Trefpunt Schermcursus 2016 alle leeftijden

Transcriptie

1 1 Trefpunt Schermcursus 2016 alle leeftijden Kennismaking met floret, Sabel en Degen Mady 10 cursus avonden van 19:00-20:00 Elke vrijdag vanaf 7 oktober a.s. Op 16 december uw afsluitend toernooi Extra: 4 schermavonden in januari 2017 Gebruik van schermkleding en wapens Gediplomeerde schermleraren Totaal 60,- Matthijs

2 2 Les 1: Vrijdag 7 oktober: wapen floret Introductie van de drie wapens: Floret, Sabel en Degen. In deze volgorde zullen deze wapens ook in de cursus worden behandeld. De folder Schermen is raken zonder geraakt te worden van de KNAS wordt uitgedeeld. Voor de opwarming wordt het groeten aangeleerd en hoe de punt van het wapen naar beneden te houden bij het opzetten van het masker. Een korte opwarming wordt gegeven om de beenspieren gereed te maken voor de komende acties. In de opwarming wordt gereageerd op de passen voorwaarts en achterwaarts van de maître. Ook wordt de uitval ingeoefend. Te benoemen: pas voorwaarts, pas achterwaarts, halve pas voorwaarts en achterwaarts en de uitval. Belangrijk is dat de beenactie de armactie ondersteund. Dus: eerst de zich strekkende arm waarna de beweging voorwaarts met een uitval een verrassende lengte geeft. De opwarming eindigt met balans: De floret wordt in balans op de punt geplaatst en in het trage moment voordat de floret valt wordt het been er overheen gezwaaid en de floret weer gepakt voordat deze op de grond ligt. Ook wordt deze op de voorvoet gezet om te balanceren. Floret: weegt niet meer dan 500 gram. Is een steekwapen en gehouden aan conventies oftewel een gevechtsgang. Net als in het verkeer waar rechts voorrang heeft heeft bij dit wapen de aanval de voorrang. De aanval wordt bepaald door de zich strekkende, gewapende arm waarbij het wapen met de punt het geldig trefvlak voortdurend bedreigt. De aanval wordt dus gemaakt met de zich strekkende arm. Dit wordt geoefend in de lijnen 4, 6, 7 en 8 waarbij de aanvaller zijn hardop lijnen benoemd en degene die getroffen wordt zijn vlakken waarin hij wordt geraakt. Dezelfde aanval oefening wordt gedaan met de uitval. Aandacht voor: een uitval is niet per definitie een aanval. De aanval wordt immers bepaald door de zich strekkende gewapende arm. Wering 4: Vanuit handhouding 6 wordt een wering 4 gemaakt. Op uitvals-afstand wordt de aanval ingezet om te kunnen raken. Deze parade 4 wordt gecorrigeerd. Na deze parade mag een terug steek oftewel een riposte worden gemaakt. Een riposte is een aanval na de wering. Dit wordt ingeoefend waarna we partij gaan schermen met beoordeling wie de treffer maakt die voldoet aan het recht van de aanval. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Afgroeten en les-beëindiging.

3 3 Les 2: Vrijdag 14 oktober: Wapen floret Geschiedenis: De floret wordt ook wel het academische wapen genoemd. In eerste instantie was het wapen bedoeld voor vrouwen om hen ook de kans te geven zich te bekwamen in de kunst van het schermen. Daarom was dit wapen ook lichter dan de toenmalige degen. De kling werd hierom aangepast en kreeg een rechthoekige vorm. Dit lichte wapen bleek een uitstekend oefenwapen werd daarom ook al snel door de mannen in gebruik genomen. De punt van het wapen werd met watten omwikkeld waar overheen een zeemleren lapje werd gebonden. Hierom leek het wapen op een bloemknop en dankt ook de naamgeving aan: floret (Fr.: fleuret). De spelregels waren als volgt: Omdat er nog geen schermmaskers waren zoals tegenwoordig werd het geldige raakvlak beperkt tot de romp. In een echt duel kunnen twee schermers elkaar niet gelijktijdig aanvallen zonder elkaar ernstig te verwonden en dus werd voor de floret het recht van de aanval ingesteld. Dat is: De zich strekkende, gewapende arm, die het geldig trefvlak continu bedreigt. Wij kennen dan drie soorten aanvallen: 1. De Aanval, 2. De Riposte als aanval na een wering en 3 De Contra-Riposte als aanval na de riposte. (Hierna heten vervolg-acties contra riposte) Korte evaluatie les 1: Naders uitleg over de verschillende grepen: Frans, Revolver, Orthopedisch (Gardière) ende begrippen zwak en sterk van de kling. Aandacht voor het boekje Schermen, wat moet ik weten? van de KNAS Op 21 oktober a.s. geen schermen: herfstvakantie Opwarming: Beenoefeningen: Rondgang met scherm-oefeningen Het volgen van de leraar Spel: lijnen tikken. Voortgaande schermbewegingen: Herhaling les 1 en als extra pas voorwaarts - uitval en de sprong-pas voorwaarts en achterwaarts Sentiment du fer : Het ijzer als voelspriet door te voelen met het zwak op wèl of geen reactie. Bij reactie: onderdoor en bij geen reactie rechtdoor. Idem in beweging met pasjes voorwaarts en achterwaarts. De steken hoog binnen en buiten, laag binnen en buiten en de bijbehorende weringen. Het moment van de wering. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Afgroeten en les-beëindiging.

4 4 Les 3: Vrijdag 28 oktober: Wapen floret Korte evaluatie les 2: Naders uitleg over de bestaande KNAS -schermopleiding middels het Brassard - systeem. Opwarming met oefeningen: Benodigdheden: Handschoen. Werken in tweetallen. 1. In stelling: De handschoen wordt met een boogje toegeworpen en gevangen met gestrekte arm. Probeer in stelling te blijven, strek de arm om te vangen. Bij iets te kort wordt een pasje voorwaarts gemaakt. 2. De uitval: In stelling met de handschoen gevouwen onder de voorvoet. Door de uitval met een licht schopje te maken met het voorste been schiet de handschoen naar de mede schermer die deze weer terug schopt met de uitval. 3. De handschoen wordt achter de rug gehouden en als verassing soms rechts, soms links zichtbaar gemaakt (of een lege hand) waarop de uitval om de handschoen even de raken. Op een lege hand wordt geen uitval gemaakt! 4. Idem: Nu wordt de handschoen iets te kort geworpen en moet er een uitval worden gemaakt om de handschoen te vangen. 5. Als laatste wordt de handschoen hoog gehouden en op ja! laat je de handschoen los en wordt deze door de medeschermer met uitval gevangen. (Kind eventueel op de bank) Handschoen aan: Pasjes voorwaarts, achterwaarts en uitval. Werken in tweetallen. 1. Een heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel 2. Idem alleen nu kan de druk van de hand plots worden weggenomen waardoor een uitval noodzakelijk is. (techniek van de uitval) +wissel 3. Idem maar bij pas(sen) voorwaarts van de leiding is bij het wegvallen van de druk alleen een uitval nodig maar bij het achteruitgaan een pas voorwaarts uitval van de volger. +wissel. Met volledige uitrusting: Herhaling van de weringen 4, 6, 7, 8 en 3. We vallen rustig op techniek uit naar de vier vlakken. Als extra steken we, van buiten af, door de wering 6 heen. De enig passende wering is hier 3 (kom naar de schouder, kling meer naar verticaal) Deze oefening dient enerzijds om natuurlijk een treffer te kunnen maken maar anderzijds laat deze oefening zien dat bij een wering, waarbij de tegenstander het aanvallende ijzer tegemoet komt, zichzelf bloot geeft. Een wering maak je bij het vlak wat beschermd moet worden en dat vlak is bij jou zelf en niet ergens vooruit!

5 5 Voortgezette oefening: Als extra wordt de schijnsteek - steek gemaakt met een onderdoor in de lijnen 4-6. Dus de aanvaller maakt een schijnsteek die net echt lijkt zodat de tegenstander gaat weren waarop enfinale onderdoor wordt gegaan en getroffen. Als toevoeging wordt gegeven dat dit ook in de riposte mogelijk is. Verteld wordt dat als ik van richting verander tijdens de aanval steek ik indirect en als ik rechtdoor ga steek ik direct. Voer ik de beweging uit in één tempo dat heet deze actie enkelvoudig. (Ik kan in de uitval onderdoor gaan met mijn wapen). Gebruik is meerdere tempi, bijvoorbeeld schijnsteek met pasje en onderdoor met de uitval dan heet de beweging samengesteld. Hiermee zijn dus vier combinaties mogelijk in tempo: 1. enkelvoudig direct (aanval, riposte of contra-riposte) 2. enkelvoudig indirect (aanval, riposte of contra-riposte) 3. samengesteld direct (aanval, riposte of contra-riposte) 4. samengesteld indirect (aanval, riposte of contra-riposte) De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Afgroeten en les-beëindiging.

