Het belangrijkste is niet ophouden met vragen stellen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het belangrijkste is niet ophouden met vragen stellen."

Transcriptie

1 Het belangrijkste is niet ophouden met vragen stellen. Einstein. Kennisbundeling W&T in het Primair onderwijs 27 mei

2 Inhoud Voorwoord PM... 4 Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1: Wetenschap en Technologie in het primair onderwijs Leeswijzer... 9 Hoofdstuk 2: Wat vinden scholen, leraren, bedrijven en ouders? a Scholen: groei maar veel ruimte voor verbetering b Leraren: veel onbekendheid, belang van W&T wordt breed onderschreven c Ouders d Bedrijven e Conclusies Hoofdstuk 3: Terugblik op stimuleringsprogramma s van W&T in het primair onderwijs Fase 1: opstart en exploratie Stimuleren en bewustwording via projecten a. Kerndoelen, Actieplan Techniek en eerste stimuleringsgelden Uitrol, professionaliseren en verbreden a. Deltaplan Bèta en Techniek en Nationaal Actieplan VTB b. De leraar als spil focus op professionalisering en verbreding naar talentontwikkeling c. Aanzetten tot verduurzamen d. Lessen uit Zekeringen voor de Toekomst e. Terugblik vanuit Fase 2: Definitie- en ontwikkelfase vraagsturing, schoolbesturen en regio aan zet Nieuwe definiëring en blik op de toekomst a. Verkenningscommissie Wetenschap en Techniek b. Bestuursakkoord PO-Raad en OCW c. Techniekpact d. Terugblik vanuit Hoofdstuk 4: Actieplan Kiezen voor Technologie Hoofdlijn en doelen actieplan Waar staan we? Actielijn Samenwerking Actielijn professionalisering Actielijn onderzoek en wetenschap Actielijn Maatschappij en bedrijfsleven Hoofdstuk 5: doorkijk vanuit de scholen / door PBT, pm... 49

3 Hoofdstuk 6 Doorkijk naar de toekomst vanuit het programma Heldere probleemanalyse en eenduidige ambitie Een beperkt aantal doelstellingen en convergentie Een lerend programma: evaluatie van voorafgaand beleid en doorzetten successen Voldoende tijd en middelen Professionele uitvoering Geraadpleegde literatuur Geraadpleegde personen

4 Voorwoord PM 4

5 Samenvatting Bij een succesvolle invoering van Wetenschap en Technologie (W&T) in het basisonderwijs spelen scholen, leraren, ouders en bedrijven een sleutelrol. In 2015 onderzochten we de stand van zaken volgens deze belanghebbenden. Hieruit blijkt dat er vooruitgang op scholen wordt geboekt, maar dat er nog veel moet gebeuren voordat W&T een structureel onderdeel is van het onderwijs aan alle basisschoolleerlingen. Het gaat dan om visieontwikkeling, het creëren van randvoorwaarden op school, professionalisering van (aankomende) leraren en het mobiliseren van het externe netwerk van de school met o.a. ouders en bedrijven. I Terugblik en ontwikkelingen Een terugblik op de laatste 25 jaar laat zien dat zich inhoudelijk een ontwikkeling aftekent waarbij de beelden over en houding ten opzichte van Techniek verschuiven dankzij ontwikkelingen in de samenleving en een voortdurende inspanning op alle niveaus om W&T een plek te geven in het PO. Er is sprake is van een verbreding van het begrip: van techniek naar wetenschap en technologie, met aansluiting op onderzoekend en ontwerpend leren. Het uitgangspunt van talentontwikkeling voor ieder kind werkt daarbij motiverend voor leerlingen en leraren. De interventies om meer aandacht voor W&T te genereren veranderen ook. Er is een beweging in gang gezet van een aanbodgericht stimuleringsbeleid naar een meer vraag gestuurd beleid. Schoolbesturen zijn daarbij beter in positie gebracht, waarbij de regio en het netwerk in en om scholen een belangrijk ankerpunt is. In deze netwerken zijn vaak universiteiten en hogescholen/ Pabo s op de één af andere manier vertegenwoordigd. De netwerkvorming buiten de educatieve infrastructuur is in het algemeen nog minder ver ontwikkeld. Sinds circa 10 jaar is er meer systematische aandacht voor de kwaliteiten en professionaliteit van de (aanstaande) docenten als cruciale succesvoorwaarde voor W&T op school. II Het actieplan Kiezen voor Technologie In het Actieplan Kiezen voor Technologie ( ) worden de ambities van het Techniekpact voor het PO uitgewerkt. In het programma worden zowel de ontwikkelperspectieven van de kinderen als die vanuit de Nederlandse economie verbonden in een gezamenlijk belang om meer aandacht te besteden aan wetenschap en technologie. Het doel is om in 2020 W&T structureel opgenomen te hebben in het curriculum van de PO scholen. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten op de thema s en ervaringen uit eerdere programma s. Er zijn vier actielijnen uitgezet: a. Actielijn samenwerking De samenwerking tussen scholen en schoolbesturen op het gebied van W&T biedt perspectief op samenhangende en daadwerkelijke opname van W&T in het curriculum. Kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de netwerken is nodig. Door meer uitwisseling kan er meer geleerd worden van elkaar. Het heeft voor de nabije toekomst prioriteit de netwerken uit te bouwen met de omgeving van de school om een rijkere leercontext te organiseren en de regionale verankering te versterken in samenwerking met maatschappelijke partners zoals gemeenten, instellingen, bedrijven, vervolgonderwijs en ouders. 5

6 b. Actielijn professionalisering De professionalisering heeft in de regio s een impuls gekregen, onder andere door de verbinding met Onderzoekend en Ontwerpend Leren en de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld aan de Pabo s. We willen deze lijn voortzetten. Daarbij zullen we meer focussen op de doorwerking van de professionaliseringstrajecten naar de concrete schoolpraktijk. Dat betekent dat we zullen sturen op: Het verspreiden van good practices en het inzetten van bewezen effectieve trajecten (zoals een team gewijze aanpak bij scholing) De inbedding van de scholing in de visie en het HR-beleid van de school De kwaliteit van de scholing bevorderen (o.a. door mogelijkheid accreditatie te verkennen of door aansluiting bij het lerarenregister) Het verder vergroten en verduurzamen van de aandacht voor W&T op de Pabo. c. Actielijn onderzoek en wetenschap Het gaat hier om de maatschappelijke vertaling van wetenschappelijke inzichten naar het PO en om het vertalen van de dagelijkse praktijk in en rond de school naar wetenschappelijke vragen. Valorisatie en dialoog vinden gehoor bij de universiteiten en scholen die betrokken zijn, zijn enthousiast. Een brede opvatting van wetenschap en technologie is hierbij van belang. Het verstevigen van het netwerk tussen PO scholen en universiteiten kan er eveneens toe bijdragen dat de curricula en de gehanteerde didactiek mede wetenschappelijk worden verantwoord. Ook de leeropbrengsten van W&T kunnen hierdoor beter in kaart worden gebracht, hetgeen het belang van W&T in het curriculum verder kan aantonen. Verduurzaming van deze netwerken is nog niet gerealiseerd, dat vereist verdere investeringen. d. Actielijn Maatschappij en bedrijfsleven De samenwerking tussen het PO en het bedrijfsleven is niet vanzelfsprekend. Waar deze tot stand komt, werkt het voor zowel scholen als bedrijven en leerlingen motiverend. Vaste aanspreekpunten, regionale speerpunten kiezen en investeren in de samenwerking zijn behulpzaam. Deze samenwerking zal meer prioriteit krijgen o.a. via het actief verspreiden van goede voorbeelden. In het kader van regionale verankering zal ook actief contact worden gezocht met lokale en regionale overheden en voorzieningen. Dat geldt ook voor het betrekken van ouders. Hier liggen nog onbenutte kansen. In samenspraak met de VHTO is een aanbod ontwikkeld dat de stereotiepe beeldvorming over wetenschap en technologie moet doorbreken. Dit lijkt succesvol en zal de komende periode worden verduurzaamd. De toekomst Om ervoor te zorgen dat in 2020 alle leerlingen de kans hebben om kennis te maken met W&T, zetten wij ons in voor een vervolg op basis van de volgende uitgangspunten: 6 1. Een gedragen probleemanalyse en eenduidige inhoudelijke ambitie. Daarbij sluiten we aan bij het Techniekpact en we zullen tegelijkertijd onderzoekend en ontwerpend leren in een rijke W&T context verder concretiseren op basis van een (SMART) geformuleerde ambitie; 2. Een beperkt aantal doelstellingen in het programma en afstemming met andere trajecten (zoals excellentie, talentontwikkeling). Deze zullen we niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief uitwerken. Het werken aan en met samenhangende regionale (W&T) agenda kan hierbij behulpzaam zijn. 3. Een lerend programma: evaluatie van voorgaand beleid met daarin meegenomen de successen en verbetermogelijkheden. Dat betekent:

7 7 a. Versterking van schoolnabije regionale netwerken: meer scholen en direct betrokkenen aangesloten en een kwalitatieve versterking. Schoolbesturen staan aan het roer en ondersteuning is gericht op daadwerkelijke implementatie van W&T op school. b. Focus op professionalisering, met sturing op doorwerking en kwaliteit en effectiviteit van de professionalisering tot in de klas c. Actiever inzetten op de interactie met de samenleving: met ouders, bedrijven, vervolgonderwijs en lokale overheden en hun netwerken en voorzieningen. 4. Voldoende tijd en financiën voor de invoering 5. Passende uitvoering van het programma. Daarbij is leidend dat leraren en hun netwerken de sleutel zijn bij verdere inhoudelijke uitwerking en schoolleiders en schoolbesturen de sleutel voor verduurzaming. We zullen goede voorbeelden van aanpakken, projecten, lessen en methoden voor implementatie actief verspreiden o.a. via een digitale kennisbank.

8 Hoofdstuk 1: Wetenschap en Technologie in het primair onderwijs Hoe kunnen we kinderen die nu naar school gaan, zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving van de toekomst en welke rol speelt wetenschap en technologie daarin? Ons dagelijks leven is immers doortrokken van technologie en wat betekent dat voor het leren in het primair onderwijs? Deze vragen zijn aanleiding voor de start van het programma Kiezen voor Technologie en zijn voorgangers. Sinds 1993 benadrukken overheid en bedrijfsleven het belang van aandacht voor techniek en technologie in het Primair Onderwijs. Er zijn sinds die tijd verschillende stimuleringsprogramma s vanuit deze partijen ingezet, met wisselend succes. Om W&T meer ingang te doen vinden op scholen werd in 2012 een breed samengestelde Verkenningscommissie in het leven te roepen die zich boog over Wetenschap en Technologie in het primair onderwijs. Deze commissie heeft een brede begripsbepaling van wetenschap en technologie verwoord, die sinds die tijd het uitgangspunt voor onze W&T activiteiten in het PO zijn: Wetenschap en technologie is een manier van kijken naar de wereld. Wetenschap en technologie begint bij de verwondering: waarom is de wereld zoals zij is? Vanuit die attitude komen vragen op of worden problemen gesignaleerd. De zoektocht naar antwoorden op die vragen en problemen leidt tot oplossingen in de vorm van kennis en/of producten. Deze oplossingen zijn tegelijk weer uitgangspunt voor nieuwe vragen. Onderwijs in wetenschap en technologie stimuleert en bestendigt een nieuwsgierige, onderzoekende en probleemoplossende houding bij kinderen. Het gaat om onderzoekend en ontwerpend leren, waarmee 21ste-eeuwse vaardigheden worden ontwikkeld zoals creativiteit, ondernemingszin, kritisch denken, kunnen samenwerken en ICT-geletterdheid. En het brengt kinderen kennis bij over de wereld. Thema s die daarbij aan bod komen zijn gezondheid, natuur en ruimte, de technologische, bebouwde en maatschappelijke omgeving, hoe die in het verleden tot stand zijn gekomen en hoe we daar nu en in de toekomst op een duurzame en veilige manier mee om kunnen gaan. In 2013 sloten onderwijsinstellingen, werkgevers, werknemers, jongeren, topsectoren, regio s en het Rijk een Techniekpact om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector te verbeteren en daarmee het tekort aan technisch personeel terugdringen. De afspraken voor het primair onderwijs uit dit pact zijn uitgewerkt In het actieprogramma Kiezen voor Technologie. Hierin hebben we de afgelopen twee jaar gewerkt aan het realiseren van W&T voor kinderen in het primair onderwijs. De brede opvatting van W&T en de aanknopingspunten die dit biedt voor onderzoekend en ontwerpend leren hebben voor een toenemend enthousiasme op PO scholen geleid. De komende vier jaar zijn nodig om er daadwerkelijk voor te zorgen dat W&T tot in de klas een vast onderdeel van het curriculum wordt, zoals afgesproken in het Techniekpact, dan moet de impact tot in de school zichtbaar en voelbaar zijn. Als opmaat voor de komende vier jaar hebben we op een rij gezet welke activiteiten er de afgelopen jaren zijn ondernomen om W&T structureel ingebed te krijgen op scholen. We hebben daarbij lessen getrokken uit het verleden: wat zijn dilemma s en succesfactoren en hoe kunnen we ons einddoel zo goed mogelijk realiseren? Daarover gaat deze kennisbundeling. 8

9 Leeswijzer Hoe staat het ervoor met W&T in het PO? In hoofdstuk 2 schetsen we een overzicht van de opvattingen van de belangrijkste partijen die hierbij betrokken zijn. Het gaat om scholen, leraren, ouders en bedrijven. We baseren ons daarbij op peilingen die we in 2015 hielden en de conclusies die we hieruit kunnen trekken voor verbetermogelijkheden voor toekomstige activiteiten. In hoofdstuk 3 zetten we de geschiedenis van verschillende techniekprogramma s en W&T programma s op een rij. Wat heeft deze geschiedenis ons geleerd over inhoud en effectieve sturingsmogelijkheden? Hoofdstuk 4 zoomt nader in op het W&T programma Kiezen voor Technologie, zoals dat vanaf 2014 onder het Techniekpact is uitgewerkt. Het programma bestaat uit 4 actielijnen, gericht op regionale netwerkvorming, op professionalisering, op samenwerking met de wetenschap en interactie met de samenleving: bedrijven, ouders. De voortgang op deze actielijnen wordt geschetst, geïllustreerd door impressies uit de praktijk. Wat is bereikt en wat kunnen we in de periode voortzetten om te realiseren dat W&T dan in alle scholen de aandacht krijgt die het verdient? In hoofdstuk 5 kijken we vanuit de scholen hoe de facilitering er de komende jaren het beste uit kan zien. Uitgangspunt is dat iedere school de komende periode tenminste één stap verder is met het invoeren van W&T op school. Wat betekent dit voor een vraaggericht ondersteuningsaanbod vanuit de regio en landelijk? Hoofdstuk 6 vat tenslotte het geleerde samen en biedt daarmee een kader voor uitwerking van een vervolg actieprogramma. 9

10 Hoofdstuk 2: Wat vinden scholen, leraren, bedrijven en ouders? Bij een succesvolle invoering van Wetenschap en Technologie in het basisonderwijs spelen scholen, leraren, ouders en bedrijven een sleutelrol. In 2015 onderzochten we de stand van zaken volgens deze belanghebbenden in verschillende peilingen. 2.a Scholen: groei maar veel ruimte voor verbetering We lieten onderzoek doen onder scholen die al eerder aan techniekprogramma s meededen en scholen die dat nog niet deden. Hieruit komt het beeld naar voren dat de scholen in grote lijnen uit de voeten kunnen en enthousiast zijn over een brede definitie van wetenschap en technologie. Voorbeeld: Omdat wij toekomst gericht onderwijs willen geven, vinden we dat kinderen kennis, vaardigheden en houdingen moeten leren die zij straks in de maatschappij nodig hebben. W&T is daarom een belangrijk kennisgebied in ons onderwijs. Wij streven ene brede vorming van kinderen na. Daarom zijn wetenschap en techniek, cultuureducatie, taal en rekenen op onze school evenwaardige onderdelen van het curriculum (Eerste Westlandse Montessorischool Monster) De scholen die eerder meededen aan het VTB programma (Verbreding Techniek Basisscholen) doen relatief vaak iets met W&T, maar ook een relatief groot deel van de scholen die geen verleden hebben met het programma geeft aan structureel met W&T bezig te zijn. Hoewel de aandacht voor W&T bij individuele scholen is toegenomen ten opzichte van 2012, zijn veel scholen nog niet tevreden over de mate waarin ze aandacht besteden aan W&T. Tachtig procent van de respondenten geeft aan dat de school in het schooljaar aandacht aan W&T besteedt. Dat kunnen ook losstaande activiteiten zijn, deze scholen geven dan ook zelf aan nog verder te kunnen groeien in de ontwikkeling van hun visie, en activiteiten. In het onderzoek was er voor scholen ook ruimte om, naast een vragenlijst, aanvullende opmerkingen te plaatsen. Uit de opmerkingen die scholen maken, blijkt dat er redelijk veel vraag is naar ondersteuning op het gebied van W&T. Bijvoorbeeld: We hebben als speerpunt dat techniek komend schooljaar weer beter op de kaart wordt gezet. Alle ondersteuning is hierbij welkom. Wij zijn naarstig op zoek naar een goede methode met een doorlopende leerlijn voor groep 1 tm 8. Zijn er al goede methodes op de markt? Menskracht en brede deskundigheid/vaardigheid blijft een aandachtspunt 10

11 Ik zou graag meer willen weten over een structurele implementatie van het wetenschaps- en techniekonderwijs in de basisschool. We hebben een aantal jaren geleden de techniekcoördinatorencursus gevolgd. De link naar het netwerk Overijssel is ons niet helemaal meer duidelijk. We hebben er weinig profijt van. Heeft u nog leuke ideeën voor de Kinderboekenweek 2015 met als thema Raar maar waar? We zouden daar graag ondersteuning bij willen. Onder de scholen die zelf aangeven structureel aandacht aan W&T besteden, neemt ongeveer een kwart deel aan een van de regionale netwerken. Een derde van de scholen die (nog) niet deelnemen aan een netwerk zegt daar wel belangstelling voor te hebben. Daarnaast is er een grote groep scholen die nog niet weet of ze willen deelnemen aan zo n netwerk. Twintig procent van de respondenten gaf aan dat de school in het schooljaar geen aandacht besteedde aan W&T. Een groot deel van deze scholen (zo n 90%) is ontevreden over de mate waarin de school aandacht besteedt aan W&T. In potentie zijn dit scholen die in de toekomst met W&T aan de slag willen. 33% van de scholen die aandacht besteden aan w&t zijn één of meer teamleden werkzaam die geprofessionaliseerd zijn op w&t het overgrote deel van de ondervraagden geeft aan graag ondersteuning te krijgen 24% van de scholen die aandacht besteden aan w&t geeft aan aangesloten te zijn bij het regionale w&t netwerk Professionalisering Ondersteuning Vakoverstijgende aanpak schoolplan 83% beaamt dat w&t om een vakoverstijgende benadering vraagt 57% geeft aan w&t o.a. geïntergreerd in andere vakken aan te bieden 80% van de scholen heeft w&t opgenomen in het schoolplan, 41% heeft een actuele visie op w&t van de 20% die aangeeft w&t nog niet in het schoolplan te hebben opgenomen geeft 90% aan daar ontrevreden over te zijn gemiddeld wordt er 1 uur aan techniek per week besteed 50% van de scholen geeft aan de aandacht voor w&t groeit ten opzichte van 3 jaar geleden 64% geeft aan van mening te zijn dat er op hun school nog te weinig aandacht aan wordt besteed aandacht Groei van wetenschap & technologie op school Onderzoek onder 512 scholen uitgevoerd door Regioplan in opdracht van e Platform Bètatechniek. Kijk op /feiten-en-cijfers voor het vollefig onder zoeksr appor t. 2.b Leraren: veel onbekendheid, belang van W&T wordt breed onderschreven 400 leraren hebben een online enquête ingevuld over de huidige stand van zaken rondom W&T onderwijs. Daar komt het volgende beeld uit naar voren: 11

