Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters"

Transcriptie

1 Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters

2

3 Rapport Varende kleuters tellen mee Een onderzoek naar het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters Maart 2005 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg AB Den Bosch

4

5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING ACHTERGROND DOELSTELLING a Onderzoeksvragen OPZET EN UITVOERING INDELING VAN HET RAPPORT... 3 HOOFDSTUK 2. VARENDE GEZINNEN MET KLEUTERS VARENDE GEZINNEN a Het bedrijf b Het gezin AANTAL PEUTERS EN KLEUTERS HOOFDSTUK 3. KERN VAN HET ONDERWIJS HET SPEELLEERPAKKET STAPPEN LANGS HET WATER a Bekendheid met en gebruik van het speelleerpakket b Waardering voor het speelleerpakket DE MENTOR a Bekendheid en contact met de mentor b Waardering voor de mentor HOOFDSTUK 4. ONDERWIJSVORMEN BEKENDHEID EN GEBRUIK WAARDERING HOOFDSTUK 5. INFORMATIEVOORZIENINGEN BEKENDHEID EN GEBRUIK WAARDERING HOOFDSTUK 6. SAMENVATTING SAMENVATTING EN CONCLUSIES a Inleiding b Kengetallen c Waardering AANBEVELINGEN BIJLAGE 1. VRAGENLIJST i Varende kleuters tellen mee

6 Inhoudsopgave ii

7 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1. Respons op de schriftelijke enquête van LOVK-ouders... 2 Tabel 2. Respons op de schriftelijke enquête van toekomstige ouders Tabel 3. Gezinsbedrijven naar vaargebied... 5 Tabel 4. In hoeverre gezinsbedrijven dezelfde vaarroute varen... 6 Tabel 5. Gezinsbedrijven naar samenstelling van de bemanning... 6 Tabel 6. Gezinsbedrijven naar exploitatiewijze... 7 Tabel 7. Hoogst behaalde opleidingsniveau naar sekse... 9 Tabel 8. Kerkelijke gezindte Tabel 9. Prognose van het aantal kleuters voor de komende schooljaren Tabel 10. Verdeling van de speelleerpakketten, uitgesplitst naar leerjaar en naar aantal respondenten Tabel 11. Aantal uren per week dat de kleuter werkt met speelleerpakket, uitgesplitst naar leeftijd en naar jaar van meting Tabel 12. Gemiddeld aantal boordbezoeken en telefonisch/ contacten, uitgesplitst naar leeftijd kleuter Tabel 13. Prognose van het totaal aantal schoolkinddagen voor de komende schooljaren Tabel 14. Scholenbezoek in 2003/2004 en schatting van toekomstige ouders naar gemiddeld aantal dagen en aandeel van kleuters die hiervan gebruik maken LIJST VAN FIGUREN Figuur 1. Histogram van aantal kinderen per gezin Figuur 2. Verdeling naar gezinssituatie Figuur 3. Leeftijdsverdeling van huidige en toekomstige ouders Figuur 4. De instroom en uitstroom van kinderen ingeschreven bij de LOVK Figuur 5. Wel of niet werken met het pakket en gemiddeld aantal minuten per weekdag Figuur 6. Verdeling naar gemiddeld aantal minuten werken per dag met het speelleerpakket van huidige en toekomstige ouders Figuur 7. Mate van tevredenheid over het speelleerpakket (n=185) Figuur 8. Wel of geen boordbezoeken en contacten via telefoon/ tussen ouders en mentor, uitgesplitst naar leeftijd kleuter Figuur 9. Aandeel van ouders die graag op deze wijze contact hebben met de mentor Figuur 10. Hoe vaak contact mogelijk tussen ouder en mentor via verschillende manieren Figuur 11. Verdeling naar gemiddeld aantal keren contact mogelijk met de mentor van huidige en toekomstige ouders Figuur 12. Mate van tevredenheid van de verschillende aspecten van het mentoraat (n=156) Figuur 13. Aandeel van kleuters die in 2003/04 gebruik hebben gemaakt van de verschillende onderwijsvormen, uitgesplitst naar leeftijd kleuter Figuur 14. Per locatie het totale aantal schoolkinddagen per schooljaar Figuur 15. Totaal en gemiddeld aantal schoolkinddagen onderwijs varende kleuters per schooljaar Figuur 16. Mate van tevredenheid over de ligplaatsschool (n=118) Figuur 17. Mate van tevredenheid over de leerkracht-aan-boord (n=42) Figuur 18. Mate van tevredenheid over de reguliere basisschool (n=118) Figuur 19. Mate van gebruik van informatievoorzieningen Figuur 20. Mate van informatievoorziening in de schoolgids (n=177) Figuur 21. Mate van informatievoorziening in de schoolkrant (n=166) Figuur 22. Mate van informatievoorziening in de website (n=21) iii Varende kleuters tellen mee

8

9 i Varende kleuters tellen mee

10

11 HOOFDSTUK 1. INLEIDING In de eerste paragraaf wordt informatie gegeven over de achtergrond van dit onderzoek. In de tweede en derde paragraaf komen de doelstelling, de opzet en de uitvoering van het onderzoek aan bod. Tot slot wordt in de laatste paragraaf een indeling van het rapport gegeven. 1.1 ACHTERGROND In mei 2000 is in het rapport Varende kleuters blijven tellen een vooruitblik gemaakt tot 2004 van het aantal ingeschreven kleuters en van het gebruik van het Landelijk Onderwijs voor Varende Kleuters (LOVK). De LOVK heeft als beleidslijn vastgelegd dat er iedere vijf jaar een prognose wordt gemaakt van het toekomstige gebruik van de onderwijsvoorzieningen. Sinds augustus 2001 wordt het onderwijs aan de Nederlandse varende kleuters uitgevoerd door middel van een aanpak die is afgestemd op de specifieke behoeften van varende kleuters en hun ouders. Deze aanpak wordt het integrale onderwijssysteem genoemd. Kern van dit systeem is het speelleerpakket Stappen Langs het Water en de begeleiding door een mentor ten aanzien van het gehele onderwijsproces voor zowel het kind als ook voor de ouders. De ouders spelen een belangrijke rol in het onderwijsproces. Onderdelen van dit integrale onderwijssysteem zijn ook de volgende onderwijsvoorzieningen: de ligplaatsscholen waar meestal groepsonderwijs wordt gegeven; de leerkracht-aan-boord die les geeft met het pakket Stappen langs het water ; de samenwerking met reguliere basisscholen. De LOVK wil graag weten hoe de ouders de nieuwe vormgeving van het onderwijs ervaren. Van belang is om te weten of het integrale onderwijssysteem duidelijk en inzichtelijk is en of het goed werkbaar is voor de varende ouders. Met deze gegevens kan de LOVK het afstandsonderwijs en haar dienstverlening optimaal afstemmen op de mogelijkheden van de beroepsgroep. 1.2 DOELSTELLING Het onderzoek geeft een prognose van de toekomstige omvang van de groep ouders met varende kleuters en het toekomstige gebruik van het integrale onderwijssysteem van de school voor Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters. Daarnaast beschrijft het onderzoek in hoeverre het integrale onderwijssysteem inzichtelijk is en werkbaar is voor varende ouders. 1.2a Onderzoeksvragen 1. In welke mate hebben kleuters de afgelopen jaren gebruik gemaakt van het integrale onderwijssysteem? 2. Hoeveel varende kleuters zijn er de komende jaren en in welke mate kunnen zij gebruik maken van het integrale onderwijssysteem? 3. In hoeverre zijn de verschillende onderdelen van het integrale onderwijssysteem duidelijk en inzichtelijk voor varende ouders? 4. In hoeverre zijn de verschillende onderdelen van het integrale onderwijssysteem werkbaar voor varende ouders? 5. Hoe vaak, op welke wijze en op wiens initiatief heeft contact plaats gevonden tussen varende ouder en mentor? 1 Varende kleuters tellen mee

12 Inleiding 1.3 OPZET EN UITVOERING Het onderzoek heeft plaats gevonden in de periode mei 2004 maart De methoden van onderzoek bestaan uit twee schriftelijke enquêtes en een data-analyse van de registratiesystemen van de LOVK. De eerste schriftelijke enquête betreft een vragenlijst (zie bijlage 1) onder alle ouders die hun kleuter hebben staan ingeschreven bij de LOVK. De respons op deze enquête is 70%. Deze hoge respons is mede bereikt door alle respondenten die niet gereageerd hebben ook telefonisch te benaderen met de vraag om alsnog de vragenlijst te retourneren. Hieronder ziet u een overzicht van de respons. Tabel 1. Respons op de schriftelijke enquête van LOVK-ouders. Huidige ouders Type respons abs. perc. Ontvangen vragenlijsten % Telefonisch toegezegd doch vragenlijst niet ontvangen 40 14% Telefonisch onbereikbaar 22 8% Telefonisch aangegeven vragenlijst niet terug te sturen 13 5% Niet werkzaam met pakket 6 2% Niet (meer) behorend tot doelgroep 3 1% Totaal: verstuurde vragenlijsten % De non-respons bestaat voor een groot deel uit ouders (14%) die de vragenlijst wel hadden willen insturen maar dit om een of andere reden niet hebben gedaan. Daarnaast was een klein deel van de ouders (8%) in de vakantieperiode telefonisch onbereikbaar. Slechts 5% van de ouders geeft aan de vragenlijst niet te willen invullen. Een zeer klein deel (2%) is niet werkzaam met het pakket en 1% behoort niet meer tot de doelgroep. Gezien het lage aandeel van ouders dat niet wil meewerken aan het onderzoek en het hoge aandeel van ouders dat meegewerkt heeft mag zeker geconcludeerd worden dat de resultaten van de enquête representatief zijn voor alle ouders. Daarnaast is ook gecontroleerd of de enquête representatief is door het gemiddeld aantal dagen scholenbezoek opgegeven door ouders in de enquête te vergelijken met de gegevens uit het registratiesysteem. Het blijkt dat deze gemiddelden zeer goed overeenkomen, hetgeen nogmaals de representativiteit van de enquête aantoont, maar zeker ook de betrouwbaarheid van de gegeven antwoorden van ouders. De tweede schriftelijke enquête betreft een vragenlijst onder de toekomstige ouders van de LOVK. Dat wil zeggen ouders met een binnenvaartbedrijf die momenteel een baby of een peuter hebben. De verstuurde vragenlijst is een ingekorte versie van de vragenlijst opgenomen in bijlage 1. Om de groep toekomstige ouders te kunnen bereiken zijn meerdere bronnen gebruikt. Ten eerste is gebruik gemaakt van de registratie van aangemelde leerlingen bij de LOVK die nog niet de leeftijd van 3,5 jaar bereikt hebben. Ten tweede zijn oproepen in de vakbladen geplaatst voor jonge ouders om zich te melden en is navraag gedaan bij de LOVK-ouders in de schriftelijke enquête of zij jonge ouders kennen. Ten derde zijn jonge ouders geselecteerd (in zoverre dit mogelijk was) die mee hebben gewerkt aan een ander onderzoek dat is uitgevoerd door AHA DATA. In totaal zijn 123 adressen getraceerd. In de volgende tabel staat een overzicht van de respons weergegeven. Tabel 2. Respons op de schriftelijke enquête van toekomstige ouders. Verstuurde vragenlijsten Respons Bron aantal kolom perc. aantal rij perc. LOVK-registratie 31 25% 23 74% Eigen opgave of opgave door bekenden 41 33% 30 73% Ander onderzoek 51 41% 36 71% Totaal % 89 72% 2

13 Aan het onderzoek onder toekomstige ouders hebben 89 ouders meegewerkt en dit levert een respons op van 72%. Voor een schriftelijke enquête is dit een zeer hoge respons te noemen, waarbij opvallend is dat de drie verschillende bronnen een even grote respons opleveren. Wel moet vermeld worden dat niet alle respondenten tot de doelgroep behoorden. Namelijk 73 ouders hebben ook daadwerkelijk een baby of een peuter aan boord. Dit betekent dat de effectieve respons iets lager is, maar nog steeds 59%. 1.4 INDELING VAN HET RAPPORT Het rapport bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 is de inleiding met de doelstelling, opzet en uitvoering van het onderzoek. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de varende gezinnen en tevens wordt een prognose gegeven van het aantal varende kleuters in de toekomst. Hoofdstuk 3 gaat in op de kern van het onderwijs aan varende kleuters, namelijk het speelleerpakket Stappen Langs het Water en het mentorschap. Hoofdstuk 4 behandelt de verschillende onderwijsvormen, namelijk ligplaatsscholen, leerkrachten-aan-boord en reguliere basisscholen. Hoofdstuk 5 behandelt de verschillende informatievoorzieningen van de LOVK zoals de schoolkrant, de schoolgids, de website en nieuws van de Medezeggenschapsraad. Tot slot wordt het rapport in hoofdstuk 6 afgesloten met een samenvatting, conclusies en aanbevelingen. 3 Varende kleuters tellen mee

14 4

15 HOOFDSTUK 2. VARENDE GEZINNEN MET KLEUTERS De doelgroep van het Landelijk Onderwijs aan Varende kleuters is het varende gezin met één of meer kleuters aan boord. In de eerste paragraaf beschrijven we deze doelgroep aan de hand van enkele algemene kenmerken van het bedrijf en het gezin. In de tweede paragraaf geven we een overzicht van het aantal ingeschreven kleuters van de afgelopen jaren en een prognose voor de komende jaren. 2.1 VARENDE GEZINNEN Eerst komen de volgende onderwerpen van het varende bedrijf aan bod: het type schip, het vaargebied en de vaarroute, de samenstelling van de bemanning en de exploitatiewijze van het schip. Vervolgens komt aan bod het al dan niet altijd aan boord wonen van het gezin, de gezinsgrootte en samenstelling van het gezin. En tot slot komt de leeftijd, het opleidingsniveau en de kerkelijke gezindte van de ouders aan de orde. 2.1a Het bedrijf Zoals gezegd exploiteren alle ouders van de doelgroep een varend bedrijf. Zij doen dit op verschillende scheepstypen, maar het meest voorkomende scheepstype is het droge lading motorschip. Bijna driekwart van alle ouders vaart op een droge lading motorschip. Andere meer voorkomende scheepstypen zijn motorbeunschip (voor zand en grind), motortankschip en containerschip. Kijken we vervolgens in welk vaargebied hoofdzakelijk gevaren wordt. Dit wordt vermeld in onderstaande tabel, waar ook de gegevens van het onderzoek Continuïteit en Ambitie zijn meegenomen en een uitsplitsing wordt gemaakt naar huidige ouders (die momenteel zijn ingeschreven bij de LOVK) en naar toekomstige ouders (die zich gaan inschrijven als hun kind 3,5 jaar is geworden en momenteel een baby of peuter hebben). Tabel 3. Gezinsbedrijven naar vaargebied. Vaargebied Alle gezinsbedrijven 1 Huidige ouders (n=183) Toekomstige ouders (n=68) Binnenlands 24% 20% 19% Binnenlands en Noord-Zuid 18% 11% 15% Subtotaal Bin. en Noord-Zuid 42% 31% 34% Rijnvaart en Binnenlands 12% 20% 12% Rijnvaart (inclusief zijrivieren) 19% 26% 22% Rijnvaart en Duitse kanalen 20% 19% 19% Rijnvaart en Donau 7% 4% 13% Subtotaal Rijnvaart en verder 58% 69% 66% Totaal 100% 100% 100% 1 Bron: Continuïteit en ambitie. Een onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart, Hubens, We zien dat een derde deel van de huidige ouders en toekomstige ouders voornamelijk in Nederland en België vaart. Bij alle gezinsbedrijven ligt dit aandeel ongeveer 10% hoger. De meerderheid van de huidige ouders (69%) en toekomstige ouders (66%) vaart voornamelijk op de Rijn in Duitsland en verder weg. Opvallend is het relatief hoge aandeel van Donauvaarders van 13% bij de toekomstige ouders. Vermeld moet worden dat deze ouders wellicht van vaargebied veranderen als hun kind(eren) ouder worden en een school gaan bezoeken. Uit het onderzoek Continuïteit en ambitie blijkt namelijk dat op de Donau relatief meer gezinnen varen met jonge kinderen of zonder kinderen dan gezinnen met schoolgaande kinderen. Ook is gevraagd in hoeverre dezelfde vaarroute wordt gevaren. Hierin blijkt de laatste jaren weinig veranderd te zijn en er is ook geen verschil te constateren tussen huidige en toekomstige ouders zoals u kunt zien in de volgende tabel. 5 Varende kleuters tellen mee

16 Varende gezinnen met kleuters Tabel 4. In hoeverre gezinsbedrijven dezelfde vaarroute varen. Dezelfde vaarroute Ouders in Huidige ouders (n=183) Toekomstige ouders (n=68) Altijd dezelfde 12% 10% 7% Meestal 33% 40% 44% Soms 32% 32% 34% Nooit 23% 18% 15% Totaal 100% 100% 100% 1 Bron: Varende kleuters blijven tellen Hubens, Het blijkt dat ongeveer de helft van de varende gezinnen altijd of meestal dezelfde vaarroute vaart. Een derde deel vaart soms dezelfde vaarroute en een klein deel van de ouders vaart nooit dezelfde vaarroute. Kijken we vervolgens naar de samenstelling van de bemanning dan blijkt dat het grootste aandeel man-vrouwbedrijven zijn, waarbij de man en vrouw samen de bemanning vormen. In de volgende tabel wordt de samenstelling van de bemanning weergeven. Ter vergelijking zijn ook percentages opgenomen van alle gezinsbedrijven in 1999 en 2003 en van de ouders van kleuters in Tabel 5. Gezinsbedrijven naar samenstelling van de bemanning. Samenstelling bemanning Alle gezinsbedrijven Alle gezinsbedrijven Ouders Huidige ouders 2004 (n=183) Toekomstige ouders 2004 (n=68) Alleen (1 persoon) 2% 2% 0% 0% 0% Man en vrouw (2 personen) 74% 65% 72% 62% 66% Met personeel (> 2 personen) 26% 33% 28% 38% 34% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 1 Bron: Plaats bepalen en koers kiezen, Hubens, Bron: Continuïteit en ambitie. Een onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart, Hubens, Bron: Varende kleuters blijven tellen Hubens, We zien dat het aandeel van man-vrouwbedrijven afneemt onder alle gezinsbedrijven, circa 10% in vier jaar tijd. Deze trend zien we ook terug bij de varende ouders met kleuters aan boord, ook 10% in vier jaar tijd. Dit neemt niet weg dat de meerderheid van de doelgroep (62%) nog steeds bestaat uit een man en vrouw die samen een binnenvaartbedrijf exploiteren, waarbij het aandeel bij toekomstige ouders, zelfs nog iets hoger ligt, namelijk 66%. Daarnaast bestaat een derde deel (38-34%) uit gezinnen die samen met personeel een binnenvaartbedrijf exploiteren. In het onderzoek Continuïteit en ambitie wordt geconcludeerd dat over tien jaar de helft van alle gezinsbedrijven uit man-vrouwbedrijven bestaat en de andere helft uit gezinsbedrijven met personeel. Een indicatie voor de intensiviteit waarmee het bedrijf geëxploiteerd wordt is de exploitatiewijze. Er zijn drie exploitatiewijzen mogelijk, namelijk: A1, ook wel dagvaart genoemd, houdt in dat het schip ten hoogste 14 uur per dag mag varen; A2, ook wel semi-continuvaart genoemd, houdt in dat het schip ten hoogste 18 uur per dag mag varen; B, ook wel continuvaart genoemd, houdt in dat het schip 24 uur per dag mag varen. Tussen de drie exploitatiewijzen kan onder bepaalde voorwaarden ook gewisseld worden en in de antwoorden zijn dan ook de verschillende combinaties van A1, A2 en B opgenomen. In de nu volgende tabel van het rapport is er voor gekozen om de combinatiemogelijkheden telkens in te delen bij de hoogste exploitatiewijze. Ook in deze tabel zijn ter vergelijking de percentages opgenomen van alle gezinsbedrijven in 1999 en 2003 en van de ouders van kleuters in

17 Tabel 6. Gezinsbedrijven naar exploitatiewijze. Exploitatiewijze Alle gezinsbedrijven Ouders Alle gezinsbedrijven Huidige ouders 2004 (n=183) Toekomstige ouders 2004 (n=68) Dagvaart 71% 62% 53% 52% 51% Semi-continuvaart 25% 25% 38% 27% 25% Continuvaart 4% 12% 9% 21% 24% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 1 Bron: Plaats bepalen en koers kiezen, Hubens, Bron: Varende kleuters blijven tellen Hubens, Bron: Continuïteit en ambitie. Een onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart, Hubens, Opvallend is dat op de bedrijven van ouders met kleuters vaker in de continuvaart wordt gevaren dan bij alle gezinsbedrijven. Namelijk in 2004 vaart bijna een vijfde deel van varende ouders in de continuvaart, dit aandeel is twee keer zo groot als bij alle gezinsbedrijven in Dit verschijnsel zien we ook in 2000 waarbij drie keer zoveel varende ouders als alle gezinsbedrijven in 1999 continu varen. Waarschijnlijk hangt het hoge aandeel van continuvaarders samen met het gegeven dat het jonge ondernemers zijn die er een moderne zienswijze op na houden en daarnaast zal het ook (af en toe) noodzakelijk zijn vanwege een hogere schuldenlast dan bij oudere ondernemers. Daarnaast zien we ook een afname van dagvaarders de afgelopen vier jaar. Toch vaart de helft van de doelgroep nog altijd in dagvaart. We verwachten wel dat dit de komende jaren nog iets verder zal afnemen en dat het aandeel van (semi-)continuvaart zal toenemen. 2.1b Het gezin Driekwart van alle gezinnen (74%) woont altijd aan boord en een kwart (26%) woont regelmatig of onregelmatig aan de wal. In de meting van 2000 was het aandeel van ouders met kleuters die altijd aan boord woonde hoger, namelijk 85%. Driekwart komt wel overeen met de bevindingen uit het onderzoek Continuïteit en ambitie waarin ook driekwart van de gezinnen overwegend aan boord woont en hieraan is sinds 1999 weinig veranderd. Tevens blijkt uit dit onderzoek dat van de gezinnen die deels aan de wal wonen, zij toch de meeste tijd aan boord doorbrengen en zij zich ook thuis voelen aan boord. Een voorwaarde hiervoor is wel dat men de beschikking heeft over een comfortabele woning van alle gemakken (afwasmachine, droger, magnetron e.d.) voorzien, dit is bijna altijd het geval. Daarom verwachten we dat ook de komende jaren de grote meerderheid van de ouders overwegend aan boord woont met het gezin Aantal Figuur Aantal kinderen Histogram van aantal kinderen per gezin. Het meest voorkomende aantal is twee kinderen per gezin, zoals u kunt zien in bijgaand histogram. De gemiddelde gezinsgrootte van de doelgroep is behoorlijk hoog namelijk gemiddeld 2,8 kind per gezin. Als we een verdeling maken naar aantal kinderen dan heeft de helft van de huidige ouders (52%) 1 of 2 kinderen en de andere helft (48%) heeft meer dan 2 kinderen. Bij de toekomstige ouders is de groep met 1 of 2 kinderen vanzelfsprekend veel groter, namelijk 86% en 14% heeft meer dan 2 kinderen. Ten tijde van de enquête is 7% van de huidige ouders in verwachting van een kind en 11% van de toekomstige ouders. 7 Varende kleuters tellen mee

18 Varende gezinnen met kleuters Kijken we vervolgens naar de leeftijd van de kinderen dan is het mogelijk om een verdeling te maken naar gezinsituatie. Namelijk ouders die zowel een baby/peuter als een kleuter hebben, alleen een kleuter(s) hebben, of kleuter(s) en ouder(e) kind(eren) hebben of ouders die zowel baby/peuter, kleuters als oudere kind(eren) hebben. In onderstaand figuur ziet u de verdeling naar deze vier typen van gezinssituatie weergegeven. baby/peuter, kleuter en ouder kind 16% baby/peuter en kleuter 36% Figuur 2. kleuter en ouder kind 35% Huidige ouders (n=186) Verdeling naar gezinssituatie. kleuter 13% We zien dat de helft van de ouders nog alleen te maken heeft met jonge kinderen en de andere helft ook al oudere kinderen heeft die naar het internaat gaan. In het vervolg van het rapport zullen we merken dat de gezinssituatie het kunnen werken met speelleerpakket beïnvloedt. In de volgende figuur staat de leeftijdsverdeling van huidige en toekomstige ouders afgebeeld jaar 14% jaar 14% jaar 9% jaar 44% jaar 72% Huidige ouders (n=375) jaar 47% Toekomstige ouders (n=146) Figuur 3. Leeftijdsverdeling van huidige en toekomstige ouders. We zien dat driekwart van de huidige ouders tussen de 30 en 39 jaar oud is. Vanzelfsprekend zijn de toekomstige ouders jonger, bijna de helft is tussen de 19 en 29 jaar oud. Het hoogst behaalde opleidingsniveau wordt in de volgende tabel vermeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen. Ter vergelijking worden ook de percentages opgenomen van alle mannen en vrouwen in de gezinsbedrijven. 8

19 Tabel 7. Hoogst behaalde opleidingsniveau naar sekse. Opleidingsniveau Alle mannen 1 Mannen Huidige vaders (n=187) Toekomstige vaders (n=71) Alle vrouwen 1 Vrouwen Huidige moeders (n=188) Toekomstige moeders (n=71) Basisonderwijs 29% 5% 6% 19% 1% 1% Voorbereidend beroepsonderwijs 38% 50% 38% 30% 30% 13% Mavo 15% 12% 10% 22% 20% 17% Middelbaar beroepsonderwijs 13% 26% 41% 17% 29% 52% Havo/VWO 3% 5% 3% 7% 12% 7% Hoger beroeps-/ wetenschappelijk ond. 2% 2% 2% 5% 7% 10% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 1 Bron: Continuïteit en ambitie. Een onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart, Hubens, Uit het onderzoek Continuïteit en ambitie kwam al naar voren dat er een hoge correlatie bestaat tussen de leeftijd en het opleidingsniveau. In het algemeen geldt dat hoe jonger de leeftijd hoe hoger het opleidingsniveau, wat we ook duidelijk in bovenstaande tabel terug zien. Bij de toekomstige vaders en moeders heeft de grootste groep middelbaar beroepsonderwijs. Echter bij de huidige ouders heeft de grootste groep voorbereidend beroepsonderwijs behaald. Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat vrouwen over het algemeen een hoger opleidingsniveau hebben dan mannen, wat we ook terugzien bij de vaders en moeders in dit onderzoek. Tot slot van deze paragraaf kijken we nog naar de kerkelijke gezindte van de doelgroep, waarbij we wederom een vergelijking maken met alle mannen en vrouwen van de gezinsbedrijven en ook met de Nederlandse bevolking. Tabel 8. Kerkelijke gezindte. Kerkelijke gezindte Nederland 1 Alle gezinsbedrijven 2 Huidige ouders (n=372) Toekomstige ouders (n=146) Nederlands Hervormd 14% 30% 24% 25% Gereformeerd 7% 22% 35% 29% Rooms Katholiek 31% 21% 13% 7% overige kerkelijke gezindten 8% 4% 2% 3% geen kerkelijke gezindte 40% 23% 26% 36% Totaal 100% 100% 100% 100% 1 Bron: CBS, Kerkelijkheid en kerksheid van de bevolking 18 jaar en ouder, Bron: Continuïteit en ambitie. Een onderzoek naar de toekomst van gezinsbedrijven in de binnenvaart, Hubens, De grootste groep gelovige ouders is aangesloten bij één van de gereformeerde kerkgenootschappen (35%). De kerkgenootschappen zijn: Gereformeerde Gemeente (14%), Oud Gereformeerde Gemeente (7%), Gereformeerde Kerk (5%), Gereformeerde Gemeente in Nederland (5%), Gereformeerd Vrijgemaakt (2%) en Christelijk Gereformeerd (2%). We zien dat het aandeel van gereformeerden in de doelgroep hoger ligt dan onder alle gezinsbedrijven. Dit hangt natuurlijk samen met het feit dat het gemiddelde aantal kinderen per gereformeerd gezin hoger ligt. De andere groep gelovige ouders zijn de Nederlands hervormden (24%), 14% behoort tot de Nederlands Hervormde Kerk en 10% tot de Nederlands Hervormd Gereformeerde Bond. Een kwart van de ouders (26%) is niet gelovig. We zien dat bij de toekomstige ouders het percentage niet-gelovigen 10% groter is dan bij de huidige ouders. In hoeverre hier sprake is van een trend valt moeilijk te zeggen, wel is het zo dat in het onderzoek Continuïteit en ambitie is vastgesteld dat we relatief meer jonge dan oudere mensen zien bij niet-gelovigen en bij gereformeerden. De tabel maakt in ieder geval duidelijk dat de doelgroep van de LOVK verdeeld is over verschillende kerkelijke gezindten en dit ook in de toekomst zo zal blijven. 9 Varende kleuters tellen mee

20 Varende gezinnen met kleuters 2.2 AANTAL PEUTERS EN KLEUTERS Kenmerkend voor het onderwijs aan varende kleuters is de forse toename van het aantal leerlingen gedurende een schooljaar. Deze toename zorgt ervoor dat het leerlingenaantal aan het einde van schooljaar beduidend hoger is dan aan het begin van het schooljaar. Sinds 2001 hanteert de LOVK met betrekking tot het aantal ingeschreven kleuters de wettelijke teldatum van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Deze datum is aan het begin van het schooljaar, namelijk op 1 oktober. In 2001 betrof dit 269 kleuters, in 2002: 271 kleuters, in 2003: 273 kleuters en in 2004: 262. Opvallend is dat het aantal ingeschreven kleuters de afgelopen vier jaar vrijwel gelijk is gebleven. Bepalend voor het verloop van het aantal ingeschreven kleuters zijn de instroom en uitstroom van kleuters per schooljaar. De instroom vindt plaats gedurende het hele schooljaar als de kleuter de leeftijd van 3,5 jaar heeft bereikt. De uitstroom vindt plaats als de kleuter doorstroomt naar groep 3 aan het eind van het schooljaar en gemiddeld zo n 2,5 jaar onderwijs heeft genoten bij de LOVK. Daarnaast is er ook sprake van tussentijdse uitstroom als bijvoorbeeld ouders en kleuter aan de wal gaan wonen of de kleuter vroeger op het internaat gaat wonen. Bij de cijfers van de in- en uitstroom moet de kanttekening gemaakt worden dat er verschillende registratiesystemen zijn gebruikt. Van 1994 tot 2002 een MS Access database en vanaf augustus 2002 het Leerlingen Administratie en Registratie systeem (LAR), hetgeen het vergelijken van de verschillende schooljaren bemoeilijkt. Daarbij komt nog dat de inschrijf- en uitschrijfdatum helaas niet altijd nauwkeurig geregistreerd waren. Indien dit niet geregistreerd was, zijn de geboortedatum en formules gebruikt om de inschrijf- en uitschrijfdatum te bepalen. Hierdoor kunnen de gegeven aantallen niet exact worden geïnterpreteerd maar geven zij in onderstaande figuur wel een overzicht van het verloop van de in- en uitstroom van de afgelopen schooljaren / / / / / / / / / /2004 Instroom Uitstroom Figuur 4. De instroom en uitstroom van kinderen ingeschreven bij de LOVK. We zien dat in de schooljaren de instroom van leerlingen afneemt, van circa 200 naar 130 leerlingen. Vervolgens zien we in de schooljaren dat de instroom schommelt tussen de leerlingen waardoor de instroom dus nagenoeg op een gelijk niveau blijft. Kijken we naar de uitstroom van leerlingen dan bedroeg die in de schooljaren ongeveer 200 leerlingen. Vervolgens daalt de uitstroom in 2001 naar ongeveer 125 leerlingen en blijft ook ongeveer op een gelijk niveau hangen tot Dit betekent ook dat de in- en uitstroom in de jaren ongeveer gelijk zijn aan elkaar, in 2002 en 2003 is de instroom iets hoger dan de uitstroom en in 2001 en 2004 is de uitstroom iets hoger dan de instroom, maar gemiddeld genomen blijft het aantal ingeschreven kleuters gelijk, zoals we ook al geconstateerd hebben op de wettelijke tel- 10

21 datum. Gezien deze bevindingen verwachten we dat in deze trend de uitstroom ongeveer gelijk zal blijven aan de instroom en de komende jaren zal doorzetten. We willen echter een meer nauwkeuriger prognose maken over de in- en uitstroom van het aantal kleuters per schooljaar. Hiervoor maken we gebruik van het bestand van de reeds ingeschreven baby s en peuters bij de LOVK (peildatum augustus 2004: 133 kinderen). Tevens maken we gebruik van het bestand van de uitkomsten van de enquête gehouden onder toekomstige ouders waarvan de kinderen nog niet ingeschreven zijn bij de LOVK (73 kinderen). En ook maken we gebruik van de circa 22 kinderen die in juni 2004 op komst waren en dus in de afgelopen periode zijn geboren. Onze voorzichtige aanname is dat we hiermee ongeveer 50 60% van alle ouders met baby s en peuters bereikt hebben. Van dit totale bestand kunnen we gebruik maken om de instroom te bepalen. We schatten dat de komende jaren tot 2008 bijna 400 kinderen zullen instromen als ze de leeftijd van 3,5 jaar bereikt hebben. Vervolgens schatten we de uitstroom door ervan uit te gaan dat gemiddeld 2,5 jaar onderwijs wordt genoten na de datum van instromen. Daarnaast wordt de tussentijdse uitstroom gedurende een schooljaar geschat op 17 kinderen per jaar op basis van het gemiddelde van de afgelopen vier schooljaren. In de volgende tabel zijn op basis van het totale bestand en de drie aannames de instroom, uitstroom en tussentijdse uitstroom berekend om zo het aantal ingeschreven kleuters aan het begin en het einde van het schooljaar te kunnen schatten voor de komende schooljaren. Tabel 9. Prognose van het aantal kleuters voor de komende schooljaren. 2004/ / / / /2009 Begin schooljaar (1 okt.) Instroom Tussentijdse uitstroom Eind schooljaar Uitstroom naar groep Voor de komende twee jaar zien we dan een stabiel beeld van ongeveer 260 kleuters aan het begin van het schooljaar en aan het eind van het schooljaar ongeveer 340 ingeschreven kleuters. In het schooljaar 2006/2007 zien we volgens de schatting een terugval van 30 kleuters. Dit komt voornamelijk omdat de instroom iets afneemt en de uitstroom naar groep 3 in 2005/2006 relatief hoog is. Daarna zien we dat het beeld zich weer stabiliseert aan het einde van het schooljaar. Zoals gezegd zijn we uitgegaan van een voorzichtige prognose en dus zou de instroom van kleuters iets hoger kunnen uitvallen. Bovendien verwachten we op basis van de bevindingen uit het onderzoek naar de toekomst van het gezinsbedrijf (Continuïteit en Ambitie, Hubens, 2004) niet dat de tussentijdse uitstroom veel hoger zal uitvallen of de instroom lager zal uitvallen. Uit dit onderzoek kwam namelijk naar voren dat de grote meerderheid van varenden het als (zeer) positief ervaart dat de kinderen tot 7 jaar aan boord zijn. Ook maakte dit onderzoek duidelijk dat het gezinsbedrijf in de binnenvaart ook in de toekomst een belangrijke rol zal blijven spelen en voldoende overlevingskansen heeft. Deze paragraaf samenvattend schatten we dat de komende schooljaren circa 100 kleuters instromen en ook circa 100 kleuters uitstromen aan het einde van het schooljaar en circa 17 kleuters tussentijds uitstromen. Gemiddeld zullen zo n 200 à 260 kleuters aan het begin van het schooljaar staan ingeschreven bij de LOVK en 300 à 340 kleuters aan het eind van het schooljaar. 11 Varende kleuters tellen mee

22 12

23 HOOFDSTUK 3. KERN VAN HET ONDERWIJS Kern van het onderwijssysteem is het speelleerpakket Stappen Langs het Water (SLW) en de begeleiding door de mentor. Varende kleuters krijgen met behulp van dit pakket onderwijs op maat, waarbij de rol van de ouders cruciaal is en er ook sprake is van een verplichte deelname en inzet van de ouders. In de eerste paragraaf zal het gebruik van en de waardering voor het speelleerpakket worden behandeld. Het samenwerken met en de waardering voor de mentor door ouders en de kleuters wordt in de tweede paragraaf besproken. 3.1 HET SPEELLEERPAKKET STAPPEN LANGS HET WATER Allereerst komt de bekendheid met en het gebruik van de verschillende speelleerpakketten aan de orde. Ook wordt behandeld hoeveel tijd ouders en kleuter aan het werken met het speelleerpakket besteden. Vervolgens wordt besproken in hoeverre ouders het speelleerpakket van belang vinden en in welke mate zij tevreden zijn over het pakket. 3.1a Bekendheid met en gebruik van het speelleerpakket Het speelleerpakket bestaat uit instructieboeken, werkbladen, een uitgebreid materialenpakket en een korte handleiding. De opbouw is zo, dat de totaliteit van ontwikkelingsleerlijnen die in de groepen 1 en 2 van de basisschool aan de orde komen, ook in het pakket aangeboden wordt. Eerst kijken we in hoeverre het speelleerpakket bekend is in de binnenvaart. Het blijkt dat de helft van de toekomstige ouders (46%) al enigszins bekend is met het pakket, waarvan 8% heel goed en 38% een klein beetje. De andere helft (52%) is nog niet bekend met het speelleerpakket. Op zichzelf is het niet verwonderlijk dat de helft het pakket nog niet kent omdat het pakket geheel vernieuwd is en ook omdat de meeste ouders geen oudere kinderen hebben waardoor ze zelf nog niet met het onderwijs van de LOVK in aanraking zijn gekomen. De LOVK biedt vier speelleerpakketten aan voor de ouders en de kleuters en deze zijn min of meer leeftijdsgebonden. Namelijk: leerjaar 1 voor 3,5 tot 4 jarige kleuters; leerjaar 2 voor 4 tot 5 jarige kleuters; leerjaar 3 voor 5 tot 6 jarige kleuters; leerjaar 4 voor 6 jaar en oudere kleuters. In onderstaande tabel kan de verdeling naar leerjaren en aantal pakketten worden afgelezen. Tabel 10. Verdeling van de speelleerpakketten, uitgesplitst naar leerjaar en naar aantal respondenten. Leerjaren Pakketten Respondenten Aantal pakketen totaal abs. perc. 1 pakket % 2 pakketten % 3 pakketten % Totaal abs % Totaal rijperc. 22% 36% 35% 7% 100% De meerderheid van de ouders (80%) is werkzaam met één kleuterpakket, daarnaast werkt 17% met twee pakketten gelijktijdig en 3% van de ouders werkt met drie pakketten gelijktijdig. De leerjaren 2 en 3 zijn het meeste in gebruik, vervolgens leerjaar 1. Van leerjaar 4 voor kleuters ouder dan 6 jaar wordt tot nu toe weinig gebruik gemaakt. Veel kleuters wonen dan al op een internaat en zijn ingestroomd naar groep 3. Ook dient opgemerkt te worden dat het pakket leerjaar 4 recent ontwikkeld is en pas sinds mei 2004 geheel compleet aangeboden kan worden. 13 Varende kleuters tellen mee

24 Kern van het onderwijs De opdrachten in het speelleerpakket zijn zo verdeeld dat er veertig weken per jaar, vijf dagen in de week, elke dag ongeveer 45 minuten gewerkt moet worden aan het speelleerpakket. Per schoolweek betekent dit dus bijna vier uur (225 minuten) zowel samen met de ouder als alleen werken van de kleuter aan het pakket. Aan de ouders is gevraagd of zij in een willekeurige week wilden bijhouden hoeveel tijd zij besteedden aan het werken met het pakket, waarbij onderscheid gemaakt moest worden tussen gezamenlijk (ouder en kleuter) en zelfstandig (kleuter zonder begeleiding) werken. Niet alle ouders hebben dit kunnen invullen. Een deel van de ouders geeft aan ten tijde van de enquête niet (meer) te werken met het pakket doordat het vakantie is, het kind al naar het internaat gaat, of dat zij met een ander pakket werken. Niettemin hebben 135 ouders nauwkeurig ingevuld hoeveel tijd de kleuter besteedt aan het werken met het pakket. Dit is voldoende om de gemiddelde tijd te kunnen berekenen die per dag en per week wordt besteed aan het pakket. Gemiddeld wordt er bijna vier uur (229 minuten) per week besteed aan het werken met het pakket, waarvan meer dan een uur (70 minuten) de kleuter zelfstandig werkt met het pakket en twee en een half uur (158 minuten) gezamenlijk aan het pakket wordt gewerkt. De gemiddelde werkelijke tijd komt dus overeen met de tijd die wordt genoemd door de LOVK. Van belang is het om onderscheid te maken tussen jongere en oudere kleuters. Oudere kleuters zullen over het algemeen langer en meer zelfstandig met het pakket kunnen werken dan jongere kleuters. In onderstaande tabel wordt het gemiddelde aantal uren per week vermeld, waarbij ook de meting in het jaar 2000 is opgenomen. Hierbij moet vermeld worden dat destijds minder nauwkeurig is gemeten omdat rechtstreeks naar het gemiddelde per week is gevraagd en niet per dag de tijdsbesteding is nagevraagd. Tabel 11. Aantal uren per week dat de kleuter werkt met speelleerpakket, uitgesplitst naar leeftijd en naar jaar van meting. Leeftijd kleuter Alle leeftijden jonger dan 5 jaar 5 jaar en ouder Kleuter zelfstandig Gemiddeld 1,18 1 2,37 1,35 1,97 1,17 Maximum 10 3, Gezamenlijk Gemiddeld 3,64 2,58 3,74 2,69 3,71 2,63 Maximum Totale tijd Gemiddeld 4,82 3,58 6,11 4,05 5,68 3,81 Minimum,50,50,50 1,50,50 Maximum 17, , ,50 11 Respondenten N Het meest opvallende verschil tussen de meting van 2004 en 2000 is dat het aantal maximale aantal uren beduidend lager ligt. Dit is voornamelijk te wijten aan de verschillende vraagstelling. Namelijk in de meting van 2004 was het maximale aantal bestede uren begrensd en kon per week niet meer dan 14 uur bedragen en is de vraag nauwkeuriger gesteld door de tijdsbesteding per dag na te vragen in plaats van het gemiddelde per week. In 2000 in het rapport Varende kleuters blijven tellen wordt dan ook gesteld dat de ouders de gemiddelde werktijd waarschijnlijk overschatten, wat wordt bevestigd in deze meting van Aan de andere kant mag ook geconcludeerd worden dat het vernieuwde pakket er niet toe leidt dat langer gewerkt wordt met het pakket. Opvallend is dat de gezinssituatie duidelijk van invloed is op de tijd die besteed wordt aan het werken met het pakket. Namelijk in gezinnen met alleen jongere kinderen wordt gemiddeld bijna vier en een half uur (262 minuten) per week gewerkt met het pakket. Daarentegen wordt in gezinnen met oudere kinderen veel minder door de kleuter met het pakket gewerkt, namelijk gemiddeld iets meer dan drie uur (191 minuten) per week. Blijkbaar schiet er minder tijd over om te werken met het pakket als er ook de zorg bestaat voor oudere kinderen. Met name het halen en brengen van oudere kinderen meestal op vrijdag en maandag naar het internaat legt een groot tijdsbeslag op het gezin. We zien dan 14

25 ook duidelijke verschillen in de tijd die per weekdag wordt besteed aan het speelleerpakket. In de volgende figuur wordt dit geïllustreerd, per weekdag wordt afgebeeld of wel of niet gewerkt wordt met het pakket en het gemiddelde aantal minuten per dag dat gewerkt wordt. 100% Procenten 90% 80% 70% 82% 79% 80% wel werken niet werken gem. min. 71% 87% 50 Minuten % 63% 30 50% 57% 25 40% 43% 20 30% 20% 10% 37% 18% 21% 20% 29% 13% % Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Figuur 5. Wel of niet werken met het pakket en gemiddeld aantal minuten per weekdag. 0 Gemiddeld wordt op maandag en vrijdag een half uur met het pakket gewerkt door circa 60% van de ouders en kleuters. Terwijl op dinsdag, woensdag en donderdag gemiddeld drie kwartier per dag wordt gewerkt door circa 80% van de ouders en kleuters. In het weekend, op zaterdag en zondag, wordt weinig tot niet met het pakket gewerkt, gemiddeld 14 minuten op zaterdag en 6 minuten op zondag. Tot slot van deze paragraaf willen we nog weten hoeveel tijd toekomstige ouders en kleuters per dag denken te kunnen besteden aan het werken met het speelleerpakket. Gemiddeld schatten ouders één uur (66 minuten) per dag te kunnen werken. Dit ligt dus duidelijk hoger dan de hierboven geconstateerde topdagen van dinsdag, woensdag, donderdag van 45 minuten. In onderstaand figuur wordt een verdeling gegeven van het gemiddelde aantal minuten per dag van een werkweek (zaterdag en zondag zijn uitgesloten) werken met het speelleerpakket van de huidige en toekomstige ouders min. 14% >120 min min. 1% 2% 1-30 min. 33% min. 13% >120 min. 7% 1-30 min. 14% min. 24% min. 50% Huidige ouders (n=135) min. 42% Toekomstige ouders (n=72) Figuur 6. Verdeling naar gemiddeld aantal minuten werken per dag met het speelleerpakket van huidige en toekomstige ouders. Duidelijk is te zien dat de toekomstige ouders de te besteden tijd aan het speelleerpakket veel hoger inschatten dan in de praktijk het geval blijkt te zijn bij de huidige ouders. 15 Varende kleuters tellen mee

26 Kern van het onderwijs Samenvattend kan gesteld dat het uitgangspunt van de LOVK om ongeveer 225 minuten per week aan het pakket te werken realistisch te noemen is en door de doelgroep wordt gehaald. Waarbij het meest wordt gewerkt op dinsdag, woensdag en donderdag en minder op maandag, vrijdag en zaterdag en er nauwelijks op zondag wordt gewerkt. In hoeverre binnen de vastgestelde tijd ook alle opdrachten per week worden uitgevoerd is niet meegenomen in de meting, maar het is wel de tijd die ouders en kleuters er gemiddeld aan besteden, waarbij er duidelijk uitschieters naar boven en beneden zijn. 3.1b Waardering voor het speelleerpakket Opvallend is dat alle ouders het speelleerpakket belangrijk vinden. Van de huidige ouders vindt de helft (51%) het pakket zeer belangrijk en 42% belangrijk, 6% van de ouders staat er neutraal tegenover en slechts 1% van de ouders vindt het pakket onbelangrijk. Bij de toekomstige ouders vindt meer dan de helft (61%) het pakket zeer belangrijk en 35% belangrijk en 4% van de ouders staat er neutraal tegenover. Het blijkt dan ook dat in vergelijking met de andere onderwijsvoorzieningen (zoals ligplaatsscholen, leerkrachten-aan-boord en reguliere basisscholen) het speelleerpakket door verreweg de meeste ouders zeer belangrijk wordt gevonden. Het speelleerpakket wordt ook door nagenoeg alle ouders (92%) positief gewaardeerd, waarvan 30% zeer positief en 60% positief, 7% staat er neutraal tegenover en 1% staat er negatief tegenover. Aangezien de overgrote meerderheid het pakket belangrijk vindt en het ook positief waardeert kunnen ook geen verschillen worden waar genomen met welk pakket wordt gewerkt. Er kan dus geconcludeerd worden dat men tevreden is over de inhoud van de pakketten voor de verschillende leeftijden. Laten we nu eens specifieker kijken naar de verschillende onderdelen en aspecten van het pakket. We zien dan ook dat de meerderheid van de ouders tevreden is over de verschillende onderdelen van het pakket, zoals u kunt zien in de volgende figuur. In de vragenlijst is door middel van open vragen navraag gedaan over welke zaken men nu minder tevreden is. Deze opmerkingen staan in bijlage 2 (voor intern gebruik) letterlijk opgenomen en gesorteerd naar de verschillende aspecten. In de analyse zijn deze opmerkingen ook verwerkt zoals u kunt lezen in het vervolg van dit rapport. Handleiding 93% 7% Materialenpakket 92% 6% 2% Instructies opdracht 89% 10% 1% Uitvoerbaarheid 83% 13% 4% Variatie 77% 14% 8% Niveau 74% 19% 6% tevreden Voorbereidingstijd 73% 24% 3% neutraal Aantal opdrachten 57% 23% 20% ontevreden Figuur 7. 0% 25% 50% 75% 100% Mate van tevredenheid over het speelleerpakket (n=185). Nagenoeg alle ouders zijn tevreden over de duidelijkheid van de handleiding, het bijgeleverde materialenpakket en de duidelijkheid van de instructies per opdracht. Alleen bij de knutselopdrachten mogen de instructies soms wel duidelijker zijn. Dit geldt vooral voor ouders die zichzelf minder 16

27 creatief vinden en zij zouden een voorbeeld van hoe het knutselwerkje eruit moet gaan zien op prijs stellen. De meerderheid van de ouders is ook tevreden over de voorbereidingstijd, uitvoerbaarheid, de variatie en het niveau van de opdrachten. Wat betreft de voorbereidingstijd en uitvoerbaarheid is men vooral minder tevreden over de knutselopdrachten. Knutselopdrachten kosten vaak veel tijd. Daarnaast zijn de gevraagde materialen niet altijd direct aanwezig aan boord. Opgemerkt dient te worden dat de LOVK met de uitgifte van de materialenkrat een verzamellijst toevoegt waarop ouders kunnen lezen wat per week aan boord verzameld dient te worden. Ook vindt men het niet altijd passend om deze materialen (b.v. zand) binnen in de woning te gebruiken. Ook wordt vaak opgemerkt dat de ouders meer aan het knutselen zijn dan de kleuter zelf. Wat betreft de variatie aan opdrachten wordt soms toch wel geuit door ouders dat het veel van hetzelfde is. Voornamelijk wordt de variatie in de seizoenen en rondom thema s zoals Sinterklaas en Kerstmis gemist in de opdrachten. Wat betreft het niveau van de opdrachten schrijven sommige ouders dat het niveau voor hun kind te gemakkelijk is. Bij jonge kleuters wordt vooral gedoeld op het pakket leerjaar 1, waarbij dit pakket geschat wordt op peuterniveau. De helft van de ouders (57%) is tevreden met het aantal opdrachten per week, een kwart (23%) staat er neutraal tegenover en bijna een kwart van de ouders (20%) is ronduit ontevreden over het aantal opdrachten. In de in februari 2003 gehouden enquête Stappen Langs het Water werd door de helft van de ouders aangegeven het aantal opdrachten van het pakket leerjaar 3 teveel te vinden. De mate van tevredenheid over het aantal opdrachten hangt dan ook samen met de leeftijd van de keuters. Bij de ouders met jongere kleuters werkzaam met het leerjaarpakket 1 en 2 is 68% tevreden en bij de ouders met oudere kleuters werkzaam met het leerjaarpakket 3 en 4 is slechts 48% tevreden. Tevens is er een significant verband tussen de gezinssituatie en de mate van tevredenheid met het aantal opdrachten per week. Het blijkt dat de gezinnen met jongere kinderen veel meer tevreden zijn, namelijk 65%, terwijl bij de gezinnen met oudere kinderen 49% tevreden is, 25% neutraal en 26% ontevreden zijn met het aantal opdrachten per week. Het aantal opdrachten per week wordt dus door veel ouders teveel gevonden. De voornaamste oorzaak hiervan is gelegen in de omstandigheid dat onvoldoende tijd beschikbaar is om met het pakket te werken naast het intensieve varen en het halen en brengen van oudere kinderen op maandag en vrijdag naar het internaat. De tweede oorzaak is gelegen in het feit dat als een kind een dag of enkele dagen de ligplaatsschool of een reguliere basisschool bezoekt de opdrachten uit het pakket niet worden uitgevoerd. Ouders hebben dan het gevoel achter te lopen en denken de opdrachten als het ware in te moeten halen. De derde oorzaak is dat de opdrachten meer tijd kosten dan de veronderstelde 45 minuten per dag. Dit geldt vooral voor de knutselopdrachten en ook voor kinderen die wat meer moeite hebben met het pakket. 3.2 DE MENTOR Eerst worden de belangrijkste taken van de mentor besproken of de mentor bekend is en in welke mate sprake is van contact tussen de mentor en de ouders met kleuter. Tevens wordt besproken aan welke contactmogelijkheden ouders de voorkeur geven en op welke wijze contact het beste mogelijk is op een regelmatige basis. Vervolgens komt aan bod in hoeverre de ouders de verschillende taken van de mentor belangrijk vinden en/of hier behoefte aan hebben. 3.2a Bekendheid en contact met de mentor De belangrijkste mentortaken waarmee ouders te maken krijgen zijn: De mentor geeft een uitgebreide introductie van het speelleerpakket. Dit intake-gesprek vindt in principe aan boord plaats en omvat naast uitleg van de materialen ook instructie om opti- 17 Varende kleuters tellen mee

28 Kern van het onderwijs maal met het pakket te kunnen werken. De mentor zorgt verder voor tijdige verstrekking van vervolgmaterialen en indien nodig van aanvullende materialen. De mentor is actief in het bewaken en onderhouden contact met de ouders en de kleuters. Dit houdt in minimaal eens per drie weken een telefonisch/ contact en een halfjaarlijks boordbezoek. Deze contacten zijn van belang om de continuïteit van het onderwijsproces te bevorderen (waar nodig enthousiasmeren en stimuleren) en ook om zicht te houden op de voortgang en ontwikkeling van het kind (waar nodig een speciaal hulpprogramma inzetten). De mentor draagt zorg voor een goede advisering bij de intrede in groep 3 van het basisonderwijs. Sinds augustus 2001 is het mentoraat ingevoerd en er wordt nu dus drie schooljaren gewerkt met deze vorm van begeleiding. Driekwart van de toekomstige ouders (74%) is niet bekend is met de mentor, een vijfde deel (21%) een klein beetje bekend en slechts 5% is goed bekend met de mentor. Aan de bekendheid van het mentoraat zou dus wel iets verbeterd kunnen worden, ofschoon men zich dient te realiseren dat deze ouders het ook nog niet kunnen weten omdat ze nog niet in aanraking zijn geweest met het onderwijs van de LOVK. Allereerst kijken we of er überhaupt contact is geweest tussen de mentor en de ouders met de kleuter. Nagevraagd is of er een intake-gesprek (het eerste boordbezoek) heeft plaatsgevonden, meer dan één boordbezoek is afgelegd door de mentor en/of er in het afgelopen schooljaar telefonisch of per contact is geweest met de mentor. Het blijkt dat de grote meerderheid van ouders (84%) een intake-gesprek heeft gehad, echter 16% (nog) niet. Waarschijnlijk is deze 16% voor een groot deel te verklaren doordat ouders net ingeschreven staan met hun kleuter en het intake-gesprek nog moet plaatsvinden. Daarnaast zijn er ook ouders die al ervaring hebben met het pakket hebben en daardoor het intake-gesprek minder noodzakelijk vinden. In de volgende figuur staat afgebeeld of de mentor meer dan één boordbezoek heeft afgelegd en/of er het afgelopen schooljaar contact is geweest tussen de ouders en de mentor via de telefoon of , waarbij onderscheid is gemaakt tussen oudere en jongere kleuters. 100% 21% 7% 14% 80% 48% 60% 60% 73% 40% 79% 93% 86% 20% 52% 40% 27% 0% Figuur 8. < 5 jaar > 5 jaar alle kleuters < 5 jaar > 5 jaar alle kleuters Boordbezoeken Contacten via telefoon/ wel niet Wel of geen boordbezoeken en contacten via telefoon/ tussen ouders en mentor, uitgesplitst naar leeftijd kleuter. Opvallend is dat slechts 40% van alle ouders meer dan één boordbezoek heeft gehad van de mentor en de meerderheid van de ouders (60%) dus niet. Van de ouders met een kleuter jonger dan 5 jaar heeft 18

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LOVK

Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LOVK Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende het integrale onderwijs van de LVK Rapport Varende kinderen beter in beeld Een onderzoek naar varende ouders en hun behoeften betreffende

Nadere informatie

VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN

VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN VARENDE KLEUTERS BLIJVEN TELLEN Onderzoek naar de toekomstige omvang van het aantal varende kleuters en het toekomstige gebruik van onderwijsvoorzieningen van varende ouders

Nadere informatie

Luisteren naar ouders Onderzoek naar tevredenheid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen

Luisteren naar ouders Onderzoek naar tevredenheid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen Luisteren naar ouders Onderzoek naar heid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen LOVK 2009 Rapport Luisteren naar ouders Onderzoek naar heid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen

Nadere informatie

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Juli 2012 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch 073-6230120 06-17418733 www.ahadata.nl Inhoudsopgave LAND VAN REGISTRATIE... 1 SCHEEPSLENGTE...

Nadere informatie

Rijdende School goed onderweg

Rijdende School goed onderweg Tevredenheidsonderzoek onder ouders van meereizende kermis- en circuskinderen Rapport Rijdende School goed onderweg Tevredenheidsonderzoek onder ouders van meereizende kermis- en circuskinderen Maart

Nadere informatie

Opnieuw luisteren naar ouders

Opnieuw luisteren naar ouders Opnieuw luisteren naar ouders LOVK 2017 Onderzoeksrapport Opnieuw luisteren naar ouders Een onderzoek onder varende ouders naar hun tevredenheid over het LOVK-onderwijs. Maart 2017 Drs. A.C.C. Hubens

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

Luisteren naar ouders 3 Onderzoek naar tevredenheid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen

Luisteren naar ouders 3 Onderzoek naar tevredenheid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen Luisteren naar ouders 3 Onderzoek naar heid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen LOVK 2011 Rapport Luisteren naar ouders 3 Onderzoek naar heid van ouders over het onderwijs aan varende kinderen

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Rapportage Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Utrecht, december 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Vincent van Grinsven Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek Lerarentekort Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs Utrecht, juni 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Age Stinissen September 2017

Age Stinissen September 2017 Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Rapport Onderzoek Lerarentekort Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie

Rapportage Schooltijden in het basisonderwijs

Rapportage Schooltijden in het basisonderwijs Rapportage Schooltijden in het basisonderwijs Utrecht, januari 2018 DUO Onderwijsonderzoek & Advies drs. Liesbeth van der Woud drs. Vincent van Grinsven Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Peiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018

Peiling Bibliotheek Olst-Wijhe Oktober 2018 Peiling Bibliotheek - Oktober 2018 Resultaten Inleiding De gemeenteraad van - heeft in 2014 een besluit genomen over de toekomst van het bibliotheekwerk in - tot en met 2020. Daarbij is onder andere gekozen

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Kijk- en luisteronderzoek 2013b

Kijk- en luisteronderzoek 2013b Kijk- en luisteronderzoek 2013b eindrapport januari 2014 OWP research Wethouder van Caldenborghlaan 76-6226 BV - Maastricht - www.owp.nl Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding onderzoek 6 1.2

Nadere informatie

Samenwoonrelaties stabieler

Samenwoonrelaties stabieler Anouschka van der Meulen en Arie de Graaf Op 1 januari 25 telde Nederland bijna 75 duizend paren die niet-gehuwd samenwonen. Ten opzichte van 1995 is dit aantal met bijna 45 procent toegenomen. Van de

Nadere informatie

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s)

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) (door Willem Wind, ikbenhoogbegaafd.nl, 9 oktober 2018) Samenvatting De vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Coffeeshops in Roermond

Coffeeshops in Roermond Coffeeshops in Roermond Factsheets over het coffeeshopbezoek LokaleZaken Jongepier Onderzoek en Advies Oktober In opdracht van de gemeente Roermond Inhoud 1. Inleiding 2 2. Vier tellingen: bezoekersaantallen

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij Nederlandse landbouw en visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Bewonerspanel Septemberpeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Bewonerspanel Septemberpeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek Septemberpeiling Utrecht.nl/onderzoek Inleiding Samenvatting We hebben het panel gevraag De gemeente is benieuwd hoeveel leden van het vaker dan 4 à 5 keer per jaar een vragenlijst willen invullen. Het

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

Drechtstedendinsdag 2015

Drechtstedendinsdag 2015 Drechtstedendinsdag 2015 UITKOMSTEN ENQUÊTE INRICHTING EN FUNCTIONEREN Inhoud 1. Conclusies 2. Drechtstedendinsdag in het algemeen 3. Themabijeenkomsten 4. Gezamenlijke maaltijd 5. Regionaal fractieoverleg

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt B A S I S V O O R B E L E I D Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Erik van der Werff Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam

Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon Internet op School: Ontwikkelingen van 2006 tot 2009 In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN Tevredenheidsonderzoek ketenpartners SUN Groningen Colofon Opdrachtgever SUN Groningen Datum Maart 2017 Auteurs Bert van Putten David Scheffer KWIZ Stavangerweg

Nadere informatie

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Tilburg en Kunst Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Projectnummer 529 1 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 5 1 Jongeren

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Rapportage Impactmonitor begeleiding Rapportage Impactmonitor begeleiding Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck Enschede, 31 januari 2012 SS/12/259/ova2 drs. Sylvia Schutte Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Aantal cliënten met begeleiding...

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek Leerlingenvervoer gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Gemeente Ridderkerk Datum Augustus 2017 Auteur

Nadere informatie

Onderzoek naar de mening van burgers over de berekening van kinderalimentatie

Onderzoek naar de mening van burgers over de berekening van kinderalimentatie Onderzoek naar de mening van burgers over de berekening van kinderalimentatie September 2011 Bregje Dijksterhuis (HvA) & Nina Vels (LBIO) Inhoud 1 Inleiding... 2 1.1 Doel... 2 1.2 Onderzoeksvragen... 2

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Ketenzorg COPD

Cliëntervaringsonderzoek Ketenzorg COPD RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Ketenzorg COPD Dokterscoop november 2017 Samenvatting In september en oktober 2017 heeft ZorgfocuZ in opdracht van Dokterscoop een cliënttevredenheidsonderzoek uitgevoerd.

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Vergelijking resultaten

Vergelijking resultaten Vergelijking resultaten 2016 2 e nameting Uitkomsten cliëntenraadpleging Careander Utrecht, december 2016 Geschreven door: Drs. Dominique van t Schip Postbus 8224 3503 RE Utrecht Telefoon: 030 293 76 64

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging Een onderzoek naar de betrokkenheid van predikanten en voorgangers bij de vervolgde kerk November 2013 Inleiding Hoe 'leeft' het onderwerp christenvervolging

Nadere informatie

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Participatie en behoeften van katholieken in IJburg

Participatie en behoeften van katholieken in IJburg Participatie en behoeften van katholieken in IJburg Rapport nr. 584 februari 2009 drs. Sylvia Grevel drs. Joris Kregting Kaski onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld 5 6525 ED Nijmegen

Nadere informatie

Tevredenheidonderzoek

Tevredenheidonderzoek Tevredenheidonderzoek 2013-2014 Samenvatting van de conclusies - Ouders en leerlingen zijn tevreden over het, ze geven de school cijfers tussen de en de, - De beoordeling voor de sfeer op school is hoger

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 16 t/m 19 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 17 mei 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

cbs Johan Friso Dordrecht Dordrecht, april 2005 Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van de cbs Johan Friso Betreft: ouder-enquête Beste ouders,

cbs Johan Friso Dordrecht Dordrecht, april 2005 Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van de cbs Johan Friso Betreft: ouder-enquête Beste ouders, Dordrecht, april 2005 Aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van de cbs Johan Friso Betreft: ouder-enquête Beste ouders, In oktober van het vorige jaar hebben wij u gevraagd een enquête met betrekking

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Gemeten met de CQI index Februari 2016 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET ACHTERGROND EN OPZET PEILING De gemeente Ede wil inwoners graag betrekken bij het behoud en het verbeteren van de leefkwaliteit in de buurt. Doel is het bevorderen van sociaal

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016 Onderzoeksbeschrijving In 2016 is een enquête gehouden onder de inwoners van de gemeente Renswoude over de inzameling en scheiding van afval. De

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal

Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal Gemeten met de CQI index Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: september 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en werkwijze

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie