gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur op 29 juni 2011 over de visie en strategie voor het zuiveringsbeheer

Transcriptie

1 VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 5c Onderwerp: Voorbereiding realisatie sliblijn (Fase 1) op de huidige locatie van de rwzi Utrecht Nummer: In D&H: Steller: ing. M.J.A. Boersen In Cie: BMZ Telefoonnummer: SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer In AB: Portefeuillehouder: Reerink Geheim: ja nee ONTWERP Voorstel gelet op het besluit van het algemeen bestuur op 21 december 2011 om de voorbereiding van het verplaatsen van de sliblijn naar het terrein van de rwzi Maarssenbroek te starten en hiervoor een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen Gelet op de voorstellen over het Uitvoeringskrediet opheffen van de rwzi Maarssenbroek en de Uitvoeringskrediet instandhoudingsplan die ook op de agenda van het algemeen bestuur staan gelet op het besluit van het Algemeen Bestuur op 29 juni 2011 over de visie en strategie voor het zuiveringsbeheer Stelt het college u voor 1. het deelproject sliblijn rwzi Utrecht te splitsen in: - Fase 1, het realiseren van thermische drukhydrolyse (TDH), slibvergisting en slibontwatering - Fase 2, het realiseren van slibdroging, vergassen van het slib of verstoken in een bioenergiecentrale (BEC); 2. Voorbereiding van Fase 1 het realiseren van TDH, slibvergisting en slibontwatering op de huidige locatie van het Zandpad te starten; 3. Te kiezen voor het nieuwbouw scenario bij realisatie van de slibverwerkingsinstallatie; 4. Een voorbereidingskrediet ad 1,7 mln. voor fase 1 van het deelproject sliblijn toe te kennen en hiervoor het door u toegekende voorbereidingskrediet ad 1,0 mln. t.b.v. de slibverwerkingsinstallatie op Lage Weide in te zetten. Het restant ad 0,7 mln. in 2014 beschikbaar te stellen door dit bedrag in de voorjaarsnota van 2013 (in de jaarschijf) 2014 op te nemen. 5. Een MER op te stellen voor de water- en de sliblijn en hiervoor een eerste tranche van het voorbereidingskrediet ad ,= van de waterlijn vervroegd beschikbaar te stellen en de ophoging van de jaarschijf 2013 investeringen in de begroting 2013 met de 1 e begrotingswijziging 2013 te verwerken. Advies commissie BMZ SKK Reactie college op advies commissie

2 VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN

3 In vogelvlucht, geschiedenis en voorstel Op 21 december 2011 heeft het algemeen bestuur, in het kader van het toekomstscenario rwzi Utrecht, besloten om te starten met de voorbereiding voor het verplaatsen van de slibverwerkingsinstallatie (SVI) naar het terrein van rwzi Maarssenbroek op Lage Weide. Met de opdracht van het algemeen bestuur om de verplaatsingsvariant uit te werken is de organisatie aan de slag gegaan. Er zijn onderzoeken benoemd en uitgevoerd. De samenvattende eindrapportage Initiatiefase Realisatie SVI Utrecht is in bijlage 2 bij dit voorstel opgenomen. De belangrijkste conclusie is dat synergie met een biomassa energiecentrale (nu) niet haalbaar is. Daarmee valt een drijfveer in termen van duurzaamheid en een belangrijke financiële pijler voor verplaatsen van de sliblijn naar Lage Weide weg. Voorgesteld wordt om het realiseren van sliblijn te faseren en nu te kiezen voor het realiseren van de eerste fase van de sliblijn op de huidige locatie van de rwzi Utrecht. Daarmee houden we de opties voor het op termijn realiseren van de tweede fase open, wel is het zo dat het transport naar de tweede fase per as zal moeten plaatsvinden. De gekozen oplossing past binnen de financiële kaders zoals gesteld in het masterplan. Toelichting In het masterplan is uitgegaan van verplaatsing van de sliblijn naar Lage Weide omdat synergie werd verwacht met een hier te realiseren biomassa energiecentrale (BEC) door een energiebedrijf. Uit de deelonderzoeken is gebleken dat het bereiken van deze synergie op dit moment nog niet mogelijk is. Er blijken twee concurrerende initiatieven voor een BEC op Lage Weide te zijn (Nuon en Eneco). Omdat er uiteindelijk ruimte is voor één BEC op Lage Weide vertraagt dit de besluitvorming voor de realisatie van een BEC. De planning van de BEC loopt daardoor niet langer synchroon aan onze huidige planning voor het realiseren van de sliblijn op Lage Weide. De locatie van de eventuele BEC is op dit moment bovendien onzeker door deze concurrerende initiatieven. Het realiseren van synergie met een BEC door het uitwisselen van warmte en het meestoken van slib is daardoor op dit moment niet haalbaar. De ontwikkeling van Fase 2 van de Energiefabriek Nieuwegein is vertraagd waardoor er nu nog geen inzicht bestaat of kleinschalige vergassing haalbaar is. Een belangrijk deel van het verwachte inverdieneffect van verplaatsen van de sliblijn naar Lage Weide is toegeschreven aan synergie met de BEC. Daarom wordt voorgesteld om het realiseren van de SVI in de tijd te splitsen in Fase 1 (Thermische druk hydrolyse, vergisten, ontwateren) en Fase 2 (drogen en meestoken in een BEC/vergassen). Wijziging voorkeurslocatie sliblijn (Fase 1) Voor Fase 1 levert verplaatsing naar Lage Weide geen significante voordelen, in bijlage 2 is dit nader toegelicht. Als gekozen wordt om nu Fase 1 van de SVI te realiseren op de huidige locatie dan houden we alle opties om op termijn Fase 2 (BEC/vergassing) te realiseren open. Gevolg is dat ontwaterd slib vanaf de huidige locatie per as naar deze locatie getransporteerd moet worden. Daarom wordt voorgesteld Fase 1 van de Sliblijn (Thermische druk hydrolyse, vergisten, ontwateren) te realiseren op de huidige locatie aan het Zandpad. Renoveren of nieuwbouw sliblijn Op basis van de laatste inzichten zijn vervolgens de renovatievariant (S0) en de nieuwbouwvariant op de huidige locatie tegen elkaar afgewogen. Op basis van het instandhoudingsplan is bijvoorbeeld geconstateerd dat renovatie van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installatie van de slibverwerking ingrijpender en daardoor kostbaarder is dan in het masterplan was becijferd. De renovatievariant wordt daardoor gereduceerd tot het hergebruiken van een aantal civiele constructies en een aantal werktuigbouwkundige installaties. Op basis van een meer gedetailleerd ontwerp inclusief kostenraming die in 2012 zijn opgesteld is bepaald wat het verschil is tussen de S0 en de S1 variant. In bijlage 3 is uitgewerkt hoe de renovatie- en de nieuwbouwvariant zich volgens de laatste inzichten tot elkaar verhouden. Zoals in het masterplan is aangegeven moet op basis van een inspectie van de civiele constructie van de gistingstanks bovendien eerst worden aangetoond dat de technische staat voldoende goed is voor renovatie. De operationele kosten (exclusief de afvoerkosten van slib, zand, en vervuiling uit de tanks) voor het leegzetten van een gistingstank zijn geraamd op EUR ,=. Inspectie van een gistingstank heeft

4 een doorlooptijd van 6 maanden en leidt daardoor tot een vertraging. Hergebruik van civiele constructies uit de oude slibverwerking hebben een negatieve invloed op de configuratie van de nieuwe slibverwerkingsinstallatie. Slib moet heen en weer worden gepompt naar de oude gistingstanks. In Bijlage 4 is schematisch weergeven hoe de optimale configuratie van de water- en sliblijn er op de locatie Zandpad uit zien. Daarom wordt voorgesteld om nieuwbouw van de sliblijn (Fase 1) te verkiezen boven (gedeeltelijke) renovatie van de bestaande sliblijn en het reeds beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet hiervoor in te zetten. Voorbereiding waterlijn eerder opstarten Voor de waterlijn worden een aantal voorbereidende werkzaamheden naar voren getrokken. Voor de sliblijn moet een Milieu Effect Rapportage (MER) worden opgesteld. De doorlooptijd voor het opstellen van de MER bedraagt één tot anderhalf jaar. De MER is nodig om de benodigde vergunningen te verkrijgen. Nu de sliblijn op de huidige locatie wordt gerealiseerd moet een MER voor de gehele installatie, dus inclusief waterlijn, worden opgesteld. De noodzaak om deze werkzaamheden voor de waterlijn naar voren te trekken is dus een direct gevolg van het wijzigen van de voorkeurslocatie van de sliblijn. Voor de waterlijn betekent dit dat de MER naar voren wordt getrokken. Om een MER te kunnen opstellen is het nodig om voorontwerpen op te stellen van de toekomstige waterlijn. Er is dus sprake van een verschuiving van de voorbereidende werkzaamheden naar voren in de tijd en daarmee ook de kosten. In tabel 1 is aangegeven welke voorbereidende werkzaamheden voor de waterlijn uitgevoerd gaan worden. Tabel 1. Raming voorbereidende werkzaamheden voor de waterlijn Voorbereidende werkzaamheden waterlijn Raming MER traject (extra kosten voor de waterlijn) ,= Voorontwerpen waterlijn ,= Architectuur (extra kosten voor de waterlijn) ,= Grond- en asbestonderzoek ,= Totale kosten ,= Daarom wordt voorgesteld om een MER op te stellen voor de water- en de sliblijn en hiervoor een eerste tranche van het voorbereidingskrediet van de waterlijn beschikbaar te stellen De voorontwerpen van de waterlijn worden ook gebruikt om de keuze voor de gewenste technologie voor de waterlijn op te baseren. Een voorstel hiervoor wordt medio 2014 voorgelegd aan het algemeen bestuur. In dit voorstel wordt de eerste tranche van het voorbereidingskrediet voor het realiseren van de waterlijn aangevraagd. Dit krediet maakt deel uit van het voorbereidingskrediet voor het realiseren van een nieuwe waterlijn op de rwzi Utrecht. Wat stellen wij u nu voor? 1. Wij stellen u daarom voor om in besluitvorming en realisatie de sliblijn te splitsen in twee fasen: Fase 1: thermische drukhydrolyse (TDH), vergisten, gasmotoren en ontwateren van slib; Fase 2: slibdrogen, kleinschalig vergassen/verbranden of verstoken in bio-energiecentrale (BEC). 2. Wij stellen voor Fase 1 van de slibverwerkingsinstallatie te realiseren op de huidige locatie aan het Zandpad. 3. Wij stellen voor te kiezen voor nieuwbouw van een slibverwerking op deze locatie. 4. Wij stellen voor het voorbereidingskrediet dat beschikbaar is gesteld voor het voorbereiden van het verplaatsen van de sliblijn nu in te zetten voor de voorbereiding van het realiseren van een nieuwe sliblijn op de huidige locatie

5 5. Wij stellen u voor nu de MER voor de water- en de sliblijn op te stellen en hiervoor een eerste tranche van het voorbereidingskrediet van de waterlijn beschikbaar te stellen. Masterplan In het masterplan is van de verschillende varianten een NCW berekening opgesteld om een investeringsafweging te maken. In bijlage 5 is de bijgestelde NCW berekening voor de varianten realiseren van een slibverwerkingsinstallatie op Lage Weide (W1 S2), het realiseren van een nieuwe slibverwerkingsinstallatie op het Zandpad (W1 S1) en het renoveren van de huidige slibverwerkingsinstallatie (W1 S0) weergegeven. Om de vergelijking met de tabellen uit het masterplan te kunnen maken is in alle varianten voor de sliblijn uitgegaan van de State of the art variant (W1) voor de waterlijn. De geactualiseerde NCW berekeningen zijn gebaseerd op de meest actuele ramingen van de slibverwerkingsinstallatie. In alle varianten is uitgegaan van het in bedrijf nemen van de sliblijn in 2016 en de waterlijn in De belangrijkste conclusies over de geactualiseerde NCW berekening zijn: - De NCW van de W1 S0 variant is gestegen ten opzichte van de NCW berekening in het masterplan - De NCW van de W1 S1 variant is ca. 5 mln. hoger dan de NCW van W1 S0 In bijlage 3 en 5 wordt uiteengezet hoe bovenstaande conclusies tot stand zijn gekomen. De actuele raming van het realiseren van de slibverwerkingsinstallatie op het Zandpad komt uit op 47,7 mln. Deze raming kent een nauwkeurigheidsmarge van +/- 25%.. Eerste tranche voorbereidingskrediet waterlijn Een deel van het voorbereidingskrediet voor de waterlijn is eerder nodig dan gepland als wordt besloten de sliblijn op de huidige locatie van de rwzi Utrecht te realiseren. Dit is nodig omdat een aantal werkzaamheden in dit geval gelijktijdig voor de water- en sliblijn uitgevoerd moeten worden. Hiervoor is een krediet nodig van 0,5 mln. Dit krediet is in feite de eerste tranche van het voorbereidingskrediet voor de waterlijn dat medio 2014 bij het algemeen bestuur aangevraagd zal worden. In het huidige meerjarenperspectief investeringsramingen staat in de jaren 2014 tot 2018 een totaal krediet voor de waterlijn van 102 mln. opgenomen. Met de regel dat het voorbereidingskrediet maximaal 10% van het totaal krediet mag zijn zou het voorbereidingskrediet maximaal 10,2 mln. mogen bedragen. Het voorbereidingskrediet voor de waterlijn is geraamd op 3,5 mln. In de jaarschijf investeringen 2013 zijn geen middelen geautoriseerd t.b.v. de waterlijn. In de jaarschijf 2014 is 1,5 mln. opgenomen. Een deel van de voorbereidingswerkzaamheden voor de waterlijn worden als gevolg van het wijzigen van de locatie voor het realiseren van de sliblijn in de tijd naar voren gehaald. Het nu toekennen de eerste tranche van het voorbereidingskrediet ad 0,5 mln. leidt daarom tot een begrotingswijziging. Voorgesteld wordt om deze wijziging in de eerste begrotingswijziging van 2013 te verwerken. ARGUMENTEN (De nummering bij onderstaande argumenten sluit aan bij de nummering van de voorstellen op het voorblad) 1. Door onderscheid aan te brengen in Fase 1 en 2 loopt realisatie van de nieuwe rwzi minder vertraging op. Vanwege de technische staat van de huidige slibverwerkingsinstallatie en afspraken met AGV en de staat van de huidige rwzi is verdere vertraging niet verantwoord. Daarnaast is er op dit moment onvoldoende inzicht in de mogelijkheden voor Fase Voor Fase 1 biedt de locatie Lage Weide geen significante voordelen ten opzichte van de huidige locatie. Vergunningstechnisch is het goed mogelijk fase 1 op de huidige locatie te realiseren. Wel zullen een aantal aanvullende maatregelen worden getroffen om de geur- en geluidsemmisies maar de omgeving zoveel mogelijk te beperken. 2b. Realisatie van Fase 1 op locatie Zandpad vormt geen belemmering voor Fase 2 op Lage Weide. Het deelonderzoek laat zien dat de ontwikkeling van beide Fases onafhankelijk van elkaar kan plaatsvinden. Voor Fase 2 kan nog steeds gekozen worden voor realisatie op een nieuwe locatie nabij een nieuw te realiseren biomassa energiecentrale op Lage Weide. 3a. De varianten renovatie en nieuwbouw zijn economisch nauwelijks onderscheidend

6 Op basis van de laatste inzichten zijn de economische voordelen van hergebruik van bestaande onderdelen van de huidige sliblijn gering. Bij volledige nieuwbouw zijn de projectrisico s beter beheersbaar. 3b. Bij nieuwbouw kan een compactere installatie in een optimale configuratie worden gerealiseerd. Dit vergroot de mogelijkheid om de delen van de rest van het terrein voor andere doeleinden te gebruiken (Voor het waterschap zelf of voor derden). 3c. Bij nieuwbouw treedt minder vertraging in de realisatie op. 5. Het doorlopen van de MER procedure voor de gehele toekomstige installatie is efficiënt en voorkomt het ontstaan van risico s in het vergunningen traject. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN In de visie Zuiver Afvalwater- visie en strategie voor het zuiveringsbeheer zijn de organisatiedoelen vertaald naar een visie voor het zuiveringsbeheer. Dit voorstel in met deze visie in overeenstemming. Met dit voorstel realiseren we een sliblijn tegen de laagste maatschappelijke kosten en maken we voor Fase 2 ruimte om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen met het oog op de toekomst. Realisatie van een nieuwe rwzi Utrecht maakt deel uit van het verlengd bestuursakkoord op hoofdlijnen. Uitgangspunten daarbij zijn innovatie en duurzaamheid en het bewaken van de rendabiliteit van de investeringen. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Voorbereidingskrediet sliblijn In het AB besluit van 21 december 2011 is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld van 1 mln voor de slibverwerkingsinstallatie op Lage Weide. Voorgesteld wordt om dit voorbereidingskrediet aan te wenden voor het voorbereiden van de slibverwerkingsinstallatie (Fase 1) op de locatie Zandpad. De kosten voor de voorbereiding van Fase 1 op het Zandpad zijn geraamd op 1,7 mln. Hier zijn de reeds gemaakte kosten ad 0,15 mln. inbegrepen. Deze raming heeft een nauwkeurigheid van +/- 25%. Dit is ca. 3,6% van het geraamde uitvoeringskrediet van 47,7 mln. De richtlijn binnen het waterschap is een voorbereidingskrediet van 10% van het uitvoeringskrediet maar bij grote projecten is dit lager. De voorbereiding van het project wordt naar verwachting halverwege 2014 afgerond. De verwachte uitgaven over de jaren zijn 0,2 mln. in 2012, 0,8 mln. in 2013 en 0,7 mln. in In december 2011 heeft het algemeen bestuur een voorbereidingskrediet van 1,0 mln. beschikbaar gesteld. Het voorstel is om het voorbereidingskrediet te verhogen met 0,7 mln. en dit krediet in 2014 beschikbaar te stellen. KANTTEKENINGEN Realisatie van slibverwerking op het Zandpad leidt tot behoud van de slibtransporten door de stedelijke omgeving. Dit is een nadeel van de voorgestelde locatie, dat echter vergunningstechnisch geen problemen geeft. UITVOERING De planning is om dit werk in het tweede kwartaal 2014 wordt aanbesteed. Voor de aanbesteding wordt een voorstel voor een uitvoeringskrediet voorgelegd aan het algemeen bestuur. Eind 2016 zal de nieuwe sliblijn worden opgeleverd. Voordat dit werk wordt aanbesteed zullen grofweg de volgende activiteiten worden uitgevoerd: - Ontwerpen van terreinindeling, hydraulica, technologisch en architectuur - Dimensioneren objecten en installaties

7 - Diverse onderzoeken: sondering (fundering), asbest, archeologie en bodem vervuiling - Voorbereiding van MER en WM vergunningen - Opstellen contracten COMMUNICATIE De communicatie rond dit deelproject wordt opgepakt binnen het raamplan communicatie nieuwbouw rwzi Utrecht. Extra aandacht bij dit deelproject is er voor de directe omgeving. Een besluit tot het handhaven van de sliblijn op de locatie aan het Zandpad moet goed worden gecommuniceerd, met aandacht voor zaken als geur- en geluidhinder. De omwonenden zullen hierover worden geïnformeerd. Bestuurders van het waterschap hebben regelmatig (informeel) contact over project Utrecht met de portefeuillehouders van de gemeente Utrecht, de provincie Utrecht en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Daarnaast zijn er de volgende bijeenkomsten op bestuurlijk niveau geweest: Bestuurlijk overleg met AGV (lozingseisen rwzi Utrecht) november 2011, Bestuurlijk overleg waterschap, gemeente Utrecht en provincie Utrecht over de rwzi Utrecht op 28 juni 2012, Commissie stad en ruimte, gemeente Utrecht (werkbezoek) op de rwzi Utrecht op 30 oktober 2012, Informatie bijeenkomst project Utrecht algemeen bestuur op de rwzi Utrecht op 1 november 2011, Informatie bijeenkomst project Utrecht algemeen bestuur op de rwzi Utrecht op 3 juli 2012, Najaarsexcursie algemeen bestuur naar de rwzi Epe (Nereda) op 10 november 2012, BIJLAGE(N) nee ja, namelijk: - bijlage 1: Kosten-baten vergelijking Slibverwerkingsinstallatie KBW module 1 - bijlage 2: Rapportage initiatie-fase Realisatie SVI Utrecht, Brightwork BV. - bijlage 3: Notitie afweging renovatie versus nieuwbouw SVI op locatie Zandpad - bijlage 4A: Schematische weergave optimale configuratie water- en sliblijn (muct variant) - bijlage 4B: Schematische weergave optimale configuratie water- en sliblijn (Nereda variant) - bijlage 5: NCW berekening van varianten SVI op Lage Weide en het Zandpad TER INZAGE X nee Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman

8 BIJLAGE Bijlage 1: Kosten-baten vergelijking Slibverwerkingsinstallatie KBW module 1 Deze uitwerking van KBW (Kosten Baten Waterbeheer) bestaat uit de volgende elementen: 1. Achtergrond hier wordt het project en het op te lossen probleem kort beschreven; 2. Projectalternatieven hier worden projectalternatieven benoemd; 3. Welke module hier wordt bepaald welke KBW module dient te worden toegepast; 4. Financiële analyse hier is opgesomd wat de financiële consequenties van de projectalternatieven zijn; 5. Analyse effecten Hier worden de effecten van de projectalternatieven beschreven; 6. Conclusie hier wordt beschreven tot welk resultaat in het bestuursvoorstel dit heeft geleid. 1. Achtergrond Realisatie van een nieuwe rwzi Utrecht is kapitaal intensief, dat veel aandacht vergt. Op 21 dec heeft het Algemeen Bestuur een besluit genomen over de locatie van de slib- en de waterlijn. Resultaten van nader onderzoek geven aanleiding tot bijstelling van het besluit over de sliblijn. 2. Alternatieven Dit voorstel behandelt 3 vragen: 1. De scheiding van Fase 1 en 2 in plaats en tijd. 2. De locatie van de sliblijn. 3. Renovatie of nieuwbouw van de sliblijn. Voor elk van deze vragen schetsen we enkele alternatieven. Deze beoordelen we volgens de systematiek van kosten-baten-waterbeheer. 3. KBW module 1 Dit voorstel heeft overwegend financiële gevolgen. De maatschappelijke gevolgen zijn beperkt. Dit betekent dat module 1 is uitgevoerd. Hierbij worden projectalternatieven hoofdzakelijk beoordeeld op de financiële consequenties. 4. Financiële analyse Er heeft een nieuwe financiële analyse plaatsgevonden. Wij maken gebruik van de laatste financiële analyse waarvan een samenvatting wordt gegeven in bijlage Analyse effecten Scheiding Fase 1 en 2 Met betrekking tot de scheiding van Fase 1 en 2 schetsen we 2 alternatieven: A. Scheiding van Fase 1 en 2 in plaats en tijd. B. Gelijktijdige realisatie van Fase 1 en 2 op dezelfde locatie

9 BIJLAGE Beoordeling Politiek / bestuurlijk heeft alternatief A het voordeel dat realisatie van de nieuwe rwzi zo weinig mogelijk verdere vertraging oploopt. Ook financieel is alternatief A aantrekkelijk omdat we geen risico lopen op een investering in Fase 2 op een ongunstige locatie en de flexibiliteit hebben om aan te haken op investeringen van derden in een biomassaenergiecentrale. Conclusie: Alternatief A heeft zowel politiek / bestuurlijk als financieel de voorkeur. Alternatief A: scheiding Fase 1 en 2 Alternatief B: gelijktijdige realisatie, dezelfde locatie Politiek-bestuurlijk: - vertraging realisatie rwzi + - Financieel: - minder risico ongunstige locatie Fase 2 - flexibiliteit Locatie van de sliblijn Met betrekking tot de locatie van sliblijn Fase 1 zijn er 2 alternatieven: A. Zandpad. B. Lage Weide. Beoordeling Politiek / bestuurlijk heeft de huidige locatie de voorkeur. We leggen ons nu nog niet vast voor de locatie van fase 2. Financieel is er een lichte voorkeur om Fase 1 op het Zandpad te realiseren. Nieuwbouw op het Zandpad en op Lage weide vergen een gelijke investering. Voor de locatie Lage Weide moet daarnaast nog geïnvesteerd worden in een transportvoorziening om het slib naar Lage Weide te transporteren. Naast een investering geeft een transportsysteem ook exploitatielasten als gevolg van de van pompenergie. Maatschappelijk heeft locatie Lage Weide het voordeel dat minder overlast optreedt door slibtransport dan in een woonwijk. Conclusie: Alternatief A (Zandpad) heeft de voorkeur op financiële gronden. Alternatief A: Zandpad Alternatief B: Lage Weide Politiek-bestuurlijk: + +/- Financieel: - investeringen - exploitatie + + +/- +/- Maatschappelijk: Hinder slibtransport - + Renovatie of nieuwbouw van de sliblijn De alternatieven zijn: A. Renovatie B. Nieuwbouw Beoordeling 9

10 BIJLAGE Politiek / bestuurlijk heeft nieuwbouw de voorkeur omdat bij renovatie vertraging optreedt van ca. 6 maanden. Financieel is de investering voor alternatief A: renovatie maximaal 2,4 mln. goedkoper. Voor wat betreft de terrein indeling heeft Nieuwbouw de voorkeur omdat hiermee een compactere installatie wordt gerealiseerd. In de uitwerking van het project zal worden afgewogen of hergebruik van een aantal werktuigbouwkundige installaties haalbaar is. Conclusie: Alternatief B (nieuwbouw) heeft zowel politiek / bestuurlijk als planologisch de voorkeur. Alternatief A: renovatie Alternatief B: nieuwbouw Politiek-bestuurlijk: - vertraging realisatie rwzi - + Financieel: + +/- Terrein indeling - compacte installatie

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32