12 Ondanks het feit dat 80% van de scholen aangaf dat zij in aandacht aan W&T besteedden, is er onder leraren veel onbekendheid met W&T programma s. Zij zijn niet op de hoogte van Kiezen voor Technologie en de verschillende activiteiten dit in het kader van dit programma worden ondernomen. Meer dan de helft van de leerkrachten vindt bovendien dat er op school geen helder beeld is van wat wordt verstaan onder wetenschap en technologie. Het succes van onze aanpak staat of valt met de kennis en vaardigheden, maar vooral met de houding van de leerkracht. De leerkracht moet een open, onderzoekende en nieuwsgierige houding hebben, moet vertrouwen in de kinderen hebben en durven loslaten. Niet alleen de kinderen, ook de leerkrachten moeten leren op deze manier te werken. Teamgesprekken zijn belangrijk maar ook instrumenten om de leerkrachten te ondersteunen (Maaike Kramer directeur Eerste Westlandse Montessorischool in Monster) Kinderen vragen vaak: Wat gaan we maken? Ik weet het niet precies is dan mijn antwoord. En zo is het. Je weet het nooit precies wat er uit gaat komen. Als het mislukt wordt het pas interessant, ontdek je dingen die je niet had kunnen bedenken. Ik ben toevallig in het onderwijs gerold, maar heb ontdekt dat het werken met kinderen een logische aanvulling is op mijn kunstenaarschap. Leerkrachten beginnen vaak niet aan techniekonderwijs omdat ze vinden dat ze er te weinig van weten. Maar kennis is niet het belangrijkste. Ik geef de kinderen een beginpunt en materiaal om mee aan de slag te gaan en begeleid ze oordeel-loos. Ik ben er van overtuigd dat kinderen door een onderzoekende houding tijdens mijn lessen, ook op andere gebieden hun talenten kunnen waarmaken. Marcel Fraij, Techniek- en media kunstenaar WOW-atelier bij obs de Gouw Zaandam en obs Het Palet Krommenie. Negen van de tien leerkrachten erkent evenwel het belang en de invloed van W&T op de samenleving. W&T heeft volgens de leerkrachten (steeds) meer te maken met oplossingen en nieuwe ideeën bedenken dan met weten hoe apparaten in elkaar zitten en het werken met je handen. Zij herkennen zich in een bredere opvatting van W&T en minder in een traditioneel techniekbeeld. Ruim de helft van de leerkrachten vindt dat integratie in een vakoverstijgend domein (wereldoriëntatie) de beste manier is om wetenschap en technologie in het primair onderwijs vorm te geven. Uit eerder onderzoek in 2010 naar het succes van eerdere professionaliseringsprogramma s kwam naar voren dat scholing belangrijk is om het oordeel W&T is ingewikkeld, ik weet er niet voldoende van te verminderen. Toch heeft maar een beperkt aantal leraren een bijscholing, training of opleiding gevolgd. Leraren geven aan dat de meerderheid van de scholen deze randvoorwaarden slechts ten dele op orde heeft. Er wordt ongeveer even vaak gewerkt met bestaande lesmethoden, ontwerpopdrachten voor een technisch product, een technische oplossing of een onderzoeksopzet, online lesmateriaal en zelf ontwikkeld lesmateriaal. Eén op de zes leerkrachten geeft aan dat de school contacten heeft met het bedrijfsleven op het gebeid van W&T. Leraren geven het belang van goede randvoorwaarden aan om W&T uit te voeren. Daarbij worden genoemd: de school heeft een visie heeft op (de plaats van) W&T voldoende tijd om onderwijs op het gebied van wetenschap en technologie vorm te geven de aanwezigheid van een techniek- of W&T-coördinator op school de aanwezigheid van lesmateriaal een bijscholingsprogramma voor de leraren. 12

13 2.c Ouders Duizend ouders van basisschool leerlingen hebben een online enquête ingevuld over de huidige stand van zaken rondom W&T onderwijs. Hieruit blijkt dat zij het belang van W&T als onderdeel van het onderwijs herkennen en erkennen. Zij hechten daarbij het meeste belang aan probleemoplossende houding nieuwsgierige houding, samenwerken en kritisch denken. Zij herkennen dat ze hier een stimulerende rol in kunnen spelen. Ik zag op tv dat ze iets hadden opgegraven en toen dacht ik, oh dat wil ik ook. Of ik ook echt archeoloog ga worden, overleg ik met mijn ouders. Maar de beslissing neem ik zelf, want ik weet het beste wat ik leuk vind. (Een leerling uit groep 6) Ouders geven bovendien aan dat zij graag betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind op school en vaak ideeën hebben over hun mogelijke betrokkenheid. Het is belangrijk dat je gestimuleerd wordt om je technische belangstelling te ontwikkelen. Als je het kan, heb je alle mogelijkheden. Je kan altijd nog kiezen er niets mee te doen. Daarom: Aandacht voor techniek en hoe je het toe kan passen! En niet alleen maar voor de happy few - de kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Mireille, bouwkundige, moeder 3 kinderen, 2 basisschoolleeftijd 13

14 2.d Bedrijven Door middel van een vragenlijst en verdiepende gesprekken lieten we ook onderzoek doen naar bedrijven. Centraal stonden de vragen welke rol het bedrijfsleven voor zichzelf ziet bij het stimuleren van aandacht voor wetenschap en technologie op basisscholen en hoe het aankijkt tegen samenwerking met basisscholen. De bevindingen zijn uitsluitend kwalitatief van aard. Uit eerder onderzoek is bekend dat scholen wel bereid zijn om meer samen te werken met bedrijven, maar dat veel basisscholen dat nog niet of slechts gedeeltelijk doen. Het is dus interessant om te weten wat stimulerende en belemmerende factoren zijn voor basisscholen en bedrijven om elkaar te vinden. Uit de verdiepende gesprekken met bedrijven blijkt dat de bedrijven die samenwerken met het basisonderwijs in het algemeen gastlessen op basisscholen verzorgen of de leerlingen een excursie aanbieden naar de bedrijfslocatie. In het merendeel van de gevallen betreft dit vraaggerichte activiteiten waarbij de bedrijven met hun aanbod inspelen op de vragen van scholen. Als de school achter de activiteit staat, ondernemend is en een concrete vraag heeft, dan merk je dat de samenwerking goed verloopt. Scholen die overgehaald moeten worden om langs te komen, blijken vaak geen goed aansluitend programma te hebben. Je hoopt ze te interesseren, maar dat gaat beter met een duidelijk vraagstuk dat past bij het schoolprogramma. - vertegenwoordiger melkveebedrijf. Het inzetten van een intermediair zien de bedrijven als een belangrijke factor om de samenwerking tussen bedrijven en basisscholen te bevorderen. Deze heeft in elk geval tot taak de W&T-behoeften bij de scholen te koppelen met de mogelijkheden van bedrijven binnen de regio om een bijdrage te leveren aan W&T onderwijs. 14

15 Uit ervaring blijkt dat er veel mogelijk is als een beroep wordt gedaan op bestaande netwerken. Zoals ook uit de enquête bij ouders gebleken is kunnen scholen een beroep doen op de ouders die in de W&Tsector werken. Bedrijven kunnen op hun beurt hun eigen specifieke Branche- en regionetwerken aanboren. Het enthousiasme onder basisscholen is groot. Er lopen gesprekken met verschillende schoolbesturen om te kijken of er samenwerking mogelijk is. Als het lukt om dit op te zetten, kunnen we in principe 55 scholen bereiken. De kabelmaatschappij KabelNoord sponsort alle 45 basisscholen in hun gebied om materialen te kunnen kopen voor programmeer lessen (Jos Linneman, docent coach en drijvende kracht achter het lesprogramma Make it Move, Frieslandcollege) Bedrijven geven in het algemeen aan behoefte te hebben aan ondersteuning vanuit de overheid. Zij doelen dan op ondersteuning in de vorm van financiering en van een centraal contactpunt waar zij terecht kunnen met vragen en voor informatie. Gemeenten kunnen W&T bijvoorbeeld opnemen in hun lokale onderwijsbeleid en vervolgens binnen de regio met andere gemeenten afstemmen. De bedrijven zien als rol van de centrale te zorgen dat W&T een vaste plek krijgt in het curriculum van de scholen en in het curriculum van de pabo s. Cruciaal voor de uitvoering blijft enthousiasme van leraren en schoolleiding. Concreet betekent dit de aanwezigheid van een coördinator binnen de school en een helder idee hoe bij de school hoe ze W&T willen vormgeven en hoe de bedrijven daaraan kunnen bijdragen Het begint bij het beleid van de school. Als de school geen beleid voor W&T heeft, dan kun je als bedrijf nog net zo hard roepen maar zonder effect. - vertegenwoordiger mobiliteitsindustrie De gesproken bedrijven geven aan dat tijd en middelen de grootste drempel vormen om met scholen samen te gaan werken of om de bestaande samenwerking verder uit te breiden of te intensiveren. Vooral kleine bedrijven stellen dat zij nog niet de ruimte in personeel of middelen hebben om in deze activiteiten te investeren. Bedrijven geven aan dat samenwerking met PO-scholen een kwestie is van lange adem. Volgens hen staan bij bedrijven die niet samenwerken motieven op de korte termijn voorop. Bedrijven die ervaring te hebben met landelijke programma s, hebben positieve ervaringen met VTB en VTB-Pro- programma s. Zij geven aan dat tijdelijke programma s en versnipperd aanbod schadelijk werkt voor de continuering van de samenwerkingsverbanden en -activiteiten. Er is behoefte aan een vast ondersteuningsinitiatief, zodat het thema W&T en de aanpak ervan duurzaam worden benaderd. 15

16 Het onderzoek onder bedrijven in samenvatting: wat kunnen bedrijven en basisscholen doen? Wat kunnen bedrijven doen? Samenwerken met andere bedrijven, brancheorganisaties en intermediairs. Aanbod creëren gericht op de behoeften van de basisscholen en de leerlingen en hun aanbod uitbreiden Medewerkers van de organisatie als intermediair inzetten. Wat kunnen basisscholen doen? Heldere visie creëren op het thema wetenschap en technologie en structureel ruimte creëren in het curriculum. Een trekker / coördinator binnen de school aanstellen. Contact opzoeken met bedrijven binnen de regio. Ouderbetrokkenheid vergroten en technische ouders inventariseren. Wat kunnen bedrijven en basisscholen samen doen? Investeren in de onderlinge relatie en duidelijke communicatie naar elkaar Jaarlijks gezamenlijk een W&T-programma vaststellen. 2.e Conclusies Op scholen wordt vooruitgang geboekt, 80% van de scholen geeft aan aandacht te besteden aan W&T. Deze scholen zijn zelf echter nog niet tevreden. Zij organiseren W&T- activiteiten en hebben een globale visie uitgestippeld, maar de doorwerking tot in de klas moet en kan nog beter. Dat blijkt ook uit de grote onbekendheid van leraren met W&T-activiteiten en programma s. Positief is dat de ondervraagde leraren in grote meerderheid aangeven het belang van W&T te zien, dat geeft aan dat er een goede voedingsbodem voor vervolgactiviteiten is. Ouders en bedrijven zijn bereid om in W&T een rol te spelen, dat is nu nog in beperkte mate het geval. Uit de peilingen blijkt kortom dat er nog veel moet gebeuren maar dat daarvoor veel aanknopingspunten aanwezig zijn. Het gaat dan o.a. om visieontwikkeling op scholen, om het creëren van randvoorwaarden op school, om het vergroten van de bekendheid van W&T onder leraren en professionalisering van leraren. Ook de vergroting van de externe oriëntatie: een grotere rol voor o.a. ouders en bedrijven lijkt kansrijk om W&T structureler in het PO op te nemen. 16

17 Hoofdstuk 3: Terugblik op stimuleringsprogramma s van W&T in het primair onderwijs Technologie is overal aanwezig in ons dagelijkse leven; sinds 1993 wordt het belang van techniek in het basisonderwijs op verschillende manieren onder de aandacht gebracht. Het is opgenomen in de kerndoelen en er zijn verschillende programma s vanuit de overheid en het bedrijfsleven gestart om ervoor te zorgen dat er in het curriculum en het onderwijsaanbod van het primair onderwijs meer aandacht is voor wetenschap en technologie. In dit hoofdstuk wordt het beleid sinds 1993 kort weergegeven. De verschillende fases laten zich als volgt karakteriseren: 1. Opstart en exploratiefase. Hierin is techniek als eerste gestimuleerd via projecten. In de exploratiefase is het accent meer verschoven naar professionalisering en verbreding met op een aantal plaatsen aanzetten tot verduurzaming; 2. Definitie- en ontwikkelfase. Hierin is een groter accent gelegd op vraagsturing, met schoolbesturen en regio aan zet. Een breed samengestelde verkenningscommissie W&T heeft een bredere definitie van W&T gegeven en in het perspectief van het Techniekpact is de aanpak van W&T voor het PO nader ontwikkeld; 3. Impactfase. We staan anno 2016 aan de start van deze fase waarin alle uitgezette lijnen daadwerkelijk moeten leiden tot uitdagend W&T onderwijs in de klas en voor alle PO- leerlingen: te realiseren in Dat moet vervolgens geborgd en verduurzaamd worden (fase 4). Inhoudelijk tekent zich een ontwikkeling af waarbij in de loop van 25 jaar de beelden over en houding ten opzichte van Techniek langzaam verschuiven dankzij ontwikkelingen in de samenleving en een voortdurende inspanning op alle niveaus om W&T een plaats te geven in het PO. Er is sprake van een verbreding van het begrip: van techniek naar wetenschap en technologie, met aansluiting op onderzoekend en ontwerpend leren. Toen ik op de basisschool kwam, was er één computer. Toen ik er af ging, stond er een hele batterij. Ik hoor nu van een collega op mijn stagebedrijf, dat zijn dochter in groep 3 programmeren krijgt. Dat gaat de goede kant op! Koen (21, hbo ICT & Media Design Fontys Eindhoven) De interventies om meer aandacht voor W&T te genereren veranderen ook. Er is een beweging in gang gezet van een aanbodgericht stimuleringsbeleid naar een meer vraag gestuurd beleid. Schoolbesturen zijn daarbij meer in positie gebracht, waarbij de regio en het netwerk in en om scholen een belangrijk ankerpunt is. In deze netwerken zijn vaak universiteiten en hogescholen/ Pabo s op de één af andere manier vertegenwoordigd. De netwerkvorming met bedrijven, gemeenten, VO-scholen en ouders is in het algemeen nog minder ver ontwikkeld. Sinds circa 10 jaar is er meer systematische aandacht voor de kwaliteiten en professionaliteit van de docenten als cruciale succesvoorwaarde voor meer aandacht voor W&T op school. Vanuit de regionale netwerken ontstaat er meer behoefte de versnippering in programma s gericht op vernieuwingen in het onderwijs aan te pakken. 17

18 Fase 1: opstart en exploratie Stimuleren en bewustwording via projecten In deze periode ligt het accent op stimuleringsmaatregelen vanuit de overheid en het georganiseerde bedrijfsleven om scholen aandacht te laten besteden aan techniek. Er worden kerndoelen geformuleerd waarin techniek is opgenomen, Pabo s kunnen een technieklokaal aanpassen en er wordt aangegeven dat activiteiten buiten de school relevant zijn voor het concretiseren van techniekonderwijs. a. Kerndoelen, Actieplan Techniek en eerste stimuleringsgelden Met het vaststellen van het Actieplan Techniek voor het basisonderwijs in 1993 heeft de regering het doel om scholen te stimuleren meer aandacht te besteden aan Techniek. Techniek heeft daarbij geen expliciete plek; er moet aangesloten worden bij de in die zelfde tijd voor het eerst als zodanig geformuleerde Kerndoelen. Scholen krijgen tot 1998 de tijd om het onderwijs aan de kerndoelen aan te passen. Het Actieplan Techniek voorziet in een Stuurgroep, een opdracht aan SLO om een leerlijn Techniek en een curriculum Techniek voor pabo s te ontwikkelen, de mogelijkheid voor pabo s om hun technieklokaal aan te passen en stimulering van regionale samenwerkingsprojecten en activiteiten buiten de school. Verschillende technische bedrijfstakken organiseren gastlessen, excursies of ontwikkelen lesmateriaal. Ondanks het feit dat Techniek nu in de kerndoelen is opgenomen en er door de Stuurgroep een lespakket ontwikkeld is dat ook door veel scholen besteld wordt, blijft techniek toch voor de meeste scholen en leraren een ver-van-mijn-bed-show. In 2001 wordt het project VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs) gestart. Er doen tussen 2001 en 2004 circa 100 basisscholen mee. 18

19 Besluit kerndoelen 1993 Techniek Typering van het gebied Techniek gaat over de dingen die mensen gemaakt hebben en nog steeds maken, als hulpmiddelen om in leven te blijven en het bestaan te vergemakkelijken en te verrijken. Het betreft zowel oude als moderne technieken. Twee aspecten zijn van belang: het technisch proces van ontwerpen, maken en gebruiken en een diversiteit aan technische producten daarvan. De basisschool richt zich op elementaire inzichten en vaardigheden op de volgende technische gebieden in de eigen leefwereld: constructies (onder andere bruggen, gebouwen, wegen, meubels, apparaten, gereedschap, verpakking); transport (onder andere voertuigen, transport over land, lucht en water, via leidingen, buizen, kabels); communicatie (onder andere actuele kennis over de informatiemaatschappij en toepassingsmogelijkheden van informatie- en communicatietechnieken); productie (onder andere gebruiksvoorwerpen, toiletartikelen, consumptiegoederen). Onderwijs in techniek op de basisschool heeft in zijn uitwerking het karakter van een combinatie van doen en denken. Qua inhoud en werkwijze heeft het gebied een speciale relatie met natuuronderwijs en tekenen/handvaardigheid. Naast technische inzichten gaat het om het toepassen van natuurwetenschappelijke kennis (kennis van materie, energie en informatie), alsmede om de vormgeving van een product. Kerndoel 19 De leerlingen kunnen oplossingen ontwerpen, maken en gebruiken bij technische problemen.zij hanteren daarbij enkele elementaire technische inzichten waaronder in elk geval: constructieprincipes (materiaalgebruik, stevigheid, verbindingen), bewegings- en overbrengingsprincipes (hefboom, katrol, tandwiel). Kerndoel 20 De leerlingen kunnen een aantal technische producten uit de eigen leefwereld op hun niveau onderzoeken naar functionaliteit, materiaalgebruik en vormgeving en kunnen de werking ervan verklaren. De producten betreffen voorbeelden uit de gebieden constructies, transport, communicatie en productie Uitrol, professionaliseren en verbreden In deze periode wordt eerst het VTB programma landelijk uitgerold. Vanaf 2007 wordt het accent verschoven. De noodzaak voor professionalisering van de leraren op het gebied van W&T krijgt aandacht omdat uit evaluaties en onderzoek is gebleken dat docenten een belangrijke factor zijn in het succes of falen van invoering van W&T op school. Daarnaast dragen de ontwikkelingen in de samenleving, met een steeds groter accent op technologie, bij aan verbreding van de inhoud. Het gaat niet alleen meer om techniek op zich zelf, maar om het stimuleren van een algemene positieve attitude ten aanzien van technologie en wetenschap. Hierbij wordt een verbinding gezocht met bredere talentontwikkeling van kinderen. Een derde accentverschuiving betreft de aansluiting bij de bestuurlijke ontwikkelingen in het PO. Met de invoering van de lumpsum bekostiging in 2006 zijn scholen de baas over hun eigen geld. Daarmee komt 19

20 er een grotere nadruk op de versterking van het bestuurlijk vermogen van scholen. Schoolbesturen moeten zelf kiezen voor W&T en het een duurzame plaats in hun schoolbeleid geven zodat het een herkenbare plaats in het onderwijs krijgt. a. Deltaplan Bèta en Techniek en Nationaal Actieplan VTB Het Deltaplan Bèta en Techniek van het Kabinet dat in 2003 het licht ziet, strekt verder dan het primair onderwijs. In het verlengde van de zogenaamde Lissabondoelstellingen om van landen binnen de EU concurrerende kenniseconomieën te maken, werd een actief beleid uitgezet, gericht op een grotere uitstroom uit het bèta technisch hoger onderwijs en een betere benutting van bestaand talent. Bèta- en technische opleidingen en banen moesten aantrekkelijker worden gemaakt en drempels weggenomen voor internationale migratie van kenniswerkers. Tegelijkertijd spreken de minister van OCW, vier voorzitters van de grootste technische bedrijfstakken en de vakbeweging in oktober 2003 met elkaar af om techniek op nationale schaal te verankeren in het basisonderwijs. Die ambitie wordt beschreven in het Nationaal Actieplan Verbreding Techniek Basisonderwijs. Financiën van bedrijfstakken en van de overheid werden hierin gebundeld. Het programma Verbreding Techniek Basisonderwijs richt zich op 3 lijnen: landelijke legitimering en borging krachtenbundeling om tot een kwalitatief goed aanbod te komen lokale en regionale (schoolnabije) ondersteuning. Deze lijnen zullen ook in vervolgprogramma s in verschillende formuleringen steeds terugkomen. Zij worden concreet vertaald in doelstellingen die in 2010 bereikt moeten zijn: Alle basisscholen in Nederland hebben zo laagdrempelig mogelijk toegang tot informatie over de invoering van techniek in hun school. Ook kunnen ze makkelijk aan materialen komen die ze daarbij kunnen gebruiken basisscholen hebben techniek duurzaam verankerd in hun onderwijs, organisatie en beleid. Techniek is opgenomen in het competentieprofiel en de programma s van alle Pabo s. Daarnaast beschikken 25 Pabo s over een verdiepend programma voor techniek. Er bestaan regionale en landelijke netwerken van basisscholen en hun omgeving. Deze netwerken richten zich op continuïteit en kwaliteit van de techniekactiviteiten in het basisonderwijs en een gevarieerd aanbod van activiteiten in het lesprogramma heeft Basisscholen kunnen zich aanmelden om als projectschool mee te doen, als zij in de voorgaande jaren al iets aan techniek gedaan hadden. Vervolgens moeten zij zich committeren aan een vooraf 20

21 gesteld eindresultaat en kregen een financiële ondersteuning van voor een periode van 3 jaar. Onze kinderen groeien op in een verwonderende wereld vol wetenschap en techniek. We worden steeds afhankelijker van techniek, maar dat realiseren we ons maar zelden. Het is daarom van belang dat ons onderwijs kinderen bewuster in contact brengt met de aspecten van wetenschap en techniek. Binnen onze school hebben wij gekozen om praktisch aan de slag te gaan met techniek. Dit doen wij onder andere aan de hand van de Techniek Torens, die voor de doorgaande lijn binnen onze school zorgen en door in de groepen 5 t/m 8 de methode Natuur en techniek te gebruiken. Basisschool A gene Wienberg, Mechelen Scholen zijn vrij in de vormgeving, er wordt gestreefd naar zo min mogelijk bureaucratie. Naast het afsluiten van een contract waarin de scholen zich committeren aan de doelstellingen, is het verplicht deel te nemen aan een regionaal netwerk, en minimaal één maal per jaar over de voortgang te rapporteren aan het landelijk programmabureau aan de hand van de vragenlijst Techniek in uitvoering van de inspectie. Einddoelen VTB per W&T wordt in 2 aansluitende groepen aangeboden 2. School heeft knelpunten techniekinvoering opgelost 3. School biedt variatie aan activiteiten 4. School heeft doelen voor W&T opgesteld 5. School toetst de gestelde W&T-doelen 6. Er is een doorgaande Leerlijn W&T 7. Er zijn afspraken vastgelegd mbt lesaanbod 8. W&T zijn vastgelegd in het schoolplan 9. W&T zijn verankerd in lesprogramma en / of organisatie VTB programma blijkt aan te sluiten op de behoefte van scholen om een concrete invulling te zoeken voor de kerndoelen: 2500 scholen gingen aan de slag met deze doelstellingen, waarvan 83% de einddoelen haalden (Zekeringen voor de Toekomst 2010). Ik heb een project met aandrijving gedaan dat vond ik heel leuk. En we hebben voedselmachines gemaakt met de klas. Dat zijn bakken met planten die dan automatisch water krijgen. Dat hebben we met de klas zelf bedacht en gemaakt. Soms was het mislukt, dan stond op maandag de hele klas vol water. Florian, 9 jaar groep 7 21

22 Kerndoelen Natuur en Techniek De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. In 2006 worden de kerndoelen opnieuw vastgesteld en in aantal teruggebracht. In 2009 moeten de scholen hieraan voldoen. b. De leraar als spil focus op professionalisering en verbreding naar talentontwikkeling Nationaal en internationaal onderzoek laat zien dat een belangrijke bottleneck bij de uitvoering van techniekprogramma s in het primair onderwijs is dat veel leraren zich niet bekwaam genoeg voelen om het techniek onderwijs te geven. Onderzoek laat echter óók zien dat wanneer leerkrachten met behulp van nascholing zelf meer kennis, vaardigheden, zelfvertrouwen en een positievere attitude ontwikkelen, er belangrijke stappen vooruit gezet kunnen worden om techniek met meer enthousiasme in hun lessen op te nemen. VTB-pro Het programma VTB-pro (fessionalisering) wordt in 2007 opgezet om deze scholing van leraren een impuls te geven. VTB-pro richt zich op het opleiden van basisschoolleerkrachten en pabo-studenten. De trainingsprogramma's worden uitgevoerd door een netwerk van pabo's verspreid over het land. Deze pabo's werken samen met de in 2008 opgerichte (regionale) kenniscentra voor wetenschap en techniek. Deze kenniscentra ontwikkelen en onderzoeken onderwijsinnovaties voor pabo's en basisscholen waarbij ook wordt samengewerkt met hogescholen en universiteiten. Het doel van VTB-Pro is om in de jaren 2008 t/m 2010 ruim tienduizend studenten en leerkrachten te laten (bij-)scholen op het gebied van Wetenschap en Techniek in het basisonderwijs. Het programma stelt ruim 5000 leerkrachten in staat zich bij te scholen en ruim 7000 pabo-studenten Techniek in hun curriculum op te nemen op 19 pabo s. 22

23 Aanpalende programma s In deze zelfde periode worden beleids- en actieprogramma s geïnitieerd zoals Talentenkracht (onderzoeksprogramma naar talentontwikkeling bij kinderen 3-14 jaar op W&T gebied), W&Tacademie (losse scholing voor leraren basisonderwijs door Universiteiten) Orion (bètaexcellentieprogramma dat regionale Wetenschapsknooppunten stimuleert voor betere afstemming van vraag en aanbod van wetenschappelijke kennis t.b.v. het basisonderwijs). Deze programma s kennen doelstellingen op zich zelf, maar ondersteunen tevens de algemene doelstelling - méér aandacht voor wetenschap en Techniek op de (basis)school. In de beschrijving van deze programma s komt tevens de inhoudelijke verbreding van de focus van Techniek naar Wetenschap en Technologie in beeld. Talentenkracht Binnen het onderzoeksprogramma TalentenKracht zijn in de periode vanuit zeven universiteiten fundamentele studies verricht naar individuele verschillen in talentontwikkeling bij kinderen van 2 tot 14 jaar en naar de rol van de leeromgeving en in het bijzonder van de leraar. Het onderzoek heeft laten zien dat constructieprocessen van het kind - actieve verkenning van een probleemkader, denkbeeldig spel, tekeningen, antwoorden op vragen - leiden tot een steeds dieper inzicht in W&T. In samenwerking met meer dan honderd schoolteams zijn ook praktisch georiënteerde studies uitgevoerd waarin vooral is nagegaan hoe we W&T-talenten kunnen meten en optimaliseren in de klas. Daarbij gaat het niet alleen om kennis en vaardigheden, maar ook om evaluerende en emotionele aspecten van W&T: in hoeverre is er sprake van nieuwsgierigheid, passie, betrokkenheid en plezier bij kinderen? De TalentenKracht-centra hebben onder andere met zogenaamde vindplaatsscholen samen gewerkt. Deze scholen doen zelf onderzoek, waarbij de onderzoeksvraag van de school centraal staat. De onderzoeksvraag heeft betrekking op W&T, excellentie, talentontwikkeling en onderwijsmethodes en is in samenhang met regionale partners als de Pabo s, educatieve infrastructuur en ouders uitgewerkt. Wetenschapsknooppunten Gedurende periode van september 2009 tot en met september 2012, heeft het Platform Bèta Techniek het Orion Programma uitgevoerd met als doel de ontwikkeling van zogenaamde educational science / science education hubs hubs, oftewel de wetenschapsknooppunten (WTK s). In deze pilotperiode zijn twaalf wetenschapsknooppunten (van twaalf universiteiten) tot stand gekomen. Hun opdracht was het ontwikkelen van een passend aanbod op het gebied van wetenschap, techniek en excellentie voor het basisonderwijs. Begin 2012 is in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) besloten om de pilot-fase van het Orion Programma een vervolg te geven. Het doel van dit vervolg is om WTK s in de infrastructuur te verankeren en het bereik te vergroten. Door samenwerking tussen de WTK s en andere partijen te stimuleren kunnen zij hun activiteiten verbreden en optimaliseren. De verbreding zit enerzijds in vak-aanbod: alfa, bèta en gamma vakken. Anderzijds uit verbreding zich door een doorlopende leerlijn naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs te ontwikkelen. 23

24 c. Aanzetten tot verduurzamen De eindresultaten van het Deltaplan Bèta techniek , worden beschreven in Zekeringen voor de Toekomst. De lessen die in Zekeringen voor de Toekomst worden getrokken komen voort uit een combinatie van een kwantitatieve boordeling van de uitvoering van het VTB, de genoemde accentverschuivingen gelet op de bestuurlijke ontwikkeling in het PO en een inhoudelijke verbreding van sec Techniek naar Technologie en Wetenschap. Techniekonderwijs is meer dan een stroomkring bouwen of een bouwplaat in elkaar zetten. Het leert de kinderen vooral ontwerpen, onderzoeken en ontdekken. Ze proberen dingen uit, stellen vragen, evalueren en gaan actief aan de slag. Techniek sluit dus prachtig aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. Techniek op de basisschool is dan ook beter te omschrijven met de term wetenschap en techniek. Een positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek helpt kinderen hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen. Basisschool de Schoof, Raamsdonkveer Resultaten VTB en VTB-pro In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de doelstelling voor het aantal scholen en leerlingen dat VTB wilde bereiken is gehaald. Ruim 2500 scholen deden mee; zij bereikten meer dan leerlingen. Het aantal scholen dat de vooraf geformuleerde einddoelen voor VTB behaald heeft is 83%. Daarnaast is gemeten of de scholen positief beoordeeld kunnen worden op de duurzame inzet van W&T. Hierin wordt meegenomen of de scholen naast het behalen van de einddoelen, voldoen aan 3 van de 5 punten van de receptuur voor de mate van aanwezigheid van W&T in het onderwijs (zie kader) en een boordeling op de aanwezigheid van meerjarige visie, (financieel) beleid en personele inzet. 69% van de scholen die in 2010 het hebben afgerond scoren positief op deze meting. De kwantitatieve doelstellingen van VTB-pro zijn behaald. Bij VTB-pro is vanaf de start van het programma aandacht geweest voor de verduurzaming. Dit heeft als resultaat dat 94% van de pabo s die mee hebben gedaan met VTB-pro, duurzaam een aantrekkelijke, substantiële en hoogwaardige onderwijsinhoud hebben ontwikkeld en aangesloten zijn bij een Kenniscentrum Wetenschap en Techniek, aldus de evaluatie. Receptuur voor mate aanwezigheid W&T in het onderwijs 1. Aantrekkelijk, substantieel en hoogwaardig onderwijsinhoud Zit W&T in het onderwijsprogramma? Is er een doorgaande leerlijn? Hoe veel tijd besteedt de school aan W&T? Maakt de school gebruik van aantrekkelijke lesmaterialen, projecten en methoden voor W&T? 2. Oriëntatie- en keuzebegeleiding Heeft de school contacten met VO op het gebied van W&T, zodat leerlingen een beeld krijgen van wat bèta en techniek in het VO inhouden? Zijn er contacten met het bedrijfsleven die onderwijs in W&T in een levensecht kader plaatsen? 3. Regionale netwerken Is er sprake van samenwerking en kennisdeling met collega-vtbscholen? Heeft de school betekenisvol contact met het regionaal steunpunt? 24

25 Heeft de school contact met science centra, universiteiten of overige externe partijen in het kader van W&T? 4. Professionaliteit van de leerkrachten Is er een breed draagvlak binnen de school voor W&T? Is het team deskundig? Is er aan deskundigheidsbevordering gedaan? Zo ja, welke? 5. Doelgroepen Participeert de school in focusgesprekken waar gereflecteerd wordt op het verschil in attitude tussen jongens en meisjes? Doet de school mee met de attitudemeting? Onderneemt de school activiteiten op het gebied van gender mbt W&T? De verduurzaming van W&T op de scholen wordt gemeten door een beoordeling op 1. Visie en strategie (meerjarig) Is er sprake van een expliciete visie tav W&T en is deze vastgelegd in een meerjaren W&T-plan 2. Financieel beleid (meerjarig) Wordt het inhoudelijke beleid in voldoende mate ondersteund met financiële middelen? Zijn er meerjarige keuzes gemaakt door directie /bestuur? 3. HRM (meerjarig) Zijn er een of meerdere personen binnen de school aanwezig als verantwoordelijke voor W&T? Zijn er ambulante werkuren voor W&T? d. Lessen uit Zekeringen voor de Toekomst 1. Aandacht voor technologie en talentontwikkeling gaan goed samen (VTB)Scholen hebben massaal W&T plek gegeven in het onderwijs. De waarde ervan voor individuele talentontwikkeling van kinderen als ook de maatschappelijke opdracht aan het onderwijs wordt erkend en gedragen. Het domein leent zich bij uitstek zich te verbinden met andere beleidsthema s als taal, rekenen, excellentie en passend onderwijs. In een volgende fase kan gerichter worden gewerkt aan de leeropbrengst bij kinderen. In groep 6, 7 en 8 kon je mee doen aan science-projecten. Als je het niet leuk vond, hoefde het niet. Ik vond het wel leuk. We hebben gekeken hoe je een achtbaan beter kon maken. We kregen dan een virtual reality-bril op en moesten allemaal informatie opzoeken hoe het beter kon en dan zelf een ontwerp maken. Je leert allemaal dingen over vakken die je later ook weer op school krijgt. Schaalmeten en zo. Dat is eigenlijk ook weer topografie. Olivier, 11 jaar, groep 8 2. Essentiële rol van leerkracht Deskundigheid van leraren is de belangrijkste succesfactor voor duurzaam en goed onderwijs in W&T. Voor de toekomstige ontwikkeling van W&T op de basisschool kan deskundigheid bevordering van (aspirant) leerkrachten daarom niet vrijblijvend zijn. 3. Relatie met bestuurlijk vermogen scholen en schoolnabije ondersteuning cruciaal 25

26 Het succes van VTB kan voor een deel worden toegeschreven aan een breed ondersteuningsarrangement dichtbij de school en expertadvies en reflecties in de vorm van audit en monitoring. Dit geeft de scholen focus op kennis voor hun eigen innovatie- en leerproces. e. Terugblik vanuit 2016 Terugkijkend kan worden geconcludeerd dat er tussen 2003 en 2010 veel activiteiten in gang zijn gezet. Zekeringen voor de toekomst geeft een aantal gewenste toekomstige zwaartepunten, maar geeft geen concrete voorstellen voor verder beleid op basis van de evaluaties. Met de wijsheid van 2016 kan eveneens worden geconcludeerd dat er sprake was van een opstartfase. De resultaten die zijn gemeten hadden in deze periode vooral betrekking op het aantal gerealiseerde activiteiten: aantal bereikte scholen, aantal bereikte leraren (output). Zo waren de doelstellingen van de verschillende stimuleringsprogramma s ook geformuleerd. De gemeten duurzaamheid volgens de opgestelde receptuur bleek daarom nog niet te betekenen dat er overal impact tot in de klas was gerealiseerd. Ook de in gang gezette professionalisering had nog geen één op één effect op de lessen. De doelstellingen van daadwerkelijk duurzame W&T programma s in de scholen, verzorgd door professionele leraren (outcome), bleken meer en langduriger inspanningen te vereisen, zoals ook in bleek. Fase 2: Definitie- en ontwikkelfase vraagsturing, schoolbesturen en regio aan zet In deze periode wordt ingezet op het stimuleren van het beleidsvoerend vermogen van schoolbesturen om de vernieuwingen in de scholen gestalte te geven. Het programma School aan Zet kan scholen hierbij ondersteunen. In de praktijk pakt dat niet goed uit voor W&T. Er wordt daarom toch een apart activiteitenplan geïnitieerd om een succesvolle doorstart van activiteiten gericht op W&T in het primair en voortgezet onderwijs mogelijk te maken. Hierin worden onder andere de uitkomsten van Zekeringen voor de Toekomst vertaald in een aantal regionale acties zoals het installeren van kwartiermakers voor ondersteuning op organisatie van het netwerk, management ondersteuning voor schoolleiders en communicatie in het regionale netwerk. School aan Zet en Activiteitenplan Meer en Betere Bèta s School aan Zet, dat in 2012 van start gaat, vormt voor het PO en VO feitelijk het hoofdbeleidskader waarbinnen het vernieuwingsbeleid voor het funderend onderwijs wordt uitgevoerd ter realisatie van grotere leeropbrengsten. Het sluit aan bij het Bestuursakkoord dat OCW in 2012 sluit met de PO Raad. Uitgangspunt hierbij is dat schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor het realiseren van een goede onderwijskwaliteit en daarmee ook eigenaar van processen zijn tot verbetering van die kwaliteit. Onderdeel van de afspraken is, dat 26

27 schoolbesturen extra geld ontvangen via de prestatiebox waarmee zij zelf kunnen bepalen voor welke doelen uit het akkoord ze dit geld op hun scholen willen gebruiken. Het programma School aan Zet kan scholen hierbij ondersteunen. W&T is binnen School aan Zet gepositioneerd als een thema naast andere thema s, zoals: opbrengstgericht werken, taal en rekenen, professionaliseren, omgaan met verschillen, lerende organisatie, HRM-beleid en excellentie. School aan Zet faciliteert en begeleidt de scholen bij de realisatie van hun eigen ontwikkelagenda op deze punten. Er zijn dus geen geoormerkte budgetten meer voor W&T. Activiteiten, ontwikkelen en verduurzamen van W&T moeten uit de gelden van de algemene prestatiebox worden gefinancierd. In de praktijk blijkt dat School aan Zet niet goed werkt als portal naar activiteiten op het terrein van bèta/techniek. Heel weinig scholen kiezen voor W&T; vooral de algemenere thema s zoals opbrengstgericht werken zijn in trek. Het blijft lastig om veel scholen intrinsiek te motiveren om veel werk te maken van de W&T-agenda. Met name in het po is er een gebrek aan tijd en middelen, is er nog steeds sprake van koudwatervrees bij leerkrachten, verdrukking van het thema W&T door andere thema s als taal en rekenen. Scholen worden niet direct afgerekend op het thema W&T. "Nee we hebben geen techniek maar dat hoort eigenlijk wel. Later krijgen we meer techniek op school en nog later, als ik zo oud ben als mama en pappa, is de technologie alleen maar nog meer. We krijgen er nu amper les in. We hebben wel een project gedaan, maar dat was eigenlijk niet van school. Dat was van een middelbare school (Metis). In de klas gebruiken we Snappet, een soort kleine tablet. Dat is eigenlijk geen techniek maar gewoon, daar leren we rekenen en taal maar niet over de technologie." Anne 11 jaar, groep 8 Om succesvolle ontwikkelingen te kunnen uitbouwen en duurzaam te verankeren, bleek dat scholen ook na 2011 impulsen, input en support van buitenaf nodig hebben. Hiervoor wordt het Activiteitenplan Meer Betere Bèta s ( ) geïnitieerd. Met dit plan wordt beoogd de verschillende ingrediënten voor een succesvolle doorstart van bèta/techniek in het primair en voortgezet onderwijs mogelijk te maken. De vraag van de school staat daarbij centraal. In dit plan wordt aangesloten bij de beleidsomslag van een gerichte stimulering van activiteiten met subsidies naar een vraaggestuurde ondersteuning van scholen, waarbij de landelijke facilitering zich vooral richt op hechte, actiegerichte samenwerkingsverbanden in regio s. Het verder uitbouwen van de regionale netwerken, universiteiten meer te stimuleren samen te werken met PO in wetenschapsknooppunten en praktisch verspreiden van wetenschappelijk onderzoek en daarbij behorende producten voor scholen, leerkrachten, leerlingen en ouders krijgen met name aandacht. Grenzen bereikt van generiek landelijk beleid: opmaat naar een nieuwe koers De ervaringen met W&T binnen School aan Zet maken duidelijk dat er een grens is wat er aan W&T gerealiseerd kan worden op de scholen via het landelijk beleid. Het stimulerende beleid heeft wel is waar meer aandacht gegenereerd voor W&T in het PO maar geconcludeerd kan worden dat het ontbreekt aan een helder en breed gedragen advies hoe W&T duurzaam te implementeren in het PO. Ondanks alle VTB inspanningen concludeert ook het Platform Bèta Techniek dat er weliswaar veel inspanningen zijn gepleegd, maar dat basisscholen nog steeds relatief weinig aandacht besteden aan wetenschap en technologie, uitzonderingen daar gelaten. Deze conclusie is aanleiding om een verkenningscommissie aan het werk te zetten. 27 "Op de basisschool waar allebei mijn zoons op hebben gezeten (de jongste zit nu in groep 8) doen ze bijna

28 niets met technologie. Laatst was er wel een project over robotica. Dat was voor de betere leerlingen, georganiseerd door een VO school. Ik denk dat het voor hen een slimme manier was om een soort voorselectie te maken, zeg maar marketing. Wat mij betreft zou techniek en technologie, bijvoorbeeld met lego, veel prominenter in het onderwijs ingepast moeten worden. Of bijvoorbeeld simpel programmeren, dat is ook taal en filosofie, daar kun je toch mooie projecten mee doen?" Erik, vader van 2 jongens van 11 en Nieuwe definiëring en blik op de toekomst In deze periode wordt een nieuwe impuls gegeven aan de vraag wat W&T en duurzame implementatie ervan op scholen inhoudt op basis van het advies van de Verkenningcommissie Wetenschap en Techniek. De bestuurlijke lijn rond W&T wordt benadrukt in het bestuursakkoord dat de PO-Raad sluit met OCW. De samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid om te bereiken dat techniek en technologie meer aandacht krijgen in de samenleving mondt uit in een Techniekpact uitgewerkt in een Actieplan. Vanuit dit perspectief krijgt W&T als onderdeel van ontdekkend en ontwerpend leren (toekomstgericht opleiden) in het PO een verdere invulling. a. Verkenningscommissie Wetenschap en Techniek Deze gezaghebbende ad-hoc commissie die in het leven is geroepen door het Platform Bèta Techniek en de PO-Raad, brengt in 2013 een advies uit over de vraag hoe W&T duurzaam te implementeren in het PO. Zij komt daarin tot de volgende begripsbepaling, die een duidelijke relatie legt met onderzoekend en ontwerpend leren, waarmee 21ste-eeuwse vaardigheden kunnen worden ontwikkeld: Wetenschap en technologie is een manier van kijken naar de wereld. Wetenschap en technologie begint bij de verwondering: waarom is de wereld zoals zij is? Vanuit die attitude komen vragen op of worden problemen gesignaleerd. De zoektocht naar antwoorden op die vragen en problemen leidt tot oplossingen in de vorm van kennis en/of producten. Deze oplossingen zijn tegelijk weer uitgangspunt voor nieuwe vragen. Onderwijs in wetenschap en technologie stimuleert en bestendigt een nieuwsgierige, onderzoekende en probleemoplossende houding bij kinderen. Het gaat om onderzoekend en ontwerpend leren, waarmee 21ste-eeuwse vaardigheden worden ontwikkeld zoals creativiteit, ondernemingszin, kritisch denken, kunnen samenwerken en ICT-geletterdheid. En het brengt kinderen kennis bij over de wereld. Thema s die daarbij aan bod komen zijn gezondheid, natuur en ruimte, de technologische, bebouwde en maatschappelijke omgeving, hoe die in het verleden tot stand zijn gekomen en hoe we daar nu en in de toekomst op een duurzame en veilige manier mee om kunnen gaan. In de aanbevelingen zijn lessen uit Zekeringen voor de Toekomst herkenbaar: 1. Bottom-up benadering (belang van inzet schoolbesturen, kennisuitwisseling scholen onderling) 2. De leraar centraal (opleiding en scholing, helderheid over aansluiting bij / ontwikkelen van leerlijnen) 3. Sturende benadering (randvoorwaarden in aanvulling op bestuursakkoord, toezicht en toetsing, aansluiting Techniekpact) 28

29 Aanbevelingen Verkenningcommissie 1. Ontwikkel een curriculum, duidelijke leerlijnen en exemplarisch leermateriaal voor wetenschap en technologie in het primair onderwijs. Het ministerie van OCW geeft daartoe opdracht aan het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO). 2. Leg wetenschap en technologie vast in het schoolbeleid en streef naar een inzet daarvoor van minstens tien procent van de onderwijstijd. Schoolbesturen nemen wetenschap en technologie op in hun meerjarenplan. Elke school stelt een coördinator wetenschap en technologie aan. Schoolbesturen verantwoorden de besteding van middelen en tijd aan wetenschap en technologie in hun jaarverslag en jaarrekening. 3. School de zittende leraren na in wetenschap en technologie. Randvoorwaarden zijn een kwalitatief goed nascholingsaanbod en een voldoende opleidingsduur. Het ministerie van OCW trekt tot 2020 in totaal 75 miljoen uit voor de nascholing van leraren en stelt deze kabinetsperiode 1 miljoen per jaar beschikbaar om de kwaliteit van de nascholing zeker te stellen, met name via de accreditatie van onderwijsaanbieders. 4. Neem wetenschap en technologie op in de major van de lerarenopleidingen. De pabo s dienen hun lesprogramma in die zin te actualiseren. Daarnaast bieden de pabo s een educatieve minor aan, die voorbereidt op de functie van wetenschaps- technologiecoördinator in het primair onderwijs. Het ministerie van OCW stelt hiervoor 8 miljoen beschikbaar. 5. Zorg dat in contacten en samenwerking met bedrijven het accent komt te liggen op techniekeducatie, en minder op techniekpromotie. Om meer lijn te krijgen in de veelheid aan initiatieven dienen scholen en bedrijven te investeren in de ontwikkeling van een uitwisselingsprogramma bijvoorbeeld Jet-Net Junior. 6. Bouw de samenwerking met wetenschapscentra uit. Introductie van een technologiepas kan excursies van scholen naar dergelijke centra bevorderen. Een keurmerk waarborgt de kwaliteit van het educatieve aanbod van de wetenschapscentra. 7. Vergroot de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs in wetenschap en technologie. Scholen dienen hiervoor contacten met ouderorganisaties te benutten. 8. Ontwikkel instrumenten om de leeropbrengst van het onderwijs in wetenschap en technologie zichtbaar te maken. Het ministerie van OCW geeft hiertoe opdracht aan het Cito en/of andere toetsontwikkelaars. 9. Verantwoord de inspanningen op het gebied van wetenschap en technologie. Scholen dienen de activiteiten en prestaties zichtbaar te maken in het jaarverslag en de jaarrekening. Deze vormen de basis voor het periodieke/jaarlijkse gesprek van de Inspectie van het Onderwijs met het schoolbestuur. De inspectie voert een thema-onderzoek uit naar de stand van zaken rond wetenschap en technologie in het primair onderwijs. Wetenschap en technologie dient te worden opgenomen in het toezichtkader van de Inspectie. 29

30 b. Bestuursakkoord PO-Raad en OCW In de zomer van 2014 sluiten de PO-Raad en OCW een nieuw bestuursakkoord, waarin o.a. een aantal doelstellingen rond W&T en de samenhang met het techniekpact worden vastgelegd. Met het oog op de brede vorming van de leerling wordt o.a. afgesproken dat scholen het onderzoekend leren van leerlingen bevorderen, onder andere door een aanbod op het gebied van wetenschap en technologie, zoals afgesproken is in het Techniekpact. In dat kader geeft OCW opdracht aan het Platform Bèta Techniek voor een actieplan om het behalen van de ambities uit het Techniekpact te bevorderen. De PO-Raad stimuleert dat schoolbesturen en scholen gebruikmaken van regionale ondersteuning. Dit punt is nader opgenomen in het Techniekpact en wordt ook via het Techniekpact gemonitord. c. Techniekpact 2020 Het kabinet wil dit beleid tot stand brengen in samenwerking met stakeholders. In dat perspectief komen onder meer een Zorgpact, waar ook de steeds grotere rol van Techniek in de zorg wordt benoemd, en een Techniekpact tot stand. In het Techniekpact 2020 worden afspraken tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid vastgelegd. Het Techniekpact sluit aan bij bestaand beleid maar wil versnellen. Het Techniekpact richt zich op de volle breedte van het onderwijs; van PO tot en met bijscholing van werkenden. Concrete aanleiding is het feit dat er tot 2020 jaarlijks meer dan technici met pensioen gaan. Uit analyses van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) blijkt dat op termijn jaarlijks extra technici nodig zijn om in de groeiende behoefte aan technisch personeel te voorzien. Dat vraagt om extra inspanningen. De eerste actie van het Techniekpact is gericht op het PO. Als doelstelling wordt geformuleerd dat in 2020 iedere basisschoolleerling techniek krijgt in het onderwijs. Er wordt aangesloten op de ervaring van het belang van aansluiting bij regio s vanuit landelijke afspraken en de samenwerking tussen onderwijs in de volle breedte en bedrijfsleven. De ambitie worden verder uitgewerkt in het Actieplan Kiezen voor Technologie. d. Terugblik vanuit 2016 In het Actieplan Kiezen voor Technologie wordt enerzijds voortgeborduurd op de voorgangers van het programma (VTB en VTB-pro, School aan Zet, meer en betere Bèta s) en anderzijds wordt aangesloten op de nieuwe initiatieven. Inhoudelijk betekent het dat de brede focus van de Verkenningscommissie wordt overgenomen. Talentontwikkeling van ieder kind is het perspectief. Onderzoekend en ontwerpend leren is een uitdagende methode om te werken aan dit perspectief. De inhoud van W&T komt daarbinnen goed tot zijn recht en nodigt omgekeerd uit tot het toepassen van onderzoekend en ontwerpend leren. Bestuurlijk wordt aangesloten op het Bestuursakkoord tussen OCW en de PO-Raad: de schoolbesturen 30

31 staan aan het roer. Er wordt aansluiting gezocht met de regionale insteek van het Techniekpact, de inhoudelijke focus van het programma is echter breder dan de focus van het Techniekpact. Deze complexe context heeft ertoe geleid dat het programma tijd nodig had om over de volle breedte uit de startblokken te komen. Om structurele opname van W&T in het curriculum van alle scholen te realiseren moet nog een aantal stappen worden gezet en nog niet alle aanbevelingen van de Verkenningscommissie zijn aangepakt. Inmiddels heeft SLO de leerlijnen uitgewerkt in een leerplankader (aanbeveling 1). En is er geld geïnvesteerd voor W&T-inspanningen op de pabo s (aanbeveling 4). Aan de aanbevelingen met betrekking tot professionalisering, de schoolontwikkeling, de samenwerking met maatschappelijke partijen en het zichtbaar maken van de leeropbrengsten van W&T is gewerkt, maar voortgang vereist meer aandacht en een langere adem. Het gaat dan om: Het vastleggen van W&T in het schoolbeleid (directies) en in de meerjarige schoolontwikkeling (schoolbesturen) De nascholing van zittende leraren en het realiseren van meer zicht op de kwaliteit in deze nascholing en grotere transparantie over de bereikte resultaten (o.a. door accreditatie of door aansluiting bij het lerarenregister) Het doorzetten van de samenwerking met bedrijven, ouders, wetenschapscentra en andere maatschappelijke partijen Het inzichtelijk maken van de leeropbrengsten van W&T en hierover ook in gesprek gaan met het ministerie, toetsontwikkelaars en de Inspectie van het Onderwijs. 31

32 Hoofdstuk 4: Actieplan Kiezen voor Technologie Hoofdlijn en doelen actieplan In het Actieplan Kiezen voor Technologie worden de ambities van het Techniekpact voor het PO uitgewerkt. In het programma worden zowel de ontwikkelperspectieven van de kinderen als die vanuit de Nederlandse economie verbonden in een gezamenlijk belang om meer aandacht te besteden aan wetenschap en technologie. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten op de thema s en ervaringen uit eerdere programma s. Dit resulteert in vier actielijnen waarbinnen de doelen en aanpak exact worden beschreven, evenals de manier waarop dit kwantitatief gemeten wordt in 2015 en Het huidige programma kent een looptijd van Hieronder volgt een korte schets van de hoofdlijnen van het programma en wordt de stand van zaken van dit moment beschreven. Kwantitatieve resultaten over het bereik van de verschillende actielijnen worden ingekleurd en geïllustreerd door kwalitatieve beschrijvingen van de resultaten tot op heden door impressies en ervaringsverhalen. Deze impressies kennen een zekere mate van regionale spreiding en zijn overigens tamelijk willekeurig uitgekozen. Hoofdlijnen Actieplan Wetenschap en Techniek Doel: in 2020 hebben alle basisscholen W&T structureel in hun onderwijsprogramma opgenomen door: 1. Samenwerking In regionale netwerken met schoolbesturen aan het stuur (in % aangesloten) In de onderwijsketen: netwerken zijn vaste gesprekspartner voor PO onderwerpen van het Techniekpact, pilots PO-VMBO In W&T: gericht op verduurzaming in schoolplan en onderwijspraktijk en gericht op innovatie: het stimuleren van good practices en kennisdeling op landelijk en regionaal niveau 2. Professionalisering Tot 2020 professionaliseren zo n leraren en schoolleiders zich in W&T W&T enthousiasmering van leraren (W&T academies en meting vaardigheden) 3. Onderzoek en wetenschap Valorisatie van kennis uit voorgaande en lopende W&T (onderzoek)strajecten Inzet Wetenschapsknooppunten die invoering W&T door inbreng wetenschappelijke kennis in de onderwijspraktijk 4. Maatschappij en bedrijfsleven Actieve samenwerking onderwijs en bedrijfsleven (o.a. via Jet-Net junior) en andere maatschappelijke partners (bijvoorbeeld lokale overheid) Meer meisjes (o.a. door inzet Talentkijker) 32

33 Waar staan we? 1. Actielijn Samenwerking De regionale netwerken De netwerken hebben als primaire taak om schoolbesturen en scholen te ondersteunen op het gebied van scholing, uitwisseling en kennisdeling op het gebied van W&T. De netwerken worden bestuurd door PO schoolbesturen. Er zijn 8 netwerken, waarmee een landelijke dekking wordt bereikt. Zij beschikken vaak over een stuurgroep of algemeen bestuur waarin ook andere partners, zoals Pabo s, universiteiten of soms VO-scholen, bedrijven of regionale overheden in zijn vertegenwoordigd. Veel regionale netwerken werken met sub-regio s, zodat er een fijnmaziger netwerk van betrokkenheid en ondersteuning bestaat. De netwerken hebben op basis van een roadmap bij de start van Kiezen voor Technologie aangegeven hoe zij gaan werken aan de versterking van hun netwerk. Het gaat enerzijds om een inhoudelijke stimulering van W&T in het onderwijsprogramma en anderzijds om de kwantitatieve versterking van het netwerk/ het aantal samenwerkingsrelaties. Inhoudelijk zijn de verschillende actielijnen uit het programma hierbij leidend. In 2015 zijn 4200 scholen (ca 57% van het totaal aantal scholen voor PO) verbonden aan een regionaal netwerk. Daarmee liggen we voorlopig op koers om in % van de scholen te verbinden aan een netwerk, al moet daarvoor nog de nodige inspanning worden geleverd. Bestuurlijke en inhoudelijke ontwikkelingen 33

