Thema:. Quest 4. Didactisch model 10 stappen ontwerpen cultuuronderwijs.

Transcriptie

1 Thema:. Quest 4 Didactisch model 10 stappen ontwerpen cultuuronderwijs. Stap 1: Onderwerp ( ontwerpprincipe: nieuwsgierigheid) Kies een onderwerp dat bij de ervaringen, ontwikkelingen en de thuis taal van de kinderen. Om vanuit de nieuwsgierigheid van de kinderen naar het onderwerp te kijken kun je de kinderen vragen wat zij willen leren. Bijv. het opstellen van een vragenmuur. Één met wat zij willen leren en één wat ze al weten van het onderwerp. Kom hier met concreet materiaal dit bevordert de nieuwsgierigheid van de kinderen Activiteit beroepen Ontwerpprincipe nieuwsgierigheid getest. Wat werkte er? De kinderen al na laten denken over welke beroepen er zijn. Vanuit de kinderen laten komen wat zij er al over weten. Dit heb ik gedaan met het programma padlet, de kinderen waren erg betrokken. (3.8) Het onderwerp concreter maken voor de kinderen waardoor zij goed voor ogen hebben wat ze hier gaan leren. Wanneer het onderwerp te breed is weten de kinderen(groep4) niet goed te vertellen wat ze willen leren. Activiteit Kleuren: Ontwerpprincipe nieuwsgierigheid getest. Wat werkte er? Het kiezen van een onderwerp waar kinderen veel ervaring mee hebben zorgde voor een nieuwsgierige houding van de kinderen Het gebruik maken van concreet materiaal bevordert ook de nieuwsgierigheid van de kinderen. Geen verbeterpunten. Het verbeterpunt uit de activiteit van de beroepen is hierin meegenomen.

2 Stap 2: Sluit het aan op de school? Zorg er voor dat je een onderwerp kiest dat aansluit bij de uitgangspunten, het jaarprogramma en teamafspraken. Kijk bijvoorbeeld naar de methode en kies vanuit daar een onderwerp. Hoe heb je het aan laten sluiten op de school? Activiteit beroepen: Door dat het vanuit de methode Argus clou bepaald is en er thematisch mee gewerkt wordt sluit het zeker aan op de school. Dit is een van de uitgangspunten die dit jaar gesteld is; het thematisch werken in de middagen met de OJW en KO vakken. Activiteit Kleuren: Op het Molenveld is een lio-student bezig met een onderzoek naar de visie van het Molenveld op Engels. Engels kan natuurlijk ook vakoverstijgend gebruikt worden. Ik heb de leerkrachten een kijkje laten nemen in hoe e dit vorm kan geven. Stap 3: Bepaal het doel dat je met de groep wilt bereiken Als je met mijn ontwerp aan de slag gaat werk je vanuit één thema. Kijkend naar de kerndoelen en leerlijnen zijn er verschillende aan een thema verbonden. Wanneer je aan de slag gaat zal je verschillende kerndoelen belichten in een ontwerp. Bij elk kerndoel kun je wel met meerdere leerlijnen bezig zijn in een thema. Bijv. Het thema beroepen. De kinderen krijgen een boekje met opgaven over het geld wisselen bij de bakker en opdrachten met meten bij een timmerman. Hier zet je de kerndoelen en leerlijnen van rekenen in. Dit doe je ook met activiteiten waar taal centraal staat. Ook is in mijn thema het eigenaarschap van de leerling erg belangrijk. Zij kiezen zelf wat ze willen leren, en zijn daarbij kritisch en kunnen onderbouwen wat wel en wat niet goed ging. Dit is mede een doel wat je met de kinderen wil gaan bereiken. De leerlijnen heb ik beschreven en zijn toegepast tijdens de activiteiten. Ik heb hierdoor meer kennis over de leerlijn in groep 4. Om vanuit de doelen activiteiten te bedenken ben ik vaardiger geworden in het toepassen van de kerndoelen. Daarbij is mijn houding niet veranderd, ik weet dat de leerlijnen heel belangrijk zijn voor het voorbereiden van een les. (3.5)

3 Het gekozen profiel voor mij is cultuur. Hier heb ik veel kennis opgedaan over cultuureducatie. Bij het winnen van de challenge waar we vragen over de profielen moesten beantwoorden lieten wij als groep ook zien dat we veel kennis hebben opgedaan over de profielen. In de uitwerking van mijn activiteiten laat ik zien dat ik ook vaardig ben geworden in het verwerken van de pijlers van cultuur educatie. Mijn houding ten opzichte van cultuur educatie is tijdens dit semester ook positief veranderd. Cultuur kun je overal bij betrekken en dat ga ik ook zeker doen in het vervolg van mijn studie.(3.4) Zijn de doelen die ik gesteld heb goed gesteld en zijn ze bereikt? Activiteit beroepen en Kleuren: Ontwerpprincipe eigenaarschap getest Wat werkte er? Aan het eind evalueren wat ze geleerd hebben en laten onderbouwen waarom het goed of juist niet goed ging. Bijv. het samenwerken met elkaar. Ook in andere lessen ben ik bezig geweest met het kritisch nadenken over hoe je tijdens het samenwerken goed door kan werken. Wie kies je dan? Waar ga je zitten? Wat zijn de verbeterpunten? Duidelijker de doelen van de opdrachten uitleggen aan de kinderen. Tijdens het evalueren ook vanuit de kinderen laten komen wat ze bereikt hebben. Hierdoor zal de les meer betekenis krijgen. Hiervoor gebruik maken van feedup-feedbackfeedfoward zou een mooie toevoeging zijn. Activiteit spelling: Ontwerpprincipe eigenaarschap & nieuwsgierigheid getest Wat werkte er? Wanneer je kinderen eigen doelen laat stellen komt er meer betekenis in het leren. De dag na de spelling les waar de kinderen hun doelen beschreven hadden kwamen zij in de klas en tijdens de spelling les keken zij meteen terug naar hun doelen. Dit gaf hen extra betekenis. De kinderen laten zien in de toetsen en gaven ook aan hier meer mee te willen oefenen. (3.11) Ook door gebruik te maken van het programma Plickers werd de nieuwsgierigheid bevordert. (6.3) Wat zijn de verbeterpunten? De eigen doelen expliciet bespreken en hier gebruik maken van feedup-feedbackfeedfoward.

4 Stap 4: Neem tijd voor eigen oriëntatie op het onderwerp In mijn ontwerp zitten de 3 pijlers van cultuuronderwijs Maak een mindmap of lijstje en ga kijken hoe je in je activiteiten de 3 pijlers van cultuuronderwijs kunt verwerken. Activiteit beroepen en kleuren: Een mindmap hebben met hoe je de pijlers gaat verwerken. Al eerder een extra opdracht hebben wanneer er niet veel animo is vanuit ouders. Stap 5: Bedenken van activiteiten Maak gebruik van de vier cognitieve basisvaardigheden. Je kijkt naar wat de kinderen willen leren en maakt opdrachten waarbij je de cognitieve vaardigheden aanspreekt. Hierin geef je de kinderen de mogelijkheid om op verschillende hun vaardigheden te gebruiken en houdt je rekening met wat zij makkelijker of moeilijker vinden. Openvraagstellingen en open opdrachten die het eigenaarschap van de kinderen bevordert. Daarbij ga je kijken naar de welke media je hierin verwerkt. Het lichaam, voorwerpen, taal of met grafische symbolen. In onderstaand schema staan voorbeelden gegeven hoe je opdrachten kunt maken waarbij je de cognitieve basisvaardigheden en media tegelijk gebruikt.

5 Ontwerpprincipe 3 pijlers cultuuronderwijs getest In de opdrachten bij de thema s beroepen en kleuren werden verschillende vaardigheden ingezet. In de afbeelding hieronder staat een overzicht met de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden tussen 4 en 18 jaar. Waarnemen: Bij het ervaren en ontdekken van de verschillende spullen die een kapper gebruikt. Ook het herkennen van dingen die zij al eerder hebben ervaren. De kinderen kregen water en crêpepapier, ze zagen dat het water hierdoor een kleur krijgt als je het erin doet. Ook zie ze de kleur verandering bij het mengen. Verbeelden: De kinderen voorspelden en fantaseerden over wat ze later willen worden en maakten hier een tekening van. Kinderen verbeelden met hun lichaam een beroep. Ze onderzoeken zelf welke kleur het water wordt wanneer je het mengt. Maken een tekening met hun blik op de kerst. Conceptualiseren: Dit werd geoefend wanneer kinderen gingen luisteren naar het verhaal van de ouder. De kinderen gaven dan terug wat zij er van vonden. Ook aan het eind van de les koppelde de kinderen dit terug. Analyseren: Het analyseren werd maar klein aangesproken bij het kwartetten. De kinderen gingen verbanden leggen tussen de beroepen die bij elkaar horen. Door het gebruik van de pijlers moest bij deze thema s de nadruk liggen op het werken met voorwerpen, taal en grafische tekens. Vanzelfsprekend was taal een belangrijk medium, in de vorm van verhalen die de ouder vertelde over haar beroep. Daarnaast werd aandacht besteed aan het medium lichaam (drama-activiteit) en grafische beelden (tekenactiviteit).

6 Activiteiten: beroepen en kleuren De moeder die kwam vertellen had materialen meegenomen die bij het beroep kapper horen. Zoals een schaar, krulspelden, tondeuse, kam enz. Zij liet zien hoe deze gebruikt werden en de kinderen mochten het ook gebruiken. Dit ondersteunde de taal. Cultuuronderwijs zijn al die processen, activiteiten en inspanningen die gericht zijn op het vormgeven en duiden van de werkelijkheid. Dus ook het vormgeven hoe en waarom wij werken. Dit zorgde voor het stukje cultuuronderwijs in de les. Bij het uitbeelden van de beroepen kwam cultuuronderwijs ook erg terug. Kinderen beelden op verschillende manieren de beroepen uit, zij lieten hierbij zien hoe zij de werkelijkheid vormgeven. Één leerling moest het beroep leraar uitbeelden, hij deed het zo dat leraren de hele dag aan het praten zijn. Dit is zijn interpretatie van de werkelijkheid. Ook zag je dat sommige kinderen dit niet begrepen, want zij interpreteerde dit niet zo. Je zag bij de kerst schilderingen dat kinderen met verschillende dingen komen. De een met een slee en de kerstman en de ander een kerststal met Jozef, Maria,Jezus enz. Hier zie je het verschil in cultuur hoe er over kerst gedacht wordt. Wat kerst precies betekend. De kinderen schilderen hoe zij de kerst zien. (3.19) Wanneer er gewerkt wordt met de 3 pijlers kun je vakoverstijgend werken en hier cultuuronderwijs gelijk aan koppelen. De vaardigheid analyseren was voor sommige kinderen(groep4) nog erg lastig. De nadruk kan beter gelegd worden op waarnemen, verbeelden en conceptualiseren. Duidelijk ingaan op de culturele aspecten bij de opdrachten. Zoals ingaan waar denk je aan als je aan kerst denkt. Kerstman? Kerstboom? Jezus? Stap 6: Kies er enkele uit en werk ze uit voor verschillende lessen/werkhoeken Je kiest een aantal activiteiten uit en gaat ze groter uitwerken. Ga bijv. werken met opdracht kaarten waarmee de kinderen in werkhoeken mee aan de slag kunnen. Activiteit beroepen Het werken in groepen werkte erg goed! Hierdoor maken zij kennis met verschillende onderwerpen en worden de verschillende vakken aangeboden waardoor de les vakoverstijgend wordt. (4.3)

7 Duidelijke chronologische volgorde van de werkhoeken wanneer er gewisseld moet worden, hierdoor werd het rommelig. Opdracht kaarten voor de kinderen zelf. De kinderen kunnen dan zelf bepalen wat zij willen leren en die opdracht kiezen ze dan. Activiteit Kleuren: De klas in 3 splitsen en 3 vakken waarin verschillende vakgebieden aanbod kwamen. Geen verbeterpunten, de leerlingen zaten in 1 klas dus het was goed te zien wat je allemaal kon doen. Stap 7: Bedenk er aandachtspunten en vragen bij Bij de activiteiten die je bedacht hebt bedenk je aandachtspunten voor de leerlingen en vragen waarmee zij aan de slag kunnen. Open vragen zorgen voor meer eigen invulling van de vragen en bevordert hun eigenaarschap Activiteit beroepen: De vragen die de kinderen van te voren gemaakt hadden en aan de moeder konden stellen. Extra aandachtspunten en differentiatie in de opdrachten. Zo kunnen de kinderen meer eigen invulling geven. Activiteit Kleuren: De differentiatie in de opdrachten. Dit zorgde voor meer betrokkenheid en uitdaging voor een aantal kinderen. Dit zag je dan ook goed terug in de les. Een open opdracht over het schilderen van iets wat te maken heeft met kerst. Zo kwamen de kinderen met hun eigen invulling van hun gedachten bij kerst. Openvragen dat voor meer eigen invulling zorgt. Niet alleen bij de schilderingen, maar ook bij het rekenen en taal.

8 Stap 8: Verken mogelijkheden met experts In mijn ontwerpprincipes staat ouderparticipatie ook beschreven. Wanneer je in een thema aan de slag gaat met ouders is het belangrijk dat je voor een uitnodigende en openhouding zorgt. Hierbij beschouwt je de ouder als serieuze partner dit bevordert dan ook de ouderbetrokkenheid. Het is wel belangrijk dat je laat weten wat je van ouders verwacht. Via social media (klasbord), huisbezoeken of partnerschap met ouders in de begeleiding van hun kind zijn voorbeelden van betrokkenheid. Activiteit beroepen: Ontwerpprincipe ouderparticipatie getest Het betrekken van ouders was een erg succes! De kinderen vonden het geweldig en hebben veel geleerd over het beroep waar de ouder over vertelde. De kinderen vonden het luisteren naar de ouder ook het leukst van de middag. Een positieve invloed had de ouder op de kinderen. Op klasbord zijn foto's gezet van de dag en alle ouders konden terug kijken wat we gedaan hadden. Hier werd erg positief op gereageerd. De ouder heb ik gevraagd om een feedback formulier in te vullen. Hieruit kan ik opmaken wat de ouder belangrijk vind wanneer zij betrokken worden. (6.2) Wat de ouder al aangaf is het eerder doorgeven dat je graag ouders ontvangt. Het betrekken van externe instanties. Ik ben samen met Joost bezig met het regelen van een leskist over de middeleeuwen. We gaan hiermee nog thematisch en groepsdoorbrekend werken.

9 Feedback ouderparticipatie Op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 staat voor helemaal oneens en 5 staat voor helemaal eens. Vind u het prettig dat u betrokken wordt in de school? Was het van te voren duidelijk wat van u verwacht werd deze middag? Werd er een uitnodigende, open en flexibele houding getoond? Waarom neemt u graag deel aan de activiteiten in school?

10 Activiteit Kleuren: Op klasbord zijn een aantal foto s gezet van de activiteiten die we gedaan hebben. Hier kregen we veel vind ik leuks. Ook een invaller die moeder is van een leerling vertelde dat haar zoon erg enthousiast thuis kwam met wat hij gedaan had. Hij wilde meteen meer Engelse woordjes gaan leren. Stap 9: Overdenk de organisatie Hoe ga je de uitwerking van de activiteiten organiseren? In groepjes, hoeken? Welke ruimte gebruik je? En hoe ga je met de kinderen op het einde reflecteren. Wat doe je tijdens de les? En wat doe je aan het eind van de les? Dit staat hieronder beschreven. Tijdens de les: Om de nieuwsgierigheid te bevorderen stel je als leerkracht een begeleidende rol op. Je geeft niet direct antwoord wanneer kinderen met vragen komen, maar vraagt door bij de kinderen. Eind van de les: Na elke les de kinderen ruimte geven om te reflecteren. Kritisch zijn op het werk dat ze gemaakt hebben. En onderbouwen hoe het komt dat ze niet veel hebben kunnen, of juist veel hebben kunnen maken Activiteit beroepen: Alleen de eindreflectie hoe er in het groepje gewerkt werd. Reflectie model gebruiken. Feedup-feedback-feedfoward bijv. Van te voren duidelijk welke opdrachten waar liggen en voor de kinderen beter in beeld waar wat is. Activiteit Kleuren: Een begeleidende rol waardoor de kinderen nieuwsgierig werden werkte in deze les. Dit kwam doordat het een vreemde taal was voor ze. Ze waren nieuwsgierig naar wat ik hen vertelde in het Engels. De ruimte die gebruikt is was prima. In de klas was er genoeg ruimte om de klas in 3 te delen. Reflectie model gebruiken. Feedup-feedback-feedfoward bijv.

11 Stap 10: Let op passende middelen. Zorg ervoor dat je al het materiaal goed op orde hebt. Het contact met ouders goed gelegd is. Goed gereedschap is het halve werk. Activiteit beroepen: Goed contact met ouder Al het materiaal had ik bij me. sommige kaartjes hadden groter mogen zijn waardoor het duidelijker werd voor de kinderen. Activiteit Kleuren: Alle spullen lagen klaar en de kinderen kon snel aan de slag. Het omspoelen van de glazen had ik beter de kinderen niet kunnen laten doen. Dit had ik aan het eind van de dag zelf moeten doen, het kostte namelijk veel tijd. Feedback mentor:

12