351 De wetteksten betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering zijn in hoofdzaak te vinden in :

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "351 De wetteksten betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering zijn in hoofdzaak te vinden in :"

Transcriptie

1 ARAD 06 Deel III Titel II Preventiebeleid Bijzonderheden Hoofdstuk VI Veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk 1. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN 351 De wetteksten betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering zijn in hoofdzaak te vinden in : 1) de CODEX en meer bepaald : - Titel I Hoofdstuk III- Algemene principes m.b.t. het welzijnsbeleid; - Titel III - Hoofdstuk I Afdeling 1 - Veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk; - Titel V - Hoofdstuk II - Carcinogene agentia; - Titel V - Hoofdstuk III - Biologische agentia; - Titel VI - Hoofdstuk I - Arbeidsmiddelen; 2) het ARAB en meer bepaald in de artikelen 36, 41ter, 44quater, 44septies, , , , 86, 103quinquies, 148decies, 222, 254, 270, 286, 289, 310, 315, 348, 355, 359, , 610, 632, 652, 654, 655, 723bis ; 3) het AREI en meer in het bijzonder de artikelen 261 en 262 ; 4) sommige KB s en MB s waaronder : - het koninklijk besluit van betreffende de opslagplaatsen voor vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders (BS ); - het koninklijk besluit van tot reglementering van de preparaten die polychloorbifenylen en polychloorterfenylen bevatten (BS ); - het ministrieel besluit van tot afwijking van de voorschriften van de artikelen 315 en 317 van het ARAB. 5) de normen NBN 69, NBN ISO 3864 en S

2 Blz. 2 Belangrijke opmerking Volgens artikel 12 van de CODEX III-I-1, moeten de werkgevers, vóór : - de signalering volgens CODEX III-I-1 aanbrengen; - de bestaande signalering aanpassen als het pictogram ervan is gewijzigd door dit hoofdstuk. 2. TOEPASSINGSGEBIED Bedoelde personen (art. 1 van de CODEX III - I) Deze wetgeving geldt voor de bij randnummer 17 van het ARAD 06 bedoelde werkgevers en werknemers Situaties waarop de wetgeving niet van toepassing is (art. 1 van de CODEX III - I) Die wetgeving is niet van toepassing op : 1 de voorgeschreven signalering voor het op de markt brengen van gevaarlijke stoffen en preparaten, producten en uitrustingen; 2 de gebruikte signalering voor het weg- en spoorwegverkeer, de binnenen zeescheepvaart en het luchtverkeer. 3. DEFINITIES (art. 2 van de CODEX III - I) 353 Men verstaat onder: 1 veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk : een signalering die, toegepast op een bepaald object, een bepaalde activiteit, een bepaalde situatie of een bepaalde handelwijze, door middel van al naargelang het geval een bord, een kleur, een lichtsignaal, een akoestisch signaal, een mondelinge mededeling of een hand- of armsein, een aanwijzing of een voorschrift verstrekt met betrekking tot de veiligheid of de gezondheid op het werk; 2 verbodssignaal : een signaal dat een handelwijze, waardoor gevaar zou kunnen worden gelopen of gevaar zou kunnen ontstaan, verbiedt; 3 waarschuwingssignaal : een signaal dat voor een risico of een gevaar waarschuwt; 4 gebodssignaal : een signaal dat een bepaalde handelwijze voorschrijft;

3 Blz. 3 5 reddings- of hulpsignaal : een signaal dat aanwijzingen geeft met betrekking tot nooduitgangen of hulp- of reddingsmiddelen; 6 aanwijzingssignaal : een signaal dat andere aanwijzingen geeft dan die bedoeld onder 2 tot 5 ; 7 bord : een signaal dat door de combinatie van een geometrische vorm, kleuren, een symbool of een pictogram een bepaalde aanwijzing verstrekt en waarvan de zichtbaarheid van het bord wordt gegarandeerd door een voldoende sterke verlichting; 8 aanvullend bord : een bord dat samen met een onder 7 genoemd bord wordt gebruikt en dat aanvullende aanwijzingen verstrekt; 9 veiligheidskleur : een kleur waaraan een bepaalde betekenis is toegekend; 10 symbool of pictogram : een afbeelding die een situatie beschrijft of een bepaalde handelswijze voorschrijft en die wordt aangebracht op een bord of een verlicht oppervlak; 11 lichtsignaal : een signaal, uitgezonden door een inrichting bestaande uit doorzichtig of doorschijnend materiaal dat van binnen uit of van achteren wordt verlicht, zodat een lichtgevend oppervlak wordt waargenomen; 12 akoestisch signaal : een gecodeerd geluidssignaal, uitgezonden en verspreid door een daartoe ontworpen inrichting, zonder gebruikmaking van de menselijke stem of van spraaksynthese; 13 mondelinge mededeling : een overeengekomen mondelinge boodschap, met gebruikmaking van de menselijke stem of van spraaksynthese; 14 hand- of armsein : een beweging of stand van de armen of handen in gecodeerde vorm, bedoeld om aanwijzingen te geven aan personen die handelingen verrichten waarbij risico of gevaar voor werknemers bestaat.

4 Blz VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER Opleiding van de werknemers (art. 3 van de CODEX III - I) De werkgever neemt de nodige passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de werknemers, inzake de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk, een passende opleiding krijgen, inzonderheid in de vorm van nauwkeurige instructies. Die opleiding heeft in het bijzonder betrekking op de betekenis van de signalering, inzonderheid wanneer daarbij woorden worden gebruikt, en op de te volgen algemene en specifieke handelswijzen. Bij de NMBS wordt die opleiding verstrekt overeenkomstig de voorschriften van het randnummer 115 van het ARAD Voorlichting van de werknemers (art. 4 van de CODEX III - I) De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers geïnformeerd worden over alle, betreffende de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk, te nemen maatregelen. Bij de NMBS wordt deze voorlichting verstrekt overeenkomstig de voorschriften van het randnummer 117 van het ARAD DOEL VAN DE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALE- RING (bijlage I en art. 5 en 12 van de CODEX III - I) 355 1) De veiligheids- en gezondheidssignalering heeft tot doel, op een snelle en gemakkelijk te begrijpen wijze de aandacht te vestigen op objecten, activiteiten en situaties die bepaalde gevaren zouden kunnen veroorzaken. Die signalering mag alleen gebruikt worden voor het overbrengen van boodschappen of informatie, bedoeld in dit hoofdstuk. 2) De veiligheids- en gezondheidssignalering mag in geen geval de nodige beschermingsmaatregelen vervangen. Zo moet, alvorens veiligheids- en gezondheidssignalen aan te brengen om gevaarlijke situaties aan te wijzen, eerst worden nagegaan of die situaties niet op een andere wijze in orde gemaakt kunnen worden. 3) Er moet dus voor gezorgd worden dat, wanneer een veiligheids- of gezondheidssignalering wordt gebruikt, het mogelijk moet zijn om het gebod of verbod dat het oplegt, na te leven. Het zou bijgevolg zinloos zijn om bijvoorbeeld bij een slijpmachine een pictogram aan te brengen waarmee men er de aandacht op vestigt dat men de ogen dient te beschermen als er geen beschermingsbrillen of gelaatsschermen voorhanden zijn.

5 Blz VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSKLEUREN (bijlage I van de CODEX III - I) 356 De onderstaande tabel bevat de veiligheids- en gezondheidskleuren en hun betekenis, alsook de bijbehorende aanwijzingen en toelichtingen. KLEUR BETEKENIS OF DOEL AANWIJZINGEN EN TOELICHTINGEN Verbodssignaal Gevaarlijke houding Rood Gevaar-alarm Stop, stilstand, noodschakelaars Evacuatie Brandbestrijdingsmaterieel en Identificatie en lokalisatie brandweeruitrusting Geel of oranjegeel Waarschuwingssignaal Pas op, wees voorzichtig Verificatie Blauw Gebodssignaal Handelwijze of specifieke actie verplichting tot het dragen van de persoonlijke beschermingsuitrusting Reddingssignaal, hulpsignaal Deuren, uitgangen, wegen, Groen materiaal, posten, lokalen Veilige situatie Terugkeer naar de normale situatie 7. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE SIGNALERINGS- BORDEN 7.1. Algemene intrinsieke kenmerken van de signaleringsborden (bijlage II van de CODEX III - I) 357 1) De specifieke borden beschreven in 7.2. en 7.3. moeten worden gebruikt voor verboden handelingen, gevaren, verplichtingen of andere informatie met op elk bord de vermelding ervan. 2) De borden moeten gemaakt zijn uit materiaal met een zo groot mogelijke schokvastheid, weerbestendigheid en bestand zijn tegen invloeden te wijten aan omgevingsfactoren. 3) De pictogrammen moeten zo eenvoudig mogelijk zijn en de voor het begrip overbodige details dienen te worden weggelaten. De gebruikte pictogrammen mogen licht afwijken van of meer gedetailleerd zijn dan de hiernavolgende voorstellingen, op voorwaarde dat hun betekenis dezelfde is en dat geen enkele afwijking of aanpassing de betekenis onduidelijk maakt.

6 Blz. 6 4) De borden moeten dusdanige afmetingen en kleur- en lichttechnische eigenschappen bezitten dat ze goed zichtbaar en gemakkelijk te begrijpen zijn. Volgens de norm NBN ISO 3864 wordt de minimale oppervlakte A (in m²) van het bord m.b.t. de grootste afstand L (in m) van waarop het teken nog moet kunnen gelezen worden, gegeven door de formule : A L² 2000 Zo moet een vierkant bord met daarop een brandblusapparaat dat op een afstand van 20 m moet kunnen gezien worden, een oppervlakte hebben van minstens 0,2 m² en een zijde van minstens 0,45 m lang. 5) Afhankelijk van hun rol hebben de borden verschillende vormen : - rond : komt overeen met een gebod of een verbod; - driehoekig : komt overeen met een waarschuwing (gevaar) ; - rechthoekig of vierkant : komt overeen met informatie. In het bijzonder omtrent redding, hulp of brandbestrijding Te gebruiken borden (bijlage II van de CODEX III - I) VERBODSBORDEN Intrinsieke kenmerken Deze borden hebben een: - ronde vorm; - zwart pictogram op witte achtergrond, rode rand en balk (die van links naar rechts over het pictogram loopt onder een hoek van 45 ten opzichte van de horizontale lijn). Het rood moet tenminste 35 % van het bordoppervlak beslaan Specifieke borden a) Verboden te roken 1) Dat bord is in de eerste plaats gerechtvaardigd op plaatsen waar de tabaksrook een hinder kan vormen voor andere personen of wanneer deze laatsten aan een gevaar kunnen blootstaan (vergaderzalen, refters, wachtzalen in de stations, liften, enz...).

7 Blz. 7 2) Dat verbod is ook bedoeld om de roker zelf te beschermen tegen het risico op inademing van gevaarlijke stoffen of tegen het risico op inname van gevaarlijke producten (door bijvoorbeeld een sigaret aan de lippen te brengen). In art. 162 van het ARAB zijn een aantal activiteiten opgesomd waarbij het de werknemers verboden is te roken, onder meer tijdens werkzaamheden waardoor ze hun handen kunnen bevuilen door giftige stoffen (kwik, lood, enz ) of door producten, vloeistoffen en residu s die giftige stoffen bevatten (verf, dekmiddelen, enz ). b) Vuur, open vlam en roken verboden Dat bord dient om de risico s op brand, ontploffing of thermische decompositie te signaleren die verbonden zijn met het gebruik van een open vlam. Het zal derhalve op veel plaatsen gebruikt moeten worden, waaronder: - accumulatorzalen; - opslagplaatsen van brandbare vloeistoffen; - lokalen waar verf gespoten wordt en waar verven, lakken of andere brandbare bedekkingen gebruikt worden; - werkplekken waar chlooroplosmiddelen worden gebruikt; - in en om opslagplaatsen van vloeibaar gemaakte gassen in verplaatsbare houders; - ongekoelde vaste houders van propaangas. c) Verboden voor voetgangers Dat bord verbiedt de doorgang van voetgangers. Het kan op veel plaatsen worden gebruikt, zoals: - bij klapdeuren die bestemd zijn voor de doorgang van vorkheftrucks of andere behandelingstuigen; - op plaatsen waar men in een diepte kan vallen, zich kan verwonden of zich kan verbranden; - op de perroneinden in de stations.

8 Blz. 8 Dit bord legt een algemeen toegangsverbod voor alle voetgangers op. Als dat verbod voor bepaalde personen niet van toepassing is, moet het bord voorzien worden van een aanvullend bord dat aangeeft wie die doorgang toch mag gebruiken (bijvoorbeeld: uitgezonderd onderhoudspersoneel, stationspersoneel, enz...) d) Verboden met water te blussen Dit bord moet het gevaar uitschakelen dat zou optreden op een plaats waar iemand zou proberen een brand met water te blussen (bijvoorbeeld een opslagplaats van calciumcarbide). Die gevaren kunnen onder meer zijn: een chemische reactie, het vrijkomen van brandbare gassen, het wegspatten van gloeiende deeltjes, enz... In dat geval moeten vlakbij het bord andere blusmiddelen voorhanden zijn zoals zand, draagbare of verrijdbare brandblussers waarvan het blusmiddel geen water is, enz e) Geen drinkwater Dat bord is bedoeld om de gezondheid van de werknemers te vrijwaren en kan geplaatst worden bij kranen van leidingen met niet-drinkwater, op bluswaterreservoirs, enz... f) Geen doorgang voor onbevoegden Dat bord is bedoeld om werknemers die niet de vereiste opleiding en/of bevoegdheid hebben, te verbieden op werkplekken te komen die hoge ongevalsrisico s met zich brengen (in het bijzonder in tractieonderstations, lokalen met elektrische hoogspanningsuitrusting, plaatsen waar men zich kan verbranden, zich kan verwonden, in een diepte kan vallen, enz

9 Blz. 9 g) Verboden voor alle transportvoertuigen Dat bord wordt opgesteld op plaatsen waar het rijden met alle gemotoriseerde of manueel bediende transportvoertuigen gevaarlijk of zelfs onmogelijk is en daardoor hoge ongevalsrisico s oplevert (te nauwe doorgang, valrisico, gevaar voor het aanrijden van personen of installaties, enz...). h) Niet aanraken Dat bord verbiedt het aanraken van punten die gevaarlijk kunnen zijn wanneer men ze benadert of aanraakt (bijvoorbeeld : zekere werktuigmachines, persen, enz ). i) Verbod tot aanraking of benadering om reden van elektrisch gevaar N.B. Dit signaal is in de CODEX niet voorzien maar wel in het AREI (art. 262). Dit bord is geplaatst op zekere apparaten, machines en kanalisaties (of op de deuren die er toegang toe geven) waarbij contact of benadering gevaarlijk kan zijn zelfs indien dit gevaar op het eerste gezicht er niet is (bijvoorveeld : condensatoren die in geladen toestand blijven na afschakeling van het net, afstandsbediende installaties, enz ).

10 Blz WAARSCHUWINGSBORDEN Intrinsieke kenmerken Deze borden hebben een: - driehoekige vorm; - zwart pictogram op gele achtergrond en zwarte rand (het geel moet tenminste 50 % van het bordoppervlak beslaan) Specifieke borden a) Borden betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten Opmerking : De instructies m.b.t. het etiketteren van gevaarlijke stoffen en preparaten zijn te vinden in Deel III - Titel IV - Hoofdstuk I van het ARAD 06. b) Hangende lasten Dit bord moet worden gebruikt op plaatsen waar gevaar bestaat voor vallende lasten. Een dergelijke plaats is bijvoorbeeld het volledige oppervlak dat kan bereikt worden door de haak van een kraan, een rolbrug, enz...

11 Blz. 11 b) Transportvoertuigen Dit bord wordt vooral gebruikt op plaatsen waar de rijweg van de transportvoertuigen een andere weg kruist en is nodig wanneer de zichtbaarheid beperkt is. b) Gevaar voor elektrische spanning Dat bord moet voorkomen op werkposten waar potentiële risico s aanwezig zijn m.b.t. elektriciteit. In toepassing van het artikel 261 van het AREI wordt dit bord ook geplaatst : - op de gesloten en niet-gesloten ruimten van de elektrische dienst (t.t.z. lokalen of omheinde plaatsen die hoofdzakelijk of uitsluitend dienen voor de uitbating van de elektrische installaties); - op de elektrische installaties, machines, apparaten en elektrische kanalisaties op laagspanning die niet behoren tot het geval zoals hiervoor uitgelegd en niet volledig beschermd zijn tegen rechtstreekse aanraking; - op borden, kasten, machines, apparaten en elektrische kanalisaties op hoogspanning die zich in de gewone ruimten bevinden. Dit bord is niet verplicht voor de elektrische boven- en ondergrondse lijnen en hun toebehoren. e) Struikelen - Vallen door hoogteverschil Deze beide borden mogen slechts gebruikt worden op plaatsen waar het daadwerkelijk gevaar aanwezig is dat men wil signaleren.

12 Blz. 12 f) Andere specifieke gevaren Deze borden worden opgesteld op de werkposten of op de toegangsdeuren tot deze werkposten die een gevaar opleveren dat met die borden wordt gesignaleerd. g) Gevaar (algemeen) Dit bord is in hoofdzaak bedoeld om op een gevaar te wijzen waarvoor geen ander pictogram bestaat. Meestal moet er een tekst of een bijbehorend signaal dat het gevaar preciseert aan toegevoegd worden. Zonder bijkomende aanwijzing mag zo n bord maar gebruikt worden voor gevallen waarin het gevaar zo voor de hand ligt dat niemand kan twijfelen waarover het gaat (bijvoorbeeld een dienstweg die in een gevarenzone uitmondt). Opmerking: De voorraden van een aantal gevaarlijke stoffen of preparaten kunnen worden aangeduid door het waarschuwingsbord algemeen gevaar, al naargelang het geval geplaatst in de nabijheid van de opslagruimte of op de toegangsdeur van de opslagruimte.

13 Blz. 13 Om de aandacht te vestigen op de aard van de opgeslagen producten kan het specifieke bord van punt a) worden gebruikt (zie hiervoor) met eventueel bijgevoegd een bord dat bijkomende precisering geeft. Voorbeeld: GEBODSBORDEN Intrinsieke kenmerken Deze borden hebben een: - ronde vorm; - wit pictogram op blauwe achtergrond (het blauw moet tenminste 50 % van het bordoppervlak beslaan) Specifieke borden (*) eventueel samen met een ander bord.

14 Blz. 14 De borden m.b.t. de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden aangebracht op die werkposten waar het persoonlijk beschermingsmiddel nodig is waarnaar het bord verwijst. Op bepaalde werkposten zullen verscheidene persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gedragen worden (bijvoorbeeld : oog- en gehoorbescherming, enz ). Door de risicoanalyse van de werkpost kan men bepalen welke bescherming in welke omstandigheden gedragen moet worden AANWIJSBORDEN VOOR REDDING OF HULP Intrinsieke kenmerken Deze borden hebben een : - rechthoekige of vierkante vorm; - wit pictogram op groene achtergrond (het groen moet tenminste 50 % van het bordoppervlak beslaan) Specifieke borden a) Plaats van een nooduitgang Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit mogen de hierboven vermelde pictogrammen alleen gebruikt worden voor uitgangen die overeenstemmen met de vereisten van een nooduitgang zoals gedefinieerd in het artikel 52.5 van het ARAB.

15 Blz. 15 Dit wil dus zeggen dat het traditioneel Belgische pictogram «uitgang» (wit vierkant met een witte pijl naar buiten gericht op groene achtergrond) voortaan niet meer gebruikt zal kunnen worden voor toegangen met bijvoorbeeld schuifdeuren, naar liften, enz Als men dus wil aangeven dat een bepaalde weg in normale omstandigheden (d.w.z. niet in noodgevallen) gebruikt moet worden om naar buiten te gaan, moet daarvoor een andere signalering worden toegepast. In het koninklijk besluit is niet gesteld aan welke voorwaarden een dergelijk bord moet voldoen. In de KB-tekst wordt eenvoudigweg gezegd dat voor dat type van bord geen veiligheidskleur mag worden gebruikt, dus geen rood, geel of oranjegeel, blauw en groen. Het pictogram voor een uitgang, die niet aan de voorwaarden van een nooduitgang beantwoordt, zou dus gewoon een bord kunnen zijn waarop het pictogram uitgang in het zwart is getekend op een witte achtergrond. b) Reddingsmateriaal Deze borden moeten gebruikt worden om het reddingsmateriaal te signaleren dat erop is afgebeeld Specifieke signalering VOORSCHRIFTEN INZAKE SIGNALERING OP RECIPIENTEN EN LEIDINGEN (BIJLAGE III VAN DE CODEX III I EN DE ARTIKELEN 355 EN 359D VAN HET ARAB) Algemene kenmerken 1) De signalering op de recipiënten en leidingen moet worden aangebracht op de zichtbare zijde(n) en in de vorm van hard materiaal, zelfklevend materiaal of verf.

16 Blz. 16 2) De etikettering op de leidingen moet goed zichtbaar aangebracht worden nabij de gevaarlijkste plaatsen zoals kleppen en aansluitingspunten, en moet voldoende herhaald worden. 3) Zekere gashoudende recipiënten dragen bepaalde aanduidingen betreffende het recipiënt of zijn inhoud (zie art. 355 van het ARAB). Bovendien : - moet het ogief (bovenzijde) van de recipiënten met een inhoudsvermogen van minder dan 85 liter met een laag verf worden bedekt, waarvan de kleur voor al de recipiënten, die het zelfde gas inhouden, dezelfde moet zijn. Ze worden zodanig geverfd dat het nagaan van de aanduidingen er niet door gehinderd wordt ; - moet voor de hierna niet vermelde gassen en voor alle recipiënten met een inhoudsvermogen gelijk aan of meer dan 85 liter de naam van het gas leesbaar in het Nederlands en in het Frans, dichtbij het ladingsventiel worden aangeduid Gebruikte kleuren op gasrecipiënten De kleuren zijn : voor acetyleen (C 2 H 2 ) : rood ; voor samengeperste lucht : wit en zwart ; voor ammoniak (NH 3 ) : blauw en wit ; voor koolzuuranhydride (CO 2 ) : grijs ; voor zwaveldioxyde (SO 2 ) : rood en wit ; voor argon (A 2 ) : geel en wit ; voor stikstof (N) : zwart ; voor carbogeen (O 2 +CO 2 ) : wit en grijs ; voor chloor (Cl) : groen ; voor cyclopropaan (C 3 H 6 ) : oranje ; voor ethyleen (C 2 H 4 ) : paars ; voor helium (He) : bruin ; voor waterstof (H) : rood en groen ; voor zuurstof (O 2 ) : wit ; voor een mengsel van zuurstof en helium (O 2 +He) : wit en bruin ; voor stikstofoxydule (N 2 O) : blauw. Wanneer twee kleuren worden voorgeschreven moet de verf worden aangebracht zoals aangeduid op de onderstaande figuur :

17 Blz Gebruik van kleuren op gas- of vloeistofleidingen Om de aard van het product in de leiding te identificeren worden de volgende basiskleuren gebruikt (zo nodig aangevuld met bijkomende markeringen op de leiding, zoals stroomrichting, temperatuur, productbenaming, enz ). Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen vaste een buigbare leidingen (NBN 69, art. 310 en 315 van het ARAB en MB ). - Vaste leidingen: groen: water; zilvergrijs: stoom; okergeel: gas of vloeibaar gas; lichtblauw: samengeperste lucht; lichtgrijs: zuurstof; violet: zuren en basen; rood: acetyleen; bruin: vloeibare brandstoffen en oliën; zwart: andere vloeistoffen. - Buigbare leidingen (bijvoorbeeld: lasslangen): rood: brandbaar gas; zwart, grijs of blauw: zuurstof. Opmerking : Deze signalering is niet van toepassing op het rollend materieel! VOORSCHRIFTEN INZAKE DE IDENTIFICATIE EN LOKALISATIE VAN HET BRANDBESTRIJDINGSMATERIEEL (BIJLAGE IV VAN DE CODEX III - I) 363 1) Het brandbestrijdingsmaterieel moet geïdentificeerd worden door het kleuren van het materieel en door middel van een lokalisatiebord en/of het kleuren van de plaatsen of de toegangen tot de plaatsen waar het brandbestrijdingsmaterieel zich bevindt. 2) De identificatiekleur van het brandbestrijdingsmaterieel is rood. Met het oog op een gemakkelijke identificatie moet het rode oppervlak groot genoeg zijn.

18 Blz. 18 3) De hierna bedoelde borden moeten worden gebruikt in functie van de plaats waar dit materieel zich bevindt. Een bijkomende richtingsaanwijzing zal aangepast worden aan de situatie ter plaatse. a) Intrinsieke kenmerken van de borden Deze borden hebben een : - rechthoekige of vierkante vorm; - wit pictogram op rode achtergrond (het rood moet tenminste 50 % van het bordoppervlak beslaan). b) Specifieke borden VOORSCHRIFTEN INZAKE DE SIGNALERING VAN OBSTAKELS EN GEVAARLIJKE PLAATSEN EN DE MARKERING VAN DIENSTWEGEN (BIJLAGE V VAN DE CODEX III - I) Signalering van obstakels en gevaarlijke plaatsen 1 ) De signalering van gevaar door stoten tegen obstakels, door vallende voorwerpen of voor het vallen van personen, geschiedt door middel van geel/zwarte of rood/witte banden binnen de bebouwde zones van de onderneming waartoe de werknemers in het kader van hun werk toegang hebben. 2 ) De afmetingen van die signalering dienen rekening te houden met de afmetingen van het gesignaleerde obstakel of de gesignaleerde gevaarlijke plaats.

19 Blz ) De gele en zwarte of rode en witte banden moeten onder een hoek van circa 45 worden aangebracht en ongeveer dezelfde afmetingen hebben. Voorbeeld : Markering van dienstwegen De bepalingen inzake de markering van de dienstwegen en de dienstovergangen zijn te vinden in het Deel IV-Titel II-Hoofdstuk I van het ARAD VOORSCHRIFTEN INZAKE DE SIGNALERING VAN ASBEST EN PCB/PCT Asbest Asbesthoudende producten of hun verpakking dienen het onderstaande etiket te hebben (art. 723ter 7 van het ARAB). De lokalen waar het behandelen van asbest, onder de voorwaarden vastgelegd door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, tijdelijk is toegelaten worden gesignaliseerd door het onderstaande bord (zijde : 25 cmzie art. 723ter 6 van het ARAB). N.B. De reglementering inzake asbest is voorlopig te vinden in de omzendbrief 9 AD van 1993.

20 Blz PCB/PCT Het signaleringsbord dat aan te brengen is op op PCB/PCT-houdende apparaten en op de toegangsdeuren van lokalen, kasten, enz waarin er zich PCB/PC-houdende apparaten of recipiënten bevinden, is gebaseerd op het bord schadelijk dat voorzien is in het randnummer 445 van het ARAD 06. N.B. De reglementering inzake PCB/PCT is voorlopig te vinden in de omzendbrief 11 AD van SPECIFIEKE VEILIGHEIDSSIGNALERING EIGEN AAN DE NMBS 366 Naast de veiligheids-en gezondheidssignalering van de CODEX III-I zijn er bij de NMBS een reeks andere veiligheids- en gezondheidssignaleringen van toepassing. Hierna volgt een overzicht van de voornaamste van deze signaleringen : - witte plaat met rode gebroken pijl op overwegen van geëlektrificeerde spoorlijnen (plan 2/ van I I.4); - platen onder andere gebruikt voor de signatisatie van de 3 kv voorverwarming en voorklimatisatie (bericht 31T/11M/4I van );

21 Blz rood geverfde spoorstaven voorzien van een waarschuwingsplaat in de omgeving van tractieonderstations en sectioneerposten (AREl Bundel I- Titel I-art ); - geel-zwarte signalering van de verankeringstrekstangen van bovenleidingspalen (plan 2/ van I I.4); - witte lijnen in kepervorm met de tophoek in het midden tussen twee nissen in tunnels (randnummer 526 ARAD 06) ; - witte verf op indringingen in de nominale omtrek van het vrijeruimteprofiel; - gele banden op zekere bovenleidingspalen (plan 2/410.4 van I I.4); - witte horizontale banden op zekere lijnkasten langsheen de sporen; - werfveiligheidsnet voor de gematerialiseerde afbakening van in dienst zijnde sporen (randnummer 526 ARAD 06); - akoestische en optische seinen voor waarschuwing en alarm bij werken in de sporen (RAV III-IV-I-2);

22 Blz gele zwaailichten bij werken in de sporen op de werktuigen, voor de automatische aankondiging, enz (RAV III-IV-I-3); - handseinen, optische seinen en akoestische seinen voor het bevelen van rangeringen of remproeven (ARE en ARS I - II); - lichtseinen die de locomotieven moeten dragen (ARE 121.1); - verbodsplaten geplaatst op het instrumentenbord van tractievoertuigen of op elektrische apparaten om te vermijden dat er een beweging start (ARE 121.1). 8. VOORSCHRIFTEN INZAKE DE LICHTSIGNALEN (BIJLAGE VI VAN DE CODEX III - I) Intrinsieke kenmerken 1 ) Rekening houdend met de gebruiksomstandigheden moet het door een signaal uitgezonden licht een aan de omgeving aangepast lichtcontrast veroorzaken dat niet tot verblinding mag leiden maar voldoende zichtbaar moet zijn. 2 ) Het lichtoppervlak dat een signaal uitzendt moet uniform van kleur zijn of een pictogram op een bepaalde achtergrond bevatten. 3 ) De uniforme kleur moet beantwoorden aan de tabel inzake de betekenis van de veiligheidskleuren van randnummer 356 van het ARAD ) Wanneer het signaal een pictogram bevat, moet dit voldoen aan alle regels die erop van toepassing zijn volgens randnummer 357 t.e.m. 361 van het ARAD Bijzondere gebruiksregels 1 ) Wanneer een systeem een continu en intermitterend signaal kan uitzenden, moet het intermitterende signaal worden gebruikt om ten opzichte van het continue signaal aan te geven dat het gaat om een situatie die een groter gevaar inhoudt of waarbij de gewenste of verplichte interventie of actie met grotere spoed moet worden uitgevoerd. De duur van elke flits en de frequentie van de flitsen van een intermitterend lichtsignaal moeten zodanig zijn geregeld dat het goed verstaan van de boodschap wordt gegarandeerd en dat wordt vermeden dat er verwarring ontstaat tussen verschillende lichtsignalen, respectievelijk tussen een intermitterend en een continu lichtsignaal. 2 ) Wanneer een intermitterend lichtsignaal wordt gebruikt in plaats of ter aanvulling van een geluidssignaal, moet de code van het signaal identiek zijn.

23 Blz ) Een systeem om een lichtsignaal uit te zenden in geval van groot gevaar moet speciaal bewaakt worden of uitgerust zijn met een reservelamp, die, bij defect van de in gebruik zijnde lamp, automatisch haar functie overneemt. 4 ) Het gebruik van lampen met laser-straal voor het uitzenden van een lichtsein is verboden. 5 ) De lichtsignalen die zouden kunnen gebruikt worden langsheen de sporen waarop treinverkeer mogelijk is, mogen geen verwarring scheppen in de interpretatie van de seininrichting voor het spoorwegverkeer en geen belasting zijn voor de waarneming van deze seininrichting. 9. VOORSCHRIFTEN INZAKE DE AKOESTISCHE SIGNALEN (BIJLAGE VII VAN DE CODEX III - I) ) Een akoestisch signaal moet : a. een geluidsniveau hebben dat duidelijk hoger is dan het niveau van het omgevingslawaai, zodat het goed hoorbaar is. Het mag echter niet te luid zijn of pijnlijk voor de oren; b. gemakkelijk herkenbaar zijn, onder meer rekening houdend met de duur van de impulsen en met het interval tussen impulsen en groepen van impulsen, en gemakkelijk te onderscheiden zijn van een ander geluidssignaal en andere omgevingsgeluiden. 2 ) Wanneer een systeem een akoestisch signaal met variabele en vaste frequentie kan uitzenden moet de variabele frequentie worden gebruikt om ten opzichte van de vaste frequentie aan te geven dat het gaat om een situatie die een groter gevaar inhoudt of waarbij de gewenste of verplichte interventie of actie met grotere spoed moet worden uitgevoerd. 3 ) Het geluid van een ontruimingssignaal moet continu zijn. 10. VOORSCHRIFTEN INZAKE DE MONDELINGE MEDEDELING (BIJLAGE VIII VAN DE CODEX III - I) Intrinsieke kenmerken 1 ) De mondelinge mededeling vindt plaats tussen een spreker of zender en één of meer toehoorders, en wel in de vorm van korte teksten, woordgroepen en/of afzonderlijke woorden, eventueel gecodeerd.

24 Blz ) De mondelinge boodschappen moeten zo kort, eenvoudig en duidelijk mogelijk zijn; de taalvaardigheid van de spreker en het gehoorvermogen van de toehoorder(s) moeten voldoende zijn om een ondubbelzinnige communicatie tot stand te brengen. 3 ) De mondelinge medewerking is direct (gebruik van de menselijke stem) of indirect (menselijke stem of spraaksynthese, verspreid door een gepast middel) Bijzondere gebruiksregels 1 ) De betrokken personen moeten de gebruikte taal goed kennen, zodat zij de mondelinge boodschap correct kunnen uitspreken en begrijpen en zich al naar gelang de boodschap op passende wijze kunnen gedragen op het vlak van de veiligheid of de gezondheid. 2 ) Wanneer een mondelinge mededeling wordt gebruikt in plaats of om hand- of armseinen aan te vullen, moeten, als er geen codes worden gebruikt, woorden worden gebezigd zoals bijvoorbeeld: - start: om het begin van een commando aan te duiden; - stop: om een beweging te onderbreken of te beëindigen; - einde: om de werkzaamheden stop te zetten; - hijsen: om een last te doen ophijsen; - vieren: om een last te doen dalen; - vooruit, de betekenis van deze beweging dient in achteruit, voorkomend geval gecoördineerd te worden met de naar rechts, dienovereenkomstige hand- of armseinen; naar links: - gevaar: om een noodstop af te dwingen; - snel: om uit veiligheidsoverwegingen een beweging te versnellen. 11. VOORSCHRIFTEN INZAKE DE HAND- EN ARMSEINEN (BIJLAGE IX VAN DE CODEX III-I) 370 Deze signalering heeft in hoofdzaak betrekking op de behandeling van lasten en is te vinden in het randnummer 424 van het ARAD 06.

25 Blz PLAATSING EN DOELTREFFENDHEID VAN DE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING (ART. 5, 6, 7, 8 EN 9 EN BIJLAGE I VAN DE CODEX III - I) Plaatsing ALGEMENE PRINCIPES 1 De borden worden in beginsel, rekening houdend met eventuele obstakels, op passende hoogte en op een passende plaats ten opzichte van het gezichtsveld geïnstalleerd, hetzij bij de toegang tot de zone waar een algemeen risico bestaat, hetzij in de onmiddellijke nabijheid van een bepaald risico of het te signaleren object, en wel op een goed verlichte en gemakkelijk toegankelijke en zichtbare plaats. Bij slechte natuurlijke verlichtingsomstandigheden moeten fluorescerende kleuren, reflecterende materialen of kunstlicht (voor zover dit niet tot een verkeerde waarneming leidt) worden gebruikt. 2 Een bord moet worden verwijderd zodra de situatie die de aanwezigheid ervan rechtvaardigt, niet meer bestaat DUUR Blijvende plaatsing Blijvend wordt geplaatst : a) de signalering in verband met een verbod, een waarschuwing en een gebod, alsook die in verband met de lokalisatie en identificatie van reddings- of hulpmiddelen; b) de signalering met het oog op lokalisatie en identificatie van het brandbestrijdingsmaterieel; c) de signalering op recipiënten en leidingen; d) de signalering van gevaar door stoten tegen obstakels, door vallende voorwerpen of voor het vallen van personen; e) de markering van dienstwegen.

26 Blz Tijdelijke plaatsing Tijdelijk worden gebruikt: a) een lichtsignaal, een akoestisch signaal of een mondelinge mededeling voor het signaleren van gevaarlijke gebeurtenissen, voor het oproepen van personen voor een specifieke actie of voor de dringende evacuatie van personen. Die signalering wordt gebruikt met inachtneming van de mogelijkheden inzake vrije keuze en gezamelijk gebruik waarvan sprake in punt 2 en 3 hierna; b) een hand- of armsein of een mondelinge mededeling voor het geleiden van personen die handelingen uitvoeren die een risico of een gevaar inhouden, bij voorbeeld het behandelen van lasten Doeltreffendheid 1. De doeltreffendheid van een signalering mag niet in het gedrang worden gebracht door : 1 ) de aanwezigheid van een andere signalering of van een andere emissiebron van hetzelfde type die de zicht- of hoorbaarbeid verstoren. Dit houdt onder meer in dat: a. vermeden wordt te veel borden dicht bij elkaar te plaatsen; b. niet terzelfdertijd twee lichtsignalen worden gebruikt die met elkaar kunnen worden verward; c. geen lichtsignaal wordt gebruikt in de nabijheid van een andere, weinig verschillende lichtbron; d. niet terzelfdertijd twee geluidssignalen worden gebruikt; e. geen geluidssignaal wordt gebruikt als het omgevingslawaai te sterk is. 2 ) een slecht ontwerp, een ontoereikend aantal, een slechte plaatsing, een slechte staat of een slechte werking van de signaleringsmiddelen of -voorzieningen. Dit houdt onder meer in dat: a. de signaleringsmiddelen en -voorzieningen, naargelang van het geval, geregeld moeten worden schoongemaakt, onderhouden, nagezien en hersteld, zo nodig vervangen, met het oog op het behoud van hun intrinsieke en/of functionele kwaliteiten; b. het aantal signaleringsmiddelen of -voorzieningen dat moet worden aangebracht, en de plaats ervan, afhankelijk zijn van de grootte van de risico's of gevaren of van de te beveiligen zone;

27 Blz. 27 c. bij signaleringen die een energiebron behoeven, in een noodvoeding voorzien moet zijn voor het geval dat deze energiebron zou uitvallen, behalve indien het risico ophoudt te bestaan bij het uitvallen van de energie; d. een licht- of geluidssignaal bij inwerkingstelling het begin van een gevergde actie aangeeft en dat de duur ervan even lang moet zijn als de actie het vereist; e. de licht- en geluidssignalen na ieder gebruik onmiddellijk opnieuw ingeschakeld moeten worden; f. de licht- en geluidssignalen vóór de ingebruikneming op hun goede werking en reële doeltreffendheid moeten worden gecontroleerd. Die controle moet nadien voldoende vaak worden herhaald; g. indien de betrokken werknemers een beperkt gehoor- of gezichtsvermogen hebben onder meer door het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, overeenkomstige aanvullende maatregelen of vervangingsmaatregelen dienen te worden genomen. 2. Bij gelijke doeltreffendheid is er vrije keuze tussen: a) een band of een bord om het risico op struikelen of vallen door hoogteverschil te signaleren; b) lichtsignaal, akoestisch signaal of mondelinge mededeling; c) hand- of armsein of mondelinge mededeling. 3. De volgende signalen mogen gezamenlijk gebruikt worden: a) lichtsignaal en akoestisch signaal; b) lichtsignaal en mondelinge mededeling; c) hand- of armsein en mondelinge mededeling.

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 6. Veiligheids- en gezondheidssignalering

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 6. Veiligheids- en gezondheidssignalering Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 6. Veiligheids- en gezondheidssignalering Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 92/58/EEG van de Raad van 24 juni 1992

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S )

Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S ) Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S. 19.9.1997) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing van de ambtenaren

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S. 19.9.1997)

Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S. 19.9.1997) Koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk (B.S. 19.9.1997) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing van de ambtenaren

Nadere informatie

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997 17 JUNI 1997. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 BS van 18/09/02 ALBERT II, Koning

Nadere informatie

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997 17 JUNI 1997. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Belgisch Staatsblad 19 september 1997 Gewijzigd door : KB van 20/07/15 BS van 04/08/15 KB van 10/10/12

Nadere informatie

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE Onderwerp: Locatie van uitvoering: Datum van uitvoering: VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE WERVEN & WERKPLAATS SEPTEMBER 1. WAT ZIJN VEILIGEHEID EN GEZONDHEIDSSIGNALERINGEN: Definitie: SIGNALERING

Nadere informatie

Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering

Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Toolbox-meeting: Veiligheids- & gezonheidssignalering

Nadere informatie

collectieve technische beschermingsmiddelen of door maatregelen, methoden of handelwijzen in de sfeer van de werkorganisatie; Overwegende dat de

collectieve technische beschermingsmiddelen of door maatregelen, methoden of handelwijzen in de sfeer van de werkorganisatie; Overwegende dat de Richtlijn 92/58/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16,

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Aspecten Veiligheids- en gezondheidssignalering

Arbeidsplaatsen Aspecten Veiligheids- en gezondheidssignalering WAT Arbeidsplaatsen Aspecten Veiligheids- en gezondheidssignalering Een signalering die, toegepast op een bepaald object, een bepaalde activiteit, een bepaalde situatie of een bepaalde handelswijze, door

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1992L0058 NL 25.03.2014 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 92/58/EEG VAN DE RAAD van 24 juni 1992

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

L3G B.04 Markeringen, BIJLAGE 10:

L3G B.04 Markeringen, BIJLAGE 10: L3G 06.05.B.04 Markeringen, BIJLAGE 10: Wettelijk kader: arbeidsomstandighedenregeling: (arbo V&G signalisatie + hand- en armseinen) Bijlage 10: Arboregeling bijlage XVIII (arbeidsomstandighedenregeling

Nadere informatie

Veiligheids- en gezondheidssignalering

Veiligheids- en gezondheidssignalering Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk www.provikmo.be info@provikmo.be Veiligheids- en gezondheidssignalering (K.B. van 17 juni 1997, B.S. van 19 september 1997) Wat zijn veiligheids-

Nadere informatie

Napo s beste signalen voor veiligheid: Les één Gevaars-/verbodsborden

Napo s beste signalen voor veiligheid: Les één Gevaars-/verbodsborden Napo s beste signalen voor veiligheid: Les één Gevaars-/verbodsborden (7 9 jaar) Tips voor de leerkracht Kinderen kunnen niet vroeg genoeg de basisbeginselen van veiligheid en gezondheid leren kennen waarmee

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

HANDBOEK VEILIGHEIDSMIDDELEN 23-09-2011

HANDBOEK VEILIGHEIDSMIDDELEN 23-09-2011 Hoofdstuk 10 - Veiligheidsaanduidingen Inleiding Veiligheid op de werkplek begint vaak met te weten welke gevaren op de werkplek aanwezig zijn en waar extra op gelet moet worden. Door een duidelijke signalering

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I 47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in

Nadere informatie

Hoofdstuk Paragraaf Eindterm Toetsterm 1. Wetgeving 1.5 Grondbeginselen arbeidstijdenwetgeving De kandidaat kan de doelstellingen van de

Hoofdstuk Paragraaf Eindterm Toetsterm 1. Wetgeving 1.5 Grondbeginselen arbeidstijdenwetgeving De kandidaat kan de doelstellingen van de Hoofdstuk Paragraaf Eindterm Toetsterm 1. Wetgeving 1.5 Grondbeginselen arbeidstijdenwetgeving 1.5.1 De kandidaat kan de doelstellingen van de wetgeving inzake arbeidstijden omschrijven 1.5.1.1 De kandidaat

Nadere informatie

Signalisatie door borden en pictogrammen. De gegevens komen van de website: http://www.vub.ac.be/preventie/welcome.html

Signalisatie door borden en pictogrammen. De gegevens komen van de website: http://www.vub.ac.be/preventie/welcome.html Signalisatie door borden en pictogrammen De gegevens komen van de website: http://www.vub.ac.be/preventie/welcome.html Brandbestrijdingsborden Borden in verband met het brandbestrijdingsmaterieel hebben

Nadere informatie

Veiligheid: pictogrammen en borden

Veiligheid: pictogrammen en borden KWALIFICATIE DETAILHANDEL Veiligheid: pictogrammen en borden Joris werkt in een bouwmarkt waar aluminium buizen worden verkocht. Joris moet een grote order verzamelen. Bij een stelling moet hij tien buizen

Nadere informatie

Introductie uitzendkrachten

Introductie uitzendkrachten Blz.: 1/7 I. Veiligheidsregels- en voorschriften Voor de specifieke veiligheids- en gezondheidsregels, alsook de vereiste PBM, wordt steeds verwezen naar de werkpostfiche, de introductiebrochure van de

Nadere informatie

www.bradyeurope.com Verbod VEILIGHEIDSSIGNALERING

www.bradyeurope.com Verbod VEILIGHEIDSSIGNALERING Het verbodsteken is een veiligheidsteken dat een handeling waardoor gevaar zou kunnen ontstaan, verbiedt. Het verbodsteken is altijd cirkelvormig en heeft een rode rand met een rode dwarsstreep. De achtergrond

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Bijlage pictogrammen ervaringsbewijs

Bijlage pictogrammen ervaringsbewijs Bijlage pictogrammen ervaringsbewijs Behandelingslabel Een behandelingslabel duidt de manier aan waarop je met bepaalde producten moet omgaan om ze niet te beschadigen. Behandelingslabels worden weergegeven

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30107 14 september 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2015, nr. 2015-0000245143,

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst 31.1.2014 A7-0319/ 001-019 AMENDEMENTEN 001-019 ingediend door de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Verslag Sari Essayah Indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels A7-0319/2013

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

A WAY OF LIVING. V&G signalering. Standaards voor professionals, wees alert!

A WAY OF LIVING. V&G signalering. Standaards voor professionals, wees alert! V G W M A WAY OF LIVING V&G signalering Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Op een locatie moet je in één oogopslag kunnen zien welke gevaren daar zoal aanwezig zijn. Ook

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen.

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 BS van 18/09/02 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Voor afdeling 7 Periodieke controle en onderhoud van boek III, titel 3, hoofdstuk III van de codex over het welzijn

Nadere informatie

mei 2008 V&G signalering VGWM Veiligheid Milieu Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 V&G signalering VGWM Veiligheid Milieu Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 V&G signalering VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Op een locatie moet je in één oogopslag kunnen

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 1999/92/EG van het Europees

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers WelzijnWerk.book Page i Tuesday, August 12, 2008 4:36 PM TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering

Nadere informatie

Brandpreventie in de praktijk

Brandpreventie in de praktijk Brandpreventie in de praktijk WAT TE DOEN BIJ BRAND? 2 Hoe ontstaat brand? Om een vuurtje te krijgen heb je drie zaken nodig: Zuurstof, brandstof en temperatuur Als je een van die drie zijden wegneemt,

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Wettelijk kader: Te onthouden: Om welke koninklijke besluiten gaat het?

Wettelijk kader: Te onthouden: Om welke koninklijke besluiten gaat het? INDELING, ETIKETTERING EN VERPAKKING VAN STOFFEN EN MENGSELS - Nota over de wetgeving Augustus 2015 Wettelijk kader: Een Koninklijk Besluit van 20/07/2015, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 04/08/2005

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT VOOR DE ARBEIDSBESCHERMING (ARAB)

ALGEMEEN REGLEMENT VOOR DE ARBEIDSBESCHERMING (ARAB) ALGEMEEN REGLEMENT VOOR DE ARBEIDSBESCHERMING (ARAB) Het ARAB wordt op termijn vervangen door de codex over het welzijn op het werk. Het ARAB wordt langzaam maar zeker uitgehold, zodat uiteindelijk enkel

Nadere informatie

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05. Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.2003) Artikel 1.- 1. Dit besluit en zijn bijlagen zijn de omzetting

Nadere informatie

L3G B.04 Markeringen, BIJLAGE 1:

L3G B.04 Markeringen, BIJLAGE 1: L3G 06.05.B.04 Markeringen, BIJLAGE 1: - kleurmarkeringen, vorm en betekenis - opmaak samengestelde tekens (prioriteitsregels) - signaalwoorden en kleurcontrasten - veiligheidsmarkering & kleuren - de

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN DIT BRANDWEERREGLEMENT IS ZEER BELANGRIJK ONDERMEER VOOR DE UITBATERS VAN KRAMEN WAAR VERWARMINGSTOESTELLEN WORDEN GEBRUIKT. GELIEVE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN NA TE LEVEN VOORAL DE ALINEA S IN HET

Nadere informatie

BIJLAGE S.E.M. Signalering Etikettering Markering

BIJLAGE S.E.M. Signalering Etikettering Markering BIJLAGE S.E.M. Signalering Etikettering Markering LET OP! LEES EERST DE ONDERSTAANDE TEKST. Op enkele sheets staat in de rechterbovenhoek VOL-VCA. Deze sheets maken deel uit van de VOL-VCA examen-les-stof.

Nadere informatie

Napo s beste signalen voor veiligheid: Les twee Gebodsborden/borden voor noodsituaties

Napo s beste signalen voor veiligheid: Les twee Gebodsborden/borden voor noodsituaties Napo s beste signalen voor veiligheid: Les twee Gebodsborden/borden voor noodsituaties (7 9 jaar) Tips voor de leerkracht Kinderen kunnen niet vroeg genoeg de basisbeginselen van veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs

Nadere informatie

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen. BRANDPREVENTIE op de arbeidsplaatsen. Overzicht Wat was het? KB 28/03/2014 : toepassingsgebied en definities Risicoanalyse: risicofactoren Risicoanalyse en preventiemaatregelen Specifieke preventiemaatregelen

Nadere informatie

Werken met. V&G Signalering. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Werken met. V&G Signalering. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid ... Think safety! Werken met VGM Algemeen Milieu Gezondheid Veiligheid 1 Werken met Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid heeft binnen ons bedrijf de hoogste prioriteit;

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Verbodstekens. Een voorbeeld: VEILIGHEIDSSIGNALISATIE

Verbodstekens. Een voorbeeld: VEILIGHEIDSSIGNALISATIE Verbodstekens Het verbodsteken verbiedt een handeling waardoor gevaar zou kunnen ontstaan. Het verbodsteken is altijd cirkelvormig en heeft een rode rand met een rode dwarsstreep. De achtergrond is wit

Nadere informatie

... Think safety! Werken met. V&G Signalering. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

... Think safety! Werken met. V&G Signalering. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid ... Think safety! Werken met VGM Algemeen Milieu Gezondheid Veiligheid 1 Werken met Denk aan veiligheid- altijd en overal Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid

Nadere informatie

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN Afmetingen van lokalen en werkruimten : de lokalen zijn tenminste 2,5 m hoog (de delen die geen 2,5 m hoogte bereiken worden niet meegeteld voor de bepaling van

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 1. Inleidende bepalingen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering Ir. Werner Keppens Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Werner.keppens@werk.belgie.be 03/2327905 30/01/2014 Open Forum

Nadere informatie

De klassieke oranje HSID-symbolen vervallen en worden vervangen door de nieuwe GHS/CLP-pictogrammen.

De klassieke oranje HSID-symbolen vervallen en worden vervangen door de nieuwe GHS/CLP-pictogrammen. GEMEENSCHAPPELIJKE PREVENTIEDIENST Gevaarlijke stoffen - etikettering De klassieke oranje HSID-symbolen vervallen en worden vervangen door de nieuwe GHS/CLP-pictogrammen. Op 31 december 2008 is de Verordening

Nadere informatie

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten

Nadere informatie

Hoofdstuk Lijsten van de gevaarlijke goederen

Hoofdstuk Lijsten van de gevaarlijke goederen Hoofdstuk 3.2 - Lijsten van de gevaarlijke goederen 3.2.1 Verduidelijkingen betreffende Tabel A : Lijst van de gevaarlijke goederen per UN-nummer Over het algemeen heeft elke rij van tabel A van onderhavig

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

reddingstekens artikelgroep 3100

reddingstekens artikelgroep 3100 PC010 Diameter: 75x150, 100x200, 150x300, 200x400mm reddingstekens artikelgroep 3100 uitgang plaats & richting verzamelpunt richting eerste hulp nooddouche oogspoeler brancard ladder reddingstelefoon medische

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING

HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING 4.1 GEVAARLIJKE STOFFEN HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING Tijdens de scheikundelessen zullen jullie zelf vaak met stoffen werken die gevaarlijk kunnen zijn. Om goed en veilig met deze stoffen (chemicaliën) om

Nadere informatie

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Deze fiche herneemt in detail de inhoud en de grote lijnen van artikel 52 Verplichtingen van de werkgever brand voorkomen ieder begin van brand snel bestrijden

Nadere informatie

OVT module: Veiligheid signalering

OVT module: Veiligheid signalering Inleiding De module veiligheid signalering gaat over veiligheidskleuren en -symbolen waarmee men in de werkomgeving en in de privé sfeer mee in aanraking kan komen. Het is niet de bedoeling om een opsomming

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING HSE guidelines S december 2012 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan gesloten installaties

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 14 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.)

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 14 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.) NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN HUMAN RESOURCES CENTRALE EXAMENCOMMISSIE BUREAU 311 (SECTIE 61) TEL. 911/53612 Brussel, 18 februari 2004. BERICHT Nr. 14 HR Uitreiking : T.25/002 (reserve

Nadere informatie

Bericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN OP HET WERK. Naamswijziging nieuwe structuur geactualiseerde teksten

Bericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN OP HET WERK. Naamswijziging nieuwe structuur geactualiseerde teksten NMBS-Holding Brussel, 30. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Algemene instructies voor het gebruik van veiligheidsschoenen. Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Algemene instructies voor het gebruik van veiligheidsschoenen. Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301 Pagina 1 van 5 Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301 Veiligheidsschoenen 1. Algemeen Deze instructies sluiten aan bij de veiligheidsinstructies voor de installaties die noodzakelijk zijn voor het

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST PORTOFOONCOMMUNICATIE Wordt er voor de communicatie gebruik gemaakt van portofoons, denk dan aan de volgende zaken: Noem de naam van de aan te spreken persoon altijd eerst, zodat die persoon weet dat hij

Nadere informatie

8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese

8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese 8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese Toepassingsgebied (art. 1) Op de werkgevers en werknemers en op de daarmee gelijkgestelde personen. Definitie van arbeidsmiddelen (art. 2.1)

Nadere informatie

lpd 1 = /5 lpd 2 = /6 lpd 8 = /2 lpd 13 = /6 lpd 21 = /10 lpd 22 = /6 lpd 25 = /4

lpd 1 = /5 lpd 2 = /6 lpd 8 = /2 lpd 13 = /6 lpd 21 = /10 lpd 22 = /6 lpd 25 = /4 Naam: Datum: Klas: Nr: Test PAV: 3. Veiligheidssignalisatie en elektriciteit. / 39 lpd 1 = /5 lpd 2 = /6 lpd 8 = /2 lpd 13 = /6 lpd 21 = /10 lpd 22 = /6 lpd 25 = /4 Let op!! - Schrijf duidelijk. - Lees

Nadere informatie

Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken

Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken Betekenis P-zinnen Algemeen P101 P102 P103 Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden Buiten het bereik van kinderen houden Alvorens te gebruiken, het etiket

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)

Nadere informatie

Les 1: Veiligheid op het laboratorium.

Les 1: Veiligheid op het laboratorium. Les 1: Veiligheid op het laboratorium. Inleiding Deze les gaat over het onderwerp VEILIGHEID BIJ SCHEIKUNDE en geldt als een soort van naslagwerk. Bewaar dit dus goed. Vraag bij twijfels over de veiligheid

Nadere informatie

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 Intern transport Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be inhoud Intern verkeer

Nadere informatie

TAD: Technologische AdviesDienst

TAD: Technologische AdviesDienst informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat

Nadere informatie

HSE guidelines. SApril 2017 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING

HSE guidelines. SApril 2017 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING HSE guidelines SApril 2017 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een risico

Nadere informatie

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 3/5

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 3/5 Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Tafelcirkelzaagmachine Versie 99/1 Blz. 1/5. Risico voorkoming. Schade voorkoming. Risico beperking. Schade beperking 1 Algemeen V Risico's eigen aan het werken

Nadere informatie

Deel IV Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen

Deel IV Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen ARAD 06 Deel IV Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen Titel I Algemene bepalingen die gemeenschappelijk zijn voor alle diensten Hoofdstuk II Voorkoming van

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING HSE guidelines S april 2017 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSSIGNALERING Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een risico

Nadere informatie

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen

Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen ARAD 06 Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen Hoofdstuk I Algemeen 1. WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie