opsportbeleid Het in Vlaanderen en Nederland: EEN VERGELIJKENDE STUDIE [ ONDERZOEK ] 15 ONDERZOEKSMETHODE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "opsportbeleid Het in Vlaanderen en Nederland: EEN VERGELIJKENDE STUDIE [ ONDERZOEK ] 15 ONDERZOEKSMETHODE"

Transcriptie

1 [ ONDERZOEK ] 15 Het Het topsportbeleid opsportbeleid in Vlaanderen en Nederland: EEN VERGELIJKENDE STUDIE Eind 2003 werd het onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen afgerond. Dit onderzoek gaf een overzicht van de huidige knelpunten van het Vlaamse topsportbeleid en leidde tot aanbevelingen die in de beleidsnota Sport van de Vlaamse Regering werden opgenomen (Anciaux, 2004). De studie schetst het klimaat waarin de Vlaamse talenten zich dienen te ontwikkelen en topatleten dienen te presteren. Dit onderzoek vond zijn oorsprong in Nederland. Hier had in 1998 een nulmeting van het topsportklimaat plaats, dat vier jaar later (2002) werd herhaald. Zo kon worden geëvalueerd hoe het klimaat voor Nederlandse topsporters gedurende de laatste vier jaar was geëvolueerd en of de getroffen beleidsmaatregelen hun doel hadden bereikt. Dit artikel maakt de vergelijking tussen het topsportklimaat, de topsportprestaties en het topsportbeleid in twee vergelijkbare landen. De bedoeling is hieruit te leren hoe het topsportklimaat en beleid in eigen land te verbeteren. Doorheen de analyse van de prestaties is gebleken dat Nederlandse atleten sinds de Olympische Spelen van 1980 in Moskou telkens opmerkelijk beter presteerden dan Belgische. De cijfers met betrekking tot de Olympische Spelen van 2000 spreken boekdelen. Met een marktwaarde van respectievelijk 0,53% en 2,66% voor België en Nederland, is het verschil nog nooit zo groot geweest. Wanneer bovendien gekeken wordt naar de positie van beide landen in de medaillestand, is het verschil in succes opvallend. Terwijl België op de Olympische Spelen van Sydney zakt naar een 54ste plaats, eindigt Nederland met een 8ste plaats in de top 10. (In Athene op een 17e plaats). Aan de hand van de resultaten uit het onderzoek naar het topsportklimaat en de analyse van het topsportbeleid trachten we verschillen op te sporen die deze prestatieverschillen kunnen verklaren. Twee bevindingen staven reeds het verschil tussen beide landen: Nederland heeft tien keer meer A-atleten per inwoner dan Vlaanderen (2,8 atleten per inwoner in de top acht van de wereld in Vlaanderen tegenover 28 in Nederland). Om topsporter te worden heb je minimum 10 jaar nodig. Dit betekent dat er reeds van aan de basis van de talentpiramide fundamentele verschillen zijn. Nederland toont meer ambitie in haar beleid op lange termijn. Ze wil tot de tien beste landen ter wereld behoren. In Vlaanderen daarentegen, heeft slechts de helft van de topsportfederaties de ambitie om op lange termijn een medaille of finaleplaats te behalen op Olympische Spelen, World Games, Europese of Wereldkampioenschappen. ONDERZOEKSMETHODE Het topsportklimaat wordt opgevat als (van Bottenburg, 2000): de gewogen gesteldheid van de beïnvloedbare maatschappelijke en sportorganisatorische omgeving die de omstandigheden bepaalt waarin sporters zich tot topsporters kunnen ontwikkelen en prestaties kunnen blijven leveren op het aangegeven hoogste niveau in hun tak van sport. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werden topsporters, topcoaches/trainers en topsportcoördinatoren van topsportfederaties bevraagd. De vragenlijsten die hiervoor gebruikt werden zijn sterk vergelijkbaar. In Vlaanderen werden wel specifieke vragen toegevoegd voor de Vlaamse context. In beide landen werd gepeild naar het topsportklimaat met betrekking tot talentherkenning, talentontwikkeling, individuele leefsituatie, ondersteuning en begeleiding, training - en wedstrijdfaciliteiten, internationale competitiemogelijkheden, organisatorische omgeving, media-aandacht en wetenschappelijke ondersteuning. Dit artikel situeert de gelijkenissen en verschillen van het topsportbeleid in beide landen met betrekking tot deze items. Om significante verschillen na te gaan werd gebruik gemaakt van de Chi-kwadraat test en de Kolmogorov-Smirnov test. In de vergelijking wordt uitgegaan van een gewenst significantieniveau van 1%. Men wil met andere woorden met een betrouwbaarheid van 99% uitspraken doen. Wanneer p<.01 zijn de waargenomen verschillen significant. Onderstaande tabel geeft de respons weer in beide landen. Tabel 1: Overzicht van de respons in Vlaanderen en Nederland Vlaanderen Nederland Atleten 140 (43%) 421 (34%) Coaches 119 (51%) 62 (28%) Federaties 26 (100%) 28 (52%)

2

3 [ ONDERZOEK ] 17 RESULTATEN Om een eerste inzicht te krijgen in de prioriteitsstelling van het topsportbeleid in beide landen, werd gepeild naar de meest invloedrijke factoren om de wereldranglijstpositie te verbeteren. Dit levert weinig verschillen tussen Vlaanderen en Nederland op. Betere trainingsmogelijkheden en verbetering van de financiële situatie zijn in beide landen de twee meest invloedrijke factoren. Betere trainers/coaches, meer internationale competitie en beter team van begeleiders vervolledigen weliswaar in een iets andere volgorde de top vijf. Wanneer de verbeterpunten naar volgorde van belangrijkheid worden gerangschikt, worden wel een aantal significante verschillen waargenomen. Over het grootste knelpunt zijn alle respondenten het in Vlaanderen en Nederland eens, namelijk de individuele leefsituatie van de atleten (respectievelijk 72,9% en 64,3%). Betreffende de andere knelpunten wordt vastgesteld dat in Vlaanderen de talentontwikkeling opmerkelijk hoger gerangschikt staat dan in Nederland (respectievelijk op de derde en de zesde plaats). Ook de wetenschappelijke flankering wordt in Vlaanderen opmerkelijk meer als verbeterpunt aangegeven (40,6% tegenover 23,8% in Nederland). Volgens de Nederlandse respondenten zijn zowel de trainingsfaciliteiten als topsportaccommodaties alsook de media-aandacht meer voor verbetering vatbaar. Opvallend in deze resultaten is dat Nederlandse en Vlaamse topsporters, trainers en topsportcoördinatoren het eens zijn over de belangrijkste prestatiebepalende factoren maar dat andere punten voor verbetering in aanmerking komen. Voor de opbouw van het artikel wordt gebruik gemaakt van het 7 pijler model om prestatiebepalende factoren op mesoniveau te meten" van De Bosscher, De Knop & van Bottenburg (2004). We maken een indeling volgens het traditioneel piramidaal sportmodel, dat het hele sportgebeuren als een soort afvallingskoers ziet en erop gericht is enkele atleten tot de (smalle) top te brengen. We stellen de atleet centraal en volgen zijn volledige carrièreontwikkeling. In elke fase is een zekere input vanuit het beleid noodzakelijk, die moet toelaten de optimale criteria voor succes te kunnen creëren. Om tot het gewenste resultaat te komen (output), is niet alleen belangrijk wat er geïnvesteerd wordt, maar ook op welke manier dit gebeurt (throughput). De zeven prestatiebepalende pijlers van het topsportbeleid worden in de onderstaande figuur in beeld gebracht. Figuur 1: De prestatiebepalende pijlers van het topsportbeleid (De Bosscher et al., 2003) Onderstaande tabel geeft voor beide landen een beeld van de rangschikking van de verbeterpunten in volgorde van belangrijkheid. Tabel 2: Belangrijkste verbeterpunten in Vlaanderen en Nederland Vlaanderen Nederland Individuele leefsituatie 72,9% 64,3% Talentontwikkeling 37,5% 35,6% Organisatorische dienstverlening 13,9% 12,2% Sportspecifieke begeleiding 33,1% 28,4% Wetenschappelijke flankering* 40,6% 23,8% Trainingsfaciliteiten* 33,1% 43,9% Topsportaccommodaties 20,7% 25,9% Internationale wedstrijden 25,9% 36,3% Media-aandacht* 35,9% 50,7% Maatschappelijke waardering 35,9% 39,6% Bewegingsonderwijs* 24,7% 10,2% Breedtesport* 6,8% 19,5% *p<.01 PIJLER 1: ORGANISATIE EN STRUCTUUR VAN HET BELEID Een belangrijke vraag is in welke mate de overheid verantwoordelijk kan worden geacht voor de prestaties van de atleten. Volgens De Knop, Van Aken en De Smedt (2001) is topsport in de eerste plaats een zaak van de georganiseerde sport zelf. De overheid vervult een coördinerende, controlerende en ondersteunende rol met als doel topsport te bevorderen en de negatieve nevenverschijnselen tegen te gaan. Daarenboven legt de overheid, door de breedtesport te bevorderen, reeds een eerste basis voor de topsport. De middelen die in topsport geïnvesteerd worden zijn belangrijk, maar het is de organisatie en de structuur van de sport in een land en de maatschappelijke relatie, die een efficiënt gebruik van de

4

5 [ ONDERZOEK ] 19 middelen mogelijk moet maken om de kansen op topsportsucces te verhogen (SIRC, 2002). De mate waarin de overheid en private sportinstanties het beleid op elkaar afstemmen, met elkaar communiceren, aanvullend of concurrerend werken is een zeer belangrijke parameter in de efficiëntie van het topsportbeleid. Op vlak van organisatie en structuur van het beleid stellen we vast dat het Nederlandse topsportbeleid veel professioneler gevoerd wordt dan het Vlaamse topsportbeleid. Inzake topsport voert Nederland reeds geruime tijd een lange termijnbeleid. In Vlaanderen is er een gebrek aan professionalisme en aan planning op lange termijn. Terwijl Nederland sinds 1969 maar liefst 21 beleidsplannen telt met betrekking tot topsport, telt Vlaanderen er twee. Nederland heeft ook altijd een leidende positie ingenomen, innoverend inzake de combinatie topsport en studies, regionale ondersteuningscentra, carrièreplanning van atleten en coaches, samenwerking (met de commerciële sector) en wetenschappelijke ondersteuning. In Vlaanderen ging in het verleden heel wat energie verloren in het oprichten van structuren om de versnippering van de middelen tegen te gaan als gevolg van de fragmentatie van de beleidsstructuren en de complexe staatsstructuur. Een belangrijk aspect van het Nederlandse topsportbeleid is de ondersteuning ten aanzien van de federaties. Nederlandse federaties kunnen beroep doen op account managers, sporttechnische coaches en diverse uitwisselingsplatformen om hen te begeleiden. In Vlaanderen was er slechts in 2000 een eerste vorm van sporttechnische ondersteuning vanuit het ITV (Instituut Topsport Vlaanderen), dat in 2003 ophield te bestaan. Voor begeleiding op vlak van management was het wachten tot de oprichting van het departement topsport van het BLOSO in 2004, die ook de overige activiteiten van het ITV verder zet. heel veel verschillen. In 2002 bedroeg in Nederland het totale budget voor sport 103 miljoen Euro, in Vlaanderen bedroeg dit 70 miljoen Euro (BLOSO-budget). Hier dient nog +/- 6 miljoen Euro van het BOIC en +/- 4 miljoen Euro van het departement sport bij gerekend te worden. Figuur 2: Evolutie van de middelen voor Sport in Vlaanderen (Diepvens, 1988; BLOSO jaarverslagen ) en Nederland (de Heer, 2000; VWS, 2003) van 1976-heden Wanneer de financiële middelen echter bekeken worden in functie van de populatie, zien we dat Vlaanderen ruimschoots de bovenhand neemt (figuur 3). Figuur 3: Evolutie van de overheidsmiddelen voor Sport in Vlaanderen en Nederland (1976-heden) per hoofd van de bevolking (x 1 miljoen inwoners) PIJLER 2: FINANCIËLE INVESTERINGEN IN (TOP)SPORT Internationaal succes is gerelateerd aan het effectief gebruik van de middelen om de vooropgestelde doelen te bereiken (Colwell, 1982). Door een gebrek aan beschikbare en betrouwbare data, zijn in de literatuur geen gegevens terug te vinden over de effectieve relatie tussen het budget voor topsport en de internationale prestaties. Er bestaat volgens SIRC (2002) een directe correlatie tussen de overheidsinvestering in sport en succes. Wanneer we de grafiek bekijken van de evolutie van het totale budget voor sport sinds 1976 (figuur 2), stellen we vast dat de budgetten in Vlaanderen en Nederland niet Een belangrijke vaststelling is de verdeling van de middelen voor topsport in verhouding tot de middelen voor sport voor allen. Verhoudingsgewijs gaan er in Nederland veel meer middelen naar topsport (30 miljoen Euro of 29% vanuit NOC*NSF/VWS tegenover 3,2 miljoen Euro of 6,7% vanuit BLOSO in 2002). Het totale budget voor topsport bedraagt in Vlaanderen 7,7 miljoen Euro (inclusief BOIC en departement Sport) en in Nederland 39 miljoen Euro (inclusief Performance 2004 & fondsen).

6

7 [ ONDERZOEK ] 21 PIJLER 3: DE BASIS VAN DE PIRAMIDE: DE ONTWIKKELING VAN DE BREEDTESPORT In de meeste West-Europese piramidale sportstructuren, hangt topsport ongetwijfeld af van de instroom vanuit de breedtesport voor de continue aanvoer van talent. We vonden weinig opvallende verschillen in de sportbeoefening in beide landen. In Vlaanderen doet 41,7% van de bevolking actief aan sport, in Nederland bedraagt dit 46,9% van de bevolking. Nederlanders nemen meer deel aan georganiseerde sportbeoefening (28,1% tegen 20,0% in Vlaanderen). Ook de intensiteit van de sportbeoefening ligt in Nederland met 3,4 uren per week iets hoger dan in Vlaanderen (2,9 uren/week). Naast de kwantiteit van de breedtesport dient ook aandacht te gaan naar de kwaliteit. De atleet komt namelijk via de sportclubs of sportscholen vaak voor het eerst in contact met de sporttak. Uit onderzoek in Vlaanderen bleek dat een groot deel van de drop-out te wijten is aan de teleurstellende ervaring van de jongere in sportclubs (De Knop, Laporte, van Meerbeek, et al., 1991). Dit aspect werd in dit onderzoek echter niet gemeten. PIJLER 4: DE PIRAMIDE VAN DE TALENTONTWIKKELING: DE SPORTIEVE LOOPBAAN VAN EEN ATLEET De beslissingen die de talentloopbaan beïnvloeden vanuit het perspectief van het sporttechnisch begeleidingskader, kunnen in vier stappen ingedeeld worden (Gabler en Ruoff, 1979): 1) Het vaststellen van kenmerken van talenten: welke eigenschappen worden van belang geacht om als talent aangeduid te worden? 2) Het opsporen van getalenteerde: een procedure ontwikkelen om de talenten ook daadwerkelijk te ontdekken. 3) Het daadwerkelijk selecteren van getalenteerde: hier vindt een schifting plaats van de grotere groep naar een kleinere trainingsgroep. 4) Het begunstigen van talenten: de groep getalenteerde krijgt extra aandacht in de vorm van (meer en betere) training, (meer en betere) begeleiding, (meer) mogelijkheden tot het vergelijken van de prestatie op nationaal en/of internationaal niveau. Deze vier stappen beperken zich tot de momenten die voorafgaan aan de fase van topsporter. De eerste drie stappen kunnen we groeperen als de taken die dienen ingevuld te worden op het vlak van de talentdetectie. De vierde stap heeft betrekking op de talentontwikkeling. Tijdens deze periode vallen reeds een heel deel jonge talenten uit de boot. Slechts een klein aantal haalt uiteindelijk de top: de fase van topsporter zijn. Fase 1: Talentdetectie Het doel van een goed talentdetectiesysteem bestaat erin zo veel mogelijk van de prestaties te voorspellen (Australian Institute of Sport, 2003). Er kunnen twee systemen van talentherkenning onderscheiden worden (Borms, 1990): systeemgerelateerde modellen waarbij een atleet wordt geselecteerd door private of staatsorganen omwille van zijn inherente fysieke en mentale capaciteiten voor een bepaalde sport. Het nadeel hierbij is dat de selectie eerder berust op een toevallige keuze van sporters voor een bepaalde sporttak; de natuurlijke selectie of ontwikkeling (persoongebaseerde) waarbij de atleet begint met een sport om welke reden ook en dan geselecteerd wordt door identificatie van de coach of de sportorganisatie. Dit laatste wordt in de meeste Europese landen gebruikt, terwijl het eerste systeem kenmerkend was voor het Oost-Duitse systeem. Er kan vastgesteld worden dat in Nederland een meer gestructureerd systeem voor talentidentificatie en ontwikkeling wordt gehanteerd. Dit geven de federaties zelf aan. In Vlaanderen geeft meer dan de helft van de federaties (62%) aan te laat te starten met het opsporen van talent. Bovendien wordt 27% van de getalenteerde jongeren bij toeval ontdekt en wordt een vierde van de talenten niet bereikt met het huidige talentidentificatiesysteem. Fase 2: Talentontwikkeling De periode van de talentontwikkeling kan omschreven worden als een periode waarin het talent al dan niet extra aandacht krijgt om zijn hoogbegaafdheid te ontwikkelen (van Rossum, 1992). In onderzoek werd geconstateerd, dat als vuistregel kan worden gehanteerd dat er ruwweg 8 tot 10 jaar en trainingsuren nodig zijn om een expert te worden in de sport (Bloom, 1985; Gimbel, 1976; Starkes, 2000). Deze langdurende periode uit de topsportloopbaan van een jonge atleet kent verschillende deelfasen. Bloom (1985) spreekt van de kennismakingsfase, de ontwikkelingsfase en de perfectiefase. Wylleman, De Knop & Sillen (1998) voegen hier de discontinueringsfase aan toe. Vanuit het perspectief van talentontwikkeling en begeleiding groeit er een duidelijke noodzaak om aandacht te besteden aan de overlappingen die zich tussen de schoolse en sportieve carrière van jonge talentvolle sporters voordoen (De Knop & Wylleman, 2000). Nederlandse atleten kunnen als jeugdig talent significant vaker (p<.01) beroep doen op extra aandacht vanuit hun federatie. In beide landen zijn de coaches echter van mening dat zij de aankomende talenten onvoldoende extra aandacht kunnen bieden. In Nederland deelt 78% van de toptrainers deze mening, in Vlaanderen 62%. Volgens de Vlaamse trainers krijgen talenten als ze gemiddeld 13 jaar zijn voor het eerst extra aandacht of

8

9 [ ONDERZOEK ] 23 voorzieningen. Dit is niet significant verschillend van de situatie in Nederland, waar de gemiddelde leeftijd 14 jaar bedraagt. 37% van de Vlaamse toptrainers vindt dit te laat, tegenover 28% in Nederland. In de fase van talentontwikkeling kunnen jonge Nederlandse talenten sinds 1992 terecht in 20 regionale LOOT-scholen voor de combinatie van hun studies met hun topsportcarrière. Vlaamse student-topsportatleten kunnen sinds 1998 terecht in acht gecentraliseerde topsportscholen. In tegenstelling tot hun Nederlandse collega s kunnen Vlaamse atleten sinds 2003 ook op het niveau van het hoger onderwijs rekenen op ondersteuning. Wel kunnen talenten in Nederland voor ondersteuning terecht bij verschillende Olympische steunpunten. Fase 3: Topsporter zijn : de feitelijke topsportcarrière Dit is de fase waarin de atleet het hoogste niveau of topniveau van de competitie bereikt, gemiddeld rond de leeftijd van jaar (Wylleman, De Knop & Sillen, 1998). Naar beleidsondersteuning dient een onderscheid gemaakt te worden tussen atleten die met hun sport voldoende geld verdienen om ervan te leven en atleten die zelfs op het hoogste niveau onvoldoende verdienen om professioneel met hun sport bezig te zijn. Zowel in Vlaanderen als in Nederland is de individuele leefsituatie van de topsporters het onderdeel van het topsportklimaat dat het meest in aanmerking komt voor verbetering. Uit onderstaande figuur blijkt dat de Nederlandse topsporters een significant hoger totaal bruto-jaarinkomen hebben. Figuur 4: Percentage topsporters naar hun totaal brutoinkomen Wanneer we enkel kijken naar het bruto-inkomen uit topsportactiviteiten, stellen we vast dat dit bij de Nederlandse topsporters opnieuw significant hoger ligt (figuur 5). Figuur 5: Percentage topsporters naar hun totaal brutoinkomen uit topsportactiviteiten In Vlaanderen hebben significant (p<.01) minder topsporters (33%) andere inkomstenbronnen naast hun topsportactiviteiten dan in Nederland (62%). De totale inkomsten blijken te correleren met het aantal trainingsuren. Atleten met aanvullend werk kunnen minder trainen. Aangezien in Nederland meer topsporters inkomsten verwerven uit andere activiteiten, zou dit kunnen betekenen dat de Nederlandse atleten minder kunnen trainen. Onderstaande tabel (3) geeft aan op welke vormen van ondersteuning de Vlaamse en Nederlandse atleten een beroep kunnen doen. In Nederland kunnen meer atleten beroep doen op een inkomen en vergoedingen van de overheid of andere instellingen. Het loon voor atleten vanuit het BLOSO (tewerkstellingscontract sinds 1995) ligt echter in Vlaanderen hoger dan in Nederland vanuit NOC*NSF (stipendium sinds 1992). Wat de uitgaven betreft, spenderen de Nederlandse atleten significant meer aan hun sport dan de Vlaamse atleten (respectievelijk gemiddeld en 6.573). Tabel 3: Ondersteuning van Vlaamse en Nederlandse atleten Ondersteuning Vlaanderen Nederland (N=130) (N=397) Lonen: tewerkstellingsstatuut/stipendium* 16% 32% Financiële vergoedingen* 72% 95% Onbetaald verlof 5% 10% Wagen 30% 26% Fiscaal/juridisch advies* 13% 25% * p<.01

10 [ ONDERZOEK ] 25 Fase 4: Het einde van de topsportcarrière De keuze die sporters maken om professioneel met hun sport bezig te zijn, hypothekeert dikwijls de loopbaan na de sport. Het einde van de topsportcarrière wordt vaak negatief of zelfs traumatisch ervaren (Wylleman, De Knop, Menkehorst et al., 1993). De meeste atleten zijn onvoldoende voorbereid op hun leven na de sport. (Anderson & Morris, 2000). Na hun topsportcarrière bestaat er in Vlaanderen geen enkele vorm van begeleiding of planning. In Nederland bestaat er wel consultancy om de atleten te begeleiden met hun na-carrière, via individuele begeleiders voor A- sporters en via de Olympische Steunpunten voor B-sporters. PIJLER 5: TOPSPORTFACILITEITEN EN INFRASTRUCTUUR In een studie van Duffy et al. (2001) werd het tekort aan toegang tot geschikte trainingsfaciliteiten, de lage kwaliteit van het materiaal en de toestellen door de topsporters vernoemd als tweede belangrijkste belemmerende factor in hun weg naar succes. De aanwezigheid van topsportinfrastructuur is direct gerelateerd aan het budget dat een land spendeert aan topsport. Uit financiële overwegingen wordt topsportinfrastructuur vaak ook voor andere doeleinden gebruikt (Vervoorn, 2002). Er heerst een spanning tussen de beschikbaarheid van de sportaccommodaties voor recreatieve sportbeoefening en de topsport, waardoor topsporters niet kunnen trainen op de voor hen meest gunstige momenten. Naast topsportinfrastructuur zijn ook de voorzieningen voor breedtesport belangrijk. Beide landen hebben een vergelijkbaar aantal sportaccommodaties. In Nederland bestaat wel een duidelijke definitie van wat een topsportaccommodatie is. Het NOC*NSF erkent en ondersteunt één topsportaccommodatie (A-accommodatie) per sporttak. Gemiddeld worden zowel in Vlaanderen als in Nederland de training - en wedstrijdaccommodaties als redelijk tot goed beoordeeld. Er zijn geen significante verschillen waar te nemen. PIJLER 6: DE KADERVORMING, KWALITEITSVOLLE OPLEIDING VAN TRAINERS EN COACHES Het belang van goede trainers is niet enkel elementair voor topatleten, maar is des te belangrijker tijdens de fase van de talentontwikkeling. Hoewel in de clubs de basis van de instroom van talenten gelegd wordt en de kwaliteit bijgevolg des te belangrijker is, zijn er slechts een aantal landen waar een trainersdiploma verplicht is. In veel landen is het niet mogelijk om een fulltime job als trainer uit te voeren. Goede toekomstige trainers gaan verloren, omdat ze gedwongen worden om hun interesses in andere domeinen te manifesteren (Clumpner, 1994). De rechtstreekse relatie tussen een goede kadervorming en internationaal succes is niet gekend. Veel landen kopen namelijk wereldexperts en coaches om nationale teams te leiden (Oakley en Green, 2001). Zowel in Vlaanderen als in Nederland zijn de coaches van oordeel dat het beroep van toptrainer onvoldoende erkend wordt (51% in Nederland en 72% in Vlaanderen). Om het statuut van de topsporters te verbeteren, werden in Vlaanderen reeds een aantal initiatieven genomen. De toptrainers bleven voorlopig nog in de kou staan. Ook aan hun positie dient meer aandacht besteed te worden opdat zij de topsporters optimaal zouden kunnen begeleiden. In Nederland werd sinds 1998 reeds een beleid ontwikkeld om de arbeidsvoorwaarden van het topkader te verbeteren, maar de situatie is nog verre van optimaal. Nederlandse coaches hebben significant meer ervaring als voormalig atleet en Vlaamse coaches zijn vaker in het bezit van een diploma erkend door de federatie. In Nederland kunnen de trainers rekenen op een beter statuut dan in Vlaanderen. 61% van de bevraagde toptrainers wordt in Nederland tewerkgesteld door de federaties, in Vlaanderen is dit slechts 35%. Bovendien hebben drie op vier Nederlandse coaches een schriftelijk arbeidscontract afgesloten, in Vlaanderen heeft slechts één derde van de trainers dit gedaan. Drie op vier Vlaamse trainers die niet in dienst zijn van een federatie hebben geen schriftelijk arbeidscontract. In Nederland zijn dit er significant minder, namelijk één op drie (38%). Een gebrek aan sociale zekerheid is de voornaamste reden waarom coaches in Vlaanderen dit beroep niet professioneel kunnen uitoefenen. Toptrainers verdienen meer met sport in Nederland dan in Vlaanderen (respectievelijk en ), maar zij geven ook meer uit (respectievelijk en 1.900). Het opleidingssysteem verschilt tussen beide landen. Vlaanderen kent met de opleidingen van de Vlaamse Trainersschool (BLOSO) een gecentraliseerd systeem. In Nederland daarentegen is de trainersopleiding in handen van de federaties en gebeurt bijgevolg gedecentraliseerd. De trainersopleiding gebeurt in Vlaanderen in samenwerking met de universiteiten. Een grote leemte in de Vlaamse trainersopleiding is dat er geen opleiding voor het niveau van topcoach bestaat. Nederlandse coaches kunnen met de Master Coach in Sport wel een opleiding van dit niveau volgen. Ook wat bijscholingen en andere services betreft, is er in Vlaanderen een gebrek aan aanbod. In Nederland kunnen coaches veel meer beroep doen op diverse voorzieningen: expertise centrum, TECnet (informatievoorziening via internet), Nationaal Coaches Platform,

