan de mensen gevraagd of ze vinden dat er voldoende toezicht in hun buurt is door de politie of stadswachten. In figuur 3.4 worden de resultaten naast elkaar gezet. Er lijkt sprake van een lichte negatieve ontwikkeling in het oordeel over het toezicht in de buurt maar de verschillen zijn niet heel groot. Er zijn nog wel steeds minder mensen die vinden dat het toezicht onvoldoende is dan in Net als in 2003 en 2005 voelen negen van de tien inwoners zich veiliger op straat als er toezicht is (51 procent zeker en 40 procent enigszins). 44

45 % inwoners 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% voldoende twijfelachtig onvoldoende weet niet Figuur 3.4 Oordeel over het toezicht van Politie/Stadswacht in de buurt (Bewonersenquête) Er zijn wat betreft het toezicht van politie en stadswacht duidelijke verschillen tussen de wijken. In Langdonk vindt meer dan 40 procent dat er te weinig toezicht in de buurt is. In Wouw en Heerle is dit percentage ontevredenen het kleinst, ongeveer 20 procent. Kijken we naar de kern Roosendaal dan ligt in Tolberg het percentrage ontevredenen het laagst (27%). Kijken we echter naar het percentage mensen dat het toezicht in de buurt echt voldoende vindt dan scoren Wouw (23 procent), Heerle (18%) en Centrum (17 procent) het best. In het veiligheidsbeleid van de afgelopen jaren is er bijzondere aandacht geweest voor preventieve maatregelen om woninginbraak te voorkomen, zoals bij voorbeeld het Politiekeurmerk Veilig Wonen. In figuur 3.5 wordt weergegeven hoeveel procent van de huishoudens de betreffende maatregelen hebben getroffen om woninginbraak te voorkomen. 45

46 's avonds licht laten branden extra sloten / grendels 59% 60% 59% 59% extra buitenverlichting 49% 49% inbraakalarm Politiekeurmerk Veilig Wonen anders 11% 12% 13% 10% 11% 16% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 3.5 Percentage dat maatregel heeft getroffen om woninginbraak te voorkomen Ongeveer zestig procent van de huishoudens laat s avonds het licht branden als ze niet thuis zijn of hebben extra sloten en grendels aangebracht om woninginbraak te voorkomen. De helft heeft bovendien extra buitenverlichting aangebracht. Eén op de negen huishoudens geeft aan een inbraakalarm te hebben aangebracht en ongeveer één op de acht heeft het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Ten slotte geeft één op de negen ondervraagden ook nog andere preventiemaatregelen te hebben genomen. Het vaakst genoemd worden dan rolluiken, gevolgd door een (waak)hond. Voor de meeste preventiemaatregelen geldt dat ze vaker getroffen worden door mensen met een koopwoning dan door huurders. Een uitzondering hierop is het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Eén op de twaalf huiseigenaren zegt dit Politiekeurmerk te hebben terwijl dat bij de huurders van corporatiewoningen maar liefst een kwart is. Overigens komt deze preventiemaatregel bij particuliere huurders bijna nooit voor. Tot slot hebben we de mensen de vraag voorgelegd of ze vinden dat de gemeente Roosendaal voldoende doet om hun buurt veilig te houden. Dat blijkt een lastige vraag, bijna tweederde weet dat niet of heeft daarover geen mening. Van de mensen die over de inspanningen van de gemeente op dit vlak wel een opvatting hebben vindt 64% dat deze onvoldoende zijn. 46

47 4. Samenvatting In dit hoofdstuk laten we de belangrijkste bevindingen nog even de revue passeren. Allereerst wordt een aantal opvallendheden gepresenteerd: onderwerpen die in de rapportage eruit springen. Hierop volgt in het kort per delict een overzicht van de objectieve en subjectieve gegevens uit de drie voorgaande hoofdstukken. Vervolgens gaan we nog kort in op de thema s overlast, verloedering en preventie. Per thema wordt ook aangegeven in welke wijken en buurten het betreffende delict relatief het meeste voorkomt en in welke wijken en buurten er sprake is van een duidelijk negatieve ontwikkeling. Buurten waarbij het aantal inwoners en werknemers lager is dan personen zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. 4.1 OPVALLENDHEDEN In de eerste vier maanden van 2006 is een pilot-project in de gemeente Roosendaal uitgevoerd: Terugdringen Fietsendiefstal. Het aantal fietsendiefstallen is in 2006 afgenomen. In 2006 werd 737 keer aangifte gedaan; in 2005 en 2004 was dat nog respectievelijk 893 en 990 keer. Bij het veiligheidsgevoel is er sprake van een tweeledig beeld. Met het rapportcijfer van de inwoners voor de veiligheid in de eigen buurt krijgt de gemeente een ruime voldoende (6,8). Het rapportcijfer toont een stabiel beeld waarin vanaf 2001 eerste een lichte stijging is te zien en nu een daling. Die daling komt overeen met de antwoorden op de vraag of iemand zich wel eens onveilig voelt. Ruim eenderde (37%) van de Roosendaalse bevolking zegt zich wel eens onveilig te voelen. Dat is meer dan in 2003 toen het om ruim een kwart ging en meer dan in 2005 toen het om een kleine derde ging. Landelijk en regionaal is juist sprake van een daling van het percentage inwoners dat zich onveilig voelt. Ondanks de inspanningen binnen het project Courage is de drugsoverlast op het niveau van de gemeente in 2007 toegenomen. Gaf in 2005 nog 8 procent van de bewoners aan vaak drugsoverlast te ervaren in hun buurt, in 2007 is dat 10 procent. 47