34 Mede door de afspraken in het Techniekpact en in het Bestuursakkoord tussen de PO-Raad en OCW, zijn de schoolbesturen nu werkelijk aan zet in de netwerken. De netwerken zelf geven aan dat de bestuurlijke betrokkenheid van de scholen bij W&T daardoor groeiend is en niet meer incidenteel. De bestuurlijke betrokkenheid biedt ook mogelijkheden de versnippering aan te pakken. Er worden op bestuurlijk niveau bijvoorbeeld verbindingen gelegd met de talentennetwerken die zijn ontstaan in het Talentenkrachtprogramma, het excellentieprogramma en lokale en regionale subsidies worden verbonden aan de activiteiten die de netwerken uitvoeren. Daarom is het ook belangrijk dat er een goede regionale spreiding aanwezig is. Impressie van het expertisecentrum Wetenschap en Technologie (EWT) Zuid-Holland Binnen het EWT Zuid-Holland bundelen schoolbesturen, wetenschapsknooppunten, pabo s en het bedrijfsleven hun krachten om schoolbesturen en scholen te ondersteunen bij het invoeren en op hoger niveau brengen van Wetenschap & Technologie in het basisonderwijs. Het EWT Zuid-Holland verbindt de wetenschap met de schoolpraktijk, versterkt de onderzoekende houding van leraren, leerlingen en ouders en stimuleert en voedt onderzoekend en ontwerpend leren in de klas. Scholen kunnen bij het EWT terecht voor scholing en coaching van leerkrachten, inspirerend lesmateriaal, advies en (financiële) ondersteuning om W&T een plaats te geven in het curriculum. Er wordt afstemming gezocht met het talentennetwerk, er vindt ondersteuning plaats rond bijvoorbeeld excellentie en kunstzinnige vorming, de combinatie met 21st century skills en de relatie taal en W&T. Wat gebeurt er zoal: Er worden techniekcoördinatoren nieuwe stijl (met een bredere focus van wetenschap en technologie en didactische vaardigheden op het gebied van ontwerpend en onderzoekend leren) opgeleid door In Holland, met als specialisme W&T Er wordt een e-learning traject opgezet, waarin ICT een prominente plek krijgt Er vinden in verschillende regio s W&T-cafés plaats, waarin ervaringen met W&T kunnen worden uitgewisseld tussen leraren, schoolleiders en experts. Het bijwonen van zo n café telt mee voor het lerarenregister Scholen werken samen aan invoering van W&T en koppelen dit aan economische zwaartepunten in hun regio- bijvoorbeeld in het Westland, waarin o.a. via de gemeente toegang tot kennis en activiteiten op het gebied van Natuur- en Milieueducatie in samenwerking met het Westlandse bedrijfsleven (o.a. tuinbouwsector). 34

35 Impressie van het netwerk Brabant/ Limburg Stichting WTE is een scholennetwerk voor onderwijsinnovatie binnen het Primair Onderwijs in Noord- Brabant en Limburg (regio Zuid). In dit netwerk ligt de focus op Wetenschap & Technologie, Onderzoekend en Ontwerpend leren en Excellentie. Tien schoolbesturen ontmoeten elkaar om regionaal beleid te ontwikkelen en relevante projecten en programma s te bespreken. De organisatie hiervan vindt plaats via Stichting WTE regio Zuid. De uitvoering van de programma s is geborgd in acht subregio s. Elke subregio heeft een w&t coördinator. De aansturing door de schoolbesture nmaakt het leggen van verbindingen met andere thema s en met partners in de regio (gemeenten, universiteiten, bedrijven) gemakkelijker. Wat gebeurt er zoal: Een uitvindfabriek in Breda, waar kinderen hun talenten kunnen ontdekken, vormgegeven samen met de gemeente, bedrijven en vervolgonderwijs Een wetenschaps- en technologieproject voor de scholen in Limburg, met betrokkenheid van overheid en bedrijven. Onderzoekend en ontwerpend leren en 21 e eeuwse vaardigheden zijn hierin belangrijk en er wordt ingegaan op de veranderende didactische vaardigheden die dit van de leraren vereist. Professionalisering is een centraal thema. Themamiddagen voor scholen over de relatie tussen hoogbegaafdheid en W&T Samenwerking in de onderwijsketen Onder dit actiepunt is ook de doelstelling geformuleerd dat de netwerken zich ontwikkelen tot gesprekspartner voor PO-onderwerpen in het Techniekpact, hoewel dat nog niet in alle landsdelen en de stakeholders van het Techniekpact voorop het netvlies lijkt te staan. De netwerken ervaren dat de bredere scoop voor PO-scholen en schoolbesturen motiverend werkt: de verbreding naar wetenschap en technologie en de focus op onderzoekend en ontdekkend leren maakt scholen enthousiast en zij proberen deze ook door te zetten in samenwerkingsprojecten met het voortgezet onderwijs. Er vinden op dit moment acht pilots plaats waarin wordt samengewerkt tussen een aantal PO scholen en het VMBO. Hierbij zijn 116 PO scholen betrokken. 35

36 Samenwerking in W&T In veel netwerken worden inspiratiesessies georganiseerd gericht op verduurzaming van W&T en onderzoekend en ontwerpend leren in het schoolplan en in de onderwijspraktijk. Er worden uitwisselingsbijeenkomsten gehouden over innovaties gericht op de invoering van W&T, maar er wordt ook gezocht naar parallellen met bijvoorbeeld de invoering van excellentieprogramma s of met een cultuurprogramma. Via nieuwsbrieven, themabijeenkomsten en W&T-academies worden good practices uitgewisseld binnen de verschillende netwerken. Verdere uitwisseling tussen de netwerken onderling en een meer systematische kennisdeling is een aandachtspunt. Een digitale kennisbank van instrumenten, programma s, ideeën en tools kan hierbij behulpzaam zijn. Conclusies actielijn samenwerking De samenwerking tussen scholen en schoolbesturen op het gebied van W&T biedt perspectief op samenhangende en daadwerkelijke opname van W&T in het curriculum. Onderzoekend en ontwerpend leren motiveert scholen om actief aan de slag te gaan met W&T. Hoewel we in het aantal te bereiken scholen op koers lijken te liggen, willen we de focus komende tijd vooral leggen op het bereiken van meer scholen en schoolbesturen. De peilingen geven ook aan dat daar winst te boeken is (43% van de scholen is nog niet aangesloten). Wat hebben de scholen nodig die nog niet zijn aangesloten op het netwerk en hoe kunnen we hen ondersteunen en enthousiasmeren? Door meer uitwisseling kan er meer geleerd worden van elkaar. Tenslotte is het van belang de netwerken uit te bouwen met de omgeving van de school om een rijkere leercontext te organiseren en de regionale verankering te versterken. Het 36

37 gaat dan om het actiever betrekken van bedrijven, regionale en lokale overheden, het vervolgonderwijs en ouders. 2. Actielijn professionalisering W&T academies Een W&T academie is een dagprogramma waarin verschillende onderwerpen aan de orde komen, zoals onderzoekend en ontwerpend leren, de verbinding van W&T met het curriculum en toptalenten in W&T. Het doel is om leraren te enthousiasmeren voor W&T. In samenwerking met de Wetenschapsknooppunten is er een landelijke spreiding van het aanbod van W&T academies tot stand gebracht en tot eind 2015 hebben een kleine 1700 leraren deelgenomen aan een W&T academie. Een impressie: W&T academie Utrecht in 2015 In 2015 verzorgt het hoofd van de Educatieve Ontwikkeling bij Naturalis Biodiversity Center een openingslezing. Hij heeft veel ervaring met het enthousiasmeren van kinderen voor wetenschap en technologie, door hen zelf vragen te laten stellen en op onderzoek uit te laten gaan. Hierbij werkt hij nauw samen met onderzoekers, zodat inzichten uit wetenschappelijk onderzoek de weg vinden naar de praktijk en andersom. In de openingslezing vertelt hij samen met een dinosaurus onderzoeker over de educatieve visie van Naturalis, de Big Five van Educatie, en hoe je wetenschap en technologie inzet in de klas. Daarna zijn er twee rondes workshops met 10 verschillende thema s over wetenschap in en met de klas. Deze zijn voorbereid door een koppel van een basisschool en een wetenschapper/ het wetenschapsknooppunt. 37

38 Professionalisering W&T Via de netwerken worden W&T professionaliseringsarrangementen ontwikkeld, waarin vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Deze trajecten zijn bedoeld voor leraren en schoolleiders. In een aantal gevallen wordt gebruik gemaakt van trajecten die Pabo s hebben ontwikkeld op basis van subsidies die zij hebben ontvangen in het kader van de activiteiten naar aanleiding van het werk van de Verkenningscommissie/ het Techniekpact. In veel trajecten komen onderzoekend en ontwerpend leren en W&T in samenhang aan de orde. Impressie: KWT-Oost en professionalisering Dit KWT heeft de talentennetwerken en W&T-netwerken geïntegreerd. Voor beide gebieden bestaat een aparte portefeuillehouder. Beide onderwerpen kennen een inhoudelijke, een didactische en een maatschappelijke component die soms samenlopen en zich soms onderscheiden. In de stuurgroep participeren 10 schoolbesturen die zich hebben gecommitteerd aan het programma Kiezen voor Technologie. In een klankbordgroep participeert de educatieve infrastructuur: verschillende Pabo s en de Universiteit Twente met het wetenschapsknooppunt. Door het in één netwerk onderbrengen van het Talentenkracht programma en W&T is de focus van de professionaliseringstrajecten Talentontwikkeling bij leerlingen en Onderzoekend en Ontwerpend Leren. KWT-Oost richt zich hierbij vooral op professionalisering van teams omdat is gebleken dat dit meer effect sorteert dan individuele scholingstrajecten. Ook is het bestuurlijk commitment voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie. Zonder dit commitment vindt er immers geen verduurzaming plaats. Er is voor gekozen om zelf geen trajecten meer aan te bieden, maar te bemiddelen tussen vraag en aanbod. Scholen zijn in september gestart met de nieuwe tranche professionaliseringstrajecten. Door nadrukkelijker aan te sluiten op onderzoekend en ontwerpend leren, het nieuwsgierig krijgen van kinderen, is het noodzakelijk dat leraren zelf ook (weer) hun eigen nieuwsgierigheid en verwondering aanboren. Dat heeft tijd nodig, maar het effect is een grote intrinsieke motivatie en dat is weer eerste voorwaarde voor verdere professionalisering en verankering, aldus de schoolbestuurder Arjan Brunger. Een greep uit de ervaringen: Van de Julianaschool in Rijssen hebben drie leerkrachten het professionaliseringstraject Wetenschap & Techniek van zes dagdelen gevolgd. In teamverband hebben we vorig jaar een visie voor de school vastgesteld, voor ons een belangrijk moment. Deze visie luidt als volgt: "We willen wetenschap en techniek integreren in alle facetten van ons onderwijs. Waarbij theorie (denken) en de praktijk (doen)- het denkproces van kinderen stimuleert tot een onderzoekende houding op zijn of haar niveau. Al deze ontwikkelingen en visies moet je zien tegen de achtergrond van Rijssen. We hebben hier een cultuur die nauw verweven is met alles wat met bouwen heeft te maken. Vanuit de samenleving kwam de behoefte om ook in de toekomst over goed opgeleide technische medewerkers te kunnen beschikken. De hamvraag is dan ook: hoe ontwikkel je bij kinderen van onderaf belangstelling voor techniek als toekomst? De drie leerkrachten die meegedaan hebben aan dit professionaliseringstraject, hebben heel veel praktijkopdrachten uitgevoerd in hun klas vorig jaar. We zien daarvan een aantal opbrengsten. De kinderen tonen zich door deze aanpak heel erg gemotiveerd voor wetenschap en techniek. Ze leren samenwerken en ontdekken. 38

39 En bij de onderbouwleerlingen neemt de taalvaardigheid daardoor toe. Ook voor een goede woordenschat is wetenschap en techniek heel wezenlijk. Verder gaf een leerkracht aan blij te zijn dat we een visie op het vak wetenschap en techniek voor onze basisschool hebben ontwikkeld. Ook de verhouding tussen wetenschap en techniek en de relatie tussen beide disciplines is daarmee helder geworden. Wat ik als directeur hierin belangrijk vindt, is hoe we de onderzoekende houding bij al onze leerlingen gaan stimuleren. "De veranderingen die we zien bij de leerkrachten die aan de trajecten hebben deelgenomen? De drie deelnemende leerkrachten zijn stuk voor stuk uitzonderlijk gemotiveerd en enthousiast. Hoewel het doorlopen van het traject hen veel tijd heeft gekost, leverde het deze collega s veel op en zijn ze geïnspireerd om op een andere manier naar de inhoud van het onderwijs te kijken. Wetenschap en techniek is niet iets wat je in een uur in één bepaald vak onderbrengt. Wetenschap en techniek gaat in onze visie de hele dag door. Het heeft te maken met je manier van vragen stellen, een lichtknop die je aandoet of: het waait en wat gebeurt er nu? Eigenlijk een positieve houding om de hele lesdag door je te willen verdiepen in oorzaak en gevolg. Josine van Ulden, directeur van de Pr. Mauritsschool Enschede Hoe kunnen we leerlingen blijvend leren leren? Die doelstelling leeft bij al onze leerkrachten, het is vastgelegd in het schoolplan en tegelijkertijd beseffen we dat de overgang van kennisoverdracht naar coaching een ingewikkelde is. Onze leerkrachten willen de kinderen anders leren leren omdat het leren door de huidige wijze van lesgeven stagneert. Wanneer je de natuurlijke motivatie van kinderen aanspreekt, uitgaat van nieuwsgierigheid en ze zelf laat onderzoeken, leren ze altijd. Door de vraagstelling van leerkrachten te veranderen, worden alle kinderen uitgedaagd om zelf actief mee te doen en eigen oplossingen te bedenken. Het professionaliseringstraject waar ons team nu mee bezig is, mogelijk gemaakt door subsidie van KWTO, helpt ons enorm bij de invulling van de vraag Hoe willen we dat kinderen (blijvend) leren? evenals de bijbehorende de vraag: 'En wat betekent dat voor onze leerkrachthouding?' Uitgaan van nieuwsgierigheid van kinderen vereist durf en loslaten. Onderzoeken en ontwerpen vraagt om coachende vaardigheden van het hele team. Dat doe je niet zo maar! Kees Kievit, directeur van PCBS De Kring Apeldoorn In plaats van vertellen, gaan kinderen zelf op zoek naar de antwoorden! Spannend voor leerkrachten om het vertrouwde los te laten en nieuwe handvatten te vinden. Met behulp van 3 ontwikkelingslijnen creëren we nieuwe kapstokken. Leerlingen zijn tijdens het project wereldgods-diensten zelf aan de slag gegaan aan de hand van onderzoeksvragen. Heel mooi om te zien hoe de verdieping plaatsvond en hoe dit naar voren kwam tijdens de presentaties aan medeleerlingen en aan ouders. De coachende rol van leerkrachten hierbij krijgt gestalte aan de hand van de volgende kapstokken: ontwikkelingslijnen, lijnen in het kader van leren leren en onderzoeken en ontwerpen, in welke mate kunnen kinderen zelfstandig aan de slag?. Vanuit didactisch oogpunt gaat het om bijvoorbeeld: Hoe start je met verwondering, hoe kom je tot onderzoeksvragen en hoe ga je de diepte in? Ook onze kleuters stellen onderzoeksvragen, voor leerkrachten de uitdaging de hoeken zo in te richten dat kleuters Onderzoekend en Ontwerpend aan de slag gaan. Leraren Peter Paul Slot: "Dit professionaliseringstraject trok mij aan omdat ik techniek sowieso al een heel mooi vak vind. Sterker nog: ooit leerde ik richting techniek en koos ik uiteindelijk voor de pabo. Maar nog steeds vind ik het leuk om technische zaken uit te zoeken. Sandra Rupert: "Deelname door mij aan dit professionaliseringstraject was 39

40 voor mij vooral bedoeld om te bekijken wat we nog met techniek in de klas konden doen. Mijn ervaringen zijn positief. We hebben geleerd hoe je zelf, vanuit je pedagogische beroepsuitoefening naar techniek en wetenschap kunt kijken. Je krijgt geen kant-en-klaar lespakket voorgeschoteld maar wordt gestimuleerd zelf na te denken. Daardoor stimuleer je je eigen kijk op techniek en neemt ook je motivatie toe. Goede koppeling tussen theorie en praktijk Peter Paul: "Ik heb het als heel leuk en interessant ervaren. Naarmate we naar het eind van het professionaliseringstraject toewerkten, kwam er ook steeds meer praktijk aan bod, dus de technische zaken die je ook echt met je leerlingen in de klas gaat doen. Die koppeling tussen theorie en praktijk zit goed. Wat mij het meeste opviel? Het inzicht dat je met beperkte materialen een goede wetenschap- en techniekles kunt geven. Op veel basisscholen is dat nu nog een struikelblok. Men wil wel techniek doen, maar mist de concrete materialen. Daar sluit dit professionaliseringstraject heel goed op aan. Je hebt niet altijd materialen nodig om op een wetenschappelijke manier het denken over techniek bij je leerlingen te prikkelen. Praktische toepassing in de klas Peter Paul: "Mijn ervaring als ik het geleerde in de les toepas, is heel goed. Dat heb ik ook in mijn PowerPoint presentatie laten zien. Als je de praktijkopdracht uitvoert, zie je dat dit de leerlingen stimuleert en motiveert. Ik had het bijvoorbeeld over vulkanen gedaan in de klas en een paar dagen later zie je de kinderen met boeken over dat onderwerp in de klas zitten. De aanpak van het professionaliseringstraject voor leerkrachten over Excellentie, Wetenschap en Techniek werkt dus echt, de kinderen steken elkaar op een positieve manier aan. Sandra: "Ik pas niet wekelijks technieklessen toe, maar ben er heel alert op om het te benoemen als het in andere lessen langskomt en relevant is. Ik heb door dit traject nu een soort bewustwording ontwikkeld om te bekijken op welke manier ik wetenschap en techniek bij mijn andere lessen kan betrekken. De leerlingen vinden het heel leuk en reageren positief. Focus op toekomst Peter Paul: "Onze directie staat positief tegenover dit project en we krijgen alle steun. Wel is het de kunst wetenschap en techniek te plannen tussen alle andere activiteiten die al op het programma staan. Maar in onderling overleg is dat altijd wel te regelen. We hebben er ook al aan gedacht, Sandra en ik, om techniek en wetenschap als vakleerkracht onder onze hoede te nemen. Dit geeft wel aan dat we er erg enthousiast over zijn én dit idee betekent ook dat niet alle leerkrachten techniek hoeven te kunnen geven in de klas. Sandra: "Binnen de techniekcommissie op onze school bekijken we nu wat we schoolbreed allemaal met techniek kunnen doen. Effect van de nascholing De Universiteit van Twente deed onderzoek naar de effecten van de nascholingscursus Wetenschap en Techniek, zoals die door KWTO in samenspraak met die universiteit ontwikkeld is. Daaruit bleek dat de nascholing een positief effect heeft gehad op de professionele attitude en op de persoonlijke attitude van leerkrachten. Leerkrachten die hebben deelgenomen aan de cursus hebben na afloop meer plezier in het onderwijzen van W&T en zien meer het belang in van onderwijs op het gebied van W&T en onderzoekend leren vergeleken met leerkrachten die niet hebben deelgenomen aan de cursus. Leerkrachten hebben het gevoel dat ze meer in control zijn bij het onderwijzen van W&T. Dit houdt in dat ze meer zelfvertrouwen hebben, zichzelf beter in staat achten om W&T te onderwijzen (kennis en vaardigheden) en zich minder afhankelijk voelen van de aanwezigheid van allerhande context factoren die een rol kunnen spelen bij het onderwijzen van W&T, maar die hier niet noodzakelijk voor zijn, zoals de aanwezigheid van methodes, materialen, voldoende tijd en financiële middelen. Dit laatste attitudecomponent is een belangrijke factor voor het wel of niet onderwijzen van W&T op de basisschool. Het blijkt dus dat leerkrachten na het volgen van de cursus meer zijn losgekomen van methodes en materialen voor het onderwijzen van W&T en meer kind-gericht onderwijs geven. 40

41 Naast deze verbetering in attitude blijkt uit de kwalitatieve data (evaluatie met open vragen en interviews) dat leerkrachten na deelname aan de cursus, 1. W&T veel minder complex vinden dan voor de cursus (door de bewustwording dat W&T helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn), 2. ze meer gebruik maken van onderzoekend leren in de klas en dit ook vaker integreren met andere vakken, 3. dat ze zich meer verwonderen over de wereld om zich heen en 4. dat ze zelf nieuwsgieriger zijn geworden. Enkele reacties van deelnemers: "Mijn houding is veranderd; van angst voor het onbekende in nieuwsgierig naar meer. Een wondere wereld? Verwonder je er over, onderzoek het en verbaas je. "Mijn houding verandert zichtbaar en de creativiteit van jezelf wordt geprikkeld en daardoor ook de creativiteit van de kinderen. Door het professionaliseringstraject ga je op een andere manier vragen stellen. "Ik vind het nu gemakkelijker om samen met de leerlingen de wereld te ontdekken. "Ik word bewust van techniek en verwonder mij er over. Er ontstaat een nieuwe kijk op kleuters en techniekverwondering. "Ik heb geleerd mezelf weer (bewust) te verwonderen, als door de ogen van een kind. "Als je deze cursus hebt gevolgd, ben je echt een betere leerkracht! De directeur Pabo, Jan-Auwke Diepenhorst Hoe is dat nu op mijn pabo (pabo Saxion) en hoe zou het moeten zijn? Alle studenten komen in aanraking met ontdekkend en onderzoekend leren. Alle pabostudenten krijgen in het verplichte curriculum w&t-lessen en zijn dankzij goede lessen en enthousiaste en deskundige docenten in staat om w&t-lessen te geven. In de stagepraktijk gebeurt dit echter nog weinig. In het kader van een project van het kenniscentrum Techyourfuture (CETO) onderzoeken we nu hoe we een stap verder kunnen maken in het pabocurriculum en in de basisschoolpraktijk. Die stap verder is dan integratie met andere vakken, zoals rekenen en taal, maar ook met basisschoolvakken als wereldoriëntatie. Nog een stap verder is het onderzoekend en ontdekkend leren in alle lesactiviteiten. Een lastig punt is uiteraard hoe dit zich verhoudt tot de enorme nadruk van dit moment op de didactische aanpak van het directe instructiemodel in het kader van OGW. Gaat het pas echt lukken in de praktijk als we werken met toezicht van de inspectie en eventueel een normerende Cito-toets? In KWTO-verband proberen we dit toch (ook) anders te doen. Via mooie voorbeelden, via netwerken, via de aanpak van verleiding en overtuiging en het bevorderen van het besef van de noodzaak dat we voldoende mensen krijgen die werkzaam zijn in de techniek proberen we een stap verder te komen. Het gaat om talentontwikkeling en dat is iets anders dan techniekpromotie. Maar w&ttalent ontwikkeling krijgt nu te weinig kans. Conclusies actielijn professionalisering De professionalisering heeft in de regio s een impuls gekregen, onder andere door de verbinding met Onderzoekend en Ontwerpend Leren en de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld aan de Pabo s. Omdat de leraren een cruciale factor zijn in het succes of het mislukken van W&T in de klas, willen we de professionaliseringslijn doorzetten. Daarbij willen we meer oog voor de doorwerking van de professionaliseringstrajecten naar de concrete schoolpraktijk. Dat betekent dat we ook meer zullen letten op: De inbedding van de scholing in de visie en het HR-beleid van de school 41

42 Aansluiting op bewezen effectieve aanpakken (bijvoorbeeld teamscholing) en goede voorbeelden actief verspreiden De kwaliteit van de scholing, inclusief het nazorgtraject op school. We zullen ons inzetten voor passende instrumenten hiervoor. Zoals bijvoorbeeld accreditatie en/of aansluiting bij de vereisten om nascholing opgenomen te krijgen in het lerarenregister. Het verder vergroten en verduurzamen van de aandacht voor W&T op de Pabo, o.a. door de mogelijkheden te onderzoeken van een Master W&T. 3. Actielijn onderzoek en wetenschap In het kader van het programma Kiezen voor Technologie zijn via deze actielijn tot nu toe in totaal zijn leerlingen, leraren, scholen, 277 pabo-docenten en 534 wetenschappers bereikt. Zij participeerden met name in activiteiten van de wetenschapsknooppunten bijeenkomsten waarin kennisvalorisatie centraal stond. Valorisatie van kennis uit voorgaande en lopende W&T (onderzoek)strajecten De kennis die is opgedaan uit deze trajecten (bijvoorbeeld het Talentenkrachtprogramma) is in het programma Kiezen voor Technologie met name verspreid via de betrokken scholen en de KWT s. In 2015 is aan de kennisdisseminatie nog een extra impuls gegeven via: een Didactief special en een wetenschappelijke conferentie en praktijkdag die in oktober 2015 heeft plaatsgevonden. Deze werd bezocht door 178 leraren. Inbreng van wetenschappelijke kennis in de onderwijspraktijk Dit krijgt vooral gestalte via de wetenschapsknooppunten. Dat zijn samenwerkingsverbanden tussen verschillende basisscholen en een (of meer) universiteit(en). Vaak is ook een pabo bij het knooppunt betrokken. Doel is kinderen enthousiast te maken voor wetenschap, en hun onderzoekende houding en nieuwsgierigheid te bevorderen. De activiteiten van de wetenschapsknooppunten zijn gebaseerd op de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren. Er zijn twaalf van deze knooppunten. De knooppunten krijgen subsidie van het Platform Bèta Techniek en van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). De knooppunten bieden een scala aan activiteiten voor leerlingen, leerkrachten, schoolteams, Pabo s, pabostudenten en onderzoekers. Al naar gelang het profiel van de universiteit krijgen deze activiteiten invulling (bijvoorbeeld bij de TU-Delft aandacht voor ontwerpen, bij de Universiteit Wageningen voor voedseltechnologie). Impressie van het wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit (WKRU): elk kind kan vragen stellen Het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit Nijmegen (WKRU) legt de verbinding tussen onderzoekers van de Radboud Universiteit, pabo docenten en -studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en leraren in het basis- en voortgezet onderwijs (onderbouw). Doel is om wetenschappelijke kennis toegankelijk te maken voor het onderwijs en de onderzoekende houding van zowel kinderen, pabo-studenten als leraren te bevorderen. Het WKRU heeft veel expertise op het gebied van onderzoekend leren. Het WKRU heeft een boekenreeks en twee websites, waar veel voorbeelden en hulpmiddelen voor projecten onderzoekend leren te vinden zijn. Er zijn vijf 42

43 mensen werkzaam bij het wetenschapsknooppunt. Bij de activiteiten gericht op het Primair Onderwijs staat samenwerken met leraren en pabo-studenten centraal. Uiteindelijk is de leraar de sleutelfiguur bij het stimuleren van de onderzoekende houding van de leerlingen. Het WKRU biedt een groot aanbod activiteiten aan, hieronder wordt hiervan een aantal voorbeelden gegeven: De Winterschool. Dit is een jaarlijkse professionaliseringsdag voor leraren uit het primair onderwijs en pabostudenten over onderzoekend leren en W&T.. Deelnemers gaan praktisch aan de slag met onderzoekend leren in een aantal inhoudelijke en didactische workshops. Bovendien vergroten deelnemers hun wetenschappelijke kennis tijdens lezingen van topwetenschappers van de Radboud Universiteit. Jaarlijks bezoeken zo n leraren uit het hele land deze winterschool. Het programma Wetenschappelijke doorbraken de klas in! Jaarlijks worden er 3 prijzen uitgereikt (Radboud Science Awards) voor wetenschappelijke doorbraakprojecten in verschillende disciplines. Elk van deze drie projecten wordt door een projectteam vertaald naar lesactiviteiten voor de bovenbouw van het PO. Een projectteam bestaat uit onderzoekers,, leraren van twee PO-scholen meteventueel Pabo-studenten en een projectleider vanuit het WKRUDe onderwerpen die aan bod komen kunnen vanuit alle disciplines komen, dus alfa, bèta en gamma. Bij de vertaling van deze projecten staat het onderzoekend leren centraal. Het projectteam geeft de activiteiten vorm volgens de didactiek van onderzoekend leren. Tijdens een project bedenken en voeren kinderen een eigen onderzoek over het thema uit. Tenslotte schrijft ieder projectteam mee aan een eigen hoofdstuk voor een boek in de reeks Wetenschappelijke doorbraken de klas in! In dit hoofdstuk wordt het onderzoek van de winnaars van de Radboud Science Awards beschreven en de activiteiten die naar aanleiding hiervan zijn gedaan in de klas. Met behulp van het boek kunnen ook andere leraren met deze thema's aan de slag in hun klas. Studiemiddagen en cursussen Onderzoekend Leren Het WKRU biedt studiemiddagen en cursussen aan voor leraren die zich willen professionaliseren in de didactiek van onderzoekend leren. Tijdens een studiemiddag wordt kennisgemaakt met de didactiek van het onderzoekend leren en worden er concrete hulpmiddelen en materialen besproken die direct ingezet kunnen worden in de klas. Verschillende onderdelen van het onderzoeksproces worden uitgelicht en besproken. In de uitgebreide cursus van 5 middagen wordt uitgebreid ingegaan op hoe je leerlingen kunt begeleiden bij het zelf opzetten en uitvoeren van hun onderzoek naar aanleiding van hun eigen vragen over het thema van het project. Het WKRU vindt dat onderzoekend leren voor alle leerlingen op de basisschool een uitdagende didactiek is: in principe kan elk kind onderzoekend leren, want elk kind kan vragen stellen. De rol van de leraar is om te coachen en leerlingen een stap verder te helpen in hun denkproces Het gaat er vooral om dat de leraar leert dat hij of zij niet overal het antwoord op hoeft te weten., aldus Sanne Dekker van het WKRU. Onderzoeker in de klas Jonge onderzoekers van de Radboud Universiteit vertellen graag over hun onderzoek. Ieder voorjaar geeft WKRU scholen de kans één van deze onderzoekers uit te nodigen in de klas. De onderzoeker vertelt iets over het eigen onderzoek en over onderzoek en wetenschap in het algemeen. Waar mogelijk gaan de kinderen ook zelf aan de slag. De toekomst: meer duurzame projecten en meer samenhang Voor de toekomst wil het WKRU zich meer richten op teamscholingen in het PO, omdat is aangetoond dat dit de kans vergroot dat er duurzaam tijd en ruimte wordt gemaakt in de scholen voor onderzoekend leren. Om de aandacht voor onderzoekend leren te verduurzamen is het ook van belang dat er meer onderlinge kennisuitwisseling plaatsvindt tussen scholen en andere betrokkenen bij de verschillende projecten. Ook ziet WKRU mogelijkheden om dit op internationale schaal te starten: er is nu ook een Engelstalige website over onderzoekend leren, waar diverse lesmaterialen en videomaterialen in het Engels beschikbaar zijn. 43

44 Daarnaast wil WKRU de verschillende activiteiten meer in verband brengen met elkaar. Dat geldt om te beginnen voor de eigen activiteiten. Meer in het algemeen ziet Sanne Dekker veel verschillende regionale initiatieven gericht op het (primair) onderwijs. Een gezamenlijke regionale agenda opstellen rond thema s als onderzoekend en ontwerpend leren, W&T, talentontwikkeling en excellentie, zou ertoe kunnen leiden dat er minder langs elkaar heen wordt gewerkt. Essentiële randvoorwaarde bij dit alles is continuering van financiering uit verschillende bronnen: de Radboud Universiteit, de KNAW en het Platform Bèta Techniek en het ministerie, aldus de projectmanager. Conclusies actielijn onderzoek en wetenschap Het is kansrijk om voort te bouwen op de maatschappelijke vertaling naar het PO van wetenschappelijke inzichten. Deze vorm van valorisatie vindt gehoor bij de universiteiten en scholen die betrokken zijn, zijn enthousiast. Een brede opvatting van wetenschap en technologie is hierbij van belang. Het verstevigen van het netwerk tussen PO scholen en universiteiten kan er bovendien toe bijdragen dat ook de curricula en de gehanteerde didactiek mede wetenschappelijk worden verankerd. Verduurzaming van deze netwerken is nog niet gerealiseerd en vereisen verdere investeringen van betrokken partijen. 4. Actielijn Maatschappij en bedrijfsleven Actieve samenwerking onderwijs en bedrijfsleven Scholen staan er niet alleen voor bij het invoeren van W&T in hun onderwijsaanbod. Door samenwerking met bedrijven krijgen leerlingen een beter beeld van de impact van technologie: je komt het overal tegen. Daarom is in deze actielijn het doel dat meer scholen en bedrijven actief met elkaar gaan samenwerken, onder andere via Jet-Net junior. Daarin werken verschillende bedrijven die al via Jet-Net samenwerken met VO-scholen, sinds 2014 ook samen met basisscholen. Impressie: het talentprogramma van Wetsus, watercampus in Friesland Wetsus is een onderzoeksinstituut dat zich heeft gespecialiseerd in watertechnologie. Doel is om te komen met duurzame oplossingen voor schoon drinkwater, energie en voedsel. Wetsus werkt samen met bedrijven, universiteiten, kennisinstellingen en (regionale) overheden. Sinds 2008 heeft een achttal bedrijven die betrokken waren bij het VTB-programma de handen in elkaar geslagen en is samen met en voor het basisonderwijs het Talentprogramma gestart dat wordt georganiseerd door Wetsus. Er wordt daarbij afstemming gezocht met het Bètapunt Noord, waarin o.a. 20 schoolbesturen zich inzetten voor uitvoering van de afspraken uit het Techniekpact. Zo wordt gebruik gemaakt van elkaars netwerken. Water 3 daagse In een water 3 daagse wordt voor de bovenbouw van het PO een klaslokaal omgebouwd tot een waterlaboratorium. De Waterprofessor biedt een interactief programma aan waarin de leerlingen lerenwelke eigenschappen water heeft, hoe afvalwater gezuiverd wordt en waar ons drinkwater vandaan komt. Het tweede dagdeel is een excursie naar een bedrijf waar zij een rondleiding krijgen en zelf ook proefjes mogen doen. In het derde dagdeel komt de 'waterprofessor' van Wetsus weer naar de school. De leerlingen maken door middel van demonstratieopstellingen en meerdere andere activiteiten kennis met de technologische ontwikkelingen in de watersector. Wetsus heeft 3 docenten parttime in dienst die het programma opstellen en onderhouden in samenspraak met de PO-scholen en bedrijven en die als waterprofessor lesgeven op de scholen tijdens de water 3 daagse. 44

45 8+ programma watertechnologie Wetsus biedt daarnaast een programma op 8+ scholen in Friesland aan. Dit programma is ontwikkeld door de docenten van Wetsus in samenwerking met enkele 8+ scholen uit Friesland. Het biedt boven getalenteerde leerlingen vier lessen aan over het thema watertechnologie. Succesfactoren en de toekomst In 2008 is de water 3 daagse uitgetest met 20 basisscholen, sinds 2009 doen 100 scholen in Friesland per jaar mee. Er wordt gewerkt met een duidelijk format, de inhoud kan enigszins verschillen, afhankelijk van de mogelijkheden van het bedrijf en de wensen van de scholen. Wetsus is als intermediair het aanspreekpunt. Mede door het vaste format, een duidelijk programma en de continuïteit met de waterprofessoren is het duidelijk wat de rol is van bedrijven en scholen. Je moet in de regio goed kijken naar speerpunten, ook voor overheden en bedrijven. Door een regionale aanpak ken je de bedrijven en kan je investeren in een band met elkaar en kun je ook een doorlopende leerlijn ontwikkelen naar het VO. Het is belangrijk dat er coördinatie is door vaste personen die de boel bij elkaar houden, want PO is voor bedrijven niet een vanzelfsprekende partner. Hierdoor zijn bedrijven enthousiast en nog steeds betrokken, aldus Jos van Dalfsen, projectmanager van Wetsus. Voor de toekomst is het plan om de activiteiten ook te gaan richten op Groningen en Drenthe, o.a. in samenspraak met de waterschappen. Ook inhoudelijk wordt gezocht naar verbreding, o.a. in het kader van Jet-Net junior. Daarin wordt o.a. samengewerkt met de NAM. Impressie: het Huis van de Techniek in Zeeland Het Huis van de Techniek is het centrale punt voor het stimuleren van kiezen, leren en werken in wetenschap en techniek in Zeeland. In het Huis van de Techniek werken ondernemers, onderwijs en overheden samen in activiteiten die tot doel hebben het kiezen, leren en werken in de techniek te bevorderen. Er zijn 300 bedrijven betrokken die het leuk en belangrijk vinden om samen te werken met onderwijs, dat kan op verschillende manieren. Eén van de activiteiten zijn bedrijfsbezoeken. Deze kunnen online worden geboekt inclusief de techniekbus. Deze brengt groepen leerlingen naar en van bedrijfsbezoeken en activiteiten. De participanten van het Huis van de Techniek maken het mogelijk dat dit vervoer voor veel scholen gratis is of tegen een kleine vergoeding kan plaatsvinden. Met circa 300 bedrijfsbezoeken per jaar voor circa leerlingen is deze bus praktisch altijd overboekt. Een aanzienlijk deel hiervan (40%) betreft basisschoolleerlingen. Daarnaast wordt gewerkt met eigen geworven en opgeleide Techniek Ambassadeurs en vrouwelijke Rolmodellen. Dit zijn Zeeuwse technici die bereid zijn gastlessen te geven. Daarnaast zijn zij ook vaak betrokken bij allerlei activiteiten die georganiseerd worden om jongeren kennis te laten maken met W & T. Inmiddels heeft het Huis van de Techniek 73 ambassadeurs en 70 vrouwelijke rolmodellen opgeleid die jongeren informeren en inspireren ten aanzien van techniek. Ook zij kunnen via de website worden geboekt. Op dit moment wordt gewerkt aan de koppeling van de Techniek Ambassadeurs aan PO-scholen, zodat zij de teams op school kunnen ondersteunen bij de structurele invoering van W&T in het curriculum per Succesfactoren en de toekomst Zeeland is dun bevolkt en vergrijst. Er is een grote vraag naar meer technisch personeel, daarom zijn bedrijven gemotiveerd om mee te werken. Zij dringen sterk aan op coördinatie, op één loket. Dat biedt het Huis van de Techniek. Digitaal, maar ook door het organiseren van een vast aantal activiteiten per jaar om bedrijven te blijven betrekken, zoals bijvoorbeeld de Minizonnebootrace voor leerlingen van groep 7-8 van het basisonderwijs in 45

46 samenwerking met ZPPC (Zeeland Port Promotion Council) en Vrienden van Elektrotechniek. De kracht zit in het collectief en de coördinatie, waardoor we op jaarbasis circa leerlingen bereiken. Dat willen we verder uitbouwen. Voor de toekomst is het daarnaast van belang dat ook het W&T onderwijs op de Pabo s verder wordt ontwikkeld. Ook de Pabo studenten moeten zicht hebben op de (technologische) omgeving waarin het onderwijs plaatsvindt en samenwerken met bedrijven, aldus Dick Schipper van het Huis van de Techniek. Meer meisjes Om jongens én meisjes een beter beeld te geven van beroepen en talenten in Wetenschap en Technologie heeft VHTO in meer dan basisschoolklassen Talentenkijker uitgevoerd in het kader van het programma Kiezen voor Technologie. Talentenkijker is een lessenserie voor groep 7 en 8 waarin leerlingen o.a. hun eigen talenten ontdekken en kennismaken met beroepsbeoefenaars uit de wereld van W&T. Centraal in Talentenkijker staat een gastles van een vrouwelijke, bèta/technische professional van een bedrijf of organisatie uit de regio. Deze professionals zijn afkomstig uit de VHTO rolmodellendatabase Spiegelbeeld waarin ruim enthousiaste, vrouwelijke bèta/technici verspreid over heel Nederland zich hebben verzameld. Impressie: resultaten Talentenkijker en samenwerking met KWT Noord-Holland/ Flevoland Op dit moment zijn meer dan basisschoolklassen in heel Nederland aangemeld voor Talentenkijker. Dat komt neer op ca jongens en meisjes die een gastles hebben gehad van een landschapsarchitect, laborant, programmeur, installateur, verkeerskundige (en nog veel meer!) uit de regio. In Noord-Holland en Flevoland deden in de afgelopen twee schooljaren 646 groepen 7 en 8 mee aan Talentenkijker. Enkele reacties van leerkrachten: - [Over de opdracht Teken een architect ] Inderdaad hadden 24 leerlingen een man getekend en maar 5 een vrouw. Ze vinden het project heel erg leuk en zijn erachter gekomen dat er nog veel te doen is op dit gebied. We hebben het meteen maar toegepast bij de musical: er moest iemand minister-president spelen en die rol is nu naar een meisje gegaan! - Gisteren hebben we in de klas les 2 gedaan. De kinderen vonden het erg leuk om talentenkaartjes voor elkaar te schrijven en iedereen ging 3 centimeter langer de deur uit. - Het schoolbezoek [van de vrouwelijke professional] was ontzettend leuk. De kinderen waren super enthousiast en wisten niet van ophouden. Dat een uur al zo snel voorbij was, was een raadsel voor ze. Het was een zeer geslaagde middag voor de kinderen, maar ook voor mij! Ook leerlingen zijn enthousiast over Talentenkijker: - Ik wist eigenlijk niet dat dit beroep zo interessant was en dankzij u [de vrouwelijke professional die de gastles kwam verzorgen] wil ik het zelf misschien ook gaan doen. - Ik heb dankzij u veel meer over techniek geleerd en over de bouw. Ik vond het vooral interessant dat u vertelde dat als er geen bouw was, het er zo [leeg] uitzag. Er is geregeld contact tussen VHTO en de KWT s over Talentenkijker. Dat geldt ook voor de regio Noord-Holland en Flevoland (KWT Ieder Kind een Talent ). Er wordt informatie uitgewisseld over regionale en landelijke initiatieven en er vindt afstemming plaats over activiteiten in verschillende regio s. Zo leverde VHTO een bijdrage aan PET Zaanstad in april 2016 voor leerlingen van groep 7 uit de Zaanstreek. VHTO is onderdeel van de expertgroep van EWT Zuid-Holland en helpt zodoende mee met advies voor basisscholen met vragen over W&T en ICT. In het 46

47 contact met basisschoolleerkrachten wijst VHTO basisscholen op de (financiële) mogelijkheden die samenwerking met de KWT s biedt voor het ontwikkelen van hun W&T-onderwijs. Vanuit de expertise van VHTO is het volgende voor de toekomst belangrijk: Blijvende aandacht voor meisjes en W&T in het basisonderwijs, zoals nu gebeurt door de Talentenkijkergastlessen van vrouwelijke, bèta/technische professionals uit de regio. Aandacht voor gender in het W&T-nascholingsaanbod voor leerkrachten en in het W&T-curriculum van de Pabo s. Ouderbetrokkenheid bij de oriëntatie op (bèta/technische) opleidingen en beroepen. Binnen Talentenkijker is hiervoor aandacht door de mogelijkheid een bèta/technische ouder een gastles te laten geven en door de ouders te betrekken bij de lessen over talenten. Daarnaast kunnen leerkrachten, leerlingen én ouders de online beroepenbeeldbank gebruiken om een beter en breder beeld van (beroepen in) W&T te krijgen. Betrekken ouders De mogelijkheden om ouders te betrekken worden nog weinig gericht gebruikt. Sommige organisaties, zoals de VHTO, doen in hun programma s een beroep op ouders om zich actief in te zetten. Dat geldt ook voor sommige initiatieven van Jet-Net Junior, zoals blijkt uit onderstaand voorbeeld: Het roer gaat om op de Paschalischool in Den Haag. Na dit schooljaar van visieontwikkeling, oriëntatie en scholing, wordt Onderzoekend en Ontwerpend leren de komende jaren in het onderwijs geïmplementeerd. Dit betekent onder meer dat geschiedenis, aardrijkskunde en wetenschap en techniek worden geïntegreerd, dat leerlingen zelf onderzoek gaan doen en dat de rol van de leerkracht ingrijpend verandert. Directeur Arjan van der Haar vertelt over dit proces en over de ambities Wij doen mee aan Jet-Net, een project waarin basisscholen samenwerken met de stichting C3, Shell en het Wetenschapspunt Zuid-Holland. Wij zien dit als een uitgelezen kans om onderzoekend en ontwerpend leren gestalte te geven. Shell-medewerkers helpen leerkrachten bij lessen Ontwerpend en Onderzoekend leren, en C3 en het Wetenschapsknooppunt verzorgen de professionalisering van leerkrachten; C3 op het gebied van Onderzoekend leren en het Wetenschapsknooppunt op het gebied van Ontwerpend leren. Doordat wij veel Shellkinderen op school hebben - het Shellgebouw staat hier om de hoek - worden de lessen soms gegeven door ouders van onze eigen school. Een mooie vorm van ouderparticipatie. Vanaf volgend schooljaar gaan wij alle nieuwe ouders bij de intake vragen of zij het goed vinden dat we af en toe een beroep doen op hun expertise. Door onze ervaring met Shell-ouders in het project Jet-Net, weten we dat ouders het fantastisch vinden om hun eigen talent of passie te delen met kinderen. Dit mes snijdt aan twee kanten, want hiermee vergroten we ook de ouderbetrokkenheid. Conclusies actielijn Maatschappij en bedrijfsleven De samenwerking tussen het PO en het bedrijfsleven is niet vanzelfsprekend. Waar deze tot stand komt, werkt het voor zowel scholen als bedrijven en leerlingen motiverend. Vaste aanspreekpunten, regionale speerpunten kiezen en investeren in de samenwerking werken goed. We zullen samen met de bestuurlijke regionale netwerken deze samenwerking meer prioriteit geven. Tegelijkertijd zal ook o.a. via Jet-Net junior en het actief verspreiden van goede voorbeelden de samenwerking met bedrijven worden gestimuleerd. 47

48 In samenspraak met VHTO is een aanbod ontwikkeld dat de stereotiepe beeldvorming over Wetenschap en Technologie moet doorbreken. Dit lijkt succesvol en zal de komende periode worden verduurzaamd. In het kader van regionale verankering zal ook actief contact worden gezocht met lokale en regionale overheden. Hierin bestaan verschillen tussen regio s, we kunnen leren van de goede voorbeelden. Dat geldt ook voor het betrekken van ouders. Hier liggen nog onbenutte kansen. 48

49 Hoofdstuk 5: doorkijk vanuit de scholen / door PBT, pm In dit hoofdstuk wordt het perspectief gekanteld : wat heeft een school nodig om één stap dichterbij het gewenste eindplaatje te komen? Welke stappen kunnen gezet worden? Wat betekent dit voor: - De leraar - Het team - Het schoolbestuur - Het netwerk van de school (regionaal, stakeholders: ouders, bedrijven, wetenschapsknooppunten etc) - Landelijke facilitering. Dit wordt uitgewerkt op basis van 4 schoolportretten, gerelateerd aan de 4 genoemde fases. Deze scholen worden geselecteerd op basis van een vertaling / concretisering van de verschillende. In dit hoofdstuk zoveel mogelijk aansluiting zoeken met de voorbeeldscholen en de werkwijzer van Nathalie. 49

50 Hoofdstuk 6 Doorkijk naar de toekomst vanuit het programma Het Techniekpact loopt tot 2020, dan moeten ook alle PO Scholen W&T structureel in hun onderwijsprogramma hebben opgenomen. Uit de verschillende peilingen en monitors blijkt dat de kwantitatieve tussendoelen worden bereikt. We hebben ook geleerd van afgelopen periode. Dat betekent dat we de successen doorzetten en een aantal zaken gaan versterken. Ons uitgangspunt is een helder programma, waarbij het professioneel vermogen van de betrokkenen in het primair onderwijs (leraren, schoolleiders, bestuurders in interactie met hun omgeving) en hun netwerken wordt versterkt. Dat betekent dat daar ook de beslissingsruimte moet worden gelegd. Eventuele landelijke facilitering is hierop gericht. Uit onderzoeken en eigen ervaring blijken de volgende succesfactoren bij een goed programma: Een gedragen probleemanalyse en eenduidige inhoudelijke ambitie. Voor W&T in het PO betekent dit dat we aansluiten aan bij het Techniekpact en dat we onderzoekend en ontwerpend leren in een rijke W&T context verder concretiseren. Een beperkt aantal doelstellingen, die niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief worden uitgewerkt. We willen de versnippering aanpakken en gaan actief op zoek naar convergentie tussen programma s, thema s en agenda s om versnippering tegen te gaan. Inhoudelijke verbindingen tussen o.a. talentontwikkeling, W&T en excellentie, wetenschaps- en techniekcommunicatie. Koppeling van agenda s rond professionalisering en regionalisering om meer samenhang en kwaliteit te realiseren. Een lerend programma: evaluatie van voorgaand beleid met daarin meegenomen de successen en verbetermogelijkheden. Dat betekent voor Kiezen voor Technologie: o Verdere kwantitatieve en kwalitatieve versterking van schoolnabije regionale netwerken, waarbij schoolbesturen aan het roer staan. o Focus blijft op professionalisering, waarbij de kwaliteit van die professionalisering meer aandacht krijgt o Actiever inzetten op de interactie met de samenleving: met ouders, bedrijven, vervolgonderwijs en lokale overheden Voldoende tijd en financiën voor de invoering Passende uitvoering. Daarbij is leidend dat leraren en hun netwerken de sleutel zijn bij verdere inhoudelijke uitwerking en schoolleiders en schoolbesturen de sleutel voor verankering. We zullen goede voorbeelden van aanpakken, projecten, lessen en methoden voor implementatie actief verspreiden o.a. via een digitale kennisbank. Heldere probleemanalyse en eenduidige ambitie Waarom W&T in het PO? 50

51 Technologische ontwikkelingen en informatisering gaan snel. Er is brede overeenstemming over het feit dat dit gevolgen heeft voor het onderwijs. Als kinderen goed voorbereid moeten worden op een plek in de samenleving, dan moeten we in het onderwijs aandacht besteden aan de toenemende rol van wetenschap, technologie en informatisering en hoe we daarmee omgaan. De nieuwsgierigheid van kinderen wekken en vasthouden in het onderwijs met behulp van onderzoekend en ontwerpend leren is daarbij een stimulerende methode. Het is niet de taak van het primair onderwijs om rechtstreeks voor de arbeidsmarkt of de wetenschap op te leiden te leiden. Onbekend maakt echter onbemind: als kinderen niet op jonge leeftijd in aanraking komen met technologie en wetenschap, is er in het vervolgonderwijs weinig basis om op te kunnen voortborduren. En op die arbeidsmarkt is er nog steeds een directe sociaal economische uitdaging om meer mensen op te leiden in een bèta/technische of technologische richting. Met name door de vergrijzing wordt er op korte termijn een tekort van geschoolde technische arbeidskrachten verwacht en in sommige sectoren zijn al tekorten. Ook het onderzoeksportfolio in Nederland is voor wat betreft de omvang van fysica, materiaalkunde, wiskunde en chemie minder dan 2/3 van wat die in een wereldgemiddeld land zou zijn. Dat betekent dat ook mogelijke spin off van dit type onderzoek (o.a. tot uitdrukking komend in innovaties in bedrijven, in economische groeimogelijkheden) wordt gemist. De vraag is hóe die voorbereiding op de toekomst in het onderwijs moet gebeuren. Het is het belangrijk om te focussen op levensloopbestendige kwaliteiten. Dat impliceert fundamentele veranderingen in het Primair Onderwijs. Het is niet toevallig dat er op dit moment een debat gevoerd wordt over hoe het onderwijs in 2032 eruit moet zien. Het debat dat hierover gevoerd wordt geeft aan dat het daarbij niet alleen gaat over de invoering van inhoudelijke veranderingen, maar ook over de vraag wie er aan het stuur zit bij de invoering daarvan: de overheid, de scholen en wie dan binnen de scholen? Vraagstukken waarmee we ook te maken hebben als het gaat om structurele opname van W&T in het curriculum van scholen. We volstaan hier met het aangeven van wegen bij invoering op grond van onze eigen ervaringen. Wij focussen ons daarmee op een praktische bijdrage aan dit debat op basis van bewezen succesvolle implementatie-aanpakken in en met de scholen. De inhoudelijke ambitie: structurele opname W&T in de onderwijsprogramma s Het programma Kiezen voor Technologie en verschillende onderzoeken leren dat structurele invoering van W&T op alle scholen voor primair onderwijs wordt gestimuleerd door de talentontwikkeling van alle kinderen centraal te stellen. Onderzoekend en ontwerpend leren is daarbij een goede methode en de inhoud van W&T (de context) sluit daar goed op aan. Voor de leerlingen, leerkrachten en scholen blijken vormen van onderzoekend en ontwerpend leren motiverend. Talentontwikkeling en onderzoekend- en ontwerpend leren kunnen veel breder in het onderwijs worden ingezet. Het mooie van de toepassing ervan in het W&T- domein is juist dat de synergie tot grote meerwaarde kan leiden voor leerlingen en leraren. Dit willen we door het actief verspreiden van goede voorbeelden duidelijk maken. De zoektocht die wetenschap en techniek ook in het basisonderwijs is doet een beroep op een groot aantal denken doevaardigheden. Niet alleen de fijne en grove motoriek en allerlei handvaardigheden maar ook denkvaardigheden. Je hebt een vraag of een probleem. Je denkt na over de aanpak. Je overlegt, je probeert iets, je 51

52 verzamelt gegevens. Je evalueert en probeert conclusies te trekken Doen en denken wisselen elkaar af. Vele talenten en hogere-orde cognitieve vaardigheden, zoals verbeelding, vasthoudendheid, kritische zin en vermogens om te redeneren, onder woorden te brengen, samen problemen oplossen, samen te werken en te presenteren, kunnen worden ingezet en ontwikkeld in de context van wetenschap en techniek (Hanno van Keulen, lector Leiderschap in onderwijs en opvoeding Windesheim). Aanknopingspunten : talentontwikkeling, te ontwikkelen bij onderzoekend en ontwerpend leren W&T is een goed domein om leren voor de toekomst in te passen: we hebben andere doeners en denkers nodig in de toekomst, dat is ook de aanleiding voor Onderwijs Dat leren voor de toekomst moet integraal worden aangepakt, dat past niet binnen één domein. Talentontwikkeling en onderzoekend en ontwerpend leren zijn per definitie domein overstijgend en betekent ook een andere manier van bijvoorbeeld professionalisering van leerkrachten, van onderwijs aanbieden, van toetsen, van leerlingen volgen, Aldus Juliet Walma van der Molen, hoogleraar Talentontwikkeling bij de Universiteit Twente. Als uitgangspunt voor vernieuwende didactiek of ontdekkend en ontwerpend leren blijkt het voor scholen motiverend om bijvoorbeeld aan te sluiten bij vier levensloop bestendige kwaliteiten of domeinen van talenten, zoals ontwikkeld door Science Education and Talent Development (SETC) van de Universiteit van Twente. Het onderstaande raamwerk van talentontwikkeling beschrijft de belangrijkste factoren die positief ontwikkeld kunnen worden bij kinderen in het kader van onderzoekend en ontwerpend denken.. Onderzoekend en ontwerpend leren 52

53 'In 2010 was Onderzoekend en Ontwerpend leren nog onbekend, er was vooral een klein aantal vernieuwingsscholen mee bezig. Nu vraagt bijna iedereen erom. Scholen die ermee aan de slag gaan staan vaak met open ogen, wat je met kinderen voor elkaar krijgt. We staan nu voor een verdiepingsslag. Het door ontwikkelen van de didactiek in samenwerking met de lerarenopleidingen. Deze ontwikkeling vindt plaats op basis van vragen van schoolbesturen', aldus Marieke Peeters, voormalig projectmanager wetenschapsknooppunt en nu Programmaleider Onderwijs en Onderzoek HAN Pabo. Deze vormen van leren kennen en aantal sterk op elkaar lijkende fases waarin verschillende kenniselementen en vaardigheden aan de orde komen. Er wordt gestart bij de vragen die leerlingen hebben, bij hun nieuwsgierigheid, een vraagstuk of probleem wordt verkend, er wordt een onderzoek of onderwerp verzonnen, het onderzoek wordt opgezet en uitgevoerd. De uitkomsten worden geïnterpreteerd en er worden conclusies getrokken. Deze worden gepresenteerd en er wordt teruggeblikt. De verschillende methodieken hebben het volgende gemeen: W&T, een domein in ontwikkeling Leren gaat hand in hand met een betekenisvolle, rijke context. Voor W&T zijn hiervoor verschillende mogelijkheden: 53 a. Aansluiten bij huidige kerndoelen PO in het domein oriëntatie op jezelf en de wereld De huidige kerndoelen rond techniek staan omschreven in het domein oriëntatie op jezelf en de wereld. In het leerplankader W&T dat door de SLO is ontwikkeld naar aanleiding van het advies van de verkenningscommissie, worden kaders uitgezet voor leerlijnen gebaseerd op dit domein en deze kerndoelen, mogelijk te combineren met een aantal kerndoelen uit het rekendomein.

Verbreding Techniek Basisonderwijs Achtergrondinformatie voor basisscholen

Verbreding Techniek Basisonderwijs Achtergrondinformatie voor basisscholen Verbreding Techniek Basisonderwijs Achtergrondinformatie voor basisscholen Een uitgave van het Programmabureau VTB November 2004 Nationaal Actieplan Verbreding Techniek Basisonderwijs Op 15 oktober 2003

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO. VO-PO samenwerking Kandinsky - Talent Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO. VO-PO samenwerking Kandinsky - Talent Wetenschap en Technologie, Science,

Nadere informatie

Wetenschap en techniekonderwijs op

Wetenschap en techniekonderwijs op Inleiding verzorgt ervarings- en ontwikkelingsgericht onderwijs. Wij bieden de kinderen basisvaardigheden waarmee ze de wereld om hen heen leren kennen. Wetenschap en techniek (W&T) worden steeds belangrijker

Nadere informatie

Tabellenboek Peiling Wetenschap en Technologie 2015

Tabellenboek Peiling Wetenschap en Technologie 2015 Hoe besteedt u aandacht aan wetenschap en technologie in uw lessen Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd Gemiddeld Vakgebonden (als apart vak) 55% 31% 9% 3% 2% 100% 1,7 Project(week) gebonden (alleen in projecten

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 5. Doorgaande lijn en de relatie met de kerndoelen.

Inhoudsopgave. 5. Doorgaande lijn en de relatie met de kerndoelen. Inhoudsopgave. 1. Visie ten aanzien van techniek. 2. Definitie van techniek. 3. Kerndoelen. 4. Coördinatie. 5. Doorgaande lijn en de relatie met de kerndoelen. 6. Samenwerking met andere instanties. 7.

Nadere informatie

Ontwerpend leren. de ruimte in. Drs. ing. H. (Henk) Averesch

Ontwerpend leren. de ruimte in. Drs. ing. H. (Henk) Averesch Ontwerpend leren de ruimte in Drs. ing. H. (Henk) Averesch Kennismaking Wie ben ik? Henk Averesch - Docent natuur/w&t/ict/onderzoek/ppo - Projectleider W&T-in-de-pabo - Coördinator en docent MLI Wat gaan

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl Samen werken aan stevige ambities www.schoolaanzet.nl School aan Zet biedt ons kennis en inspiratie > bestuurder primair onderwijs Maak kennis met School aan Zet School aan Zet is de verbinding tussen

Nadere informatie

Alle kinderen barsten van talent! Wetenschap en techniek haalt dit naar boven en prikkelt hun natuurlijke nieuwsgierigheid

Alle kinderen barsten van talent! Wetenschap en techniek haalt dit naar boven en prikkelt hun natuurlijke nieuwsgierigheid Alle kinderen barsten van talent! Wetenschap en techniek haalt dit naar boven en prikkelt hun natuurlijke nieuwsgierigheid Amsterdam, 11 november 2008 Kinderen willen de wereld ontdekken en zichzelf ontwikkelen

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek

Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek - Staat talentherkenning en ontwikkeling bij u op school de komende jaren op de agenda? - Wilt u een rijke

Nadere informatie

Doorkijkjes W&T in de Pabo

Doorkijkjes W&T in de Pabo Doorkijkjes W&T in de Pabo Pabo Hogeschool Rotterdam mei 2015 Algemeen De pabo van de Hogeschool van Rotterdam kent een voltijd, deeltijd en een academische variant en verzorgt daarmee onderwijs voor circa

Nadere informatie

TAK Centrum wil innovatieve onderwerpen, vermeld in onze regiovisie, gebruiken om lesmateriaal te ontwikkelen voor het vak Science.

TAK Centrum wil innovatieve onderwerpen, vermeld in onze regiovisie, gebruiken om lesmateriaal te ontwikkelen voor het vak Science. INLEIDING Om het technisch talent van mavoleerlingen zo goed mogelijk te benutten en de doorstroom naar een technische vervolgopleiding te bevorderen, voert het Platform Bèta Techniek, in opdracht van

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Uitvoeringsprogramma Deltapoort Stuurgroep DP/LT 10 juli 2014 Bijlage 6.2 Bestuurlijke trekker: A. Kamsteeg Ambtelijke trekker: Myra Zeldenrust Uitvoeringsprogramma Deltapoort Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt Conceptversie Myra Zeldenrust

Nadere informatie

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Op reis naar toekomstvaardige leerlingen! Visiedocument Samenwerkingsschool de Nijewier Tjalleberd Datum: 25 maart 2019 Versie: vastgesteld Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Kiezen voor technologie Regio Zeeland. Verlenging 2016

Kiezen voor technologie Regio Zeeland. Verlenging 2016 Kiezen voor technologie Regio Zeeland Verlenging 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Talent in Zicht in 2016... 4 3. Regionaal arrangement... 5 4. Netwerk in de regio... 6 5. Loketfunctie in de regio...

Nadere informatie

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak 3D-PROJECT HOOGEVEEN Rotaryclub Staphorst-Reestland Kansen zien is Er is een tekort aan technici en zonder goede technici is het lastig innoveren en zonder innovatie komen duurzame ontwikkelingen niet

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Basisschool De Buitenburcht Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Dit is de beknopte versie van het schoolplan 2015-2019 van PCB de Buitenburcht in Almere. In het schoolplan

Nadere informatie

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Inhoud Welkom Doelen Profielschetsen Materialen Bijlagen Met het Solly Systeem worden kinderen al op jonge leeftijd geïntroduceerd in de wereld

Nadere informatie

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging Schoolplan 2015-2019 Inhoud: Verantwoording Motto, missie, visie, overtuigingen Doelen Samenvatting strategisch beleid van de vereniging 21 e eeuwse vaardigheden Schematische weergave van de vier komende

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter Stichting leerkracht Beter onderwijs en meer werkplezier Het Nederlandse onderwijs is goed. Tegelijkertijd leven er ontzettend veel ideeën

Nadere informatie

Onderwijs van de 21ste eeuw:

Onderwijs van de 21ste eeuw: Onderwijs van de 21ste eeuw: didactiek, wetenschap en technologie 2015-2016 ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS saxion.nl/apo Onderwijs van de 21 ste eeuw: didactiek, wetenschap en technologie Professionaliseringsaanbod

Nadere informatie

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD & PLATFORM BÈTA TECHNIEK 2014-2016 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. 183 BRIEF

Nadere informatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen Jaarverslag 2016 Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Techniekpact Twente klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Maar wat is het ook alweer? Techniekpact Twente is een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

Samen verantwoordelijk voor studiesucces BIJLAGE 1 De pilot samen verantwoordelijk voor studiesucces biedt de kans om gezamenlijk aan visieontwikkeling te doen. Op basis van een gedeelde visie en gezamenlijk beleid kan onderzocht worden waar

Nadere informatie

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs Bijlage 2 Aanvraag Cultuureducatie met Kwaliteit in het Primair Onderwijs 2013 2016 Opgesteld door Cultura in samenwerking met de en besproken met Fonds Cultuurparticipatie. Lokale Situatie en context

Nadere informatie

Cultuureducatie, geen vak apart

Cultuureducatie, geen vak apart Cultuureducatie, geen vak apart Uitvoeringsplan Theo Thijssen Inleiding Op Educatief Centrum Theo Thijssen wordt gewerkt aan een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van 0-13 jaar. Het ondernemend leren

Nadere informatie

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 1. Aanleiding voor het evaluatiekader Zoals overeengekomen in de bestuurlijke afspraak die ten grondslag ligt aan de regeling Cultuureducatie

Nadere informatie

Samenvatting en reactie evaluatiemeting MoneyWays Oktober Waarom een evaluatiemeting?

Samenvatting en reactie evaluatiemeting MoneyWays Oktober Waarom een evaluatiemeting? Samenvatting en reactie evaluatiemeting MoneyWays Oktober 2016 Waarom een evaluatiemeting? Diversion, bureau voor maatschappelijke innovatie, en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud)

Nadere informatie

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

Basisinformatie maatschappelijke opdracht Nastreven van leergebiedoverschrijdende eindtermen Een kader om met het schoolteam aan de slag te gaan Basisinformatie maatschappelijke opdracht In dit deel wordt het wettelijk kader geschetst dat voor

Nadere informatie

Vink bij iedere vraag de situatie aan die het meest van toepassing is op uw school.

Vink bij iedere vraag de situatie aan die het meest van toepassing is op uw school. Wetenschap en Techniek Index Waarom dit instrument? Met deze index krijgt u een beeld van de stand van zaken van het wetenschap- en techniekonderwijs bij u op school. Er wordt gevraagd naar de huidige

Nadere informatie

Beleidsplan Techniek en Wetenschap. Willem-Alexanderschool

Beleidsplan Techniek en Wetenschap. Willem-Alexanderschool Beleidsplan Techniek en Wetenschap Willem-Alexanderschool 1 Huidige situatie...2 Gewenste situatie...3 Kerndoel A : maken van techniek...3 Kerndoel B: onderzoeken van techniek...4 Kerndoelen techniek:...4

Nadere informatie

september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter Stichting leerkracht Beter onderwijs en meer werkplezier 2 Het Nederlandse onderwijs is goed. Tegelijkertijd leven bij leraren en docenten,

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren Hoofdlijn advies Taalvaardig Rekenvaardig Digitaal vaardig Sociaal vaardig Persoonlijke ontwikkeling Basisvaardigheden Basiskennis en -vaardigheden Natuur & technologie Mens & maatschappij Taal & cultuur

Nadere informatie

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie 2013-2016 In Noord-Brabant hebben de afgelopen vier jaar 185 in 27 gemeenten gewerkt met De Cultuur Loper. Wat heeft dit opgeleverd? In

Nadere informatie

Natuurlijk nieuwsgierig. Onderzoekend leren bij natuur, wetenschap en techniek Lectorale rede, 2 september 2009

Natuurlijk nieuwsgierig. Onderzoekend leren bij natuur, wetenschap en techniek Lectorale rede, 2 september 2009 Natuurlijk nieuwsgierig Onderzoekend leren bij natuur, wetenschap en techniek Lectorale rede, 2 september 2009 Van nature nieuwsgierig Hoe moet dat? Maar Waarom? Hoe gaat dat? waarom dan? Hoe heet dat?

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum De kracht van het primair onderwijs Activiteiten Arbeidsmarktplatform 2017 Waarvoor kunt u in 2017 bij het Arbeidsmarkplatform PO terecht? Welke thema s staan dit jaar centraal? Hieronder staan de thema

Nadere informatie

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo Plenaire terugkoppeling MASTERCLASSES WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE ALS GRONDHOUDING EN VAKOVERSTIJGENDE BENADERING Lou Slangen 12-11-2014 WETENSCHAP EN

Nadere informatie

Onderwijskundig jaarplan

Onderwijskundig jaarplan Onderwijskundig jaarplan 2017-2018 Cluster Oudenbosch, Zegge, Bosschenhoofd Cluster Oudenbosch, Zegge, Bosschenhoofd maakt deel uit van: Onderwijskundig jaarplan Jaar 2017-2018 Cluster Oudenbosch, Zegge,

Nadere informatie

Regionale VO-HO Netwerken FOCUS

Regionale VO-HO Netwerken FOCUS Regionale VO-HO Netwerken FOCUS 2018-2023 1 Colofon Teksten en redactie PBT, Regionale VO-HO netwerken, Tekstbureau Elise Schouten Vormgeving Buro Blûn Illustraties BuroKOM November 2018 Auteursrechten

Nadere informatie

kansen voor betekenisvol zaakvakonderwijs

kansen voor betekenisvol zaakvakonderwijs SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling kansen voor betekenisvol zaakvakonderwijs Martin Klein Tank Leerplan(kader) Techniekpact jaarconferentie Wetenschap & 19 technologie mei 2014 Waarom?

Nadere informatie

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren Loopbaanoriëntatie staat in het voortgezet onderwijs volop in de belangstelling. De VO raad ziet loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) als

Nadere informatie

Zuid-Holland in onderzoeken, ontwerpen en ondernemen!

Zuid-Holland in onderzoeken, ontwerpen en ondernemen! Zuid-Holland in onderzoeken, ontwerpen en ondernemen! Ondersteuning vanuit het Expertisecentrum Wetenschap & Technologie Zuid-Holland Zuid-Holland in onderzoeken, ontwerpen en ondernemen! In 2020 moeten

Nadere informatie

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch Beschrijving van het arrangement voor talentontwikkeling Bureau Babel is een intermediair tussen

Nadere informatie

landelijk overleg lerarenopleiding basisonderwijs

landelijk overleg lerarenopleiding basisonderwijs landelijk overleg lerarenopleiding basisonderwijs Toelichting bij het Format Wetenschap en Technologie in de pabo Inleiding Van leraren in het basisonderwijs wordt verwacht dat ze de bètatalenten van hun

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Bestemd voor

Nadere informatie

VISIEWIJZER TALENTENKRACHT

VISIEWIJZER TALENTENKRACHT VISIEWIJZER TALENTENKRACHT Doel: -schoolteam krijgt door middel van discussie inzicht over zaken rond Talentenkracht (kennis vergroten, eye-openers, vragen laten ontstaan) -schoolteam ontwikkelt visie

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Perspectief op de ontwikkeling van kinderen.. als kijken in een glazen bol? Wat is het ontwikkelingsperspectief?

Nadere informatie

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Studenten lerarenopleiding In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel

Nadere informatie

Werken aan kwaliteit oog voor onderwijs in de 21e eeuw

Werken aan kwaliteit oog voor onderwijs in de 21e eeuw inspireren motiveren realiseren Werken aan kwaliteit oog voor onderwijs in de 21e eeuw primair onderwijs Klassewijzer BV Lageweg 14c 9698 BN Wedde T 0597-464483 www.klassewijzer.nl info@klassewijzer.nl

Nadere informatie

Nieuwe koers brede school

Nieuwe koers brede school bijlage bij beleidsvoorstel Brede Talentontwikkeling in de Kindcentra 28 mei 2013 Nieuwe koers brede school (november 2012) 1. Waarom een nieuwe koers? De gemeente Enschede wil investeren in de jeugd.

Nadere informatie

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn Leerlijn Waar halen ze de ENERGIE vandaan? Inleiding De lesmethode van Solarkids heeft een doorgaande leerlijn voor het basisonderwijs. De leerlijn is gebaseerd op de kerndoelen die zijn opgelegd door

Nadere informatie

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018. SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018. SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw SKO Flevoland en Veluwe Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan 2015-2018 Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe 1 KINDEREN LATEN LEREN Onze droomschool

Nadere informatie

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015 Regionaal verslag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 Den Haag, 28 mei 2015 1. Een korte impressie van de dialoog De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Teamcoaching in de praktijk voor managementteams. "Geef leiding vanuit je bevlogenheid!"

Teamcoaching in de praktijk voor managementteams. Geef leiding vanuit je bevlogenheid! in de praktijk voor managementteams "Geef leiding vanuit je bevlogenheid!" Van nature is de passie voor leren en ontwikkelen in het onderwijs al groot. Een passie die maakt dat leerkrachten en andere betrokken

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Montessorischool Steigereiland:

Montessorischool Steigereiland: Montessorischool Steigereiland: Leerlijn Wetenschap en Techniek Middenbouw in drie jaar cyclus per 2010-2011 Doel techniek in de middenbouw Montessorischool Steigereiland biedt de kerndoelen techniek in

Nadere informatie

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs SAMENVATTING Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs Advies over hoe LOB na 5 jaar Stimulering LOB verder moet. Utrecht, 1 december 2014 ACHTERGROND Van studie kiezen naar loopbaan

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip Schoolondersteuningsprofiel 11BF00 De Mienskip Inhoudsopgave Inhoud Toelichting... 4 DEEL I INVENTARISATIE... 7 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 8 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

ixperium: schoolvoorbeeld voor samenwerking in vier succesfactoren

ixperium: schoolvoorbeeld voor samenwerking in vier succesfactoren ixperium: schoolvoorbeeld voor samenwerking in vier succesfactoren In een bijzonder gebouw op de Nijmeegse HAN-campus zijn niet alleen de pabo en lerarenopleidingen (vo) gevestigd, maar sinds begin 2015

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Aanleiding voor het symposium Onder de vlag van Curriculum.nu buigen in

Nadere informatie

Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag 1. Meedoen met MKB!dee. Stappenplan voor een aanvraag

Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag 1. Meedoen met MKB!dee. Stappenplan voor een aanvraag Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag 1 Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag 2 Waarom MKB!dee Heeft u als ondernemer een goed

Nadere informatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie

De Akkers. Kwaliteitsonderzoek. vroegschoolse educatie De Akkers Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 15 maart 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 6 november 2018 een onderzoek uitgevoerd in groep 1 en 2 van basisschool OBS De

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

NOTITIE DE BRAINPORT SCHOOL PER 1 JANUARI 2015

NOTITIE DE BRAINPORT SCHOOL PER 1 JANUARI 2015 NOTITIE DE BRAINPORT SCHOOL PER 1 JANUARI 2015 - 2 - INLEIDING Twee jaar geleden kwamen de directeuren van het Jan van Brabant College in Helmond, het Strabrecht College in Geldrop en het Heerbeeck College

Nadere informatie

In 2020 op alle basisscholen wetenschap & technologie: Bent u er klaar voor?

In 2020 op alle basisscholen wetenschap & technologie: Bent u er klaar voor? In 2020 op alle basisscholen wetenschap & technologie: Bent u er klaar voor? Deze brochure informeert u als schoolbestuurder over wetenschap en technologie (W&T) in het primair onderwijs: over het waarom

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT. Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog

TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT. Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog WETEN WAT WERKT GO! TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog Tune Techniek wil dat de nieuwsgierigheid die van nature bij kinderen aanwezig is, gestimuleerd en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Beleid. Gemiddeld. Vormgeving. Gemiddeld. Organisatie. Matig. Faciliteiten. Gemiddeld. Eindtotaal. Gemiddeld

Beleid. Gemiddeld. Vormgeving. Gemiddeld. Organisatie. Matig. Faciliteiten. Gemiddeld. Eindtotaal. Gemiddeld Bedankt voor het invullen van de techniekscan. Uw techniekscan-uitslag Ingevuld door E-mailadres Functie Naam school Plaats school Postcode school BRIN nummer Vult u deze techniekscan alleen in of met

Nadere informatie

Toptechniek en Techniekpact. Een duurzame route

Toptechniek en Techniekpact. Een duurzame route Toptechniek en Techniekpact Een duurzame route Toptechniek en Techniekpact Een duurzame route In, door en uitstroom in de Techniek Techniekpact 3 Actielijnen: Kiezen voor techniek Leren in de techniek

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie