LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. 10 april 2007
|
|
- Helena van der Linden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. 10 april 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Dit tentamen bestaat uit 31 vragen. De vragen 25, 30 en 31 zijn open vragen, de rest is meerkeuze. Geef een beknopt antwoord op de open vragen. Een periodiek systeem is bijgevoegd. Veel succes! 1. Welk van de volgende processen is scheikundig? a) het verdampen van alcohol b) het stollen van kaarsvet c) de verbranding van papier d) het opstijgen van een heliumballon 2. Het bromide-ion (Br - ) ontstaat als een broomatoom a) een elektron opneemt b) een elektron afstaat c) een proton opneemt d) een proton afstaat 3. Isotopen verschillen in a) kernlading b) aantal neutronen c) aantal elektronen d) aantal protonen 4. De correcte verhoudingsformule voor het zout aluminiumoxide (13Al, 8O) is a) AlO b) Al2O c) AlO3 d) Al2O3 5. Diethylether ( ether ) is een zeer brandbare vloeistof met een karakteristieke geur ( ziekenhuislucht ), die vroeger als bedwelmingsmiddel werd gebruikt. De chemische formule is CH3-CH2-O-CH2-CH3. Welke bewering is correct? a) ether lost goed op in water, want ether is polair b) ether lost slecht op in water, want ether is polair c) ether lost goed op in water, want ether is apolair d) ether lost slecht op in water, want ether is apolair 6. Welk orgaan speelt een belangrijke rol bij het uitscheiden van zuur? a) longen b) hersenen c) dikke darm d) lever 1
2 7. De ph in de maag is a) hoger dan 9 b) iets lager dan 7 c) ongeveer 7 d) ongeveer 2 8. Bloedarmoede wordt veroorzaakt door ijzertekort. Waarvan is precies sprake bij bloedarmoede? a) te weinig bloedplaatjes b) te weinig hemoglobine c) te weinig bloed d) te weinig witte bloedcellen 9. Welke bewering is niet juist? a) enzymen zijn eiwitten die chemische omzettingen versnellen b) onze enzymen werken het best bij een temperatuur van 37 graden Celcius c) enzymen worden iedere dag in grote hoeveelheden door de nieren uitgescheiden d) enzymen worden vaak aan wasmiddelen en gootsteenontstoppers toegevoegd 10. Wie is de schrijver van het wereldberoemde boekje Basiscursus Chemie? a) Karl Noten b) Yolanthe Cabau van Kasbergen c) Han Vermaat d) Piet Paulusma 11. Waarom is Na2S een vaste stof maar H2S een gas? a) atoombindingen zijn sterker dan ionbindingen b) vanderwaalskrachten zijn sterker dan ionbindingen c) ionbindingen zijn sterker dan vanderwaalskrachten d) ionbindingen zijn sterker dan atoombindingen 12. Welke coëfficiënt hoort thuis op de plaats van het vraagteken in de (nog niet kloppende) vergelijking N2H4 + H2O2 N2 +?H2O a) 1 b) 2 c) 4 d) Hypoventilatie leidt tot a) respiratoire acidose b) respiratoire alkalose c) metabole acidose d) metabole alkalose 14. Hoe kan het lichaam reageren op de toestand die ontstaat door hypoventilatie? a) compensatie door de nieren: vasthouden van H + b) compensatie door de nieren: vasthouden van HCO3 - c) compensatie door de nieren: extra uitscheiding van HCO3 - d) compensatie is niet mogelijk 2
3 15. H2SO4 +? 2H2O + SO4 2- Wat hoort op de plaats van het vraagteken te staan? a) H2+O2 b) H2O c) O 2- d) 2OH Welke formule is incorrect? a) waterstof: H2 b) fluor: F2 c) zuurstof: O2 d) neon: Ne2 17. Welke bewering is correct? a) koolstof vormt bij voorkeur 5 (covalente) bindingen met andere atomen b) zuurstof vormt bij voorkeur 2 bindingen c) de edelgassen vormen bij voorkeur 1 binding d) stikstof vormt bij voorkeur 4 bindingen 18. Het massapercentage zuurstof in H2O (massa s: H=1, O=16) bedraagt a) 16% b) 33% c) 89% d) 99% 19. Welke deeltjes spelen de belangrijkste rol bij het handhaven van de ph van bloed? a) HCO3 - / H2CO3 b) PO4 3- /HPO4 2- c) H + /OH - d) H + /H Waar werd uw docent op 9 februari jl. op heterdaad betrapt tijdens het nuttigen van een uiterst voedzame lunch ter waarde van 4,95? a) Club LUMC b) Sangs loempiapaleis, achter het station c) hamburgertempel Burger King op station Leiden Centraal d) in de koffiekamer, het tosti-apparaat bedienend 21. Adrenaline wordt wel aan middelen voor plaatselijke verdoving, zoals lidocaïne, toegevoegd, vanwege zijn vaatvernauwend effect. Hierdoor wordt het anestheticum minder snel afgevoerd en blijft dus langer in de weefsels actief. Vanwege de zeer sterke werking wordt het voor deze toepassing altijd sterk verdund. Een 1 g/ml oplossing van adrenaline wordt keer verdund en vervolgens wordt hier een monster van 0,5 ml uitgenomen. Wat is de hoeveelheid adrenaline in dit monster? a) 2 microgram b) 5 microgram c) 10 microgram d) 0,1 milligram 3
4 22. De ph van een 0,01 M KOH-oplossing bedraagt (onder standaardomstandigheden) a) 2 b) 7 c) 10 d) 12 Bloed-hersenbarrière De hersenen worden beschermd door de bloed-hersenbarrière, die ervoor zorgt dat niet alle stoffen die zich in de bloedsomloop bevinden zomaar de hersenen kunnen bereiken. De barrière bestaat uit een laag dicht op elkaar gepakte endotheelcellen, waardoor alleen moleculen die celmembranen kunnen passeren toegang hebben tot de hersenen. 23. Wat zijn de belangrijkste bouwstenen van zo n membraan? a) koolhydraten b) hormonen c) vetten d) collageen 24. Welk type deeltjes kost het de minste moeite om deze celmembranen passeren? a) eiwitten b) hormonen c) kleine, polaire moleculen d) kleine, apolaire moleculen In geval van een bacteriële infectie of tumor in hersenen of centraal zenuwstelsel is de aanwezigheid van deze barrière niet altijd even handig. 25. Bedenk hiervoor een reden. Fentanyl (zie structuurformule) en van fentanyl afgeleide stoffen zijn sinds de jaren 60 in gebruik als potent narcosemiddel. Tijdens een aanslag op een theater in Moskou, enkele jaren geleden, zou fentanyl verspreid zijn om de bezoekers te bedwelmen. 26. Welke bewering is correct? a) fentanyl heeft geen OH- en NH-groepen en is ongeladen; het heeft daardoor een korte inwerkingsduur b) fentanyl heeft geen OH- en NH-groepen en is ongeladen; het duurt daardoor lang voordat de werking als narcosemiddel begint c) fentanyl is sterk polair; het heeft daardoor een korte inwerkingsduur d) fentanyl is sterk polair; het duurt daardoor lang voordat de werking begint 4
5 GHB GHB werd vroeger als slaapmiddel gebruikt, maar is nu onder het pseudoniem liquid ecstasy een beruchte rape-drug. In lage doseringen veroorzaakt het euforie, verhoogd libido en een roes vergelijkbaar met dronkenschap. Hogere doseringen leiden tot misselijkheid, duizeligheid, bewustzijnsverlies, convulsies en zelfs ademstilstand. De structuurformule is 27. Welke bewering is correct? a) GHB is een zuur, want het kan H + opnemen b) GHB is een zuur, want het kan H + afstaan c) GHB is een base, want het kan H + opnemen d) GHB is een base, want het kan H + afstaan 28. Met hoeveel GHB komt een dosis van 1,5 g overeen (C=12, H=1, O=16)? a) 14,4 mmol b) 15,4 mmol c) 1,54 mol d) 6,93 mmol Tsjernobyl Na de kernramp in Tsjernobyl kwamen grote hoeveelheden cesium-137 en strontium-90 vrij. Cesium- 137 is een voor het milieu zeer gevaarlijke isotoop vanwege zijn hoge radioactiviteit en lange halfwaardetijd (30 jaar). Het vervalt onder uitzending van betadeeltjes tot Ba-137m. Ba-137m vervalt vervolgens zeer snel tot Ba Wat ontstaat bij de omzetting van Ba-137m tot Ba-137? a) alfadeeltjes b) elektronen c) energie d) betadeeltjes Ook Sr-90 is een betastraler. Een aanvullend gevaar van Cs-137 en Sr-90 is dat biologische systemen deze isotopen verwarren met respectievelijk kalium en calcium. Ze worden daardoor gemakkelijk opgenomen in het menselijk lichaam. 30. Gebruik het periodiek systeem om aannemelijk te maken dat cesium-137 aangezien kan worden voor kalium en strontium-90 voor calcium. Cs-137 wordt tamelijk snel weer uitgescheiden, in tegenstelling tot strontium-90: deze laatste isotoop brengt schade toe aan met name beenmergcellen en kan uiteindelijk leukemie veroorzaken. 31. Geef een mogelijke verklaring. (Laat zien waarom Sr-90 nauwelijks uitgescheiden wordt én waarom juist beenmergcellen aangedaan worden. Gebruik de gegevens bij opgave 30.) [EINDE] 5
6 Antwoordblad NAAM: 1 A B C D 18 A B C D 2 A B C D 19 A B C D 3 A B C D 20 A B C D 4 A B C D 21 A B C D 5 A B C D 22 A B C D 6 A B C D 23 A B C D 7 A B C D 24 A B C D 8 A B C D 25 9 A B C D 10 A B C D 26 A B C D 11 A B C D 27 A B C D 12 A B C D 28 A B C D 13 A B C D 29 A B C D 14 A B C D A B C D 16 A B C D A B C D 6
7 7
LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007
LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan. 1. Welk van de volgende processen
Nadere informatieHertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o.
Hertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o. voorjaar 2008 - Antwoorden docent: drs. Ruben E. A. Musson Deze toets bestaat uit 25 vragen waarvan sommige
Nadere informatieExtra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008
Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieTentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o.
Tentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o. Antwoorden 19 maart 2008 docent: drs. Ruben E. A. Musson Deze toets bestaat uit 25 vragen waarvan sommige open
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.
Nadere informatie29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE
Actieve steun Vlaamse Chemie Olympiade UAntwerpen K.U.Leuven K.U.Leuven Kulak UGent UHasselt VUB BNV KVCV VOB KBIN VeLeWe 29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Sponsors 16 november 2011 Gewest Brussel
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieElementen; atomen en moleculen
Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo
Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde
Nadere informatieOEFENOPGAVEN. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten i.o.
OEFENOPGAVEN Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten i.o. voorjaar 2010 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen zijn aanwezig in de volgende deeltjes? a) F - b) He
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,
Nadere informatie4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.
MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?
Nadere informatieScheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden
Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4+H5
Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-I
Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +
Nadere informatieToets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde
Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieChemie 1997 augustus Vraag 1 Natuurlijk chloor bestaat essentieel uit de isotopen Cl en Cl. Wat zijn isotopen? A. atomen of ionen met eenzelfde aantal elektronen en een verschillend aantal protonen B.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken
Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?
Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieVoorkennis chemie voor 1 Ba Geografie
Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen weer welke kennis er van je verwacht wordt bij aanvang van een studie bachelor Geografie. Klik op een onderdeel om een meer gedetailleerde inhoud te krijgen
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden
Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende
Nadere informatieOplossen en mengen. Opdracht 2. Niet.
VW CURIE DSTUK 5 { oofdstuk 5 y plossen en mengen pdracht 1. a alcohol (ethanol), olie, vet, benzine en kwik (amalgamen) b IJzer als element is onoplosbaar, maar als ijzer(ii)- of ijzer(iii)-ionen kunnen
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatiegelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.
1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit
Nadere informatieIn de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.
Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK
PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieNiet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.
Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieAlleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.
Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-II
Beoordelingsmodel Forams 1 maximumscore 2 aantal protonen: 14 aantal neutronen: 16 aantal protonen: 14 1 aantal neutronen: 30 verminderd met het aantal protonen 1 Indien het juiste aantal protonen (7)
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven
Nadere informatieIM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN
M4--14 ONDERWJS N 1 MAV04 Maandag 17 mei, 14.00--16.00 uur NATUUR- EN SCEKUNDE (Scheikunde) OPEN VRAGEN Bij het examen natuur- en scheikunde wordt de volgende verdeling van de tijd over de twee onderdelen
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I
Eindexamen scheikunde vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S O 8 - + I - SO4 - + I S O 8 - voor de pijl en SO4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl Indien de volgende
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2000-II
Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo I
Beoordelingsmodel PKU 1 maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: CH 3 S H 2 N CH 2 CH 2 C H O C N H OH CH 2 C H O C N H HO CH 3 CH C H O C peptidebindingen juist getekend 1 het begin
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-I
Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatie8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en
Nadere informatieChemie 2001 Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C6H1206) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter
Nadere informatieBindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11
Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatie1 De bouw van stoffen
Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen
Nadere informatieAluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef
Nadere informatieWATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten
WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieAtoommodel van Rutherford
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij
Nadere informatieWednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1
Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatie1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo II
Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde pilot I
Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor
Nadere informatieIntermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION-
Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION- DIPOOLINTERACTIE EN HYDRATATIE, DIPOOL-DIPOOLINTERACTIE, WATERSTOFBRUG, LONDONINTERACTIE Paragrafen of subparagrafen
Nadere informatieSamenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1
Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2011 - I
Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: SCHEIKUNDE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11
Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen
Nadere informatievrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal
+ Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?
Nadere informatieBasischemie voor het laboratorium
Basischemie voor het laboratorium Dit boek is het basisdeel van een nieuwe chemiemethode voor het laboratoriumonderwijs. Het bevat de lesstof voor het algemene chemische gedeelte van het kwalificatiedossier
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatie7. Chemische reacties
7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen
Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 5170 woorden 14 januari 2016 7,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Periode 2 Toetsstof: HS.3 (Par.
Nadere informatie