11

12 [ ONDERZOEK ] 27 PIJLER 7: (INTER)NATIONALE COMPETITIE EN DE ORGANISATIE VAN SPORTEVENEMENTEN Competitie is een belangrijke factor in de ontwikkeling van atleten (Crespo, Miley & Couraud, 2001). Deze moet hen toelaten zich te meten met anderen, individueel of in ploeg. De organisatie van internationale evenementen in eigen land blijkt een succesbepalende factor te zijn. Gemiddeld oordeelt iets minder dan de helft van de Vlaamse en Nederlandse topsporters, toptrainers en topsportcoördinatoren dat topsporters onvoldoende kunnen deelnemen aan internationale wedstrijden. De Vlaamse en Nederlandse topsporters nemen gemiddeld aan eenzelfde aantal internationale wedstrijden deel, met name negen. Wat de organisatie van topsportevenementen in eigen land betreft, vindt een significant groter aantal Vlaamse topsporters dat er onvoldoende evenementen worden georganiseerd in eigen land. CONCLUSIE Hoewel Nederland en België sterk vergelijkbaar zijn wat betreft populatie, bruto binnenlands product en cultuur, telt Nederland tien keer meer topsporters en zijn onze Noorderburen ook veel succesvoller wat topsport betreft. Dit succes start reeds bij de ambitie: terwijl België nauwelijks ambitie vertoont, wil Nederland tot de tien beste landen ter wereld behoren. Het beleid wordt erop afgestemd om deze doelstelling te kunnen ambiëren. De analyse van het topsportklimaat toont aan dat betere trainingsmogelijkheden en een verbetering van de financiële situatie en de sociale zekerheid de meeste invloed hebben op de wereldranglijstpositie van de topsporters. In beide landen vormt de individuele leefsituatie van topsporters het grootste knelpunt. Terwijl het Vlaamse topsportbeleid omwille van de complexe Belgische staatsstructuur gekenmerkt wordt door versnippering, wordt in Nederland een meer efficiënt en meer professioneel beleid gevoerd. Over het algemeen stellen we vast dat Nederland eerder startte met ondersteuning en begeleiding van topsporters en ook meer initiatieven nam. Om dit ambitieus topsportbeleid uit te voeren kan Nederland op een budget voor topsport rekenen dat ruim drie keer zo hoog is als in Vlaanderen: 25 miljoen Euro in Nederland tegenover 8 miljoen Euro in Vlaanderen (in 2000). Per capita is dit ongeveer 10% hoger in Nederland. Vlaanderen besteedde in 2002 slechts 6,7% van het totale sportbudget (BLOSO) aan topsport. In Nederland is dit 29%. In Nederland kunnen de bonden veel meer rekenen op inhoudelijke ondersteuning en begeleiding vanwege NOC*NSF. In de beleidsnota Sport (Anciaux, 2004) werd werk gemaakt van deze begeleiding zodat ook Vlaamse federaties in de toekomst zullen kunnen rekenen op begeleiding en ondersteuning op vlak van talentdetectie - en ontwikkeling, trainingstechnische begeleiding, (para)medische en mentale begeleiding, In Vlaanderen kregen de federaties tot op heden weinig of geen begeleiding in talentdetectie. In Nederland gebeurt sinds 1995 de talentdetectie op een meer gestructureerde wijze met het project talentherkenning en ontwikkeling van NOC*NSF. In beide landen ontbreekt het de federaties aan gestructureerde programma s, maar in Nederland heeft NOC*NSF besloten een ondersteunende rol te spelen. Op vlak van de combinatie topsport en studie moet het Vlaamse systeem echter niet onderdoen voor de LOOT-scholen. De Vlaamse topsportscholen kiezen voor centralisatie per sporttak, de Nederlandse voor regionale spreiding. De trainersopleiding is in Vlaanderen gecentraliseerd in de Vlaamse Trainersschool (VTS) van het BLOSO. In Nederland worden de opleidingen aangeboden door de CIOS-vestigingen en de bonden zelf. In Vlaanderen worden de federaties door deze samenwerking met de VTS ontlast van een groot aantal administratieve en coördinerende taken in de trainersopleiding. Via de MasterCoach in Sports wordt de deskundigheidsbevordering van de topsportcoaches verzekerd. In Vlaanderen bestaat er geen echte toptrainersopleiding. Terwijl de Vlaamse trainers slechts beperkt beroep kunnen doen op voorzieningen, kunnen Nederlandse toptrainers via het NOC*NSF van diverse voorzieningen gebruik maken: deskundigheidsbevordering, sporttechnische advisering, informatie-uitwisseling en bijscholingen. Er zijn de laatste vijf jaar grote bijkomende investeringen gebeurd in het topsportbeleid in Vlaanderen, alsook heel wat structurele veranderingen (stuurgroep topsport, departement topsport BLOSO, nieuwe decreet op de sportfederaties). Dit was nodig: Vlaanderen heeft in de eerste plaats een grote achterstand in te halen. Ook het recent goedgekeurde BLOSO-actieplan (2004), waarop voor topsport de vernoemde beleidsnota Sport van de Vlaamse Regering gebaseerd is, is een hele stap vooruit in het Vlaams topsportbeleid. De vergelijkende studie van het topsportbeleid en klimaat in Vlaanderen en Nederland geeft inzicht in een aantal belangrijke gelijkenissen en verschilpunten tussen beide landen. Deze studie met twee landen, wordt in 2005 uitgebreid naar 6 landen: Vlaanderen & Wallonië, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Canada, Noorwegen, Italië. De bedoeling is te achterhalen welke beleidsfactoren een grootste invloed uitoefenen op internationaal succes, zodat het Vlaams topsport-

13

14 [ ONDERZOEK ] 29 beleid duidelijkere prioriteiten kan leggen. Aldus beoogt deze benchmarkstudie te leren van andere, beter presterende landen. Paul De Knop Veerle De Bosscher Sylvie Leblicq Vrije Universiteit Brussel Maarten van Bottenburg Bas Rijnen Mulier Instituut Trefwoord(en): onderzoek, topsport, beleid, Vlaanderen, Nederland REFERENTIES Anderson, D., Morris, T. (2000). Athlete lifestyle programs. In D. Lavallee, &P. Wylleman, (Eds.) Career transitions in sport: International perspectives. Morgantown, WV: FIT., Australian Institute of Sport (2003). The national talent search program. Available at : [online document assessed 15 January 03]. Bloom, B.S. (1985). Developing talent in young people. New York: Balantine. Heer, de W. (2000). Sportbeleidsontwikkeling De Haarlem: De Vrieseborch Fisher, R.J., & Borms, J. (1990). The search for sporting excellence. Sport Science Studies, 3, 5-89 Clumpner, R.A. (1994). 21ste century success in international competition. In R. Wilcox (Ed.), Sport in the global village (pp ). Fitness Information Technology, Morgantown, WV: FIT. Crespo, M., Miley, D.,& Couraud, F. (2001-). An overall vision of player development. In M. Crespo, M. Reid, & D. Miley (Eds). Tennis Player Development, (pp.13-18). ITF LTd: London. De Bosscher V., van Bottenburg, M., Leblicq S., De Knop P. (2004). Why the Netherlands are successful and Belgium is not? A comparison of the elite sports climate and policies. Proceedings of the 12th Congress of the European Association for Sport Management, Ghent, De Knop, P., & De Bosscher, V. (2002). Succesbepalende factoren in topsport: vergelijkende voorstudie tussen Vlaanderen en Nederland. [Factors determining international success in elite sports: a preliminary international study between Flanders and the Netherlands] Geneeskunde en Sport, 35, 5, De Knop, P., Laporte, W., Van Meerbeek, R., De Martelaer, K., Impens, G., & Roelandt, F. (1991). Fysieke fitheid en sportbeoefening van de Vlaamse jeugd. Volumen 2: Analyse van de georganiseerde sport in Vlaanderen. [Fysical fitness and sports participation by Flemish youth. Analysis of organised sport in Flanders] Brussels: BLOSO/IOS. De Knop, P., Van Aken, I. & De Smedt, E. (2001). Visie op een toekomstig Vlaams topsportbeleid: Op weg naar een nieuwe topsportcultuur. Vlaams Overlegplatform Topsport. De Knop, P., Wylleman, P (2000). De combinatie van studie en topsport in een maatschappelijke, organisatorische en onderzoekscontext. Nieuw Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel, 13, 2, Duffy, P. (2000). Report on study visit to Australia, September National Coaching and Training Centre: Ireland Available at: oc Grimbel, B. (1976). Possibilities and problems in sports talent detection research. Leistungssport, 6, Ministerie van VWS (2003a). Toelichting van het subsidiebeleid van VWS. 13/11/2003, Den Haag. Ministerie van VWS (2003b). Geldstromen in de sport. 20/04/2004, Den Haag. ( NOC*NSF (2001a). Topsport bedrijven. Programma voor prestaties. Beleidsplan Arnhem: NOC*NSF Topsport. NOC*NSF (2001b). Verslag van de Algemene vergadering NOC*NSF, 20 november 2001 Oakley B., & Green, M. (2001). The production of Olympic champions: international perspectives on elite sport development system. European Journal for Sport Management, 8, SIRC (2002). European Sporting Success. A Study of the Development of Medal Winning Elites in Five European Countries. Sports Industry Research Centre, Sheffield Hallam University. Starkes, J. (2000). The road to expertise: is practice the only determinant? International Journal of Sport Psychology, 31, 4, van Rossum, J.H.A. (1992). Talent-ontwikkeling: loopbaan en kenmerken van topsporters : een onderzoek bij de Nederlandse selecties van vier olympische takken van sport [Talent development: career and characteristics of elite athletes: a research to Dutch selections in four Olympic sports disciplines]. Arhnem: NSF. Wylleman, P., De Knop, P., Menkehorst, H., Theeboom, M., & Annerel, J. (1993). Career termination and social integration among elite athletes. In S. Serpa, J. Alves, V. Ferreira, P. Brito (Eds.), Proceedings of the VIII World Congress of Sport Psychology, Lissabon, Portugal: Internationaal Society of Sport Psychology, 104. Wylleman, P., De Knop, P., & Sillen, D. (1998). Former Olympic athletes perceptions of retirement from high-level sport. Presentation during the 28e Congress of the International Association of Applied Psychology. San Francisco, US, IAAP-APA,

Waarom is Nederland succesvol in topsport en Vlaanderen niet?

Waarom is Nederland succesvol in topsport en Vlaanderen niet? Waarom is Nederland succesvol in topsport en Vlaanderen niet? Paul De Knop, Veerle De Bosscher, Sylvie Leblicq, Vrije Universiteit Brussel, dept. SBMA Maarten van Bottenburg, Bas Rijnen Mulier Insituut

Nadere informatie

Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen

Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen Onderzoek naar het topsportklimaat in Vlaanderen Is in Vlaanderen een klimaat aanwezig voor topsporters om goed te presteren? Met welke omgevingsfactoren hebben topsporters te maken en in hoeverre kunnen

Nadere informatie

5/18/2011. Inhoud. Nationale sportfederaties. Bepalen van prestatiebepalende beleidsfactoren op sporttakspecifiek niveau, met atletiek als case study

5/18/2011. Inhoud. Nationale sportfederaties. Bepalen van prestatiebepalende beleidsfactoren op sporttakspecifiek niveau, met atletiek als case study Inhoud Ontwikkeling van een model om landen te benchmarken op sporttakspecifiek niveau: atletiek als case study 2008 2011 Jasper Truyens, Prof. Dr. Veerle De Bosscher Vakgroep Sportbeleid en Management

Nadere informatie

4-meting Topsportklimaat Factsheet Topsportfase

4-meting Topsportklimaat Factsheet Topsportfase 1/7 Topsportklimaat: 'De beïnvloedbare maatschappelijke en sportorganisatorische omgeving waarin sporters zich tot topsporters kunnen ontwikkelen en prestaties kunnen leveren op het hoogste niveau in hun

Nadere informatie

Informatie aan de pers

Informatie aan de pers DIENST INTERNE EN EXTERNE COMMUNICATIE Raf VAN DYCK Persdienst Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2-1050 Brussel Tel. +32 (0)2 629 21 37 - Fax. +32 (0)2 629 12 10 rvdyck@vub.ac.be - www.vub.ac.be Informatie

Nadere informatie

1. Analyse van snelheid en paskarakteristieken bij Vlaamse elitesprinters in verschillende leeftijdscategorieën 21

1. Analyse van snelheid en paskarakteristieken bij Vlaamse elitesprinters in verschillende leeftijdscategorieën 21 Inhoud Lijst van tabellen en figuren 11 Woord vooraf 19 1. Analyse van snelheid en paskarakteristieken bij Vlaamse elitesprinters in verschillende leeftijdscategorieën 21 Sofie Debaere, Ilse Jonkers en

Nadere informatie

TRENDS IN HET VLAAMS TOPSPORTKLIMAAT EVALUATIE VOLGENS TOPSPORTERS, TRAINERS EN TOPSPORTCOÖRDINATOREN: 2-METING (2003-2007-2011)

TRENDS IN HET VLAAMS TOPSPORTKLIMAAT EVALUATIE VOLGENS TOPSPORTERS, TRAINERS EN TOPSPORTCOÖRDINATOREN: 2-METING (2003-2007-2011) TRENDS IN HET VLAAMS TOPSPORTKLIMAAT EVALUATIE VOLGENS TOPSPORTERS, TRAINERS EN TOPSPORTCOÖRDINATOREN: 2-METING (2003-2007-2011) Veerle De Bosscher en Stephanie De Croock Colofon Trends in het Vlaams topsportklimaat

Nadere informatie

Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties

Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties Toelichting over de weg die een beloftevolle jongere aflegt op weg naar de top. Leuven, 15/03/2008 Topsportactieplan 2016 Hfdst. 8 Begeleiding en ondersteuning van de topsportfederaties Algemeen beeld

Nadere informatie

4-meting Topsportklimaat Factsheet Methode

4-meting Topsportklimaat Factsheet Methode 1/5 Topsportklimaat: 'De beïnvloedbare maatschappelijke en sportorganisatorische omgeving waarin sporters zich tot topsporters kunnen ontwikkelen en prestaties kunnen leveren op het hoogste niveau in hun

Nadere informatie

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum HET WATERPOLO OPLEIDINGSCENTRUM: DE OPLEIDING TOT TOPSPORTER Het Waterpolo Opleidingscentrum (WOC) streeft er naar spelers en speelsters in

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

4-meting Topsportklimaat Factsheet Investeringen, prestaties & waardering

4-meting Topsportklimaat Factsheet Investeringen, prestaties & waardering 1/5 Topsportklimaat: 'De beïnvloedbare maatschappelijke en sportorganisatorische omgeving waarin sporters zich tot topsporters kunnen ontwikkelen en prestaties kunnen leveren op het hoogste niveau in hun

Nadere informatie

Topsporter bij Defensie

Topsporter bij Defensie Topsporter bij Defensie Atleten ondersteunen bij hun jacht op die felbegeerde medailles en hen een professionele omkadering bieden, dat is wat Defensie voor ogen heeft. Maar... hoe gaat dat precies in

Nadere informatie

Chief Executive Officer (CEO) - Belgian Deaf Sport Committee

Chief Executive Officer (CEO) - Belgian Deaf Sport Committee Nieuwe structuur 2018 Chief Executive Officer (CEO) - Belgian Deaf Sport Committee (huidige functie van Coordinator) Als CEO van de vzw, rapporteert u direct aan de Raad van Bestuur van de Uw primaire

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de prestatiebepalende factoren in het paardrijden: een benchmarkstudie tussen Vlaanderen en Nederland

Een exploratieve studie naar de prestatiebepalende factoren in het paardrijden: een benchmarkstudie tussen Vlaanderen en Nederland Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Een exploratieve studie naar de prestatiebepalende factoren in het paardrijden: een benchmarkstudie tussen Vlaanderen en

Nadere informatie

Wat is Topsport Golf?

Wat is Topsport Golf? Wat is Topsport Golf? VVG in relatie tot de andere actoren Profliga Amateur jeugdopleiding Amateurs Belgian team KBGF VVG PGA VVG T O P S P O R T TOPSPORTSTRUCTUUR VVG Structuur Topsportbeleid VVG RAAD

Nadere informatie

De rol van het Topsportplatform = klankbord voor KU Leuven en Stad Leuven op vlak van topsport:

De rol van het Topsportplatform = klankbord voor KU Leuven en Stad Leuven op vlak van topsport: TOPSPORTPLATFORM ATLETEN: SPONSORREGLEMENT De Stad Leuven en KU Leuven ondertekenen het topsportcharter 2011-2020 en wensen samen te werken aan een topsportbeleid. Beide partners engageren zich om hun

Nadere informatie

NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS

NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS NETHERLANDS FROM THE STREETS TO THE OLYMPICS ALGEMEEN Historie 3x3 Officiële discipline sinds 2011 WK sinds 2012 / EK sinds 2014 Olympische Spelen in 2020 Visie FIBA 3x3 Medaille kansen voor kleine basketball

Nadere informatie

Topsporttakkenlijst

Topsporttakkenlijst Topsporttakkenlijst 2017-2020 Unaniem advies van de Stuurgroep Topsport, na beraadslaging op 16 november 2016 Inhoudsopgave Wettelijke basis... 3 Objectief van de Vlaamse topsporttakkenlijst... 3 Vastlegging

Nadere informatie

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Carrièrebegeleiding

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Carrièrebegeleiding Vlaamse Vereniging voor Golf VVG GolfVlaanderen.be slagkrachtig & doelgericht VVG Junior Golf Carrièrebegeleiding INLEIDING Wat na de Topsportschool? 18+ programma INHOUD Eens de speler de leeftijd van

Nadere informatie

Coach Information Supply

Coach Information Supply Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Information Supply AUTEUR VERTALING INSTITUUT PROF. DR. MANFRED MUCKENHAUPT PUT KOEN Katholieke Universiteit Leuven,

Nadere informatie

Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding School, Academy en University

Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding School, Academy en University Agendapunt 7 Structuur Talentencentra Inleiding Reeds sinds 1993 voert de Nederlandse Badminton Bond een actief beleid om Talenten tijdig te ontdekken en regionaal en centraal op te leiden tot Topspeler.

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het topsportklimaat in Vlaanderen

Ontwikkelingen in het topsportklimaat in Vlaanderen Ontwikkelingen in het topsportklimaat in Vlaanderen Verslag van de 1-meting (2007) en vergelijking met de 0-meting (2003) van het topsportklimaat in Vlaanderen Projectleiding: Dr. Veerle De Bosscher, Prof

Nadere informatie

Evaluatie van de. De perceptie van de topsporters. in Vlaanderen

Evaluatie van de. De perceptie van de topsporters. in Vlaanderen Evaluatie van de Prof. Dr. Veerle De Bosscher Sportbeleid en Management - Vrije Universiteit Brussel topsportscholen in Vlaanderen Stephanie De Croock Onderzoeker/Doctoraatsstudent Vrije Universiteit Brussel

Nadere informatie

Veerle De Bosscher, Maarten van Bottenburg. Wat maakt landen succesvol in topsportbeleid? Een internationale vergelijking in 15 landen

Veerle De Bosscher, Maarten van Bottenburg. Wat maakt landen succesvol in topsportbeleid? Een internationale vergelijking in 15 landen Veerle De Bosscher, Maarten van Bottenburg Wat maakt landen succesvol in topsportbeleid? Een internationale vergelijking in 15 landen Prestatiebepalende factoren van topsport + = + > 50% Prestatiebepalende

Nadere informatie

1. Kan de minister een overzicht bezorgen van het aantal uitgereikte diploma s door de Vlaamse Trainersschool, per jaar sinds 2003 tot op heden?

1. Kan de minister een overzicht bezorgen van het aantal uitgereikte diploma s door de Vlaamse Trainersschool, per jaar sinds 2003 tot op heden? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 96 van PETER WOUTERS datum: 5 november 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Sportclubs - Gekwalificeerde trainers Eén van de meest elementaire

Nadere informatie

Today's talented youth field hockey players, the stars of tomorrow? Gemser, Marije

Today's talented youth field hockey players, the stars of tomorrow? Gemser, Marije University of Groningen Today's talented youth field hockey players, the stars of tomorrow? Gemser, Marije IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière Anders dan Natalia Stambulova, volgens wie er zes keerpunten zijn die een sportcarrière kunnen maken of breken, is sportpsycholoog Frits Avis

Nadere informatie

Infofiches opleidingen voorjaar 2012

Infofiches opleidingen voorjaar 2012 Infofiches opleidingen voorjaar 2012 1. Alcohol en drugspreventie Iedereen is begaan met de problemen die voortvloeien uit middelengebruik. Als sportclub kan je ook met gebruik en/of misbruik van alcohol

Nadere informatie

Continu beleidsondersteunend onderzoek

Continu beleidsondersteunend onderzoek Continu beleidsondersteunend onderzoek De effectiviteit van de topsportscholen in Vlaanderen: een vergelijking van het loopbaantraject van topsporters al dan niet in een context van een topsportschool

Nadere informatie

Subsidiereglement voor sportverenigingen van fysiek actieve sporten en sportieve vrijetijdsbesteding

Subsidiereglement voor sportverenigingen van fysiek actieve sporten en sportieve vrijetijdsbesteding Subsidiereglement voor sportverenigingen van fysiek actieve sporten en sportieve vrijetijdsbesteding I. Algemene voorwaarden Art. 1: Met het reglement subsidiëring sportverenigingen wil het stadsbestuur

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE

HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE Gemeente Wevelgem Sportbeleidsplan 2008-2013 HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE Met de Steun van de Vlaamse Gemeenschap 1 5.1. Inleiding Naast de beleidssubsidie voorziet de Vlaamse overheid vanaf een impulssubsidie

Nadere informatie

Ronde Tafel Vlaamse sportfederaties 2020. Verslagen thematafels

Ronde Tafel Vlaamse sportfederaties 2020. Verslagen thematafels Ronde Tafel Vlaamse sportfederaties 2020 op 3 december 2013 Verslagen thematafels Thema 2: Wat zijn in 2020 de kerntaken van een sportfederatie? Moderator: Koen HOEYBERGHS Verslaggever: Chris MASSEZ 1.

Nadere informatie

12 Topsportbeleid in relatie tot prestaties

12 Topsportbeleid in relatie tot prestaties 12 Topsportbeleid in relatie tot prestaties Bake Dijk (uu), Veerle de Bosscher (vub) en Maarten van Bottenburg (uu) In dit hoofdstuk zijn de volgende kernindicatoren uitgewerkt: kernindicator definitie

Nadere informatie

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Regionale trainingen

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Regionale trainingen Vlaamse Vereniging voor Golf VVG GolfVlaanderen.be slagkrachtig & doelgericht VVG Junior Golf Regionale trainingen INLEIDING Regionale trainingen INHOUD INLEIDING p3 Naast de clubtrainingen is het de taak

Nadere informatie

vergadering C18 zittingsjaar 2014-2015 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

vergadering C18 zittingsjaar 2014-2015 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vergadering C18 zittingsjaar 2014-2015 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 9 oktober 2014 6 Commissievergadering nr. C18 (2014-2015) 9 oktober 2014 VRAAG

Nadere informatie

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar 2012 2013

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar 2012 2013 Selectiecriteria & Selectieprocedures Vlaamse Volleybalschool Schooljaar 2012 2013 Bepaling van de beginsituatie De leerlingen worden geselecteerd uit de provinciale en landelijke jeugdselecties. Atleten

Nadere informatie

van schaatstalent tot wereldtopper

van schaatstalent tot wereldtopper Doorstroming naar de top: van schaatstalent tot wereldtopper Den Haag, 30 oktober 2010 Wie? Bewegingswetenschappen Trainer/coach (ST5) Huidige functie: KNSB projectmanager Jeroen van der Lee Wat is talent?

Nadere informatie

Sportopleidingen in Internationaal perspectief

Sportopleidingen in Internationaal perspectief Sportopleidingen in Internationaal perspectief Platform kader Den Haag, 29 maart 2010 Danny Meuken Jan Minkhorst 967 LONDEN DAGEN Het internationale Speelveld GAISF IOC VN (UNESCO) Internationale Sportfederaties

Nadere informatie

Studiedag Topsportbeleid en topsportklimaat in de lage landen

Studiedag Topsportbeleid en topsportklimaat in de lage landen Een initiatief van Studiedag Topsportbeleid en topsportklimaat in de lage landen Stand van zaken, overeenkomsten en verschillen tussen Vlaanderen en Nederland toegelicht! Woensdag 25 juni 2008 Recreatie-

Nadere informatie

SYMPOSIUM VVG TOPSPORTWERKING. Winge G&C.C. 11 maart 2017

SYMPOSIUM VVG TOPSPORTWERKING. Winge G&C.C. 11 maart 2017 SYMPOSIUM VVG TOPSPORTWERKING Winge G&C.C. 11 maart 2017 Overzicht Topsportwerking VVG: 2001-2017 13 OKT. 2001 - Oprichting VVG - Erkenning als recreatieve sportfederatie door Sport Vlaanderen (Bloso)

Nadere informatie

LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding. Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee

LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding. Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee LTAD model als kapstok voor talentbegeleiding Trainerscongres NLcoach, NSTV en KNSB Epe, 14 april 2012 Jeroen van der Lee Wie? Bewegingswetenschapper Programmamanager sportontwikkeling Trainer/coach (ST5)

Nadere informatie

1. Waarom is het systeem van talentherkenning in Nederland nog relatief onderontwikkeld?

1. Waarom is het systeem van talentherkenning in Nederland nog relatief onderontwikkeld? 1. Waarom is het systeem van talentherkenning in Nederland nog relatief onderontwikkeld? Door het fijnmazige systeem van ca. 29 000 sportverenigingen in ons land zal elk talent dat zich aandient als zodanig

Nadere informatie

Visie TZ&PC Proteus TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN

Visie TZ&PC Proteus TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN Visie TZ&PC Proteus 2015-2020 TWELLOSE WATERKRACHT ZWEMPLEZIER EN -PRESTATIES VOOR IEDEREEN TZ&PC PROTEUS De Twellose Zwem & Poloclub Proteus (TZ&PC Proteus) is een zwemsportvereniging in het Gelderse

Nadere informatie

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel

Nadere informatie

Actieplan voorbereiding Vlaamse topsporters op de Olympische Spelen 2016. Persconferentie woensdag 21 april 2004 Hotel Errera Brussel

Actieplan voorbereiding Vlaamse topsporters op de Olympische Spelen 2016. Persconferentie woensdag 21 april 2004 Hotel Errera Brussel Actieplan voorbereiding Vlaamse topsporters op de Olympische Spelen 2016 Persconferentie woensdag 21 april 2004 Hotel Errera Brussel Stuurgroep Topsport Paul De Knop Paul Rowe Carla Galle Albert Gryseels

Nadere informatie

Erkenning sportkwalificaties in het kader van EQF in Vlaanderen

Erkenning sportkwalificaties in het kader van EQF in Vlaanderen Erkenning sportkwalificaties in het kader van EQF in Vlaanderen Evolutie EQF (Europees Kwalificatiekader) 2008 NQF (Nationaal Kwalificatiekader) 2010 VKF (Vlaamse Kwalificaties frame) 2010 VLAAMS KWALIFICATIEAGENTSCHAP

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 1116 (2016-2017) Nr. 3 26 april 2017 (2016-2017) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en

Nadere informatie

Jaarplan Bobslee

Jaarplan Bobslee 2008-2009 01 augustus 2008 Edward Cyrus Commissaris bobslee BSBN Koen van Nol Topsportcoördinator BSBN BSBN Nederland 2008-2009 1 INHOUDSOPGAVE Pag. 1 Inleiding... 3 2 Topsportstructuur en -organisatie...

Nadere informatie

Prestatiegedrag Paul Wylleman Prestatiemanager Prestatiegedrag

Prestatiegedrag Paul Wylleman Prestatiemanager Prestatiegedrag Prestatiegedrag Paul Wylleman Prestatiemanager Prestatiegedrag Prestatiegedrag Vereisten sport Beroeps Cognitie atleet Emotie atleet Pres- Gedrag tatie- gedrag atleet atleet Vereisten niet-sport Holistisch

Nadere informatie

TOFSPORT LEUVEN TOELAGEN TOPSPORT VOOR TOPSPORTERS EN SPORTVERENIGINGEN. Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact;

TOFSPORT LEUVEN TOELAGEN TOPSPORT VOOR TOPSPORTERS EN SPORTVERENIGINGEN. Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact; TOFSPORT LEUVEN TOELAGEN TOPSPORT VOOR TOPSPORTERS EN SPORTVERENIGINGEN WETTELIJK KADER Gelet op artikel 199 en artikel 200 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende

Nadere informatie

Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven

Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven Studeren en sporten Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven Aanleiding Ambitie Nederlandse sport en overheid: - Nederland bij de Top 10 van de wereld - Nederland op Olympisch niveau in 2016 Minimaal

Nadere informatie

Inleiding. It's the difference in mental capacities that will determine who the real winners are." Sven Goran Eriksson

Inleiding. It's the difference in mental capacities that will determine who the real winners are. Sven Goran Eriksson Inleiding Eigenlijk kan je als sporter niet verliezen. Het wedstrijdresultaat staat voorop, maar er is duidelijk meer. Wie of wat bepaalt het resultaat? Talent. Conditie. Motivatie. Maar ook je mentale

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT Goedgekeurd door de gemeenteraad 19 december 2013 Sportvereniging: Adres:. Contactpersoon: KWALITEITSCRITERIA (deel 1) A. Voor de trainers die jeugdreeksen begeleiden

Nadere informatie

Welkom. Lancering 'Topsport met visie. 27 april 2014. Annemiek Langius Topsportcoördinator

Welkom. Lancering 'Topsport met visie. 27 april 2014. Annemiek Langius Topsportcoördinator Welkom Lancering 'Topsport met visie 27 april 2014 Annemiek Langius Topsportcoördinator Doelstellingen algemeen* Nederland is in 2016 een toonaangevend owhockeyland waarin ruim 750 mensen actief zijn.

Nadere informatie

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding GEMEENTERAAD: 00-00-0000 BEKENDMAKING: 00-00-0000 Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding Artikel 1. Doel Met deze subsidie wil

Nadere informatie

double pass education.

double pass education. Inschrijven double pass education. Master Class mentale ontwikkeling in jeugdvoetbal Een unieke opleiding die jou als coach in staat stelt om mentale ontwikkeling echt te integreren in je trainingen Een

Nadere informatie

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwaliteit in de Kastelse sportclubs

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwaliteit in de Kastelse sportclubs GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwaliteit in de Kastelse sportclubs I. ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie uitgekeerd aan

Nadere informatie

0-meting. Onderzoek in opdracht van het Vlaams Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media

0-meting. Onderzoek in opdracht van het Vlaams Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Algemeen besluit De effectiviteit van de topsportscholen in Vlaanderen: een vergelijking van het loopbaantraject van topsporters al dan niet in een context van een topsportschool 0-meting Onderzoek in

Nadere informatie

Vlaamse Trainersschool (VTS)

Vlaamse Trainersschool (VTS) Infosessie Vlaamse Kwalificatiestructuur 1 (VTS) Infosessie Impulssubsidies 2 Te bespreken punten Structuur en aanbod Sterktes van competentieprofielen voor Sport Welk traject werd er afgelegd Huidige

Nadere informatie

Er zijn momenteel 19 ambitieuze projecten geselecteerd. Hieronder vindt u meer informatie betreffende het project van de Vlaamse Atletiekliga.

Er zijn momenteel 19 ambitieuze projecten geselecteerd. Hieronder vindt u meer informatie betreffende het project van de Vlaamse Atletiekliga. BE-GOLD Op weg naar Olympisch succes in 2012 en 2016 Met het Be Gold project worden talentvolle jonge sporters klaargestoomd voor de Olympische Spelen van 2012/2016. De sportwereld blijft niet aan de zijlijn

Nadere informatie

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar

Selectiecriteria & Selectieprocedures. Vlaamse Volleybalschool. Schooljaar Selectiecriteria & Selectieprocedures Vlaamse Volleybalschool Schooljaar 2013 2014 1. BEPALING VAN DE BEGINSITUATIE De leerlingen worden geselecteerd uit de jeugdcompetities en de provinciale en landelijke

Nadere informatie

Vlaamse Hockey Liga vzw

Vlaamse Hockey Liga vzw Vlaamse Hockey Liga vzw Jaarverslag 2013 Voorwoord In juni 2012 hebben de Belgische hockeyclubs beslist de unitaire hockeyfederatie te splitsen en werden de Vlaamse Hockey Liga (VHL) en de Franstalige

Nadere informatie

Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder

Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder Talentontwikkeling in de vereniging Ewout Schröder Ewout Schröder Positief Enthousiast Gedreven Theoretische kaders Wat is het doel van talentontwikkeling binnen jouw vereniging? Het te allen tijde (vroeg)tijdig

Nadere informatie

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020

Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Beleid Talentontwikkeling 2012-2020 Datum: Thursday 15 December 2011 Auteur: Boudewijn van Opstal en Jeroen Spaans Inhoudsopgave Aanleiding 1. Ambitie KNRB en doel talentontwikkeling 2. Begrippen 3. Visie

Nadere informatie

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0) 1. Inleiding Het topsportconvenant heeft tot doel een solide samenwerking en wisselwerking tot stand te brengen tussen het onderwijs en de sportwereld, om op deze wijze te komen tot een doorgedreven topsportopleiding

Nadere informatie

REGLEMENT Dd 7/3/2018

REGLEMENT Dd 7/3/2018 REGLEMENT Dd 7/3/2018 INHOUDSTAFEL 1. ALGEMEEN... 3 2. RESULTATENRANKING... 3 3. EXPERTENPLATFORM... 6 4. A-KADER VAN HET TALENTENTEAM... 6 5. HIGH POTENTIALS VAN HET TALENTENTEAM... 7 6. B-KADER VAN HET

Nadere informatie

Belasting en belastbaarheid. Gerold Hoeben

Belasting en belastbaarheid. Gerold Hoeben Belasting en belastbaarheid Gerold Hoeben Vijf belangrijke feiten op een rij 1) Onderzoek laat keer op keer zien dat basisschoolkinderen minder motorisch vaardig zijn dan pakweg dertig jaar geleden

Nadere informatie

Gemeente Arendonk SUBSIDIEREGLEMENT SPORTSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN

Gemeente Arendonk SUBSIDIEREGLEMENT SPORTSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN Gemeente Arendonk SUBSIDIEREGLEMENT SPORTSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN 1 SPORTSUBSIDIE 2014-2019 Algemene bepalingen: Voor de toepassingen van dit reglement wordt verstaan onder: Trainer: sporttechnisch

Nadere informatie

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0)

Vlaamse Taekwondo Bond v.z.w. H. Van Veldekesingel 150/73 B-3500 Hasselt [M] +32 (0) [F] +32 (0) 1. Inleiding Het topsportconvenant heeft tot doel een solide samenwerking en wisselwerking tot stand te brengen tussen het onderwijs en de sportwereld, om op deze wijze te komen tot een doorgedreven topsportopleiding

Nadere informatie

EEN VERGELIJKING VAN VLAAMS EN WAALS TOPSPORTBELEID MET 15 LANDEN (SPLISS)

EEN VERGELIJKING VAN VLAAMS EN WAALS TOPSPORTBELEID MET 15 LANDEN (SPLISS) Succes in Rio 2016 Resultaat van een succesvol topsportbeleid? EEN VERGELIJKING VAN VLAAMS EN WAALS TOPSPORTBELEID MET 15 LANDEN (SPLISS) Veerle De Bosscher Vrije Universiteit Brussel, vakgroep Sport en

Nadere informatie

Versterking. Visie & plan toekomst sportverenigingen in Nederland 2012-2016. Professionalisering Positionering Samenwerking

Versterking. Visie & plan toekomst sportverenigingen in Nederland 2012-2016. Professionalisering Positionering Samenwerking Versterking Visie & plan toekomst sportverenigingen in Nederland Professionalisering Positionering Samenwerking 2012-2016 Samenleving Energie uit het hart van de samenleving Sportverenigingen Brancheorganisatie

Nadere informatie

bloed, zweet en tranen

bloed, zweet en tranen bloed, zweet en tranen en een moment van glorie 3-meting topsportklimaat in Nederland ISBN 978-90-5472-199-4 NUR 488 Auteurs Prof. dr. Maarten van Bottenburg (USBO) Bake Dijk, MA (USBO) Dr. Agnes Elling

Nadere informatie

Regionale Talentontwikkeling

Regionale Talentontwikkeling Regionale Talentontwikkeling 1 Kaders Regionale Talentontwikkeling Instroomprogramma s voor Talenten onder regie van de sportbond 1.1 Inleiding Het Masterplan Talentontwikkeling heeft voor een enorme impuls

Nadere informatie

Goed presteren in de sport en op school gaan vaak hand in hand

Goed presteren in de sport en op school gaan vaak hand in hand Jaap Breur, docent LOOT-school Goed presteren in de sport en op school gaan vaak hand in hand Sinds halverwege de jaren tachtig kunnen (aankomende) topsporters voortgezet onderwijs volgen dat is aangepast

Nadere informatie

Copyright GolfTON Juli 2016

Copyright GolfTON Juli 2016 1 Veel ouders en spelers hebben vragen over GolfTON. Hieronder een aantal vragen die aan ons gesteld zijn en die duidelijkheid kunnen verschaffen. Wanneer ben je klaar voor het professionele golf? In de

Nadere informatie

AMSTERDAM 2015-16 MASTER IN COACHING JE KAN ANDEREN PAS COACHEN ALS JE JEZELF KAN COACHEN

AMSTERDAM 2015-16 MASTER IN COACHING JE KAN ANDEREN PAS COACHEN ALS JE JEZELF KAN COACHEN AMSTERDAM 2015-16 MASTER IN COACHING JE KAN ANDEREN PAS COACHEN ALS JE JEZELF KAN COACHEN FEMKE DEKKER Voormalig roeister, driemaal actief op de Olympische Spelen Trainer Mentale Kracht bij de Politie

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

Sportief directeur explosieve disciplines

Sportief directeur explosieve disciplines Sportief directeur explosieve disciplines Taakomschrijving Beleidsontwikkeling Uitbouwen van een efficiënte en kwaliteitsvolle elitewerking. Instaan voor de adequate opvolging, ondersteuning, advies en

Nadere informatie

De rol van de coach in de ontwikkeling van prestatiegedrag

De rol van de coach in de ontwikkeling van prestatiegedrag De rol van de coach in de van prestatiegedrag Paul Wylleman Prestatiemanager Prestatiegedrag NOC*NSF Nlcoach Congres Sportpsychologie en het totale mensprincipe Prestatiegedrag Vereisten sport Psychologische

Nadere informatie

Behoefte onderzoek naar een overbruggingsen/of pensioenregeling voor topsporters

Behoefte onderzoek naar een overbruggingsen/of pensioenregeling voor topsporters Uitkomsten enquête overbruggings- en pensioenregeling Nederlandse topsporters Behoefte onderzoek naar een overbruggingsen/of pensioenregeling voor topsporters Colofon NOC*NSF Atletencommissie Juni 2014

Nadere informatie

Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen

Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen Selectiebeleid 2016 NL Team Sportklimmen Inhoudsopgave Inleiding 3 RTC 4 Uitleg proefperiode Jong Oranje 5 Jong Oranje 7 Uitleg proefperiode Nederlands Team 8 Nederlands Team 9 2 INLEIDING De ambitie van

Nadere informatie

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding Artikel. Doel Met deze subsidie wil de stad Sint-Niklaas, binnen de perken van het jaarlijks

Nadere informatie

DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR

DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR DECREET BOVENLOKALE SPORTINFRASTRUCTUUR EN TOPSPORTINFRASTRUCTUUR INFOSESSIE TOPSPORT 24 Mei 2017 Inhoud Beleidskader Voorcommunicatie Inhoud decreet Topsportinfrastructuur Volgende stappen timing Vragenronde

Nadere informatie

Technische Commissie honkbal

Technische Commissie honkbal Technische Commissie honkbal Honk- en softbalvereniging Houten Dragons Versie 21-02-2002 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave Pagina 1 Voorwoord...2 2 Inleiding...2 3 Doelstelling...2 4 Taken voor de Technische

Nadere informatie

WERKINGSVERSLAG INDIVIDUELE SPORTEN

WERKINGSVERSLAG INDIVIDUELE SPORTEN WERKINGSVERSLAG INDIVIDUELE SPORTEN 1.KWANTITEITSSUBSIDIE (30% van het te verdelen bedrag individuele- + ploegsporten) 1.1.LEDENLIJST CLUB:... Deze hebben jullie al bijgevoegd bij het formulier clubgegevens.

Nadere informatie

20 November 2010 Dorhout Mees. Kick-Off Oranje en Jong Oranje Selectie

20 November 2010 Dorhout Mees. Kick-Off Oranje en Jong Oranje Selectie 20 November 2010 Dorhout Mees Kick-Off Oranje en Jong Oranje Selectie AGENDA 1. Opening 2. Resultaten 2010 3. Focus 4. Coaching Team 5. Trainingen 2010-2011 Weektrainingen Weekendtrainingen Fysiek trainingen

Nadere informatie

Externe analyse (2008)

Externe analyse (2008) Externe analyse (2008) Trends volgens STEP: uitgeschreven 1. Sociologisch 1.1 Sociologisch: algemeen 1.1.1 Sportbeoefenaars 1.1.1.1 Aantal aangesloten leden in de sportclubs van de erkende en gesubsidieerde

Nadere informatie

Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel

Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel Nadere informatie kansrijke initiatieven sportaccommodaties Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel In het licht van Road to London 2012 zien

Nadere informatie

STATUS QUESTIONIS VLAAMS SPORTBELEID ANNO 2010 :

STATUS QUESTIONIS VLAAMS SPORTBELEID ANNO 2010 : STATUS QUESTIONIS VLAAMS SPORTBELEID ANNO 2010 : Van invaller tot kernspeler Bert Anciaux Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel 1 BELEIDSNOTA (2004-2009) 8 strategische doelstellingen 2

Nadere informatie

Vlaamse Trainersschool

Vlaamse Trainersschool Secretariaat Arenberggebouw, Arenbergstraat 5 1000 Brussel - Tel:02 209 47 21 Vlaamse Trainersschool Opleidingen Catalogus opleidingsstramienen 2019 (Onder voorbehoud van wijzigingen tijdens het cursusjaar)

Nadere informatie

Schoonspringen Amersfoort

Schoonspringen Amersfoort Schoonspringen Amersfoort 2003-2008 Vanaf september 2003 start de Springschool o.l.v. Wessel Zimmermann i.s.m. AZ&PC met een nieuw 5-jarenplan: Schoonspringen Amersfoort 2003-2008. Naar aanleiding van

Nadere informatie

Agenda. MLD praktijk Oude regels Learning agility Nieuwe regels Q&A

Agenda. MLD praktijk Oude regels Learning agility Nieuwe regels Q&A Agenda MLD praktijk Oude regels Learning agility Nieuwe regels Q&A Talent management MLD MLD is meer een samenhangend stelsel van HR-instrumenten gericht op medewerkers die management- of leiderschapsposities

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Topsportschool

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Topsportschool Vlaamse Vereniging voor Golf VVG GolfVlaanderen.be slagkrachtig & doelgericht VVG Junior Golf Korte historiek School en topsport is niet eenvoudig! INHOUD HISTORIEK NUT VAN TOPSPORTSCHOLEN INSCHRIJVEN

Nadere informatie

Het nieuwe topsportconvenant

Het nieuwe topsportconvenant Het nieuwe topsportconvenant Stéphanie PIEN Avocate Vanden Eynde Legal Avenue de la Toison d'or, 77 1060 Bruxelles Tél : + 32 / (0)2.290.04.00 Fax : +32 / (0)2.290.04.10 contact : sp@vdelegal.be Web site

Nadere informatie

Uitgangspunt: Een goed leerklimaat stelt het resultaat niet voorop.

Uitgangspunt: Een goed leerklimaat stelt het resultaat niet voorop. Special : Volhouden of afhaken? Resultaten van een longitudinaal onderzoek onder jeugdige sporters Versie oktober 2005 Bron: KNHB / Dr.J. van Rossum / B.Bams In de periode tussen 1995 en 2004 is een groep

Nadere informatie

Pathway Heren XV. oprichting Nationaal Topsport Centrum. Versie 4 16 juni 2013

Pathway Heren XV. oprichting Nationaal Topsport Centrum. Versie 4 16 juni 2013 Pathway Heren XV oprichting Nationaal Topsport Centrum Versie 4 16 juni 2013 Inhoud Inleiding Meerjarenbeleidsplan NRB 2012-2016 Oprichting Nationaal Topsport Centrum (NTC) Uitvoering 16 juni 2013 versie

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie