Belbin ontwikkelde een test op basis waarvan de natuurlijke voorkeur die iemand voor een of meerdere rollen heeft kan worden vastgesteld.

Transcriptie

1 De teamrollen van Belbin De Engelse professor Meredith Belbin deed gedurende tien jaar in het Henley Management College onderzoek bij honderden managementteams naar de effectiviteit van hun functioneren. In observatie van real life praktijken en in managementgames observeerden Belbin en zijn medewerkers het functioneren, het slagen en mislukken van mensen in een groep. Zij ontdekten dat mensen verschillende teamrollen innemen. Uit hun diverse studies kwamen uiteindelijk acht prominente teamrollen naar voren. Deze acht rollen maken met elkaar een hecht team, het zijn acht sterkten die elkaar aanvullen en corrigeren en die gezamenlijk voor een resultaat zorgen dat het best mogelijke moet zijn. Belbin ontwikkelde een test op basis waarvan de natuurlijke voorkeur die iemand voor een of meerdere rollen heeft kan worden vastgesteld. Uitsluitend op basis van de resultaten van die test kunnen mensen worden geselecteerd om een winning team samen te stellen. Dat gebeurt ook soms in bijvoorbeeld selectie- en sollicitatieprocedures. Men hoeft de kandidaten niet eens te hebben gezien om toch een succesvol team te kunnen samenstellen op basis van de uitkomsten van de test. Hoe effectief een team vakinhoudelijk en organisatorisch ook is samengesteld, dat geeft geen enkele garantie voor de effectiviteit van de samenwerking. En een goede samenwerking is vereist om op een efficiënte en plezierige manier tot optimale resultaten te komen. De mate waarin een groep effectief en efficiënt kan functioneren hangt af van de combinatie van teamrollen en van de mate waarin groepsleden het elkaar toestaan hun sterke punten in te zetten en er op durven en kunnen vertrouwen dat iedereen zijn of haar sterke punten ook daadwerkelijk inzet. Samenwerking wordt mogelijk wanneer elk teamlid de specifieke kwaliteiten van de ander leert herkennen, waarderen en leert inzetten als een aanvulling op de eigen capaciteiten. Zelfperceptietest Wat zijn uw sterke en zwakke kanten in een team? Instructies: Deze vragenlijst is ontwikkeld als een, zij het wat ruw, middel om uw eigen teamrol te kunnen vaststellen. Er zijn zeven items, bestaande uit zinnen die u dient af te maken. Per item kunt u tien punten verdelen over acht vervolgzinnen. Geef punten aan die zinnen waarvan u denkt dat ze het best uw gedrag beschrijven. Als u zich in meerdere antwoorden herkent, verdeelt u de tien punten overeenkomstig uw voorkeur: de meeste punten voor het gedrag waarin u zich het meest herkent, de minste punten voor het antwoord waarin u slechts een klein beetje van uw eigen gedrag herkent en helemaal geen punten voor zinnen die gedrag beschrijven dat helemaal niet op u van toepassing is. U hoeft dus niet aan álle zinnen punten toe te kennen. In veel gevallen zal uw keuze vallen op drie tot vier zinnen. Wanneer u zich volledig in één antwoord herkent, dan kunt u de punten in extreme gevallen ook allemaal toekennen aan een zin. De punten vult u in voor de betreffende letter van de zin. Vervolgens rekent u de scores om via het omzettingsformulier. Wanneer u de verschillende scores sommeert, krijgt u een beeld van de mate waarin u de diverse teamrollen zult kunnen vervullen. U kunt de vragenlijst ook door anderen laten invullen, om een beeld te krijgen van hun meest geschikte teamrollen.

2 I. Wanneer ik in een team zit, kan ik het volgende bijdragen: a) Ik merk nieuwe kansen snel op en maak daar goed gebruik van b) Ik kan met allerlei verschillende mensen goed samenwerken c) Een van mijn natuurlijke gaven is het produceren van ideeën d) Als ik iets in mensen zie wat van nut kan zijn voor de doelstellingen van de groep, weet ik het er altijd uit te halen e) Omdat ik zelf efficiënt ben, houd ik ervan om de dingen helemaal af te maken f) Ik vind het niet erg als mensen me een tijdlang niet aardig vinden, als ik maar goede resultaten behaal g) Ik voel snel aan wat werkt in een situatie die ik goed ken, ik heb meestal in de gaten wat haalbaar is en realistisch h) Ik kan objectief redeneren en een bepaalde zaak onbevooroordeeld van verschillende kanten belichten II. Als ik minder goed presteer in een team, dan zou dat kunnen komen omdat: a) ik mij pas op mijn gemak voel wanneer vergaderingen een duidelijke structuur hebben, in de hand worden gehouden en in het algemeen goed verlopen b) ik soms teveel toegeef aan teamleden die een waardevolle mening hebben die onvoldoende aan bod is gekomen c) ik de neiging heb veel te praten wanneer er nieuwe ideeën in de groep worden besproken d) ik het door mijn objectieve kijk op de dingen moeilijk vind om meteen enthousiast met mijn collega s mee te praten e) mensen me soms overheersend en autoritair vinden wanneer we iets klaar moeten krijgen f) ik het moeilijk vind om het voortouw te nemen, misschien omdat ik te gevoelig ben voor de sfeer in de groep g) ik de neiging heb om helemaal op te gaan in de ideeën die ik krijg zodat ik niet meer in de gaten heb wat er gaande is h) mijn collega s vinden dat ik me te druk maak over details en te veel denk aan wat er mis kan gaan

3 III. Wanneer ik met anderen samen aan een project werk: a) ben ik er goed in mensen te beïnvloeden zonder hen onder druk te zetten b) worden door mijn algemene waakzaamheid fouten uit onzorgvuldigheid of nalatigheid voorkomen c) sta ik klaar om tot daden aan te sporen om ervoor te zorgen dat in vergaderingen geen tijd wordt verspild en het hoofddoel niet uit het oog wordt verloren d) zal ik altijd met een origineel idee aankomen e) ben ik altijd bereid een goed voorstel te steunen wanneer dat in gemeenschappelijk belang is f) ben ik steeds op zoek naar de nieuwste ideeën en de laatste ontwikkelingen g) geloof ik dat mijn objectieve beoordelingsvermogen een belangrijke bijdrage levert om tot de juiste beslissing te komen h) kan men het gerust aan mij overlaten om te zorgen dat al het noodzakelijke georganiseerd en uitgevoerd wordt IV. Kenmerkend voor mijn houding tegenover groepswerk is dat: a) ik het eigenlijk graag doe omdat ik mijn collega s beter wil leren kennen b) ik niet bang ben om de opvattingen van anderen te bestrijden of om zelf een minderheidsstandpunt in te nemen c) ik meestal wel de argumenten vind om onjuiste voorstellen van tafel te krijgen d) ik denk dat ik er goed in ben te zorgen dat een plan ook slaagt, wanneer eenmaal is besloten dat het moet worden uitgevoerd e) ik de neiging heb om voor de hand liggende opmerkingen uit de weg te gaan en met onverwachte ideeën aan te komen f) mijn perfectionisme iets toevoegt aan iedere taak in het team waar ik mijn schouders onder zet g) ik graag gebruik maak van nuttige contacten met mensen buiten de groep h) hoewel ik graag ieders mening wil horen, ben ik besluitvaardig wanneer dat nodig is

4 V. Ik vind bevrediging in mijn werk omdat a) ik er plezier in heb situaties te analyseren en de verschillende keuzemogelijkheden tegen elkaar af te wegen b) ik het interessant vind praktische oplossingen, oplossingen die echt werken, voor problemen te bedenken c) ik voel dat ik aan een goede werkhouding bijdraag en goede samenwerkingsrelaties kweek d) ik veel invloed kan uitoefenen op de besluitvorming e) ik mensen kan ontmoeten die misschien iets nieuws te bieden hebben f) ik mensen kan overtuigen van de noodzaak dat iets moet gebeuren g) ik me in mijn element voel wanneer ik me volledig op een taak kan concentreren h) ik graag een werkterrein vind dat mijn fantasie prikkelt VI. Wanneer ik plotseling in weinig tijd met onbekende mensen een moeilijke taak moet uitvoeren: a) trek ik mij het liefst ergens in een hoekje terug zodat ik rustig kan bedenken hoe ik het moet aanpakken b) zou ik meteen diegene opzoeken om mee samen te werken die van de meest positieve aanpak blijkt geeft, zelfs als dit een lastig iemand lijkt c) zou ik een manier vinden om de taak minder omvangrijk te maken door te kijken wie wat het beste kan doen d) zou mijn aangeboren gevoel voor wat belangrijk is en wat niet ervoor zorgen dat we niet achter raken op het schema e) denk ik dat ik mijn hoofd koel en mijn hersenen bij elkaar zou weten te houden, en mijn vermogen om objectief te blijven denken bewaar f) zou ik, ondanks de druk, op een geleidelijke manier naar het doel toe werken, zonder me te laten opjagen g) zou ik bereid zijn het voortouw te nemen wanneer ik het gevoel had dat de groep geen vooruitgang boekte h) zou ik een discussie op gang brengen met de bedoeling nieuwe gedachten te stimuleren en dingen in beweging te zetten

5 VII. Als ik problemen heb met groepswerk zou het waarschijnlijk gaan om: a) mijn neiging ongeduldig te reageren op mensen die de voortgang belemmeren b) kritiek van anderen dat ik te analytisch ben en te weinig intuïtief c) mijn nauwgezetheid, en mijn bezorgdheid dat de dingen wel goed gebeuren, waardoor ik soms de boel ophoud d) het feit dat ik al snel verveeld raak en een of twee stimulerende groepsleden nodig heb om me enthousiast te maken e) dat ik het moeilijk vind om op gang te komen als de doelstellingen niet duidelijk zijn geformuleerd f) dat ik soms niet zo sterk ben in het verhelderen van de ingewikkelde kwesties die me door het hoofd spelen g) mijn gebrek aan durf om van anderen dingen te vragen die ik zelf niet kan h) mijn aarzeling om mijn standpunt te verdedigen wanneer ik op duidelijke weerstand stuit

6 Scores Breng nu uw scores over naar de volgende score-tabel BM VZ VM PL BO MO GW ZD I g: d: f: c: a: h: b: e: II a: b: e: g: c: d: f: h: III h: a: c: d: f: g: e: b: IV d: h: b: e: g: c: a: f: V b: f: d: h: e: a: c: g: VI f: c: g: a: h: e: b: d: VII e: g: a: f: d: b: h: c: totaal vormer plant monitor bedrijfsman voorzitter brononderzoeker groepswerker zorgdrager De hoogste score geeft aan in welke teamrol u in een management- of projectteam het best zult kunnen functioneren. Dat is de voor u meest natuurlijke rol, die goed bij uw kwaliteiten past. De daaropvolgende scores geven de teamrollen aan waar u op terug kunt vallen wanneer in de groep om een of andere reden minder behoefte is aan uw primaire teamrol, of wanneer er in de groep een rol ontbreekt. De twee laagste scores geven aan wat waarschijnlijk uw zwakke kanten zijn. In plaats van deze te proberen te verbeteren kunt u misschien beter een collega zoeken met een compenserende teamrol, zodat u de ruimte krijgt uw eigen teamrol optimaal uit te bouwen. Het perfecte team Het lijkt onbereikbaar om altijd een team te kunnen formeren dat alle acht rollen in zich heeft. Het is zo dat iedereen meerdere teamrollen tegelijkertijd vervult. Iemand kan, op basis van zijn of haar persoonlijkheid en talenten, in bepaalde situaties ervoor kiezen een bepaalde teamrol in te zetten. Veronderstel dat uw meest pregnante teamrol die van voorzitter is. En stel dat u werkt in een team met veel voorzitters. Dan kan zich de situatie voordoen dat meerdere mensen tegelijkertijd een leidersrol willen vervullen en op basis daarvan met elkaar in competitie gaan. Dat werkt niet efficiënt en kan de sfeer en de doelgerichtheid behoorlijk in de weg zitten. In dat geval kan het handig zijn een rol-offer te brengen, door te besluiten niet uw voorzitterskwaliteiten te laten gelden, maar de kwaliteiten die horen bij uw tweede en derde teamrol. Vaak doet iemand dat vanzelf. Wanneer een vergadering vastloopt doordat de deelnemers kritisch zijn (monitor-rollen), is het prettig om energie en creativiteit (plant of groepswerker) in te brengen voor een gezond evenwicht. Steeds wanneer een teamrol ontbreekt, wordt er een beroep gedaan op teamleden om diens tweede of derde teamrol sterker in te zetten. Steeds wanneer er in een team teveel van dezelfde rollen zitten wordt van sommige teamleden een rol-offer verlangd. Wat ook uit het onderzoek van Meredith Belbin naar voren kwam, is dat een ideaal team bestaat uit zo n vier of vijf personen. Bij meer dan vijf teamleden is er meestal een duidelijke leider nodig, waardoor er een hiërarchie ontstaat. In een klein team van vier of vijf mensen kunnen alle acht teamrollen zijn vertegenwoordigd.

7 De voorzitter: Natuurlijke coördinator Zakelijke en voorkomende uitstraling Doel: Het organiseren van de activiteiten van het team, de werkwijze van het team in de gaten houden en de kracht van ieder teamlid zo goed mogelijk tot zijn recht laten komen. Stabiel, dominant, extrovert Kalmte, realisme, nuchterheid Tolerant genoeg om te luisteren naar anderen, sterk genoeg om adviezen naast zich neer te leggen Gevoel voor timing en evenwicht Kan zwakke en sterke punten bij anderen onderkennen en erop sturen Zoekt consensus, maar kan ook zonder aarzelen een knoop doorhakken Ruimdenkend, maar ook protocol-vast De voorzitter geeft de procedure aan, verheldert de bedoelingen, inventariseert opvattingen, vat ieders mening samen De voorzitter moedigt iedereen aan om bij te dragen De voorzitter dient voortdurend waakzaam te zijn met betrekking tot de mogelijke zwakten in de teamsamenstelling en deze ongedaan te maken door ofwel een verandering aan te brengen, ofwel door bepaalde teamrollen wakker te roepen en te ontwikkelen bij aanwezige teamleden Alle inspanningen gericht houden op het bereiken van de doelstellingen van het team, en het coördineren van de beschikbare mogelijkheden binnen het team Handhaven van zelfdiscipline en volharding bij het functioneren als middelpunt voor de groep, vooral als de zaken moeilijker worden Valkuil-gedrag: Zijn formele rol misbruiken door het hele spel naar zich toe te trekken Starheid en koppigheid stellen in plaats van vastbeslotenheid en durf Het niet onderkennen van individuele mogelijkheden en verdiensten in het team, zodat er een pover gebruik wordt gemaakt van de teammogelijkheden Wedijveren met de belangrijkste krachten in het team, met name met de Plant en de Waarschuwer en het weigeren om een superieure bekwaamheid in een ander teamlid te accepteren Afstand doen van leidende rol wanneer de Voorzitter wordt geconfronteerd met tegenwerking en onwil

8 De Vormer: Intelligentie: Stuwende doelensteller Hoog op methode en motivatie Krachtige en moedige, vastberaden uitstraling, wat onrustig overkomend Doel: Het vorm en inhoud geven aan de activiteiten van het team Onrustig, dominant, extravert Gedreven Zelfvertrouwen, sturend op resultaat Stuwende doelsteller De vormer geeft vorm aan de inspanningen van het team en het zoeken van patronen in de discussies. De vormer is productief onder druk en bij hoge snelheid: verkoopleiders, uitgevers, voetbaltrainers De vormer plaatst de doelstellingen van het team in een breder perspectief, houdt vast aan een objectieve kijk op de vorderingen en verrichtingen van het team en grijpt in als de groep afdwaalt van de relevante paden De vormer geeft toegesneden vorm aan de activiteiten van het team De vormer is sterk in het bepalen van prioriteiten Kan tegen grote druk en risico en is niet bang om impopulaire maatregelen te nemen Valkuil-gedrag: Het platwalsen van de teamleden indien de vormer in een gezaghebbende positie verkeert Meer gezag aantrekken of aanmeten dan zijn positie in de groep rechtvaardigt Wedijveren met andere teamleden, met name de Plant en de Monitor/Evaluator Onverdraagzaamheid en ongeduld ten opzichte van diegenen die zich meer wensen te richten op het klimaat in de groep, met name de Groepswerkers

9 De plant: Intelligentie: Creativiteit: Intelligente Ideeënvinder Hoog Zeer creatief Vaak nonchalant gekleed, ontspannen houding Doel: De voornaamste bron van vernieuwingen en ideeën zijn in de groep Dominant, introvert, zeer hoge intelligentie Vernieuwer, verzinner, eigenzinnig, veel verbeeldingskracht De plant is een bron van inspiratie, genereert ideeën en alternatieven, verzint mogelijke oplossingen De plant brengt visie en dromen in binnen het team Aandacht bundelen op basisstrategieën en op de hoofdzaken Lateraal denken: het formuleren van nieuwe creatieve invalshoeken en kaders, die relevant zijn voor de doelstellingen van het team De plant moet leren zijn bijdragen goed te timen; de voorstellen op het juiste moment inbrengen, zodat ze ook welkom zijn De plant moet vooral niet op details willen opereren, maar op de grote lijn van de toekomstscenario s De plant is soms een loner en moet leren zijn capaciteiten in te zetten om mensen te motiveren en te inspireren Plant is vooral belangrijk in de beginfase van een project: niet met ideeën als mosterd na de maaltijd komen Valkuilgedrag: Een plant kan weerstanden oproepen door gebrek aan praktische zin en door zijn kritische houding ten opzichte van domheid Een plant is niet altijd even sterk of diplomatiek in zijn communicatie met anderen Een plant wil nogal eens zijn capaciteiten tonen op te veel terreinen Een plant kan zich geremd voelen om met zijn toch echt goede ideeën voor de dag te komen wanneer de groep dominant extravert of overkritisch is In het werk negeert de plant de praktische details en is hij absoluut ongevoelig voor protocol Meestal is één plant in een team voldoende: wanneer er meerdere planten in een team functioneren is het gevaar aanwezig dat te veel tijd en energie opgaat aan het bestrijden van elkaars ideeën De plant moet op een of andere manier proberen de praktische details mee te nemen in zijn lumineuze ideeën

10 De Monitor-Evaluator: Kritische analyticus Intelligentie: Hoog Formeel gekleed, serieuze uitstraling Doel: De analyse van ideeën en voorstellen, het evalueren van hun bruikbaarheid en praktische betekenis voor de doelstellingen van het team. Houdt ideeën kritisch tegen het licht. Stabiel, introvert, hoge intelligentie Kritische analyticus Zijn kritische zin op een constructieve wijze gebruiken ten behoeve van het team, liefst op strategische onderdelen Een juist evenwicht vinden tussen een experimenterende aanpak en een kritische beschouwing Voortborduren op voorstellen van collegae en het helpen bij het praktisch realiseren van hun ideeën Een krachtige, maar tactvolle opstelling innemen waar het team dreigt misstappen te begaan, en het juiste moment daarvoor leren kiezen Het ontwikkelen van een nauwe werkrelatie met een Plant in het team, in zover er een is Valkuil-gedrag: Een monitor moet ervoor waken zijn kritische zin te gebruiken ten eigen bate en ten koste van de doelstellingen van het team Evenzeer moet een monitor ervoor waken op een tactloze wijze de voorstellen van collegae af te kraken De monitor heeft de neiging om negatief te denken: op een puur afwijzende manier zijn ontvankelijkheid voor nieuwe ideeën onderdrukken De monitor kan makkelijk in competitie raken met een Voorzitter of een Plant De monitor moet ervoor oppassen niet een al te deprimerende werking op het team te hebben door te kritisch te zijn, te objectief te redeneren of door te veroordelend te zijn op de verkeerde momenten

11 De Bedrijfsman: Efficiënte organisator Doel: Zakelijk en voorkomend; loyaal en vasthoudend De taken in overzichtelijke mootjes hakken, haalbare afspraken maken, werken aan resultaten en voortgang Stabiel en beheerst, plichtsgetrouw, voorspelbaar Systematisch Behoefte aan regelmaat en ritme, aan vaste afspraken en structuren Hardwerkend Gedisciplineerd Goede organisator en praktisch van zin Goed ontwikkeld zelfbeeld en hij beheerst zijn gevoelens Ervoor zorgen dat de taken van het team gestructureerd zijn en de doelstelling duidelijk omschreven Praktische details uit de opdracht halen en op de uitwerking ervan toezien Zet beslissingen om in concrete werkzaamheden en afspraken Vasthouden aan een regelmatige en ordelijke aanpak, ongeacht de druk Voortdurend uit zijn op het bereiken van de doelstellingen en volhardend bij moeilijkheden Noest en gedisciplineerd en met flair in het organiseren, vooral onder druk of in verwarrende omstandigheden Zorgt ervoor dat besluiten ook concreet worden omgezet in te verdelen taken Management taken waarin de nadruk ligt op verantwoordelijk en doelmatig beheer De grootste bijdrage van een bedrijfsman is het midden houden tussen vasthoudendheid en plooibaarheid Valkuil-gedrag: Afbrekende kritiek, schimpen op de ideeën en suggesties van andere teamleden Gebrek aan flexibiliteit: wanneer eenmaal een afspraak is gemaakt, moet er niet van worden afgeweken; een eenmaal gekozen oplossing is een oplossing waaraan iedereen zich heeft te houden Wedijver om status in het team door zijn sterke besef van persoonlijke identiteit Niet te veel verzet plegen tegen ideeën waarvan het nut niet onmiddellijk duidelijk is; waak voor competitie met een Plant

12 De Brononderzoeker: Enthousiaste contactenlegger Creativiteit: Hoog Spontaan, snelle jongen, innemend, hartelijk en joviaal Doel: Het onderzoeken van externe mogelijkheden en het aanleggen van een netwerk dat bruikbaar is voor het team en de teamdoelen Stabiel, dominant en extravert Pragmatisme, tegenwoordigheid van geest Drukte en afwisseling, ontspannen, sociaal en gezellig Legt nuttige contacten en ontdekt kansen Verliest snel de belangstelling Houdt van improviseren Ontdekt waar kansen liggen en weet ze te benutten Gebruik maken van zijn vermogen goed en makkelijk met mensen overweg te kunnen zodat het aantal contacten en nuttige relaties van een team wordt uitgebreid Zijn belangstelling voor nieuwe ideeën en werkwijzen gebruiken om mogelijkheden te onderzoeken buiten de directe werkomgeving Zijn rol als contactpersoon met buitenstaanders ontwikkelen Op de hoogte blijven van ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor het werk van een team Pikt gemakkelijk ideeën bij anderen op Assisteren in het handhaven van de groepsmoraal Gericht op brainstormen, vernieuwing, ontwikkeling Houdt van improviseren en is een permanente bron van informatie Kan verbanden leggen en is een uitstekende onderhandelaar Valkuil-gedrag: Verliest gauw zijn interesse: is een uitstekend net-werker, maar absoluut geen relatiebeheerder Bij onvoldoende stimulansen raakt hij snel verveeld en ineffectief Neigt naar over-enthousiasme en gebrekkige nazorg Heeft neiging om zaken net zo snel te laten vallen als hij ze oppakt Maakt niet altijd af waaraan hij begint Teveel opgaan in vondsten ten koste van onderzoek naar andere ideeën Verwerpt makkelijk ideeën of informatie voordat deze aan het team is voorgelegd Nonchalance m.b.t. zaken die niet direct zijn hart hebben Babbelziek worden

13 Groepswerker: Ondersteunende doelensteller Sociale Intelligentie: Hoog Gezellig, populair, losjes en ontspannen Doel: De afzonderlijke teamleden helpen hun effectiviteit op te bouwen en vast te houden; de groepswerker is het cement tussen de bouwstenen van een team Stabiel, extravert, weinig overheersend Sociaal, mild en gevoelig Flexibel, meegaand Streeft naar wij-gevoel Gezelligheid Hoog groepsmoreel Integrerend met veel sociale antennes Het observeren en ontdekken van sterke en zwakke punten bij anderen Het ondersteunen van de leden waar het hun sterke kanten betreft door bijvoorbeeld voort te borduren op hun voorstellen Het opvangen van tekorten bij leden, door persoonlijke ondersteuning of door het aanboren van andere, juistere bronnen Verbeteren van de communicatie, bijvoorbeeld door gevoelens te vertolken die onuitgesproken leven in de groep Bevorderen van de teamgeest door met het eigen teamgedrag een voorbeeld te stellen Zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt Sociaal opmerkzaam en kan goed luisteren Valkuil-gedrag: Kan niet tegen spanning in de groep Maakt moeizaam zelfstandig beslissingen Besluiteloos en vaak niet hard genoeg Heeft de neiging samen te spannen met een groepslid tegen een ander In zijn rol van Groepswerker moet deze persoon elke vorm van opvallend of buitensporig gedrag vermijden omdat dit ten koste van de geloofwaardigheid gaat Conflict-vermijdend Bang beslissingen te nemen of uitspraken te doen die ten koste gaan van de groepssfeer of zijn persoonlijke populariteit

14 Zorgdrager: Intelligentie: Nuchtere pragmaticus Hoog op details Ordelijk en efficiënt, consciëntieus, altijd op en top verzorgd Doel: Ervoor zorgen dat de inspanningen van het team zoveel mogelijk geperfectioneerd worden en dat er niets over het hoofd wordt gezien. De losse eindjes van projecten afmaken, met oog voor details. Ordelijk, consciëntieus, rustig, introvert Praktijkmens en pragmaticus Zorgelijk en wat beschroomd t.o.v. anderen Accuraat Uit op veiligheid en kwaliteit Detaillistisch Een waakzaam oog houden op het optreden van fouten, weglatingen of overtredingen, vooral die welke zich kunnen voordoen tussen de verantwoordelijkheden van twee teamleden Kiezen van een werkgebied waar eindcontrolerende werkzaamheden belangrijk zijn Zoeken naar tekortkomingen in zaken die het eindproduct kunnen bederven Actief op zoek gaan naar delen van het werk die meer dan normale aandacht vragen Permanent bezig zijn met het waarborgen van de kwaliteit, van alle werkzaamheden van het team, waar nodig hulp biedend, maar altijd waakzaam Grote mate van zelfbeheersing Sterk zintuig voor gevaar en grote zorg naar mensen, zaken en resultaten in een hang naar perfectie en detail Valkuil-gedrag: Onnodige benadrukking van details ten koste van het algemeen overzicht en de algemene richting Negatief denken of destructieve kritiek: het demoraliseren van het team door buitengewone zorg Rusteloos controleren, als het moet tot in de puntjes Weinig toeschietelijk tegenover Jantjes van Leiden Uiterlijke zelfbeheersing en kalmte zijn vaak bedrieglijk Hij is tobberig en absorbeert (te veel) stress Kan moeilijk delegeren