De wetenschappelijke basis van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De wetenschappelijke basis van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland"

Transcriptie

1 9 Nemoto T, Vana J, Bedwani RN, Baker HW, McGregor FH, Murphy GP. Management and survival of female breast cancer: results of a national survey by the American College of Surgeons. Cancer 1980;45: Nemoto T, Natarajan N, Bedwani R, Vana J, Murphy GP. Breast cancer in the medial half. Results of 1978 National Survey of the American College of Surgeons. Cancer 1983;51: Koscielny S, Tubiana M, Le MG, Valleron AJ, Mouriesse H, Contesso G, et al. Breast cancer: relationship between the size of the primary tumour and the probability of metastatic dissemination. Br J Cancer 1984;49: Koscielny S, Le MG, Tubiana M. The natural history of human breast cancer. The relationship between involvement of axillary lymph nodes and the initiation of distant metastases. Br J Cancer 1989;59: Carter CL, Allen C, Henson DE. Relation of tumor size, lymph node status, and survival in 24,740 breast cancer cases. Cancer 1989;63: Nettleton J, Long J, Kuban D, Wu R, Shaeffer J, El-Mahdi A. Breast cancer during pregnancy: quantifying the risk of treatment delay. Obstet Gynecol 1996;87: Beck JR, Kassirer JP, Pauker SG. A convenient approximation of life expectancy (the DEALE ). I. Validation of the method. Am J Med 1982;73: Beck JR, Pauker SG, Gottlieb JE, Klein K, Kassirer JP. A convenient approximation of life expectancy (the DEALE ). II. Use in medical decision-making. Am J Med 1982;73: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. Mammacarcinoom: screening en diagnostiek. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; Kaandorp CJE, Grinten TED van der. Wachttijden in de medischspecialistische zorg. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145: Aanvaard op 9 april 2002 Capita selecta De wetenschappelijke basis van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland h.j.de koning, j.fracheboud, a.l.m.verbeek, e.j.th.rutgers en p.j.van der maas Erasmus Universiteit, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Dr.H.J.de Koning, arts-epidemioloog; J.Fracheboud, arts; prof.dr. P.J.van der Maas, sociaal-geneeskundige (allen tevens: Landelijk Evaluatie Team voor bevolkingsonderzoek naar Borstkanker (LETB)). Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Epidemiologie en Biostatistiek, Nijmegen. Prof.dr.A.L.M.Verbeek, klinisch epidemioloog (tevens: LETB). Het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Amsterdam. Dr.E.J.Th.Rutgers, chirurg. Correspondentieadres: dr.h.j.de Koning (debruyn@mgz.fgg.eur.nl). samenvatting Een recente Cochrane-review vermeldde dat er gebrek aan bewijs was voor een daling van de sterfte als gevolg van bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De voornaamste gegevens stonden in 5 Zweedse studies en één Canadese studie. De studies mogen echter niet zomaar worden samengenomen omdat er belangrijke verschillen waren in opkomstcijfer, detectiecijfer, technische kwaliteit, verwijscijfer, klinische uitgangssituatie en screeningsinterval. In één van de studies bijvoorbeeld ondergingen de vrouwen uit de controlearm jaarlijks klinische palpatie door een getrainde verpleegkundige of arts, hetgeen tot een onderschatting van het screeningseffect kan hebben geleid. Ook zou borstkankersterfte geen goede uitkomstmaat zijn omdat deze niet betrouwbaar was vastgesteld; er zou alleen naar totale sterfte gekeken mogen worden. Dit is klinisch en methodologisch onjuist omdat de borstkankersterfte zorgvuldig werd bestudeerd, gedocumenteerd en gevalideerd. In de Cochrane-review wordt gesuggereerd dat de randomisatie inadequaat was, maar bewijzen hiervoor worden niet geleverd. De discussie over leeftijdsverschillen als oorzaak van incorrecte randomisatie is achterhaald en onterecht gebleken. Het lijkt aannemelijk dat een belangrijk deel van de dalende trend in borstkankersterfte in verschillende landen (waaronder Nederland) veroorzaakt wordt door de screeningsprogramma s, maar voor meer zekerheid is de evaluatie van de borstkankersterfte in de komende 5 jaren van cruciaal belang. Een continue kritische blik ten aanzien van gezondheidszorgvoorzieningen is cruciaal. Dit geldt vooral voor preventieve activiteiten, zoals bevolkingsonderzoeken, omdat deze aan ogenschijnlijk gezonde personen worden aangeboden. Recent is veel commotie ontstaan over de borstkankerscreening. 1-3 De Deense onderzoekers Olsen en Gøtzsche hebben in opdracht van het Deense instituut voor gezondheidstechnologiebeoordeling alle publicaties over in totaal 9 gerandomiseerde onderzoeken op het gebied van borstkankerscreening beoordeeld en hebben hun review aangeboden aan de Cochrane Breast Cancer Group. Na uitvoerige beoordeling en in overleg met de Deense onderzoekers werd de officiële Cochrane-review in de Cochrane-bibliotheek geplaatst. 4 Op enkele punten was er echter geen overeenstemming bereikt. Daarop besloten de Deense onderzoekers hun eigen versie aan The Lancet aan te bieden; dit tijdschrift publiceerde daarvan een samenvatting. 5 Op basis hiervan kwamen verschillende journalisten en wetenschappers tot de conclusie dat er geen overtuigende reductie van borstkankersterfte zou zijn vastgesteld, waarmee de wetenschappelijke basis voor een bevolkingsonderzoek naar borstkanker zou zijn vervallen. In dit artikel vatten wij de argumenten uit de review samen, wij becommentariëren ze en bespreken ze in het licht van de Nederlandse gegevens Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22)

2 de cochrane-review en de mening van de deense onderzoekers De Cochrane-review is in een aantal punten samen te vatten: Van de 9 gerandomiseerde trials zijn er 2 niet bruikbaar voor een correcte effectschatting (het onderzoek in Edinburgh 6 en de HIP-trial in New York 7 ). Pooling van de resterende 5 Zweedse en 2 Canadese trials toont 20% daling aan van de borstkankersterfte in de voor screening uitgenodigde groep vrouwen (en een daling van 25% voor de subgroep vrouwen van 50 jaar en ouder). Borstkankersterfte is echter geen goede uitkomstmaat, en verschillende exclusies van vrouwen in de trials maken het onmogelijk deze borstkankersterftedaling van 20-25% goed te beoordelen. De trials laten geen effect zien op de totale sterfte. De Deense onderzoekers publiceerden daarnaast nog additionele informatie over de toename van borstamputaties in enkele trials. Bovendien konden zij zich niet vinden in de genoemde pooling van 7 trials: volgens hen waren slechts 2 trials van voldoende kwaliteit (en die lieten samen een daling van de borstkankersterfte met slechts 12% zien). de 2 niet bruikbare screeningstrials De 9 screeningstrials zijn geïnitieerd in de periode en zijn inmiddels meer dan 10 jaar geleden afgesloten. 8 De reviewresultaten hebben, in engere zin, geen betrekking op één van de vele nu lopende bevolkingsonderzoeken naar borstkanker in Europa. Twee trials, die in New York 7 en in Edinburgh, 6 hadden ofwel bij aanvang, ofwel bij analyse van de resultaten onvoldoende vergelijkbare groepen in de interventie- en controlearm. De onderzoekers van de Edinburgh-trial zagen bij de clusterrandomisatie van 84 huisartspraktijken mogelijke sociaal-economische verschillen tussen wijken en buurten over het hoofd Dit maakt de resultaten onbruikbaar voor de schatting van het effect van borstkankerscreening. De recente kritiek op de HIP-trial in New York was wel een verrassing, maar bij de besluitvorming over invoering van bevolkingsonderzoek in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is deze trial, evenals die uit Edinburgh, niet gebruikt, omdat men veronderstelde dat de resultaten uit de jaren zestig niet meer van toepassing waren op de jaren negentig De landelijke verwachtingen omtrent de daling van de sterfte aan borstkanker waren in Nederland aanvankelijk gebaseerd op de gerandomiseerde trials in Malmö, Kopparberg en Östergötland. 13 borstkankersterftedaling in zweedse en canadese gerandomiseerde studies De discussie over het gebrek aan bewijs voor een daling van de borstkankersterfte als gevolg van screening beperkt zich derhalve tot de 5 Zweedse studies en 1 van de Canadese studies (de andere betrof vrouwen jonger dan 50 jaar), met in totaal geïncludeerde vrouwen (appendix). Tabel 1 toont de aantallen borstkankersterfgevallen in de interventiearm (voor screening uitgenodigde vrouwen) en in de controlearm (niet uitgenodigde vrouwen) van deze trials en het relatieve risico (RR) om aan borstkanker te overlijden in de interventiearm ten opzichte van de controlearm. De gegevens betreffen vrouwen van 50 jaar en ouder dan wel van 55 jaar en ouder bij aanvang van de studies. Wij beperken ons tot deze leeftijdsgroep (50 jaar en ouder), omdat dit de doelgroep is van alle Europese centraal georganiseerde bevolkingsonderzoeken. Volgens de Cochrane- tabel 1. Verband tussen mammografisch bevolkingsonderzoek en het aantal sterfgevallen door borstkanker bij meta-analyse van 6 gerandomiseerde screeningstrials, 4 alsmede het relatief risico op overlijden door borstkanker* trialkwaliteit sterfgevallen/totale groep weging (in %) relatief risico interventie controle met 95%-BI grafisch gemiddeld Malmö (I) 35/ / ,00 0,80 (0,51-1,24) Canada (II) 38/ / ,00 0,97 (0,62-1,52) subtotaal 73/ / ,00 0,88 (0,64-1,20) gering Kopparberg 59/ / ,53 0,63 (0,43-0,93) Östergötland 42/ / ,72 0,70 (0,47-1,04) Stockholm (I) 33/ / ,21 0,59 (0,36-0,98) Göteborg 21/ / ,53 0,90 (0,53-1,54) subtotaal 155/ / ,00 0,69 (0,55-0,86) 0,5 1,0 2,0 *Onderzoeken bij vrouwen van 50 jaar en ouder dan wel 55 jaar en ouder bij aanvang van de studie en met 7 jaar follow-up (hier worden alleen de 7-jaarsfollow-upresultaten getoond, omdat het Göteborg-onderzoek geen 13-jaarsresultaten had). Kwaliteit zoals gedefinieerd door Olsen en Gøtzsche. 4 Wegingsfactor niet uitvoerig beschreven. In het Canada-(II)-onderzoek vond jaarlijks palpatie door een verpleegkundige/arts plaats bij de vrouwen in de controlearm. Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22) 1035

3 review is er een reductie van de borstkankersterfte met 12% in de 2 trials van gemiddelde kwaliteit (RR = 0,88) en een reductie met 31% (RR = 0,69) in de 4 trials van geringe kwaliteit. Op deze kwaliteitskenmerken komen we straks terug. Voor alle trials tezamen is er een statistisch significante reductie van de borstkankersterfte met 25% (95%-BI: 11-38) in de interventiearmen t.o.v. de controlearmen. Van de trials zijn er 3 groot genoeg om ook afzonderlijk een significante reductie te laten zien. De Canadese trial is echter anders van opzet dan de Zweedse trials: in het Canadese onderzoek ondergingen de vrouwen uit de controlearm jaarlijks klinische palpatie door een getrainde verpleegkundige of arts. 14 De detectiecijfers in de controlearm lijken niet onder te doen voor de detectiecijfers in sommige decentrale mammografische bevolkingsonderzoeken in Europa Het relatief geringe verschil tussen de twee armen in de Canadese studie (slechts 3%) kan deels worden verklaard door een vorm van effectieve, zij het andersoortige, screening in de controlearm. Het is dus onjuist om deze trial even zwaar mee te laten wegen als de Malmötrial om het effect van mammografische screening te schatten, omdat het effect is verdund. Zelf schatten de Canadese onderzoekers dat de borstkankersterfte in de mammografiearm mogelijk 7% lager is dan de verwachte borstkankersterfte, wanneer wordt uitgegaan van de gemiddelde Canadese populatie. 17 Onvergelijkbaarheid van de trials. De verschillen in borstkankersterftereductie tussen de trials zijn op zich nietszeggend als niet ook factoren als opkomstcijfer, detectiecijfer, technische kwaliteit, verwijscijfer, klinische uitgangssituatie en screeningsinterval van de verschillende trials in ogenschouw worden genomen. 9 We hebben eerder al aangetoond dat de uiteenlopende effecten in de Malmö-, de Kopparberg- en de Östergötland-trial kunnen berusten op verschillen in screeningsbeleid (onder andere interval, opkomstcijfer) en follow-upjaren. 18 In de Cochrane-review komen deze aspecten geen van alle aan bod. borstkankersterfte is een bruikbare en gevalideerde uitkomstmaat De Deense onderzoekers stellen vervolgens dat de borstkankersterfte geen goede uitkomstmaat is, omdat deze in alle trials onbetrouwbaar zou zijn. Zij menen dat alleen gekeken zou mogen worden naar de totale sterfte (ongeacht de specifieke doodsoorzaak), maar vinden dat deze trials te klein van omvang zijn geweest om een verschil in totale sterfte tussen de twee armen aan te tonen. De borstkankersterfte in de Zweedse studies bedraagt slechts 3,4% van de totale sterfte bij de vrouwen, 19 en dus zal een screeningseffect van 20% op de borstkankersterfte zich moeten uitdrukken in een effect van 0,7% op de totale sterfte. Om dat aan te kunnen tonen hadden de trials naar schatting meer dan 5 maal zo groot moeten zijn als ze nu waren. Olsen en Gøtzsche leveren echter geen overtuigende argumenten waarom borstkankersterfte een onbetrouwbare maat zou zijn. Het argument dat borstkanker soms ten onrechte wel en soms niet als doodsoorzaak wordt vermeld, hetgeen de statistieken zou beïnvloeden, is bij deze ziekte slechts beperkt van toepassing. Anderen berekenden dat bij sterfte aan borstkanker in hooguit 9% van de gevallen misclassificatie optreedt. 20 Het klinisch beloop van gemetastaseerde borstkanker maakt misclassificatie ook niet waarschijnlijk. Gemetastaseerde borstkanker verloopt in vrijwel alle gevallen fataal, en overlijden aan andere oorzaken is een uitzondering. Uit eigen en ander onderzoek is gebleken dat 95% van de vrouwen met uitzaaiingen van borstkanker hieraan uiteindelijk overlijdt Misclassificatie doordat late complicaties van borstkankerbehandeling niet als zodanig worden herkend, is theoretisch mogelijk, maar volgens de Gezondheidsraad is dit probleem bij de huidige behandelingen niet aangetoond. 23 Nog belangrijker is dat in de 5 Zweedse gerandomiseerde borstkankerscreeningstrials de doodsoorzaak bij alle sterfgevallen van vrouwen met borstkanker is vastgesteld na een systematische en blinde beoordeling van de patiëntendossiers door een groep onafhankelijke clinici. 24 Blind betekende hier dat de reviewers niet wisten tot welke arm de vrouwen behoorden, noch op welke manier de diagnose was gesteld. In tabel 2 worden voor de 5 Zweedse trials de aantallen borstkankersterfgevallen volgens het Zweedse bureau voor de statistiek en volgens de onafhankelijke commissie met elkaar vergeleken. In absolute zin zijn er wel enige verschillen, maar de verschillen in borstkankersterftereductie worden niet noemenswaardig beïnvloed. De borstkankersterfte is in de Zweedse trials dus zeer zorgvuldig bestudeerd, gedocumenteerd en gevalideerd, hetgeen door Olsen en Gøtzsche niet wordt genoemd. Zowel uit klinisch als uit methodologisch oogpunt snijdt de bewering dat borstkankersterfte een onbetrouwbare eindmaat zou zijn, derhalve geen hout. methodologische kwaliteit van de trials In de officiële Cochrane-review worden 3 kwaliteitscriteria naar voren gebracht: (a) Was de randomisatie adequaat en heeft deze tot vergelijkbare groepen geleid?, (b) Was bias bij postrandomisatie-exclusies gering of afwezig? en (c) Waren betrouwbare uitkomstdata beschikbaar? Alleen trials die voldeden aan deze 3 voorwaarden werden als trials van hoge kwaliteit geclassificeerd. Omdat de Deense onderzoekers borstkankersterfte geen betrouwbare eindmaat vinden, wordt criterium (c) nooit gehaald en zijn er dus, in hun ogen, geen trials van hoge kwaliteit. Trials van gemiddelde kwaliteit hadden slechts geringe tekortkomingen; hierbij werd ofwel geen belangrijke bias verwacht ofwel bias waarvoor kon worden gecorrigeerd, en dergelijke. Indeling van de trials in deze categorieën gebeurde door Olsen en Gøtzsche zelf. Het is duidelijk dat elke indeling enigermate subjectief is, en dat maakt het moeilijk om achteraf de omvang te bepalen van het bewijs dat elke trial heeft opgeleverd. Bij de Malmö-trial wordt gemeld dat in de studiearm 110 vrouwen meer zijn geëxcludeerd dan in de controlearm; deze studie krijgt van de Deense onderzoekers het predikaat gemiddelde kwaliteit. In het Östergötland Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22)

4 tabel 2. Sterfgevallen door borstkanker in 5 Zweedse gerandomiseerde borstkankerscreeningstrials, vastgesteld door een groep onafhankelijke clinici en vergeleken met de officiële sterftestatistieken in Zweden 24 leeftijd bij randomisatie (in jaren) jaar jaar jaar uitgenodigd/- RR (95%-BI) uitgenodigd/- RR (95%-BI) uitgenodigd/- RR (95%-BI) controle controle controle persoonsjaren ( 1000) 540/ / /1139 onafhankelijke beoordeling borstkanker als doodsoorzaak 151/174 0,72 (0,58-0,90) 130/138 0,69 (0,54-0,88) 418/425 0,77 (0,67-0,88) aanwezig bij overlijden 153/181 0,71 (0,58-0,88) 147/144 0,75 (0,59-0,95) 440/442 0,79 (0,69-0,90) officiële sterftestatistiek borstkanker als doodsoorzaak 153/167 0,76 (0,61-0,95) 125/133 0,69 (0,54-0,88) 419/409 0,80 (0,70-0,92) RR = relatief risico. onderzoek zijn er geen verschillen in exclusies tussen de onderzoeksarmen, maar deze studie krijgt het predikaat geringe kwaliteit. Daarnaast is hier een algemeen aspect van trialopzet van belang. Alle Zweedse trials zijn populatietrials, waarbij in principe een al bekende bevolkingsgroep van vrouwen is gerandomiseerd. Het is zeer goed mogelijk dat zich vrouwen in die groep bevinden bij wie reeds borstkanker is vastgesteld vóór de datum van randomisatie, hetgeen kan blijken uit de kankerregistratie. Deze vrouwen moeten dan achteraf worden geëxcludeerd. In alle Zweedse trials ging het daarbij om enkele honderden vrouwen. Dit is een methodologisch juiste handelwijze en daarom geen tekortkoming. De Canadese trial kan makkelijker voldoen aan het (b)-criterium dan de Zweedse trials, omdat alleen vrouwen die zich bij één van de centra aanmeldden, werden gerandomiseerd. Er kunnen dus bijna geen exclusies zijn in die trial, omdat vrouwen met reeds vastgestelde borstkanker niet gerandomiseerd werden. Zowel in de studies in Östergötland en Malmö (voor vrouwen van 50 jaar en ouder dan wel van 55 jaar en ouder) als in de Göteborg-studie is het aantal postrandomisatie-exclusies gelijk verdeeld over de armen. Bewijzen voor inadequate randomisatie worden dus niet geleverd in de Cochrane-review. Begin 2000 schreven de Denen in The Lancet dat er in sommige trials significante leeftijdsverschillen bestonden tussen de vrouwen in de interventiearm en die in de controlearm (0,18-0,45 jaar verschil); zij vonden dit een teken van inadequate randomisatie. 25 In de 2 grootste Zweedse trials, die in Kopparberg en in Östergötland, werd op dorps- of gemeenteniveau gerandomiseerd, waarbij rekening werd gehouden met de sociaal-economische status (zie de appendix). Achteraf blijkt dat de vrouwen uit de dorpen in de interventiearm gemiddeld iets ouder waren dan de vrouwen uit de controledorpen. Dit betekent echter niet meteen dat de randomisatie inadequaat was. Een recente studie laat bovendien zien dat de heterogeniteit tussen de clusters en binnen de strata van de clusters van de Kopparberg- en Östergötland-trials gering was en dat deze de einduitkomsten nauwelijks beïnvloed kan hebben. 26 De discussie over leeftijdsverschillen als oorzaak van incorrecte randomisatie 25 is derhalve achterhaald en onterecht gebleken. borstkankersterfte-evaluatie in nederland Wat is nu het nut van het lopende bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland? De extrapoleerbaarheid van eventuele gunstige resultaten uit gerandomiseerde trials naar een grootschalig landelijk onderzoek is niet op voorhand te garanderen. In Nederland worden sinds 1990 vrouwen van jaar elke 2 jaar uitgenodigd voor bevolkingsonderzoek met behulp van mammografie, en sinds 1997 ook vrouwen van jaar. Het deelnamepercentage is met gemiddeld 79% in de loop van de jaren onveranderd hoog. De intermediaire uitkomsten van het screeningsonderzoek wijzen op een vrij constante kwaliteit en prestatie: het verwijscijfer, de positief voorspellende waarde, het detectiecijfer en de stadiumverdeling van de opgespoorde tumoren zijn gunstig. Ook de frequentie van intervalkankers (borstkankers die in het 2-jaarsscreeningsinterval aan het licht komen) blijft binnen de verwachtingen. 27 De borstkankersterfte is uiteraard de belangrijkste uitkomstmaat. In de jaren was deze vrijwel constant. Figuur 1 toont de borstkankersterfte in Nederland sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek. Indien borstkankerscreening inderdaad de verwachte sterftedaling kan opleveren, zou de borstkankersterfte geleidelijk moeten dalen, ongeveer langs de gestippelde lijnen in figuur 1. Sinds 1991 is er een geleidelijke borstkankersterftedaling zichtbaar, die tot en met 1998 grotendeels de verwachting volgt. In de 3 laatste jaren waarover data beschikbaar zijn, is de sterfte aan borstkanker in Nederland in de leeftijdsgroep (waar het verwachte effect het grootst is) gemiddeld 9% lager dan in de jaren Follow-upperiode nog niet toereikend voor zorgvuldige evaluatie. Een correcte en zorgvuldige evaluatie van kankerscreeningsprogramma s is pas mogelijk als de follow-upperiode lang genoeg is. Vóór de invoering van Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22) 1037

5 % 12% % sterfte per % 5% % 29% 16% 18% jaar figuur 1. Borstkankersterftecijfers per vrouwen naar leeftijdsgroep (in jaren): ( ) geobserveerd in in Nederland; ( ) verwacht (berekening volgens het computersimulatieprogramma MISCAN, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit, Rotterdam) in de situatie zonder landelijk bevolkingsonderzoek; ( ) verwacht (volgens MISCAN) met landelijk bevolkingsonderzoek; ( ) waargenomen sterfte significant verschillend van de verwachte in de situatie zonder bevolkingsonderzoek; ( ) waargenomen sterfte significant verschillend van de verwachte in de situatie met bevolkingsonderzoek. De percentages in de figuur geven de sterftereductie in de verwachte situatie met bevolkingsonderzoek weer ten opzichte van die zonder. het Nederlandse bevolkingsonderzoek naar borstkanker schatten wij dat rond 1999 de helft van het maximale effect zichtbaar zou kunnen zijn. 13 Het is dus nog te vroeg om antwoord te geven op de vraag of het huidige bevolkingsonderzoek naar borstkanker voldoende of onvoldoende effectief is. 2 Het bevolkingsonderzoek is ook geleidelijk opgebouwd; pas in 1993 werd meer dan de helft van de doelgroep voor het eerst uitgenodigd, en in 1997 waren alle vrouwen uit de leeftijdsgroep jaar tenminste eenmaal uitgenodigd. Dalende trend voor sterfte aan borstkanker. De daling van de borstkankersterfte die in Nederland, in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten 28 zichtbaar is na invoering van bevolkingsonderzoek naar borstkanker, kan ook veroorzaakt worden door andere factoren, waaronder een betere toepassing van de richtlijnen voor adjuvante therapie. In het Verenigd Koninkrijk, met een relatief slechte uitgangssituatie wat betreft de diagnostiek en therapie van borstkanker, is in korte tijd een enorme daling in de sterfte aan borstkanker opgetreden: een afname van 21%, waarvan naar schatting eenderde op het conto van het bevolkingsonderzoek aldaar kon worden geschreven. 29 Hoe groot het aandeel van het landelijke bevolkingsonderzoek in de borstkankersterftereductie in werkelijkheid is, valt op dit moment niet te zeggen. Het Landelijk Evaluatie Team voor bevolkingsonderzoek naar Borstkanker is volop bezig met de voorbereiding van een gedetailleerde sterfteanalyse. Door per individu sterftegegevens te koppelen aan uitnodigings-, screenings- en kanker(behandelings)gegevens kan men het onderscheid tussen effecten van het landelijke screeningsprogramma en eventuele andere effecten nauwkeuriger evalueren. Ook heeft men individuele gegevens van niet-gescreende vrouwen nodig om eventuele verschillen tussen deze groep vrouwen en gescreende vrouwen, per ziektestadium en per behandelingsstrategie, te kunnen vaststellen. Als ook informatie over adjuvante therapie in de beschouwingen wordt betrokken, moet het mogelijk zijn een goede schatting te geven van het separate effect van borstkankerscreening op de sterfte door borstkanker in Nederland. meer of minder agressieve therapie? Tenslotte werd in The Lancet 5 en in dit tijdschrift 2 de suggestie gewekt dat screening leidt tot een toename van agressieve therapie, hetgeen de eventuele gunstige effecten zou overschaduwen. Voorstanders van screening werd verweten dat zij de toepassing van minder agressieve therapie bij vroeg opgespoorde borstkanker als verkoopargument hadden gebruikt. De Cochrane-reviewgroep besloot deze bevindingen niet op te nemen, omdat aan de analyse en evaluatie van dit aspect onvoldoende tijd gespendeerd was. Maar hoe zit het nu werkelijk? De Deense onderzoekers rapporteren een toename met 20% van het aantal borstamputaties in de interventiearm ten opzichte van de controlearm. 5 Zij zien echter twee belangrijke aspecten over het hoofd. In de jaren tachtig, toen de trials plaatsvonden, was borstamputatie de enige beschikbare 1038 Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22)

6 aantal 1000 aantal a jaar figuur 2. Aantallen borstkankers ( ; invasieve en in-situvormen) en borstamputaties ( ) in Nederland bij vrouwen van jaar die bij het bevolkingsonderzoek wel werden gescreend (a) of niet werden gescreend (b), in de periode b jaar curatieve behandelingsmogelijkheid: elke vervroeging van de diagnose, met naar schatting 3-4 jaren, leidde dus tot een aanvankelijke toename van het aantal borstamputaties. Ten tweede is de tijdsfactor van belang: elke screening leidt tot een aanvankelijke toename van het aantal gedetecteerde kankers (door de prevalentiepool en door vervroeging van vaststelling). 30 Als in de screeningstrials alleen naar de eerste jaren wordt gekeken, is hier de tijdelijke kunstmatige toename van het aantal borstkankerdiagnosen en van het aantal borstkankerbehandelingen zichtbaar. Deze oude cijfers over borstamputaties hebben dus geen betekenis meer voor de huidige situatie. Figuur 2 toont de toename van de borstkankerincidentie in de jaren in Nederland, en tevens de veranderingen in het aantal borstamputaties, bij gescreende en niet-gescreende vrouwen. Door de vroegere opsporing zijn er in de eerste jaren van het bevolkingsonderzoek in absolute zin meer borstamputaties, maar procentueel neemt het aantal duidelijk af: in de leeftijdsgroep jaar daalt het percentage borstamputaties van 59 in 1990 naar 49 in 1996, terwijl de aangrenzende leeftijdsgroepen weinig veranderingen laten zien (dit laatste is niet in de figuur weergegeven). Wij hebben overigens reeds omstreeks 10 jaar geleden geschreven dat in termen van kwaliteit van leven deze veranderingen in primaire therapie niet overschat mogen worden De belangrijkste winst in kwaliteit van leven die bevolkingsonderzoek kan opleveren, is het voorkómen van uitzaaiingen en van de gevolgen die deze hebben voor de vrouw. conclusies Wij zien geen reden om borstkankersterfte niet als uitkomstmaat te gebruiken voor mammografische trials die bedoeld zijn om deze sterfte te reduceren. Verschillende gerandomiseerde borstkankerscreeningstrials hebben aangetoond dat voor vrouwen van 50 jaar en ouder een borstkankersterftereductie als gevolg van screening haalbaar is. In deze trials is alles gedaan om deze uitkomstmaat zo correct mogelijk vast te stellen. De verschillen in borstkankersterftereductie tussen de trials zullen dan ook eerder veroorzaakt zijn door verschillen in de opkomst, in de kwaliteit van de mammografie en van de beoordeling, en in de uitgangssituatie in de regio. De beslissing om borstkankerscreening landelijk in te voeren zou onzes inziens ook zijn genomen wanneer de Cochrane-review al in 1990 beschikbaar was geweest. Het is volgens ons aannemelijk dat een belangrijk deel van de daling van de borstkankersterfte in verschillende landen veroorzaakt wordt door de screeningsprogramma s, maar het is nog te vroeg om daar nu een wetenschappelijk gefundeerde uitspraak over te kunnen doen. De evaluatie van de borstkankersterfte in de komende 5 jaren is daarvoor van cruciaal belang. abstract The scientific basis for breast-cancer screening in the Netherlands A recent Cochrane review stated that there was a lack of evidence for a decrease in mortality as a result of population breast-cancer screening. The principal data were drawn from five Swedish randomized controlled trials and one Canadian trial. However, the studies cannot be so easily combined because there were important differences in the attendance rate, detection rate, technical quality, referral rate, clinical baseline situation and screening interval. For example, in one of the studies the women from the control arm underwent an annual clinical palpation carried out by a trained nurse or physician, which could have led to an underestimation of the screening effect. Further breast-cancer mortality might not be a good outcome measure because this was not reliably determined; only total mortality was to be observed. This is clinically and methodologically incorrect because breast-cancer mortality was meticulously studied, documented and validated. In the Cochrane review it is suggested that the randomisation was inadequate, but evidence for this was not supplied. The discussion about age differences as a marker for incorrect randomisation is out of date and has been revealed to be unjust. It seems likely that an important part of the decreasing trend in breast-cancer mortality in several countries (including the Netherlands) is due to screening programmes. However, the evaluation of breast-cancer mortality over the next five years is crucial, if greater certainty is to be gained about this. Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22) 1039

7 appendix. Basiskenmerken van 6 gerandomiseerde borstkankerscreeningstrials (5 Zweedse en 1 Canadese) uit een meta-analyse van Olsen en Gøtzsche 4 trial periode van leeftijd bij globaal randomisatie- waarschijnlijke randomisatiemethode (aantal in intereerste uit- uitnodiging aantal niveau aanvang van ventiegroep/aantal in controlegroep) nodigingen (in jaren) uitgenodigde screening in de vrouwen controlearm Malmö (I) individueel 1990 vrouwen werden per geboortejaar door de computer willekeurig gerangschikt op een lijst, en die werd doormidden gedeeld (21.242/21.240) Canada (II) individueel 1980/1985 voorgedrukte allocatielijsten (meeste (door palpatie) (19.711/19.694); stratificatie vrouwen per centrum/5-jaarsleeftijdsgroep in 1984) in blokken van 2 of 4 Kopparberg clusters van 3 so exacte beschrijving ontbreekt in ciaal-economisch Cochrane-review/artikelen homogene dorpen/- (47.389/45.933) gemeenten* Östergötland clusters van 2 so- 1984/1986 notaris, met getuigen, gooide munt op ciaal-economisch voor clusterindeling dorpen/gemeenten homogene groepen (47.001/45.933) van 164 dorpen of gemeenten (1:1) Stockholm (I) individueel 1985 uitgenodigde vrouwen die waren geboren op de 1e-10e dag van de maand werden gematcht met controlevrouwen geboren op de 11e-20e et cetera; er waren geen significante leeftijdsverschillen Göteborg individueel 1987 geboortejaren gerandomiseerd door gemeentelijke computerafdeling; ratio op basis van beschikbare capaciteit en verschillend per jaarcohort (1:1,6 in de groep van jaar) *In verhouding 2 (studiegroepblok) staat tot 1 (controlegroepblok). literatuur 1 Venrooij T van. Geen bewijs voor effectiviteit borstkankerscreening. Med Contact 2001;56: Giard RWM, Bonneux LGA. Borstkankerscreening onvoldoende effectief. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145: Horton R. Screening mammography an overview revisited. Lancet 2001;358: Olsen O, Gøtzsche PC. Screening for breast cancer with mammography (Cochrane review). In: The Cochrane Library. Issue 4. Oxford: Update Software; Olsen O, Gøtzsche PC. Cochrane review on screening for breast cancer with mammography. Lancet 2001;358: Roberts MM, Alexander FE, Anderson TJ, Forrest AP, Hepburn W, Huggins A, et al. The Edinburgh randomised trial of screening for breast cancer: description of method. Br J Cancer 1984;50: Shapiro S, Strax P, Venet L. Evaluation of periodic breast cancer screening with mammography. JAMA 1966;195: Nyström L, Andersson I, Bjurstam N, Frisell J, Nordenskjöld B, Rutqvist LE. Long-term effects of mammography screening: updated overview of the Swedish randomised trials. Lancet 2002; 359: Koning HJ de. Assessment of nationwide cancer-screening programmes [letter]. Lancet 2000;355: Alexander FE, Roberts MM, Lutz W, Hepburn W. Randomisation by cluster and the problem of social class bias. J Epidemiol Community Health 1989;43: Forrest P. Breast cancer screening. Report to the Health Ministers of England, Wales, Scotland & Northern Ireland. Londen: Her Majesty s Stationery Office; Maas PJ van der, Ineveld BM van, Oortmarssen GJ van, Koning HJ de, Lubbe JT, Habbema ID, et al. De kosten en effecten van bevolkingsonderzoek op borstkanker. Interimrapport + bijlagen. Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam; Koning HJ de, Boer R, Maas PJ van der, Ineveld BM van, Collette HJA, Hendriks JHCL. Effectiviteit van bevolkingsonderzoek naar borstkanker; sterftereductie in binnen- en buitenland. Ned Tijdschr Geneeskd 1990;134: Baines CJ, Miller AB, Bassett AA. Physical examination. Its role as a single screening modality in the Canadian National Breast Screening Study. Cancer 1989;63: Miller AB, To T, Baines CJ, Wall C. Canadian National Breast Screening Study-2: 13-year results of a randomized trial in women aged years. J Natl Cancer Inst 2000;92: Beemsterboer PMM, Koning HJ de, Warmerdam PG, Boer R, Swart E, Dierks ML, et al. Prediction of the effects and costs of breast-cancer screening in Germany. Int J Cancer 1994;58: Miller AB, Baines CJ, To T, Wall C. Canadian National Breast Screening Study: 2. Breast cancer detection and death rates among women aged 50 to 59 years. CMAJ 1992;147: Koning HJ de, Boer R, Warmerdam PG, Beemsterboer PMM, Maas PJ van der. Quantitative interpretation of age-specific mortality reductions from the Swedish breast cancer-screening trials. J Natl Cancer Inst 1995;87: Nyström L, Larsson LG, Wall S, Rutqvist LE, Andersson I, Bjurstam N, et al. An overview of the Swedish randomised mammography trials: total mortality pattern and the representativity of the study cohorts. J Med Screen 1996;3: Brown BW, Brauner C, Minnotte MC. Noncancer deaths in white adult cancer patients. J Natl Cancer Inst 1993;85: Koning HJ de, Ineveld BM van, Haes JCJM de, Oortmarssen GJ van, Klijn JGM, Maas PJ van der. Advanced breast cancer and its prevention by screening. Br J Cancer 1992;65: Richards MA, Braysher S, Gregory WM, Rubens RD. Advanced breast cancer: use of resources and cost implications. Br J Cancer 1993;67: Gezondheidsraad. Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Publicatienr 2002/03. Den Haag: Gezondheidsraad; Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22)

8 24 Nyström L, Larsson LG, Rutqvist LE, Lindgren A, Lindqvist M, Ryden S, et al. Determination of cause of death among breast cancer cases in the Swedish randomized mammography screening trials. A comparison between official statistics and validation by an endpoint committee. Acta Oncol 1995;34: Gøtzsche PC, Olsen O. Is screening for breast cancer with mammography justifiable? Lancet 2000;355: Nixon R, Prevost TC, Duffy SW, Tabar L, Vitak B, Chen HH. Some random-effects models for the analysis of matched-cluster randomised trials: application to the Swedish two-county trial of breastcancer screening. J Epidemiol Biostat 2000;5: Maas PJ van der. Bevolkingsonderzoek naar borstkanker: een tussenbalans. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144: Peto R, Boreham J, Clarke M, Davies C, Beral V. UK and USA breast cancer deaths down 25% in year 2000 at ages years. Lancet 2000;355: Blanks RG, Moss SM, McGahan CE, Quinn MJ, Babb PJ. Effect of NHS breast screening programme on mortality from breast cancer in England and Wales, BMJ 2000;321: Boer R, Warmerdam PG, Koning HJ de, Oortmarssen GJ van. Extra incidence caused by mammographic screening [letter]. Lancet 1994; 343: Koning HJ de, Dongen JA van, Maas PJ van der. Changes in use of breast-conserving therapy in years Br J Cancer 1994;70: Koning HJ de, Ineveld BM van, Oortmarssen GJ van, Haes JCJM de, Collette HJA, Hendriks JHCL, et al. Breast cancer screening and cost-effectiveness; policy alternatives, quality of life considerations and the possible impact of uncertain factors. Int J Cancer 1991;49: Aanvaard op 4 april 2002 Oorspronkelijke stukken Weinig effect van borstkankerscreening op de trend in mammasparende chirurgie in Zuidoost-Nederland* m.f.ernst, a.c.voogd, j.w.w.coebergh, o.j.repelaer van driel en j.a.roukema Begin jaren negentig van de vorige eeuw werd in Nederland begonnen met het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, waarbij alle vrouwen van jaar iedere 2 jaar worden uitgenodigd voor mammografisch onderzoek. Bij het begin van de borstkankerscreening sprak men de verwachting uit dat deze screening niet alleen zou leiden tot daling van de borstkankersterfte, maar ook tot een toename van het gebruik van mammasparende chirurgie. 12 Onderzoek in de jaren vóór het bevolkingsonderzoek liet zien dat in Zuidoost-Noord-Brabant en Noord- Limburg bij patiënten met een gelokaliseerd mammacarcinoom met een diameter 5 cm het percentage mammasparend behandelde patiënten toenam van 31 in 1984 tot 60 in In dit onderzoek gingen wij na welk effect de invoering van de mammascreening in deze regio had op het gebruik van mammasparende chirurgie. Tevens vergeleken wij de kenmerken van mammatumoren die door de screening ontdekt waren, met die van mammatumoren die buiten de screening om waren gevonden. *Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in European Journal of Cancer (2001;37: ) met als titel The introduction of mammographical screening has had little effect on the trend in breast-conserving surgery: a population-based study in Southeast Netherlands. Sint Elisabeth Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Postbus , 5000 LC Tilburg. Mw.M.F.Ernst, assistent-geneeskundige; dr.j.a.roukema, chirurg. Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven. Dr.A.C.Voogd, epidemioloog; dr.j.w.w.coebergh, arts-epidemioloog (tevens: Erasmus Universiteit, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Rotterdam). Diaconessenhuis, afd. Chirurgie, Eindhoven. Dr.O.J.Repelaer van Driel, chirurg. Correspondentieadres: mw.m.f.ernst (m.f.ernst@12move.nl). samenvatting Doel. Analyse van de samenhang van de borstkankerscreening bij jarige vrouwen en de trend in mammasparende chirurgie bij vrouwen met een invasief mammacarcinoom. Opzet. Beschrijvend. Methode. Trends in de toepassing van mammasparende chirurgie in de periode werden bestudeerd met behulp van gegevens van de kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) voor 8 algemene ziekenhuizen in Zuidoost-Noord-Brabant en Noord-Limburg. Resultaten. In de periode werd bij 4788 patiënten de diagnose invasief operabel mammacarcinoom gesteld; van deze groep waren 2341 vrouwen jaar. Alhoewel bij screening een groter percentage kleine tumoren (diameter 2 cm) werd gevonden, met prognostisch gunstige kenmerken, werd geen toename gezien in het gebruik van mammasparende chirurgie bij vrouwen van jaar in de periode (64% in 1990 en in 1998). In de groep patiënten met tumoren die bij screening waren ontdekt werd in vergelijking met de groep met klinisch ontdekte tumoren wel een toename van mammasparende chirurgie gezien (68% versus 54%; p < 0,0001; χ 2 -toets). Conclusie. In Zuidoost-Nederland werd bij patiënten van jaar in de periode geen toename van het percentage mammasparende ingrepen vastgesteld, ondanks de introductie van de borstkankerscreening. Screening hing wel samen met een toename van het percentage tumoren met een diameter 2 cm met prognostisch gunstige kenmerken. patiënten en methoden Voor het onderzoek werd gebruikgemaakt van het Documentatieproject mammacarcinoom van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ). In het kader van dit project worden door de kankerregistratie van het IKZ, als aanvulling op de basisregistratie, sinds 1984 extra ge- Ned Tijdschr Geneeskd juni;146(22) 1041

To screen or not to screen:

To screen or not to screen: 75 + : To screen or not to screen: that s the question Flora E van Leeuwen Netherlands Cancer Institute Introductie screening: altijd een afweging VOORDELEN Lagere sterfte Gewonnen levensjaren Betere kwaliteit

Nadere informatie

Daan Dronkers. Is het bevolkingsonderzoek borstkanker nu wel of niet nuttig?

Daan Dronkers. Is het bevolkingsonderzoek borstkanker nu wel of niet nuttig? Daan Dronkers Is het bevolkingsonderzoek borstkanker nu wel of niet nuttig? Deze vraag werd enkele jaren geleden actueel na het verschijnen van twee wetenschappelijke publicaties [1,2], waarin werd gesteld

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

De voor- en nadelen van borstkankerscreening

De voor- en nadelen van borstkankerscreening Ter discussie De voor- en nadelen van borstkankerscreening Tijd voor evidence-based informatie Luc Bonneux In februari 2009 liet Gøtzsche, directeur van het Nordic Cochrane Centre, zien dat de vrouwen

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Effectiveness of breast cancer screening in women under 50

Effectiveness of breast cancer screening in women under 50 LRCB Effectiveness of breast cancer screening in women under 50 Mireille Broeders, PhD 7 October 2011 National Expert and Training Centre for Breast Cancer Screening Radboud University Medical Centre Department

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk

Nadere informatie

Personalized breast cancer screening? Frederieke van Duijnhoven, chirurg

Personalized breast cancer screening? Frederieke van Duijnhoven, chirurg Personalized breast cancer screening? Frederieke van Duijnhoven, chirurg NBCA 2013 16000 borstkanker patienten waarvan 2300 DCIS waarvan 45% gevonden in BOB 58% hiervan 50-75 jaar Overleving na borstkanker

Nadere informatie

Prof.dr. H.J. de Koning, arts-epidemioloog Erasmus MC, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg

Prof.dr. H.J. de Koning, arts-epidemioloog Erasmus MC, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Prof.dr. H.J. de Koning, arts-epidemioloog Erasmus MC, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Daling sterfte Gerandomiseerde trials onder bijna 350.000 vrouwen hebben aangetoond dat onder gerandomiseerde

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Borstkankerscreening

Borstkankerscreening Borstkankerscreening uit KCE reports vol.11a Voordelen en nadelen van de systematische screening Voordelen De ontwikkeling van borstkankerscreeningsprogramma s steunt op twee argumenten: o de behandeling

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Positief effect van borstkankerscreening op sterfte aan borstkanker: 17 jaar DOM-project in Utrecht geëvalueerd met patiënt-controleonderzoek*

Positief effect van borstkankerscreening op sterfte aan borstkanker: 17 jaar DOM-project in Utrecht geëvalueerd met patiënt-controleonderzoek* Positief effect van borstkankerscreening op sterfte aan borstkanker: 17 jaar DOM-project in Utrecht geëvalueerd met patiënt-controleonderzoek* p.h.m.peeters, g.a.j.miltenburg, j.fracheboud, c.h.f.gimbrère,

Nadere informatie

OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER. Dr. Eliane Kellen

OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER. Dr. Eliane Kellen OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER Dr. Eliane Kellen Wat is een bevolkingsonderzoek? Wat is overdiagnose? Hoe kwantificeren? Vlaamse situatie Wat is een bevolkingsonderzoek? Wat is overdiagnose? Hoe kwantificeren?

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Screening voor prostaatkanker. Dr.K.R. Hente Dienst Urologie AZ KLINA Brasschaat

Screening voor prostaatkanker. Dr.K.R. Hente Dienst Urologie AZ KLINA Brasschaat Screening voor prostaatkanker Dr.K.R. Hente Dienst Urologie AZ KLINA Brasschaat 17 november 2010 De cijfers voor Vlaanderen en Europa Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker bij mannen ( lifetime

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas Young Investigator Award 2018 Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker Dr. N.A. de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie LUMC Geen (potentiële) belangenverstengeling

Nadere informatie

Wet bevolkingsonderzoek: landelijke borstkankerscreening (2)

Wet bevolkingsonderzoek: landelijke borstkankerscreening (2) Wet bevolkingsonderzoek: landelijke borstkankerscreening (2) Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : uw adviesaanvraag d.d. 5 februari 2001 Uw kenmerk : GZB/GZ 2.147.492 Ons

Nadere informatie

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER Monitor 2014

BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER Monitor 2014 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER Monitor 204 Resultaten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Dr Mirjam Fransen Amsterdam UMC, Universiteit van Amsterdam Afdeling Sociale Geneeskunde, locatie AMC Deze presentatie 1. Waarom onderzoek

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Samenvatting. Nut van borstkankerscreening

Samenvatting. Nut van borstkankerscreening Samenvatting Tussen 1989 en 1998 werd in Nederland een landelijk bevolkingsonderzoek ingevoerd om borstkanker in een vroeg stadium op te sporen. Wanneer via screening de diagnose vroeger wordt gesteld,

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24307 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Broek, Colette van den Title: Optimisation of colorectal cancer treatment Issue

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoek op mammacarcinoom bij vrouwen met een verstandelijke handicap

Bevolkingsonderzoek op mammacarcinoom bij vrouwen met een verstandelijke handicap Bevolkingsonderzoek op mammacarcinoom bij vrouwen met een verstandelijke handicap Een NVAVG richtlijn Inleiding In Nederland worden alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar iedere twee jaar opgeroepen voor

Nadere informatie

Oorspronkelijke stukken. m.f.ernst, a.c.voogd, j.w.w.coebergh en j.a.roukema

Oorspronkelijke stukken. m.f.ernst, a.c.voogd, j.w.w.coebergh en j.a.roukema Oorspronkelijke stukken Betere prognose en gunstiger tumorstadium bij patiënten met invasief mammacarcinoom na de introductie van het bevolkingsonderzoek op borstkanker in Tilburg* m.f.ernst, a.c.voogd,

Nadere informatie

Evidence zoeken @ WWW

Evidence zoeken @ WWW Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 30 79 11 F 070 30

Nadere informatie

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Systematisch literatuur onderzoek RCT s worden gemaakt om

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Sectie Infectieziekten

Sectie Infectieziekten Sectie Infectieziekten 1 December 2015 U kunt helpen de HIV / AIDS epidemie te beëindigen You can help to end the HIV / AIDS epidemic Sectie Infectieziekten Weet uw HIV status Know your HIV status by 2020

Nadere informatie

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie

Nadere informatie

BORSTKANKERSCREENING DOOR MIDDEL VAN MAMMOGRAFIE

BORSTKANKERSCREENING DOOR MIDDEL VAN MAMMOGRAFIE BORSTKANKERSCREENING DOOR MIDDEL VAN MAMMOGRAFIE Wat zijn de gunstige en schadelijke effecten van deelname aan screeningsonderzoek naar borstkanker? Hoeveel vrouwen hebben baat bij het onderzoek en hoeveel

Nadere informatie

Nico Mensing van Charante Lezing 2014. Grenzen aan de Geneeskunde

Nico Mensing van Charante Lezing 2014. Grenzen aan de Geneeskunde Nico Mensing van Charante Lezing 2014 Grenzen aan de Geneeskunde Hermitage Amsterdam, Vrijdag 17 januari 2014 Deel 1: Grenzen aan de diagnostiek prof dr Patrick Bindels, huisarts Deel 2: Grenzen aan de

Nadere informatie

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online 3 de Mammacongres Harderwijk Stella Mook Radiotherapeut i.o. Prognostische waarde LN status LN status

Nadere informatie

Ouderen met kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen

Ouderen met kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Ouderen met kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving Maryska Janssen-Heijnen Levensverwachting in jaren Nederlandse bevolking 2007 Leeftijd Mannen Vrouwen 60 21 24 70

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?

Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Symposium (Over)leven na Kanker Tilburg, 8 maart 2013 Dr. V. Lemmens Hoofd Sector Onderzoek, Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven Kwaliteit Kwaliteit: definitie?

Nadere informatie

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010 Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

De beantwoordbare vraag (PICO)

De beantwoordbare vraag (PICO) 4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Is screening bij longkanker zinvol?

Is screening bij longkanker zinvol? Is screening bij longkanker zinvol? Dr. Karl Govaert 1 LUNG CANCER Leading cause of cancer-related death among men and women in US Second leading cause of cancer in US 75% present with advanced local or

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. INhoud Toename overleving meer patienten leven langer met kanker Effecten en behoeften na kankerbehandeling? Survivorship

Nadere informatie

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32765 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Glas, Nini Aafke de (Nienke) Title: Treatment of older patients with breast cancer

Nadere informatie

Het PSA dilemma: wel of niet bepalen?

Het PSA dilemma: wel of niet bepalen? Het PSA dilemma: wel of niet bepalen? Bin Kroon Uroloog Rijnstate 1 Achtergrond prostaatkanker Jaarlijks 9000 nieuwe gevallen Jaarlijks 3000 doden Gevorderde ziekte niet te cureren PSA: vroegdetectie Screenen

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands.

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Vivian van Breest Smallenburg De borstkankerincidentie in Nederland behoort tot de hoogste ter wereld. Mede dankzij de

Nadere informatie

Landelijke evaluatie van bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland 1990-2007

Landelijke evaluatie van bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland 1990-2007 Landelijke evaluatie van bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland 1990-2007 LETB XII a Landelijk Evaluatie Team voor bevolkingsonderzoek naar Borstkanker National Evaluation Team for Breast cancer

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Zelf echo s uitvoeren bij IVF Hoe betrouwbaar zijn de beelden? Hoe vaak worden vrouwen zwanger? Hoe voelende koppelszicherbij? Watkosthet? 1 Hoe betrouwbaar

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

INLEIDING 1 september tot en met 31 december 2013 A.Z. St.-Dimpna (nr )

INLEIDING 1 september tot en met 31 december 2013 A.Z. St.-Dimpna (nr ) INLEIDING Na aanbevelingen van Europa loopt sinds juni 2001 een Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker op basis van Europese wetenschappelijke richtlijnen. Concreet wil dat zeggen dat in Vlaanderen

Nadere informatie

Prof. dr. Lieven Annemans Gezondheidseconomische aspecten van bevolkingsonderzoek naar kanker UGent & VUB

Prof. dr. Lieven Annemans Gezondheidseconomische aspecten van bevolkingsonderzoek naar kanker UGent & VUB Prof. dr. Lieven Annemans Gezondheidseconomische aspecten van bevolkingsonderzoek naar kanker UGent & VUB Een systematische review van de kosteneffectiviteit van bevolkingsonderzoek naar baarmoederhals,

Nadere informatie

Screening: patiëntenbedrog? Luc Bonneux KNAW/NIDI

Screening: patiëntenbedrog? Luc Bonneux KNAW/NIDI Screening: Triomf der geneeskunde, of patiëntenbedrog? Luc Bonneux KNAW/NIDI Koninklijke Nederlandse Academie der Wetenschappen Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Samenvatting Misrekenkunde

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling

Nadere informatie

Preventie: Van triomf der geneeskunde tot maatschappelijk bedrog Primaire preventie

Preventie: Van triomf der geneeskunde tot maatschappelijk bedrog Primaire preventie Preventie: Van triomf der geneeskunde tot maatschappelijk bedrog Primaire preventie Luc Bonneux Verpleeghuisarts en epidemioloog (ex-academicus) De adviesindustrie Maak de mensen bang Ouders legden hun

Nadere informatie

Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker

Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Voorzitter Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

De nieuwste ontwikkelingen. Annemarie Becker, longarts Amsterdam UMC

De nieuwste ontwikkelingen. Annemarie Becker, longarts Amsterdam UMC De nieuwste ontwikkelingen Annemarie Becker, longarts Amsterdam UMC Voorbeeld voettekst juli 2018 Kleincellig longcarcinoom Meestal ver stadium bij diagnose geen genezing Standaard: carboplatin en etoposide

Nadere informatie

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse Nr. 2018/05A, Den Haag 28 februari 2018 Achtergronddocument bij: Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05, Den Haag 28 februari 2018 Inputparameters

Nadere informatie

RIVM Dhr. R. Reij Postbus 1 3720 BA Bilthoven

RIVM Dhr. R. Reij Postbus 1 3720 BA Bilthoven RIVM Dhr. R. Reij Postbus 1 3720 BA Bilthoven Betreft: brief advies CC-opname in digitale vervolgronden 31 januari 2011 Geachte heer Reij, Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek Universitair

Nadere informatie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen Maureen Rutten-van Mölken SELFIE tweede nationale workshop 29 maart 2018 Agenda 12:00 12:30u Inloop met koffie, thee en broodjes 12:30 12:45u Voorstelrondje 12:45

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

FORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 Oncologische geneesmiddelen langs de lat Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017 a.dingemans@mumc.nl Nieuwe middelen Dingemans 15 maart 2016 2 Disclosures I attended advisory boards

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008)

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij

Nadere informatie

Borstkanker behandeling bij ouderen: One size fits all? Nienke de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie

Borstkanker behandeling bij ouderen: One size fits all? Nienke de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie Borstkanker behandeling bij ouderen: One size fits all? Nienke de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie Borstkanker bij ouderen ~ 40% van pa?ënten is 65+ bij diagnose 2 IKNL: www.cijfersoverkanker.nl

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw zijn verscheidene

In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw zijn verscheidene Stand van zaken Effecten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker André L.M. Verbeek, Mireille J.M. Broeders, Suzie J. Otto, Jacques Fracheboud, J.D.M. (Hans) Otten, Roland Holland, G.J. (Ard) den

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten

Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten Kankerzorg, investeren in goede uitkomsten dr. Ronald Spanjers, raad van bestuur, IKNL ir. Steven Lugard, CEO, Performation Dorien de Groot - van de Kreeke MSc MBA, Novivena 1 waarom 2 kanker 3 D(n)OT

Nadere informatie

Analysis of Temporal Mammogram Pairs to Detect and Characterise Mass Lesions

Analysis of Temporal Mammogram Pairs to Detect and Characterise Mass Lesions Proefschrift Sheila Timp Analysis of Temporal Mammogram Pairs to Detect and Characterise Mass Lesions Borstkanker is de meest voorkomende soort kanker bij vrouwen. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen zal ooit

Nadere informatie

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric

Nadere informatie

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Katia Verhamme, MD, PhD Epidemioloog OLV Ziekenhuis-Aalst Erasmus MC Rotterdam 20 april 2013

Nadere informatie

CoRPS. Titel. Subtitel

CoRPS. Titel. Subtitel Titel Subtitel Risicoreductie Nadelen van borstkankerscreening De vondst van tumoren die anders nooit waren gevonden Intervaltumoren Fout positieve uitslagen - extra mammografieën en biopten - extra operaties

Nadere informatie