Opdracht 1.15 Vergelijking tussen prokaryoten en eukaryoten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opdracht 1.15 Vergelijking tussen prokaryoten en eukaryoten"

Transcriptie

1 14 THEMA 1 DE CEL Opdracht 1.15 Vergelijking tussen prokaryoten en eukaryoten In de onderstaande tabel zijn een aantal kenmerken van prokaryoten en eukaryoten genoteerd. Maak gebruik van de geziene leerstof en de uitbreidingsstof over prokaryoten en eukaryoten om de tabel in te vullen. Prokaryoten zoals: Eukaryoten zoals: Grootte van de cel in µm Uitzondering: vogel- en reptieleneieren kunnen centimeters groot zijn. Membranen Cytoskelet DNA Kernlichaampjes Celwand Flagellen en trilharen Celdifferentiatie Levenswijze (aëroob - anaëroob) Opdracht 1.16 Invloed van de osmotische waarde van bodemwater op de wateropname bij planten Afb. O 1.8 Opstelling proef osmotische waarde bodemwater Vul drie genummerde maatcilinders met sacharoseoplossingen van respectievelijk 20 %, 10 % en 0 %. Zet in elke maatcilinder een jong plantje van klein kruiskruid. Zorg ervoor dat de wortels van de plantjes in de oplossingen hangen. Giet een laagje olie op de vloeistof en laat alles een week staan. Formuleer je waarneming. Hoeveel ml is het vloeistofniveau na een week gedaald in maatcilinders 1, 2 en 3? Welk verband zie je tussen de hoeveelheid opgenomen water en de concentratie aan sacharose? olie sacharose -oplossing olie water 20 % 1 10 % 2 0 % 3

2 THEMA 1 DE CEL 15 Opdracht 1.17 Osmotische waarde bodemwater Er werd onderzocht of planten zich kunnen aanpassen aan hogere concentraties aan zouten in bodemwater. In de tabel vind je de resultaten van zo n experiment. Osmotische waarde van de 1,2 2,0 3,4 5,0 7,3 cultuuroplossing (x 10 5 Pa) Osmotische waarde van het 4,6 5,5 6,7 7,6 9,0 celsap (x 10 5 Pa) Daarvoor worden jonge maïsplanten en cultuuroplossingen met verschillende osmotische waarden (= o.w.) gebruikt. a Wat constateer je, in elke opstelling afzonderlijk, als je de o.w. van de cultuuroplossing vergelijkt met de o.w. van het celsap? b Veronderstel dat de o.w. in kolom 1 de aanvankelijke o.w. van bodemwater en van celsap zijn. Hebben de wortelharen het vermogen de o.w. van hun celvocht te wijzigen naargelang van de o.w. van het bodemwater? Waaruit kun je dat afleiden? c Hoe zouden de planten dat kunnen doen? Stel een hypothese voor. d Zou dat een passief verschijnsel van diffusie of osmose kunnen zijn? Verklaar je antwoord.

3 16 THEMA 1 DE CEL DENKVRAGEN 1 Cellen van planten en dieren zijn beide van het eukaryote celtype. Naast enkele opmerkelijke verschillen bezitten ze ook opmerkelijke overeenkomsten. Hieronder staat een lijst van celstructuren die ofwel in plantencellen, ofwel in dierlijke cellen, ofwel in beide kunnen worden aangetroffen. 1 kern 2 chloroplasten 3 celwand 4 plasmamembraan 5 delingsfiguur 6 mitochondriën 7 lysosomen 8 centriolen Welke combinatie van celstructuren kun je zowel in plantencellen als in dierlijke cellen aantreffen? A B C D In welke soort menselijke cel is het Golgi-apparaat het zwakst ontwikkeld? A B C D in een willekeurige spiercel in een rode bloedcel in een kliercel in een onbevruchte eicel 3 In welke soort menselijke cel is het Golgi-apparaat het sterkst ontwikkeld? A B C D in een gladde spiercel in een rode bloedcel in een lymfekliercel in een spermacel 4 Van een cel met een uitgebreid Golgi-apparaat verwacht je dat ze 6 Welke combinatie tussen een celorganel en zijn functie is juist? A B C D lysosoom en fotosynthese mitochondrion en celademhaling mitochondrion en synthese van vetten ribosoom en fotosynthese 7 Stoffen die in een bladcel binnendringen, passeren altijd A microtubuli. B het Golgi-apparaat. Chet plasmamembraan. D de kern. 8 Welk organel van de cel behoort niet tot het cytoplasma? A een ribosoom B de kern Ceen mitochondrion D de vloeistof tussen de celorganellen 9 Bacteriën zijn prokaryoten. In vergelijking met een typische eukaryote cel A zijn ze meestal kleiner. B hebben ze een kleinere kern. Chebben ze geen plasmamembraan. D bezitten ze meer celorganellen. 10 De maximale afmetingen van een cel worden bepaald A B C D door haar oppervlak, dat groot genoeg moet zijn om voldoende uitwisselingen met de omgeving toe te laten. door het aantal organellen dat ze bevat. door de hoeveelheid voedsel die ze nodig heeft om te overleven. door de aard van haar bouwstoffen. 11 Wat verwacht je van een cel met een uitgebreid Golgiapparaat? A B C D grote hoeveelheden voedsel opstapelt. aan fotosynthese doet. veel suikers aanmaakt. veel sappen afscheidt. A dat ze veel ATP synthetiseert B dat ze veel materiaal zal afscheiden Cdat ze grote hoeveelheden voedsel stockeert D dat ze aan fotosynthese doet 5 Welke combinatie tussen een celorganel en zijn functie is juist? A kern en celademhaling B ribosoom en synthese van vetten Cmitochondrion en fotosynthese D lysosoom en vertering 12 Welke combinatie tussen een celorganel en zijn functie is juist? A mitochondrion en fotosynthese B kern en celademhaling Cribosoom en synthese van lipiden D centrale vacuole en opslaan van stoffen

4 THEMA 1 DE CEL Gegeven: volgende groepen van organellen. In welke groep spelen de drie organellen een rol in de synthese van stoffen die de cel nodig heeft? A ribosoom, ruw endoplasmatisch reticulum, glad endoplasmatisch reticulum B lysosoom, vacuole, ribosoom Cglad endoplasmatisch reticulum, ribosoom, vacuole D ruw endoplasmatisch reticulum, ribosoom, vacuole 15 Wanneer men de cilindervormige epitheelcellen van de dunne darm met een bepaalde stof behandelt, vallen ze in mekaar en verliezen ze elke vorm. Die stof vernietigt waarschijnlijk de volgende inwendige structuren: A ruw endoplasmatisch reticulum, B Golgi-apparaat, Cmicrotubuli, D plasmodesmen. 14 Een cel bevat mitochondriën, ribosomen, ruw en glad endoplasmatisch reticulum en andere organellen. Voortgaande op die informatie kun je besluiten dat het niet gaat om een A gistcel. B bacterie. Ccel van een sprinkhaan. D pantoffeldiertje.

5 2 thema Chemische samenstelling van organismen Opdracht 2.1 Opsporen van stoffen Vroeger heb je al indicatoren gebruikt om water, proteïnen, glucose, zetmeel en lipiden op te sporen. In de onderstaande tabel vind je een overzicht van die indicatoren en van de positieve reacties (wijziging in kleur of uitzicht van de indicator). Verbinding Indicator Positieve reactie water kobaltchloridepapier blauw p roze proteïne albustix geel p groen glucose clinistix roze p paars zetmeel lugol (KI 3) bruin p blauw lipide papier (vlekproef) ondoorschijnend doorschijnend Clinistix reageert niet op alle suikers: wél op glucose, niet op sacharose. Albustix reageert op de meeste proteïnen van levende organismen. Door gebruik te maken van de indicatoren kun je de aanwezigheid van stoffen aantonen in enkele delen van organismen. Doe eerst de vlekproef en daarna de kleurproeven, maar lees het resultaat van de vlekproef af na de kleurproeven. Duid de positieve reacties aan met een plusteken en de negatieve met een minteken. Deel van plant of dier Water Proteïnen Sachariden Lipiden Glucose Zetmeel 1 eiwit 1 2 eigeel 3 melk 4 vlees 5 boon 6 pinda 7 tomaat 8 banaan 9 appel 10 aardappel 11 peen (wortel) 12 schorseneer 13 prei 14 ui Neem voor de vlekproef een hardgekookt ei.

6 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN 19 Opdracht 2.2 Bepaling van het watergehalte 1 a Hoe zou jij het watergehalte van een aardappel berekenen? b Pas die methode toe en schrijf de resultaten in een tabel, zoals je er hieronder één vindt. Schrijf er ook de resultaten in die door de andere werkgroepen werden gevonden. aardappel nr. van de kroes Massa (in g) % kroes kroes + vers vers kroes + droog water droge water materiaal materiaal materiaal stof gemiddeld boon gemiddeld vlees gemiddeld Opdracht 2.3 Elementen in de koolstofverbindingen 1Blanco-referentieproeven Reactie van koolstofdioxide met zijn indicator kalkwater: CO 2 + Ca(OH) 2 p CaCO 3 + H 2 O (troebel) a Maak de opstelling zoals op afbeelding O 2.1. Afb. O 2.1 Bereiding van CO 2 Afb. O 2.2 Bereiding van H 2 S vochtig loodethanoaatpapiertje verdund HCl CaCO 3 kalkwater verdund HCl FeS Giet wat verdund HCl in een reageerbuis met marmer. Vang het ontwijkende gas op in kalkwater. Wat constateer je? CaCO 3 + 2HCL p CaCl 2 + H 2 O + CO 2 b Giet wat verdund HCl op een klein stukje ijzersulfide in een reageerbuis. Hang over de rand van de reageerbuis een vochtig loodethanoaatpapiertje (afbeelding O 2.3).Welke kleurverandering ondergaat het? FeS + 2HCl p FeCl 2 + H 2 S

7 20 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN Reactie van waterstofsulfide met zijn indicator loodethanoaat: H 2 S + Pb(CH 3 - COO) 2 p PbS + 2CH 3 COOH (zwart) c Houd een glazen staafje dat je met HCl hebt bevochtigd boven een open fles ammoniakoplossing. Wat zie je op de glazen staaf? Reactie van ammoniak met zijn indicator waterstofchloride: NH3 + HCl p NH4Cl (wit) d Noteer nu al je bevindingen in een tabel. Verbinding (gas)reagens (indicator) Positieve reactie CO 2 kalkwater helder p... H 2 S vochtig wit p... loodethanoaatpapiertje NH 3 glazen staafje in HCl... p... gedompeld 3 Interpretatie van de resultaten a De verhitting kwam neer op verbranding zonder de stoffen aan de vlam bloot te stellen. Daarbij vallen de onderzochte stoffen uiteen in verschillende gassen: H 2 O- damp, CO 2,NH 3 en H 2 S. Welke elementen komen voor in de verschillende onderzochte stoffen? Zet een plusteken in de tabel. Onderzochte stof H C O N S bonenmeel albumine zetmeel suiker olie b Is er een element dat misschien niet van de onderzochte stoffen afkomstig is? Verklaar je antwoord. 2 Opsporen van verbrandingsgassen a Doe een kleine hoeveelheid droog bonenmeel (dat je vooraf gedurende ten minste drie uren in een droogstoof bij een temperatuur van 105 C hebt verwarmd) in een hittebestendige reageerbuis en verhit de reageerbuis in een bunsenvlam. Aan de rand van de reageerbuis zie je vloeistofdruppels verschijnen. Breng daar blauw kobaltchloridepapier aan. b Sluit nu de reageerbuis af met een doorboorde kurk met een afvoerbuis erin. Leid de ontwijkende gassen in kalkwater. c Breng in de ontwijkende gassen een glazen staafje dat bevochtigd werd met waterstofchloride. d Zet je onderzoeken voort met een nieuwe portie bonenmeel. Hang een vochtig loodethanoaatpapiertje over de rand van de reageerbuis. e Verwarm nu verder tot er geen gassen meer ontsnappen. Schrijf in de tabel hieronder je waarnemingen en de besluiten uit de waarnemingen bij a, b, c en d. Andere groepen doen dezelfde proeven met albuminepoeder (een proteïne), zetmeel, poedersuiker en olie (een lipide). Noteer de besluiten van iedere groep in een tabel. Onderzochte Ontsnappen de Ontstaat Ontstaat er stof volgende gassen? er een een grijswitte zwarte kleur? stof (as)? H2O-damp CO2 NH3 H2S bonenmeel albumine zetmeel suiker olie

8 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN 21 Opdracht 2.4 Bepaling gehalte C-verbindingen a Hoe zou jij het gehalte aan C-verbindingen in aardappelen, bonen en vlees berekenen? b Pas die methode toe en schrijf de resultaten in een tabel zoals hieronder. Schrijf er ook de resultaten in die door de andere werkgroepen werden gevonden. Bereken het gehalte aan C-verbindingen en het asgehalte. aardappel Massa (in g) % kroes + droog kroes + organische vers organische as materiaal as stoffen materiaal stoffen gemiddeld boon gemiddeld vlees gemiddeld c In de tabel hieronder vind je onder A resultaten van wegingen. Bereken het percentage C-verbindingen en as t.o.v. de droge massa. (Bij je proeven deed je dat t.o.v. de verse massa.) A massa (in g)b % t.o.v. C % t.o.v. verse massa droge massa verse massa droge massa C verbindingen as C verbindingen as C ver as bindingen aardappel 105,64 22,79 21,99 0, ,8 boon 50,45 43,18 41,43 1, ,5 vlees 59,34 15,05 14,35 0, Opdracht 2.5 Verse en droge massa a Maak een blokdiagram (op millimeterpapier) van de % samenstelling van een aardappelknol, kabeljauw en volle melk t.o.v. de verse massa. b Maak een blokdiagram (op millimeterpapier) van de % samenstelling van een aardappelknol, kabeljauw en volle melk t.o.v. de droge massa. Haal de gegevens uit tabel 2.2 in je leerboek.

9 22 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN Opdracht 2.6 Elementen in de as Vlees en aardappelen leveren heel weinig as, bonen geven er wat meer; tabaksbladeren geven er heel veel (sigarenas). De elementen waaruit de oxiden en zouten van de as bestaan, kun je opsporen door gewone chemische analyse. 1Blanco-referentieproeven Omdat niet iedereen vertrouwd is met chemische analyse, kunnen enkele klassikale proeven worden verricht om aan te tonen hoe je bepaalde elementen kunt opsporen. a b c d e Opsporen van ijzer Giet 1 ml van een waterige oplossing (1 %) FeCl2, FeCl 3, NaCl, KCl in vier reageerbuizen. Voeg aan elke oplossing enkele druppels (1 ml) geel bloedloogzout K 4 Fe(CN) 6 toe. Opsporen van fosfor Giet 1 ml van een waterige oplossing (1 %) van Na 3 PO 4 en van NaCl in twee reageerbuizen. Doe er 1 ml HNO 3 bij. Voeg nu 3 ml ammoniummolybdaat aan de Na 3 PO 4 - oplossing toe en verwarmen. Doe hetzelfde met de NaCl-oplossing. Als je geen neerslag krijgt, voeg je een overmaat molybdaat bij. Opsporen van zwavel Giet een waterige oplossing (1 %) van Na 2 SO 4 en van Na 3 PO 4 in twee reageerbuizen. Voeg er telkens enkele druppels bariumchloride aan toe. Opsporen van chloor Giet een waterige oplossing (1 %) van NaCl en van Na 2 SO 4 in twee reageerbuizen. Voeg er telkens een paar druppels zilvernitraat aan toe. Opsporen van natrium en kalium Daartoe gebruik je bijvoorbeeld natriumchloride en kaliumchloride. Bevochtig het uiteinde van een magnesiumstaafje (of van een platinadraadje) met gedestilleerd water en dompel het in de bokaal met NaCl. Houd het daarna in het niet-lichtende deel van de vlam. Ga op dezelfde manier tewerk voor kaliumchloride. (Het gebruikte uiteinde van het magnesiumstaafje wordt telkens afgebroken en weggegooid.) f Besluiten Noteer nu de herkenningsmiddelen voor de onderzochte ionen in een tabel. Ion Naam van het reagens Positieve reactie ofwel vlamtest FE 2+ licht- FE 3+ blauwe neerslag donker- PO 3-4 gele, kristallijne neerslag SO 2-4 witte neerslag Cl - witte neerslag Na + intens gele kleur violetroze kleur K + 2 Asonderzoek Onderzoek welke elementen aanwezig zijn in as van tabaksbladeren (sigarenas) en in bonenas. a b c Aantonen van koolstof en zuurstof Doe 5 g as in een erlenmeyer en voeg er 20 ml 10 %- waterstofnitraat aan toe. Wat stel je vast? Als je dat gas door kalkwater leidt, wordt het kalkwater troebel. Welk gas is het? Noteer in de tabel hieronder welke elementen uit de as je daarmee hebt aangetoond. Opsporen van ijzer, fosfor, zwavel en chloor De onoplosbare carbonaten zijn verdwenen uit de as. Voeg er nu 30 ml gedestilleerd water aan toe. Filtreer en verdeel dat asextract over vier reageerbuizen, zodat je ijzer, fosfor, zwavel en chloor kunt opsporen. Voeg daartoe telkens 1 ml van het vereiste reagens toe, behalve voor ammoniummolybdaat waarvan je een overmaat moet gebruiken. Noteer in de tabel hieronder of de elementen aanwezig zijn of niet. Opsporen van natrium en kalium Breng de magnesiumstaaf met as in de vlam. Neem de kleur waar en kijk dan door blauw kobaltglas. Schrijf je besluiten in de tabel. Elementen Sigarenas Bonenas C O Fe P S Cl Na K

10 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN 23 Opdracht 2.7 Factoren die het watergehalte bepalen Beantwoord de volgende vragen aan de hand van tabel 2.1 in het leerboek. 1 a Gegeven: appelboom, beuk, hulst, grove den. Zijn planten wintergroen of vallen hun bladeren af in de herfst? b Vergelijk het watergehalte van wintergroene bladeren met dat van bladeren van bladverliezende loofbomen. 2 a Welk deel van de bonenplant overwintert: de volledige plant, de wortel of de zaden? b Vergelijk het watergehalte van het zaad met dat van de volledige plant. 3 a Wat blijkt uit 1b en 2b? b Het water van een plant bestaat voor een groot deel uit celvocht binnen een of meer blaasjes in de cellen, de vacuolen. Bij het bevriezen zet water uit. Zo kan bevroren celvocht de plantencellen doen openbarsten, waardoor de plant zou sterven. c Leg nu het verband tussen 3a en 3b. 4 a Illustreer aan de hand van cijfers uit de tabel dat er een verband bestaat tussen het watergehalte en de graad van ontwikkeling van het individu bij de mens, de kip, de kikker, de kalandertor. b Gegeven: kikker, kwal, muis, kip, landslak. Rangschik die dieren volgens stijgende graad van ontwikkeling van de hoofdafdeling of volgens de klasse waartoe ze behoren in het dierenrijk. Leg nu een verband tussen hun watergehalte en hun graad van ontwikkeling in het dierenrijk. 5 Hieronder vind je voorstellingen van zonaties van wieren aan een rotskust en van andere planten in en bij een vijver. Noteer bij elke plant het watergehalte voor zover je het kunt vinden. Afb. O 2.3 Zonaties 6 Toon aan de hand van twee voorbeelden (plant of dier) aan dat het watergehalte afhankelijk is van het onderzochte deel van het organisme. In de tabel hieronder vind je het water- en lipidengehalte van enkele organismen of delen van organismen. ROTSKUST VIJVER kleine zeeëik knotswier blaaswier gezaagde zeeëik purperwier vingerwier suikerwier watermunt waterkers eendekroos waterpest normale vloedlijn normale eblijn waterlijn % water % lipiden A mager rundsvlees 74 3 vet rundsvlees B kabeljauw (magere vis)79 0,5 zalm (vette vis)65 16 C okkernoot 5 65 rijst 13 1 Welk verband zie je tussen het water- en lipidengehalte bij elk van die drie groepen? a b c Welke relatie is er tussen het watergehalte van wieren en hun groeiplaats aan de rotskust? Welke relatie is er tussen het watergehalte van planten en hun groeiplaats in en bij een vijver? Vergelijk het watergehalte van landplanten met dat van waterplanten. Staaf je antwoord met enkele voorbeelden.

11 24 THEMA 2 CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN ORGANISMEN DENKVRAGEN (Gebruik waar nodig tabellen 2.1 en 2.2 uit het leerboek.) 1 Op de ontbijttafel liggen brood, boter, vlees en peren. Hoe zou je aantonen dat brood rijk is aan zetmeel, boter aan vet, vlees aan proteïnen en peren aan glucose? Schrijf dat op in een tabel. Voedsel Hoofdbestanddeel Indicator Positieve reactie brood boter vlees peren 2 a Hoeveel water neemt een leeuw op als hij een antilope van 10 kg oppeuzelt? b c Hoeveel water neemt een paard op als het een zak haver van 10 kg naar binnen werkt? Hoeveel water neemt een koe op als ze 10 kg bieten eet? 3 Is de uitdrukking een appeltje voor de dorst wetenschappelijk verantwoord? Leg uit. 4 Teken een curve die de wijziging van het watergehalte gedurende de evolutie van een embryo tot een baby van twee maanden voorstelt. In abscis zet je het aantal maanden; in ordinaat het percentage water. Wat constateer je? 5 Uit welke C-verbindingen zijn organismen hoofdzakelijk opgebouwd? a dieren? b planten? 6 Organismen stapelen reserves op onder de vorm van sachariden of lipiden. Welke reservestoffen komen het meest voor a bij dieren? b bij planten? 7 Bij een zoutarm dieet is niet alleen keukenzout (NaCl) verboden, maar ook o.a. varkenslever. Het vleesverbruik is beperkt tot 100 g per dag. Waarom? 8 Hemoglobine is een ijzerhoudend eiwit. Anemie is een tekort aan hemoglobine. Welk voedsel zou je aanbevelen aan een persoon die aan anemie lijdt?

12 3 thema Autotrofe voeding Opdracht 3.1 De samenstelling van bladgroen Versnipper een kleine hoeveelheid groene bladeren in een mortier, maal ze fijn met een weinig zand en kook ze in 100 ml gedenatureerde ethanol. Voor de veiligheid zet je de ethanoloplossing in een warmwaterbad en sluit je de beker af met een kolf koud water. Na enige tijd ontkleuren de bladsnippers en kleurt de ethanoloplossing groen. Decanteer 50 ml van de warme oplossing in een zuivere beker van 250 ml, voeg er 10 ml water en 50 ml tolueen bij en schud goed. De groene pigmenten lossen op in tolueen en de gele of oranje pigmenten blijven opgelost in het ethanolwatermengsel. Giet het groene tolueenmengsel heel voorzichtig in een glazen reageerbuis en bewaar het voor verder onderzoek (opdrachten 3.2, 3.3 en 3.4). Wat stel je vast? Wat besluit je uit je vaststellingen? Opdracht 3.2 Papierchromatografie van bladgroen Wat is chromatografie? In een mengsel zitten zuivere stoffen. Iedere zuivere stof loopt met een welbepaalde snelheid op een welbepaalde drager in een welbepaalde loopvloeistof binnen een welbepaalde tijd tot op een welbepaalde hoogte op de drager. Knip een strook Watmann-1-papier die past in een maatcilinder van 500 ml (de randen van het papier mogen het glas niet aanraken). Giet 30 ml loopvloeistof (25,5 ml aceton, 3 ml petroleumether en 1,5 ml tolueen) in de maatcilinder en dek die af met een rubberen stop waaraan een oogvijs bevestigd is. Snipper enkele spinaziebladeren in een mortier en stamp ze fijn met zand en aceton (20 ml) tot je een donkergroene vloeistof bekomt (voeg er desnoods nog wat aceton bij). Je kunt ook wat extract nemen uit het tolueenmengsel van opdracht 3.1. Maak nu met behulp van een capillair buisje of een pasteurpipet op 30 mm van de onderste rand van het Watmann-1-papier een heel fijne streep van puntjes of vlekjes met het groene acetonmengsel. Herhaal dat minstens tienmaal na elkaar. Blaas op het papier terwijl je de puntjes aanbrengt, zo verdampt de aceton sneller. Hang het Watmann-1-papier aan de oogvijs in de maatcilinder, maar zorg ervoor dat de groene streep niet in de loopvloeistof hangt. Volg het verloop van het proces. Wat stel je vast? Wat besluit je uit je waarnemingen? Opmerking: in de herfst verkleuren de bladeren van bladverliezende bomen, ze verliezen hun groene kleur. Eerst wordt het chlorofyl afgebroken, later het caroteen. Welke golflengtepieken zullen er uit het absorptiespectrum van de verschillende pigmenten afnemen en zelfs verdwijnen?

13 26 THEMA 3 AUTOTROFE VOEDING Opdracht 3.3 Absorptie van licht door chlorofyl Schuif een kartonnen buis van 450 mm lang over de lens van een diaprojector zodat alle licht doorheen de buis moet. Klem de buis vast op een statief. Maak op 350 mm van de lens een horizontale spleet in de buis en steek er een stuk zwart karton in, in het midden voorzien van een spleet van 5 mm breed en 30 mm lang. Maak op 400 mm van de lens een gat waarin een reageerbuis past. Vul de reageerbuis met het tolueenmengsel van chlorofyl uit opdracht 3.1. Het witte licht van de diaprojectorlamp schijnt nu doorheen de opening in het karton en de reageerbuis met het tolueenmengsel. Het licht wordt geabsorbeerd en gereflecteerd. Welke stralen worden bij wit licht gereflecteerd? Plaats een rode of blauwe dia in de diaprojector. Welke stralen worden nu gereflecteerd? Wat stel je vast? Wat besluit je uit je waarnemingen? Opdracht 3.4 Absorptie van licht doorheen een chlorofyloplossing (demonstratieproef) Neem een kleine hoeveelheid groene bladeren. Breng ze in een bekerglas en overgiet de bladeren met ethanol (80 %). Verwarm dat mengsel op een elektrische plaat. Decanteer het mengsel als de bladeren voor het grootste deel ontkleurd zijn. Voeg bij een deel van de oplossing (bv. 50 ml) ongeveer 10 ml water. Meng de oplossing met een gelijke hoeveelheid tolueen. De groene chlorofylpigmenten lossen op in tolueen, de gele pigmenten blijven opgelost in de ethanolfase (je kunt ook starten met de oplossing uit opdracht 3.1). Breng de chlorofyloplossing in een smalle cuvet of een maatcilinder (opgelet: sommige plasticsoorten worden aangetast door tolueen!). Plaats de oplossing ongeveer 30 cm voor een sterke lichtbron en bekijk het licht dat doorheen de cuvet gegaan is en het licht dat aan de voorkant en aan de zijkanten van de cuvet te zien is. Wat stel je vast? Wat besluit je uit je waarnemingen? Opdracht 3.5 Het belang van CO 2 bij landplanten tijdens de fotosynthese Welke rol speelt de NaHCO 3 -oplossing? Steek een dag voor de les twee potplanten afzonderlijk in een plastic zak. Zet onder één zak een bekertje met NaOH - of KOH-kristallen, onder de andere een bekertje met een NaHCO 3 -oplossing. De plastic zak moet de volledige plant en ook de pot omvatten. Sluit de zak goed af en belicht de planten gedurende 12 uren. Voer daarna, na ontkleuring met alcohol, de zetmeeltest uit op een of meerdere bladeren. Zorg ervoor dat je de CO 2 -arme kunt onderscheiden van de CO 2 -rijke planten. Noteer de chemische reactie die er tussen NaOH of KOH en het CO 2 -gas in water plaatsvindt.

14 THEMA 3 AUTOTROFE VOEDING 27 Opdracht 3.6 Gebruik van CO 2 -gas uit het water voor de fotosynthese door waterplanten (p cd-rom) Referentieproef Verdun, juist voor gebruik, een kresolrood-thymolblauwoplossing tienmaal. Je vertrok oorspronkelijk van een stamoplossing. Maak de kresolroodindicator als volgt: los 0,2 g thymolblauw en 0,1 g kresolrood op in 10 ml ethanol. Los 0,84 g zuiver natriumwaterstofcarbonaat op in 900 ml gedestilleerd water. Doe de alcoholische oplossing bij de waterstofcarbonaatoplossing en breng het volume met gedestilleerd water op 1 liter. Doe 5 ml van de verdunde oplossing in een cultuurbuis en test de indicator door erin uit te ademen (CO 2 -rijke lucht). De indicator kleurt geel. Door de indicator op te warmen in een warmwaterbad zal de CO 2 aan de oplossing ontsnappen en kleurt de oplossing rood. Uitvoering: Vul vier cultuurbuizen met de verdunde kresolroodthymolblauwplossing. Cultuurbuis 1 bevat een CO 2 -rijke oplossing (door erin uit te ademen), dus de kleur is geel. Cultuurbuis 2 werd vooraf verwarmd zodat de oplossing CO 2 -arm geworden is, de oplossing is rood. In cultuurbuis 3, met gele oplossing, hang je een waterpestplantje. In cultuurbuis 4, met gele oplossing, hang je eveneens een waterpestplantje, maar die cultuurbuis wordt afgesloten van het licht met aluminiumfolie of zwart karton. Plaats de cultuurbuizen op 35 cm van de lichtprojector. Vul de tabel verder aan. Wat stel je vast? Formuleer een besluit. Cultuurbuis (belicht) 4 (donker) Kleur indicator Opdracht 3.7 Tijdens de fotosynthese komt er zuurstofgas vrij (p cd-rom) De indicator indigokarmijn kleurt blauw in zuurstofrijk water. Als zuurstofgas echter aan de oplossing onttrokken wordt, slaat de kleur om naar geel tot geelgroen. De vloeistof wordt opnieuw blauw als er terug zuurstofgas aan toegevoegd wordt. We kunnen zuurstofgas aan een oplossing onttrekken door toevoeging van natriumdithioniet (Na 2 S 2 O 4 ). Referentieproef Vul een cultuurbuis voor 3/4 met water. Voeg er met een spatel een weinig indigokarmijnpoeder aan toe en meng goed. Er ontstaat een blauwe oplossing. Onttrek het zuurstofgas aan de oplossing door toevoeging van een weinig natriumdithioniet (Na 2 S 2 O 4 ) in poedervorm. Door de buis met een stop af te sluiten en ze herhaaldelijk langzaam te kantelen zal de blauwe oplossing geel tot geelgroen worden. Lukt dat niet onmiddellijk, voeg dan opnieuw Na 2 S 2 O 4 toe. Als de gele oplossing goed geschud wordt en zo terug in contact komt met de lucht, keert de blauwe kleur terug. Indigokarmijn is dus een indicator voor zuurstofgas. Opmerking Na 2 S 2 O 4 is in de handel verkrijgbaar, verpakt in plastic en metaal. De metalen verpakking is extra afgesloten met plakband. Dat is noodzakelijk om te vermijden dat natriumdithioniet met zuurstofgas uit de lucht en vocht in contact komt. Het fijne, witte poeder zou dan klonteren. Bewaar het dus droog, best in een exsiccator. De hierna volgende reacties maken duidelijk wat er gebeurt: Na 2 S 2 O 4 + H 2 O + O 2 p NaHSO 2 + NaHSO 4 2 Na 2 S 2 O 4 + O 2 p 2Na 2 S 2 O 5 Uitvoering Vul drie cultuurbuizen met CO 2 -rijk spuitwater of een 1 % oplossing van NaHCO 3 in water tot ze overlopen. Voeg er enkele druppels indigokarmijn aan toe tot het water blauw kleurt. Door een weinig (spatelpuntje) Na 2 S 2 O 4 toe te voegen en langzaam te mengen, terwijl je de cultuurbuis met een stop afsluit, zal alle zuurstofgas gebonden worden door het Na 2 S 2 O 4. Het water kleurt nu geelgroen. Cultuurbuis 1 fungeert als blanco: er wordt niets aan toegevoegd. In cultuurbuizen 2 en 3 steek je een waterpesttakje, met de vers afgesneden stengel naar boven en volledig ondergedompeld. Dek cultuurbuis 3 volledig af met aluminiumfolie. Sluit de cultuurbuizen af met een stop en zet ze, gedurende ongeveer 15 minuten, op 40 cm van de lichtprojector. Observeer en noteer je waarnemingen. Wat kun je hieruit besluiten?

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel Zuurstofgas is heel belangrijk voor dieren en dus ook voor de mens. Samen met de suikers die we opeten, zorgt zuurstofgas ervoor dat

Nadere informatie

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel

Aan de slag 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel 1bis Samenhang tussen het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel Zuurstofgas is heel belangrijk voor dieren en dus ook voor de mens. Samen met de suikers die we opeten, zorgt zuurstofgas ervoor dat

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be

Nadere informatie

Vorming van niet-metaaloxiden

Vorming van niet-metaaloxiden Vorming van niet-metaaloxiden Leerlingenproef 4: verbranden van koolstof ORIËNTEREN Welke organische stofklasse ontstaat er bij het verbranden van koolstof? Hypothese: Er ontstaat een niet-metaaloxide,

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart) Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste

Nadere informatie

DEEL 2. Papierchromatografie. VWO 6 BIOLOGIE Practisch SchoolOnderzoek 2 12 april min

DEEL 2. Papierchromatografie. VWO 6 BIOLOGIE Practisch SchoolOnderzoek 2 12 april min VWO 6 BIOLOGIE Practisch SchoolOnderzoek 2 12 april 2012 45 + 75 min Naam:. Klas: Het Praktisch Schoolexamen bestaat uit 2 gedeelten. In het eerste deel ga je een proefopzet opstellen hoe de natuurzuiverheid

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties. 3 de jaar. Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek

Onderzoekscompetenties. 3 de jaar. Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek Onderzoekscompetenties 3 de jaar Hfdst 4 Hoe verlopen chemische reacties? A Tekst leerlingen: leerwerkboek Onderzoek: het behoud van atoomsoorten in een reactiereeks Werkmethode 1. Wat onderzoeken? Probleemstelling

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.

Nadere informatie

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof. OPDRACHT 9 Practicum Om je kennis van de scheidingsmethoden en oplosbaarheid te vergroten volgen hieronder een aantal proeven. Ook krijg je een proef over indicatoren / reagens. Met behulp daarvan kun

Nadere informatie

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test.

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test. Bereiding en eigenschappen van CO 2 Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test. 1.1 Onderzoeksvraag Hoe kunnen we CO 2 aantonen? 1.2 Mogelijke hypothesen 1.2.1 Geen interactie: Er vormt zich

Nadere informatie

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41 3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 HOCUS POCUS... BOEM VERSIE PR O EF DE CHEMISCHE REACTIE WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 14/04/16 20:53 HOOFDSTUK 1 CHEMISCHE REACTIES EN FYSISCHE VERSCHIJNSELEN 1.1 Chemische reactie en fysisch verschijnsel

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48 3 1 De cel 3 Autotrofe voeding 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese 44 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 3 Verband cel - weefsel - orgaan - stelsel

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

... Lesfiche. Experimentjes met planten. graad 1, 2 en 3

... Lesfiche. Experimentjes met planten. graad 1, 2 en 3 Lesfiche Experimentjes met planten graad 1, 2 en 3 Wist je dat planten net als ons drinken, eten, zweten en ademen? En dat zaadjes geen licht nodig hebben om te ontkiemen? Via deze leuke experimentjes

Nadere informatie

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kevin Koorda 31 january 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/71664 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

CHIPS. light versus naturel

CHIPS. light versus naturel CHIPS light versus naturel 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Voedingswaarden van chips volgens de etiketten op de verpakking... 4 3. Experimenten... 5 Experiment 1: Vetgehalte van chips bepalen... 5 Experiment

Nadere informatie

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Kevin Koorda 31 January 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/71664 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Les wetenschappen: biologie

Les wetenschappen: biologie Les wetenschappen: biologie 1. De ontdekking van cellen: Vermogen= 0,2mm Lichtmicroscoop= x 1000 Elektronenmicroscoop= x 1000 2. Cellen in relatie met andere organisatieniveaus: Organisme Algemeen Konijn

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen

Nadere informatie

Wa W rm r t m e Inlage

Wa W rm r t m e Inlage Inlage Proef 1 nattigheid - 1 Erlenmeyer (nr. 10) - 1 Rubberen stop (nr. 18) - Heet water Doe wat heet water in de erlenmeyer. Doe de stop erop en kijk wat er gebeurt. Kun je dit beschrijven? Proef 2 Frisse

Nadere informatie

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO

Nadere informatie

PRACTICUM CHEMIE KLEUREN

PRACTICUM CHEMIE KLEUREN PRACTICUM CHEMIE KLEUREN Tijdens de labo s komen we in contact met vele stoffen. Elk met een eigen kleur, geur, viscositeit, Op het eindtest kan het gebeuren dat de kleuren van bepaalde stoffen gevraagd

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Proef 50 Vingerafdrukken zoeken met behulp van cacao- en talkpoeder

Proef 50 Vingerafdrukken zoeken met behulp van cacao- en talkpoeder Proef 50 Vingerafdrukken zoeken met behulp van cacao- en talkpoeder 1. Onderzoeksvraag We nemen vingerafdrukken van 3 verdachten van de moord om deze uiteindelijk te vergelijken met de gevonden vingerafdruk

Nadere informatie

Onderzoeksthema: DNA extractie uit levende cellen (kiwi) (6 jaar) C. Schramme

Onderzoeksthema: DNA extractie uit levende cellen (kiwi) (6 jaar) C. Schramme Onderzoeksthema: DNA extractie uit levende cellen (kiwi) (6 jaar) C. Schramme Bij dit onderzoekje wordt het accent in hoofdzaak gelegd op het leren ontwikkelen van een onderzoeksmethode, een werkwijze,

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing van de testkits in de chemische wateranalysekoffer

Gebruiksaanwijzing van de testkits in de chemische wateranalysekoffer Gebruiksaanwijzing van de testkits in de chemische wateranalysekoffer Meting zuurstofgehalte (mg/l O ² ) 1. Spoel de BOD-fles uit met het te onderzoeken water. 2. Laat de BOD-fles voorzichtig vol lopen

Nadere informatie

30 ste Vlaamse Chemie Olympiade

30 ste Vlaamse Chemie Olympiade 30 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2012-2013 2 de ronde 20 februari 2013 Je naam en voornaam: E-mail: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal lesuren chemie per week

Nadere informatie

ontleding van bakpoeder tot soda

ontleding van bakpoeder tot soda ontleding van bakpoeder tot soda 1. Onderzoeksvraag Welk gas ontstaat er bij de thermolyse van bakpoeder? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Gasvormingsreactie (een reactie waarbij

Nadere informatie

Reacties met een kleurtje

Reacties met een kleurtje Supplement bij: Offereins, M. en J.R. Bette (2008). Een uitje met een DOEL. NVOX, 33(10), 442-443. Reacties met een kleurtje DATUM UITVOERING: Afdeling Laboratoriumtechniek Algemene informatie Doel: het

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas: Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H

Nadere informatie

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Datum Voorzitter Secretaris Klusser Datum Voorzitter Secretaris Klusser Elaborate Aan de slag 4: Het winnen van koper uit malachiet teamopdracht Inleiding De bereiding van koper uit malachiet gaat in verschillende stappen: Stap 1: het maken

Nadere informatie

Gisten en wafels... Doe - activiteit Doe - activiteit

Gisten en wafels... Doe - activiteit Doe - activiteit 1 Gisten en wafels... OPDRACHT 1: Om goed te kunnen onderzoek wat gisten zijn, gaan we eerst wafels onderzoeken. Je hebt hiervoor 2 soorten deeg nodig... Maak het deeg zoals voorzien in de receptjes. Recept

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden. Stoffen scheiden Schrijf bij elke proef steeds je waarnemingen in je schrift. Bij het doen van experimenten is het belangrijk dat je goed opschrijft wat je hebt gedaan, zodat andere mensen jouw experiment

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop Presentatie door Tobias 1186 woorden 6 juni 2017 8,5 7 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen ordenen onder een microscoop Inleiding Ik heb dit onderwerp

Nadere informatie

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof. Boekverslag door D. 2309 woorden 17 juni 2010 6.3 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 3 Drop en ander snoep 3.1 Reactie en reactieschema 1 Bij het mengen worden stoffen alleen maar

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 2

Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door Adeline 2260 woorden 18 oktober 2016 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie Met nano wordt aangeduid dat iets erg

Nadere informatie

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD

LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD analogie bemerken tussen mens en plant, groeifactoren van een plant nagaan.. 1. Lesbegin : We hebben in de vorige les het chemisch proces bestudeerd van de voedselopname bij de mens naar analogie bestuderen

Nadere informatie

FOTOSYNTHESE bij PLANTEN

FOTOSYNTHESE bij PLANTEN FOTOSYNTHESE bij PLANTEN INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Inleiding Doel Theorie Opstelling Uitvoering Waarnemingen en berekeningen Foutenbespreking Conclusie Geraadpleegde literatuur Bijlagen INLEIDING Wij

Nadere informatie

CHEMIE. Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol. Prof. dr. Wanda Guedens Lic. Monique Reynders

CHEMIE. Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol. Prof. dr. Wanda Guedens Lic. Monique Reynders CHEMIE Weet wat je drinkt als je nog rijden moet!!! Een practicum over alcohol 2007 Universiteit Hasselt Introductie Weet wat je drinkt als je nog rijden moet! 1 In de chemie is een alcohol een koolstofverbinding

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme

Nadere informatie

Het kiemen van zaden

Het kiemen van zaden Het kiemen van zaden Dit Werkblad is van... Bij deze opdrachten gaan we in een aantal weken het ontkiemen van zaden volgen. We hebben daarvoor bonen uitgekozen, omdat dit zaden zijn, waarbij de ontkieming

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 3

Antwoorden hoofdstuk 3 Antwoorden hoofdstuk 3 1. Drie voorbeelden van een verbinding zijn water, een zout en bijvoorbeeld ammoniak. 2. Kaliumbromide een zuivere stof omdat kalium en broom in een verbinding zitten. 3. Hier vind

Nadere informatie

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende

Nadere informatie

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Osmose is een natuurkundig verschijnsel, waar ieder organisme mee te maken heeft. Zo speelt bij planten osmose een rol

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische-opdracht door een scholier 1902 woorden 12 oktober 2008 6,3 10 keer beoordeeld Vak Scheikunde De truc van de verdwenen puntenslijper

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken

Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken Leerlingeninstructie: Zuren en basen in de keuken Introductie Wat eet je? Wat drink je? Welke producten gebruik je tijdens je verzorging? Welke producten worden er bij jou thuis gebruikt om schoon te maken?

Nadere informatie

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel Auteurs: Sjoerd Schouten & Kelly Simons Studentnr: 0889861, 0879682 Datum: 8 Februari 2015 instituut: Hogeschool

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

FOTOSYNTHESE EXPERIMENTEN

FOTOSYNTHESE EXPERIMENTEN FOTOSYNTHESE EXPERIMENTEN V. Rasquin - 1 - EXPERIMENTEN P1 Bepaling van het O 2 -verbruik door een dier Doel van het experiment De ademhalingssnelheid van een dier bepalen, uitgedrukt in ml O 2 -verbruik

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

De ijzer en zwavelreactie

De ijzer en zwavelreactie De ijzer en zwavelreactie Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aantonen dat we ijzersulfide (FeS) anders is dan ijzer (Fe) en zwavel (S). Voorbereiding Begrippen als achtergrond voor experiment Stofeigenschappen:

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

Maken van siliconen uit zand

Maken van siliconen uit zand Maken van siliconen uit zand Onderzoeksvraag Kunnen we siliconen maken uit zand? Voorbereiding Begrippen als achtergrond voor experiment exotherme reactie redoxreacties Materiaal + stoffen - oogbescherming

Nadere informatie

Een kiem is het de groei van een zaadje naar plant. Een zaadje bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn voor groei.

Een kiem is het de groei van een zaadje naar plant. Een zaadje bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn voor groei. Een kiem is het de groei van een zaadje naar plant. Een zaadje bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn voor groei. In de eerste dagen van zaad naar plant is de groei dan ook enorm. De enzymen worden

Nadere informatie

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef

Nadere informatie

Samenvatting biologie thema 2

Samenvatting biologie thema 2 Samenvatting biologie thema 2 Doelstelling 1 Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. - Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen

Nadere informatie

Wat heeft mijn plant gegeten?

Wat heeft mijn plant gegeten? Wat heeft mijn plant gegeten? Deze toets gaat over drie manieren om te onderzoeken welke elementen planten in welke mate nodig hebben: deficiëntieonderzoek; de plant verbranden en de as onderzoeken; de

Nadere informatie

Practicum 1: bepalen enzymactiviteit

Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Practicum 1: bepalen enzymactiviteit Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij practicum 1 Versie 2012-2013 In deze module ga je een experiment uitvoeren. In dit experiment moet je de verschillende

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. Ordening van organismen: vroeger: plantenrijk - dierenrijk Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. huidige indeling:

Nadere informatie

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet

Nadere informatie

Het opzetten van je gisting

Het opzetten van je gisting Science in School Issue 24: Autumn 2012 1 Vertaald door Piet Das Het opzetten van je gisting Voor het uitvoeren van alle practica, heeft elk studententeam ongeveer 200 ml gefermenteerde most, 200 ml druivensap

Nadere informatie

Chocolade: de zilverspiegel

Chocolade: de zilverspiegel Chocolade: de zilverspiegel 1. Onderzoeksvraag oe reageert chocolade met Tollensreagens? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Redoxreacties+begrippen b. Materiaal + stoffen AgNO

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

Showdechemie2. Demonstreren met Showde. dechemie

Showdechemie2. Demonstreren met Showde. dechemie Demonstreren met Showde dechemie Programma 1. Twee demo s 2. Demonstreren kun je leren 3. Zelf aan de slag 4. Evaluatie Demonstreren kun je leren! Hoe? Kies een geschikte proef *open dag * ouderavond *

Nadere informatie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie Chemie in druppels Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie 4 Verschuiving van een chemisch evenwicht 4.1 Chemisch evenwicht Stikstofdioxide (NO 2) (roodbruin gas) kan omgezet worden tot

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Osmose bij verschillende concentraties

Praktische opdracht Biologie Osmose bij verschillende concentraties Praktische opdracht Biologie Osmose bij verschillende concentraties Praktische-opdracht door een scholier 2382 woorden 8 november 2007 6,7 91 keer beoordeeld Vak Biologie Osmose Osmose is een passief transport

Nadere informatie

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari 2003 5,4 145 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; voedselproductie Opdr1 1. Door bacteriën wordt de melk zuur. 2. In de koelkast planten bacteriën

Nadere informatie