5.1 Veranderingen in de samenleving en in het consumentenbeleid
|
|
- Josephus Rudolf Dijkstra
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 5. Slotbeschouwing 5.1 Veranderingen in de samenleving en in het consumentenbeleid In het afgelopen decennium zijn voor de consument belangrijke wijzigingen in de samenleving opgetreden. In het consumentenbeleid van de overheid is een toegenomen nadruk op de werking van de markt merkbaar. Verschillende publieke diensten zijn op afstand van de overheid geplaatst. In het overheidsbeleid is voorts een tendens naar privatisering van de sociale zekerheid kenbaar met een grotere eigen verantwoordelijkheid voor de consument voor zijn financiële positie. In de marktsector zijn juist op het terrein van de financiële diensten belangrijke nieuwe bank- en verzekeringsproducten ontstaan. Belangrijke trends voor de consument in het recente decennium zijn ten slotte de opkomst van de informatie- en communicatietechnologie (ICT), de verdere uitbouw van de Europese markt en de globalisering van de internationale economieën. Bovenstaande wijzigingen brengen met zich dat de consument meer en vaker zelf afwegingen moet maken over de voor- en nadelen van producten en diensten. Wil de consument in staat zijn het aanbod van goederen en diensten te overzien, te vergelijken en te beoordelen, dan zal hij over de nodige informatie aangaande prijs, kwaliteit en voorwaarden moeten beschikken. Hij zal bovendien moeten weten hoe met die informatie om te gaan. Op dat punt treedt consumenteneducatie als instrument naar voren: hoe kan de consument worden toegerust met kennis, attitudes en vaardigheden over aangelegenheden die voor hem relevant zijn en hoe moet de consument daarmee omgaan. Veranderende beleidsinzet De inzet van de overheid ten aanzien van het consumentenbeleid is de laatste jaren aan verandering onderhevig. Essentiële elementen die tot die verandering hebben geleid zijn de nadruk op de betekenis van marktwerking, de aanwezigheid van een voldoende mate van basiswetgeving ten behoeve 34
2 van de consument en het uitgangspunt van de mondige consument waarvoor een verdergaande bescherming niet meer nodig is 22. De voorwaarden voor de goed geïnformeerde consument zijn volgens de overheid gecreëerd. In de notitie De consument op nieuwe markten van het Ministerie van EZ van oktober 1996 wordt het aldus verwoord: De algemene ontwikkeling van de bevolking is op een goed peil, zodat consumenten in de regel in staat geacht mogen worden de geboden informatie op waarde te schatten. Wel kan er, aldus de notitie, in bepaalde gevallen aanleiding bestaan voor speciale aandacht van de overheid. CCA-advies De consument op nieuwe markten De CCA geeft in haar advies naar aanleiding van voornoemde notitie blijk van haar aarzelingen bij een mogelijk te beperkte invulling van de overheidsverantwoordelijkheid ten aanzien van consumenteneducatie. De toegenomen heterogeniteit van consumenten en het ontstaan van complexe nieuwe markten vergroten naar de mening van de CCA het belang van consumenteneducatie voor de weerbaarheid van consumenten en daarmee voor een evenwichtige ontwikkeling van markten. Bij deze educatie ziet zij een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol voor de overheid, in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare consumenten. (p. 14). In deze opvatting weerspiegelt zich enigszins de eerste (consumentenbescherming), maar vooral de tweede invalshoek (marktwerking). Indien hieraan thans wordt toegevoegd de waarde van consumenteneducatie vanuit een oogpunt van het algemeen belang, ontstaat het beeld van een breed gedragen behoefte en noodzaak van consumenteneducatie. 5.2 Analyse van het empirische materiaal Het beschikbare empirische materiaal, dat overigens slechts in beperkte en deels verouderde mate aanwezig is, lijkt de aarzelingen die de CCA heeft getoond ten aanzien van een beperkte rolopvatting van de overheid ten 22 Het Ministerie van Economische Zaken is thans doende met een herijking van het consumentenbeleid, waarover de SER-CCA mogelijk advies zal worden gevraagd. Uit een openbaar consultatiedocument d.d. 18 oktober 2000 blijkt dat EZ, vanuit het uitgangspunt van de kiezende klant, als belangrijke aangrijpingspunten voor het nieuwe consumentenbeleid overweegt: betere informatie over de basisbescherming (inclusief de geschillenbeslechting) richting de consument en informatie ter verbetering van de transparantie van verschillende markten richting de consument. 35
3 aanzien van consumenteneducatie te ondersteunen. Dit leidt tot de volgende conclusies. In de eerste plaats kan ten aanzien van de drie onderscheiden kwalificatieniveaus algemene bekwaamheden, algemene consumentenbekwaamheden en product- en dienstgebonden bekwaamheden worden vastgesteld, dat het beschikbare onderzoek geenszins een bevestiging geeft van de veronderstelling dat consumenten in voldoende mate over algemene (consumenten)bekwaamheden beschikken om de geboden informatie op waarde te schatten. Zowel in het initiële onderwijs als in de basiseducatie blijkt deze veronderstelling kwetsbaar te zijn. Uit de onderzoeken naar kennis van consumentenzaken komt een beeld naar voren dat die kennis gering is en dat de houding van consumenten veelal afwachtend is. Vastgesteld moet overigens worden dat deze onderzoeken naar consumentenkennis in het onderwijs duidelijk gedateerd zijn door de invoering van de basisvorming in 1993, maar de resultaten van de eerste evaluatie van de basisvorming door de Inspectie van het Onderwijs in 1999 bevestigen dit beeld. In de tweede plaats is het van belang vast te stellen dat, naar de mate waarin algemene (consumenten)bekwaamheden (het eerste en het tweede kwalificatieniveau) ontoereikend aanwezig zijn, vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de effectiviteit van de in dit rapport geschetste veelheid van initiatieven in de sfeer van toerusting van product- en dienstgebonden bekwaamheden (het derde kwalificatieniveau). Immers, indien bij nog te veel consumenten de algemene (consumenten)bekwaamheden ontbreken, mag worden verwacht dat deze consumenten problemen ondervinden bij de verwerking van deze meer specifieke informatie, zoals onder meer bevestigd wordt in de onderzoeken in de sfeer van de financiële diensten. In die zin kan worden verondersteld dat een mogelijke versterkte inzet ten aanzien van het tweede kwalificatieniveau ook van betekenis zal zijn voor de effectiviteit van de vele inspanningen in de sfeer van toerusting met product- en dienstgebonden bekwaamheden. In de derde plaats kan ten aanzien van de drie onderscheiden invalshoeken consumentenbescherming, marktwerking en aspecten ontleend aan het algemeen belang worden vastgesteld dat de veronderstelling dat met de aanwezigheid van een voldoende mate van basiswetgeving de voorwaarden voor de goed geïnformeerde consument zijn gecreëerd, kwetsbaar is naar de mate waarin in de praktijk blijkt dat de competentie, de handelings- 36
4 bekwaamheid van consumenten ten aanzien van die basiswetgeving als niet toereikend moet worden bestempeld. Die vaststelling is ook van betekenis voor de tweede invalshoek de marktwerking en wel in die zin dat een ontoereikende competentie ten aanzien van basisrechten en -plichten de consument ook zal hinderen bij zijn gedrag op nieuwe, vaak complexe, markten. Ten aanzien van aspecten ontleend aan het algemeen belang milieu, volksgezondheid en dergelijke kan worden vastgesteld dat een veelheid van initiatieven op dit terrein plaatsvindt, maar dat het beschikbare onderzoek indiceert dat een verinnerlijking van relevante informatie door de consument een betrekkelijk moeizaam proces is. In relatie tot het milieubeleid is door de CCA in het verleden meerdere keren vastgesteld dat (educatieve) voorlichting in de richting van de consument over de externe effecten van zijn gedrag vooral effectief kan zijn in combinatie met de inzet van andere instrumenten en dat de effectiviteit van voorlichting-sec in deze sfeer niet moet worden overschat. Meer algemeen genomen betekent dit laatste een zekere nuancering van consumenteneducatie. In de inleiding tot dit rapport is opgemerkt dat consumenteneducatie tot gedragsverandering bij de consument kan leiden. Tijdens de CCA-studiebijeenkomst is terecht opgemerkt dat kennis niet altijd een wijziging van gedrag betekent. Bovendien werd gesteld dat kennis nog wel eens is vergeten tegen de tijd dat de consument die echt nodig heeft. Dat betekent dat consumenteneducatie waar het gaat om het tweede en in het bijzonder om het derde niveau in gepaste vorm en op gepaste tijd dient plaats te vinden. Om vervolgens tot een gedragswijziging te kunnen komen zijn drie factoren van belang: voldoende motivatie: de consument moet het gedrag willen vertonen; voldoende capaciteit: de consument moet zelf in staat zijn tot het gedrag; voldoende gelegenheid: de consument moet door de omstandigheden in de gelegenheid worden gesteld het gedrag te vertonen 23. Deze factoren zijn van belang om zorg te dragen voor een voldoende effectiviteit van consumenteneducatie. In onderstaand kader worden deze factoren toegelicht. 23 Zie: T.B.C. Poiesz, Gedragsmanagement. Waarom mensen zich (niet) gedragen, Wormer 1999, pp
5 Waarom mensen zich (niet) gedragen Motivatie is de mate waarin de consument een doel wenst te bereiken of interesse heeft in het aangaan van een transactie. Motivatie kent vele bronnen. We vinden een goed of dienst nuttig en aantrekkelijk of juist het tegenovergestelde hiervan. Motivatie vormt de combinatie van datgene wat aantrekt en afstoot. Capaciteit is de mate waarin de consument zelf over eigenschappen, vaardigheden of instrumenten beschikt om de transactie aan te gaan. Dit betreft de fysieke capaciteit (om bijvoorbeeld naar een winkel te gaan), de mentale capaciteit (kennis is een voorbeeld daarvan), de financiële capaciteit (geld en andere ruilmiddelen) en de capaciteit zoals die mogelijk wordt gemaakt door persoonsgebonden instrumenten (zoals schrijfgerei, rekenhulpmiddelen of een consumentenpublicatie). Deze soorten dienen (naast motivatie en gelegenheid) afzonderlijk of in combinatie in beschouwing genomen te worden om de totale capaciteit van een consument te bepalen: wie niet sterk is moet slim zijn, veel geld hebben of over veel hulpmiddelen beschikken. Gelegenheid betreft de mate waarin de buiten de persoon gelegen omstandigheden bevorderend of remmend inwerken op het consumentengedrag. De gelegenheid omvat de fysieke omstandigheden (de aanwezigheid van een winkel bijvoorbeeld), de materiële omstandigheden (de kwaliteit van de bediening), de maatschappelijke en sociale omstandigheden (het milieueffect van een product) en de hoeveelheid beschikbare tijd. Motivatie en capaciteit hebben betrekking op de persoon, gelegenheid betreft de omstandigheden waarin de persoon verkeert. Bron: T.B.C. Poiesz. Gedragsmanagement Waarom mensen zich (niet) gedragen (Wormer, 1999). Op basis van het bovenstaande kan de algemene conclusie uit de in dit rapport gepresenteerde analyse en de weergegeven onderzoeken worden getrokken dat in de consumenteneducatie op onderdelen hiaten aanwezig zijn die twijfel doen rijzen over de vraag of consumenten in bevredigende mate zijn en worden toegerust met kennis, attitudes en vaardigheden over aangelegenheden die voor hem relevant zijn. 5.3 Naar een invulling van de overheidsverantwoordelijkheid Waar bovenstaande analyse de aarzelingen die de CCA heeft getoond ten aanzien van een beperkte rolopvatting van de overheid op het terrein van consumenteneducatie lijkt te ondersteunen, is een volgende stap te bezien hoe de door de CCA bepleite voorwaardenscheppende en ondersteunende rol voor de overheid, in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare consumenten, dan invulling zou behoren te krijgen. 38
6 Vooraf zij vastgesteld dat, gegeven de inzet van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven in ons land, de invulling van de overheidsverantwoordelijkheid niet gelijk moet worden gesteld met een beeld dat de overheid ook zelf materieel inhoud aan de consumenteneducatie zou moeten geven. Dit gezegd zijnde zou, teruggrijpend op het analytische kader, de overheidsverantwoordelijkheid als volgt kunnen worden omschreven: De verantwoordelijkheid voor de basale toerusting. Van de overheid moet worden verwacht dat zij via het initiële onderwijs en de basiseducatie zorg draagt voor een basisniveau van algemene (consumenten)bekwaamheden. Op basis van het beschikbare onderzoek kan worden opgemerkt dat er op dit terrein, bijvoorbeeld wat elementaire rechten en plichten betreft, nog geen sprake is van een bevredigend beeld. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat sinds de invoering van de basisvorming in 1993 in dit type onderwijs aanzienlijk meer aandacht aan consumentenzaken wordt besteed. De effecten daarvan zijn evenwel nog niet tevredenstellend. In dat verband ondersteunt de CCA de aanbevelingen van de Inspectie van het Onderwijs dienaangaande (verbetering van de uitvoering van de gestelde doelen, zoals meer uren voor het vak economie) en ook het advies van de Onderwijsraad om leerstandaarden in te voeren in het basisonderwijs en de basisvorming 24. Het geven van voorlichting. Hiervoor zijn verschillende kanalen denkbaar (Postbus 51, websites), waarlangs informatie kan worden verschaft die voor het consumeren van belang kunnen zijn en die (bepaalde doelgroepen van) consumenten niet op een reguliere manier bereiken. Van de overheid mag tevens worden verwacht dat daar waar (semi-)publieke taken onder een regime van marktwerking worden gebracht, zij gedurende de overgangsfase speciale aandacht geeft aan begeleidende inspanningen in de sfeer van consumenteneducatie. Van de overheid mag voorts worden verwacht dat zij met het oog op het zo goed mogelijk internaliseren van de externe effecten van het consumentengedrag op doelstellingen van algemeen belang en met het oog op de maatschappelijke noodzaak van innoverend gedrag, invulling geeft aan: a. vormen van begeleidende consumenteneducatie bij de inzet van overheidsinstrumenten (wet- en regelgeving, financiële instrumenten 24 Onderwijsraad, Zeker weten leerstandaarden als basis voor toegankelijkheid, Den Haag, oktober
7 et cetera), in het bijzonder waar het de bevordering van ICT en milieubewust handelen betreft; b. een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol ten opzichte van de eigen verantwoordelijkheid van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bevordering van de transparantie van het aanbod van consumenteneducatie, bevordering van de uitwisseling van best practices, het stimuleren van onderzoek naar veranderende consumentenbehoeften, het stimuleren van goede effectmetingen in de sfeer van consumenteneducatie. De monitorfunctie. Hierbij gaat het erom dat de overheid op gezette tijden de positie van de consument evalueert, beziet welke problemen zich voordoen en aangeeft op welke wijze oplossingen mogelijk zijn. Tot dit laatste behoort ook het aanspreken van private partijen op hun verantwoordelijkheid (zie ook verderop), met daaraan gekoppeld de creatie van voorzieningen om die verantwoordelijkheden te kunnen waarmaken. Tot deze monitorfunctie van de overheid behoort volgens de CCA ook het op gezette tijden nagaan wat de effectiviteit van het (overheids)beleid ten aanzien van consumenteneducatie is. Deze verantwoordelijkheden van de overheid manifesteren zich in verschillende mate, afhankelijk van welk onderdeel van consumenteneducatie in het geding is en afhankelijk van economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Zo lijkt uitdrukkelijk een overheidsverantwoordelijkheid aanwezig bij de basiseducatie. De CCA ondersteunt de gedachte die tijdens de CCAstudiebijeenkomst naar voren is gebracht, dat meer centrale regie en richtlijnen vanuit de overheid gewenst zijn bij de besteding van middelen en de inhoud van de basiseducatie en de inburgering 25. Het is van groot belang dat juist aan de onderkant van de samenleving consumenteneducatie volop ingezet wordt. De problemen zijn groot en worden algemeen erkend, maar aan oplossingen wordt onvoldoende gewerkt. 25 De door minister van Boxtel ingestelde Taskforce Inburgering heeft onder meer als taak het wegwerken van de huidige wachtlijsten voor taallessen aan etnische minderheden en de verbetering van de uitvoering van het inburgeringsbeleid. In dit kader lijkt het tevens van belang te bezien in welke mate de bestaande autonomie van de uitvoeringsorganisaties kan worden gehandhaafd. 40
8 5.4 Verantwoordelijkheden van marktpartijen In hoofdstuk 4 is al aangegeven op welke wijze het bedrijfsleven en de Consumentenbond invulling geven aan hun onderscheiden verantwoordelijkheden ten aanzien van consumenteneducatie. Hieraan kan een tweetal verantwoordelijkheden van meer algemene en gezamenlijke aard worden toegevoegd. De eerste verantwoordelijkheid betreft de signalerende functie van marktpartijen. Het is de taak van het bedrijfsleven en van de consumentenorganisaties sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen te signaleren en te beoordelen op de gevolgen voor en de effecten op de positie van de consument in het algemeen, dan wel bepaalde doelgroepen in het bijzonder (ouderen, allochtonen). Wanneer geoordeeld wordt dat deze gevolgen en effecten van zodanige aard en omvang zijn, dat beleidsinspanningen gewenst zijn, moet worden bezien tot wiens domein en verantwoordelijkheid dit behoort. Daarbij is een gezamenlijke aanpak van de oplossing vervolgens niet uitgesloten. Een tweede verantwoordelijkheid heeft betrekking op zelfregulering. De CCA acht het gewenst dat waar op het terrein van consumenteneducatie de overheid niet of in onvoldoende mate haar verantwoordelijkheid neemt, partijen bezien of zij zelf bereid en in staat zijn hieraan invulling te geven. Zo is bijvoorbeeld de gedragscode in de verzekeringsbranche over rendement en risico van bepaalde verzekeringsproducten tot stand gekomen na contacten met onder meer de Consumentenbond. Zelfregulering is voorts het sleutelwoord op het terrein van de productinformatie. Daartoe behoren behalve de productinformatie op of bij het product ook het vergelijkend warenonderzoek en keurmerken. De CCA is voorstander van integrale productinformatie, wat inhoudt dat de consument op evenwichtige wijze wordt geïnformeerd over alle voor verwerving, gebruik en afdanken relevante aspecten van een product. Integrale productinformatie houdt ook in dat met verschillende vormen van productinformatie wordt ingespeeld op de verschillende informatiebehoeften van de consument en dat die vormen van productinformatie onderling consistent zijn (CCA-advies productinformatiebeleid 1992). Een en ander heeft de CCA nader uitgewerkt in 1996 (zie kader). 41
9 Verantwoordelijkheden inzake productinformatie op of bij het product Achtergrond Op verzoek van de overheid heeft de CCA jarenlang vanaf 1993 op projectbasis branches gestimuleerd om op vrijwillige basis standaardproductinformatie (s-pri) te introduceren. In het algemeen wordt in het bedrijfsleven wel positief op het onderwerp gereageerd, maar de stap tot feitelijke implementatie blijkt vaak te groot. In reactie op de projectrapportage gaf de CCA in 1996 een aanzet voor een hernieuwde afbakening van de verantwoordelijkheden van overheid en marktpartijen op dit terrein. Overheid De overheid zal vanuit haar verantwoordelijkheid voor het bevorderen van de marktdoorzichtigheid in voorkomende gevallen in faciliterende en gericht stimulerende zin kunnen bijdragen aan de integratie van s-pri in andersoortige initiatieven in branches. Daarvoor staan haar communicatieve (voorlichting en overleg) en financiële instrumenten ter beschikking. De overheid zal marktpartijen erop blijven aanspreken dat zij een bijdrage leveren aan de marktdoorzichtigheid (ook op het milieuterrein). Meer specifiek attendeert zij ondernemers erop dat deze er baat bij kunnen hebben hun langetermijnbelang bij marktdoorzichtigheid collectief op brancheniveau te integreren en dat s-pri daarbij een middel kan zijn. Ondernemersorganisaties De producent is verantwoordelijk voor zijn product en de communicatie met zijn afnemers. Vanuit die verantwoordelijkheid verstrekt hij waar nodig en mogelijk op of bij het product over de belangrijke eigenschappen van zijn product zo integraal mogelijke productinformatie. De handelaar is ervoor verantwoordelijk te zorgen dat deze door de producent verstrekte informatie de consument in voldoende mate bereikt en herkenbaar wordt gepresenteerd. Bij de invulling van die individuele verantwoordelijkheden van producenten en handelaren zijn de behoeften van afnemers en producenten alsmede de concurrentie sterk bepalend. Wanneer brancheafspraken over s-pri worden gemaakt blijft het verstrekken van productinformatie en het beschikbaar stellen hiervan uitsluitend de verantwoordelijkheid van individuele producenten, respectievelijk handelaren. De centrale ondernemersorganisaties hebben met betrekking tot s-pri richting hun leden een informerende, voorlichtende functie. Consumentenorganisaties Het is de verantwoordelijkheid van de consument om op basis van adequate informatie over prijs en kwaliteit de juiste aankoopbelissing te nemen. Consumentenorganisaties kunnen hem daarbij behulpzaam zijn. Ze vervullen een voortrekkersrol bij het bevorderen van de marktdoorzichtigheid. Deze komt onder meer tot uitdrukking in hun vergelijkend waren- en dienstenonderzoek. De consumentenorganisaties kunnen deze voortrekkersrol nader invullen door (nog) scherper dan zij thans reeds doen de consumentenvraag naar vergelijkbare productinformatie of bij het product richting ondernemers te articuleren. Rol van de SER Vanuit de verantwoordelijkheid van marktpartijen wordt hun gezamenlijke verantwoordelijkheid in het kader van de SER/ CCA nader geduid. Aan de actieve stimuleringsrol van de CCA komt een eind, maar de SER blijft wel adviseren en (passief) faciliteiten bieden voor overleg (Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg). Bron: SER/CCA-rapport Introductieproject standaardproductinformatie (96/32). 42
10 5.5 Consumenteneducatie en ICT ICT is een relatief jonge ontwikkeling en het merendeel van de bevolking is niet opgegroeid met pc en internet. In het initiële onderwijs en ook in de volwasseneneducatie worden ICT-middelen meer en meer (maar nog niet voldoende) gebruikt 26. Het gaat er daarnaast om, buiten het onderwijs om, bepaalde kwetsbare doelgroepen in de gelegenheid te stellen zich de ICTvaardigheden eigen te maken. Daarbij kan vooral worden gedacht aan ouderen, voor wie ICT-middelen een belangrijke hulp kan zijn om hun geringere mobiliteit te compenseren, aan laagopgeleiden en aan allochtonen. De relevantie hiervan is vooral gelegen in het feit dat consumenteninformatie steeds vaker ook via internet wordt aangeleverd, waarbij het niet is uitgesloten dat binnen enkele jaren die informatie nog uitsluitend via internet kan worden bereikt. Op dit terrein lijkt een taak te zijn weggelegd voor zowel overheid als marktpartijen. Bezien moet worden op welke wijze aan kwetsbare doelgroepen ICT-vaardigheden kunnen worden bijgebracht. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat ondanks deze pogingen sommige kwetsbare groepen (zoals laagopgeleiden, allochtonen en ouderen) niet of nauwelijks bereikbaar zijn met ICT-middelen. Het verdient daarom aanbeveling voor deze groepen ook een andere methode te gebruiken en wel die van de persoonlijke advisering (counseling). Taken op het gebied van consumenteneducatie voorlichting, informatieverschaffing, het verzorgen van cursussen kunnen worden toegevoegd aan instituten als gemeentehuizen, sociale diensten, bureaus voor rechtshulp of aan imams 27. Ook kan worden gedacht aan de inrichting van een speciale ruimte in winkelcentra waar informatie aanwezig is over allerlei producten en diensten. In het Verenigd Koninkrijk en in Zweden zijn met counseling-methodes goede ervaringen opgedaan. De mogelijkheid om producten en diensten via internet te kopen en de grote hoeveelheid aan informatie die via internet kan worden verkregen, heeft de consumentenmarkt zeer transparant gemaakt. Tegelijkertijd kan 26 Zie ook het SER-advies ICT en onderwijs, publicatienr. 98/05, waarin onder meer wordt ingegaan op het stimuleringsprogramma Investeren in voorsprong van het ministerie van OC&W en op de functies van ICT in het onderwijs. 27 Een vergelijkbare aanbeveling doet de SER in zijn advies Kansen geven, kansen nemen, publicatienr. 00/03, Den Haag
11 een groeiende behoefte bij consumenten worden geconstateerd om meer zicht en grip te krijgen op de betekenis van die informatie. Zo ontstaat er ruimte op de markt voor makelaars in informatie. Vanuit een oogpunt van consumenteneducatie zou het goed zijn als er een dergelijke makelfunctie zou ontstaan die verbindingen legt tussen enerzijds de vragende en zoekende consument en anderzijds de aanbiedende en informerende producent/handelaar. 5.6 Consumenteneducatie en de Europese dimensie De rode draad in het Actieplan Europees consumentenbeleid is de consument te helpen zich zelf te redden, zodat een beter evenwicht ontstaat tussen partijen. Het actieplan beoogt onder meer een nauwere samenwerking tussen de Europese Commissie en de lidstaten op het gebied van consumenteneducatie. Verder is het EU-actieplan primair gericht op integratie van consumenteneducatie in de schoolomgeving. Daarom ondersteunt de EU regionale en nationale initiatieven, financieel, door samenwerking tussen de onderwijsactoren te bevorderen en door transnationale uitwisseling van ervaringen en best practices. De Europese Commissie is voornemens een actieprogramma over consumenteneducatie op te stellen. Een richtdatum voor dit actieprogramma wordt niet genoemd. Als een van de onderwerpen voor de genoemde nauwere samenwerking tussen de Europese Commissie en de lidstaten wordt in het CCA-advies Elektronische handel in de interne markt de voorwaardenscheppende en ondersteunende rol van de overheid op het gebied van consumenteneducatie genoemd. In dat kader gaat het vooral om de toerusting van in het bijzonder de kwetsbare consumenten teneinde kennis te kunnen nemen van de belangrijkste nationale en Europese wettelijke regels voor de elektronische handel. 44
12 Voor een succesvolle introductie van Europese regels voor de elektronische handel acht de CCA het onmisbaar dat deze worden begeleid door vormen van consumenteneducatie. Zij vergen immers een nieuwe toerusting van de consument. Daarbij moet een tweedeling worden voorkomen 28. Den Haag, 3 november 2000 H. Franken voorzitter S.T. Duursma secretaris 28 Zie: CCA-advies Elektronische handel in de interne markt, publicatienr. 99/10, Den Haag
2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader
2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt vanuit een drietal, analytisch onderscheiden invalshoeken bezien in hoeverre consumenteneducatie een
Nadere informatie3. De stand van zaken over consumentenkennis
3. De stand van zaken over consumentenkennis 3.1 Inleiding Voorzover bekend is er in ons land weinig onderzoek gepleegd naar het niveau van consumentenkennis. Algemeen onderzoek naar attitudes en vaardigheden
Nadere informatieGEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl
GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 De adviesaanvraag
1 Inleiding 1.1 De adviesaanvraag Er zijn op de markt veel verschillende (milieu)keur- en beeldmerken die betrekking hebben op aspecten van duurzaamheid. Het omvangrijke aantal en de grote diversiteit
Nadere informatieDirectie Financiële Markten. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 5 juli 2007 FM 2007-01654 M
Directie Financiële Markten De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 5 juli 2007 FM 2007-01654 M Onderwerp Wetgevingsoverleg
Nadere informatieUw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 19 april 2001 WO/A/2001/ juni 2001
OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)
Nadere informatie5 juni 2008 DLZ/ZI-U februari POU/ J. Knollema (020)
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 juni 2008 DLZ/ZI-U-2854526 26 februari 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatiehet project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002
Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-
Nadere informatieRekenkamercommissie gemeente Bloemendaal
Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieS A M E N V A T T I N G
5 6 Samenvatting Adviesaanvraag De CCA geeft in het advies antwoord op de vragen uit de adviesaanvraag van 28 februari 2002, die zich richten op stroomlijning van duurzaamheidkeurmerken. De adviesaanvraag
Nadere informatieDatum 29 mei 2018 Zaaknummer Portefeuille Economie, innovatie en financiën J.H.M. Goijaarts
Raadsvoorstel Datum 29 mei 2018 Zaaknummer 194891568 Portefeuille Economie, innovatie en financiën J.H.M. Goijaarts Onderwerp : Algemeenbelangbesluit Wet markt en overheid Samenvatting Op grond van de
Nadere informatielogoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen
logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van
Nadere informatieAan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente
> Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente Wijken en Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne postcode IPC 295 www.vrom.nl Betreft
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
Nadere informatieTweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie
Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede
Nadere informatieBetreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086)
College van B&W en Raadsleden Den Haag T.a.v. Griffie Postbus 19157 2500 CD Den Haag Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) Geacht College en Raadsleden,
Nadere informatieAmsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,
Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid
Nadere informatieSociale Zaken Loondoorbetaling bij ziekte
Sociale Zaken Loondoorbetaling bij ziekte 1. Loondoorbetaling bij ziekte Werkgevers moeten sinds 2002 het loon van zieke werknemers 104 weken doorbetalen. Daarvoor was dat, sinds 1996, 52 weken. Tien procent
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Een energiebeleid voor
Nadere informatieMONITORING COMMISSIE CODE BANKEN. Aanbevelingen toekomst Code Banken
MONITORING COMMISSIE CODE BANKEN Aanbevelingen toekomst Code Banken 22 maart 2013 Inleiding De Monitoring Commissie Code Banken heeft sinds haar instelling vier rapportages uitgebracht. Zij heeft daarin
Nadere informatieGraag maken wij gebruik van de door u geboden gelegenheid om te reageren op de notitie Meer ruimte voor innovatie in de financiële sector.
Per mail Innovationhub@afm.nl Referentienummer: 14700 Hoevelaken, 24 augustus 2016 Mevrouw, Mijne heren, Graag maken wij gebruik van de door u geboden gelegenheid om te reageren op de notitie Meer ruimte
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting. Voorstellen van de Europese Commissie
Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Voorstellen van de Europese Commissie Eind 2011 heeft de Europese Commissie twee nieuwe, elkaar aanvullende voorstellen voor Europese regelgeving gepresenteerd
Nadere informatieAdvies 28. 2.2 De door klager gewenste (en niet verkregen) aanpassingen betreffen:
Advies 28 1. Feiten 1.1 Beklaagde is een Europese niet-openbare aanbesteding gestart voor een opdracht met betrekking tot IT-dienstverlening en draadloze netwerkinfrastructuur bestaande (ondermeer) uit
Nadere informatieIvo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG
Post Bits of Freedom Bank 55 47 06 512 M +31 613380036 Postbus 10746 KvK 34 12 12 86 E ton.siedsma@bof.nl 1001 ES Amsterdam W https://www.bof.nl Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus
Nadere informatie2 Enkele algemene opmerkingen
2 Enkele algemene opmerkingen Proactieve participatie in Brussel Een adviesaanvraag over een groenboek als het onderhavige sluit naadloos aan bij de aanbevelingen van de SER over de gewenste Nederlandse
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/KO/2004/19004
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieKadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015
Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en
Nadere informatiePrimair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444
Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het
Nadere informatieWet gegevensverwerking. en meldplicht cybersecurity
Wet gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity De Wet gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity (hierna: Wgmc) treedt 1 oktober 2017 voor een belangrijk deel in werking. De Wgmc regelt het volgende:
Nadere informatieZeven uitgangspunten voor ehealth diensten voor patiënten
Zeven uitgangspunten voor ehealth diensten voor patiënten meer informatie: mdejong@nictiz.nl Bekijk de infographic Uitgangspunt 1 ehealth toepassingen zijn primair bedoeld voor patiënten. Zorgverleners
Nadere informatieOR en geheimhouding COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag
COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP OR en geheimhouding SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag T 070 3499 499 E communicatie@ser.nl www.ser.nl Oktober 2014, Sociaal-Economische
Nadere informatieWillem de Zwijger College
Functieprofiel Raad van Toezicht 17 september 2018 Willem de Zwijger College 1 Functieprofiel Raad van toezicht Hoofdtaak De raad van toezicht functioneert als eenheid en waakt over het integrale belang
Nadere informatieInvesteren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen
Datum: 19 april 2018 Betreft: informatie voor gemeenteraadsleden Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen Beste raadsgriffier, Is uw nieuwe raad bekend met de sociaal
Nadere informatieKenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)
> Retouradres De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Bijlage(n) 1 Betreft Kamervragen
Nadere informatieToezichtvisie van de Raad van Toezicht
Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d.14 december 2015 Toezichtvisie 2015-2022 Tegen de achtergrond van het discussiestuk van de Nederlandse Vereniging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieIII BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG
L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december
Nadere informatieHandleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment
Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Versie 2.1 Datum : 1 januari 2013 Status : Definitief Colofon Projectnaam : DigiD Versienummer : 2.0 Contactpersoon : Servicecentrum Logius Postbus 96810
Nadere informatie[Intro] Dames en heren,
Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip t.g.v. de installatie van de Consumentenautoriteit, 15 januari 2007 --------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DG Bestuur en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector
Nadere informatieINTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN
INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Reikwijdte en doelstellingen van de interne audit... 5 Verhouding
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag
Nadere informatieBij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.
rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):
Nadere informatieMVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie
MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame
Nadere informatieRampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen
Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop
Nadere informatieInterculturele Competentie:
Interculturele Competentie: Een vak apart W. Shadid, Leiden, mei 2010 Inleiding In deze korte uiteenzetting wordt aandacht besteed aan het onderwerp interculturele competenties waarop de laatste tijd en
Nadere informatieOptimalisering verlof na geboorte kind
ADVIES 18/01 Februari 2018 Optimalisering verlof na geboorte kind SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Briefadvies Nadere bevindingen optimalisering verlof na geboorte kind Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische
Nadere informatieInterculturele Competenties:
Interculturele Competenties: Een vak apart W. Shadid Leiden, mei 2010 Interculturele Competenties 2 Inleiding Vooral in multiculturele samenlevingen wordt de laatste tijd veel nadruk gelegd op interculturele
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst Wegverkeer. Datum: 17 december Rapportnummer: 2013/193
Rapport Rapport betreffende een klacht over de Dienst Wegverkeer Datum: 17 december 2013 Rapportnummer: 2013/193 2 WAT IS DE KLACHT? Begin januari 2013 wordt verzoekster aan haar schouder geopereerd. Door
Nadere informatieDe rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert
De rode draad BPS-PO 2014 Een zelfbeoordelingsinstrument om na te gaan in hoeverre de school het keurmerk BPS benadert Voor u ligt de rode draad, een instrument om na te gaan in hoeverre uw school het
Nadere informatieEvaluatie van Open Bedrijvendag
Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag
Nadere informatieActieplan digitale connectiviteit goede stap voorwaarts maar mist balans
Actieplan digitale connectiviteit goede stap voorwaarts maar mist balans Vorige week publiceerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het actieplan digitale connectiviteit. Het plan geeft blijk
Nadere informatieRapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312
Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de
Nadere informatieKlachtenreglement. Gastouderbureau thuis-in-opvang.nl
Klachtenreglement Gastouderbureau thuis-in-opvang.nl Inhoudsopgave 1) Inhoudsopgave pagina 2 2) Inleiding pagina 3 3) Uitgangspunten pagina 4 4) Begripsomschrijvingen pagina 5 5) Klachtenprocedure, eerste
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs
Nadere informatie8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C
Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN
Nadere informatieII. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING
II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieAutoriteit Consument & Markt
Consument & Markt BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2014/ 206881 Betreft zaak 14.0939.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste
Nadere informatieMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De heer B.J.S.A.A.F. de Winter DGBK/Burgerschap en Informatiebeleid Interactie Schedeldoekshaven 200
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 14
Nadere informatiePortefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)
Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieals bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant.
stichting Thuiszorg West-Brabant. als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant. 1. Doel, reikwijdte en vaststelling reglement 1.1 Door middel van dit reglement
Nadere informatieProfiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA
Profiel Raad van Toezicht Stichting de Woonmensen/ KWZA KP 14 november 2012 1 Inleiding Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Toezicht is, dat deze bestaat uit generalisten die gezamenlijk een
Nadere informatieResultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag
Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten &
Nadere informatieAandachtspunten bij artikel 31 van de begroting 2014 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de begroting 2014 Nationale politie
Algemene Rekenkamer BEZORGEN Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Algemene Rekenkamer Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag Den Haag T 070-342 4344 vooriichbng@rekenkamer.nl
Nadere informatiede Leden van de raadscommissie Economie en Sociale Zaken Geachte mevrouw, mijnheer,
de Leden van de raadscommissie Economie en Sociale Zaken Datum : 4 oktober 2005 Uw kenmerk : Ons kenmerk : GRIFFIE/ESZ/2005/38 Contactpersoon : Y.M. Hazelaar Doorkiesnr. : 4827 Onderwerp: Hoorzitting project
Nadere informatieKeurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen SAMEN TEGEN CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID
Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen SAMEN TEGEN CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID Het bedrijfsleven in Nederland is sinds jaar en dag slachtoffer van criminaliteit.
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief
1 Inleiding 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief Breed maatschappelijk en politiek debat In Nederland is een breed maatschappelijk en politiek debat gaande over discriminatie en de vraag hoe dit
Nadere informatieRAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT
RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1076608 Behorend bij het B&W-advies met registratienummer 1076607 Moet in elk geval behandeld zijn in de raadsvergadering van de gemeente Ptjrmerend
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur
Nadere informatieWETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2008 (OR. en) 14914/08 COPEN 199 EUROJUST 87 EJN 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste
Nadere informatieNieuwsbericht. Datum: 10 december 2018 Swalef pensioenjuristen en academie. Medezeggenschap en pensioen
Nieuwsbericht Datum: 10 december 2018 Van: Swalef pensioenjuristen en academie Onderwerp: Medezeggenschap en pensioen Inleiding Dit betreft een update van onze eerdere nieuwsberichten in verband met medezeggenschap
Nadere informatieReactie consultatietekst Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft
Reactie consultatietekst Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft De Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maakt graag van de gelegenheid gebruik om te reageren
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 31
Nadere informatieBENELUX-ONDERZOEK CONSUMENTENBESCHERMING. E-commerce GEMEENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL
BENELUX-ONDERZOEK CONSUMENTENBESCHERMING E-commerce GEMEENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL 2 BENELUX ONDERZOEK CONSUMENTENBESCHERMING GEMEENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES 1. SITUERING
Nadere informatie2015D42193 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2015D42193 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 november 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en) 11563/17 API 95 INF 139 JUR 376 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD over het opengegevensbeleid van de
Nadere informatieRAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES
RVV 520 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES inzake etikettering van schoenen. Brussel, 7 december 2017 SAMENVATTING De Raad voor het Verbruik werd op 5 september 2017 door de Minister van Economie en Consumenten
Nadere informatieReglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN
Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN Dit reglement is op grond van artikel 8.3 het reglement van de Raad van Commissarissen vastgesteld door middel van een besluit van de Raad van Commissarissen
Nadere informatieONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).
Nadere informatie23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij
R e g i s t r a t i e k a m e r De Minister voor Grote Stedenen Integratiebeleid 23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij070-3811339..'s-Gravenhage, 29 mei 2001.. Onderwerp Advies over rapport
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen Robin Bos T 070-342 8919 F 070-3427984 r.bos@ minfin.nl Uw brief (kenmerk) > Retouradres Postbus 20201
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage AV/A&M/2001/60552
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieResultaten van het onderzoek onder het Rotterdamse MKB naar de gemeentelijke aanbestedingen door het CDA Rotterdam
Resultaten van het onderzoek onder het Rotterdamse MKB naar de gemeentelijke aanbestedingen door het CDA Rotterdam CDA Fractie Rotterdam Aangeboden door raadslid Turan Yazir 29 juni 2016 Inhoudsopgave
Nadere informatieSTAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1839 242 12 12december 2008 Wijziging Subsidieregeling Stichting CAOP 25 november 2008 Nr. 2008-0000579903 De Minister
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nadere informatieCode VINCI Leveranciers Global Performance Commitment
Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment Contents P. 2 Introductie P. 2 VINCI s commitments P. 4 Leveranciers commitments P. 6 Implementatie 1 15 april 2012 Introductie Deze Code «Global Performance
Nadere informatieBESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie
Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,
Nadere informatieLandelijke Cliëntenraad Oranjestraat JB Den Haag
Landelijke Cliëntenraad Oranjestraat 4 2514 JB Den Haag Tel.: 070-789 07 70 Fax :070-789 07 74 E-mail: info@lcr-suwi.nl www.landelijkeclientenraad.nl Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieActief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl
2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel
Nadere informatieOndertekening Retaildeal
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ondertekening Retaildeal Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Minister Kamp wil met 50 gemeenten een Retaildeal sluiten, om
Nadere informatieDrs. A. Reitsma T +31 70 31 42 442 M +31 6 23 52 98 51 E b.reitsma@vfn.nl
Autoriteit Consument & Markt t.a.v. Dhr. Dr. B.M. Overvest Postbus 16326 2500 BH Den Haag Drs. A. Reitsma T +31 70 31 42 442 M +31 6 23 52 98 51 E b.reitsma@vfn.nl Datum: 4 november 2013 Betreft: Onderzoek
Nadere informatie