48 4.2 SAMENVATTING PER DELICT Woninginbraken misdaadmeter district Roosendaal Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. objectief In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 46 e positie in als het gaat om woninginbraken. Stijging district BoZ; daling in districten Breda, Oosterhout, Tilburg. Stijgende trend na een aantal stabiele jaren. Industriegebieden, West, Noord Industriegebieden, West, Noord, Moerstraten, Heerle, Minnebeek-De Krogten Landerije, Borchwerf, Scherpdeel, Kroeven-noordwest, Vijfhuizenberg Herreweg, Vijfhuizenberg, Majoppeveld, Heerle, Tolberg-West Subjectief slachtofferschap Slachtofferschap blijft gelijk aangiftebereidheid Aangiftebereidheid licht gedaald beleving Toename van het aandeel inwoners dat vindt dat woninginbraak in de buurt vaak voorkomt. Geweldsdelicten (incl.straatroof) objectief misdaadmeter In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 21 e positie in als het gaat om straatroof en een 42 e positie als het gaat om mishandeling. district Roosendaal Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. Lichte toename schending van de lichamelijke integriteit; ook een lichte toename in de districten Breda, Oosterhout, Tilburg. Sterk stijgende trend; Binnen het district daling in Bergen op Zoom, Haldeberge, Steenbergen en Woensdrecht. Centrum, Noord, West, Buitengebied, Nispen Centrum, Noord, West, Buitengebied, Nispen Centrum-oud, Ettingen, Vroenhout, Heerma van Vossstraat-Molenbeek, Kalsdonk Heerma van Vossstraat-Molenbeek, Ettingen, Kalsdonk, Stationsbuurt subjectief slachtofferschap Slachtofferschap blijft gelijk. aangiftebereidheid Aangiftebereidheid neemt iets toe (bij straatroof is sprake van een sterke toename). beleving Toename van het aandeel inwoners dat vindt geweld, bedreiging, lastigvallen in de buurt vaak voorkomt. 48

49 Autodiefstal misdaadmeter objectief In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 40 e positie in als het gaat om autodiefstal. district - Roosendaal Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. Licht dalende trend. Minnebeek-De Krogten, Oost Minnebeek-De Krogten, Oost (verbetering in de meeste andere wijken) Minnebeek-Watermolen, Herreweg, Keijenburg, Fatima-Villapark Herreweg, Bovendonk, Keijenburg, Sint Josephbuurt, Vrouwenhof subjectief slachtofferschap - aangiftebereidheid - beleving - Diefstal uit/af auto objectief misdaadmeter In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 63 e positie in als het gaat om diefstal uit/af auto. district Roosendaal Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. Daling; ook een daling in de districten Breda, Oosterhout, Tilburg. Sterke daling na een aantal jaren stijging. Noord, Centrum, West Nispen, Heerle Herreweg, Parklaan-Hoogstraat, Centrum-oud, Centrum-nieuw, Minnebeek-Watermolen Heerma van Vossstraat-Molenbeek, Bovendonk subjectief slachtofferschap Slachtofferschap blijft gelijk. aangiftebereidheid Aangiftebereidheid neemt iets toe. beleving Daling van het aandeel inwoners dat vindt dat diefstal uit/inbraak in auto s vaak voorkomt in hun buurt. 49

50 Diefstal fiets/bromfiets objectief misdaadmeter In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 98 e positie in als het gaat om diefstal van bromfiets/snorfiets. district - Roosendaal Daling uit 2005 zet zich door in Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. Centrum West (kleine stijging) Stationsbuurt, Centrum-oud, Centrum-nieuw, Heerma v.vossstraat Molenbeek, Vrouwenhof Scherpdeel, Kalsdonk, Keijenburg, Weihoek-oost, Fatima-villapark (bromfiets) subjectief slachtofferschap Slachtofferschap licht gedaald. aangiftebereidheid Aangiftebereidheid neemt iets toe. beleving Aandeel inwoners dat vindt dat fietsendiefstal vaak voorkomt in hun buurt is gelijk gebleven. Overlast jeugd objectief misdaadmeter - district - Roosendaal Wijken top Negatieve ontw. Buurten top Negatieve ontw. Stabiel, wel stijging doorverwijzing naar HALT, vooral meer meisjes doorverwezen. Kroeven, Langdonk West, Noord, Kroeven Herreweg, Parklaan-Hoogstraat, Centrum-oud, Centrum-nieuw, Minnebeek-Watermolen Kroeven-noordwest, Spoorstraat-Van Coothlaan, Heerle-kern, Tolbergcentrum subjectief slachtofferschap - aangiftebereidheid - beleving Sterke toename van het aandeel inwoners dat vindt dat overlast van jeugd vaak voorkomt in hun buurt. 50

51 Drugsoverlast misdaadmeter objectief Gemeente Roosendaal neemt met de handel in softdrugs op de misdaadmeter een 13 e positie in, buurgemeente Bergen op Zoom scoort ongunstiger met een 5 e positie. district - Roosendaal Na twee opeenvolgende jaren van daling is het aantal meldingen in 2006 gestegen. Wijken - top Negatieve ontw. Buurten - top Negatieve ontw. Centrum, Noord, West, Oost Oost, West Centrum-oud, Parklaan-Hoogstraat, Fatima-villapark, Ettingen, Stationsbuurt. Nispen-kern, Langdonk-west subjectief slachtofferschap - aangiftebereidheid - beleving Het percentage inwoners dat vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in hun buurt ligt in 2005 hoger dan in

52 Ontwikkeling Vernielingen (auto, openbaar gebouw, vandalisme/baldadigheid) objectief misdaadmeter In de lijst van Nederlandse gemeenten neemt Roosendaal een 87 e positie in als het gaat om vernielingen aan auto s en een 293 e positie als het gaat om vernieling aan openbare gebouwen. district - Roosendaal Het aantal meldingen van vandalisme/vernieling is in 2006 (licht) afgenomen. Het aantal meldingen ligt daardoor op het laagste niveau in 10 jaar. In 2004 is het aantal meldingen van vernieling aan de auto met 21 procent gestegen. Deze daling is in 2005 omgebogen in een afname die in 2006 beperkt is voortgezet. De kosten voor verwijderen van graffiti zijn toegenomen. De kosten verbonden aan vandalismeschade aan scholen zijn afgenomen. Wijken - top Negatieve ontw. Vernieling auto: Centrum, West, Noord, Minnebeek-De Krogten, Oost Vernieling openbaar gebouw: Langdonk, Kroeven en West Vandalisme/baldadigheid: Buitengebied, Centrum, Langdonk Vernieling auto: Oost Vernieling openbaar gebouw: Langdonk Vandalisme/baldadigheid: Buitengebied, Wouw, Wouwse Plantage Buurten - top Negatieve ontw. Vernieling auto: Centrum-oud, Kalsdonk, Vrouwenhof, Herreweg, Ettingen Vernieling openbaar gebouw: Vrouwenhof, Tolberg-oost, Ettingen, Bovendonk, Kroeven-zuidwest Vandalisme/baldadigheid: Centrum-oud, Vijfhuizenberg, Langdonk-oost Vernieling auto: Scherpdeel, Parklaan-Hoogstraat, Bovendonk Vernieling openbaar gebouw: Centrum-oud, Scherpdeel, Tolberg-centrum Vandalisme/baldadigheid: Wouw-kern, Centrum-nieuw, Heerma v. Vossstraat-Molenbeek subjectief slachtofferschap Slachtofferschap ligt gedaald. aangiftebereidheid Aangiftebereidheid ligt gestegen. beleving Daling van het aandeel inwoners dat vindt dat beschadiging van auto s en straatmeubilair vaak voorkomt in hun buurt. Stijging van het aandeel inwoners dat vindt dat bekladding van muren/gebouwen vaak voorkomt in hun buurt. 52

53 Relatie-/burenproblemen objectief misdaadmeter - district - Roosendaal Dalende trend na hoogtepunt in Wijken - top Negatieve ontw. Buurten - top Negatieve ontw. West, Minnebeek-De Krogten, Langdonk, Noord West, Kroeven Ettingen, Kroeven-noordwest, Scherpdeel, Langdonk-west, Herreweg Kroeven-noordwest, Stationsbuurt subjectief slachtofferschap - aangiftebereidheid - beleving Het percentage inwoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in hun buurt is ongeveer gelijk gebleven. Ongevallen objectief misdaadmeter - district Roosendaal Wijken - top Negatieve ontw. Buurten - top Negatieve ontw. Stijging aantal aanrijdingen per inwoners; daling in de districten Breda, Tilburg. Daling ongevallen materieel, gelijk blijvend ongevallen met letsel. Buitengebied, Centrum n.v.t. (Rijksweg), Fatima-villapark, Centrum-oud, Vrouwenhof, Centrum-nieuw. Kroeven-zuidoost, Kroeven-noordwest, Sint Josephbuurt subjectief slachtofferschap - aangiftebereidheid - beleving - 53

54 4.3 OVERLAST, VERLOEDERING EN PREVENTIE Overlast (schaalscore) De overlast is in 2007 in de gemeente Roosendaal verder toegenomen: inwoners ervaren in 2007 meer overlast dan in De overlast is in 2007 bovengemiddeld in Noord, Langdonk, Centrum, Kroeven en West. Verloedering (schaalscore) De verloedering in Roosendaal is weer iets toegenomen en bevindt zich weer op het niveau van De verloedering is in 2007 bovengemiddeld in de wijken Langdonk, Kroeven, Centrum, Noord en West. Preventie Van alle bewoners in Roosendaal van 16 jaar en ouder zegt ruim een derde één of meerdere plekken in hun buurt te mijden omdat ze er zich niet veilig voelen. Alleen in Kroeven en Noord is dat meer dan de helft. De belangrijkste reden waarom men bepaalde onveilige plekken in de buurt mijdt zijn rondhangende jongeren waar blijkbaar een bepaalde dreiging vanuit gaat (45 procent). Er lijkt sprake van een lichte negatieve ontwikkeling in het oordeel over het toezicht in de buurt, maar de verschillen zijn niet heel groot. In Langdonk vindt meer dan 40 procent dat er te weinig toezicht in de buurt is. Ongeveer zestig procent van de huishoudens laat s avonds het licht branden als ze niet thuis zijn of hebben extra sloten en grendels aangebracht om woninginbraak te voorkomen. De helft heeft bovendien extra buitenverlichting aangebracht. Eén op de twaalf huiseigenaren zegt het Politiekeurmerk te hebben terwijl dat bij de huurders van corporatiewoningen maar liefst een kwart is. 54

55 Bijlagen Bijlage 4 laat zien dat de verschillende soorten incidenten vrij sterk met elkaar correleren. Als een buurt op één aspect slecht scoort geldt dat vaak ook voor veel van de andere aspecten. De onveiligste buurten (bovenin de tabel) kleuren grotendeels rood en de veiligste buurten (onderin de tabel) over de hele linie groen. Maar er zijn in bijna elke buurt ook uitzonderingen: delicten waarop de buurt juist veel gunstiger of ongunstiger scoort dan gemiddeld. Vrijwel elke buurt kent dus sterkere en zwakkere aspecten. Overigens speelt daarbij ook de toevalsfactor een rol, vooral bij delicten die niet zo vaak voorkomen (zoals straatroof en vandalisme) en in kleinere buurten (zoals de buitengebieden en industriegebieden). De combinatie van deze twee aspecten verklaart de uitzonderlijk hoge score (1 e positie) op vernieling openbare gebouwen in de buurt Nieuwenberg. In werkelijkheid betreft het slechts 1 incident. Om deze reden zijn de buurten met weinig inwoners én weinig werkenden (samen minder dan 1.000) in bijlage 4 cursief en niet-vet afgedrukt Behalve de buitengebieden en de dorpskernen van Moerstraten en Wouwse Plantage betreft het de nieuwbouwbuurt Landerije, met (gemiddeld) nog uitzonderlijk weinig inwoners en geen werknemers. 55

56 Bijlage 1: Probleem-locatie-matrix per wijk (Bron: Politiecijfers BPS-systeem ) Inbraak woningen (a) Geweld (a) Straatroof (a) Diefstal auto (a) Centrum Oost Noord West a Kroeven b Minnebeek - de Krogten Langdonk Kortendijk Tolberg Industriegebied Buitengebied Roosendaal Nispen Wouw Heerle Moerstraten Wouwse Plantage Gemeente totaal Overlast drugs (p) Vernieling auto (a) Vernieling openbaar gebouw (a) Vandalisme en baldadigheid (p) Centrum Oost Noord West a Kroeven b Minnebeek - de Krogten Langdonk Kortendijk Tolberg Industriegebied Buitengebied Roosendaal Nispen Wouw Heerle Moerstraten Wouwse Plantage Gemeente totaal

57 Diefstal af / uit auto (a) Diefstal bromfiets (a) Diefstal fiets (p) Overlast jeugd (p) Centrum Oost Noord West a Kroeven b Minnebeek - de Krogten Langdonk Kortendijk Tolberg Industriegebied Buitengebied Roosendaal Nispen Wouw Heerle Moerstraten Wouwse Plantage Gemeente totaal Buren- en relatieproblemen (p) Verkeersongevallen materieel (p) Verkeersongevallen met letsel (p) Geen/weinig incidenten Ondergemiddeld aantal incidenten Gemiddeld aantal incidenten Bovengemiddeld aantal incidenten Centrum (Relatief) veel incidenten Oost Noord West a Kroeven b Minnebeek - de Krogten Langdonk Kortendijk Tolberg Industriegebied Buitengebied Roosendaal Nispen Wouw Heerle Moerstraten Wouwse Plantage Gemeente totaal In de cellen wordt afgebeeld het absolute aantal aangiften (a) of processen/meldingen (p) in de betreffende wijk. De kleurcodering geeft aan of dit delict relatief veel of weinig voorkomt in de wijk. Hierbij wordt eerst gecorrigeerd voor de grootte van de wijk, door te delen door het aantal woningen (bij woninginbraak) of door de som van het aantal inwoners en het aantal werkzame personen in de wijk (bij overige incidenten). Het resulterende verhoudingsgetal per wijk wordt gedeeld door het verhoudingsgetal van de hele gemeente. Bedraagt dat minder dan 0,4 dan valt de wijk in de eerste categorie (geen/weinig incidenten); bij 0,4-0,8 in de tweede, bij 0,8-1,2 in de derde, bij 1,2-1,6 in de vierde en bij meer dan 1,6 in de vijfde categorie (veel incidenten). Deze kleurcodering wordt op dezelfde manier bepaald als in de vorige Veiligheidsmonitor, maar in tegenstelling tot vorig jaar wordt nu ook het absolute aantal incidenten vermeld. 57

58 Bijlage 2: Aangiften en meldingen absoluut (Bron: Politiecijfers BPS-systeem 2006) Aangiften en meldingen (absoluut) A221 geweld A242 A204 A214 A202 P201 P562 diefstal (excl.a242) beroving/ diefstal diefstal diefstal diefstal overlast uit woning tasjesroof auto af/uit auto bromfiets fiets jeugd 0 Centrum Centrum - oud Centrum - nieuw Stationsbuurt Vrouwenhof Oost Sint Josephbuurt Fatima - villapark Keijenburg Noord Parklaan - Hoogstraat Spoorstraat - Van Coothlaan Kalsdonk West Heerma v.vossstraat - Molenbeek Herreweg Ettingen Scherpdeel a Kroeven Kroeven - noordwest Kroeven - noordoost Kroeven - zuidwest Kroeven - zuidoost b Minnebeek - De Krogten Minnebeek - Watermolen De Krogten Langdonk Bovendonk Langdonk - west Langdonk - oost Kortendijk Kortendijk A Kortendijk C Kortendijk L Landerije Tolberg Hulsdonk Tolberg - oost Tolberg - centrum Tolberg - west Weihoek - oost Industriegebieden Borchwerf Majoppeveld Vijfhuizenberg Buitengebied Roosendaal Nieuwenberg Vroenhout Overig buitengebied Nispen Nispen - kern Nispen - verspreide huizen Wouw Wouw - kern Wouw - verspreide huizen Heerle Heerle - kern Heerle - verspreide huizen Moerstraten Moerstraten - kern Moerstraten - verspreide huizen Wouwse Plantage Wouwse Plantage - kern Wouwse Plantage - verspreide huizen Overig Rijksweg A17/A Onbekend Gemeente totaal

59 Aangiften en meldingen (absoluut) P553 A261 A263 P264 P751 P P P overlast vernieling vernieling vandalisme/ relatie-/ ongeval ongeval ongeval drugs auto openb.geb. baldadigheid burenprob. materieel letsel dodelijk 0 Centrum Centrum - oud Centrum - nieuw Stationsbuurt Vrouwenhof Oost Sint Josephbuurt Fatima - villapark Keijenburg Noord Parklaan - Hoogstraat Spoorstraat - Van Coothlaan Kalsdonk West Heerma v.vossstraat - Molenbeek Herreweg Ettingen Scherpdeel a Kroeven Kroeven - noordwest Kroeven - noordoost Kroeven - zuidwest Kroeven - zuidoost b Minnebeek - De Krogten Minnebeek - Watermolen De Krogten Langdonk Bovendonk Langdonk - west Langdonk - oost Kortendijk Kortendijk A Kortendijk C Kortendijk L Landerije Tolberg Hulsdonk Tolberg - oost Tolberg - centrum Tolberg - west Weihoek - oost Industriegebieden Borchwerf Majoppeveld Vijfhuizenberg Buitengebied Roosendaal Nieuwenberg Vroenhout Overig buitengebied Nispen Nispen - kern Nispen - verspreide huizen Wouw Wouw - kern Wouw - verspreide huizen Heerle Heerle - kern Heerle - verspreide huizen Moerstraten Moerstraten - kern Moerstraten - verspreide huizen Wouwse Plantage Wouwse Plantage - kern Wouwse Plantage - verspreide huizen Overig Rijksweg A17/A Onbekend Gemeente totaal Bron: Politie Midden- en West-Brabant 59

60 Bijlage 3: Aangiften en meldingen relatief* (Bron: Politiecijfers BPS-systeem 2006) Aangiften en meldingen (relatief) A221 geweld A242 A204 A214 A202 P201 P562 diefstal (excl.a242) beroving/ diefstal diefstal diefstal diefstal overlast uit woning tasjesroof auto af/uit auto bromfiets fiets jeugd 0 Centrum 8,7 15,2 2,1 1,0 10,3 1,5 32,8 4,2 0.0 Centrum - oud 8,6 26,3 2,5 1,1 11,6 2,0 37,5 5,4 0.1 Centrum - nieuw 5,5 4,9 2,0 1,2 11,6 0,9 24,4 2,3 0.2 Stationsbuurt 11,4 10,0 0,4 0,4 5,0 1,5 43,4 2,5 0.3 Vrouwenhof 10,4 5,2 3,4 0,9 10,4 0,9 15,4 7,1 1 Oost 8,8 4,2 0,9 2,3 7,0 1,1 6,5 3,2 1.0 Sint Josephbuurt 3,7 4,4 0,6 1,4 8,3 0,5 4,0 1,1 1.1 Fatima - villapark 17,7 4,0 1,4 2,6 4,9 2,6 8,9 4,2 1.2 Keijenburg 5,4 4,4 0,6 2,8 8,1 0,0 6,1 4,2 2 Noord 17,3 8,2 0,9 1,5 11,4 0,1 6,3 6,0 2.0 Parklaan - Hoogstraat 8,3 7,8 1,3 1,0 14,3 0,3 10,5 5,1 2.1 Spoorstraat - Van Coothlaan 16,5 4,8 1,6 0,9 8,7 0,0 2,2 4,9 2.2 Kalsdonk 21,9 10,3 0,3 2,1 10,6 0,0 5,4 7,3 3 West 22,3 8,6 0,6 1,6 10,0 1,0 7,5 7,7 3.0 Heerma v.vossstraat - Molenbeek 8,8 10,5 0,1 0,8 10,7 1,0 15,7 1,5 3.1 Herreweg 16,9 4,5 0,6 3,7 17,8 0,0 5,8 3,1 3.2 Ettingen 25,2 12,0 0,9 2,6 8,4 2,1 4,1 19,2 3.3 Scherpdeel 32,1 5,4 0,8 0,4 7,8 0,2 5,0 3,2 4a Kroeven 14,6 4,8 0,5 0,8 7,2 0,4 5,3 12,5 4.0 Kroeven - noordwest 31,2 6,4 0,7 1,2 6,9 0,0 6,6 20,5 4.1 Kroeven - noordoost 17,7 3,2 0,3 0,9 8,0 0,0 5,5 11,6 4.2 Kroeven - zuidwest 9,6 4,3 0,6 1,1 6,6 0,0 2,1 11,6 4.3 Kroeven - zuidoost 10,5 6,0 0,3 0,1 6,9 1,3 7,0 10,2 4b Minnebeek - De Krogten 10,3 5,4 0,4 3,4 8,9 1,5 2,3 3,3 4.4 Minnebeek - Watermolen 11,4 5,8 0,6 4,9 11,2 2,1 2,7 3,5 4.5 De Krogten 7,6 4,4 0,0 0,0 3,6 0,1 1,4 2,7 5 Langdonk 10,0 4,4 0,3 0,9 8,3 0,9 5,1 10,3 5.0 Bovendonk 4,8 2,2 0,0 1,6 6,6 0,0 2,2 2,7 5.1 Langdonk - west 6,8 6,5 0,3 0,8 7,5 0,5 2,1 4,7 5.2 Langdonk - oost 15,2 4,3 0,5 0,6 10,1 1,9 9,2 19,5 6 Kortendijk 14,2 2,9 0,4 0,5 6,0 0,2 2,4 6,1 6.0 Kortendijk A 12,1 2,5 0,1 0,2 4,2 0,3 1,0 3,9 6.1 Kortendijk C 11,9 4,8 1,0 0,5 8,8 0,0 2,6 5,9 6.2 Kortendijk L 13,6 1,4 0,3 0,9 5,6 0,3 4,9 11,4 6.3 Landerije 98,4 3,2 0,0 0,0 9,7 0,0 3,2 0,0 7 Tolberg 11,2 2,2 0,1 0,5 3,5 0,2 2,2 7,0 7.0 Hulsdonk 9,0 1,6 0,0 1,0 3,7 1,0 3,0 1,4 7.1 Tolberg - oost 10,0 2,0 0,0 0,0 4,6 0,0 2,9 18,4 7.2 Tolberg - centrum 9,4 3,0 0,2 0,5 3,0 0,0 2,5 8,1 7.3 Tolberg - west 11,6 1,9 0,3 0,6 3,4 0,0 0,3 1,4 7.5 Weihoek - oost 17,0 2,1 0,0 0,0 2,5 0,0 2,1 4,2 8 Industriegebieden 28,1 1,0 0,1 0,6 3,8 0,1 0,7 0, Borchwerf 37,7 0,6 0,1 0,5 3,6 0,0 0,1 0, Majoppeveld 18,2 1,3 0,0 0,7 3,9 0,0 0,8 0,4 8.4 Vijfhuizenberg 30,1 3,8 0,0 0,9 4,0 0,9 5,2 0,5 9 Buitengebied Roosendaal 6,6 8,3 1,0 0,0 6,7 0,0 4,3 7,5 2.9 Nieuwenberg 8,1 4,0 0,0 0,0 9,4 0,0 2,1 2,1 3.9 Vroenhout 14,5 10,7 1,5 0,0 4,8 0,0 6,1 10, Overig buitengebied 0,3 9,9 1,4 0,0 5,9 0,0 4,6 9,4 10 Nispen 11,3 3,2 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 0, Nispen - kern 6,9 1,7 0,0 0,0 4,2 0,0 0,0 0, Nispen - verspreide huizen 28,0 8,3 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 2,4 11 Wouw 9,7 1,4 0,2 0,9 5,7 0,0 1,0 2, Wouw - kern 9,5 1,5 0,2 0,7 6,0 0,0 1,1 2, Wouw - verspreide huizen 14,8 0,0 0,0 3,7 0,0 0,0 0,0 0,1 12 Heerle 12,9 1,6 0,0 0,8 4,4 0,0 0,0 2, Heerle - kern 11,5 1,0 0,0 0,5 5,8 0,0 0,0 2, Heerle - verspreide huizen 20,1 3,4 0,0 1,6 0,3 0,0 0,0 0,3 13 Moerstraten 13,0 1,2 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 0, Moerstraten - kern 14,3 0,0 0,0 0,0 2,1 0,0 0,0 0, Moerstraten - verspreide huizen 10,9 2,7 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 14 Wouwse Plantage 17,1 2,1 0,0 0,0 2,8 0,0 0,7 4, Wouwse Plantage - kern 12,0 0,0 0,0 0,0 3,1 0,0 0,0 1, Wouwse Plantage - verspreide huizen 22,8 3,9 0,0 0,0 2,6 0,0 1,3 7,7 Gemeente totaal 13,1 5,0 0,6 1,0 6,7 0,5 6,4 5,3 * het absolute aantal delicten gedeeld door de som van het aantal inwoners en het aantal mensen dat werkzaam is in de buurt (bij diefstal uit de woning is gedeeld door het aantal woningen in de buurt). 60

61 Aangiften en meldingen (relatief) P553 A261 A263 P264 P751 P P P overlast vernieling vernieling vandalisme/ relatie-/ ongeval ongeval ongeval drugs auto openb.geb. baldadigheid burenprob. materieel letsel dodelijk 0 Centrum 9,3 6,6 0,3 2,6 4,4 28,4 2,2 0,0 0.0 Centrum - oud 15,8 9,2 0,0 4,4 6,6 31,3 1,3 0,0 0.1 Centrum - nieuw 2,0 3,9 0,6 1,6 1,6 28,0 3,2 0,0 0.2 Stationsbuurt 9,5 3,4 0,0 0,9 5,2 21,7 2,4 0,0 0.3 Vrouwenhof 0,9 8,4 1,8 0,2 1,1 29,1 2,6 0,0 1 Oost 7,0 5,7 0,4 0,7 4,9 17,0 2,5 0,0 1.0 Sint Josephbuurt 4,4 6,2 0,6 0,6 9,0 8,6 1,3 0,0 1.1 Fatima - villapark 12,9 3,7 0,4 1,1 4,2 32,3 4,0 0,0 1.2 Keijenburg 2,6 7,4 0,2 0,2 1,6 7,0 1,7 0,0 2 Noord 8,1 5,8 0,3 0,8 10,6 16,1 2,0 0,0 2.0 Parklaan - Hoogstraat 13,6 3,0 0,0 0,3 9,3 15,1 1,1 0,0 2.1 Spoorstraat - Van Coothlaan 5,6 4,6 0,5 0,0 11,8 17,7 3,3 0,0 2.2 Kalsdonk 5,4 8,7 0,5 1,6 10,8 16,0 2,0 0,0 3 West 7,5 6,3 0,5 0,9 11,9 10,2 2,9 0,0 3.0 Heerma v.vossstraat - Molenbeek 1,7 7,4 0,5 0,6 3,5 10,9 5,0 0,0 3.1 Herreweg 2,8 8,2 0,0 0,6 13,4 21,8 6,4 0,0 3.2 Ettingen 12,4 8,1 1,2 1,4 15,9 7,2 1,8 0,0 3.3 Scherpdeel 9,2 2,9 0,0 0,6 14,0 7,9 1,0 0,0 4a Kroeven 2,2 3,1 0,5 1,2 7,6 9,0 1,5 0,0 4.0 Kroeven - noordwest 1,1 3,0 0,4 0,4 14,4 10,8 1,8 0,0 4.1 Kroeven - noordoost 1,7 2,5 0,5 0,2 3,3 6,9 0,5 0,0 4.2 Kroeven - zuidwest 3,4 3,3 1,1 3,2 7,4 8,2 2,4 0,0 4.3 Kroeven - zuidoost 2,2 3,7 0,1 0,9 8,7 11,0 1,6 0,0 4b Minnebeek - De Krogten 3,2 5,7 0,2 1,1 11,2 6,9 0,7 0,0 4.4 Minnebeek - Watermolen 3,8 7,0 0,3 1,2 13,0 9,2 0,9 0,0 4.5 De Krogten 1,6 2,9 0,0 0,8 7,0 1,7 0,1 0,0 5 Langdonk 3,0 4,8 0,8 2,0 10,7 11,9 2,2 0,0 5.0 Bovendonk 0,0 2,7 1,1 0,0 9,3 4,4 1,1 0,0 5.1 Langdonk - west 3,7 6,5 0,5 1,6 13,9 8,0 0,8 0,0 5.2 Langdonk - oost 4,5 5,0 0,8 3,5 9,3 19,9 3,8 0,0 6 Kortendijk 1,1 5,4 0,2 0,7 7,0 6,6 0,5 0,0 6.0 Kortendijk A 1,4 5,2 0,0 1,1 9,7 4,6 0,5 0,0 6.1 Kortendijk C 1,0 5,6 0,3 0,4 5,0 8,1 0,8 0,0 6.2 Kortendijk L 0,7 6,1 0,3 0,2 5,0 9,0 0,1 0,0 6.3 Landerije 0,0 0,0 0,0 3,2 0,0 3,2 0,0 0,0 7 Tolberg 0,4 3,3 0,3 0,8 4,5 6,6 0,3 0,0 7.0 Hulsdonk 0,0 2,4 0,0 0,0 1,8 13,1 0,3 0,0 7.1 Tolberg - oost 0,3 5,2 1,3 1,3 9,3 7,5 0,5 0,0 7.2 Tolberg - centrum 0,5 3,4 0,2 1,0 4,9 7,2 0,4 0,0 7.3 Tolberg - west 0,6 3,1 0,0 0,7 1,9 1,7 0,0 0,0 7.5 Weihoek - oost 0,4 1,8 0,0 0,9 4,5 3,0 0,0 0,0 8 Industriegebieden 0,6 0,8 0,1 0,5 0,5 7,2 0,8 0, Borchwerf 0,6 1,0 0,1 0,3 0,6 6,7 0,7 0, Majoppeveld 0,9 0,6 0,0 0,1 0,6 7,0 0,7 0,0 8.4 Vijfhuizenberg 0,0 1,0 0,0 3,6 0,0 12,6 1,9 0,0 9 Buitengebied Roosendaal 2,7 3,4 0,5 2,9 1,6 55,1 9,3 0,0 2.9 Nieuwenberg 3,6 2,7 1,5 0,0 1,9 39,4 7,3 0,0 3.9 Vroenhout 0,0 7,6 0,0 6,2 1,5 44,6 10,6 0, Overig buitengebied 4,2 0,3 0,0 2,4 1,5 76,5 9,8 0,0 10 Nispen 4,9 2,8 0,0 0,1 1,1 11,7 4,5 0, Nispen - kern 5,4 2,9 0,0 0,0 1,2 9,4 2,7 0, Nispen - verspreide huizen 3,4 2,4 0,0 0,3 0,7 19,5 10,5 0,0 11 Wouw 0,0 1,4 0,2 1,0 4,5 6,4 1,0 0, Wouw - kern 0,0 1,3 0,2 1,1 4,7 5,7 1,1 0, Wouw - verspreide huizen 0,0 3,7 0,0 0,0 1,0 20,3 0,0 0,0 12 Heerle 0,4 1,6 0,4 0,0 3,2 7,5 1,2 0, Heerle - kern 0,5 2,0 0,4 0,0 3,6 6,3 1,5 0, Heerle - verspreide huizen 0,0 0,3 0,3 0,0 2,1 11,1 0,3 0,0 13 Moerstraten 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Moerstraten - kern 0,0 2,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Moerstraten - verspreide huizen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 14 Wouwse Plantage 3,5 0,7 0,0 1,4 2,1 10,7 6,3 0, Wouwse Plantage - kern 6,2 0,0 0,0 0,0 1,5 0,0 0,0 0, Wouwse Plantage - verspreide huizen 1,3 1,3 0,0 2,6 2,6 19,7 11,6 1,3 Gemeente totaal 3,4 4,0 0,3 1,0 5,8 12,0 1,6 0,0 * het absolute aantal delicten gedeeld door de som van het aantal inwoners en het aantal mensen dat werkzaam is in de buurt (bij diefstal uit de woning is gedeeld door het aantal woningen in de buurt). Bron: Politie Midden- en West-Brabant 61

62 62

63 63