Schoolgids

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolgids"

Transcriptie

1 Schoolgids

2 Inhoudsopgave schoolgids Voorwoord Hoofdstuk 1 De school, algemene gegevens 1.1 De naam en de plaats van de school 1.2 Een korte geschiedenis van de school 1.3 De richting en identiteit 1.4 De directie 1.5 Het team 1.6 Het schoolbestuur 1.7 Medezeggenschap 1.8 De indeling van de school 1.9 Schooltijden 1.10 De schoolgids, de schoolkalender, de nieuwsbrief en de website Hoofdstuk 2 Waar de Sint Anna voor staat 2.1 De visie van de school 2.2 De kwaliteit van ons onderwijs 2.3 Aandacht voor kwaliteit vanuit Stichting Nuwelijn 2.4 De katholieke identiteit 2.5 De veilige school 2.6 Pestprotocol Hoofdstuk 3 Onderwijsinhoudelijk 3.1 Het onderwijsleerproces 3.2 SLIM FIT onderwijs 3.3 Resultaten van het onderwijsleerproces 3.4 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) 3.5 Burgerschapsvorming Hoofdstuk 4 De zorg voor onze leerlingen 4.1 Passend onderwijs 4.2 De zorg, passend onderwijs voor onze leerlingen 4.3 De zorgprocedure 4.4 Leerlingen die meer uitdaging nodig hebben 4.5 Orthopedagoog in dienst van Nuwelijn 4.6 Leerlingvolgsysteem 4.7 Leerling-dossiers / onderwijskundig rapport 4.8 Regeling dyslexie 4.9 Externe hulp onder schooltijd 4.10 Jeugdhulpnetwerk 4.11 Meldcode huislijk geweld

3 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Praktische zaken 5.1 Verkeersveiligheid 5.2 Cultuur / koploperschool culturele vorming 5.3 Sport in en om de school 5.4 Eerste communie 5.5 Vieren / Verjaardagen 5.6 Excursies 5.7 Jeugd EHBO 5.8 Bibliotheek en lezen 5.9 Themavieringen 5.10 Schoolfotograaf 5.11 Vakantie en extra vrije dagen / urenverantwoording 5.12 Opvangmogelijkheden: voor school, overblijven en na school Aanmelding nieuwe leerling / vervolgonderwijs 6.1 Aanmeldprocedure 6.2 Gewenningsdagen 6.3 Plaatsing in groep De begeleiding van de overgang naar het VO De ouders en ouderbetrokkenheid 7.1 Als lid van het schoolbestuur 7.2 Als lid van de medezeggenschapsraad 7.3 Als lid van de oudervereniging 7.4 Als lid van het ouderforum 7.5 Als klassenouder 7.6 Als hulpouder op school 7.7 De contactmogelijkheden met de school 7.8 Ouderlijk gezag 7.9 Klachten en klachtenprocedure Externe contacten 8.1 Lokaal onderwijsbeleid 8.2 Jeugdgezondheidszorg GGD 8.3 Schoolmaatschappelijk werker 8.4 Brede school gemeente Gilze en Rijen 8.5 Stichting Leergeld De leerplicht en andere regelingen 9.1 Wet bescherming persoonsgegevens 9.2 Schoolverzuim en de leerplicht 9.3 Verlofaanvragen getalenteerde leerlingen 9.4 Ontluikend talent 9.5 Verzekering en aansprakelijkheid 9.6 Noodplan / ontruimingsplan 9.7 Regelgeving tav schorsen en/of verwijderen 9.8 Sponsoring Hoofdstuk 10 Jaarplan

4 Hoofdstuk 1 De school, algemene gegevens 1.1 De naam en de plaats van de school. Katholieke basisschool Sint Anna is de naam van de basisschool in het dorp Molenschot. Dit dorp behoort tot de gemeente Gilze en Rijen. De naam van de school is dezelfde als die van de kerk en de parochie. De school staat in de Schoolstraat. In april 2013 is de MFA (multifunctionele accommodatie) opgeleverd, waarin het gemeenschapshuis, de basisschool en de peuterspeelzaal hun onderkomen hebben gevonden. Tevens bestaat er de mogelijkheid om kinderopvang met een BSO te starten. De school heeft een moderne uitstraling en een eigentijds onderwijsconcept. In een unit werken en leren kinderen van verschillende basisgroepen samen. Zij kunnen gebruik maken van verschillende ruimten, al naar gelang de taak die ze gaan doen. Er is een instructieruimte, een leerplein en een stilteruimte. De onderbouw unit bevindt zich op de begane grond, naast de unit van de peuterspeelzaal. Boven werken de leerlingen van de midden- en bovenbouw samen in een unit. In het gebouw bevinden zich ook een speelzaal en een prachtige gymzaal. Tot slot zijn er meerdere multi- functionele ruimten, die gebruikt worden voor overleg, gesprekken met ouders of voor het afnemen van toetsen. Rond de school is volop ruimte voor de kinderen om te spelen. Uniek voor onze school is het voetbalveldje, waar kinderen in de pauzes en na school veel gebruik van maken. KBS St. Anna Schoolstraat RM Molenschot tel: directie@annamolenschot.nl 1.2 Een korte geschiedenis van de school. De nieuwe MFA Hoe lang de school bestaat is niet precies bekend, maar wellicht zijn de eerste vestigingen van de school al van ruim 100 jaar geleden. De school is in het verleden in ieder geval gesticht door de zusters Franciscanessen uit Dongen. Vele mensen uit Molenschot zullen zich het oude schoolgebouw nog herinneren, gebouwd aan de Schoolstraat, op de plaats waar nu de MFA staat. Dit gebouw had oorspronkelijk 2 klaslokalen, maar al voor de 2e W.O. werden er twee lokalen bijgebouwd. De scepter werd gezwaaid door een bovenmeester. Het huis van de bovenmeester was tegen de school gebouwd en hij kon via een deur in zijn woonkamer de klas in. De naam bovenmeester verdween en werd hoofd van de St. Annaschool. School- en kerkbestuur functioneerden toen nog als één bestuur. Later is het schoolbestuur voor de St. Anna een zelfstandig bestuur geworden en eind jaren 90 is het schoolbestuur overgegaan naar de Stichting Nuwelijn. Naast de toenmalige lagere school was de kleuterschool gebouwd. Deze school werd lange tijd bestuurd door de nonnen uit Dongen. De kleuterschool stond op de plaats waar later de brandweerkazerne stond. In 1975 was het schoolgebouw zo slecht dat er een nieuw gebouw nodig was. Inmiddels is ook dit gebouw gesloopt. In het voorjaar 2013 is op dezelfde plek een MFA gekomen.

5 1.3 De richting en identiteit. In Nederland kennen we naast het openbaar onderwijs het bijzonder onderwijs. Bijzonder moet u dan niet zien in de betekenis van uniek, maar de naam heeft alles te maken met de identiteit van de school. St. Anna behoort tot de scholen van bijzonder onderwijs en heeft de katholieke identiteit. De identiteit komt duidelijk naar voren in de levensbeschouwelijke vorming. Met alle scholen van Nuwelijn, de stichting waartoe onze school behoort, is een canon geschreven over geloofsopvoeding op school. De canon kan gezien worden als een raamwerk, waarbij elke school verder invulling kan geven aan de verschillende items: vieren, Bijbelverhalen, contact met de parochie en omgaan met identiteit. In hoofdstuk 2.4 leest u meer over de inhoud van de canon. 1.4 De directie. Onze school telt rond de 70 leerlingen. Voor de directievoering betekent dit, dat er een koppeling is met een andere school. De directeur van de Bolster, Cor Diepstraten, is tevens directeur van de St. Anna. Op de dagen dat de directeur niet aanwezig is, is er binnen de school een aanspreekpunt benoemd. 1.5 Het team. Op de school zijn 5 leerkrachten werkzaam, een onderwijsassistente, een Ib-er en een vakleerkracht gym. Het team wordt ondersteund door een part-time conciërge en een administratieve kracht. Namen van de teamleden en de verdeling over de basisgroepen voor schooljaar Cor Diepstraten meerschools directeur Anja Mallant basisgroep (maandag, dinsdag, woensdag) Annette van Velsen basisgroep (donderdag, vrijdag) Juliette Franken basisgroep (hele week, behalve vrijdagmiddag) Miranda van Eijk basisgroep 7-8 (woe-do-vrij) Ellen Castelijns basisgroep 7-8 (lesgevende taak ma-di en ondersteuning woensdag, donderdag- en vrijdagochtend Ankie Biemans onderwijsassistente ochtend vooral bij de bovenbouw middag bij de onderbouw Janneke Nelis IB-er woensdag Emmeline vd Sluis vakleerkracht gym dinsdagmorgen Anja de Vet administratie op afspraak Harrie Swinkels conciërge elke ochtend tot uur 1.6 Het schoolbestuur. Bevoegd gezag Onze school hoort bij de Stichting Nuwelijn. Deze stichting beheert zes katholieke basisscholen in de gemeente Gilze en Rijen nl.: KBS St. Anna, KBS De Bolster, KBS De Drie Musketiers, KBS St. Jozef, KBS Burg. V. Mierlo en KBS De Brakken.

6 Bestuurlijk model De stichting werkt volgens het bestuursmodel Raad van toezicht College van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen. Het bevoegd gezag is in handen van de voorzitter van het College van Bestuur (verder bestuurder). Hij wordt daarbij ondersteund door drie beleidsmedewerkers. De beleidskaders zijn vastgelegd in het Strategisch Beleidsplan. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de kwaliteit van besturen, monitort het behalen van strategische doelen en de continuïteit van de organisaties. De Raad van Toezicht is werkgever van het de bestuurder. De bestuurder is verantwoordelijk voor het realiseren van de strategische doelen. Met regelmaat wordt aan de Raad van Toezicht gerapporteerd over de voortgang en ontwikkeling van de doelen middels een managementrapportage. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren, van wie de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in het managementstatuut. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan de bestuurder. De directies van de scholen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid en voor het creëren van draagvlak binnen de school. De visie en missie de door het bestuur vast te stellen kaders en meerjarenplannen zijn daarbij maatgevend. De bestuurder vertegenwoordigt de stichting in- en extern en voert overleg met de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Het bestuur en de beleidsmedewerkers werken vanuit het Nuwelijnkantoor. Internetpagina: bestuur@nuwelijn.nl Adres : Past. Gillisstraat 145A, 5121 CD Rijen Telefoon : Bezetting: Voorzitter College van Bestuur: dhr. Gerard Miltenburg Beleidsmedewerker facilitair, contract & procesmanagement: mevr. Irma Grunwald Beleidsmedewerker personeel: mevr. Annemieke van Eijk Beleidsmedewerker controlling & planning: mevr. Elise Vissers Op 1 augustus 2016 bestaat de Raad van Toezicht uit de volgende personen: Mevr. N. (Nanette) Raaijmakers - voorzitter Dhr. J. (Jos) Besselink - vicevoorzitter Mevr. T. (Tineke) van Dommelen - lid Dhr. E. (Eugène) Houthooft - lid Mevr. W. (Willemijn) Puyn - lid Plattegrond met scholen die bij het bestuur aangesloten zijn: 1 = KBS St. Anna 4 = KBS St. Jozef 2= KBS De Bolster 5 = KBS Burg. V. Mierlo 3 = KBS De Drie Musketiers 6 = KBS De Brakken

7 1.7 Medezeggenschap. Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad bestaat uit vier leden, waarvan er 2 leden de ouders van onze leerlingen vertegenwoordigen en 2 leden uit het personeel komen. De leden worden gekozen uit en door de geledingen, die zij vertegenwoordigen. De plaats van de MR: De MR is een beleidsorgaan, d.w.z. een overlegorgaan dat zijn aandacht richt op vragen betreffende het beleid en de koers van de school op hoofdlijnen. De MR doet zijn werk in samenspel met het bevoegd gezag en vooral met de schoolleiding. Bevoegdheden van de MR: Er zijn een aantal onderwerpen waar de MR instemmingsrecht op heeft. Je kunt denken aan activiteiten rondom veiligheid in en rond de school, het omgaan met sponsoring door bedrijven, of het gezondheids- en welzijnsbeleid van de school. Naast dit instemmingsrecht is er ook het adviesrecht. Voorbeelden daarvan zijn: het financiële beleid van de school, met meedoen aan experimenten of innovatieprojecten, het vakantierooster. Er zijn voor de ouders en personeelsgeleding nog afzonderlijke rechten, die meer ingaan op specifieke belangen voor de beide geledingen. Ouders kunnen altijd betrokken zijn bij de MR, ook al zitten ze er zelf niet in. Het is een belangrijk orgaan om uw stem te laten horen. U kunt uw ideeën altijd bij de MR kwijt en de vergaderingen zijn openbaar. Persoonlijk contact opnemen met de MR-leden kan natuurlijk ook. Op dit moment hebben zitting in de MR: Marc van der Kallen, vader van Merel Alyne Verhaar, moeder van Aukje en Dieuwke Miranda van Eijk, personeelslid (voorzitter MR) Janneke Nelis, personeelslid (secretaris MR) GMR: De GMR is de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Stichting Nuwelijn. Van alle scholen is er een vertegenwoordiging in de GMR. De GMR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden de scholen betreffende, indien en zover die van gemeenschappelijk belang zijn. 1.8 De indeling van de school. Onze school werkt met 2 units, waarbinnen de leerlingen de hele dag werken. Unit 1: Voor de onderbouw is er steeds 1 leerkracht, die samenwerkt met de onderwijsassistente. Op de middag zijn ze altijd samen, maar op de ochtend zijn er ook momenten dat ze samenwerken. Op die manier is de leerkracht afwisselend bij de verschillende leergroepen. De andere kinderen spelen en werken zelfstandig, natuurlijk aangepast aan hun leeftijd, of werken met de onderwijsassistente. Het spelen en leren wordt vorm gegeven door het werken met thema s, waarbinnen het beredeneerd aanbod een plaats krijgt. Zo houden we goed in de gaten wat kinderen moeten leren, maar ook hoe we betekenis kunnen geven aan de wereld om hen heen. Unit 2: Deze unit zit in het gebouw op de bovenverdieping. Het zijn de twee basisgroepen waarin de

8 kinderen de dag opstarten met hun eigen juf (de mentor). Aan het eind van de ochtend komen ze hier altijd samen weer terug voor gezamenlijke lesactiviteiten en het afsluiten van de ochtend. s Middags werken de leerlingen in deze basisgroep aan wereldoriëntatie en creatieve vakken. Zo is er veel contact met de mentor en hebben de leerlingen echt een thuis in de school. Van 9.00 tot uur werken de kinderen van unit 2 in verschillende ruimten bij verschillende leerkrachten. De instructies voor de basisvaardigheden worden gegeven per vakgebied. Elke leerkracht heeft zijn eigen vakgebied. Het verwerken gebeurt op het verwerkingsplein, waar een onderwijsassistent is om hen te helpen met plannen en om vragen te beantwoorden. De opdrachten staan op de werkwijzer. In de middag werken de leerlingen van unit 2 aan wereldoriëntatie en creatieve vakken. Voor groep 4 is er zeker in het begin van het jaar extra begeleiding om te leren leren en te plannen, zodat al het werk dat opgegeven is op de werkwijzer ook goed gemaakt kan worden. Dus: * de unit: organisatorische eenheid: binnen die eenheid leren de kinderen onder begeleiding van medewerkers in verschillende ruimten. * de basisgroep: de groep waarin je zit als je binnenkomt en waarmee je eet, je verjaardag viert, samen buiten speelt en de dag weer af sluit. * de jaargroep: de groep met leerlingen met wie je samen instructie krijgt en die een soortgelijke werkwijzer hebben. Meer weten over SLIM FIT onderwijs bij ons op school? Zie de website van de school. 1.9 Schooltijden Groep 1 t/m 3: Ma-di-do uur tot uur; woensdagochtend uur tot uur; Vrijdagochtend uur tot uur; Groep 4 t/m 8: Ma-di-do-vrijdag uur tot uur. Woensdag uur tot uur, De school werkt met een continurooster. Alle leerlingen eten op school en hebben pauze van tot uur De schoolgids, de schoolkalender, de nieuwsbrieven en de website. De schoolgids is het document, dat u nu aan het lezen bent. Het wordt elke twee jaar opnieuw samengesteld en aanpast aan de ontwikkelingen binnen de school. U vindt hierin informatie over de school en haar beleid. De visie van de school en de uitwerking daarvan op hoofdlijnen, aangevuld met praktische informatie die hieruit voortvloeit. De MR heeft haar instemming verleend aan deze schoolgids. De schoolgids is te vinden op de website en op verzoek kunt u ook een versie op papier krijgen bij de directie. De schoolkalender wordt elk jaar samengesteld en geeft u de meest praktische informatie. U kunt denken aan het afmelden van leerlingen, de studiedagen van het team, het gymrooster, het vakantierooster of deelname aan jaarlijkse activiteiten zoals EHBO. Deze kalender wordt u op papier uitgereikt, met naast de informatie in tekst, ook een maandkalender met daarop de verschillende activiteiten aangeduid. Deze kalender is ook op de website terug te vinden. 1x per maand krijgt u van de school een nieuwsbrief. Hierin staan actuele gebeurtenissen of een stukje over het onderwijs op school. De nieuwsbrief wordt per verspreid, maar ouders kunnen aan het begin van het schooljaar aangeven als ze liever een papieren exemplaar willen. De nieuwsbrief komt ook op de website te staan. De nieuwsbrief is van de

9 school en zal dus ook alleen voor school relevante informatie bevatten. Verenigingen kunnen geen stukje laten plaatsen in de nieuwsbrief van de school. De website geeft een algemeen beeld van de school, maar is tevens een goede informatiebron. Alle bovenstaande informatievoorzieningen kunt u altijd terug vinden op de website. De website wordt ook gebruikt voor foto s van de diverse activiteiten. Het adres van de website is:

10 Hoofdstuk 2 Waar de Sint Anna voor staat. 2.1 De visie van de school. Wij hechten grote waarde aan het scheppen van een optimaal leef- en werkklimaat, wat zich uit in een kindvriendelijke, veilige en geordende omgeving. We hebben kennis genomen van de kenmerken van onze leerlingen en hun leefomgeving. Dit gebruiken we als uitgangspunt: onze leerlingen zijn doeners en trekken er graag op uit om met een onderzoekende houding iets te leren. Zij hebben veel behoefte aan structuur. Maar we zien ook een uitdaging: we willen onze leerlingen kennis te laten maken met niet alledaagse zaken of leervormen die ze uit zichzelf niet zouden hanteren. De uitdaging zit in de andere manier van leren of andere dingen en mensen te ontmoeten dan die je in een klein dorp zou verwachten, zodat je een bredere kijk op de wereld om je heen krijgt. Als derde zien wij het als onze opdracht kinderen voor te bereiden op een waardevolle plaats in de maatschappij. Dat betekent, dat wij oog hebben voor wat deze kinderen in de maatschappij van de toekomst nodig zullen hebben. We zijn geboeid door de 21e century skills. Hierin zijn vaardigheden beschreven die leerlingen voorbereiden op hun toekomst: samenwerken, communiceren, creativiteit gebruiken, ICT geletterd zijn, een probleem oplossend vermogen hebben, kritisch kunnen denken en beschikken over sociale en culturele vaardigheden. Zowel voor de leerkrachten als voor de leerlingen zijn onze kernwaarden: Verantwoordelijkheid nemen / samenwerken / ontplooien Deze kernwaarden houden het volgende in: Verantwoordelijkheid nemen: We zijn allemaal verantwoordelijk voor het onderwijsproces. Voor leerkrachten gaat dat verder dan de eigen basisgroep. Binnen een unit werken meerdere medewerkers met verschillende rollen en taken en in het unitoverleg worden die taken op elkaar afgestemd en de leerlingen besproken. Binnen de unit is er veel overleg over onderwijsinhoudelijke zaken, maar ook over de beste aanpak voor verschillende leerlingen. Voor de leerlingen betekent verantwoordelijkheid nemen, dat ze leren werken met afspraken en een eigen planning. Dit proces wordt opgebouwd: de kleuters werken met kieslijsten en vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een werkwijzer, waarop leerlingen hun eigen werkzaamheden moeten plannen. Vanaf groep 4 gaan ze voor het werken aan de werkwijzer naar het leerplein. Maar ook bij het werken op zich vinden we verantwoordelijkheid nemen voor leerlingen belangrijk. We leren ze om op tijd aan te geven als ze iets nog moeilijk vinden, zodat we ze kunnen helpen. En alle leerlingen werken met een gedragscodekubus, waar een vraagteken op staat om aan te geven dat zij graag hulp willen en een groene stip als ze open staan voor samenwerking of vragen van een ander. Samenwerken: Niet alle kennis en kunde hoeft van de leerkracht af te komen. Leerlingen kunnen heel veel van elkaar en met elkaar leren. Maar dat moet dan wel goed aangeleerd en gestuurd worden. Er is sprake van een wederzijdse afhankelijkheid tussen leerlingen. Dat betekent dat iedere leerling een bijdrage moet leveren om samen tot een goed eindproduct te komen. Aan alle leerlingen leren we hoe je iemand kunt helpen en hoe je hulp kunt vragen. Meeliften wordt tot een minimum beperkt. Vanuit de 21e century skills leren we steeds beter

11 om samen te komen tot kennis-constructie. Door kennis te delen ontstaat er ook weer nieuwe kennis! Wij leren om te reflecteren op het eigen werk en het eigen gedrag. Wij doen dit door reflectie-/begeleidingsgesprekken te voeren. Uiteraard geldt samenwerken ook voor het team. Het is vanzelfsprekend, dat we gebruik maken van elkaars kennis en talenten, maar ook dat we problemen met elkaar onder de loep nemen. We proberen aan de hand van een item waar we mee aan de slag zijn gegaan ook bij elkaar te gaan kijken hoe dat in de praktijk vorm krijgt. Door ons onderwijs in te richten met units, waar meerdere medewerkers werken, kun je niet meer om intensieve samenwerking op de werkvloer heen. Zowel onderwijsinhoudelijke zaken als leerlingbegeleiding worden elke dag aan de orde gesteld. Zo zetten we één lijn uit en kunnen we van elkaar op aan, om het beste uit het kind te halen. Ontplooien: Tot slot willen we zowel de leerkrachten als de leerlingen alle kansen bieden om zich te ontplooien, voor zover dat binnen onze mogelijkheden ligt. De leerkrachten schrijven een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin afspraken met de directie worden gemaakt over de te verwachte persoonlijke ontwikkelingen, gerelateerd aan de schooldoelen. Elk jaar is er een functioneringsgesprek en na twee jaar volgt er een beoordeling. De leerkrachten richten zich ook op een vakgebied. Er is gekozen voor een vakgebied waarvoor men talent heeft en affiniteit om dit talent in de zetten voor de hele school. Zo kun je expert worden voor één vakgebied: alle ins en outs voor die basisvaardigheden liggen in jouw handen. Voor de leerlingen betekent ontplooien, dat het onderwijs een rijk scala aan onderwerpen, belevingen en leermogelijkheden biedt. Zo proberen we talenten te benutten van kinderen en kinderen kennis te laten maken met zaken buiten het gewone klassengebeuren. Elke groep gaat elk jaar op stap om te leren wat er in de praktijk te zien en te beleven valt. Binnen het reguliere lesprogramma worden leerlingen voor de basisvaardigheden uitgedaagd, door ze op niveau in te delen. 1 Ster leerlingen maken de minimale basisstof, vaak met extra begeleiding, 2 ster leerlingen maken alle basisstof, 3 ster leerlingen maken moeilijkere opgaven, vaak grotendeels zelfstandig. Voor leerlingen die voldoen aan vastgestelde criteria is er de mogelijkheid om deel te nemen aan de plusklas: eenmaal per week werken zij aan een thema, waarbij vaardigheden als onderzoeken en presenteren aan bod komen. Vanuit de visie bepalen we onze aandachtspunten: A. Basiskennis We besteden veel aandacht aan de basiskennis. Elke leerkracht heeft de verantwoordelijkheid voor een of meer vakgebieden. We hebben met elkaar resultaatafspraken voor de basiskennis gemaakt en we werken hard aan het behouden of verbeteren hiervan. Daarvoor is een deskundig team nodig. Het bijhouden van je eigen vakgebied is mogelijk door inzet van individuele scholing. We zetten ook in op teamscholing. Samen werken we aan het optimaliseren van het model directe instructie. Verder willen we meer werken vanuit de leerdoelen die er per vakgebied zijn. Op diverse studiemiddagen bekijken we samen de resultaten van ons onderwijs en bepalen we hoe we onze zorgleerlingen het best verder kunnen helpen. We leren veel van elkaar en roepen soms expertise van buitenaf in om ons verder op weg te helpen. B. Vaardigheden Naast de basiskennis willen we kinderen de benodigde vaardigheden mee geven. We denken dan aan de 21st century skills: - samenwerken: leerlingen zitten in heterogene groepen als ze de leerstof verwerken. Hierdoor kunnen ze elkaar helpen. Ook bij de wereldoriëntatie en themaweken worden opdrachten samen uitgewerkt. Zo worden ieders talenten ingezet om tot een goed eindproduct te komen.

12 - communiceren: leerlingen kunnen verwoorden wat hen bezighoudt of wat er speelt. Zo zijn er in alle groepen kringactiviteiten, waarbij een leerling centraal staat (bv nieuwskring, dit ben ik-dag, boekenkring), zijn er voorstellingen en lessen spreekvaardigheid. - creativiteit gebruiken: tijdens de themaweken krijgen de leerlingen een leerarrangement. Op een creatieve manier geven zij vorm aan datgene wat er geleerd en gepresenteerd moet worden. - ICT geletterd zijn: we hebben een ICT beleidsplan, waar in staat welke vaardigheden er per leerjaar aan bod komen. Dat begint met het leren werken met de computer, tot het maken van een prezi en het project mediawijsheid in groep 8. - een probleem oplossend vermogen hebben: deze vaardigheid oefen je de hele dag. Als je vastloopt in je werk, als je met een groepje mee wilt spelen, maar ook als je een leerarrangement uit wilt voeren. Leerkrachten zijn zich bewust van hun rol hierbij. - kritisch kunnen denken: leerlingen worden actief betrokken bij de feedback op hun werk. Hier wordt een kritische houding aangeleerd. Kinderen leren wat ze moeten doen, als iets nog niet gelukt is. Maar ook door kinderen te leren kijken naar de gevolgen van hun handelen, leren ze kritisch na te denken. - kennis constructie: door kennis te delen met elkaar ontstaat er ook weer nieuwe kennis. Dit geven we vorm door leerarrangementen, waarbij leerlingen binnen een bepaalde tijd samen een leerprobleem mogen onderzoeken, op mogen lossen en uitleggen. Om te werken aan de zelfstandigheid van leerlingen en aan het gevoel voor samenwerking en verantwoordelijkheid heeft de school de volgende doelstellingen: - de zelfstandigheid van de leerlingen bevorderen; (b.v. werkwijzer) - het ontwikkelen van sociale vaardigheden; (bv. elkaar helpen, met elkaar vieren) - het omgaan met zelfredzaamheid; - het komen tot samenwerking; (b.v. samenwerken op het leerplein) - het leren kiezen en daarvoor verantwoording dragen; (b.v. werk plannen en corrigeren) - het aanleren van een kritische houding; (corrigeren, zelf beoordelen) - het bijbrengen voor verwondering voor mens en natuur; - respect hebben voor het anderszijn ; - nieuwsgierig maken voor andere culturen; - de maatschappelijke verantwoording voor het milieu leren kennen; - leren vertrouwen te hebben in de toekomst en geloven in eigen kunnen. 2.2 De kwaliteit van ons onderwijs. Werkend vanuit deze visie willen we ervoor zorgen dat Sint Anna een school is, waar kwalitatief goed onderwijs verzorgd wordt. Op schoolniveau worden er resultaatafspraken gemaakt voor de basisvaardigheden. Verder wordt er bekeken wat de speerpunten voor een jaargroep zijn. Op basis van deze gegevens wordt er een lijst gemaakt waarop aangegeven wordt voor welke leerlingen er een plan van aanpak komt en welke leerlingen extra aandacht krijgen in het groepsplan. De ouders worden op de hoogte gebracht van de plannen en veelal zijn de plannen tijdens het maken al een keer met de ouders doorgesproken. Tweemaal per jaar analyseren we met het hele team de resultaten van de school en bekijken we waar we het accent op moeten leggen, schoolbreed. Als de leerlingen van groep 7 de entreetoets gemaakt hebben, geeft dat input voor de aandacht die nog nodig is in groep 8, maar zegt het ook, samen met de eindtoets van groep 8 iets over de accenten die we op schoolniveau moeten leggen. De aandacht voor alle leerlingen wordt geëvalueerd met de IB-er. Per jaar zijn er 4 momenten dat de IB-er in de groep komt en daarna met de leerkracht alle leerlingen die zorg behoeven doorneemt. Per 2 weken is er een unitoverleg, waarin de zorgleerlingen ook besproken worden.

13 Om het procesmatig werken goed in beeld te krijgen nemen we deel aan diverse peilingen en feedbackmomenten. We werken met een tevredenheidpeiling, een risico-inventarisatie en kunnen we zelf vragenlijsten uitzetten via ons kwaliteitssysteem Integraal. 2.3 Aandacht voor kwaliteit vanuit de Stichting Nuwelijn: Wij vinden de onderwijskwaliteit op onze scholen belangrijk. Wij stellen ons daarbij steeds de vraag of het beter kan. Om de kwaliteit te borgen gebruiken we de volgende instrumenten: Een zelfevaluatiesysteem (Integraal) waarbij medewerkers, leidinggevenden en auditoren vragenlijsten invullen. Voor de medewerkers maken we gebruik van de gesprekkencyclus. Deze cyclus is gericht op de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken gehouden, waarbij in het derde jaar een beoordelingsgesprek gehouden wordt. Om een goed beeld van de kwaliteit op de school te krijgen, hecht het bestuur veel waarde aan het oordeel van de directe gebruikers, te weten: de ouders, de leerlingen en het personeel. We gebruiken tevredenheidspeilingen om hier duidelijkheid over te krijgen. De peilingen vinden minimaal om de twee jaar plaats, maar kunnen ook tussentijds voor een specifiek onderdeel ingezet worden. Op de scholen worden diverse activiteiten gehouden om met de ouders en leerlingen in gesprek te gaan. Bij ons op school hebben we een ouderforum en is er driemaal per jaar een unitoverleg met ouders. In hoofdstuk 7 wordt hier nader op ingegaan. De resultaten van het onderwijs worden in beeld gebracht via een leerlingvolgsysteem: Parnassys. De gegevens worden geanalyseerd en er worden keuzes gemaakt om het onderwijsaanbod voor individuele leerlingen of op groeps- of schoolniveau te verbeteren/te versterken De schoolplannen en jaarplannen worden met de bestuurder besproken, waarbij de voortgangsrapportages en evaluaties leidend zijn voor het gesprek. Driemaal per schooljaar wordt de school door de bestuurder bezocht om de voortgang van het jaarplan te bespreken en zo nodig aanvullende afspraken te maken. Daarnaast vindt driewekelijks een bilateraal overleg plaats tussen bestuurder en directeur om lopende en incidentele zaken te bespreken. De bestuurder spreekt jaarlijks met het team. De Raad van Toezicht plant jaarlijks op 2 scholen van de stichting een schoolbezoek. 2.4 De katholieke identiteit. Bij de opvoeding van kinderen krijgt men vroeg of laat te maken met zaken rond geloof en kerk, want dit terrein is ook een onderdeel van ons leven en onze samenleving. Als ouders voor een katholieke school kiezen, mogen zij verwachten dat de school uitgaat van de christelijke normen en waarden. Bij het katholiek onderwijs gaat het om leven in de geest van het evangelie. Omdat dit in deze tijd niet altijd even gemakkelijk is om over te dragen aan kinderen, hebben we met alle scholen van de stichting een canon geschreven:

14 een soort raamwerk waar binnen de school aangeeft hoe zij met het katholieke geloof om gaan en dit uit zullen dragen. In de canon staat voor onze school: * Leerkrachten onderschrijven de uitgangspunten van de canon en handelen hiernaar. * In alle groepen worden er Bijbelverhalen verteld aan de kinderen. Dit is voor ons een uiting van de katholieke identiteit en een vorm van cultuur- en kennisoverdracht. * Wij staan open voor momenten van bezinning aan de hand van een overweging. * Kinderen komen regelmatig in aanraking met vieringen. Zeker Kerst en Pasen zijn voor ons aanleiding om uitgebreid stil te staan bij het leven van Jezus en hier in een viering met de hele school aandacht aan te schenken. * We besteden aandacht aan het vak godsdienst. De Christelijke tradities krijgen een plaats in het lesprogramma. * We staan open voor andere religies en besteden aandacht aan de wereldgodsdiensten. Misschien voor de kinderen van onze school minder vanzelfsprekend, maar daarom is het van groot belang hen te leren dat elk mens recht heeft om trouw te zijn aan zijn of haar eigen traditie. Kinderen moeten leren omgaan met deze andere culturen omdat we er van overtuigd zijn dat verdraagzaamheid de voorwaarde is tot vrede. * Vanuit de parochie is er een aanbod van workshops voor alle groepen. Wij zorgen dat elke groep minimaal één workshop per jaar heeft. * We hebben een open houding naar de kerk en de parochie. We blijven met elkaar in gesprek en ondersteunen elkaar waar het kan. Denk hierbij aan de communie, het vormsel, gezinsvieringen, vastenproject en het Driekoningen-zingen. Alle kinderen zullen minimaal eenmaal per jaar de kerk bezoeken, niet altijd in het kader van het bijwonen van een viering. Dit is een onderdeel van het programma van de school en derhalve voor alle leerlingen verplicht. 2.5 De veilige school. We proberen onze school tot een plek te maken die veilig is voor iedereen. Een plek waar de kinderen zich thuis voelen en als het nodig is, worden beschermd. De school kent schoolregels, procedures en protocollen. Soms is een protocol opgesteld voor alle Nuwelijn scholen, soms is een protocol schoolspecifiek. U kunt denken aan: veiligheid en vervoer van leerlingen, pestprotocol, protocol klassenouder, protocol schorsen en verwijderen, protocol medisch handelen. Ons dagelijks handelen moet een afspiegeling zijn van onze waarden en normen. Elke dag opnieuw willen we kinderen een voorbeeld geven, maar ook aanspreken op goed gedrag. Wij belonen liever, dan dat we straffen. We geloven in het bekrachtigen van wat goed is en het bespreken van wat beter kan of moet. Vaak zullen we de ouders betrokken bij wat wij graag aan gedrag willen zien. In het schooljaar willen we het aanleren en belonen van goed gedrag versterken door stil te staan bij Positive Behaviour Support. Voor de hele school gelden er regels omtrent het omgaan met elkaar en het omgaan met de omgeving. We hebben 8 schoolregels, die elk jaar aan het begin van het schooljaar met de leerlingen worden besproken. In de loop van het schooljaar zijn deze regels ook gekoppeld aan de thema s van de methode Leefstijl, zodat elke regel nogmaals aan bod komt. Met het team wordt er regelmatig gesproken over het omgaan met elkaar. In de groep worden met de leerlingen samen regels vastgesteld en gedrag afgesproken, waar ze zich in de school en op de speelplaats aan moeten houden. Wie zich buiten niet aan de regels houdt krijgt één waarschuwing. Daarna wordt de leerling naar binnen gestuurd. Voordat de leerling de groep in mag, wordt er eerst door de betreffende leerkracht met de leerling gesproken.

15 Er wordt veel aandacht besteed aan het voorkómen en het oplossen van conflicten. Pesten wordt niet getolereerd. Voor pestgedrag is een protocol opgesteld, dat in 2016 is geactualiseerd. Sinds 2016 heeft de school één leerkracht met de taak: anti-pest-coördinatie en één leerkracht als intern contactpersoon. Weglopen van school mag nooit. Ook al ben je boos, dan blijf je altijd op het terrein van de school. Als een leerling toch wegloopt, is het voor het team onmogelijk om een grote zoekactie te starten, omdat we ook de verantwoordelijkheid hebben voor de andere leerlingen. We zullen op dat moment 112 inschakelen. We proberen de school er van binnen en van buiten netjes en overzichtelijk te laten uitzien. Een goede ordening en indeling van het groepslokaal, het leerplein en de overige ruimtes en het speelterrein zijn van belang voor de veiligheid. Voor de fysieke veiligheid is een arbo-coördinator aangesteld. Zij houdt ondermeer toezicht op: - De veiligheidsrisico s in en rond het schoolgebouw en het speelterrein. Via een checklist worden de veiligheidsvoorzieningen jaarlijks gecontroleerd. - De bedrijfshulpverlening (BHV). De school heeft een aantal opgeleide BHV-ers in huis, die snel kunnen optreden bij ongelukken en calamiteiten. Elk jaar wordt er geoefend in en om het schoolgebouw om, indien nodig, snel en efficiënt te kunnen ontruimen. - Het up to date houden van het schoolnoodplan en zorgen dat alle medewerkers hiervan op de hoogte zijn. - De speeltoestellen. Voor de controle op de speeltoestellen wordt een professioneel bedrijf ingeschakeld door de gemeente. Alle medewerkers van de school zijn geschoold in verband met de meldcode huislijk geweld. De IB-er is aandachtsfunctionaris wat betreft alle zaken die met de meldcode te maken hebben. Alle protocollen die de school heeft ten aanzien van veiligheid, staan op de website vermeld. 2.6 Pestprotocol. Het pestprotocol vormt de verklaring van de leerkrachten, de ouders en andere betrokkenen bij de school, waarin is vastgelegd dat men pestgedrag op school niet accepteert en volgens een vooraf bepaalde handelwijze gaat aanpakken. Iedereen op de St. Annaschool onderschrijft het pestprotocol, ook ouders conformeren zich hieraan. Pestprotocol. (het totale protocol is terug te vinden op de website) Dit protocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag van kinderen benaderen. Via dit protocol wil de school alle betrokkenen op de ernst van pesten wijzen en daarnaast zowel handreikingen geven om te werken aan een veilige school als een stappenplan bieden bij systematisch pestgedrag. We spreken van pestgedrag als een leerling zich ongelukkig voelt omdat hij of zij stelselmatig geconfronteerd wordt met vervelend of agressief gedrag of buitengesloten wordt van de sociale groep. De inzet van het pestgedrag is altijd macht door intimidatie. Het verschil tussen pesten en plagen: bij plagen lachen er twee, bij pesten maar één. Leerkrachten dienen ook alert te zijn op andere pestvormen, zoals online-pesten. Leerlingen praten hier niet altijd over en ouders houden soms onvoldoende toezicht op het gedrag van hun eigen kind en dat van anderen op de computer. Uitgangspunten bij ons pestprotocol 1. Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem op onze school voor zowel de gepeste leerling, de pester, de groep leerlingen daar om heen, de leerkrachten en de ouders.

16 2. De school heeft de verplichting zich in te spannen om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en niet wordt geaccepteerd. De school heeft een antipest-coördinator, die er voor zorgt, dat pesten regelmatig op de agenda komt en alle teamleden op de hoogte zijn van ontwikkelingen op dit gebied. 3. Leerkrachten en andere betrokkenen moeten tijdig alert zijn op pestgedrag in algemene zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten leerkrachten en andere betrokkenen duidelijk stelling en actie ondernemen tegen dit gedrag. De verantwoordelijkheid blijft te allen tijde liggen bij de leerkrachten. De anit-pest-coördinator is er wel met ondersteuning. 4. Als er sprake is van incidenteel pestgedrag binnen de groep dan wordt dat met de betrokken leerlingen besproken door de groepsleerkracht. Er wordt ook een gesprek gehouden met de pester en gepeste, om kinderen de kans te geven hun gevoelens te verwoorden en te begrijpen wat hun gedrag bij de ander te weeg heeft gebracht. Van alle gesprekken worden aantekeningen gemaakt in Parnassys. Pestincidenten worden gemeld bij de betrokken ouders. 5. De directie en het team worden altijd op de hoogte gesteld van pestgedrag, zodat iedereen er alert op kan reageren. Als het probleem zich toch blijft herhalen meldt de leerkracht dit gedrag aan de directeur van de school. 6. Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de pester uitgenodigd voor een gesprek op school, samen met de pester door de groepsleerkracht. Aan het eind van dit oudergesprek worden de afspraken met de pester uitdrukkelijk doorgesproken en vastgelegd in een verslag. In het verslag wordt tevens een afspraak opgenomen voor een vervolggesprek met de ouders. De ouders van het gepeste kind worden uitgenodigd voor een gesprek om hen in te lichten over de gemaakte afspraken. De directie wordt ingelicht over de inhoud van de gesprekken. 7. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen weer optreedt, kan de school verdere maatregelen nemen, zoals omschreven in het pestprotocol.

17 Hoofdstuk 3 Onderwijsinhoudelijk 3.1 Het onderwijsleerproces. Onze school gaat uit van de doelstellingen van het onderwijs volgens de Wet op het Primair Onderwijs. Het uitgangspunt van ons onderwijs is: het aanleren van basiskennis en - vaardigheden en het onderwijzen van wereldoriënterende vakken en expressievakken. Hiervoor gebruiken we moderne methoden die aan de kerndoelen voldoen. Aanvankelijke lezen Veilig Leren Lezen Rekenen Wereld in getallen Voorgezet lezen Leesparade Taal en spelling Taal actief Begrijpend lezen Nieuwsbegrip XL Woordenschat Taal actief Taal en rekenen bij Schatkist Schrijven Pennenstreken de kleuters Sociaal emotionele Leefstijl Aardrijkskunde Wereld van verschil ontwikkeling Engels Real English Geschiedenis Tijdstip Verkeer Verkeerskranten Biologie Argus Cloe Omdat we een kleine school zijn, zitten er meer jaargroepen bij elkaar in de basisgroep. Elke basisgroep heeft een vaste leerkracht die verantwoordelijk is voor het algemeen welbevinden van kinderen en het coördineren van gegevens over een leerling. Meerdere basisgroepen behoren tot een unit: een organisatorische eenheid waarbinnen het onderwijs plaats vindt. Binnen de unit heeft elke medewerkers zijn taken en verantwoordelijkheden en zijn leerkrachten verantwoordelijk voor een vast vakgebied. Het onderwijs voor dat vak wordt dus aan meerdere jaargroepen gegeven door dezelfde leerkracht. Hoewel we zittenblijven proberen te voorkomen, kan het toch gebeuren dat bepaalde leerlingen een aangepast programma krijgen aangeboden of aansluiten bij een andere jaargroep. We spreken dan het liefst van verlenging van onderwijstijd. Dit komt vooral voor in de onder -en middenbouw. Uiteraard gebeurt zoiets altijd in samenspraak met de ouders. Naast de cognitieve ontwikkeling (het overdragen van kennis en zelfstandig kritisch en creatief denken bevorderen) worden ook andere ontwikkelingsvormen niet vergeten! We denken daarbij aan: - sociaal emotionele ontwikkeling; - creativiteitsontwikkeling; - sociale redzaamheid; - ontwikkelen van normen en waarden Binnen alle ontwikkelingsgebieden is er aandacht voor de vaardigheden van kinderen. 3.2 SLIM FIT Onze vertaling van de SLIM FIT KUBUS: Algemene visie en organisatie In onze visie op leren staat, dat we kinderen willen ontwikkelen tot zelfstandige, volwaardige medeburgers in de maatschappij van morgen. Dat betekent, dat we het belangrijk vinden voldoende basiskennis mee te geven, maar zeker ook vaardigheden, die het kind verder kan helpen in zijn ontwikkeling. We denken dan aan zelfstandigheid, samenwerken, plannen en eigenaar zijn van je eigen leerproces. Bij deze visie op leren, kijken we doelgericht naar de lessen. Waar eerst de methode centraal stond, staan nu steeds meer de doelen van de les centraal. De leerkracht denkt na over de manier waarop hij de doelen kan bereiken. De bijbehorende werkvormen worden weggezet in een korte, doelgerichte instructies van maximaal 30 minuten per vakgebied per keer. Kinderen verwerken de stof op een eigen

18 moment, gekoppeld aan de dag- / weektaak: de werkwijzer. Door het onderwijs zo in te richten, komen de genoemde vaardigheden leeftijdsadequaat aan bod. In de organisatie heeft het team een omslag gemaakt. Waar eerst de ochtend in het teken stond van het geven van lessen, staat nu het geven van instructies centraal. Hiervoor is het rooster aangepast. Kinderen volgen gedurende de dag verschillende instructies en hebben tussendoor de tijd om de stof (zelfstandig) te verwerken. Dit betekent dat er door teamleden gezamenlijk nagedacht is over het begeleiden van kinderen en de benodigde ondersteuning gedurende de dag. In het rooster speelt de afstemming een belangrijke rol spelen: De leerkrachten geven de instructies en de onderwijsassistent begeleidt de kinderen tijdens het zelfstandig werken. Personeel Het bewust zijn van en inzetten van verschillende rollen heeft veel aandacht. Rollen als instructeur, begeleider of mentor worden tijdens het werken aan de basisvakken ingezet. Leerkrachten, in hun rol van instructeur, worden zich meer bewust van de doelen van de les en werken aan deze doelen door het geven van korte instructies. Dit betekent dat leerkrachten in staat moeten zijn om in korte tijd (maximaal 30 minuten) de kern van de stof aan kinderen over te dragen. Daarnaast is het beheersen van de leerlijnen van de basisvakken een voorwaarde voor het werken met instructies. Doordat de verwerking van de stof door de kinderen op een ander moment gedaan wordt, is het van belang voor leerkrachten om tijdens de instructie veel directe feedback te geven. Op deze manier worden de kinderen ondersteund en gevolgd in hun ontwikkeling. Waar eerst alleen leerkrachten werkzaam waren in de school, wordt er nu ook gebruik gemaakt van onderwijsassistenten. Binnen het team zijn de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de leerkracht en de onderwijsassistent vastgelegd. De leerkracht is nu mentor van een gedeelte van de leerlingen, die samen een basisgroep vormen. In de basisgroep start je de dag op en worden de gezamenlijke groepsactiviteiten gedaan, zoals lezen, verjaardag vieren, zingen, schrijven, kringgesprek, enz. In de rol van

19 mentor ben je verantwoordelijk voor het totaal beeld van een kind en het welbevinden. Ook de contacten met de ouders verlopen via de mentor. De onderwijsassistente begeleidt de kinderen bij het zelfstandig verwerken van de leerstof. Zij begeleidt leerlingen in het werkproces. Soms door een leerlingen even op weg te helpen, samen het werk te plannen, of een eerste controle van het werk te doen. Leeromgeving Aangezien er meerdere kinderen van verschillende leeftijden actief zijn in de unit, is het noodzakelijk om de leeromgeving aan te passen. Het automatisme dat kinderen altijd een eigen tafel en stoel nodig hebben om te leren is er niet meer. We werken met flexplekken. Dat betekent, dat de activiteit of het vak bepaalt waar je aan het werk gaat. Er is bewust gekeken naar geluidsrijke en geluidsarme activiteiten. Zo zijn er samenwerkplekken, stilteplekken, hoeken en instructieruimten ingericht. Centraal is er een verwerkingsplein, waar alle tafels de zelfde hoogte hebben en kinderen hun stoel of kruk zo kunnen aanpassen, dat de hoogte passend is bij hun lengte. Op het verwerkingsplein zijn alle materialen en boeken ordelijk weggezet, zodat ze altijd toegankelijk zijn voor alle leerlingen. Overal is duidelijk wat de functie van de ruimte is en wat er van kinderen verwacht wordt in die ruimte. Alle leerlingen kennen de regels die horen bij het werken met flexplekken. Leerinhoud Bij het werken volgens Slim Fit wordt er meer zelfstandigheid van kinderen gevraagd. Kinderen volgen gedurende de dag verschillende instructies en zullen tussendoor veelal zelfstandig aan het werk zijn. Om zelfstandigheid van kinderen te bevorderen, wordt er gewerkt met planborden en dagtaken in de onderbouw en met een werkwijzer in de bovenbouw. Kinderen hebben ondersteuning en begeleiding nodig bij het leren werken op deze manier. Hier wordt veel aandacht aan besteed en op cruciale momenten zelfs extra veel aandacht. Bijvoorbeeld aan het begin van groep 2 (de kieslijst), groep 3 (de dagplanner) en groep 4 ( de werkwijzer). Kinderen verwerken niet meer direct na de instructie, maar doen dit op een eigen moment. Het werk wordt door kinderen op maandag ingepland en gemonitord door de onderwijsassistente. Ook leren kinderen hoe je om hulp kunt vragen of hoe je iemand kunt helpen. Oudere kinderen zitten tijdens de verwerking aan een tafel met jongere kinderen en weten hoe ze een helpende hand kunnen bieden. ICT Bij het werken met units wordt ICT, meer dan eerst, ingezet bij de extra inoefening. Alle leerlingen zijn middels een computerrooster ingedeeld en komen tijdens het verwerken van de leerstof allemaal aan de beurt om digitaal met leerstof aan de slag te gaan. Op deze manier is het werken met digitale middelen een gewoon onderdeel van je weektaak en mis je geen andere activiteit, omdat je aan de computer mag werken. Het volgen van leerlingen Per dag wordt er een matrix ingevuld, zodat we weten wat een leerling gedaan heeft en om eventueel op tijd bij te kunnen sturen. De leerkrachten krijgen voor hun vak al het werk te zien en het is aan hen om hier verantwoord feedback op te geven. Dat kan zijn door het na te kijken, dat kan ook door steekproefsgewijs te zien wat er gemaakt is. Elke week is er een unitoverleg, waarin alle betrokken medewerkers met elkaar bespreken hoe de voortgang is. Het volgen van de leerlingen vindt ook plaats door het afnemen van methode gebonden en methode ongebonden toetsen. Er is nagedacht over het vastleggen van de ontwikkeling van kinderen. Alle medewerkers zijn hier bij betrokken, maar de mentor is hiervoor het aanspreekpunt voor ouders. Differentiatie Door het organiseren vanuit een unit, kunnen we alle jaargroepen hun eigen instructie geven. Binnen de jaargroep ontstaan er zo meer mogelijkheden voor differentiatie. Alle methoden voor de basisvakken zijn zo gekozen, dat er gewerkt kan worden met de ster aanpak. Op de werkwijzer is de te verwerken stof per niveau terug te vinden.

20 Leiderschap / professionele leergemeenschap De directeur heeft bij het werken in units een specifieke leidende rol. Personeelsleden moeten in grotere units werken en moeten meer met elkaar tot samenwerking en tot taakverdeling komen. Dat betekent, dat er meer overleg momenten gefaciliteerd moeten worden. Open communicatie, samenwerking, reflectie en evaluatie, dit zijn allemaal werkvormen die regelmatig op de agenda worden gezet door de directeur. Verder is het van belang om de verworvenheden binnen deze organisatie ook buiten de school uit te zetten. Zo begrijpen externe partners waarom een groep leerlingen niet zomaar een bezoekje kan brengen aan bv de bibliotheek op een ochtend, of waarom het inplannen van extra of andere activiteiten op onze school iets anders geregeld moeten worden. School en samenleving Vanaf het begin zijn de ouders betrokken bij het vormen van ons onderwijsconcept. Door middel van informeren, maar zeker ook als klankbord voor de veranderingen zijn ouders actief betrokken om mee te denken. Het ouderforum is bewust opgericht om een groep ouders mee te laten kijken in de keuken van de school. Ook bij de schoolbezoeken die we afgelegd hebben, zijn er steeds ouders meegegaan. Nog steeds vragen we elk jaar aan alle ouders om te komen kijken als de school in werking is. Daarna vragen we feedback, zodat we goed op de hoogte blijven van wat ouders zien en voelen bij ons onderwijsconcept. De scholen voor voortgezet onderwijs geven aan, dat onze kinderen meer en bewuster met de leerstof om kunnen gaan en hun eigen planningen kunnen maken. Ook het schakelen verloopt soepel, omdat ze dat gewend zijn. 3.3 Resultaten van het onderwijsleerproces. Als we denken aan onderwijsresultaten, dan denken we vaak aan toetsuitslagen. Maar voor ons is dat maar een onderdeel van het geheel. Het volgen van de ontwikkeling van onze leerlingen begint al in groep 1/2. Wij observeren de leerlingen van groep 1/2 tijdens hun dagelijkse werkzaamheden in de groep. De leerkrachten hebben duidelijke doelen opgesteld voor deze leerlingen. We noemen dit: tussendoelen taal/geletterdheid en tussendoelen rekenen. In het aanbod zitten steeds bewust een aantal van deze doelen verwerkt. Zo kunnen we per thema goed in de gaten houden, of leerlingen bepaalde doelen beheersen. En weten we dat alle doelen per schooljaar aan bod komen. Zo kunnen we het aanbod van elke dag afstemmen op de ontwikkeling van een kind. Wij maken bij groep 1 en 2 ook gebruik van de observatiemethode KIJK. Met KIJK kunnen we het proces van ontwikkeling van de leerlingen volgen, omdat heel duidelijk omschreven is wat leerlingen op een bepaalde leeftijd zouden moeten kunnen. Zo signaleren we eventuele problemen. De resultaten van de observaties worden met de ouders besproken. In alle groepen wordt de ontwikkeling van leerlingen gevolgd. Dit gebeurt aan de hand van: * vrije observaties (spelen, omgang met anderen enz.) * vakgerichte observaties (werkhouding, zelfstandigheid, taakaanpak enz.) * het afnemen van methode gebonden toetsen en niet methodegebonden toetsen. Een leerkracht weet wat leerlingen aan het eind van het schooljaar zouden moeten beheersen. Het kan natuurlijk voorkomen dat de resultaten voor een leerling niet worden gehaald. Ieder kind is immers uniek en je kunt niet overal even sterk in zijn. Op dat moment gaan we kijken wat de leerling en de leerkracht nodig hebben om de resultaten wel te halen. Maar gaan we ook met ouders in gesprek over de ontwikkeling van hun kind. Er kan dan een plan van aanpak worden gemaakt of de zorg wordt opgenomen in de groepsplannen. Om ouders inzicht te geven in de vorderingen van hun kind, worden de grafieken van de Cito scores opgenomen in de rapporten. Zo hebben leerkracht en ouders een beeld van de ontwikkelingsgroei die de leerling doormaakt. Als dan toch blijkt dat de ontwikkeling van een kind niet verloopt zoals de norm, dan wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) is een format

21 waarbij een leerling niet alleen gevolgd wordt in zijn of haar ontwikkeling, maar waarmee ook duidelijk kan worden gemaakt wat wij als school met een leerling denken te kunnen bereiken aan het eind van de basisschoolperiode. Cito-resultaten groep 8: Eindcito (ongecorrigeerd) ,4 536,1 532,1 535,8 534,6 Uitstroomgegevens Aantal leerlingen Opleiding Richting VMBO Praktijkonderwijs Basis / kadergerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengd / theoretische leerweg Theoretische leerweg Theoretische leerweg/havo HAVO HAVO/VWO VWO VWO VWO TTO Gymnasium TOTAAL Toetsresultaten op zich zeggen iets over een niveau, maar niets over de inspanningen van leerlingen en leerkrachten. 3.4 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het belang van de vroege kinderjaren voor ontwikkelingskansen en maatschappelijke participatie kan moeilijk worden overschat. In die jaren vindt de snelste ontwikkeling (motorisch, cognitief, sociaal-emotioneel) plaats en blijken in de praktijk ook aanzienlijke verschillen in de ontwikkeling van de kinderen te ontstaan. De kwaliteit van de opvoedingsomgeving en de communicatie met kinderen is van grote invloed op de individuele ontwikkeling. VVE speelt hier een belangrijke rol. Doel van VVE is de taal en ontwikkelingsachterstand bij kinderen te voorkomen, dan wel zo snel mogelijk aan te pakken. Daarom is een belangrijk element van VVE dat de aanpak al start voordat kinderen in het basisonderwijs beginnen. Vervolgens ontstaat een doorlopende leerlijn van voorschools (bijvoorbeeld peuterspeelzaal) naar vroegschools (groep 1 en 2 van het basisonderwijs). De VVE groep in Gilze en Rijen is mede gericht op het vormgeven van deze doorlopende leerlijn. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van de gemeente, het onderwijs, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, onderwijsbegeleiding en consultatiebureau. Voorschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 tot 4 jaar en wordt binnen de gemeente Gilze en Rijen verzorgd op een peuterspeelzaal. Hiervoor zijn de gemeenten verantwoordelijk. Vroegschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 4 en 5 jaar en wordt verzorgd in groep 1 en 2 van een basisschool. Hiervoor zijn de scholen verantwoordelijk. Scholen krijgen een eigen budget voor het realiseren van de vroegschoolse educatie. De doelgroepkinderen in de voorschoolse periode dienen in ieder geval gedurende 12 maanden minimaal 10 uur per week deel te nemen aan voorschoolse educatie. Gemeenten en basisscholen zijn vrij om een keuze te maken uit een bepaald VVE-programma. In Gilze en Rijen wordt gewerkt met Taallijn VVE, UK & PUk en Piramide. Doelgroep De doelgroepkinderen in de eerste twee groepen van het basisonderwijs zijn kinderen met een leerlinggewicht, als bedoeld in de wet. In de peuterspeelzalen wordt het begrip

22 leerlinggewicht in beginsel ook gehanteerd. De gemeente Gilze en Rijen heeft ervoor gekozen om naast het criterium leerlinggewicht voor de voorschoolse periode ook het criterium risicokind te definiëren. Daarmee sluiten wij aan op de indicatie van achterstanden die de Jeugdgezondheidszorginstellingen hanteren. Overdracht naar de basisschool Als een kind in de voorschoolse periode een VVE of zorgaanbod heeft gehad is het belangrijk dat (indien nodig) dit vervolgd wordt op de basisschool. Er zijn daarom binnen de gemeente Gilze en Rijen samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de voorschool en de basisschool (vroegschool). Kinderen worden middels een overdracht formulier overgedragen aan de basisschool. Dit overdacht formulier wordt niet alleen gebruikt bij doelgroepkinderen. Alle kinderen vanuit peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf worden middels dit overdracht formulier aan de basisschool overgedragen,. Zo kan de school zien hoe de ontwikkeling verliep op de voorschool en samen met ouders de begeleiding van het kind voortzetten. Indien er in de voorschool zorgen waren kan er voor gekozen worden om naast de papieren overdracht een gesprek te plannen, de zogenaamde warme overdracht. 3.5 Burgerschapsvorming. Burgerschap in een democratische samenleving Bij burgerschap gaat het om samen leven. Samen leven in een omgeving, een plaats en een maatschappij met andere mensen die je niet altijd kent en waar je je niet per se mee verbonden voelt. Burgerschap gaat over kennis van onze politieke instituties, de spelregels die worden gehanteerd en het gedrag dat daarbij past. In een samenleving met veel diversiteit en dynamiek is een stevig besef van deze spelregels cruciaal. Fundamentele waarden, neergelegd in onze Grondwet en de universele mensenrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst, gelden altijd, overal en voor iedereen, ongeacht achtergrond, levensovertuiging of afkomst. Ze vormen het fundament van onze democratische samenleving. Daarom is het belangrijk dat al onze kinderen, of ze nu in Nederland geboren en getogen zijn of als nieuwkomer in Nederland opgroeien, een goed begrip en besef hebben van onze fundamentele waarden. Burgerschap in het onderwijs Het onderwijs heeft een belangrijke taak, in het overbrengen van waarden. Gelijkwaardigheid en vrijheid hebben pas betekenis als we weet hebben van verschillen tussen mensen; andermans idealen, geaardheid of cultuur kunnen respecteren; en kennis opdoen over de positie die je als burger in een democratie hebt. Het onderwijs moet kinderen leren reflecteren op hun eigen idealen en die van anderen. Om een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij en daartoe ook bereid te zijn is het van belang dat je weet wie je bent en waarvoor je staat. Het onderwijs heeft daarmee ook een belangrijke taak bij zelfontplooiing en de ontwikkeling van eigen waarden en normen van leerlingen. De sociale en maatschappelijke ontwikkeling van kinderen en het actief tegengaan van antisociaal gedrag zoals pesten, geweld, antisemitisme of andere vormen van discriminatie, is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, het onderwijs en de sociale omgeving van de leerlingen. Scholen en leraren hebben hierin een belangrijke rol. In de eerste plaats in het overbrengen van kennis over de democratische rechtsstaat en het uiten van de waarden in de lessen. In de tweede plaats in het leveren van een bijdrage in het stimuleren van het gedrag dat daarbij past. Burgerschapsvorming op St. Anna Wanneer we kijken naar burgerschapsvorming op St. Anna, dan zijn er een aantal uitgangspunten: 1. de burgerschapsvorming moet aansluiten op de visie van de school

23 2. de burgerschapsvorming bestaat uit een goede kennisbasis en een goede sociale basis 3. de burgerschapsvorming is geen apart vakgebied 4. de burgerschapsvorming is terug te vinden in alle groepen Risico inventarisatie: Onze kinderen zijn leergierig en hebben hun specifieke voorkeuren en interesses. De gemeenschap biedt hen een veilige en beschermde plek om op te groeien, maar dat impliceert wel, dat de kinderen een beperkte wereld om zich heen hebben. Hun wereld lijkt kleiner dan die van kinderen die opgroeien in de stad. De mogelijkheden na school zijn in het dorp beperkt. Doordat generatie op generatie onze school bezoekt en er minder nieuwkomers van buitenaf in het dorp komen wonen, zie je dat er weinig nieuwe invloeden zijn. De leerlingen van de school zijn geen afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Hierdoor komen kinderen niet vanzelf in aanraking met andere culturen. Als school zien we hier een taak weggelegd: kinderen in contact brengen met dingen die ze niet in het dorp zullen vinden, met andere culturen en gebruiken, gewoon met de wereld van buiten het dorp. De burgerschapsvorming bestaat uit een goede kennisbasis en een goede sociale basis. Bij burgerschapsvorming is een goede kennis van zaken van belang. Die kennis omvat in ieder geval: - Nederlandse staatsinrichting, staatsvormen, democratie - achtergronden van verschillende culturen - kennis van geestelijke stromingen - kennis van waarden en normen en sociale integratie Bij burgerschapsvorming is een goede sociale basis van belang. Hieronder verstaan we: - sociaal vaardig zijn, waaronder we verstaan: samenwerken, zelfstandig werken, initiatief tonen, verantwoordelijk zijn, rekening houden met een ander en om kunnen gaan met conflicten. - goede communicatieve vaardigheden Burgerschapsvorming is geen apart vakgebied. Burgerschapsvorming is verweven in het totale onderwijs. Als het gaat om kennis overdragen, dan zien we burgerschap terug in vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en catechese. Als het gaat om de sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden is er een verwevenheid door de dag heen. Dat kan een taalles zijn over spreken en luisteren, een les uit de methode Leefstijl over hoe maak ik vrienden, maar zeker ook de omgang met elkaar en de regels die wij hanteren op school. Het hele team heeft de cursus Pedagogisch Tact gevolgd om afstemming te bereiken in de omgang met leerlingen en dit dragen we als team ook uit: we willen de goede dingen doen op het juiste tijdstip, ook in de ogen van het kind! Burgerschapsvorming is terug te vinden in alle groepen. Op elk niveau wordt aandacht besteed aan burgerschapsvorming. De omgang met elkaar is van belang voor alle leerlingen! We leren kinderen al vanaf het begin om te luisteren naar elkaar, om hun mening over iets te geven, om verder te kijken dan het direct zichtbare. In de bovenbouw komt er meer kennis aan bod. Kennis over de democratie, over geestelijke stromingen bijvoorbeeld. In de praktijk: * sociaal emotionele ontwikkeling: - in alle groepen wordt de methode Leefstijl gebruikt - in alle groepen wordt de SCOL lijst ingevuld, leerlingen vullen die in vanaf groep 5 - door het jaar heen worden leerling-besprekingen gehouden met de IB-er - leerlingen leren zich te houden aan de regels die ze zelf in de groep mee opgesteld hebben - leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk - leerlingen leren hoe ze elkaar kunnen helpen, hoe ze een ruzie op kunnen lossen

24 - het team handelt vanuit het Pedagogisch tact: de goede dingen doen, ook in de ogen van het kind * ontwikkelen van democratisch besef: - leerlingen leren de principes van de Nederlandse rechtstaat. - leerlingen kunnen deelnemen aan een jeugdgemeenteraad. Hier wordt aandacht aan besteed in groep leerlingen leren vaardigheden zoals overleggen, luisteren, overtuigen, je mening geven een menig vragen. - leerlingen leren begrip ontwikkelen voor mensen, culturen, overtuigingen die anders zijn. * Kennis van de wereld om je heen: - in de hogere groepen wordt aandacht besteed aan de wereldgodsdiensten en de doorwerking in verschillende culturen. - in alle groepen wordt leeftijdsadequaat het nieuws gevolgd. In de bovenbouw hebben de leerlingen een nieuwskring, waarbij het verder gaat dan alleen het bespreken van de nieuwsfeiten. - in elke groep wordt aandacht geschonken aan de brieven van pater van den Avoird in Namibië. Om het ander jaar komt Pater van den Avoird ook op school. * stimuleren tot participatie: - leerlingen leren iets over te hebben voor een ander, dichtbij en ver weg (Pater van de Avoird). Elke jaar is er een actie om Pater van de Avoird te steunen in zijn werk. - leerlingen worden gestimuleerd om deel te nemen aan activiteiten in en buiten het dorp.

25 Hoofdstuk 4 De zorg voor onze leerlingen 4.1 Passend onderwijs. Inleiding. Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van start gegaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur deel uitmaakt van het Regionaal Samenwerkingsverband Breda (RSV). In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren 27 schoolbesturen voor primair onderwijs met basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs en schoolbesturen voor speciaal onderwijs. Niet alle schoolbesturen voor speciaal onderwijs zijn wettelijk deel van het nieuwe samenwerkingsverband. Alleen scholen voor langdurig zieke leerlingen, zeer moeilijk lerende leerlingen, leerlingen met een lichamelijke beperking en leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen doen in het samenwerkingsverband mee. Met de schoolbesturen speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het passend onderwijsaanbod te realiseren. Wat er op korte termijn verandert wordt in het navolgende uitgelegd. Zorgplicht. Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning. Voorheen waren we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Inmiddels zijn we gewend te kijken naar wat het kind nodig heeft. We bekijken welke onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft.

26 Positie van de ouders. De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: 1. De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; 2. De leerling gaat naar een andere basisschool; 3. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; 4. De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; 5. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders verschillende commissies benaderen. * Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. * Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband heeft een eigen bezwaaradviescommissie ingericht, waar ouders zich tot kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. Bij deze bezwarencommissie kunnen ouders en/of scholen terecht alvorens een stap te zetten naar de genoemde Geschillencommissie Passend Onderwijs. Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter. Schoolondersteuningsprofiel.(SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of dat zij een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Indien deze schoolgids u onvoldoende informatie verschaft over een mogelijk passend onderwijsaanbod voor uw kind kunt u de volgende acties ondernemen: 1. Vraag het schoolondersteuningsprofiel op en ga na of het profiel past bij wat voor uw kind belangrijk is. 2. Plan een afspraak met school en leg uw vragen die u heeft voor. Graag informeert school u over de aanwezige kennis met betrekking tot de onderwijsvraag van uw

27 kind, de beschikbare voorzieningen, de leerlingenpopulatie en alle andere zaken die voor u belangrijk zijn. 3. Raadpleeg de website van de inspectie voor het primair onderwijs voor rapportage van de school op basis van het toetsingskader van de inspectie. Verwijzingscommissies. Na 1 augustus 2014 bestaan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs) en de Commissies voor Indicatiestelling (voor verwijzing naar speciaal onderwijs niet meer. Binnen het nieuwe samenwerkingsverband worden deze commissies samengevoegd tot één commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. Indien uw kind in aanmerking komt voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs raadpleeg dan de intern begeleider van de school omtrent protocol en procedure. Geldigheid huidige beschikkingen. Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking. Voor leerlingen die gebruik maakten van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool is het een en ander gewijzigd. De huidige rugzak is door het samenwerkingsverband omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen. Het samenwerkingsverband levert in die zin maatwerk. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar afgerond. De regering zal de schooljaren daaropvolgend nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken en de schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema s nog verder beleid ontwikkelen. Al deze ontwikkelingen worden op termijn opgenomen in de schoolgids. Echter beleidsontwikkeling zal sneller gaan dan bijstelling schoolgids, vandaar dat school u graag wijst op belangrijke informatiebronnen, te weten: Passend Onderwijs Informatiegids voor ouders (uitgave Steunpunt Passend Onderwijs) (website van het eigen samenwerkingsverband) 4.2 De zorg, passend onderwijs voor onze leerlingen. De ontwikkelingen in het basisonderwijs verlangen dat het werk in de klas meer en meer passend is bij de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Op de St Anna wordt er gewerkt volgens het HandelingsGerichtWerken (HGW)(waarnemenbegrijpen-plannen-evalueren). Dit betekent dat wij werken volgens een cyclisch proces waarbij we beginnen met waarnemen. We brengen de onderwijsbehoeften van de kinderen in kaart en leggen deze vast in een groepsoverzicht. Dit groepsoverzicht is de basis voor het geven van ons onderwijs. Het maakt inzichtelijk welke ondersteuning leerlingen nodig hebben om de stof eigen te maken. Vanuit het groepsoverzicht wordt er een blokplanning gemaakt. De leerkrachten kijken vooraf wat er de komende periode op de rol staat en bekijken dan welke kinderen wat nodig hebben om de doelen te behalen. Dit wordt globaal in de

28 blokplanning opgenomen. Tijdens het doorwerken van de blokperiode zal de leerkracht hier en daar de planning bijsturen n.a.v. evaluatiemomenten, op basis van wat er in de groep nodig is. Aan het einde van het blok evalueert de leerkracht het hele blok en op basis daarvan maakt zij weer een nieuwe planning. Zo zorgen we voor een basis van goede zorg in de groep en dat betekent: * Dat onderwijs moet zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen; dit valt af te lezen uit het groepsoverzicht en de blokplanningen. * Dat de leerkracht gebruik maakt van verschillende materialen en instructieroutes; dit is terug te zien binnen het kader instructie geven, waarbij de 3 steraanpak gehanteerd wordt. * Dat de leerkracht gevarieerde instructies, principes en pedagogische aanpakken kan inzetten; dit is de basisondersteuning die een leerling nodig heeft en waarvan alle medewerkers die bij een leerling betrokken zijn op de hoogte zijn en er naar handelen. * Dat de kinderen in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid krijgen voor de planning en evaluatie van hun eigen leerproces; het plannen wordt begeleid door de onderwijsassistent. Er moet sprake zijn van een helder zorgprofiel op schoolniveau, waarbij gewerkt wordt aan voortdurende verbetering van het onderwijs, met uitdrukkelijke aandacht voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daarvoor moet een school: - een samenhangend systeem van leerlingenzorg hanteren - de deskundigheid van de leerkrachten bevorderen en evalueren - beleid voeren ten aanzien van integrale leerlingenzorg en professionalisering op basis van analyse van de effectiviteit van het onderwijs - vaste procedures hanteren, wanneer er sprake is van onderwijsleerproblemen Op school werkt een IB-er, die leerkrachten kan coachen in hun aanpak, die de zorg kan coördineren en die haar expertise in kan zetten als een leerkracht of ouder behoefte heeft aan informatie om de ontwikkeling op gang te houden. De IB-er werkt aan:

29 Coördinerende taken; het coördineren van de leerlingenzorg: - het maken van planningen voor zorgactiviteiten; opstellen van procedures en richtlijnen - een samenhangend systeem van leerlingenzorg; vaste procedures hanteren, wanneer er sprake is van ondersteuningsbehoeften. - het organiseren en leiden van leerling-besprekingen met de leerkrachten - het organiseren van onderzoek en hulp - het beheren van materialen en dossiers - het onderhouden van contacten met personen en instanties extern - het organiseren van evaluaties Begeleidende taken; het begeleiden van de leerkrachten: - het ondersteunen van leerkrachten bij hun activiteiten in de leerlingenzorg - het begeleiden van leerkrachten bij het opstellen van plannen - het ondersteunen van leerlingen en ouders, gerelateerd aan de zorg - het observeren in klassensituaties - het consulteren van leerkrachten - het informeren van leerkrachten en directie Beleidsmatige taken; verbeteren van de leerlingenzorg: - het in kaart brengen van de resultaten van de leerlingen en de resultaten van de verleende leerlingenzorg - zorgen dat leerkrachten analyses maken, per leerling, maar ook schoolbreed - het mede uitzetten van beleid om de resultaten van de leerlingen te kunnen verbeteren of de leerlingenzorg in het algemeen te verbeteren - analyseren van zwakke onderdelen binnen de zorg en de zorgprocedure en hiervoor suggesties doen voor een plan van aanpak - het inbrengen van nieuwe informatie en genereren van ideeën ter verbetering van de leerlingenzorg 4.3 De zorgprocedure. Onze school wil elke leerling alle mogelijke kansen bieden voor een goede ontwikkeling, maar dat is niet eenvoudig. Het ene kind heeft namelijk meer begeleiding en zorg nodig dan het andere. In het zorgplan van de school staat precies omschreven hoe de zorg op de St Anna is vormgegeven. Hieronder worden de 5 zorgniveau s kort toegelicht. Voor een uitgebreidere beschrijving incl. wijze van dossiervorming en verantwoordelijkheden leerkrachten / IB-er verwijzen wij naar het totale zorgplan. Zorgniveau 1: Reguliere en preventieve zorg in de groep (basisaanbod). Alle leerlingen die de leerdoelen kunnen behalen op cognitief en sociaal emotioneel gebied. Het zijn alle leerlingen die met differentiatie binnen de methode (adaptief onderwijs) de minimum doelen kunnen behalen. De methodes bieden stof voor het gemiddelde niveau, met daarnaast ook extra oefen- en verrijkingsstof. De leerling wordt gevolgd in de groep. De leerkracht is verantwoordelijk voor leerstofaanbod en begeleiding, waarbij het groepsoverzicht en groepsplan het uitgangspunt vormt. De IB-er fungeert als klankbord voor de leraar en heeft een stimulerende en bewakende taakstelling t.a.v. de groep en de individuele leerlingen. Een leerling gaat naar zorgniveau 2 als de zorg in niveau 1 niet toereikend is; de leerling kan de minimumdoelen van de methode niet aan of de plustaken zijn niet uitdagend genoeg (leerlingen met een D, E of A+ score). Zorgniveau 2: Extra zorg in de groep (door de leerkracht). Wanneer de leerkracht signaleert dat de ontwikkeling van een leerling op één of meerdere ontwikkelingsgebieden stagneert, stemt de leerkracht het onderwijsaanbod af op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. De specifieke onderwijsbehoeften - om de reguliere doelen te behalen - van de leerling worden beschreven in het groepsoverzicht. In

30 de blokplanning beschrijft de leerkracht concreet op welke wijze (doelen, aanpak, richtinggevers voor weekplanning) het onderwijsaanbod vorm wordt gegeven. De differentiatie van de methode zoals beschreven in zorgniveau 1, heeft onvoldoende effect gehad. Er wordt extra zorg geboden (bijvoorbeeld meer individuele instructie en verwerking, extra feedback, pedagogische maatregelen, didactische maatregelen, etc.). Zorgniveau 3: Speciale zorg in of buiten de groep, in samenwerking met de IB-er. Wanneer een kind, na de evaluatie in het cyclisch proces, de doelen onvoldoende bereikt heeft, of de doelen onvoldoende uitdaging bieden en onduidelijk is wat de kind nodig heeft, wordt het kind besproken tijdens de leerlingbespreking met de IB-er, of tijdens een IOT eventueel met ouders. De leerkracht vraagt extra hulp op schoolniveau, vanuit een concrete hulpvraag. De bespreking onderscheidt drie fasen: overzicht, inzicht en uitzicht. De leerkracht krijgt handelingsgerichte adviezen die verwerkt worden in het groepsplan en/of een handelingsplan. In zorgniveau 3 zitten ook de leerlingen die een eigen leerlijn hebben op een bepaald vakgebied. Voor deze leerlingen is door de leerkracht en IB-er een ontwikkelingsperspectief gemaakt. Leerlingen die doubleren of versnellen zitten altijd in zorgniveau 3, er wordt een handelingsplan opgesteld. Zorgniveau 4: Speciale zorg met inzet van externe hulp. Wanneer de geboden hulp onvoldoende heeft opgeleverd en de leerlingbespreking niet leidt tot overzicht, inzicht en uitzicht en er sprake blijft van handelingsverlegenheid, wordt de leerling besproken bij het Extern Ondersteunings Team (EOT) met als doel inzicht te krijgen in de onderwijsbehoeften van de leerling. Ouders worden (indien gewenst) betrokken bij het EOT. In dit niveau is er geen sprake meer van aansluiting bij reguliere doelen. Dit is geconstateerd op grond van: Het eerder niet succesvol gewerkt hebben met drijfvermogen (HP) Het leerrendement is lager dan 75% De verwachte uitstroom is LWOO/PrO/SO Deze constateringen kunnen in principe gedaan worden vanaf E5/B6. Voor deze leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld en wordt er een aanvraag gedaan voor ondersteuning bij het samenwerkingsverband. De leerkracht is samen met de IB-er verantwoordelijk voor het in- en/of aanvullen van het groeidocument. Als uit evaluatie van het begeleidings- of hulverleningstraject blijkt dat de leerling het gestelde doel heeft bereikt, gaat de leerling terug naar zorgniveau 3. Heeft de leerling na het begeleidings- of hulpverleningstraject de gestelde doelen niet bereikt, dan gaat de leerling naar zorgniveau 5. Als een leerling bijv. een arrangement heeft, kan het in zorgniveau 4 blijven. Daarbij wordt regelmatig geëvalueerd of het voor de leerling haalbaar is om op de huidige school te blijven en of het voor de school mogelijk is om aan deze leerling de juiste hulp te bieden. Ontwikkelingsperspectief: Het protocol dat wordt afgelopen voor de totstandkoming van een OPP is als volgt: Het volgen van een eigen leerlijn is in hoofdzaak voorbehouden aan leerlingen uit groep 8, maar met het vaststellen van de mate van de afwijking van het gemiddelde kan ook eerder besloten worden tot het volgen van een eigen leerlijn. De onderbouwing van de eigen leerlijn moet altijd geschieden vanuit: LVS Waarneming leerkrachten en/of externe ondersteuners Evt intelligentieonderzoek De eerste signalen komen vanuit het LVS waar wordt geconstateerd dat er sprake is van langdurige en ernstige afwijking van de resultaten van het groepsgemiddelde, een leerrendement significant lager dan 80% voor eind groep 7. Overleg met leerkrachten, ouders, leerling voor positieve afstemming t.a.v. het opstellen en realiseren van een eigen leerlijn.

31 IB-er stelt het OPP op en een daarbij behorend individueel hulpplan waarin vooral de concrete maatregelen verwoord staan. Wanneer het proces hier haar voltooiing vindt, dan volgt terugplaatsing in zorgniveau 3 Wanneer er sprake is van de noodzaak om externe ondersteuning aan te vragen, volgt overleg en beoordeling daarover door de ter zake deskundigen van het samenwerkingsverband RSV Breda. Extern Ondersteuningsteam (EOT) Het Extern Ondersteuningsteam bestaat, naast de IB-er, directeur en de leerkracht, standaard uit Schoolmaatschappelijk werk (SMW), Collegiale Consultatiegever SBO, jeugdverpleegkundige GGD. Het doel van overleg in het EOT is om de zorgleerlingen zo goed mogelijk te begeleiden binnen het basisonderwijs. Dit EOT komt vier keer per schooljaar bijeen. Als een leerling in het EOT gesproken wordt, worden de ouders hiervan altijd vooraf in kennis gesteld. Soms worden ouders uitgenodigd om bij het EOT aanwezig te zijn. Het EOT wordt ten minste ingezet bij zorgniveau 4 maar ook leerlingen uit andere zorgniveaus kunnen in het EOT worden besproken. Zorgniveau 5: Plaatsing op een andere voorziening die past bij de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Indien de school ondanks externe hulp niet het juiste onderwijsarrangement aan een leerling kan bieden, zijn er verschillende mogelijkheden: Kijken naar mogelijkheden andere reguliere basisschool, die wel tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Aanmelding via SWV RSV Breda voor beschikking SBO. Aanvragen indicatie SO via SWV RSV Breda (met als doel verwijzing SO). Aanvragen zorgarrangement via SWV RSV Breda, om extra mogelijkheden binnen de school te realiseren Uitgangspunt: waar kan het beste onderwijsarrangement geboden worden voor deze leerling? Bij een negatief besluit wordt het kind niet toelaatbaar verklaard op het S(B)O en blijft de leerling binnen het regulier onderwijs. Ouders kunnen bezwaar aantekenen op het besluit. Na dit besluit wordt er door ouders, ouders, intern begeleider, directeur en leerkracht besproken wat mogelijke vervolgstappen zijn. 4.4 Leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. Binnen het reguliere werk is er differentiatie mogelijk gemaakt door de 3 ster aanpak. Onze methoden werken volgens deze aanpak en er is een behoorlijk verschil in hoeveelheid en moeilijkheid van de te verwerken stof tussen de verschillende sterren. Voor leerlingen die meer aankunnen werkt de 3 ster aanpak prima. Hun opdrachten zijn uitdagend en vragen om meer inzicht. Daarnaast is er sprake van pluswerk op alle vakgebieden. Soms in de vorm van een werkboek, op andere momenten in spel vorm zoals pico piccolo of achter de PC. Leerlingen die naast het zelfstandig werken aan de 3 ster opdrachten nog meer uitdaging nodig hebben en die voldoen aan de gestelde criteria (Citoscores op A voor rekenen, begrijpend lezen en spelling, geen enkele citoscore op C, hoog tempo van werken, hoge mate van zelfstandigheid, sterke behoefte aan meer uitdaging), kunnen deelnemen aan de plusklas. De plusklas komt eenmaal per week een uur bij elkaar en dan werken zij aan een thema. Vaardigheden die in de plusklas aan de orde komen: onderzoeken, kritische vragen stellen, samenvatten, presenteren, omgaan met wetenschappelijke teksten, informatie verzamelen uit boeken. De plusklas wordt gecoördineerd door een leerkracht, maar begeleid door ouders.

32 4.5 Orthopedagoog in dienst van Nuwelijn. Wat doet een orthopedagoog? Wanneer er vragen zijn omtrent het gedrag of de ontwikkeling van een kind kan het zinvol zijn om bij een kind een observatie of een onderzoek te laten uitvoeren. Hierbij kan een orthopedagoog ingeschakeld worden. Een orthopedagoog is een opvoedkundige die zich bezig houdt met het begeleiden van kinderen in probleemsituaties en met het geven van didactisch en/of opvoedkundig advies aan ouders en leerkrachten. Een orthopedagoog is bevoegd om een (psychodiagnostisch) onderzoek uit te voeren om de oorzaak van de problemen, zoals leerproblemen of gedragsproblemen, op wetenschappelijk verantwoorde wijze in kaart te brengen. Op basis van de observatiegegevens en/of onderzoeksresultaten verzorgt de orthopedagoog interne begeleidingsadviezen welke de situatie van het kind kunnen verbeteren of wordt een advies uitgebracht voor externe begeleiding. Hierin worden zowel het kind, de ouders als de leerkracht betrokken. Doormiddel van deze adviezen probeert de orthopedagoog ervoor te zorgen dat het kind de begeleiding en/of opvoeding krijgt die bij de problematiek en/of het karakter van het kind past. Marjolein Verhees van Cronenburg; orthopedagoog (NVO 15368) bij stichting Nuwelijn Aanvankelijk ben ik in 1996 begonnen als leerkracht bij basisschool de Brakken en heb me in de loop der jaren bekwaamd tot gedragsspecialist en orthopedagoog. Op deze schoolbekleed ik ook al meerdere jaren deze functie. Vanaf augustus 2014 kunnen ook alle andere scholen die behoren tot de stichting Nuwelijn een beroep doen op mijn diensten. Scholen kunnen mij inschakelen om als onafhankelijk persoon naar het gedrag en/of de ontwikkeling van uw kind te komen kijken. Omdat de kosten door scholen worden gedragen, kan de aanmelding voor een onderzoek, consultatie of observatie alleen door de school worden gedaan. Dit gaat natuurlijk altijd na goed overleg met u als ouder en nooit zonder uw toestemming. Mogelijk tot ziens, Marjolein Verhees van Cronenburg ( m.verhees@nuwelijn.nl) 4.6 Leerlingvolgsysteem. Onze school maakt gebruik van een leerlingvolgsysteem (LVS). Doorgaans worden hier de toetsen voor gebruikt die door het instituut CITO zijn ontwikkeld of toetsen die gecertificeerd zijn. Denk hierbij o.a. aan toetsen letterkennis in de onderbouw en de toets SCOL (sociaal emotionele ontwikkeling). Het systeem van toetsen is bedoeld om aanvullende gegevens over de leerling te krijgen. Het laat zien hoeveel een leerling in een bepaalde periode heeft geleerd en hoe de ontwikkeling zich verhoudt ten opzichte van een landelijke norm. De toetsen van het leerlingvolgsysteem zijn methode-onafhankelijk. Die toetsen worden ingepland door de IB-er op de toetskalender. Als een leerling een toets gemaakt heeft, wordt de uitslag verwerkt in het administratiesysteem en kan dit aanleiding zijn voor de leerkracht tot verdere analyse. Op het rapport staan de CITO-scores vermeld. Op schoolniveau kunnen we de resultaten bekijken om te weten hoe de opbrengsten van ons onderwijs zijn. 4.7 Leerling dossiers / onderwijskundig rapport. Als we leerlingen goed willen volgen, dan moeten we de gegevens ook vastleggen. Dat doen we in het leerling-dossier. Grotendeels is dit digitaal, maar er bestaat ook nog steeds

33 een klein papieren dossier. Wat kunt u aan gegevens over uw kind zoal verwachten: - de aanmelding en het intakegesprek - de persoonlijke gegevens van het kind - eventueel het observatieverslag van de peuterspeelzaal - de observatiemethode KIJK voor groep de voorbereidingsformulieren van de 10 minutengesprekken - een kort verslagje van de 10 minutengesprekken - gespreksverslagen (indien nodig) - het rapport van uw kind - zorgdocumenten: notities, plan van aanpak - formulieren aangereikt door derden. Te denken valt aan een logopediste, fysiotherapeut. - eventueel de uitslag van een (onderwijskundig) onderzoek (ouders geven hier apart toestemming voor) - uitslag entree-toets groep 7, drempeltoets groep 8, uitslag eindtoets basisonderwijs - mocht een leerling een toets niet naar verwachting of onvoldoende gemaakt hebben, dan wordt de toets ook bewaard na de analyse van de leerkracht. Uiteraard gaan wij zorgvuldig met al deze gegevens om en zijn ze alleen toegankelijk voor de teamleden, de IB-er en de directie. Er zullen nooit gegevens verstrekt worden aan anderen zonder de toestemming van de ouders. Ook bij de overgang naar een andere school, zullen de ouders de formulieren meekrijgen, of geven ze toestemming om de gegevens op te sturen. Wij maken van een leerling een onderwijskundig rapport bij de overgang naar het VO of wanneer een leerlingen de school eerder verlaat. Ouders krijgen dit rapport mee om te lezen en te ondertekenen. De ouders zelf geven dit vervolgens aan de school voor VO of de nieuwe basisschool. 4.8 Regeling dyslexie. Vanuit het samenwerkingsverband: Regeling diagnose en behandeling dyslexie Achtergrond informatie. Vanaf 1 januari 2009 is het door een wetswijziging mogelijk dat leerlingen in aanmerking komen voor door de gemeente vergoede diagnostiek en behandeling van dyslexie. Deze regeling geldt alleen voor leerlingen met een hardnekkig lees- en spellingprobleem en als de school op basis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie al de nodige extra begeleiding heeft gegeven. Op basis van de diagnostiek wordt bepaald wat de aard en de ernst van de lees- en spellingproblemen is en of er sprake is van voldoende hardnekkigheid om tot vergoede behandeling over te gaan. Ouders mogen zelf kiezen aan welk instituut zij de vraag naar vergoede diagnostiek en behandeling voorleggen. Echter, onze school acht het onwenselijk en praktisch niet uitvoerbaar om haar lesaanbod aan behandelingen van verschillende hulpaanbieders aan te passen. Wij zullen altijd in gesprek gaan met de behandelaar om te zien hoe we de hulp en het reguliere lesaanbod het beste op elkaar af kunnen stemmen. Praktische zaken Wanneer de behandeling onder schooltijd gebeurt zal hiervoor altijd door de ouders aan de school vooraf toestemming moeten worden gevraagd. Wij stellen het op prijs wanneer er eerst overleg met de school plaatsvindt, alvorens over te gaan tot aanvraag van diagnose/behandeling. Bij aanmelding moeten namelijk zowel de ouders als de school vragenlijsten invullen. Dit houdt in dat ouders zonder ondersteuning door de school niet zelfstandig zo n traject in kunnen gaan. Indien uw kind in aanmerking komt voor vergoede diagnostiek zal er onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek is gericht op de oorzaak van de lees- en spellingproblemen en bevat naast

34 een intakegesprek met de ouders waarin de ontwikkelingsanamnese van de leerling aan de orde komt ook onderzoek naar o.a. de capaciteiten van de leerling, het niveau van technisch lezen en spellen, de fonologische en sociaal emotionele ontwikkeling. Het is in principe aan de ouders om de school te informeren over de uitkomsten van het onderzoek. Ouders bepalen of de school een onderzoeksrapport ontvangt t.b.v. het leerlingendossier op school. Op verzoek van de ouders kan de onderzoeker ook de school informeren over de resultaten van het diagnostisch onderzoek. Uiteraard zijn wij als school gebaat bij een zo uitgebreid mogelijke informatie teneinde de begeleiding van uw kind goed te kunnen afstemmen met de hulpvraag. Op basis van de onderzoeksgegevens stelt de onderzoeker vast of de leerling in aanmerking komt voor vergoede behandeling. Indien u nadere informatie wenst over deze regeling en over de wijze waarop de school u in dit proces kan ondersteunen kunt u het beste contact opnemen met de intern begeleider (IB-er) van onze school. Tijdens een gesprek met de IB-er en de leerkracht kunnen alle zaken die met aanmelding, diagnostiek, behandeling en communicatie te maken hebben aan de orde worden gesteld. 4.9 Externe hulp onder schooltijd. Basisscholen krijgen steeds meer te maken met ouders/verzorgers die op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen om extra zorg voor hun kind te organiseren. Het bestuur van Stichting Nuwelijn heeft hierop beleid gemaakt, waarmee de GMR heeft ingestemd. Contacten met externe instanties of personen verlopen via de ouders. Als externe hulp nodig is, wordt die in principe buiten schooltijd gegeven. Als de hulp onder schooltijd buiten de school gegeven wordt, staat de school hier in principe, gezien de uitgangspunten van het beleid, afwijzend tegenover. Externe hulp onder schooltijd op school kan in sommige gevallen wel toegestaan worden. Te denken valt aan de regeling voor leerlingen met dyslexie of leerlingen met ernstige psychische problematiek. Ouders dienen wel een verklaring van vrijwaring te tekenen, waarin de verantwoordelijkheid van de school wordt overgedragen aan de ouders, c.q. externe instantie of persoon. Bovendien wordt er een formulier opgesteld met afspraken over overdracht van gemaakte vorderingen tussen hulpverlener en school Jeugdhulpnetwerk. Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. Deze wet bevat een regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg. Daarnaast moet het een wettelijk kader scheppen om een samenhangend aanbod van jeugdzorg te realiseren. Om dit mogelijk te maken is er binnen de gemeente Gilze en Rijen een jeugdhulpnetwerk ingericht met o.a. vertegenwoordigers van de basisscholen, peuterspeelzalen, politie, huisartsen, gemeente en GGD. Dit netwerk komt maandelijks bijeen en bespreekt problemen met kinderen die ingebracht kunnen worden door elke vertegenwoordiger vanuit het veld. Het netwerk lost zelf geen problemen op, maar reikt oplossingsmogelijkheden aan, aan ouders of inbrenger. Het is regel dat een probleem van of met een kind, met toestemming van de ouders wordt ingebracht. Soms gebeurt dat ook niet, als de inbrenger alleen suggesties wil om daar zelf mee verder te kunnen. Tot de realisatie van de Transitie Jeugdzorg zal dit netwerk blijven bestaan Meldcode huislijk geweld. Op de St Anna wordt er gewerkt vanuit de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Hiervoor is een document opgesteld en hebben alle leerkrachten een

35 stappenplan in hun klassenmap zitten. Dit volledige document kunt u opvragen bij de IB-er van de school. Wanneer wij het vermoeden hebben, dar er sprake is van huislijk geweld in de thuissituatie, zal onze school hier melding van doen bij Veilig Thuis. Alvorens de melding volgen wij onderstaande 6 stappen. Stap 1: In kaart brengen van signalen Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in beeld en maak hiervan een rapport. Beschrijf de signalen zo feitelijk mogelijk en let er op dat een datum niet ontbreekt! Hypothesen en veronderstellingen worden eveneens vastgelegd, vermeld daarbij uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Leg signalen vast (naam en datum) Maak verslag van de gesprekken over signalen (met wie en datum) Leg besluiten en acties vast in het dossier (naam en datum) IB-er registreert signalen in webbased programma zorg voor Jeugd Leg eventuele signalen vast die weerspreken (naam en datum) Stap 2: Collegiale consultatie De leerkracht deelt eventuele vermoedens en zorg met collega s en/of intern begeleider/ aandachtsfunctionaris. Bespreek de signalen met de schoolvertrouwenspersoon of IBer/aandachtsfunctionaris Leg deze contacten vast door het maken van aantekeningen in Parnassys Beschikbare gegevens ordenen Indien er sprake is van seksueel overschrijdend gedrag maakt de IB-er een inschatting om vervolgstappen uit te kunnen zetten Wanneer blijkt dat het nemen van vervolgstappen noodzakelijk is, stemmen de vertrouwenspersoon en de IB-er samen af wie de casemanager wordt. De casemanager krijgt de regie over het proces. De directeur wordt geïnformeerd over de situatie. Casemanager informeert bij het ZAT of er meer signalen bekend zijn Casemanager wint anoniem advies in bij het AMK of het Steunpunt huiselijk geweld, deskundigheid bij eer-gerelateerd geweld zal door hun kunnen worden ingeschakeld bij het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld Stap 3: Gesprek met de ouders en/of de leerling De casemanager maakt samen met de medewerker de signalen bespreekbaar met de ouders en/of de leerling. Ouders behoren in de regel geïnformeerd te worden over wat er speelt bij hun kind. Het doen van een melding ZONDER dat de signalen zijn besproken met de ouders en/of de leerling is alleen mogelijk als: De veiligheid van de leerling, die van u zelf, of die van een ander in het geding is; Als u goede redenen hebt om te veronderstellen dat de ouders/leerling door dit gesprek het contact met u zullen verbreken. De casemanager en de leerkracht beoordelen (eventueel in overleg met het AMK) of een gesprek met de leerling zinvol en / of mogelijk is. Bij leerlingen jonger dan 12 jaar voert de IBer het gesprek in aanwezigheid van de ouders. Leerlingen in de basisschoolleeftijd mogen niet zelf beslissen over het verstrekken van gegevens aan derden. Hierover moet het gesprek met de ouders (voogd of verzorgers) gevoerd worden. Is de leerling 12 jaar of ouder dan wordt het gesprek gevoerd met de leerling en / of de ouder. GESPREKSAGENDA:

36 1. leg het doel uit van het gesprek; 2. beschrijf de feiten/ signalen die u hebt vastgesteld en de waarnemingen die u hebt gedaan; 3. nodig uit om een reactie hierop te geven; 4. kom pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen u hebt gezien, gehoord en waargenomen. Ook dit gesprek dient schriftelijk te worden vastgelegd in Parnassys! (Namen aanwezigen en datum). Stap 4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling De casemanager weegt en beoordeelt samen met de directeur op basis van alle verworven informatie het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Het ZAT kan hierbij adviseren. Leg ook deze afweging schriftelijk vast in Parnassys. Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden De casemanager komt in overleg met de directeur tot een besluit (eventueel ondersteund door deskundigen), zelf hulp organiseren of melding doen. Optie 1: zelf hulp organiseren en de effecten volgen: Indien de leerling en / of het gezin voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermd kan worden door school, wordt overgegaan tot het zelf organiseren van hulp: organiseert de casemanager de noodzakelijke hulp (daarbij is indien nodig/gewenst de betrokkenheid van het zorgteam/zorgadviesteam mogelijk); volgt de casemanager de effecten van deze hulp; doet de casemanager alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint. Optie 2: melden bij anderen en bespreken met de ouders / leerling: Indien de leerling en / of het gezin niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling beschermd kan worden door school, wordt de casus gemeld bij anderen: de casemanager of de directeur meldt het vermoeden bij het AMK of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld sluit bij de melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan wanneer de informatie die wordt gemeld van anderen afkomstig is; overleg bij de melding met het AMK of het Steunpunt Huiselijk Geweld wat vertegenwoordigers van school na de melding, binnen de grenzen van uw gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunnen doen om de leerling en de gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen; De IB-er geeft een zorgsignaal af in het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. (Voor toelichting zie: ) Met dit zorgsignaal worden eventuele andere hulpverleners werkzaam in het gezin geïnformeerd over de betrokkenheid van de school bij dit gezin. De melding wordt vooraf met de ouders en/of de leerling besproken door de casemanager en de leerkracht. Van contacten met de ouders en/of de leerling over de melding kan worden afgezien: als de veiligheid van de leerling, die van medewerkers, of die van een ander in het geding is; als er goede redenen bestaan om te veronderstellen dat de ouders/leerling daardoor het contact met school zal verbreken. Leg alle ondernomen acties, afwegingen, gevolgen en vervolgstappen schriftelijk vast.

37 Stap 6: Volgen en afsluiten Een melding is geen eindpunt. De leerling blijft immers onderwijs volgen. Voor een goede voortgang en behoud van de relatie tussen ouders, leerling en school is nazorg geboden. Het AMK en het Steunpunt Huiselijk Geweld houden melders op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang worden gezet. Tenslotte wordt de aanpak geëvalueerd met alle betrokkenen.

38 Hoofdstuk 5 Praktische zaken. (voor activiteiten en excursies: zie kalendertekst) 5.1 Verkeersveiligheid. Kinderen vormen een zeer kwetsbare groep in het verkeer. Jaarlijks zijn in Nederland honderden kinderen betrokken bij verkeersongevallen. Meer dan een hele schoolklas laat daarbij het leven. Kinderen moeten daarom leren veilig aan het verkeer deel te nemen. Om verkeerseducatie op scholen te stimuleren en een hoge kwaliteit te waarborgen, is er een keurmerk in het leven geroepen. Het Label met het beeldmerk Seef de Zebra toont aan dat onze school zich inzet voor verkeerseducatie en verkeersveiligheid rond de school. Brabant maakt van de nul een punt. Want ieder verkeersslachtoffer is er één te veel. Dus gáán we met z'n allen voor die nul. Wij, jij, ik. Ik als overheid, leerkracht en werkgever. Ik als wandelaar, fietser en automobilist. De Brabantse basisscholen en verkeersouders maken een punt van verkeersveiligheid en investeren zo flink mee in de nul. Ze zorgen dat leerlingen verkeerslessen krijgen, doen verkeersprojecten als Streetwise, oefenen met de leerlingen en maken samen met gemeenten de wegen naar de school toe verkeersveilig. Waarom deelnemen aan het BVL? Verkeerseducatie in de klassen krijgen en houden: dáár is het de provincie Noord-Brabant om te doen met het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL). Inmiddels staan er bijna 800 basisscholen ingeschreven en hebben er bijna 650 het Label in huis. Er is een set BVL-criteria ontwikkeld waarmee we kunnen werken om de kwaliteit van de verkeersveiligheid op het gewenste niveau te krijgen. De essentie van het BVL is dat scholen punten scoren voor zaken die de verkeersveiligheid van de (leerlingen van de) school bevorderen. Wij kunnen punten scoren op verschillende onderdelen. Onze leerlingen krijgen verkeerslessen, doen verkeersprojecten met praktische oefeningen en alle kinderen nemen in groep 7 deel aan het landelijk verkeersexamen, dat zowel theoretisch als praktisch wordt afgenomen. De data worden per schooljaar bekend gemaakt. Verder is er aandacht voor de schoolomgeving en zijn/worden de routes naar school zo verkeersveilig mogelijk. Daarnaast zijn (verkeers)ouders of verzorgers betrokken bij verkeerseducatie. Als er genoeg punten zijn gescoord, ontvangen we het Label als tastbaar bewijs van de geleverde kwaliteit. Kijk voor meer informatie op Onze school is sinds 2006 in het bezit van het Label: We dragen daarmee bij aan een stukje veiliger Brabant voor onze kinderen. Dat betekent dat we binnen de school werken aan verantwoord en praktisch ingericht verkeersonderwijs. De basis hiervoor ligt in het jaarlijkse activiteitenplan. Eén van de leerkrachten stelt dit samen met de verkeers-ouder op. Zij hebben voor onze school ook zitting in de werkgroep verkeer. Het activiteitenplan is te vinden op de website van de school. Voor het vervoeren van leerlingen hebben we een protocol opgesteld, dat is goedgekeurd door de MR. Hierin staat hoe wij met leerlingen als groep fietsen, hoe we leerlingen per auto vervoeren en wat we rondom de school aan afspraken hebben om kinderen zo veilig mogelijk bij de school te laten komen. Dit protocol vindt u op de website van de school. 5.2 Cultuur / koploperschool culturele vorming. Al enkele jaren hebben we een meerjaren visie cultuur en educatie. Als hoofdpunt wordt hierin genoemd: we willen leerlingen cultuur en erfgoed laten ervaren binnen ons onderwijs. Dat betekent, dat er voor elke groep activiteiten zijn op het gebied van kunst- en cultuureducatie. Dit kan in de school, maar ook daarbuiten. Om cultuur een goede plaats in

39 te laten nemen binnen het onderwijs, zoeken we bij het thematisch werken specifieke activiteiten op dit gebied. We krijgen daar ondersteuning bij vanuit de cultuurmakelaar Cultuurplaats en de medewerker coördinatie brede school. Zo is er meteen een link tussen onder schooltijd en na schooltijd. Op ons menu staan verschillende disciplines. Tijdens de gehele basisschoolperiode krijgen de leerlingen vanuit elke discipline een voorstelling of activiteit: muziek, foto/film, dram en dans. De school zelf organiseert de culturele activiteiten. Het voordeel hiervan is dat we de activiteit aan laten sluiten bij het thema dat we uitwerken. Onze school is koploperschool. Daarom krijgen we extra begeleiding/ subsidie om het thematisch werken goed voor te bereiden en zicht te krijgen op het werken met de 21e century skills. Komende schooljaren zullen we steeds viermaal een thema uitwerken, waarbij de 21e century skills het uitgangspunt zijn en waaraan steeds minimaal één culturele activiteit gekoppeld zal worden. Art-s-cool, een naschools programma In blokken van ongeveer 6 weken bieden we de leerlingen een activiteit aan, na school, op het gebied van cultuur en techniek. Leerlingen kunnen zich per periode inschrijven. Hier is wel een eigen bijdrage voor nodig. De school en de gemeente betalen ook een gedeelte van deze lessen. Via de mail worden de ouders op de hoogte gebracht van het aanbod. 5.3 Sport in en om de school. gymlessen De kinderen van de groepen 1,2 en 3 krijgen twee keer per week een gymles van 45 minuten. Eenmaal gegeven door de buurtsportcoach van de gemeente, de andere gymles wordt gegeven door de eigen leerkracht. De kinderen van groep 4 tot en met 8 krijgen twee keer per week 45 minuten gymles. Eén gymles wordt gegeven door de buurtsportcoach, de andere gymles wordt gegeven door een bevoegde leerkracht. De start-bekwaamheid van een leerkracht kent namelijk niet automatisch de bevoegdheid om gymlessen te geven. In toenemende mate hebben we leerkrachten die geen gymbevoegdheid hebben en daarom is er voor deze oplossing gekozen. Het schooljaar is verdeeld in negen blokken van vier lesweken. In ieder blok komen één sport (denk aan voetbal, hockey, voetbal en atletiek) en één algemeen bewegingsthema (denk aan klimmen, klauteren, over de kop gaan, springen, balanceren) aan bod. Hierdoor krijgen alle kinderen elk jaar een breed en uitgebalanceerd sport- en beweegaanbod in de gymlessen. We verzorgen bewegingsonderwijs als vak, niet als recreatie-onderdeel. sportdagen en toernooien Naast de wekelijkse gymlessen neemt de school ook deel aan de jaarlijkse sportdag die georganiseerd wordt op Sportpark Vijf Eiken in Rijen. Deze sportdag is voor kinderen van groep 5 tot en met 8. Hier strijdt de school in verschillende sporten tegen kinderen van de andere basisscholen in de gemeente Gilze en Rijen. Ook worden er het hele jaar door sporttoernooien georganiseerd waar de kinderen namens de school aan kunnen deelnemen. Deze toernooien zijn opgenomen in de schoolkalender. U kunt daar ook lezen voor welke leerjaren het toernooi bedoeld is. Informatie over elk toernooi verschijnt in aanloop naar het toernooi. De school zal de leerlingen niet begeleiden naar en tijdens deze toernooien. Daarom wordt er altijd een teambegeleider gezocht. Zonder teambegeleider kunnen de leerlingen niet deelnemen. Sport-s-cool: naschools sporten Onze school neemt ook deel aan het naschoolse sportprogramma van de stichting Sport scool. Ieder schooljaar organiseert Sport scool per school trainingen van een aantal weken in diverse takken van sport. Het aanbod wisselt per periode en per school. De trainingen worden verzorgd door een buurtsportcoach in een zaal in of dicht bij de school,

40 zodat kinderen zelfstandig naar de zaal kunnen gaan. Deelname aan het naschoolse aanbod van Sport scool vergt een eigen financiële bijdrage. Meer informatie over Sport scool kunt u vinden op www. sport-s-cool.nl. 5.4 Eerste communie. De kinderen van onze school worden in de gelegenheid gesteld om hun eerste communie te doen. Omdat er heel weinig kinderen in groep 4 zitten, zullen er ook kinderen uit groep 3 meedoen met de communie. De voorbereidingen worden getroffen door een werkgroep. Als er te weinig communicanten zijn, is er een jaar geen Eerste Communie. 5.5 Vieren / verjaardagen. Vieren Regelmatig is er iets te vieren! Een verjaardag, een behaald resultaat, of gewoon omdat het zo goed gaat. Vieren op St. Anna ziet er als volgt uit: Waarom de Anna viert: 1. Wij vieren samen en werken aan verbondenheid en saamhorigheid: Soms is dit schoolbreed bv. als we heterogene groepen maken, gezamenlijke vieringen met de hele school, zoals met Kerst en met Pasen. 2. Wij bieden ruimte aan kinderen om zich op een andere wijze te laten zien: Kinderen mogen een eigen optreden verzorgen, hebben inspraak over de opzet van vieringen. 3. Wij geven kleur aan het schoolleven en dat doorbreekt de zakelijkheid van de lestaken: we richten samen de viering in en leven naar een viering toe. 4. Vieringen zijn een onderdeel van het gezamenlijke proces, bijvoorbeeld een opening of afsluiting: Met respect voor elkaar staan we even stil bij speciale momenten. We openen een schooljaar, een kalenderjaar, enz. We sluiten een bepaalde periode met elkaar af. 5. Wij vieren op verschillende wijze om de gebeurtenissen die voor ons belangrijk zijn een plek te geven: unitviering, verjaardag. Sommige vieringen verlopen in samenwerking met de kerk, maar er is wel alle respect voor alle levensovertuigingen. Minimaal 1 keer per jaar zullen we de kerk bezoeken om iets te vieren. Iedere betrokken leerling doet hieraan mee. Traktaties op school. Bij verjaardagen op school wordt er niet getrakteerd door de jarige leerling. Wij besteden wel aandacht aan de verjaardag. In de groepen 1 en 2 mogen de leerlingen iets later komen en zijn ook de ouders van harte welkom. In alle groepen wordt voor de jarige gezongen en zal deze de hele dag een beetje in het zonnetje staan. In iedere basisgroep gebeurt dit weer op een eigen wijze. Verjaardag van de juf of meester. De verjaardagen van de leerkrachten en onderwijsassistente worden gevierd door middel van een unitfeest. Op die dag gaan we gezellige dingen doen en vervallen even de gewone lessen. 5.6 Excursies. Wij vinden het belangrijk om kinderen in aanraking te brengen met zaken die niet zo alledaags zijn. Een bezoek aan een museum, bedrijf of een natuurgebied heeft zeker onze aandacht. Deze uitstapjes zijn vaak niet te bekostigen binnen het schoolbudget, maar zijn van grote toegevoegde waarde aan het lesprogramma. Daarom is de vrijwillige ouderbijdrage verhoogd met 5.-, zodat alle leerlingen tweemaal per jaar een excursie kunnen volgen. De verantwoording van deze bijdrage wordt gegeven bij de jaarlijkse ledenvergadering van de oudervereniging.

41 5.7 Jeugd E.H.B.O. Deze lessen worden om het jaar gegeven. De lessen zijn bedoeld voor de groepen 7 en 8. In het schooljaar zijn er geen EHBO-lessen. 5.8 Bibliotheek en lezen. Elk schooljaar brengen de groepen 3 en 6 (groep 4 en 5 gaan vaak mee)een bezoek aan de bibliotheek in Gilze of Rijen. Informatie hierover krijgen de betreffende ouders op tijd. We merken dat het goed is om kinderen te leren hoe je in de bieb een boek kunt zoeken en dat lezen leuk is. De school beschikt zelf ook over veel leesboeken, gedeeltelijk geschonken door Theek 5, bij het verdwijnen van de biebbus. Samen met Theek 5 is er een leesplan opgesteld. De leescoördinator, een leerkracht die deze taak op zich neemt, zorgt ervoor dat het leesplan uitgevoerd wordt. Voor verschillende leesactiviteiten, ter bevordering van het lezen, is subsidie beschikbaar van Theek 5. De school maakt regelmatig gebruik van een themacollectie dat past bij het thema van de school. Leerlingen die deelnemen aan de plusklas moeten zelf naar de bibliotheek om boeken te halen bij het onderwerp waar ze mee bezig zijn. 5.9 Themavieringen. Elk seizoen is er een themaviering. Alle groepen nemen actief deel aan de themaviering. De viering is op vrijdag of op woensdag en begint rond uur. De data vindt u op de kalender. Iedereen, dus alle dorpsbewoners en familieleden die het leuk vinden om onze kinderen op toneel te zien, zijn van harte welkom! 5.10 Schoolfotograaf. Jaarlijks worden er van iedere leerling door de schoolfotograaf een individuele foto en een groepsfoto gemaakt. De foto s krijgen de kinderen in een envelop mee, waarna u als ouders/verzorgers zelf bepaalt of u de foto s af wilt nemen of niet. Voor het maken van de foto s wordt een planning gemaakt. Voor- en na schooltijd is er de mogelijkheid om foto s te laten maken op de wijze die u wenst. (Bijvoorbeeld broertjes en zusjes bij elkaar of een gezinsfoto) Vakantie en extra vrije dagen / Urenverantwoording Vakanties Herfstvakantie 24 t/m 28 oktober 2016 Kerstvakantie 26 dec 2016 t/m 6 jan 23 dec gewone tijden 2017 Voorjaarsvakantie 27 febr t/m 3 mrt 2017 Pasen Goede vrijdag 14 april 2e Paasdag 17 april 2017 Hele dag vrij hele dag vrij Meivakantie 24 apr t/m 5 mei 2016 Hemelvaart mei 2017 Pinksteren 5 juni 2017 Laatste schooldag 12 juli 2017 vrijdag Groep 8 de hele dag groep 1 t/m 7 middag vrij Zomervakantie 17 juli t/m 25 aug 2016

42 Studiedagen Maandag 21 november Alle leerlingen vrij Vrijdag 17 februari Alle leerlingen vrij Maandag 8 mei Alle leerlingen vrij Vrijdag 30 juni Alle leerlingen vrij Voor één studiedag is de datum nog niet bekend. Op dinsdag 6 december beginnen alle leerlingen om uur Extra vrij voor groep Dinsdag 22 november Donderdag 16 februari Donderdag 13 april Urenverantwoording: Alle leerlingen moeten gemiddeld per jaar 940 lesuren maken. Omdat de leerlingen in de groep minder lesuren maken, gaan ze in de groepen meer uren naar school. Maar het gemiddelde over alle jaren is minimaal 940 uur. Op school wordt keurig bijgehouden of alle leerlingen het vereiste aantal uren en dus een gemiddelde van minimaal 940 lesuren krijgen. We hebben daarom ook streefwaarden afgesproken, zodat we in de gaten kunnen houden of leerlingen niet te weinig uren maken. Streefwaarden: Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep Uren in schooljaar Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep Opvangmogelijkheden: voor school, overblijven en na schooltijd. Op de school zelf is geen buitenschoolse opvang gehuisvest. Bij voldoende aanmelding kan dit wel gerealiseerd worden. Mocht u individueel op zoek zijn naar opvang, neem dan gerust contact op met de directeur om te kijken naar mogelijkheden binnen het dorp. Continurooster Alle leerlingen blijven op school eten. De leerkracht of de onderwijsassistente houden toezicht en begeleiden het eten. Leerlingen hebben verschillende mogelijkheden om hun lunchtijd gezellig met andere leerlingen door te brengen. In een lokaal is er lunch-t.v. en op het leerplein kan er gezellig geklets worden. Na het eten mogen alle leerlingen kiezen of ze naar buiten willen, of liever binnen blijven spelen. Hiervoor zijn er kasten beschikbaar met leuke spelletjes. Er wordt binnen en buiten toezicht gehouden door een TSO medewerker en een medewerker van de school. Voor het overblijven bij het continurooster worden geen kosten in rekening gebracht, maar doen we wel een beroep op ouders voor een vrijwilliger bijdrage van 20,- per leerling per jaar. Dit geld komt helemaal ten goede van het overblijven. Er wordt melk geschonken, spelmateriaal voor gekocht voor binnen en buiten en er is elke maand iets extra s bij de lunch, verzorgd door de werkgroep Lekker lunchen. Aan het begin van het schooljaar krijgen ouders een brief met het verzoek om deze bijdrage te betalen en een overzicht, waaraan het geld het vorige schooljaar is besteed.

43 Hoofdstuk 6 Aanmelding nieuwe leerlingen / Aanmelding vervolgonderwijs 6.1 Aanmeldprocedure. Aanmeldprocedure. Nieuwe leerlingen in groep 1: Aanmelden en inschrijven op een basisschool. In januari van elk jaar informeren de basisscholen binnen de gemeente Gilze en Rijen ouders die op zoek zijn naar een school. Soms is dat gewoon de school om de hoek, soms een specifieke school die past bij hun kind. In deze periode wordt er een open ochtend georganiseerd. Ouders zijn dan vrij om de school in bedrijf te bezoeken. Als ouders meer informatie willen, of op een ander moment geïnformeerd willen worden, kan een afspraak worden gemaakt met de directeur. Indien ouders een school naar keuze gevonden hebben, kunnen zij hun kind aanmelden bij die school. Dit kan vanaf het schooljaar voorafgaand aan de 4e verjaardag. Bij de aanmelding wordt informatie uitgewisseld. In een gesprek met de directeur worden de ouders geïnformeerd over de school en de verdere procedure en wil de school graag de eerste informatie over het kind dat wordt aangemeld. De ouders krijgen een aanmeldingsformulier, een schoolgids en de richtlijnen voor het proefdraaien mee. Tevens wordt aan de ouders toestemming gevraagd of de IB-er de peuterspeelzaal of de kinderopvang een keer mag contacten om te horen hoe het met het kind daar gaat. Inschrijven: Ongeveer 3 á 4 maanden voordat het kind 4 jaar wordt, nodigt de school de ouders uit voor een tweede gesprek. In de meeste gevallen geeft de school na dit gesprek een positief advies en kunnen ouders hun kind inschrijven. Na het tweede gesprek en het contact met de voorschoolse voorziening kan het zijn, dat de school het belangrijk vindt om gebruik te maken van de 6 weken termijn die is gekoppeld aan de zorgplicht. De school heeft na het tweede gesprek, voorafgaand aan een besluit tot inschrijving 6 weken de tijd om informatie te verzamelen om een antwoord te kunnen geven op de vraag of school kan voldoen aan de ondersteuningsbehoeften van het kind. Deze informatie kan bestaan uit nadere gegevens van de ouders of anderen of uit bijvoorbeeld een observatie op de peuterspeelzaal. Binnen die 6 weken bekijkt de school of zij een passend onderwijsaanbod kan leveren. Als de school van mening is dat zij niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind, zal de locatieleider met de ouders bespreken welke mogelijkheden er zijn op school met extra ondersteuningsmiddelen vanuit het samenwerkingsverband of welke andere school een passend aanbod kan leveren, De school houdt hierbij zoveel mogelijk rekening met de wensen van de ouders, maar beslist zelf. Als de ouders overgaan tot inschrijving bij de school verklaren zij met de inschrijving dat het kind op geen andere school is aangemeld of staat ingeschreven en dat zij akkoord gaan met alle beleidsafspraken die zijn opgenomen in de schoolgids. Hierop volgt een gesprek met de toekomstige groepsleerkracht over het onderwijs in de groep en de ontwikkeling van het kind. De ouders overleggen met de leerkracht wanneer het kind het beste kan komen wennen op school. Hiervoor hebben de ouders richtlijnen gekregen van de school bij de aanmelding. Nieuwe leerlingen in groep 2 en hoger: Als een leerling aangemeld wordt, die al op een andere school zit, zijn er twee mogelijkheden: A. De basisschool waar de leerling zit is van mening dat de school beter kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Dan treedt in principe de procedure op die verbonden is aan de zorgplicht. De school neemt dan na het vergaren van

44 alle relevante informatie een besluit omtrent plaatsing. Na inschrijving neemt de basisschool de zorgplicht over van de oude school; B. De ouders kiezen zelf voor een andere basisschool vanwege verhuizing of andere externe factoren of vanwege het feit dat er problemen zijn op de school van herkomst. De procedure is dan als volgt: Ouders melden een leerling aan, in een gesprek met de directie. Er zal gevraagd worden naar de reden van overstap naar de nieuwe school. In principe worden leerlingen op basis van de informatie van de school van herkomst geplaatst als de overstap te maken heeft met bijvoorbeeld verhuizing. In het tweede geval, wordt er eerst gevraagd of de ouders de eventuele overstap gemeld hebben bij de school van herkomst. Als dat niet zo is, worden de ouders dringend verzocht dit eerst te doen. In beide gevallen wordt er informatie gegeven over onze school en worden adresgegevens van ouders en huidige school opgevraagd. De school van herkomst wordt benaderd door de IB-er om gegevens over het kind te krijgen. De IB-er voert overleg met de directie en zij beslissen of er meer informatie nodig is. Als dat zo is, wordt er een stappenplan gemaakt en uitgevoerd. De ouders worden nogmaals uitgenodigd voor een gesprek. Als het advies tot plaatsing positief is, wordt de leerling ingeschreven en worden er afspraken gemaakt voor een goede overdracht en start op school. Als het advies (nog) niet positief is, wordt met de ouders besproken wat er verder moet gebeuren. Dat kan zijn: het verzamelen van meer gegevens of het zoeken naar een andere school. Gescheiden ouders, die beiden het gezag hebben en hun kind willen aanmelden op school, moeten hiervoor het inschrijfformulier ook beiden ondertekenen. 6.2 Gewenningsdagen. Kinderen die zijn aangemeld voor groep 1 worden uitgenodigd voor maximaal 10 dagdelen om te komen wennen aan de andere kinderen, de juf en de school. In overleg met ouders wordt bepaald of dat hele dagen zijn, of dagdelen en op welke data de gewenningsdagen plaats vinden. Hiervoor krijgen de ouders bij de aanmelding richtlijnen mee. Bij de inschrijving worden de gewenningsdagen afgesproken. Enkele regels: Kinderen die 4 jaar worden in december komen pas na de kerstvakantie voor het eerst naar school. Kinderen die in de laatste 4 weken voor de zomervakantie 4 jaar worden, ontvangen we het liefst m.i.v. het nieuwe schooljaar. Voor deze kinderen worden gewenningsdagen in goed overleg afgesproken i.v.m. de drukte van de laatste weken van het schooljaar. Kinderen die in de loop van het schooljaar nieuw instromen in groep 2 t/m 8 worden, in overleg met de ouders en de leerkracht(en), uitgenodigd om een dag of dagdeel mee te lopen in hun toekomstige groep. 6.3 Plaatsing in groep 1. Met alle ouders van een nieuwe leerling voor groep 1 wordt een kennismakingsgesprek gevoerd door de leerkracht. In dit gesprek worden zaken besproken en genoteerd die van belang zijn voor een goede ontwikkeling van uw kind en een goede opvang. De leerkracht maakt u wegwijs op school en neemt een dagje bij ons op school met u door. Ook kunt u dan vragen stellen aan de leerkracht. Nadat uw kind ongeveer 6 weken op school zit, wordt u uitgenodigd door de leerkracht voor een kort gesprek. De eerste bevindingen van de school en de ouders worden dan besproken.

45 6.4 De begeleiding van de overgang naar het VO. De leerlingen van groep 7 en 8 worden door de groepsleerkracht in samenwerking met de ouders goed voorbereid op de stap naar het voortgezet onderwijs. Daarvoor is het volgende traject ontwikkeld: Traject groep 7: - Ouders krijgen aan het begin van het jaar schriftelijk informatie over het totale traject tot aan het VO. - Bij de eerste oudergesprekken (in november) wordt met de ouders gekeken naar de mogelijkheden voor het vervolgonderwijs. Wij zien dit als een eerste verkenning wederzijds over de mogelijkheden. - Ouders en kinderen worden uitgenodigd om de open dagen van het VO in januari te bezoeken. - De leerlingen maken de Entreetoets in april of mei. De uitslag van de toets is ruimschoots voor het einde van het jaar beschikbaar. Traject groep 8: - de IB-er vult voor alle leerlingen een OPP trap in. In een overzicht kunnen we dan per vakgebied zien wat de beste uitstroommogelijkheden zijn. - Tijdens de oudergesprekken in november geeft de leerkracht van groep 8 een voorlopig advies. De leerkracht kan de OPP trap gebruiken ter ondersteuning / verduidelijking. - In de eerste schoolweek van januari is er een voorlichtingsavond voor de ouders over de eind-cito, de aanmeldingsprocedure en de schoolkeuzemogelijkheden. - Leerlingen en ouders van groep 8 bezoeken de voorlichtingsdagen op VO-scholen. - Vóór 1 februari worden de M8 toetsen afgenomen. - Begin februari wordt het schooladvies besproken met de ouders en de leerling. - N.a.v. de resultaten tot nu toe en het schooladvies wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld en kiezen de leerlingen met hun ouders een school voor voortgezet onderwijs. - De ouders melden hun kind aan bij het VO en krijgen van de basisschool alle gegevens mee. - Er is sprake van een warme overdracht: De school voor VO heeft een gesprek met de leerkracht groep 8 om de leerlingen en het onderwijskundig rapport door te spreken. De toelatingscommissie of aannamecommissie van de school voor Voortgezet onderwijs bepaalt of een leerling toegelaten zal worden. - In april wordt de eindtoets afgenomen waarvan in mei de uitslag volgt. Wanneer de uitslag hoger is dan het advies van school, kan dan de school het advies heroverwegen. - De IB-er voert de citogegevens in in Parnassys en de administratieve kracht zorgt voor uitwisseling met DUO.

46 Hoofdstuk 7 De ouders en ouderbetrokkenheid. Op onze school willen we heel graag ouders zien als partners. Dat is gemakkelijk gezegd, maar dat betekent, dat we over en weer goed moeten weten wat we van elkaar verwachten. Wanneer zijn zaken des schools, wanneer des ouders en wanneer willen we in gesprek met elkaar, omdat samenwerken en samen denken in het belang van onze kinderen is. Daarom hebben we bewust door het jaar heen en op verschillende vlakken bijeenkomsten om elkaar te ontmoeten: - tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar: 27 september is er een unitoverleg met ouders ingepland op donderdag 10 november, dinsdag 7 februari en woensdag 17 mei. - tijdens de informatieavonden voor specifieke groepen. Zo is er een voorlichtingsavond voor groep 8 op 11 januari en zal de entreetoets voor groep 7 uitgelegd worden. Soms nodigen we ouders uit voor een thema-avond. Voorbeelden daarvan zijn: stimuleren van het lezen bij jonge kinderen, lentekriebels. U krijgt hiervoor altijd een uitnodiging via de mail. - tijdens de momenten waarop wij iets te vieren hebben. Met de kerstviering, de themavieringen, de afsluitingen van een project. We willen graag ouders betrekken bij deze mooie momenten om ongedwongen met elkaar in gesprek te zijn en te zien waar onze leerlingen aan gewerkt hebben. De opvoeding en stimulering van de ontwikkelingen van kinderen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Op velerlei gebied worden ouders betrokken bij de organisatie van de school: 7.1 Als lid van het schoolbestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Nuwelijn. Bij de Stichting Katholiek Onderwijs Nuwelijn zijn de 6 katholieke basisscholen uit Hulten, Molenschot, Gilze en Rijen aangesloten. De stichting kent een bestuur op afstand, gevormd door mensen die op grond van hun kennis en kunde gekozen zijn om zitting te nemen. 7.2 Als lid van de Medezeggenschapsraad of de GMR. Iedere basisschool heeft een medezeggenschapsraad, die bestaan uit personeelsleden en ouders. Voor onze school zijn dit minimaal twee ouders. De medezeggenschapsraad beslist mee over de beleidszaken van de school of geeft advies over de organisatie binnen de school. Uit de medezeggenschapsraden van alle scholen wordt de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad gevormd. Zie ook punt Als lid van de oudervereniging. De Oudervereniging stelt zich, gelet op de primaire verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen, ten doel de samenwerking tussen de ouders, het schoolbestuur en het personeel met betrekking tot het onderwijs en vorming van de leerlingen binnen de school en in verband met de school te bevorderen, een en ander in de meest ruime zin van het woord. Met andere woorden de OV stelt zich ten doel bij te dragen tot een zo goed mogelijk functioneren van de school. Zo organiseert de OV, in samenwerking met het team, diverse activiteiten voor de kinderen. Zoals elke vereniging kent ook deze vereniging leden. De leden van de oudervereniging zijn de ouder(s) en of verzorger(s) waarvan het (de) kind(eren) aan de KBS St. Anna onderwijs volgen. U als ouder(s) en verzorger(s) bent automatisch lid van de oudervereniging. Het

47 bestuur van de oudervereniging, bestaande uit ouders en/of verzorgers, vertegenwoordigen de leden. Bestuursleden hebben zitting voor een aantal jaren en kunnen daarna opnieuw gekozen worden, of er kunnen andere bestuursleden aangesteld worden. Het bestuur verdeelt onderling de taken. Voor het bestuur van de oudervereniging worden, indien nodig aan het begin van het schooljaar, verkiezingen gehouden. Een keer per jaar legt het bestuur tijdens de algemene ledenvergadering verantwoording af aan haar leden en kunt u als ouder c.q. verzorger meepraten over de gang van zaken binnen de OV. Alle zaken met betrekking tot de OV zijn vastgelegd in de statuten, evenals het huishoudelijk reglement van de oudervereniging. Zowel de statuten als het huishoudelijk reglement liggen ter inzage op school op het kantoor van de directie. De OV kent geen contributie, maar een vrijwillige ouderbijdrage. Deze vrijwillige ouderbijdrage is bestemd voor niet gesubsidieerde zaken zoals het sinterklaasfeest en de kerstviering, pasen, het organiseren van bijvoorbeeld een sportspeeldag aan het eind van het schooljaar c.q. schoolreis of excursie. De jaarlijkse ouderbijdrage wordt, na goedkeuring van de ledenvergadering en MR, zo nodig aangepast. Voor de kinderen die na 1 januari voor het eerst naar school komen, wordt de helft van het bedrag gevraagd. De ouderbijdrage bedraagt voor het schooljaar ,- en kan worden overgemaakt naar bankrekening NL40 RBRB o.v.v. van voor- en achternaam kind, of contant worden afgegeven tijdens de jaarvergadering. In dit bedrag zit een bijdrage van 5,- zodat de leerlingen per jaar één of twee educatieve uitstapjes kunnen organiseren. Verenigingsbestuur Voorzitter: secretariaat: Penningmeester: lid: Emilie Groot Anja Timmermans Karel Bink Helen Aarts lid: lid: lid: lid: Marloes Bink Annemieke van Beek Kim Wauben Marleen Boemaars 7.4 Als lid van het ouderforum. Komend schooljaar is er weer de gelegenheid om met ons mee te denken in het ouderforum: op 4 momenten in het jaar praten een vaste groep ouders samen met de directie en een leerkracht van de school over onderwerpen die ons allen bezig houden. Zo zal er komend jaar gesproken worden over de toekomst van de St. Anna. Elke ouder kan zich voor een jaar opgeven om mee te denken en te praten. Voor schooljaar zullen bijna alle ouders van vorig jaar nog een jaar blijven, maar nieuwe ouders zijn van harte welkom. De leden van het ouderforum hebben een eigen mailadres: ouderforum@annamolenschot.nl, zodat alle ouders hen kunnen benaderen voor informatie. Na een vergadering (waarbij de inbreng van agendapunten door de ouders erg op prijs gesteld wordt) krijgen alle ouders een verslag. Het ouderforum heeft geen officiële status, maar is een klankbord voor school en ouders. 7.5 Als klassenouder. Voor elke unit worden er klassenouders gezocht. In een protocol klassenouder hebben we beschreven wat deze klassenouders doen. Het protocol is besproken met de MR en aangepast op basis van ervaringen van klassenouders en leerkrachten. Taken van de klassenouder in het kort: Bij organisatorische zaken assisteren of deze uit handen nemen van de mentor. Hierbij denken we aan: het regelen van vervoer voor excursies, voorstellingen, bezoekjes buiten de school, enz. Indien gewenst, andere ouders betrekken bij activiteiten (knutselen, versieren van de klas, materialen rondom een klassenthema verzamelen, enz,)

48 Indien een klassenouder een schrijven wil versturen naar de andere ouders van de groep, dan vindt vooraf overleg plaats met de leerkracht. Van elk schrijven gaat er een kopie (of CC) naar de mentor of de directie om zo de school op de hoogte te houden. De klassenouder mag bij de verjaardagen van de leerkrachten een bijdrage vragen aan alle ouders van de groep, maar nooit meer dan 1,-. Aan het eind van het schooljaar wordt er geen bijdrage aan ouders gevraagd voor een afscheidscadeau 7.6 Als hulpouder op school. Uw hulp is nog steeds erg welkom en nodig om onze school goed te laten draaien. Zonder uw hulp zouden een aantal zaken zeker niet kunnen worden gerealiseerd. Aan het begin van het schooljaar wordt er per basisgroep gevraagd om aan te geven of u klassenouder wilt worden. Deze ouder helpt de leerkracht om hulp te zoeken onder de ouders van de groep, bijvoorbeeld voor begeleiding van de leerlingen bij een excursie, om te helpen bij het vervoer van leerlingen, enz. Ouders die actief helpen op school krijgen van ons, als dat nodig is, een korte instructie en uitleg van de taak. Van de ouders, die hun taak uitoefenen onder de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht, verwachten we een actieve en positieve deelname en goed overleg met personeel en andere ouders. Daarbij gaan we er van uit, dat iedereen zich aan de (wettelijke) afspraken en regels houdt. Dat zijn de regels zoals die ook voor het personeel gelden. We denken dan aan omgang met leerlingen, omgang met schoolspullen en omgang met vertrouwelijke informatie. Naast de hulp voor de groep, zijn er ook ouders die zich inzetten bij schoolactiviteiten. Te denken valt aan de poetsavonden, expressie in de onderbouw en de werkgroep Lekker lunchen. 7.7 De contactmogelijkheden met de school. Kennismaking groep Bij aanvang van ieder schooljaar vindt er een kennismaking plaats. We doen dit aansluitend aan de schooldag. We nodigen alle ouders, opa s en oma s, broers en zussen uit op maandag 12 september om een kijkje te nemen in de klassen. De kinderen mogen zelf hun ouders en familieleden rondleiden van tot uur. De leerkrachten zijn in de klassen aanwezig voor een eerste kennismaking en het beantwoorden van algemene vragen. De informatie over de betreffende groep en andere groepsgerelateerde zaken worden besproken op de ouderinformatieavond op dinsdagavond 27 september om uur. Rapportgesprekken De 10-minutengesprekken n.a.v. de rapporten zijn dit schooljaar gepland op 12 en 14 december voor het eerste rapport. Deze avonden zijn voor alle groepen. Ouders krijgen een uitnodiging van school. Op 28 en 30 maart zijn de gesprekken voor het tweede rapport voor de groepen 1 tot en met 7. Groep 8 heeft begin februari al een adviesgesprek gehad met de leerkracht. Ouders die aan het eind van het schooljaar nog graag een leerkracht willen spreken krijgen de gelegenheid zelf nog een gesprek aan te vragen n.a.v. het derde rapport. Deze gesprekken vinden plaats op dinsdag 4 juli. Unitoverleg met ouders Dit schooljaar hebben we driemaal een unitoverleg met ouders gepland staan. Op die avonden in november, februari en mei willen we zaken bespreken die in de groep spelen. Onderwerpen hiervoor kunnen door de leerkracht, maar ook door ouders ingebracht worden. Het kan gaan over de sfeer in de groep, het plannen van praktische zaken, of bijvoorbeeld over het begeleiden van het huiswerk thuis. Mailwisseling met de leerkracht Alle ouders krijgen de mailadressen van de teamleden. Het sturen van een is handig

49 voor bijvoorbeeld het kort doorgeven van informatie of het maken van een afspraak. Het team heeft afgesproken, dat degene die bij AAN staat reageert op de mail, niet degene die in de CC staan. In de praktijk merken we, dat de mail steeds vaker wordt gebruikt om aan te geven wat u van een situatie op school vindt. Ook worden er soms hele lange mails naar leerkrachten verstuurd. Wij zouden het fijn vinden, dat u, de mail alleen gebruikt voor korte (zakelijke) berichten. Even bellen of langskomen werkt veel prettiger en dan kunnen we in gesprek gaan met elkaar. Soms kan dat ergernis over en weer voorkomen! Informatievoorziening aan ouders in het algemeen Wij vinden het erg belangrijk om een goed contact te hebben met ouders over het wel en wee van hun kinderen. Daarom zullen ouders in toenemende mate betrokken worden bij de prestaties en het welbevinden van hun kinderen op school. Pas als we samen werken aan de ontwikkeling van kinderen kunnen kansen optimaal benut worden. Vanuit die gedachte zullen we regelmatig aan ouders vragen of ze even langs kunnen komen. We maken dan een afspraak na school en praten samen over het kind. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat het niet goed gaat! Drie momenten in het jaar, tussen de rapportgesprekken in (rond de herfstvakantie, eind januari en rond de meivakantie) zijn eigenlijk vaste momenten om te kijken met welke ouders tussentijds overleg gewenst is. Uiteraard kunnen ouders ook zelf het initiatief nemen om een gesprek aan te vragen. Als uw kind nieuw is op school, is het gebruikelijk om na ongeveer 6 weken even kort te praten over de eerste bevindingen. 7.8 Ouderlijk gezag Informatieplicht ouders Voor een juiste en zuivere toepassing van de regels en richtlijnen is het van belang dat ouders de school op de hoogte stellen indien er wijzigingen zijn met betrekking tot hun Burgerlijke Staat. Indien als gevolg van een scheiding de situatie ontstaat dat één of beide ouders niet meer belast is met het ouderlijk gezag, dan is de betreffende ouder verplicht om afschriften van de officiële stukken waarin dit is vastgelegd, waaronder bepalingen ten aanzien van het ouderlijke gezag, bezoekrecht en dergelijke, te overhandigen aan de school. De betreffende stukken zullen in het leerlingendossier worden bewaard. Uiteraard zal hierbij uiterste zorgvuldigheid worden betracht. Mocht de betreffende ouder dit nalaten, dan zal de school niet gehouden kunnen worden aan een correcte uitvoering van het onderhavige protocol. Informatieplicht school Op de school rust een informatieplicht aan beide ouders die het ouderlijk gezag hebben. Onder informatie in deze wordt verstaan: alle relevante zaken betreffende de leerling en de schoolorganisatie zoals rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids en ouderavonden. Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben en de leerling woont bij één van de ouders dat zal de informatie worden verstrekt aan de ouder bij wie de leerling in huis woont. Hierbij gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening kunnen worden gemaakt. Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben, er sprake is van co-ouderschap en de leerling woont beurtelings bij één van de ouders, dan zal alle informatie worden verstrekt aan de ouder wiens adresgegevens ten behoeve van de registratie van de leerling zijn gemeld. Ook in dit geval gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit

50 niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening kunnen worden gemaakt. Indien één van de ouders het ouderlijk gezag heeft en de andere ouder is uit de ouderlijke macht gezet, dan zal de school slechts de ouder die met het ouderlijk gezag is belast informeren. Op grond van de wet is de school echter verplicht om ook de ouder die niet belast is met de ouderlijke macht desgevraagd te informeren, tenzij de informatie niet op dezelfde manier ook wordt verschaft aan de ouder die wel met het ouderlijk gezag is belast, of als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. Voorts is de school hiertoe niet verplicht indien dit blijkt uit enig rechtelijk vonnis. Indien sprake is van de situatie dat een ouder een nieuwe relatie aangaat, dan zal de school onder geen beding informatie verschaffen aan de nieuwe partner van de ouder. Indien de ouder wenst dat de nieuwe partner samen met de ouder bij bijvoorbeeld rapport- of voortgangsgesprekken aanwezig is, dan zal in overleg worden bezien of en op welke wijze hieraan gehoor kan worden gegeven. De school zal in ieder geval geen informatie verschaffen aan de nieuwe partner zonder de aanwezigheid van de ouder. 7.9 Klachten en klachtenprocedure. Hieronder staan acht punten, die u kunnen helpen bij het omgaan met een probleem. Spreek de juiste persoon aan. In de meeste gevallen is dit de leerkracht, de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag. Wacht niet te lang met het signaleren van het probleem. Hoe eerder u aan de bel trekt, hoe beter dat is. Ook als de leerkracht nog weinig weet van het probleem, is het verstandig om actie te ondernemen. Wie kennis heeft van een probleem, zal er in ieder geval over na gaan denken. Dat is het begin van een oplossing. Maak snel een afspraak. Dit kan persoonlijk, telefonisch of via de mail. Geef duidelijk aan wat het probleem is. Probeer u te beperken tot hoofdzaken, vermijd details. Voorkom machtsongelijkheid. De leerkracht met wie u praat is een deskundige op onderwijsgebied. U bent een deskundige op het gebied van het opvoeden van uw kinderen. We hopen dat u die gelijkwaardigheid op deze manier beleeft en van daaruit het gesprek ingaat. Bedenk mogelijke oplossingen. Het probleem stellen is één; een oplossing aandragen is twee. Voorstellen voor oplossingen kunnen het gesprek in de goede richting duwen. Maak, als u er samen niet uitkomt, in eerste instantie gebruik van de vertrouwenspersoon van school of als dat onvoldoende oplevert van de externe contactpersoon. Soms kunnen de emoties tijdens het gesprek hoog oplopen. Dan kan het verstandig zijn om samen af te spreken een neutraal, onafhankelijk persoon aanwezig te laten zijn bij uw gesprek. Maak van elk gesprek een kort verslag. Overal waar mensen samenwerken kan iets fout lopen. Ook op een school. Soms is dat onopzettelijk, soms opzettelijk. Degenen die zich het slachtoffer voelen van gedragingen of beslissingen van anderen, kunnen dat als een klacht beschouwen. In deze samenvatting willen we u informeren wat u kunt doen als u een klacht heeft over de school of iemand op school. De school is aangesloten bij Stichting KOMM (Klachten over MachtsMisbruik) en heeft daarmee ook de klachtenregeling van de Stichting overgenomen. Wilt u uitgebreid weten hoe u met uw klacht het beste kunt handelen, dan verwijzen we u naar de site van de Stichting: Hier staat de klachtenregeling heel duidelijk uitgelegd.

51 Toch even in het kort: Aard van de klacht: In de klachtenregeling wordt er onderscheid gemaakt tussen machtsmisbruik en overige klachten Bemiddeling: Meestal zijn er bij klachtenbehandelingen alleen maar verliezers. Daarom kunt u gebruik maken van klachtenbemiddeling. De bemiddelaar zal beide partijen helpen zelf een oplossing te vinden voor het probleem. Mocht dit niet lukken of de klacht te ernstig zijn, dan kan er alsnog een klacht ingediend worden. Interne klachtencommissie: We gaan ervan uit, dat u met een klacht in eerste instantie naar de betrokkene(n) gaat, bijvoorbeeld de leerkracht. Komt u er samen niet uit, dan kunt u bij de directie van de school terecht. Bent u nog niet tevreden, dan kunt u het bevoegd gezag (het bestuur) inlichten. Het bevoegd gezag zal samen met u naar een oplossing zoeken. Als dat nodig is, gebeurt dat door een interne klachtencommissie. Klachten over machtsmisbruik: Soms is er sprake van ernstige klachten, over een vorm van machtsmisbruik. Het is belangrijk om deze klachten niet binnen de school zelf af te handelen, maar Pagina 45 daarvoor onafhankelijke, externe deskundigen in te schakelen. De klachtenregeling van de Stichting KOMM voorziet hierin. Binnen de school kunt u in eerste instantie een beroep doen op de interne contactpersoon, buiten de school op de externe vertrouwenspersoon. Wilt u een officiële klacht indienen, dan kan dat bij de onafhankelijke klachtencommissie of het bevoegd gezag (bestuur) van de school, die de klacht dan doorverwijst naar de externe klachtencommissie. Intern contactpersoon: Binnen onze school is er een intern contactpersoon aangesteld. Dit is Anja Mallant. Bij haar kunt u terecht met klachten over machtsmisbruik door iemand van de school (personeel, leerlingen, ouders, vrijwilligers).de intern contactpersoon zal naar uw verhaal luisteren en samen met u kijken wat er het beste kan gebeuren. De contactpersoon gaat nooit zelf met de klacht aan de slag, maar zoekt met u naar oplossingen of verwijst door naar de externe vertrouwenspersoon. Extern vertrouwenspersoon: U hebt ook de mogelijkheid om rechtstreeks contact op te nemen met de externe vertrouwenspersonen van de GGD Hart voor Brabant onder telefoonnummer: Deze zijn buiten de schoolvakanties bereikbaar tijdens kantooruren ( uur; vrijdag tot uur). Ten tijde van schoolvakanties of buiten kantooruren kunt u een sturen naar: externe.vertrouwenspersoon@ggdwestbrabant.nl. De externe vertrouwenspersoon zal zo snel als mogelijk hierop reageren. Stichting Nuwelijn heeft een team van externe vertrouwenspersonen aangezocht, die deskundig zijn op het terrein van machtsmisbruik en de gevolgen ervan, allen GGD medewerkers (jeugdartsen, orthopedagogen enz.) Op dit moment wordt er niet meer zoals voorheen met één vertrouwenspersoon per school gewerkt, maar met een pool van externe vertrouwenspersonen. Er zijn 6 personen vertegenwoordigd. Deze verandering heeft plaatsgevonden om een continue bereikbaarheid van de PMM-telefoon: onder schooltijden te kunnen waarborgen. En een goede spreiding van de kennis en expertise onder alle externe vertrouwenspersonen. Als u via de PMM-telefoon een externe vertrouwenspersoon om advies hebt gevraagd, noteer dan goed zijn of haar naam. De externe vertrouwenspersoon zal dit ook aan u

52 vragen. Bij eventuele vervolgvragen over dezelfde casus blijft de eerst betrokken externe vertrouwenspersoon aanspreekpunt.. De externe vertrouwenspersoon zal met u over de klacht praten en kijken welke volgende stappen wenselijk zijn. Dat kan een vorm van hulpverlening zijn, het indienen van een klacht en/of het doen van aangifte bij de politie. U beslist welke stappen u wilt zetten, de vertrouwenspersoon ondersteunt u desgewenst daarbij. De externe klachtencommissie: Mocht u een officiële klacht willen indienen, dan komt u terecht bij de onafhankelijke klachtencommissie van de Stichting KOMM. Bij voorkeur is de klacht eerst besproken met de interne contactpersoon en/of de externe vertrouwenspersoon, maar rechtstreeks indienen bij de klachtencommissie mag ook. De commissie bestaat uit drie leden, die deskundig zijn op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik en recht. De voorzitter is een jurist, de twee andere leden zijn gedragsdeskundigen. De commissie heeft een ambtelijke secretaris. De externe klachtencommissie zal u en de aangeklaagde uitnodigen voor een hoorzitting. Het liefst hoort de commissie de klager en de aangeklaagde in elkaars aanwezigheid, maar als één van de partijen daar bezwaar tegen heeft, kan daarvan worden afgeweken. De commissie zal vaak ook getuigen horen. Daar kunnen de klager en de aangeklaagde bij aanwezig zijn. Ook kunnen zij zelf getuigen noemen. Als het wenselijk is om jonge kinderen te horen, zal dat meestal niet door de voltallige commissie gebeuren en zeker niet met de aangeklaagde erbij. De gedragsdeskundigen uit de commissie zullen het kind interviewen en dat opnemen op video. De stichting KOMM hanteert een termijn waarbinnen een klacht in behandeling genomen kan worden van 2 jaar. Advies aan het bevoegde gezag: Wanneer de klachtencommissie klaar is met haar onderzoek, doet ze uitspraak of de klacht wel of niet gegrond is. Bij een gegronde klacht wordt bovendien een advies aan het bevoegde gezag gegeven over te nemen maatregelen. Het bevoegde gezag, de klager en de aangeklaagde krijgen de uitspraak en het advies op schrift. Het bevoegde gezag beslist wat ze met het advies doet en laat dat aan alle partijen weten. Als ze het advies van de klachtencommissie niet opvolgt, moet ze dat uitvoerig toelichten.

53 Hoofdstuk 8 Externe contacten 8.1 Lokaal onderwijsbeleid. De gemeente heeft een onderwijsbeleidsplan ontwikkeld waarin is opgenomen het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA) De gemeente heeft in overleg met de scholen en andere partners vorm gegeven aan het Lokaal Onderwijsbeleidsplan voor de jaren Een nieuw plan is in ontwikkeling. De belangrijkste aandachtpunten op dit moment zijn de voor- vroegschoolse educatie en de ontwikkeling van de Brede school in de gemeente Gilze en Rijen. Uitgangspunten Het landelijke onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het zo vroeg mogelijk en effectief aanpakken van achterstanden. Scholen en gemeenten zijn de uitvoerders van het beleid. De uitgangspunten van het onderwijsachterstandenbeleid zijn: de taken en verantwoordelijkheden worden zo efficiënt en effectief mogelijk belegd bij schoolbesturen en gemeenten; bij de toedeling van middelen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de feitelijke achterstand van leerlingen; bij scholen dient het accent te liggen op het vroegtijdig opsporen en aanpakken van achterstanden. Doelstelling: Om dit te bewerkstelligen ligt de nadruk op de voor - en vroegschoolse educatie. De regering heeft één doelstelling gesteld: Op 1 augustus 2010 neemt op landelijk niveau 70 % van de totale populatie van doelgroepkinderen deel aan voorschoolse educatie; De doelstellingen van de gemeente Gilze en Rijen zijn hiervan afgeleid I. Professionalisering van het peuterspeelzaalwerk (gerelateerd aan VVE) en deskundigheidsbevordering; II. Vroegtijdig lokaliseren van de doelgroeppeuters en- gezinnen met een significante taal- en ontwikkelingsachterstand; III. Verhoging van het percentage doelgroepkinderen dat naar de peuterspeelzaal gaat; IV. Invulling geven aan de formele eisen van VVE (Piramide en Taallijn VVE); V. Vormgeven van de doorgaande ontwikkelingslijn van de peuterspeelzaal naar de basisschool en verdiepen van de samenwerking; VI. Signaleren van risicokinderen; VII. Aanpak van risicokinderen door afstemmen van in- en externe zorgstructuur VIII. Inrichten van een zorgstructuur op de peuterspeelzalen;

54 8.2 Jeugdgezondheidszorg GGD Hart voor Brabant. Wat doet de GGD Jeugdgezondheidszorg? De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Hart voor Brabant zet zich in voor de bescherming en bevordering van de gezondheid van de jeugd van 4 tot 19 jaar. Onze jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen volgen op vaste momenten de groei en de ontwikkeling van uw kind. U ontvangt thuis een uitnodiging voor het gezondheidsonderzoek van uw kind. Dit onderzoek vindt plaats op het consultatiebureau bij u in de buurt. De GGD geeft ook adviezen over de gezondheid en ontwikkeling van uw kind. Ook voert de GGD het rijksvaccinatieprogramma uit, waarbij kinderen worden ingeënt tegen een aantal infectieziekten zoals bof, mazelen, rode hond, difterie, tetanus en polio. De GGD voert op verschillende leeftijden een gezondheidsonderzoek uit: Hoe gaat het gezondheidsonderzoek in zijn werk? 1. Als uw kind 5/6 jaar is: De teamassistente meet de lengte en het gewicht en test ook de oren en de ogen. Daarna bespreekt de jeugdarts met u de gezondheid en de ontwikkeling van uw kind. 2. Als uw kind 9/10 jaar is: De teamassistente meet de lengte en het gewicht. Daarna bespreekt de jeugdverpleegkundige met u de groei en de ontwikkeling van uw kind. De jeugdverpleegkundige geeft ook de DTP en BMR-vaccinaties. Op leest u meer informatie over deze vaccinaties. Uiteraard kunt u tijdens deze gezondheidsonderzoeken al uw vragen stellen! Contact met school De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen onderhouden regelmatig contact met school. Als voorbereiding op het gezondheidsonderzoek informeren zij bijvoorbeeld bij de leerkracht of interne begeleider hoe het met uw kind gaat. Ze nemen ook deel aan de Zorg Advies Teams op school. De GGD doet meer! De GGD voert in overleg met school ook projecten uit rondom een gezonde leefstijl. Denk hierbij aan projecten over gezonde voeding en bewegen. De GGD biedt leerkrachten en interne begeleiders ook advies en ondersteuning bij ingrijpende gebeurtenissen en veiligheid op school. Meer informatie Heeft u vragen? Wilt u tips of adviezen over de opvoeding van uw kind? Of heeft u twijfels over de gezondheid van uw kind? Maak dan een afspraak met de GGG Jeugdgezondheidszorg via tel Bereikbaar elke werkdag van 8.00 tot uur. Kijk ook eens op onze website: Schoolmaatschappelijk werker. Het opvoeden van kinderen gaat niet altijd vanzelf. Soms zijn er omstandigheden in een gezin, die het goed opvoeden en het leren van kinderen in de weg kunnen staan. Dan kan er contact gezocht worden met de schoolmaatschappelijk werker. Voor onze school is dat Joyce Crul. Allereerst is er een gesprek, waarin samen gekeken wordt, of er ondersteuning nodig is en wie dat het beste zou kunnen doen. Ook ouders kunnen op eigen gelegenheid een beroep doen op schoolmaatschappelijk werk. Joyce Crul houdt regelmatig een spreekuur. Zij is dan aanwezig in het gebouw (meestal

55 beneden in de hal) en ouders kunnen binnenlopen om hun vragen te stellen. De data staan vermeld op de kalender. Het schoolmaatschappelijk werk richt zich op kinderen die op de basisschool zitten. Het is een vorm van hulpverlening binnen de driehoek ouders kind/jongere school. Het belang van het kind, de jongere binnen het onderwijs staat hierbij centraal. De schoolmaatschappelijk werkers werken veel op en vanuit de scholen, maar zijn niet in dienst van de school. Waar nodig kunnen zij daardoor een onafhankelijke positie innemen. 8.4 Brede school gemeente Gilze en Rijen. Wat is de visie van Brede School gemeente Gilze en Rijen? Een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de randvoorwaarden waarbinnen kinderen van 0-12 jaar hun sociaal-emotionele, motorische, culturele en cognitieve vaardigheden ontwikkelen en ontplooien, door samenwerking te bevorderen tussen organisaties op het gebied van onderwijs, welzijn, kinderopvang, cultuur, sport en zorg. Belangrijk is dat het kind vooral baat moet hebben bij de brede school. Het werken aan het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen betekent dat de brede school werkt aan deze visie: Het welbevinden van kinderen; Het brede leren van kinderen; De verbondenheid van kinderen met elkaar en met de omgeving. Welbevinden Onder welbevinden verstaan we dat kinderen zich goed voelen. Dit hangt samen met een sterk zelfbewustzijn, een gevoel van veiligheid en een zorgzame omgeving. Ouderbetrokkenheid is een belangrijke voorwaarde voor het welbevinden van kinderen. Activiteiten die bijdragen aan dit doel, bevorderen: De autonomie van het kind; Het gevoel van gezien worden; De basale rust en veiligheid; Zorg voor lichaam en geest, zoals gezonde voeding en voldoende slaap en het gevoel van emotioneel vrij zijn. Brede leren Onder het brede leren verstaan we dat kinderen zich kunnen ontplooien, gekoppeld aan het binnenschoolse aanbod. Juist voor kinderen die geen gebruik (kunnen) maken van de reguliere vrijetijdsbesteding, is het belangrijk dat zij de mogelijkheden krijgen om hun talenten te kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van sport, cultuur en techniek. De activiteiten vanuit het brede leren dragen bij aan: Het ontdekken van nieuwe talenten; Betere leeropbrengsten; Het versterken van sociale competenties; Een vergrote blik op mogelijkheden; Het aanboren van meerdere intelligenties. Verbondenheid Verbondenheid met elkaar en met de omgeving betekent dat kinderen relaties met anderen, leeftijdgenoten en volwassenen, kunnen aangaan. Een kind dat zich verbonden

56 voelt, voelt zich onderdeel van de maatschappij. Hij/zij voelt zich thuis (veilig) in de omgeving waar hij opgroeit. Integratie tussen verschillende culturen en groepen zijn essentieel voor het zich onderdeel voelen van de maatschappij. Kinderen die zich verbonden voelen: gaan graag naar school; gaan makkelijk contacten aan in hun omgeving (straat, buurt); hebben vriendjes en vriendinnetjes; hebben zorg voor hun buurt. Wat betekent dit voor onze school? Onze school ontplooit zich als brede school. Dit uit zich vooral in een activiteitenaanbod na schooltijd, samenwerking tussen kinderopvang en peuterspeelzaal, verenigingen, zorg en welzijn. Minimaal eenmaal per week kunnen de leerlingen deelnemen aan Sport-s-ccol. En er zijn 4 tot 6 blokken van 6 weken waarin leerlingen deel kunnen nemen aan art-s-cool. Zo kunnen we de verbinding leggen tussen onder schooltijd en na schooltijd. Onze school heeft een bredeschoolprofiel gekozen dat bij ons past met daaronder verschillende pijlers die de aandacht hebben. Onze school onderschrijft het profiel Verrijking en dit komt terug in naschoolse activiteiten gericht op sport, cultuur en kunst. De laatste twee pijlers zijn in ontwikkeling. Een ander voorbeeld is het profiel Wijk en Buurt, waarin de nadruk wordt gelegd op de verbinding met de wijk of buurt waarin de school staat. Op de website onder het kopje Brede School Gilze Rijen kunt u zien welk profiel onze school heeft en welke activiteiten er na schooltijd zijn. Ook staan deze vermeld op de website van de school. Voor verdere vragen kunt u terecht bij: Maud Bakx Coördinator Cultuurplaats en Brede School T E. maud@cultuurplaats.nu 8.5 Stichting leergeld Stichting Leergeld kan helpen. Steeds meer kinderen in Nederland kunnen om financiële redenen niet meedoen aan activiteiten die voor hun leeftijdsgenootjes heel normaal zijn. Zij staan vaak letterlijk aan de zijlijn. Stichting Leergeld wil deze kinderen mee laten doen! Wij bieden kinderen kansen om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten zoals lid worden van een sport- of hobbyvereniging, zwemles volgen of deelnemen aan de scouting. Ook de kosten voor schoolmaterialen, schoolreizen kunnen voor gedeeltelijke vergoeding in aanmerking komen. Daarnaast kan eventueel een fiets (voor kinderen vanaf groep 8) of een tweedehands computer (per gezin vanaf 8 jaar) worden verstrekt. Aarzel niet contact met ons op te nemen indien u twijfelt of ook u voor ondersteuning in aanmerking kunt komen. Voor meer informatie zie (gemeente waar uw school gevestigd is) of maak gebruik van de folder die op onze school aanwezig is. We zijn bereikbaar via telefoonnummer van ma t/m do uur.

57 8.6 PR via de school. Steeds vaker komt de vraag of we op school iets willen doen voor de PR van een vereniging of actie. Een stukje te plaatsen in de nieuwsbrief, folders uit te delen, tijd vrij maken voor een demonstratie.. Daarom zijn wij van mening dat enige regels op zijn plaats zijn. Regels: * PR via school voor verenigingen in Molenschot IS MOGELIJK (afhankelijk van ons programma en de relevantie van de doelgroep kinderen). Verenigingen kunnen altijd folders uit laten delen. Activiteiten in de groep moeten passen in het programma, verantwoord zijn en relevant voor de doelgroep * PR via school voor verenigingen buiten Molenschot is IN PRINCIPE NIET MOGELIJK (tenzij dit echt een aanvulling op wat er in Molenschot zelf geboden wordt) Activiteiten in de school worden niet toegestaan. * PR via de nieuwsbrief is NIET MOGELIJK. Het is een nieuwsbrief van de school. Hierin wordt alleen een mededeling van de parochie in opgenomen, als zijnde aangeleverd door derden. * PR via de deur of ramen van de school is mogelijk, indien het bedoeld is voor de doelgroep: de kinderen van onze school. 8.7 Lijst met namen en adressen Rijksinspectie: Inspectie van het onderwijs Info@owinsp.nl Vertrouwensinspecteur: Bezoekadres: Inspectie van het Onderwijs Locatie Utrecht Park Voorn AC Utrecht

Schoolgids 2014-2016

Schoolgids 2014-2016 Schoolgids 2014-2016 Inhoudsopgave schoolgids 2014-2016 Hoofdstuk 1 De school, algemene gegevens 1.1 De naam en de plaats van de school 1.2 Een korte geschiedenis van de school 1.3 De richting en identiteit

Nadere informatie

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school. Voorwoord Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school. Onze visie op eigentijds, boeiend onderwijs

Nadere informatie

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde JAARPLAN 2018-2019 Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat 49 7496 AH Hengevelde 0547-333420 www.petrushv.nl 1 Voorwoord Het onderwijs op de Petrusschool is continu in ontwikkeling. Wij streven naar

Nadere informatie

Verantwoording van ons onderwijs

Verantwoording van ons onderwijs Verantwoording van ons onderwijs Veenendaal, 27-6-2017 Beste ouder(s)/verzorger(s), Door middel van dit document willen we ons onderwijs verantwoorden aan u als ouders. Heeft u vragen of opmerkingen over

Nadere informatie

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1 Onderwijskundig jaarplan Jaar: 2017-2018 School: Gbs Het Talent Schoolleider: W.Bos Datum: juni 2017 Laatst geactualiseerd: 8 juni 2017 Inleiding In ons jaarplan 2017-2018 geven we per onderdeel aan welke

Nadere informatie

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde JAARPLAN 2017-2018 Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat 49 7496 AH Hengevelde 0547-333420 www.petrushv.nl 1 Voorwoord Het onderwijs op de Petrusschool is continu in ontwikkeling. Wij streven naar

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

ONDERWIJS MAAK JE SAMEN SCHOOLPLAN LIGHT. Het meest compacte schoolplan gericht op duurzame organisatieontwikkeling. Een product van: SCHOOLPLAN LIGHT

ONDERWIJS MAAK JE SAMEN SCHOOLPLAN LIGHT. Het meest compacte schoolplan gericht op duurzame organisatieontwikkeling. Een product van: SCHOOLPLAN LIGHT SCHOOLPLAN LIGHT Het meest compacte schoolplan gericht op duurzame organisatieontwikkeling 2018 2022 Een product van: INHOUDSOPGAVE 1. De school en haar omgeving 3 Wie zijn wij? Korte biografie. 2. Uitgangspunten

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep Doubleren of Versnellen; te nemen stappen Interne begeleiding Mei 2017 Wat zijn de criteria voor overgang naar de volgende groep en de te nemen stappen

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Wijzer door het verkeer. De kinderen in groep 7 nemen deel aan het verkeersexamen.

Wereldoriëntatie. Wijzer door het verkeer. De kinderen in groep 7 nemen deel aan het verkeersexamen. Onderwijsinhoud Activiteiten in de onderbouw Spelen is nog heel belangrijk voor de kleuters. De kinderen in groep 1 leren wat het is om de hele dag in een groep te zijn en wat de school allemaal van hen

Nadere informatie

Pestprotocol Aug. 2014

Pestprotocol Aug. 2014 Pestprotocol Aug. 2014 Inleiding Waarom een pestprotocol? Icb WereldWijzer wil haar kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen.

Nadere informatie

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden: Beleidsstuk ouderbetrokkenheid 3.0 In onderstaand document geven wij weer hoe we als school omgaan met oudercommunicatie en het weergeven van de behaalde resultaten van leerlingen. Dit beleidsstuk is geschreven

Nadere informatie

Onderwijskundig Jaarplan. CBS de Ark September 2013

Onderwijskundig Jaarplan. CBS de Ark September 2013 Onderwijskundig Jaarplan CBS de Ark September 2013 In dit onderwijskundig jaarverslag vermelden we kort en bondig welke zaken prioriteit krijgen dit jaar en hoe we dit op gaan pakken. Uitwerking van de

Nadere informatie

Onze visie. Onze pijlers

Onze visie. Onze pijlers Koersplan 2018 2021 pagina 2 van 6 Dit is het koersplan van Kbs Kievitsloop voor de beleidsperiode 2018-2022. In dit koersplan nemen wij u graag mee in onze visie op onderwijs, hoe we hier vorm en inhoud

Nadere informatie

Veel gestelde vragen over vijf gelijke dagenmodel

Veel gestelde vragen over vijf gelijke dagenmodel Veel gestelde vragen over vijf gelijke dagenmodel Waarom moeten de schooltijden veranderen, het gaat toch al jaren goed zo? Het klopt dat de schooltijden al vele jaren onveranderd zijn. Maar intussen is

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Pestprotocol. De Triangel

Pestprotocol. De Triangel Pestprotocol De Triangel 1 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen

Nadere informatie

Samen werken, samen ontwikkelen

Samen werken, samen ontwikkelen Samen werken, samen ontwikkelen Strategisch beleid ROOBOL 2015-2019 Willem Wouda/ Reiny Kas Siderius SAMENVATTING Het strategisch beleidsplan 2015-2019 bevat de missie en visie van Stichting ROOBOL. De

Nadere informatie

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders Aantal respondenten: 37 01-04-2011 Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders 1 / 11 Welkomstblad Fijn dat u mee wilt werken aan dit onderzoek.

Nadere informatie

3 De visie van de Prinses Julianaschool

3 De visie van de Prinses Julianaschool 3 De visie van de Prinses Julianaschool 3.1 Visie op het onderwijs De missie: Prinses Julianaschool, school voor geborgenheid, (basis)kennis en zorg. De Prinses Julianaschool biedt kinderen een veilige

Nadere informatie

bs Den Krommen Hoek Pestprotocol Protocol gewenst gedrag.

bs Den Krommen Hoek Pestprotocol Protocol gewenst gedrag. bs Den Krommen Hoek Pestprotocol Protocol gewenst gedrag. Ontwikkeling. Met dit protocol geven wij aan, hoe wij aankijken tegen pestgedrag en hoe wij er op een positieve manier om gaan. Vanaf augustus

Nadere informatie

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht

Jaarplan Basisschool St. Catharina Haastrecht Jaarplan 2016 - Basisschool St. Catharina Haastrecht Voorwoord In dit Jaarplan wordt een concrete uitwerking van beleidsvoornemens beschreven. De beleidsvoornemens hebben veelal een directe link met de

Nadere informatie

Pesten binnen een Vreedzame school

Pesten binnen een Vreedzame school Pesten binnen een Vreedzame school Inleiding ICBS Statenkwartier wil de leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. De leerkrachten

Nadere informatie

Ontwikkelagenda en scholingsplan OBS De Eendracht

Ontwikkelagenda en scholingsplan OBS De Eendracht Ontwikkelagenda en scholingsplan OBS De Eendracht 2017-2018 Het schooljaar 2017-2018 zetten we met het team in op de doorontwikkeling van onderwerpen, die we de afgelopen jaren specifiek onder de aandacht

Nadere informatie

Maart Leerlingen 57 Ouders Personeel 15/ 16 Aantal respondenten Aantal respondenten Aantal respondenten

Maart Leerlingen 57 Ouders Personeel 15/ 16 Aantal respondenten Aantal respondenten Aantal respondenten Overzicht, analyse en conclusies nulmeting RKBS De Toren. Maart 2016. Wat is kwaliteit? Een vraag die niet zomaar te beantwoorden is. Het leveren van kwaliteit heeft in ieder geval te maken met transparantie:

Nadere informatie

O.B.S. Merseberch. Van Beuningenlaan 28a. 3953 BR Maarsbergen. tel. 0343-431676 e-mail: info@merseberch.nl http://merseberch.wereldkidz.

O.B.S. Merseberch. Van Beuningenlaan 28a. 3953 BR Maarsbergen. tel. 0343-431676 e-mail: info@merseberch.nl http://merseberch.wereldkidz. O.B.S. Merseberch Van Beuningenlaan 28a 3953 BR Maarsbergen tel. 0343-431676 e-mail: info@merseberch.nl http://merseberch.wereldkidz.nl/ Verantwoording eten is lestijd op de Merseberch, versie januari

Nadere informatie

Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015)

Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015) Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015) 2015 1. Inhoud 1. Inhoud... 1 2. Woord vooraf... 2 3. Doelstelling van het Lab... 3 3.1. Visie... 3 3.2.

Nadere informatie

- Extra informatie. - Waarom een anti-pestprotocol. Inhoudsopgave: - Uitgangspunten. - Kwink. - Preventieve maatregelen. - Handelen bij pestgedrag.

- Extra informatie. - Waarom een anti-pestprotocol. Inhoudsopgave: - Uitgangspunten. - Kwink. - Preventieve maatregelen. - Handelen bij pestgedrag. Anti-pestprotocol Inhoudsopgave: - Waarom een anti-pestprotocol. - Uitgangspunten. - Kwink. - Preventieve maatregelen. - Handelen bij pestgedrag. - Evaluatie. - Extra informatie 1 Waarom een anti-pestprotocol?

Nadere informatie

Protocol nieuwe schooltijden

Protocol nieuwe schooltijden Protocol nieuwe schooltijden Voorwoord De school hanteert vanaf schooljaar 2016 2017 nieuwe schooltijden. De leerlingen van groep 1 t/m4 gaan 4 gelijke dagen naar school met een continurooster. Daarnaast

Nadere informatie

Jaarplan

Jaarplan 1 Inleiding In het schoolplan 2017 2021 hebben we aangegeven in welke richting de school zich in de komende vier jaar wil ontwikkelen: we willen ons onderwijs meer laten aansluiten bij de verschillende

Nadere informatie

STRATEGISCH PLAN BASISSCHOOL DE VORDERING 2015-2019

STRATEGISCH PLAN BASISSCHOOL DE VORDERING 2015-2019 STRATEGISCH PLAN BASISSCHOOL DE VORDERING 2015-2019 MISSIE DE VORDERING Vanuit een traditie van katholieke waarden en voor iedereen toegankelijk, verzorgen wij kwalitatief hoogstaand eigentijds basisonderwijs,

Nadere informatie

Beleidsvoornemens schoolplan

Beleidsvoornemens schoolplan Jaarplan 2018-2019 PDCA Cyclus jaarplan 2018-2109 - maakt deel uit van het schoolplan 2016-2020 van CBS De Brandaris Plannen van aanpak beleidsvoornemens 2 P a g i n a Beleidsvoornemens schoolplan 2016-2020

Nadere informatie

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015) Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015) Op Daltonschool Neptunus willen we elk kind het onderwijs bieden dat het nodig heeft. Wij vormen ons onderwijs voor elk kind zo optimaal mogelijk,

Nadere informatie

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 Schoolbrochure GRO TE REIS Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 het onderwijsaanbod 8 typisch Daltonschool 14 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Onze kernwaarden 1 3 4 5 6 7 2 3 Leren leven, leren leren

Nadere informatie

Gedragscode Basisschool de Odyssee

Gedragscode Basisschool de Odyssee Gedragscode Basisschool de Odyssee 1 Zo gedragen wij ons op de Odyssee Wij zorgen ervoor dat: * Iedereen zich veilig voelt. * Iedereen mee mag doen. * Iedereen erbij hoort. * Iedereen zorgvuldig met elkaars

Nadere informatie

Pestprotocol van basisschool. De Wjukslach

Pestprotocol van basisschool. De Wjukslach Pestprotocol van basisschool De Wjukslach Wat is de inhoud van het pestprotocol? Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordigers van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat men pestgedrag

Nadere informatie

1. SCHOOL EN IDENTITEIT. Beste ouders/verzorgers,

1. SCHOOL EN IDENTITEIT. Beste ouders/verzorgers, 1. SCHOOL EN IDENTITEIT Beste ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2018-2019. Een nieuw jaar betekent weer veel nieuwe informatie. De nieuwe/actuele vakanties, roosters, schooltijden

Nadere informatie

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders Aantal respondenten: 134 14-11-2010 Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders 1 / 9 Welkomstblad Fijn dat u mee wilt werken aan dit onderzoek. De vragen gaan over

Nadere informatie

Sint Gerardusschool. Schooljaarplan

Sint Gerardusschool. Schooljaarplan Sint Gerardusschool Schooljaarplan 2018-2019 Directeur Mevr. M.C. Sijmons Adres Splitting 145 Plaats Emmen Telefoon 0591-622465 E-Mail stgerardus@primenius.nl Datum 19-7-2018 Inhoudsopgave Voorwoord...

Nadere informatie

Binnen. creëren wij kansen

Binnen. creëren wij kansen Binnen creëren wij kansen Het Meerrijk O.B.S. De Schakel O.J.S. Het Scala Dirk van Dijkschool (Hfd) O.D.S. Engelenberg Dirk van Dijkschool (dep) Stichting openbaar onderwijs Kampen wil haar nieuwe status

Nadere informatie

Talent nl: een uniek kindcentrum!

Talent nl: een uniek kindcentrum! Welkom bij Talent.nl, de christelijke basisschool van de Nieuwveense Landen. Met ons onderwijs sluiten wij aan bij de unieke manier van leren van uw kind - met hoofd, hart en handen. Belangrijk op onze

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld VVE protocol IKC Juliana Weth. Rebellaan 142 3771 KA Barneveld 0342-412165 Inhoud Overstap van peuteropvang naar kleutergroep 2 Wat is VVE? 3 Doorstroming naar de 3 De warme overdracht 3 Aanbod van de

Nadere informatie

Sociale veiligheid op school

Sociale veiligheid op school Sociale veiligheid op school 1 Inleiding In dit document staat omschreven welk beleid en welke protocollen gehanteerd worden op t Kofschip met betrekking tot de sociale veiligheid. Het is een weerslag

Nadere informatie

Anti-pestprotocol op de

Anti-pestprotocol op de Anti-pestprotocol op de Ons doel is dat alle kinderen zich veilig voelen bij ons op school, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we

Nadere informatie

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo.

Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Jaarplan 2013-2014 VOORWOORD Omdat elk kind telt en groeit met plezier ; dat is de titel van het strategisch beleidsplan 2013-2018 van onze Stichting Proo. Met die titel dagen wij onszelf uit en ieder

Nadere informatie

Informatieboekje Marcusschool 2014-2015

Informatieboekje Marcusschool 2014-2015 Informatieboekje Marcusschool 2014-2015 De Marcusschool is een Vreedzame School Inleiding In dit boekje vindt u alle informatie die u nodig heeft als uw kind op de Marcusschool komt. Indien u meer informatie

Nadere informatie

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad (MR) CBS De Poort

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad (MR) CBS De Poort Activiteitenplan 2016-2017 Medezeggenschapsraad (MR) CBS De Poort Inhoud Inleiding... 3 1. Uitgangspunten en doelen medezeggenschapsraad... 4 1.1. Uitgangspunten... 4 1.2. Doelen 2016-2017... 4 2. Samenstelling

Nadere informatie

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1

Onderwijskundig jaarplan GBS Het Talent 1 Onderwijskundig jaarplan Jaar: 2018-2019 School: Gbs Het Talent Schoolleider: W.Bos Datum: juni 2018 Laatst geactualiseerd: 5 juli 2018 Inleiding In ons jaarplan 2018-2019 geven we per onderdeel aan welke

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2017-2018 Julianaschool 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de Julianaschool. Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

JAARPROGRAMMA GROEP 7

JAARPROGRAMMA GROEP 7 JAARPROGRAMMA GROEP 7 Even voorstellen De leerkrachten van deze groep zijn: Patricia Mulder, zij werkt op maandag en dinsdag. Evelien Rikken werkt op woensdag, donderdag en vrijdag. Technisch lezen Technisch

Nadere informatie

Actief burgerschap en sociale integratie

Actief burgerschap en sociale integratie Actief burgerschap en sociale integratie Mei 2019 1. Inleiding Per 1 februari 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Burgerschap moet herkenbaar

Nadere informatie

Verbeterplan OBS De Winde

Verbeterplan OBS De Winde Verbeterplan OBS De Winde 2018-2019 Ouderversie 1.Inleiding Voor u ligt de ouderversie van het verbeterplan 2018-2019 van openbare basisschool De Winde te Nootdorp. Het verbeterplan 2018-2019 is met inbreng

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Skulpe Analyse Tevredenheidsonderzoek ouders Skulpe december 2018

Tevredenheidsonderzoek De Skulpe Analyse Tevredenheidsonderzoek ouders Skulpe december 2018 Tevredenheidsonderzoek De Skulpe Analyse Tevredenheidsonderzoek ouders Skulpe december 2018 In december 2018 hebben alle Gearhing-scholen deelgenomen aan een tevredenheidsonderzoek onder ouders, leerlingen

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2016-2017 1 Voorwoord Voor u ligt het SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) van basisschool de Arnhorst in Velp Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke

Nadere informatie

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016 Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016 Verschil met benchmark cijfer scholen Vensters PO Schoolklimaat

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht

Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht Pestprotocol Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht Inleiding Op onze school willen we de kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich op een prettige en positieve

Nadere informatie

Informatieavond. Groep 4 Welkom

Informatieavond. Groep 4 Welkom Informatieavond Groep 4 Welkom Kernwaarden Even voorstellen Juf Esther Juf Jolanda Werkdagen: Juf Esther: woensdag-donderdag- meeste vrijdagen Juf Jolanda: maandag-dinsdag-enkele vrijdagen Schoolplan 2015-2019

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Nieuws uit. extra editie kwaliteitszorg

Nieuws uit. extra editie kwaliteitszorg Nieuws uit. extra editie kwaliteitszorg Wat is kwalitatief goed onderwijs? In schooljaar 2012-2013 hebben we onze visie zoals dat zo mooi heet her (r)ijkt. Belangrijk is dat je met elkaar een toekomstbeeld

Nadere informatie

Jaarplan Medezeggenschapsraad Basisschool Ten Darperschoele

Jaarplan Medezeggenschapsraad Basisschool Ten Darperschoele Jaarplan Medezeggenschapsraad Basisschool Ten Darperschoele schooljaar 2017-2018 + Jaarverslag MR 2016-2017 Inhoudsopgave Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Missie en Visie... 4 3. Bezetting en verkiesbaarheid

Nadere informatie

Jaarverslag MR Basisschool De Telgenkamp, Hengelo

Jaarverslag MR Basisschool De Telgenkamp, Hengelo Jaarverslag MR 2016-2017 Basisschool De Telgenkamp, Hengelo 1 Inhoudsopgave Voorwoord...3 1. Algemeen...4 1.1. Samenstelling MR en datum van indiensttreding...4 1.2. Taakverdeling...4 1.3. Vergaderfrequentie...4

Nadere informatie

Informatie groep 4 Taal Spelling Begrijpend lezen Rekenen Thuis oefenen is daarbij heel belangrijk!

Informatie groep 4 Taal Spelling Begrijpend lezen Rekenen Thuis oefenen is daarbij heel belangrijk! Taal Onze taalmethode heet Taalactief. Deze methode werkt met verschillende thema s, bijvoorbeeld vriendschap. De eerste 3 weken van een thema krijgen alle kinderen basisinstructie. Daarbij moeten ze een

Nadere informatie

Wij bieden, op maat, een uitgebreid en intensief begeleidingstraject op de werkplek aan.

Wij bieden, op maat, een uitgebreid en intensief begeleidingstraject op de werkplek aan. Profielschets directeur OBS Het Toverkruid ELK KIND IS UNIEK! Algemeen In de gemeente Asten zijn twee basisscholen van PlatOO gesitueerd; OBS Het Toverkruid en OBS de Horizon. PlatOO zoekt voor OBS Het

Nadere informatie

Schooljaarplan

Schooljaarplan Schooljaarplan 2015-2016 RKBS De Kiem Schoolplein 1 Roelofarendsveen 2371 EK 071-3314359 de.kiem@ssba.net http://dekiem.ssba.net directeur Marjan de Lange Voor u ligt het schooljaarplan 2015 2016 van onze

Nadere informatie

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Doorstromen, vertragen en versnellen. Doorstromen, vertragen en versnellen. Openbare Basisschool t Koppel Nieuw-Weerdinge Vastgesteld op: 7 maart 2011 Evalueren op: schooljaar 2011-2012 Protocol doorstromen, vertragen en versnellen obs t Koppel

Nadere informatie

Openbare basisschool De school in het Kindcentrum is een openbare basisschool, waar iedereen van harte welkom is, ongeacht maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Deze uitgangspunten

Nadere informatie

Jaarplan o.b.s. De Boomhut 2015-2016

Jaarplan o.b.s. De Boomhut 2015-2016 Jaarplan o.b.s. De Boomhut 2015-2016 Inleiding Elk jaar stellen wij als team van o.b.s. De Boomhut gezamenlijk een jaarplan op. Vanuit de evaluatie van het vorige jaarplan, gekoppeld aan de strategische

Nadere informatie

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s),

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s), Veenendaal, 22-6-2016 Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs Beste ouder(s)/verzorger(s), Door middel van dit schrijven willen we ons onderwijs verantwoorden aan u als ouders. Heeft u vragen of opmerkingen

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

PESTPROTOCOL EHS EMMELOORD. Preventief

PESTPROTOCOL EHS EMMELOORD. Preventief Preventief A In de groepen 3 tot en met 8 worden de klassenregels over omgang met elkaar en pesten samen met de kinderen, in de eerste schoolweek na de zomervakantie, gemaakt. In de week van het kwartaaloverzicht,

Nadere informatie

1. Leerlijn taal/spelling implementeren

1. Leerlijn taal/spelling implementeren Bijlage bij het schoolplan 2015-2019 Jaarplan 2017-2018 Voor 2017-2018 kiest de school voor de volgende veranderingsonderwerpen: 1. Beleidsterrein didactisch handelen: leerlijn taal/spelling implementeren

Nadere informatie

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker Onderwijsgemchap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker Aantal respondenten: 76 02-10-2015 Onderwijsgemchap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker 1

Nadere informatie

Vertrouwd Veilig Verrassend Veelzijdig!

Vertrouwd Veilig Verrassend Veelzijdig! Anti pest protocol Vertrouwd Veilig Verrassend Veelzijdig! Proostdijschool, Mijdrecht Anti pest protocol Visie: De visie ten aanzien van pedagogisch klimaat van de school is: Vertrouwd Veilig, Verrassend

Nadere informatie

Kwaliteitsvragenlijst

Kwaliteitsvragenlijst Samenvatting Kwaliteitsvragenlijst Ouders September 2011 Vragenlijst ingevuld door 79 ouders in september 2011 De ouders geven Octant een 7,2 als algemeen rapportcijfer We scoren het best op: Leer- en

Nadere informatie

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER Inleiding In deze zorggids willen we de zorgstructuur van de Toermalijn uitleggen. U zult zicht krijgen op de afgesproken procedures rondom de leerlingenzorg. Leerlingenzorg

Nadere informatie

MR De Vuurvogel. Waar staat de MR voor? Waar gaat de MR voor?

MR De Vuurvogel. Waar staat de MR voor? Waar gaat de MR voor? MR De Vuurvogel Waar staat de MR voor? Onze missie is om een transparante en betrokken MR te zijn, die vanuit gelijkwaardigheid en respect voor verschillen op een positief kritische wijze de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

St. Vitusschool. Schooljaarplan

St. Vitusschool. Schooljaarplan St. Vitusschool Schooljaarplan 2016-2017 Directeur Mw. M.Tolboom Adres Dwingelooweg 19 Plaats Winschoten Telefoon 0597-432996 E-Mail marielle.tolboom@primenius.nl Datum 29-9-2016 St. Vitusschool Schooljaarplan

Nadere informatie

De fysieke school. Organisatie Stamgroepen Ouders Individueel OntwikkelingsPlan. Fysieke ruimtes Ateliers Stilteplein Projectruimte(s) Overige ruimtes

De fysieke school. Organisatie Stamgroepen Ouders Individueel OntwikkelingsPlan. Fysieke ruimtes Ateliers Stilteplein Projectruimte(s) Overige ruimtes De fysieke school Organisatie Stamgroepen Ouders Individueel OntwikkelingsPlan Fysieke ruimtes Ateliers Stilteplein Projectruimte(s) Overige ruimtes Workshops Type workshops scooltube Een typische dag

Nadere informatie

Pestprotocol. Basisschool St. Maarten. Halsteren

Pestprotocol. Basisschool St. Maarten. Halsteren Pestprotocol Basisschool St. Maarten Halsteren Versie december 2011 1 Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons.

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG School : Pc Basisschool De Regenboog Plaats : Hoofddorp BRIN-nummer : 21RR Onderzoeksnummer : 94593 Datum schoolbezoek : 5 juni 2007 Datum

Nadere informatie

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut Versie 0.3 Datum: 4 maart 2013 Managementstatuut Begripsbepalingen Artikel 1 In dit managementstatuut statuut wordt verstaan onder: Stichting : CBO Meilân, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs

Nadere informatie

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoe werken wij aan een positief klimaat 3. Wat verstaan wij onder ongewenst gedrag 4. Wat doen leerkrachten bij ongewenst gedrag

Nadere informatie

Gedragsprotocol De Stelberg

Gedragsprotocol De Stelberg Gedragsprotocol De Stelberg Op school proberen we een veilig klimaat te scheppen, waar respect, openheid en communicatie belangrijke elementen zijn. De relatie tussen kinderen onderling en tussen kinderen

Nadere informatie

Onderwijskundig Jaarplan ( OKJP) OnderwijsKundig JaarVerslag ( OKJV)

Onderwijskundig Jaarplan ( OKJP) OnderwijsKundig JaarVerslag ( OKJV) Werken aan kwaliteit op De Schakel Hieronder leest u over hoe wij zorgen dat De Schakel een kwalitatief goede (excellente) school is en blijft. U kunt ook gegevens vinden over de recent afgenomen onderzoeken

Nadere informatie

7.2 Meerjarenplanning

7.2 Meerjarenplanning 7.2 Meerjarenplanning Ambitie: St. Antonius Abt biedt voor alle kinderen aantrekkelijk en modern! Wij zijn de eerste keus van alle leerlingen en o uders uit de wijk Acht en daarbuiten. Hierbij zijn de

Nadere informatie

Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen

Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen 1. Plagen en pesten Het verschil tussen plagen en pesten is duidelijk aan te geven. Bij plagen is sprake van incidenten. Pesten gebeurt systematisch. Een definitie

Nadere informatie

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad (MR) CBS de Acker

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad (MR) CBS de Acker Activiteitenplan 2018-2019 Medezeggenschapsraad (MR) CBS de Acker Inhoud Inleiding... 3 1. Uitgangspunten en doelen medezeggenschapsraad... 4 1.1. Uitgangspunten... 4 1.2. Doelen 2017-2018... 4 2. Samenstelling

Nadere informatie

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA

Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA Jaarverslag 2014-2015 DE DELTA VOORWOORD In dit verslag van obs de Delta treft u op schoolniveau een verslag aan van de ontwikkelingen in het afgelopen schooljaar in het kader van de onderwijskundige ontwikkelingen,

Nadere informatie

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool Informatieboekje Groep 4 Juliana van Stolbergschool Voorwoord Hierbij ontvangt u het informatieboekje van groep 4. In dit boekje staat informatie over het reilen en zeilen in de groep. U vindt in dit boekje

Nadere informatie

Informatie avond. ouders groep 4 Ichthusschool schooljaar 2014-2015

Informatie avond. ouders groep 4 Ichthusschool schooljaar 2014-2015 Informatie avond ouders groep 4 Ichthusschool schooljaar 2014-2015 Even voorstellen Natascha de Jong maandag, donderdag en vrijdag. ndjong@ichthusbaambrugge.nl Jorne van Ginkel dinsdag en woensdag (eindstage).

Nadere informatie

Jaarplan Jaarplan

Jaarplan Jaarplan Jaarplan 2017-2018 1 Inhoud Inleiding.... 2 1. Doelstellingen en domeinen 2016-2017... 4 1.1 Domein 1: Kwaliteitszorg (Kwaliteitszorg Opbrengsten Ontwikkeling van leerlingen) 4 1.2 Domein 2: Onderwijs

Nadere informatie

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat

Nadere informatie

Welkom. Ouderavond 13 december 2011

Welkom. Ouderavond 13 december 2011 Welkom Ouderavond 13 december 2011 Programma Innovatieimpuls Slim fit. Informatie over de stand van zaken. Pauze Vragen rondje. Klankbordgroep. Dit zijn wij.basisschool Vilt Kleine school T-1 Telling 1

Nadere informatie

PESTPROTOCOL Splitting

PESTPROTOCOL Splitting PESTPROTOCOL Splitting Een pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde

Nadere informatie