Bijlage notitie 4. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Milieu
|
|
- Katrien de Boer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage notitie 4. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Milieu G.L. Velthof (Alterra Wageningen UR) November 2013 Uitspoeling van stikstof en fosfaat Het gebruiksnormenstelsel (stikstof, fosfaat, dierlijke mest) is er op gericht dat Nederland voldoet aan de eisen met betrekking tot de doelstellingen voor nitraat en fosfaat in het grond- en oppervlaktewater (eisen uit Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijnwater). In de vier scenario s is aangenomen dat de bemesting met mest en kunstmest wordt uitgevoerd binnen de gebruiksnormen en dat hiermee wordt voldaan aan de eisen uit deze Europese waterrichtlijnen. Ammoniakemissie De berekende totale ammoniakemissie uit de Nederlandse landbouw in 2011 is 83 miljoen ammoniak-n (=100 miljoen kg ammoniak; Tabel 1). De grootste bronnen zijn stallen en mesttoediening. Melkkoeien leveren de grootste bijdrage aan NH 3 -emissie (29 miljoen kg NH 3 -N). In de berekening van ammoniakemissie in 2011 (Van Bruggen et al. 2013) is uitgegaan dat miljoen kg fosfaat en miljoen kg stikstof (waarvan miljoen kg als pluimveemest, als varkensmest, als rundermest en als overige mestsoorten) in 2011 buiten de Nederlandse landbouw is afgezet. Dit betreft de afzet naar hobbybedrijven, natuurterrein, particulieren, mestverwerking en export van mest. In deze berekening is geen rekening gehouden met mogelijke emissies tijdens mestverwerking en tijdens de opslag van mestverwerkingsproducten. Ook is er geen rekening gehouden met mogelijke andere emissieeigenschappen van be- en verwerkte mest. Tabel 1. Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest (mln kg N; Van Bruggen et al. 2013) Stal Opslag Weiden Toedienen Totaal Totaal rundvee 17,87 0,65 0,95 24,43 43,89 melk- en kalfkoeien 11,01 0,37 0,49 17,48 29,34 jongvee incl. fokstieren 3,74 0,20 0,34 4,71 8,99 vleeskalveren 2,10 0,00 0,00 0,84 2,95 zoog-, mest- en weidekoeien 0,37 0,03 0,09 0,49 0,97 overig vleesvee 0,65 0,05 0,03 0,91 1,64 Schapen 0,09 0,01 0,13 0,09 0,31 Geiten 0,29 0,05 0,00 0,49 0,84 Paarden en pony's 0,39 0,05 0,07 0,48 0,99 Totaal varkens 11,48 0,39 4,45 0,00 16,31 vleesvarkens 7,93 0,26 2,67 0,00 10,86 fokvarkens 3,55 0,12 1,78 0,00 5,45 Totaal pluimvee 8,80 1,16 1,58 0,00 11,55 legpluimvee 6,07 1,04 0,45 0,00 7,56 vleespluimvee 2,74 0,12 1,13 0,00 3,99 Konijnen en pelsdieren 0,21 0,02 0,10 0,00 0,33 Totaal dierlijke mest 39,13 2,33 1,14 31,62 74,22 Kunstmest 8,51 Totaal 82,73 1
2 Er is een inschatting gemaakt van de ammoniakemissie bij de vier scenario s betreffende dierrechten en voerspoor. Bij elke scenario is berekend wat de bandbreedte is voor de benodigde mestafzet buiten de Nederlandse landbouw (Tabel 2). Deze is berekend op basis van de plaatsingsruimte voor fosfaat, er van uitgaande dat de buiten de Nederlandse landbouw afgezette mest een N/P 2 O 5 -verhouding van 1,3 had. Tabel 2. Mestproductie in miljoen kg N op basis PBL/WUR-schatting en benodigde afzet buiten de Nederlandse landbouw in 2011 en de vier scenario s voor De afzet buiten de Nederlandse landbouw in 2011 is afgeleid uit Van Bruggen et al. (2013) geen dierrechten; geen voerspoor geen dierrechten; wel voerspoor dierrechten; geen voerspoor Fokvarkens Vleesvarkens Pluimvee Melkvee melkjongvee < 1 jaar melkjongvee 1-2 jaar melk vr jongv >2 j +fokst > 2j Vleesvee, ex. kalveren Vleeskalveren Schapen, geiten Paarden, pony's Totaal dierrechten; wel voerspoor Afzet buitenlandbouw 67 minimum maximum * Aanname dat N/P 2 O5-verhouding van mest die buiten de landbouw wordt afgezet gelijk is aan 1,3 In de scenario s zonder dierrechten neemt de mestproductie van melkvee (iets) toe en die van overige vee blijft gelijk. De mestproductie van vleesvee neemt af in de scenario s zonder dierrechten, omdat er wordt aangenomen dat er minder vleesvee wordt gehouden in verband met beschikbaarheid ruwvoer. Bij een hogere excretie door melkvee zullen de ammoniakemissies uit stallen en mestopslagen proportioneel toenemen. Als wordt uitgegaan van de emissiefactoren, stalsystemen en het aandeel ammoniakale stikstof (TAN) in de totale N-excretie in 2011 (Van Bruggen et al. 2011), leiden de vier scenario s tot de volgende verandering in ammoniakemissie uit stallen en mestopslagen in de vier scenario s: geen dierrechten; geen voerspoor: + 1,4 miljoen kg NH 3 -N geen dierrechten; wel voerspoor: -0,3 miljoen kg NH 3 -N dierrechten; geen voerspoor: + 0,3 miljoen kg NH 3 -N dierrechten; wel voerspoor: - 1,3 miljoen kg NH 3 -N De toename uit melkveestallen en mestopslagen bedraagt 1,61 miljoen kg N in het scenario met zowel geen dierrechten als geen voerspoor, terwijl die van vleesvee met 0,18 miljoen kg N afneemt (niet getoond in de tabel). Hierbij moet worden opgemerkt dat in het kader van Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) rantsoenmaatregelen en maatregelen in stallen worden voorzien om de ammoniakemissie te beperken. In de melkveehouderij kan hierdoor mogelijk de ammoniakemissie worden gereduceerd. Hiervoor zal onder andere de Kringloopwijzer (Bedrijfsspecifieke Excretie, BEA) worden gebruikt. Mestverwerkingsinstallatie en de opslag van mestverwerkingsproducten zijn mogelijke extra bronnen van ammoniakemissie, waarmee nu in de landelijke berekeningen geen rekening wordt gehouden. Er zijn weinig metingen uitgevoerd naar de ammoniakemissie tijdens mestverwerking, zodat kwantificering met een grote onzekerheid gepaard gaat. Uit gegevens van Hoeksma et al. (2011) in het kader van de pilot Mineralenconcentraten blijkt dat er stikstof verloren gaat in de installaties waar mineralenconcentraten worden geproduceerd. Het betreft installaties waarin mest wordt gescheiden (met verschillende technieken), gevolgd door omgekeerde osmose. Gebaseerd op deze gegevens wordt aangenomen dat 10% van de N verloren gaat tijdens het verwerkingsproces. Er wordt verondersteld dat het grootste deel als ammoniak verloren is gegaan (50% van de verloren stikstof; dus 5% van totaal N) en dat de overige stikstof verloren is gegaan als N 2 (40%), N 2 O (5%) en NO X (5%). Dit komt ook overeen met de aannamen die in de LCAstudie van De Vries et al. (2011) zijn gedaan. Vergisting van mest vindt plaats in een afgesloten 2
3 systeem, zodat er tijdens mestvergisting geen extra ammoniakemissie optreedt. Er kan ammoniak in het biogas aanwezig zijn, die na verbranding waarschijnlijk wordt omgezet in NOX en niet als ammoniak naar de atmosfeer ontsnapt. Tijdens composteren van mest kan er ammoniak worden gevormd en geëmitteerd. Afhankelijk van de temperatuur en methode van composteren kan de ammoniakemissie enkele procenten tot meer dan 10% bedragen (Martin en Dewes, 1992; Sommer en Dahl, 1999). Uit een literatuurstudie van Mosquera et al. (2010) volgt dat het stikstofverlies tijdens opslag van de dikke en de dunne fracties van gescheiden varkensdrijfmest vergelijkbaar was met die van onbehandelde varkensdrijfmest. Het stikstofverlies tijdens de opslag van de dunne fractie van rundveedrijfmest was even groot als van ruwe rundveedrijfmest. De opslag van de dikke fractie van rundveedrijfmest leidde tot een hoger ammoniumverlies dan de opslag van de dunne fractie en van onbehandelde mest, maar het verlies aan totaal stikstof was lager. Mosquera et al. (2010) hebben daarnaast in een incubatieproef de gasvormige emissies van producten na mestscheiding bepaald. Uit dit onderzoek volgde dat de ammoniakemissie van de dikke fractie in opslag een factor 3,5 lager dan was dan die van onbehandelde mest in opslag. De emissie van de dunne fractie was een factor 1,3 hoger dan die van onbehandelde mest. Uit deze studies volgt geen eenduidig beeld over ammoniakemissie tijdens opslag van mestproducten. De opslag van onbehandelde drijfmest en dunne fractie moet worden afgedekt (dit is een wettelijke verplichting), waardoor de emissie sterk wordt gereduceerd. De ammoniakemissie uit mestopslagen is daarom relatief laag (Tabel 1). De opslag van de dikke fractie vindt vaak plaats in een open ruimte, waardoor de ammoniakemissie kan toenemen. De duur van de opslag is afhankelijk van de wijze van mestscheiding (mobiele scheider of grootschalige scheiding) en de afzetmarkt. In tabel 2 staat de mestafzet buiten de Nederlandse landbouw in 2011 en de berekende afzet in de vier scenario s. Het verschil tussen de benodigde mestafzet in de vier scenario s en de afzet buiten de landbouw in 2011 is de extra afzet die moet worden gerealiseerd. Op basis van de door de sector geleverd informatie is afgeleid dat in kg fosfaat buiten de Nederlandse landbouw werd afgezet (pluimveemest niet meegerekend), waarvan kg als gehygiëniseerd digestaat, als gehygiëniseerde (dikke) mest, als dikke fractie en als compost en champost. De afzet van mest buiten de Nederlandse landbouw zal waarschijnlijk grotendeels in de vorm van deze producten plaatsvinden. Als wordt aangenomen dat de helft van de mestverwerkingstechnieken tot geen extra ammoniakemissie leiden en de andere helft tot een ammoniakemissie van 5% van totaal stikstof in de mest (uit zowel mestverwerking als mestopslag), dan zal mestverwerking tot extra ammoniakemissie leiden (berekend op basis van de cijfers over benodigde afzet in Tabel 2): geen dierrechten; geen voerspoor: verandering ammoniakemissie t.o.v. 2011: +0,2 tot +0,5 miljoen kg NH 3 -N geen dierrechten; wel voerspoor: -0,3 tot 0 miljoen kg NH 3 -N dierrechten; geen voerspoor: 0 tot +0,3 miljoen kg NH 3 -N dierrechten; wel voerspoor: -0,5 tot -0,2 miljoen kg NH 3 -N De ammoniakemissie tijdens beweiding bedraagt 2,8% van de TAN en is veel lager dan die van dunne mest aangewend met een zodebemester (19% van TAN; Van Bruggen et al. 2013). Afname van beweiding en toename van opstallen van melkkoeien zal leiden tot een toename van de ammoniakemissie. Het wordt niet verwacht dat de beweiding zal toenemen bij het verdwijnen van productiebegrenzing. Waarschijnlijk neemt de beweiding verder af, waardoor de ammoniakemissies toenemen. De emissies bij aanwenden van mest kunnen veranderen, indien producten uit mestverwerking zullen toenemen. De Commissie van Deskundigen Meststoffen (CDM) heeft op verzoek van het ministerie van EZ een protocol opgesteld waarmee het risico op emissies en uitspoeling van producten uit mestver- en bewerkingen kan worden beoordeeld (Velthof et al. 2013). Dit protocol is gebruikt voor beoordeling van verschillende meststoffen (CDM, 2013). In die beoordeling is de samenstelling van verschillende mestproducten afgeleid op basis van literatuur (Tabel 3). De ammoniakemissie is afgeleid met het model Alfam (Søgaard et al. 2002). De berekende emissiefactoren staan in Tabel 4. Bij sommige producten is de emissie berekend bij zowel bovengronds uitrijden als emissiearm. De ammoniakemissie van dunne fractie en mineralenconcentraten in procent van toegediende TAN is vergelijkbaar met die van onbehandelde dunne mest. De afzet van mest buiten de Nederlandse landbouw vond in 2012 plaats als gehygiëniseerd digestaat, gehygiëniseerde (dikke) mest, de dikke fractie van gescheiden mest en compost en champost (WUR Livestock Research). De dunne fractie en mineralenconcentraat moeten in Nederland emissiearm worden toegediend. De ammoniakemissie van dunne fractie, mineralenconcentraten en concentraat uit ultrafiltratie bedraagt 7-9% van totaal N volgens de Alfam-berekening (Tabel 4) en deze emissiefactoren zijn lager of vergelijkbaar met die van dunne rundermest (8-9%) en dunne varkensmest (10-11%). Aannemende dat als alle dunne mestproducten emissie-arm worden toegediend, zal de 3
4 ammoniakemissie bij aanwenden van mest in de vier scenario s niet toenemen en mogelijk zelfs afnemen bij eenzelfde hoeveelheid toegediende N als mest in Nederland. Het stikstofkunstmestgebruik zal waarschijnlijk iets afnemen in de vier toekomst scenario s. Verwacht wordt dat er meer stikstof uit mest zal worden gebruikt omdat N/P-ratio zal toenemen door mestscheiding (afzet P-rijke mestproducten) en de landbouwkundige stikstofwerking van dunne fractie en mineralenconcentraten hoger is dan onbehandelde mest. Lesschen et al. (2011) berekenden dat als 10% van alle varkensmest en rundermest in Nederland wordt verwerkt tot mineralenconcentraten en dikke fractie, de hoeveelheid benodigde stikstofkunstmest met 8% daalt. De hoeveelheid mest die wordt verwerkt in de vier scenario s is lager dan in de studie van Lesschen et al. (2011) en een groot deel zal niet worden verwerkt tot mineralenconcentraat. De ammoniakemissie uit kunstmest bedroeg in ,5 miljoen kg N. De afname van ammoniakemissie door minder kunstmestgebruik in de vier scenario s wordt geschat op 5-10% van de emissie uit kunstmest (0,43-0,85 miljoen kg N). Concluderend, de ammoniakemissie zal in de vier scenario s bij verder gelijkblijvende uitgangspunten weinig veranderen (Tabel 5). Mogelijk zal de emissie iets toenemen in de scenario s zonder voerspoor, maar de onzekerheden in deze schattingen zijn groot. De mestproducten die vanuit Nederland naar het buitenland zijn geëxporteerd, kunnen daar tot een verhoging van de ammoniakemissie leiden. Deze emissie in buitenland door in Nederland geproduceerde mest is niet beschouwd in de berekeningen. 4
5 Tabel 3. Samenstelling meststoffen (CDM, 2013). Mestsoort Bron Drogestof Org stof N totaal N mineraal P2O5 Nm/Ntot Ntot/P2O5 ph g/kg g/kg g/kg g/kg g/kg Runderdrijfmest Den Boer et al,, ,1 2,0 1,5 0,49 2,73 6,7-8,5 5 Varkensdrijfmest Den Boer et al,, ,1 4,6 4,6 0,65 1,54 7,7 4 Dikke fractie na mestscheiding; rundermest Den Boer et al,, ,8 1,6 4,4 0,21 1,77 Dikke fractie na mestscheiding; varkensmest Den Boer et al,, ,5 3,8 12,4 0,36 0,85 8,2 5 Vaste stalmest; rundvee Den Boer et al,, ,3 0,9 2,8 0,17 1,89 7,8-9,2 Vaste stalmest; varkens Den Boer et al,, ,9 2,6 7,9 0,33 1,00 7, 9-8,5 5 Mineralenconcentraat Ehlert & Hoeksma, ,5 7,0 6,3 0,4 0,90 17,05 7,95 Gedroogde dikke fractie na mestscheiding; rundermest Ehlert & Hoeksma, Vlaco ,2 21,4 0,3 15,0 0,01 1,43 7,8 9,2 Gedroogde dikke fractie na mestscheiding; varkensmest Ehlert & Hoeksma, Vlaco ,4 23,5 0,8 42,2 0,03 0,56 7,9 8,5 Digestaat na co-vergisting van mest, varkens 1 Den Boer et al,, ,1 5,4 4,6 0,76 1,54 7,73 4 Digestaat na co-vergisting van mest, rundvee 1 Den Boer et al,, ,1 2,6 1,5 0,63 2,73 8,08 4 Permeaat uit omgekeerde osmose Ehlert & Hoeksma, ,3 0 0,2 0,2 0,0 0,97 21,9 7,97-8,24 4 Dunne fractie, low-tech scheiding, rundvee Den Boer et al,, ,7 2,0 1,2 0,54 3,08 7,96 4 Concentraat uit ultrafiltratie Ehlert & Hoeksma, ,7 5,5 3,5 1,0 0,63 5,46 8,08-8,18 4 Kippenmest, leghennen, mestband zonder nadrogen 2 Den Boer et al,, ,6 12,7 19,6 0,5 1,31 7,3 8 Champost Den Boer et al,, ,6 0,4 4,5 0,05 1,69 7,4 7 Verwerkte kalvergier 3 Den Boer et al,, ,5 40,0 3,8 6,1 0,1 6,56 7,7 9 Tabel 4. Berekende ammoniakemissie in % van toegediende N bij toediening van 100 kg N per ha op 1 maart op basis van berekeningen met het Alfam-model (CDM, 2013). Meststof Toedienings- methode Ammoniakemissie, % van toegediende N Grasland Bouwland Zand/ loess Klei/ veen Zand/ loess Klei/ veen Vaste stalmest; varkens Bovengronds Vaste stalmest; rundvee Bovengronds Varkens drijfmest Bovengronds Varkens drijfmest Zodebemesting Runder drijfmest Bovengronds Runder drijfmest Zodebemesting Mineralenconcentraat Bovengronds Mineralenconcentraat Bovengronds; stroken Mineralenconcentraat Zodebemesting Dikke fractie na mestscheiding Bovengronds Gedroogde dikke fractie Bovengronds Digestaat na co-vergisting van mest, Bovengronds varkens Digestaat na co-vergisting van mest, Zodebemesting varkens Digestaat na co-vergisting van mest, Bovengronds rundvee Digestaat na co-vergisting van mest, Zodebemesting rundvee Permeaat uit omgekeerde osmose Bovengronds Permeaat uit omgekeerde osmose Zodebemesting Dunne fractie, low-tech scheiding, rundvee Bovengronds Dunne fractie, low-tech scheiding, rundvee Zodebemesting Concentraat uit ultrafiltratie Bovengronds Concentraat uit ultrafiltratie Zodebemesting Kippenmest Bovengronds Champost Bovengronds Verwerkte kalvergier Bovengronds Verwerkte kalvergier Zodebemesting
6 Tabel 5. Verandering in ammoniakemissie in miljoen kg N in de vier scenario s ten opzichte van Beweiding en aanwending zijn kwalitatief beschreven. Scenario Stallen en mestopslagen Mestverwerking incl. opslag Kunstmest Beweiding Aanwenden mest Geen dierrechten; geen voerspoor 1,4 0,2 tot 0.5-0,9 tot - 0,4 gelijk/toename* afname/gelijk Geen dierrechten; wel voerspoor -0,3-0,3 tot 0-0,9 tot - 0,4 gelijk/toename afname/gelijk Dierrechten; geen voerspoor 0,3 0 tot 0,3-0,9 tot - 0,4 gelijk/toename afname/gelijk Dierrechten; wel voerspoor -1,3-0,5 tot -0,2-0,9 tot - 0,4 gelijk/toename afname/gelijk *door minder beweiding neemt ammoniakemissie toe (hogere emissie uit stallen) Methaan- en lachgasemissie De landbouw is een belangrijke bron van methaan- en lachgasemissies (in totaal 16.0 Tg CO 2 - equivalenten in 2011, waarvan 9.2 Tg CO 2 -equivalenten als methaan en 6.9 Tg CO 2 -equivalenten als lachgas; Tabel 6). De totale broeikasgasemissie in Nederland (alle bronnen) bedroeg 197,7 Tg in 2011 (inclusief broeikasgasemissies gerelateerd aan veranderingen in landgebruik). Pensfermentatie bij rundvee (voornamelijk melkkoeien) is de belangrijkste bron van methaan (Tabel 6). Daarnaast is de methaanemissie uit mestopslagen een methaanbron. De totale methaanemissie uit de melkveesector (melkvee + jongvee) bedraagt ongeveer 50% van de totale methaanemissie in Nederland. Hiervan is ongeveer 70% afkomstig van pensfermentatie. Landbouwgronden emiteren lachgas, waarbij de toevoer van stikstof via kunstmest, dierlijke mest en beweiding de belangrijkste bron is. Tabel 6. Methaan- en lachgasemissie in 2011, Tg CO 2 equivalenten (Coenen et al. 2013). Gas Bron Emissie, Tg CO 2 eq Methaan pens fermentatie Rundvee 5,8 Varkens 0,4 Overig 0,4 stal en mestopslag Rundvee 1,8 Varkens 0,8 Pluimvee 0,02 Overig 0,04 Totaal CH 4 9,2 Lachgas stal en mestopslag 1,1 Landbouwgronden direct (kunstmest, mest, gewasresten) 3,2 Beweiding 1,1 indirect via uitspoeling en ammoniakemissie 1,4 Totaal N 2 O 6,9 Totaal 16,0 In de scenario s met dierrechten wordt uitgegaan dat het aantal melkkoeien met 2% stijgt en het aantal jongvee gelijk blijft en in de scenario s zonder dierrechten wordt uitgegaan dat het aantal melkkoeien met 9% stijgt en het aantal jongvee gelijk blijft. Bij een gelijkblijvend rantsoen zou de methaanemissie door pensfermentatie van melkkoeien ook met 2 of 9% stijgen. Ongeveer 70% van emissie bij pensfermentatie van rundvee is van melkkoeien, i.e. 4,1 Tg CO 2 eq (70% x 5,8 = 4,1 Tg CO 2 eq). Bij een stijging van het aantal melkkoeien met 2% en gelijkblijvend rantsoen, zal de methaanemissie met 0,08 Tg CO 2 eq (4,1 x 2%) stijgen en bij 9% stijgt de emissie met 0,37 Tg CO 2 eq (4,1 x 9%). Bij een stijging van de productiviteit per melkkoe zal de methaanemissie verder stijgen en waarschijnlijk rond 0,3 Tg bedragen bij de scenario s met dierrechten en 0,7 Tg voor de scenario s zonder dierrechten. 6
7 De hoeveelheid mest in opslag zal ook stijgen en daardoor de methaanemissie uit mestopslagen. Deze stijging is echter beperkt (waarschijnlijk < 0,3 Tg CO 2 -equivalenten bij opslag van onbehandelde mest). Een deel van de mest zal in de vier scenario s worden opgeslagen als verwerkte mest. Mosquera et al. (2010) concluderen in hun onderzoek dat de gescheiden fracties uit mestscheiding tijdens opslag aanzienlijk minder methaan emitteren dan onbehandelde mest. De dunne fractie bevat minder afbreekbaar organisch materiaal dan ruwe mest en tijdens opslag van dikke fractie is de aanwezigheid van zuurstof minder gunstig voor methaanvorming. Ook andere methoden van mestverwerken (vergisten, composteren) zullen niet leiden tot meer methaanemissie (mogelijk minder). Dit betekent dat de methaanemissie uit mestopslagen amper zullen veranderen in de scenario s met mestverwerking. In de scenario s met voerspoor wordt uitgegaan dat de stikstof- en fosfaatexcreties omlaag gaan door rantsoenaanpassingen. In het algemeen leidt minder stikstof in het rantsoen tot meer CH 4 emissie door pensfermentatie (Dijkstra et al. 2011), maar een groter aandeel mais ten opzichte van gras in het rantsoen kan leiden tot minder CH 4. De effecten van minder fosfor in het rantsoen zijn naar verwachting kleiner dan die van minder stikstof. Tabel 7. Verandering in methaanemissie in Tg CO 2 equivalenten in de vier scenario s ten opzichte van Scenario Pensfermentatie Mestopslag Mestverwerking Geen dierrechten; geen voerspoor 0,7 < 0,3 0 Geen dierrechten; wel voerspoor afhankelijk rantsoen < 0,3 0 Dierrechten; geen voerspoor 0,3 < 0,1 0 Dierrechten; wel voerspoor afhankelijk rantsoen < 0,1 0 In het scenario zonder dierrechten en voerspoor neemt de mestproductie van rundvee (iets) toe en dat van overige vee blijft gelijk (Tabel 2). Bij een hogere mestproductie door rundvee zal de lachgasemissie uit stallen en mestopslagen proportioneel toenemen. Stallen en mestopslagen zijn echter een beperkte bron van lachgas (Tabel 6), omdat de lachgasemissie uit opslag van dunne mest gering is. Ongeveer 10% van de totale lachgasemissie uit stallen is afkomstig van melkveestallen (Van Bruggen et al. 2013), dit is ongeveer 0,11 Tg CO 2 -equivalenten (Tabel 6). Door de afname van vleesvee in de scenario s zonder dierrechten (Tabel 2) zal de totale N 2 O- emissie uit stallen en mestopslagen in deze scenario s amper veranderen. Mestbe- en verwerking kan leiden tot veranderingen in lachgasemissie tijdens opslag. Uit de studie van Mosquera et al. (2010) volgt dat nauwelijks lachgas vrijkomt uit de opslag van onbehandelde mest en de opslag van dunne fractie na scheiding. Uit de dikke fractie van gescheiden mest komt wel lachgas vrij. De lachgasemissie tijdens het composteren van mest is relatief hoog (Sommer en Dahl, 1999). De afzet van mest buiten de Nederlandse landbouw vond in 2012 plaats als gehygiëniseerd digestaat, gehygiëniseerde (dikke) mest, de dikke fractie van gescheiden mest en compost en champost (Tabel review mestverwerking). Het opslaan van de dikke fractie en het composteren van mest leidt tot hogere lachgasemissie dan het opslaan van dunne mest. In de emissieberekeningen voor de rapportages van broeikasgasemissies (Tabel 5) wordt uitgegaan de N 2 O-emissie uit stallen en mestopslagen 0,1% van de N-excretie bedraagt voor dunne mest en 2,5% voor vaste mest. Als wordt uitgegaan dat de helft van de naar het buitenland af te zetten mest een emissiefactor voor stallen, opslagen en mestverwerking heeft van 0,1% en de andere helft een emissiefactor van 2,5%, dan verandert de lachgasemissie in de vier scenario s als volgt: geen dierrechten; geen voerspoor: verandering lachgasemissie t.o.v. 2011: +0,05 tot +0,13 Tg CO 2 -equivalenten geen dierrechten; wel voerspoor: -0,07 tot +0,01 Tg CO 2 -equivalenten dierrechten; geen voerspoor: 0 tot +0,07 Tg CO 2 -equivalenten dierrechten; wel voerspoor: -0,12 tot -0,04 Tg CO 2 equivalenten Met het protocol voor beoordeling van het risico op emissies en uitspoeling uit producten van mestver- en bewerkingen van de CDM, is een schatting gemaakt van de emissiefactoren voor lachgas bij toedienen van mestproducten (Velthof et al. 2013). Het inwerken van mestproducten verhoogt de lachgasemissie ten opzichte van bovengronds aanwenden. De dunne fractie leidt tot een hogere emissie en de dikke fractie tot een lagere emissie van lachgas dan onbewerkte mest. Dit wordt bevestigd door de metingen van Mosquera et al. (2010) onder gecontroleerde omstandigheden. In een systeem met mestverwerking wordt de dikke fractie afgezet buiten de Nederlandse landbouw en zal de dunne fractie binnen Nederland worden gebruikt. Dit betekent dat de fractie met een lagere N 2 O-emissie dan onbehandelde mest naar buitenland wordt afgezet en dat de fractie met een hogere N 2 O-emissie binnen de Nederlandse landbouw wordt afgezet. Netto leidt dit tot een hogere N 2 O-emissie in Nederland. De dunne fractie en mineralenconcentraten hebben een hoger aandeel werkzame N dan onbehandelde mest. Dit betekent dat er minder stikstofkunstmest nodig is bij eenzelfde 7
8 hoeveelheid totaal stikstof. De N 2 O-emissie uit kunstmeststof zal daarom naar verwachting afnemen en compenseert voor deel de toename van N 2 O-emissie door mestverwerking. De afname van lachgasemissie door minder kunstmestgebruik zal in de scenario s wordt geschat op 5-10% van de emissie uit kunstmest (0,06-0,12 Tg CO 2 -eq). De lachgasemissie tijdens beweiding bedraagt 3,3% van de N en is hoger dan die van dunne mest (0,9% van N; ministerie van I&M, 2013). Afname van beweiding en toename van opstallen van melkkoeien zal leiden tot een afname van de lachgasemissie. Het wordt niet verwacht dat de beweiding zal toenemen bij het verdwijnen van productiebegrenzing. Mogelijk neemt de beweiding af in de vier scenario s, waardoor de N 2 O-emissies zullen toenemen. De totale lachgasemissie verandert weinig in de vier scenario s. De emissies tijdens mestverwerking en opslag van mestverwerkingsproducten nemen waarschijnlijk iets toe en die van kunstmest en beweiding nemen iets af. Tabel 8. Verandering in lachgasemissie in Tg CO 2 equivalenten in de vier scenario s ten opzichte van Scenario Beweiding Stal en mestopslag Mestverwerking Kunstmest Aanwenden mest Geen dierrechten; geen voerspoor 0 +0,05 tot +0,13 < - 0,12 toename afname/gelijk Geen dierrechten; wel voerspoor 0-0,07 tot +0,01 < - 0,12 toename afname/gelijk Dierrechten; geen voerspoor 0 0 tot +0,07 < - 0,12 toename afname/gelijk Dierrechten; wel voerspoor 0-0,12 tot 0,04 < - 0,12 toename afname/gelijk Conclusies: De totale methaanemissie zal stijgen in de vier scenario s, door de aanwezigheid van meer melkkoeien (pensfermentatie). De stijging in methaanemissie zal waarschijnlijk (iets) groter zijn in de scenario s met verlaging van het stikstofgehalte in het rantsoen, maar dit is sterk afhankelijk van het type rantsoen. In het algemeen neemt de methaanemissie toe bij een afnemend stikstofgehalte en toename van het aandeel ruwvoer in het rantsoen. De lachgasemissie zal weinig veranderen. De emissies tijdens mestverwerking en aanwenden van mest zullen iets toenemen en die van kunstmesttoediening en beweiding iets afnemen. De totale broeikasgasemissies als methaan en lachgas zullen met een paar procent toenemen in de vier scenario s. In het convenant Schoon en Zuinig zijn afspraken gemaakt tussen overheid en landbouw sector over terugdringen broeikasgasemissies. De hier geschetste toename van broeikasemissies in de scenario s zullen naar verwachting opgevangen kunnen worden door maatregelen uit Schoon en Zuinig. Aanvoer van organische stof naar landbouwgronden De aanvoer van organische stof naar landbouwgronden is belangrijk voor het in stand houden van de bodemvruchtbaarheid. De aanvoer van effectieve organische stof naar landbouwgronden bedroeg 5104 miljoen kg per jaar in 2009 (Schils et al. 2012). Effectieve organische stof is de organische stof die één jaar na toediening nog in de bodem aanwezig is. Gewasresten op grasland zijn de belangrijkste bron van organische stof (38%) gevolgd door dierlijke mest (30%). Rundermest is de belangrijkste bron van effectieve organische stof uit dierlijk mest (78% in 2009), gevolgd door overige mest (13%), varkensmest (6%), pluimveemest (3%; Figuur 1). Het grote aandeel van rundermest in de aanvoer van organische stof wordt veroorzaakt door de grote hoeveelheid geproduceerde rundermest in Nederland en door de lagere afbreekbaarheid van de organische stof in rundermest in vergelijking tot andere mestsoorten. Mestverwerking heeft de volgende effecten op het organische stof gehalte van mest: Bij vergisting van mest wordt een deel van de organische stof in mest omgezet in methaan. Het gehalte aan organische stof in digistaat is daardoor lager dan in onbehandelde mest. Het scheiden van mest leidt tot een dikke fractie die rijk is aan organische stof en een dunne fractie die een lager gehalte aan organische stof heeft. Tijdens het composteren wordt gemakkelijk afbreekbare organische stof in CO 2 en stabiele organische stof omgezet. Bij verbranding van mest gaat alle organische stof verloren. Door mestverwerking en door afzet van mestverwerkingsproducten buiten de Nederlandse landbouw neemt ook de aanvoer van organische stof naar de Nederlandse landbouw af. Dit geldt met name voor de afzet van de organischestof-rijke dikke fractie en compost. Of de afvoer van organische stof via mestverwerking leidt tot een dalend gehalte aan organische stof in 8
9 landbouwgronden is sterk afhankelijk van het bodembeheer, aangezien er verschillende andere maatregelen zijn om het gehalte aan organische stof op peil te houden (Schils, 2012) Aanvoer effectieve organische stof via dierlijke mest miljoen kilogram Rundvee Varkens Pluimvee Overig vee Figuur 1. Berekende aanvoer van effectieve organische stof met mestsoorten naar landbouwgronden in Nederland (Schils et al. 2012). 9
10 Referenties Bruggen, C. van, P. Bikker, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans, S.M. van der Sluis & G.L. Velthof (2013). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-werkdocument blz. Commissie Deskundigen Meststoffenwet (2013) Beoordeling mestproducten op basis van het Protocol Gebruiksvoorschriften Dierlijke Mest versie 1.0, 8 maart Dijkstra, J, O Oenema, and A Bannink (2011) Dietary strategies to reducing N excretion from cattle: implications for methane emissions. Current Opinion in Environmental Sustainability 3, Hoeksma, P., F.E. de Buisonjé, P.A.I. Ehlert en J.H. Horrevorts (2011), Mineralenconcentraten uit dierlijke mest. Monitoring in het kader van de pilot mineralenconcentraten. Wageningen UR Livestock Research, Rapport 481, 58 p. Lesschen, J.P., I. Staritsky en G.L. Velthof (2011), Verkenning grootschalige toepassing van mineralenconcentraten in Nederland; Effecten op nutriëntenstromen en emissies. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport blz. Coenen, P.W.H.G., C.W.M. van der Maas, P.J. Zijlema, E.J.M.M. Arets, K. Baas, A.C.W.M. van den Berghe, J.D. te Biesebeek, A.T. Brandt, G. Geilenkirchen, K.W. van der Hoek, R. te Molder, R. Dröge, J.A. Montfoort, C.J. Peek, and J. Vonk (2013), Greenhouse gas emissions in The Netherlands National Inventory Report RIVM Report /2013. Martin, O. en Dewes, T. (1992), Loss of nitrogenous compounds during composting of animal wastes. Bioresour. Technol. 42, Ministerie van I&M (2013), Protocol Landbouwbodem direct, April 2013 Mosquera, J., R. Schils, K. Groenestein P. Hoeksma, G. Velthof en E. Hummelink (2010), Emissies van lachgas, methaan en ammoniak uit mest na scheiding. Wageningen UR Livestock Research, Rapport 427, Wageningen, 38 p. Schils, R.L.M., W. van Dijk, J. van Middelkoop, J. Oenema, K. Verloop, J. Huijsmans, P. Ehlert, C. van der Salm, H. van Reuler, P. Vreeburg, A. Dekking, W. van Geel, J. van der Schoot (2012). Effect Meststoffenwet Ex Post: Bodemvruchtbaarheid en Gewasopbrengst. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport blz. Schils, R.L.M. (2012). 30 vragen en antwoorden over bodemvruchtbaarheid. Alterra, Wageningen UR, 143 p. Søgaard, H.T., S.G. Sommer, N.J. Hutchings, J.F.M. Huijsmans, D.W. Bussink & F. Nicholson (2002), Ammonia volatilization from field-applied animal manure-the ALFAM model. Atmospheric Environment 36: Sommer, S.G., Dahl, P. (1999), Nutrient and carbon balance during the composting of deep litter. J. Agric. Eng. Res. 74, Velthof, G.L., P.J. van Erp & J.C.A. Steevens (1999), Karakterisering en stikstofmineralisatie van organische meststoffen in een nieuw daglicht. Meststoffen 1999, Velthof, G.L., W. Bussink, W. van Dijk, P. Groenendijk, J.F.M. Huijsmans, W.A.J. van Pul, J.J. Schröder, Th.V. Vellinga en O. Oenema (2013), Protocol gebruiksvoorschriften dierlijke mest, versie 1.0. Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-rapport blz Vries, de J.W., P. Hoeksma en C.M. Groenestein (2011), LevensCyclusAnalyse (LCA) Pilots Mineralenconcentraten. Wageningen UR Livestock Research, rapport 480, 77 p. 10
Commissie Deskundigen Meststoffenwet
Bijlage bij brief 13/N&M0029 van 2 mei 2013; gecorrigeerd 11-10-2013 1 Beoordeling mestproducten op basis van het Protocol Gebruiksvoorschriften Dierlijke Mest, versie 1.0 Commissie Deskundigen Meststoffenwet
Nadere informatieOnderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL)
Onderzoek in kader Pilot Mineralenconcentraten (NL) Gerard Velthof & Oscar Schoumans Betrokken instellingen: Livestock Research, PPO, LEI, PRI, Alterra & DLV ( > 20 onderzoekers) Launch-event Biorefine
Nadere informatieOplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers
Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling
Nadere informatieVerkenning grootschalige toepassing van mineralenconcentraten in Nederland. Effecten op nutriëntenstromen en emissies
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen
Nadere informatieMest, mestverwerking en wetgeving
Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig
Nadere informatieGevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer
Inhoud Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Wim van Dijk PPO, Lelystad Keuze dierlijke mestproducten Dekking PK-behoefte Kunstmestaanvoer Bodemvruchtbaarheid Organische stof Bijdrage dierlijke
Nadere informatieWOT Natuur & Milieu. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu
Postbus 47 6700 AA Wageningen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Agro en Natuurkennis (ANK) t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Nadere informatieAmmoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2010. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA)
294 Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2010 Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA) C. van Bruggen, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans,
Nadere informatieKansen voor mestscheiding
Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen
Nadere informatieLandelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018
Landelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018 Fosfaat: overschot, export en verwerking 2017 Stikstof: overschot, export en verwerking 2017 Mestbewerkingsinstallaties Ontwikkelingen
Nadere informatieUitslag KringloopWijzer
Uitslag KringloopWijzer Bedrijfspecifieke excretie melkvee Bedrijfs-kringloopscore Jaaropgave : 2014 Omschrijving : plomp 2014 feb15 Naam veehouder : Plomp Agro Vof Straat + huisnummer : Geerkade 10 Postcode
Nadere informatieMestverwerking in De Peel
Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?
Nadere informatieAmmoniakemissie door de land- en tuinbouw,
Indicator 15 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de periode 1990-2014 zijn
Nadere informatieNotitie Bemestingswaarde van digestaten
1 Notitie Bemestingswaarde van digestaten J.J. Schröder (lid LTO-Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen) Wageningen, 25 oktober 2016 Digestaat is een algemene benaming voor meststoffen afkomstig
Nadere informatieKoeien & Kansen Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De resultaten vindt u op: www.koeienenkansen.nl Koeien & Kansen
Nadere informatieOntwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit in Nederland
Ontwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit in Nederland Achtergronddocument bij de rapportage Ex post evaluatie Meststoffenwet M. Timmerman 1 1 Wageningen Livestock Research Wageningen Livestock Research
Nadere informatieAmmoniak in BRP. Wetenschappelijke onderbouwing. CLM Onderzoek en Advies BV
Ammoniak in BRP Wetenschappelijke onderbouwing CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, Juli 2012 Inleiding De Ammoniakmodule in de BRP is ontwikkeld door CLM Onderzoek en Advies in samenwerking met Monteny
Nadere informatieMestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte
Nadere informatie5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken?
Mestverwerking in Nederland Wat doet de afdeling Milieu: Wageningen, 6 maart 2012 Fridtjof de Buisonjé, Afdeling Milieu gasvormige emissies, fijnstof, emissiearme huisvestingssystemen; bodemkwaliteit,
Nadere informatieBe- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?
Kennisdag emissies, vergroening en verduurzaming in de landbouw Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Mark Heijmans 2 december 2014 Het speelveld: schaken op meerdere borden Opzet
Nadere informatieVruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke
Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer
Nadere informatieMestscheiding Annelies Gorissen
Mestscheiding Annelies Gorissen 16/05/2017, Kinrooi Dunne fractie Rijk aan N & K Drijfmest Rijk aan N, P en K Mestscheider Dikke fractie Rijk aan P Waarom scheiden? Beperken mestafvoer: concentreren van
Nadere informatieHergebruik mestwater uit de veehouderij
Hergebruik mestwater uit de veehouderij Oscar Schoumans Alterra, Wageningen UR Bijeenkomst Watermanagement in de Agroketen d.d. 25 september 2013, Venlo Inhoud 1. Achtergronden 2. Sluiten van de kringlopen
Nadere informatieResultaten KringloopWijzers 2016
Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:
Nadere informatieAmmoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf
Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8
Nadere informatieLuchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018
Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak
Nadere informatieDuurzame drijfmestverwaarding
Duurzame drijfmestverwaarding Workshop Innovatie in mestverwerking en Verwaarding 20 maart 2012 Stijn Schlatmann www.energymatters.nl Even voorstellen: Directeur van Energy Matters (meewerkend voorman)
Nadere informatieReductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor
Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor Onderzoek naar de wisselwerking tussen de excretie van Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN) en de emissie van enterisch methaan Mei 2017 Rapportnummer
Nadere informatieReview excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Review excretieforfaits melkvee en jongvee - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet 28 Augustus 2014 L. Šebek, WUR LR, P. Bikker, WUR LR en C. van Bruggen, CBS 1. Aanleiding Een van de taken van de Commissie
Nadere informatieDe KringloopWijzer & bodem
De KringloopWijzer & bodem Arnold Froklage Agrifirm Exlan 16-7-2015 Zwolle Agenda Achtergrond mestbeleid De KringloopWijzer Resultaten Vruchtbare Kringloop Achterhoek Vragen test Produceren binnen milieurandvoorwaarden
Nadere informatieBEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016
BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke
Nadere informatieAmmoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, 1990-2008. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA)
250 Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, 1990-2008 Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA) C. van Bruggen, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans,
Nadere informatieMonitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018
Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00
Nadere informatieUitslag Excretiewijzer
Uitslag Excretiewijzer Bedrijfspecifieke excretie van melkvee Bedrijfspecifieke emissie ammoniak Bedrijfspecifieke gebruiksnormen fosfaat Jaaropgave : 2011 Omschrijving : Voorbeeld 2010 Naam veehouder
Nadere informatieAdvies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Commissie Deskundigen Meststoffenwet Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieAmmoniakemissie door de land- en tuinbouw,
Indicator 20 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ammoniakemissie door de
Nadere informatieGrondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0
1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000
Nadere informatieKosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC
Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten
Nadere informatie3 April 2013, CAH Vilentum, 2D. Inhoud presentatie Sturen op broeikasgassen Zwier van der Vegte. Duurzame melkveehouderij.
Sturen op Broeikasgassen Duurzame melkveehouderij 3 April 2013, CAH Vilentum, 2D KTC De Marke Wageningen UR Livestock Research Inhoud presentatie Bijdrage veeteelt aan BKG emissies welke stoffen welke
Nadere informatieRapport 427. Emissies van lachgas, methaan en ammoniak uit mest na scheiding. J. Mosquera R. Schils K. Groenestein P. Hoeksma G. Velthof E.
427 Emissies van lachgas, methaan en ammoniak uit mest na scheiding J. Mosquera R. Schils K. Groenestein P. Hoeksma G. Velthof E. Hummelink December 2010 Deze studie is uitgevoerd in opdracht van AgentschapNL.
Nadere informatieMest als basis voor energie en grondstoffen
Mest als basis voor energie en grondstoffen Nico Verdoes Wageningen UR Livestock Research Bio-energiedag Oost-Nederland, 1 november 2012 Livestock Research ca. 200 fte Genomics Animal Nutrition Animal
Nadere informatieHoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?
Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer? NISCOO Heerenveen Zwier van der Vegte, Bedrijfsleider KTC De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu: Overheid wil dit beperken
Nadere informatieTrends in beweiden en opstallen van melkkoeien en het effect op emissies naar lucht
Webartikel Trends in beweiden en opstallen van melkkoeien en het effect op emissies naar lucht 2015 02 C. van Bruggen F. Faqiri Inhoud Samenvatting 3 1. Ontwikkelingen in beweiden en opstallen van melkkoeien
Nadere informatiePerspectieven mestbewerking voor alternatieve teelten. 23 november 2018, Luuk Gollenbeek
Perspectieven mestbewerking voor alternatieve teelten 23 november 2018, Luuk Gollenbeek Inhoud Mest en digestaat als kweekvijver Huidige mestbe/verwerking Alternatieve teelten Toekomst Vragen 2 Huidige
Nadere informatieStikstofverlies uit dierlijke mest op basis van het verschil in stikstof/fosfaatverhouding bij excretie en bij mestafvoer
Stikstofverlies uit dierlijke mest op basis van het verschil in stikstof/fosfaatverhouding bij excretie en bij mestafvoer Cor van Bruggen Kathleen Geertjes CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den
Nadere informatieNutriëntenoverschotten in de landbouw,
Indicator 4 april 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds 2006, het jaar waarin het
Nadere informatieStikstof- en fosfaatbalans voor landbouwgrond,
Indicator 4 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het overschot voor landbouwgrond
Nadere informatieNutriëntenoverschotten in de landbouw,
Indicator 4 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2006, het jaar waarin het
Nadere informatieMesdag Zuivelfonds NLTO
Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit
Nadere informatieEmissiefactoren mestbewerking. Inschatting van emissiefactoren voor ammoniak en lachgas uit mestbewerking. R.W. Melse, C.M.
Emissiefactoren mestbewerking Inschatting van emissiefactoren voor ammoniak en lachgas uit mestbewerking R.W. Melse, C.M. Groenestein Emissiefactoren mestbewerking Inschatting van emissiefactoren voor
Nadere informatiede bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank
de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank Verhoeven Verstand van het platteland! Boerenverstand werken aan praktische duurzaamheid! Zo verkopen we de melk Wat is duurzame melk? Blije koeien:
Nadere informatieMestverwerkingspercentages 2016; CDM-advies
Themamiddag Mestverwerking in Nederland Wageningen, 03-09-2015 Mestverwerkingspercentages 2016; CDM-advies Oene Oenema Wageningen University Alterra Opdracht ministerie EZ aan CDM Wetenschappelijk onderbouwd
Nadere informatieMilieuaspecten van alternatieve meststoffen
Milieuaspecten van alternatieve meststoffen Lien Terryn, Carin Rougoor & Emiel Elferink, CLM Doelstelling Deze notitie geeft een overzicht van de beschikbare kennis over de broeikasgasemissies die kunnen
Nadere informatieNadere beschouwing van stalbalansen en gasvormige stikstofverliezen uit de intensieve veehouderij
Nadere beschouwing van stalbalansen en gasvormige stikstofverliezen uit de intensieve veehouderij Samenvatting advies van de CDM-werkgroep Stalbalansen. Inleiding Sinds 1 januari 2006 heeft de landbouwpraktijk
Nadere informatieWorkshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs
Workshop Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Programma Welkom en opening Introductie mestverwerking MVI s Achtergronddocument:
Nadere informatieEmissies door de land- en tuinbouw en natuur - BKG. Rondetafel Klimaat, 20 juni 2016
Emissies door de land- en tuinbouw en natuur - BKG Rondetafel Klimaat, 20 juni 2016 Land- en tuinbouw / Natuur Veeteelt NH 3, CH 4, N 2 O, NO, NMVOS Kunstmest NH 3, N 2 O, NO Mestverwerking (vanaf 2000)
Nadere informatieMestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied
Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Jaap Uenk DOFCO Beheer BV, Ruurlo, 27 februari 2014, Barneveld j.uenk@dofco.nl INHOUD Introductie Mest- en mineralensituatie
Nadere informatieAmmoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu
Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2011 Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA) WOt-werkdocument 330 C. van Bruggen,
Nadere informatieHistorie van melkvee en mineralen. aart.vandenham@wur.nl
Historie van melkvee en mineralen Aart van den Ham aart.vandenham@wur.nl Duurzame ontwikkelingsstrategieën Nederland in Europees mineralenperspectief Nederland in Europees mineralenperspectief Nederland
Nadere informatieMestbeleid in Nederland
Mestbeleid in Nederland Harm Smit Senior beleidsmedewerker Ministerie van Economische Zaken, DG AGRO Inhoud 1. Mest van Nederland a. Productie b. Gebruik 2. Beleidsontwikkelingen a. Vijfde Actieprogramma
Nadere informatieBewerken rundveemest tot kunstmestvervangers; perspectieven voor de melkveehouderij
juli 2008 rapport 1211.06 Bewerken rundveemest tot kunstmestvervangers; perspectieven voor de melkveehouderij D.J. den Boer T.A. van Dijk H. van der Draai nutriënten management instituut nmi bv postbus
Nadere informatieDe voorwaarden voor een derogatie (periode ) zijn als volgt gewijzigd:
Onderwerp: Wat is het effect van gewijzigde derogatievoorwaarden op het mestoverschot? Naar: Harm Smit, Min EZ Van: Jaap Schröder, WUR-PRI Datum: 31 maart 2014 Inleiding De ruimte voor de plaatsing van
Nadere informatieBekijk de zaak van meerdere kanten!
Bekijk de zaak van meerdere kanten! Masterclass Mestverwaarding Horst 4 oktober 2017 Even voorstellen op de bres voor de (jonge) ondernemers! Kwis: staan of zitten?! Vraag 1 Hoeveel fosfor (g/kg) zit er
Nadere informatieLandgebruik in Gelderland. Juni 2016, Ronald Hutjes & collega s
Landgebruik in Gelderland Juni 2016, Ronald Hutjes & collega s Overzicht Emissies uit landgebruik Veeteelt, akkerbouw, bosbouw, bioeconomy Gelderland, NL, EU en Wereld Reductie opties synergiën / knelpunten
Nadere informatieLandbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn
Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn Gerard Velthof Meststoffenwet Implementatie van de Nitraatrichtlijn: Minder dan 50 mg nitraat per l in grond- en
Nadere informatieStroomschema voor stikstof en fosfor in de landbouw, 2017
Indicator 12 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vooral via krachtvoer en kunstmest
Nadere informatieDe waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering
De waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering Koos Verloop Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten.
Nadere informatieMonitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018
Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00
Nadere informatieNaar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond
Nadere informatieCDM-advies excretieforfait biologisch gehouden leghennen in een volièrestal
CDM-advies excretieforfait biologisch gehouden leghennen in een volièrestal Samenvatting en Advies Het ministerie van Economische Zaken heeft aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet gevraagd een onderbouwd
Nadere informatieKoeien & Kansen Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De resultaten vindt u op: www.koeienenkansen.nl Koeien & Kansen
Nadere informatieWageningen UR Livestock Research
Wageningen UR Livestock Research Partner in livestock innovations Rapport 427 Emissies van lachgas, methaan en ammoniak uit mest na scheiding December 2010 Deze studie is uitgevoerd in opdracht van Agentschap
Nadere informatieDe huidige mineralenbalans in Noord-Nederland
De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland Kansen voor het sluiten daarvan op regionale schaal en bedrijfsschaal Wim de Vries 1, Hans Kros 1, Jan Cees Voogd 1, Kees van Duivendijk 2 & Gerard Ros 2 1
Nadere informatieTCB A057(2010) Den Haag, 15 februari 2010
Technische commissie bodem Postbus 30947 T 0703393034 2500 GX Den Haag E info@tcbodem.nl Aan De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Postbus 20401 2500 EK Den Haag TCB A057(2010) Den Haag,
Nadere informatieKalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom
Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau Edze Westra Msc. 8-2-2018 Stroe/Wekerom Aanleiding Mestwet Verwachtingen Wettelijke maatregelen Mestscheiding Wat is mestscheiden? Producten Voorbeeld resultaten Mestafzet
Nadere informatieGroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015
GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken
Nadere informatieSynthese van het onderzoek in het kader van de Pilot Mineralenconcentraten. G.L. Velthof. Meer informatie:
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen
Nadere informatieAWAGENINGEN. WOT Natuur & Milieu. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Aam en Natuurkennis (ANK)
AWAGENINGEN UNIVERSITY & RESEARCH WOT Natuur & Milieu Postbus 47 1 6700 AA Wageningen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Aam en Natuurkennis (ANK) Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Nadere informatieCDM-advies criteria voor organischestofrijke meststoffen CDM-Advies Criteria voor organischestofrijke meststoffen.
CDM-Advies Criteria voor organischestofrijke meststoffen Samenvatting Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) advies gevraagd
Nadere informatie3 november 2011 Ben Rooyackers
3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen
Nadere informatieMonitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest Tweede kwartaal 2019
Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest Tweede 2019 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl
Nadere informatieMestmarkt en mestverwerking
Mestmarkt en mestverwerking Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 22 september 2015 Inhoud Introductie Stand van zaken mestverwerking (Technieken, producten, markten en capaciteit) (8) Waarom is verwerking nog
Nadere informatieOpen teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn
Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Themadag NBV, Wageningen, 8 november 2013 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid
Nadere informatieTechnische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016
Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016 Betrokkenen: Nico Verdoes en Fridtjof de Buisonjé (ASG), Sjaak
Nadere informatieDe business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland
De business case: Mest verwaarden Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland Hengelo 28 maart 2014 mln. kg fosfaat Export van fosfaat moet met 50% stijgen 200 175 150 125 100 75 50
Nadere informatieVarianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij
Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij Carin Rougoor en Frits van der Schans CLM Onderzoek en Advies Achtergrond Begin juli 2014 heeft staatssecretaris Dijksma het voorstel voor de
Nadere informatieMéér uit mest halen Stand van zaken anno 2017
Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 5 oktober 2017 Inhoud Introductie Opties op bedrijfsniveau Mestmarkt in Nederland Export van onbehandelde mest Stand van zaken
Nadere informatieScheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge
Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge Veldhoven, 18 Mei 2004 Ing. W.J.Buiter ZLTO-Advies Inleiding Vanwege de vraag naar organische stof uit biologische varkensmest voor de
Nadere informatieMest vergisting en bewerking 5-9-2012. Vier routes verminderen N en P overschot. Welkom op Knowledge Transfer Centre De Marke:
Welkom op Knowledge Transfer Centre De Marke: Wageningen UR Organisatie Supervisory Board Executive Board Wageningen International, WBS, WBG RIKILT CIDC-Lelystad 16 chair groups 10 chair groups 18 chair
Nadere informatieStudie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015
Studie-avond spuiwater Viooltje Lebuf Geel 11 maart 2015 Inhoud Wat is spuiwater en waarvoor wordt het gebruikt? Rekenvoorbeeld Luchtwassers: wettelijke verplichtingen Bemesting met spuiwater 2 VCM = Vlaams
Nadere informatieKwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research
Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer André Bannink Wageningen UR Livestock Research Bestaande rekenregel : IPCC Tier 2 IPCC-Tier 2 : Volwassen herkauwers (geen feedlot) 6.5%
Nadere informatiePaarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303
Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden
Nadere informatieMonitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019
Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00
Nadere informatieFosfaatklasse. Grondmonster
Bijlage 1: Bedrijf & percelen 1.1. BEDRIJFSGEGEVENS Bedrijfsgegevens Opteren voor derogatie Derogatie toegestaan Biologisch Ja Ja Nee 1.2. PERCELEN Perceelsnummer & naam Opp. (ha) Topoperceel Grondsoort
Nadere informatieMestverwerkiNG moet de waterkwaliteit verder verbeteren. Van water en mest
MestverwerkiNG moet de waterkwaliteit verder verbeteren Van water en mest LANDBOUW EN MILIEU De waterkwaliteit in Nederland moet van Europa omhoog. Al decennia wordt daarom gewerkt aan vermindering van
Nadere informatieWOT Natuur & Milieu. Geachte heer Berkelmans,
WOT Natuur & Milieu Postbus 47 6700 AA Wageningen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Agro en Natuurkennis (ANK) t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus 20401
Nadere informatieEmissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,
Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1990-2009 Indicator 19 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieInvulling verplichte mestverwerking
Invulling verplichte mestverwerking Ondernemersdag intensief Ben Rooyackers (Mestac), Jos van Gastel (ZLTO) Wat gaan we doen? Korte inleiding Behoefte aanvullende export fosfaat Inventarisatie Mestverwerkingscapaciteit
Nadere informatie