Belijden (Brouw) GK 179a bz Gebed Collecte Opw 733 Alternatief Ps 103: 8,9 zegen. Opw 733

Transcriptie

1 Advent 3 Gaudete Verheugt u altijd in de Heer, ik herhaal het, verheugt u! Votum en groet Zingen Ps 98: 2,4 Tien woorden Zingen (school) Ps 35: 13 Gebed Zingen GK 36: 4 Lezen HC Zondag 49 Zingen Ps 86: 4 Lezen Fil 2: 1-18 Zingen Ps 119: 42,43 Lezen Fil 4: 4-7 Zingen E&R 285 (Schriftberijming CGK 23) Prediking Matt 6: 10b Amenlied TIGH Belijden (Brouw) GK 179a bz Gebed Collecte Opw 733 Alternatief Ps 103: 8,9 zegen Opw 733 De zon komt op, maakt de morgen wakker, mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. Refrein Loof de Heer, o mijn ziel, o mijn ziel, prijst nu Zijn heilige naam. Met meer passie dan ooit, o mijn ziel, verheerlijkt zijn heilige naam. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde, Uw naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen, tienduizend redenen tot dankbaarheid. Refrein En op dit dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen, tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. Refrein 1. Thuis in Uw huis, bij U, onze Vader, U bent ons doel en U staat aan het begin. Vast Uw beloften en groot uw ge na - de, nederig vormen wij Uw gezin. 2. Leven met U, nee, niets is er beter, geloven, belijden en bouwen op Uw woord. Uitzien, verwachten de eeuwige vrede, dank - zij Je - zus want Hij is de poort. 3. U maakt ons één, ruimhartig verbonden, samen op weg naar de stad die nederdaalt. Vul ons met liefde, vergeef onze zonden, Christus bruid, uw gemeente die straalt 4. Heilige Geest, o bron van het leven, gave en gever, vernieuw ons meer en meer. Leid onze wegen, dat vruchten wij geven en Uw Woord moge klinken steeds weer. 5. In het gevecht met duistere krachten rust U ons toe met de wapens voor de strijd. U bent de Heer van de hemelse machten, leer ons gaan in afhankelijkheid. 6. Samen op reis vanuit het verleden, 't zoutende zout en getuigen mogen zijn. Gaan in vertrouwen, de harten besneden, 'Wees niet bang', zegt God, 'Ik zal er zijn!' 1

2 Gemeente, Bede om je te richten op Gods wil * 1. Thuis bij Gods wil. 2. Wat wil God met ons. 3. wat wil God van ons. 4. God herschept onze wil. 5. Hoe wij Gods wil doen. 1. Thuis bij Gods wil? Derde advent verheugt U altijd in de Heer uit Fil 4, 4 * Dat past goed bij de derde bede: Uw wil geschiede. In die bede zeggen we dat we blij zijn met wat God wil. Wat U wilt is alleen goed en laat dat gebeuren. Stel je voor dat je precies hetzelfde zou willen als God! Dat je je helemaal thuis voelt bij wat God wil. Heer, de richting die U wijst en de weg die U met me gaat is zo goed! Ik ben het helemaal met U eens, dat is precies wat ik wil. Het zou geen ogenblik botsen. Maar onze wil botst op Gods wil. * Je hoort in deze bede een conflict. Soms vraag je je af: God waar bent U nu mee bezig. Soms wil je gewoon je eigen gang gaan in het leven. Dan komt er ineens een spaak in het wil Je wordt ziek, er komen spanningen overal vandaan. Hoe bid je dan toch met een blij hart: uw wil geschiede? Blij en met een conflict in je hart? Heer, ik ben het in mijn hart nog niet met U eens... Maar laat wat U wilt toch gebeuren. Deze bede vraagt een omkeer van je persoonlijke wil. Met zelfverloochening spreek je die bede uit als een volledige overgave. Jij hebt misschien wel heel veel wensen en plannen. Maar bij voorbaat laat je die vrijwillig helemaal los. In dit gebed zit een stuk omkeer: niet mijn wil, maar uw wil! Je kunt als mens zo moeilijk ontdekken wat Gods wil is. 2

3 2. Wat God met ons wil * Dan denk je vooral aan Gods leiding in je leven. * Dat is het verborgen gedeelte van Gods wil. Hij werkt met beleid zijn eeuwig plan uit - Van begin naar einde. Met de schepping, de komst van Jezus en zijn terugkomst. Hij wil mensen uit alle volken die Hem trouw dienen en prijzen! Die God geeft ons een plaats in zijn plan dat eeuwen omspant. Hij schenkt gaven en mogelijkheden aan mensen. Wij kunnen niet zien waar God mee bezig is dat is onzichtbaar. * Wij vragen ons af: wat wil God met ons. (niet-thuis gevoel) Waartoe onderga ik deze ramp, ziekte, tegenslag? Waartoe krijg ik mijn gaven en mogelijkheden hier en nu? Kijk eens hoe Jozef. * Hij ziet in dromen de toekomst dat zijn broers voor hem zullen buigen. Ze verkopen hem aan handelaars. In Egypte is hij verlaten van familie, onterecht in de gevangenis. Wat zal Jozef vaak gevraagd hebben: Heer wat wilt U toch met me? Hij legt de droom van Farao uit over de volle en lege aren. We krijgen eerst zeven jaar welvaart, maar dan zeven jaar armoede... Jozef redt met zijn voorraadschuren een groot volk van de honger. Ook zijn broers komen graan halen in Egypte. Na zo n 20 jaar ontmoet hij hen weer. Gen 45 Dan ziet hij hoe God steeds bezig is met zijn plan. Jullie bezorgden me ellende maar God wil een groot volk in leven houden. Paulus heeft in de brief aan de Filippenzen ook zo zijn vragen. (Fil 1, 12v) * Vanuit de gevangenis stelt hij zijn vragen om zijn lijden. Hij verlangt er naar bij Christus te zijn en te sterven. Tegelijk ziet hij juist mogelijkheden als hij blijft leven. Hij vraagt zich af wat God met hem wil en met de gemeenten. Zo gaat God zijn weg met ons rijkdom, overschot, rampen en lijden. * In je persoonlijk leven, in kerkelijk leven en in de wereld. Dan rijst de vraag: Heer wat wilt U toch met mij, met ons. Aanvaard je daarin Gods leiding? 3

4 3. Wat wil God van ons * Dan denk je aan het geopenbaarde deel van Gods wil. * In de Bijbel maakt de Heer ons zijn wil bekend. God is goed, Hij is de bron van al het goede, zijn wil is goed. Zijn verborgen wil in zijn eeuwige plannen en besluiten. Zijn geopenbaarde wil in zijn geboden en woorden. Hij schiep Adam en Eva met een vrije wil. * God bond de mens op het hart: leef naar mijn goede wil. En er was harmonie tussen Gods wil en de wil van mensen. Maar mensen gingen willens en wetens tegen God in. Onze wil is na de eerste zonde bedorven tot een dode wil. * Onze eigenwilligheid komt uit die dodelijke gifbron voort. Dat noemen we wel erfzonde: we hebben een geestelijk dood hart. We kunnen uit onszelf niet meer willen wat God wil. Vele christenen willen niet weten van erfzonde. Pelagius zei in de 4 de eeuw al: kinderen worden zonder zonde geboren. * Ze hebben een gezonde en vrije wil om voor het goede te kiezen. Door het slechte voorbeeld maken ze zondige keuzes. Goed onderwijs en voorbeeld verhelpt dat. Remonstranten, Methodisten, vele evangelischen volgen dit na. De Roomse kerk leert ook dat ieder geboren wordt met een goede wil. * Maar afgezwakt, ziek en je hebt iets aan goddelijke hulp nodig. Je goede wil en goede leven verdient veel bij God. Gereformeerden zeggen dat de mens in zonde geboren wordt. * Dus geen vrije of goede wil, maar een geknechte wil, gebonden in zonden. Hij is niet gezond, of ziek, maar geestelijk dood voor God. Het evangelie begint bij Gods belofte van advent. * De Messias komt om Mijn wil te doen. We lezen in Fil 2 hoe Jezus als Messias Gods wil volmaakt heeft gedaan. * Hij verliet vrijwillig het hoogst denkbare hemelse leven zijn hemels thuis. Hij onderging de diepst denkbare vernedering op aarde. Psalm 40 zegt: Zie hier ben ik, ik kom om uw wil te doen. (advent) In Getsemané bidt Hij: Niet mijn wil maar uw wil geschiede. Hij volbracht volkomen Gods wil in onze plaats Hij gaf ons een thuis. 4

5 4. God herschept onze wil. * Maar hoe kunnen wij met onze dode wil toch naar Gods wil leven? Het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt (Fil 2, 13) De Heilige Geest herschept ons tot nieuwe mensen. * (DL 3-4 art 11) Van dood-levend, slecht-goed, onwillig-gewillig, weerbarstig-gehoorzaam. Met een herschapen wil gaan we nieuw leven. We willen ons weer thuis voelen in Gods huis. We zijn niet in een keer volmaakt: onze wil botst op Gods wil. * Ons gebed uw wil geschiede is een belijdenis. Als gelovige kinderen van God erkennen we dat Gods wil alleen goed is. Dat geldt voor ons beleven van Gods leiding in ons leven. Welke verborgen weg God met ons gaat. En ook hoe we gehoorzaam naar Gods Woord willen leven. Vanuit de giftige bron van ons hart blijft de zonde opborrelen. We willen God voorschrijven hoe Hij ons moet behandelen. We willen zelf bepalen wat we doen en laten in ons leven. Je identiteit als kind van Adam blijft steeds actief in je aanwezig. Je wilt jezelf laten gelden: het gaat om wat ik wil. Dat is het dodelijke gif vanuit ons hart steeds opkomt. Gods Geest verandert onze identiteit: Hij vernieuwt ons leven. Zo komt de bede in ons hart: uw wil geschiede. Geef dat ik me aan uw leiding overgeef. Breek mijn zondige wil en maak me vrij om U gehoorzaam te dienen. * In dat gebed erken je dat het God is die het nieuwe leven in je werkt. God ontsteekt het hemelse licht van nieuw leven in je hart. Dat breekt nu uit je woorden en daden naar buiten. Het is een hemelse gave! Genade van God! Paulus zegt in Fil 2: dat je dan als ster schijnt in deze duistere wereld. De HC zegt dat alle mensen hun eigen wil moeten verloochenen. Dus niet alleen de gelovigen! Je kreeg als gelovige een nieuwe identiteit! * Jouw nieuwe ik Jezus beeld is je grootste gave. Je mag als gelovige iets van Gods goede wil laten zien. Je wilt ook andere mensen onder Vaders liefde brengen. 5

6 5. Hoe wij Gods wil doen. * Gods kinderen hebben het soms zo moeilijk, als Jozef, Job, Paulus. Je kunt je met je vragen niet als kind in huis voelen. Dan mag je bidden: geef dat ik mijn wil verloochen en me aan U overgeef. * Deze bede is een grote kracht in je. Genees mijn wil: laat uw wil geschieden. Geef dat ik uw leiding die voor mij verborgen is aanvaard. Paulus zegt (Fil 4: 13) Ik ben tegen alles bestand door hem die mij kracht geeft. Kijk eens naar vervolgde christenen en mensen in grote nood. Ze vertellen hoe zij zich in grote nood helemaal aan God overgeven. Gods Geest laat hen getuigen van God die hun leven draagt. De glans van God straalt uit hun leven. Dat zie je ook wel eens heel anders gebeuren. Je ziet soms hoe mensen zich een tijd aan een zonde overgeven. Soms is dat onwil, dat je een ruzie in stand houdt, of een verslaving. Soms uit een gevoel van onmacht. (persoonlijke invulling) Dan kan Gods Geest opeens genade tonen. * Hij bewerkt het gebed: Heer, breek mijn zondige wil, maak me gehoorzaam. Dan groeit het verlangen om als kind thuis te komen bij God. Misschien denk je wel: hoe weet ik nu wat God van me wil? De Heer gaf jou de Bijbel als een spiegel voor je leven. * Je mag bidden: Heer wie mag ik voor U zijn en voor de mensen om me heen? Leer me uw wil te kennen en naar uw wil te handelen. Jij mag Gods liefde in je leven opmerken, zijn vergeving, zijn kracht. Jij wilt nu in liefde er zijn voor Hem en voor de mensen om je heen. Hij geeft jou je natuurlijke gaven zoals je die in de wieg meekreeg. Jij mag met jouw mogelijkheden anderen helpen. Bid er om dat je geen verdeelde wil hebt: Gods wil en toch... * Heer, laat me met ongedeeld hart u dienen. Geef dat ik me in liefde kan geven aan U en de medemens. De engelen in de hemel gehoorzamen God toegewijd. Zo zijn ze ons nu tot voorbeeld. Christus heeft voor ons Gods wil volmaakt volbracht. Amen 6