COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen

Transcriptie

1 COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES mevrouw [ inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen de heer [ ], FFP, kantoorhoudende te Voorhout, hierna te noemen Verweerder. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE [ ] heeft bij schriftelijke volmacht welke zich in het dossier van de Commissie bevindt haar vader [ ] gemachtigd, de onderhavige klacht tegen Verweerder in te dienen. Omwille van de leesbaarheid wordt de gemachtigde hierna aangeduid als Klager. De klacht is ingediend per en brief dd. 18 februari 2016 met een aantal bijlagen. Verweerder heeft bij en brief van 13 april 2016 met bijlagen verweer gevoerd, alsmede bij brief van 22 april 2016 van zijn advocaat Mr [ ]. Klager heeft bij brief van 26 april 2016 met bijlagen gerepliceerd, waarna Verweerders advocaat bij brief van 3 mei 2016 met bijlagen heeft gedupliceerd. De Commissie acht zich genoegzaam voorgelicht en zal de zaak op de stukken afdoen. DE KLACHT De dochter van Klager heeft in het verleden een echtscheidingsprocedure gevoerd tegen haar toenmalige 1

2 echtgenoot, de heer [ ]. In die procedure heeft de ex-man gebruik gemaakt van een schriftelijke verklaring van zijn accountants/administratiekantoor aan de rechtbank waarin stond dat over het jaar 2011 voor de ex-man een verlies werd geprognotiseerd ad EUR Die verklaring was opgesteld althans ondertekend door Verweerder. Later heeft de belastingdienst vastgesteld dat de ex-man over 2011 een inkomen had van EUR De rechtbank heeft kennelijk geloof gehecht aan de in de ogen van Klager- foute en gemanipuleerde verklaring van Verweerder, hetgeen de dochter en kleinkinderen van Klager grote schade heeft toegebracht. Ten tijde van die verklaring deed Verweerder zich voor als accountant, om aan zijn verklaring een zekere autoriteit te verschaffen. Op de website van zijn kantoor stond vermeld: heeft de opleiding tot accountant gevolgd en op een groot accountantskantoor gewerkt. ( ) [ ] is op 1 januari 2012 toegetreden tot de maatschap. Nadat hij was ontmaskerd aldus nog steeds Klager- zijn deze mededelingen van de website verwijderd. Verweerder is FFP-geregistreerd, maar heeft klaarblijkelijk een laakbare mentaliteit en heeft het keurmerk van de FFP in diskrediet gebracht. Bij de FFP staan immers objectiviteit, deskundigheid en integriteit centraal. Klager verzoekt de Commissie, Verweerder te royeren en hem het recht te ontzeggen, de titel van FFP financieel planner nog langer te voeren. HET VERWEER Verweerder trekt de bevoegdheid van Klager om namens zijn dochter op te treden, in twijfel en verzoekt om toezending van de volmacht. Verweerder is op 16 maart 2012 gecertificeerd en toegelaten door de FFP als financieel planner. De klacht heeft betrekking op beweerdelijk handelen en nalaten in

3 Hij kan dus niet in 2011 de Gedragscode hebben overtreden want die gold voor hem toen nog niet. Daarom is de klacht niet ontvankelijk. Dat is ook het geval omdat de klacht te laat is ingediend. Klager had veel eerder kunnen klagen want de feiten/veronderstellingen waartegen de klacht zich richt waren reeds lang bekend, maar Klager heeft 5 jaar met deze klacht gewacht. Verweerder acht de eventuele vordering verjaard. Bovendien zijn Klager en diens dochter geen cliënt van hem, noch zijn zij dat geweest. Ook om die reden kunnen zij zich niet bezwaren over zijn handelen als FFP lid. Verweerder heeft zich nimmer voorgedaan als accountant; niet toen hij in loondienst was bij zijn kantoor, noch na zijn toetreden als partner op 1 januari Verweerder legt stukken over waaruit blijkt dat hij als assistent accountant bij een bekende grote firma heeft gewerkt. Hij heeft de opleiding tot registeraccountant gevolgd en heeft daarin in 2005 de graad en het getuigschrift Bachelor behaald. Daarna is hij met de opleiding gestopt. Verweerder legt stukken over uit 2011 die betrekking hebben op werkzaamheden die zijn kantoor voor de toenmalige (ex)man van Klagers dochter heeft gedaan. Deze was op dat moment net overgekomen van een ander kantoor. Deze boekhoudkundige werkzaamheden waren beperkt in omvang en ook in tijd (mei december 2011) en zijn zorgvuldig uitgevoerd, aldus Verweerder. Verweerder concludeert tot niet ontvankelijk verklaring of afwijzing van de klacht. ADVOCAAT VERWEERDER De brief van de advocaat van Verweerder d.d. 22 april 2016 onderschrijft de stellingen in het verweerschrift, en voorziet deze nog van specifieke juridische grondslagen. Hij wijst op het belang van de regel dat tijdig geklaagd moet worden. 3

4 Als mensen na zo lange tijd nog klachten kunnen indienen kan een verweerder zich moeilijk verweren en in bewijsnood geraken. Hij verzoekt om onverwijlde afwijzing van de klacht, zonder mondelinge behandeling, en mocht er toch een zitting worden gelast, veroordeling van Klager in de kosten, want zowel Verweerder als diens kantoor heeft in verband met deze klacht intussen veel interne en externe kosten moeten maken. REPLIEK Klager houdt vast aan zijn stelling dat Verweerder zich in strijd met de waarheid heeft gepresenteerd als accountant. Dat acht hij in strijd met de wet. De titel is wettelijk beschermd. Klager wijst erop dat de (gewijzigde) website van het kantoor vermeldt dat Verweerder eind 2011 is afgestudeerd als FFP financieel planner. En de foute verklaring heeft hij afgegeven op 20 december Klager heeft zijn grieven ook neergelegd bij een officier van justitie en een gerechtshof en deze hebben hem meegedeeld dat zijn klachten mogelijkerwijs wel een zekere kern van gegrondheid bevatten. Hij verwerpt het argument van Verweerder dat volgens de wetgeving op het accountantsberoep een klacht binnen enkele jaren moet worden ingediend, want Verweerder is immers geen accountant. Integriteit kent geen tijd, en hij wil dat Verweerder wordt ontzet uit het lidmaatschap van de vereniging FFP. DUPLIEK ADVOCAAT Verweerders advocaat wijst erop dat deze reeds een bewijsstuk heeft overgelegd van Universiteit Nyenrode/NIVRA waaruit blijkt dat Verweerder inderdaad de opleiding heeft gevolgd en alle vakken voor het Bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd. De mededeling op de website was dus correct, 4

5 aangezien volgen van een opleiding taalkundig betekent: leren/studeren. Bovendien vermeldt de gewraakte van 20 december 2011 waarover dit hele proces gaat, nergens dat Verweerder accountant zou zijn. Het kantoor waar Verweerder partner is, mag de vermelding accountancy voeren van de NBA omdat er (sinds vele jaren) een accountant aan het kantoor is verbonden. Voorts herhaalt hij zijn eerdere argumenten die leiden tot niet ontvankelijkheid en licht deze gemotiveerd toe. Hij wijst op mails van Klager uit augustus 2012 waarin deze reeds dezelfde klachten uitte. BEOORDELING De Commissie stelt in het algemeen, en los van de feiten en personen in de onderhavige zaak voorop, dat, indien een FFP lid daadwerkelijk in strijd met de waarheid in het openbaar zou vermelden of met opzet suggereren dat hij een wezenlijke professionele hoedanigheid bezit, of anderszins kennelijk oneerlijk zou handelen, zulks in strijd zou zijn met de Gedragscode FFP en derhalve grond voor disciplinaire maatregelen. In de onderhavige zaak komt de Commissie niet toe aan inhoudelijke beoordeling van de klacht. Het is immers duidelijk dat het handelen of nalaten van Verweerder waarover Klager klaagt los van de vraag of Klager daarin gelijk heeft of niet heeft plaatsgehad vóórdat Verweerder door de FFP was toegelaten en derhalve vóórdat hij was onderworpen aan die Gedragscode. Hij kan aldus de Gedragscode niet hebben overtreden. Daar komt bij dat de klacht is ingediend meer dan 3,5 jaar na het tijdstip waarop Klager aantoonbaar bekend was met de door hem gewraakte feiten en omstandigheden. 5

6 Dit is ruimschoots te laat gezien het bepaalde in artikel 8.8 van het hier toepasselijke Reglement Commissie van Toezicht en Raad van Beroep FFP. DE BESLISSING De Commissie van Toezicht van de FFP verklaart de klacht niet ontvankelijk. Deze uitspraak is op 24 juni 2016 tot stand gekomen met inachtneming van het Reglement Commissie van Toezicht FFP en is gewezen door Mr H.A.M. Röell-Mulder (voorzitter), Mr P. Janus FFP, en de heer Z.W. Kooi FFP (leden van de Commissie) waarbij Mr M.L. Laumen als secretaris optrad. H.A.M. Röell-Mulder M.L. Laumen In artikel 13 van het Reglement Commissie van Toezicht en Raad van Beroep FFP is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Commissie van Toezicht bij de Raad van Beroep FFP. Daarbij geldt een termijn van dertig dagen na verzending van deze beslissing. 6