6 6 Les 4: Vrijdag 4 november: Wapen: sabel Korte evaluatie les 3: De floret en sabel worden naast elkaar gehouden om de verschillen te bespreken. Het verschil in trefvlak wordt getoond en de verschillende wijzen van treffen. Overeenkomst: De conventie oftewel de gevechtsgang: ook hier geldt Het recht van de aanval. Opwarming: Rondgang: Oefeningen in omloopbaan Cirkel reactie: We houden de sabel op de punt in balans en op het commando: Rechts! of Links! pakken we het wapen wat er naast staat. Met complete uitrusting: Pasjes voorwaarts, achterwaarts en uitval. Werken in tweetallen. 1. De steek: Arm gestrekt (handhouding nu nagels naar onder!) en punt in de handschoen van de tegenstander. Deze staat met de arm zijwaarts, heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel 2. Idem alleen nu kan de druk van de hand plots worden weggenomen waardoor een uitval noodzakelijk is. (techniek van de uitval) +wissel 3. Idem maar bij pas(sen) voorwaarts van de leiding is bij het wegvallen van de druk alleen een uitval nodig maar bij het achteruitgaan een pas voorwaarts uitval van de volger. +wissel. 4. Idem met de punt op de buik van de tegenstander. Basis handelingen en techniek: Dit was een oefening met steek. Op sabel hebben we, behalve de buik nog 3 trefvlakken welke eigenlijk alleen met een houw zijn te bereiken en ook de buik kan -behalve met een steek- ook met een houw worden getroffen. Deze trefvlakken zijn de arm, kop, buik en flank Dit is nieuw! We gaan leren hoe te treffen met een houw. Voor de snelheid van bewegen is hier het doigté oftewel het vingerspel van essentieel belang en we oefenen dit met houw naar de o.-arm, b.-arm, schouder, wang, kop, wang (andere zijde), schouder, buik en met de vingers blijft de gewapende arm gestrekt op de plaats met een omhaal naar de flank. Deze technieken zijn niet eenvoudig omdat steeds rekening gehouden moet worden met het scherp van het wapen. Dit scherp zit een de kant van de beugel van de kom en de duim zit altijd op de rug van de sabel-kling. Steeds moet het wapen dus in de vingers worden gedraaid om met het scherp te treffen. Steeds haaks op het trefvlak. De greep zit dan ook tussen duim en wijsvinger om het wapen te kunnen draaien en voor een slag trekt de pink met ring en middelvinger het wapen a.h.w. om. Flank Kop Buik Weringen: De weringen worden genomen vanuit de stelling-positie. Hierbij staat de kling diagonaal voor het lichaam schuin naar voren. Vanuit deze stelling kunnen we onze lijnen verdedigen. Er zijn drie lijnen: Kop, buik en flank. We verdedigen onze flank met parade 3, de buik met parade 4 en de kop met parade 5.

7 7 De aanval en het recht-van-de-aanval: Wie als eerste begint met het strekken van de arm heeft de aanval. Het recht van de aanval blijft behouden als de aanval: A. niet wordt geweerd, B. eindigt in een treffer voordat de voorste voet op de grond staat, C.er sprake is van één schermtempo. Het recht van de aanval wordt verloren als de aanval: A. wordt geweerd, B. niet eindigt in een treffer (officieel staat dan de voorste voet op de grond). C. er sprake is van meerdere schermtempi. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Afgroeten en les-beëindiging.

8 8 Les 5: Vrijdag 11 november: Wapen: sabel Geschiedenis: Het grote verschil met de sabel t.o.v. het zwaard is dat de sabel met één hand gehanteerd wordt. Natuurlijk bestonden er ook zwaarden welke in een hand konden worden gehouden maar deze hadden niet de reikwijdte van de sabel. De ouderwetse sabels zijn in Nederland al vanaf de 10e eeuw bekend. De hiernaast afgebeelde sabels zijn al uit een tijd waar deze wapens een meer symbolische functie hadden. Zij hoorden bij een bepaalde rang in het leger en ook de politie hadden sabels waaraan je direct hun positie kon herkennen. Dit is omstreeks Net als de floret t.o.v. de degen was ook hier de behoefte aan een oefenwapen. Een veel lichter wapen waarmee je elkaar kon schermen zonder verwondingen. Uiteindelijk kreeg de wedstrijd sabel zijn huidige vorm en weegt maximaal nog maar 500 gram wat net zo licht is als een floret. Korte evaluatie les 4: Opwarming: Beenoefeningen met touwtje springen Spel: Frisbee: Benodigdheden: 2 frisbees. Vier aan vier tegenover elkaar maar tegenover de een staat een persoon van de andere partij. De frisbee moet dus kriskras gegooid worden heen en uiteindelijk weer terug bij diegene die begon. De frisbee die het eerst terug is, die partij heeft gewonnen. Met complete uitrusting: Herhaling van de aanval en het recht-van-de-aanval: Wie als eerste begint met het strekken van de arm heeft de aanval. Het recht van de aanval blijft behouden als de aanval: A. niet wordt geweerd, B. eindigt in een treffer voordat de voorste voet op de grond staat, C.er sprake is van één schermtempo. Het recht van de aanval wordt verloren als de aanval: A. wordt geweerd, B. niet eindigt in een treffer (officieel staat dan de voorste voet op de grond). C. er sprake is van meerdere schermtempi. Oefeningen in 2 - tallen: 1. Doigté, parade 3, kring 3, 5 en 2, arrêt (tactiek) 2. Steek en parade 2 (Eventueel ontwijking van de parade) 3. Het achterwaarts gaan: Als de aanval door de tegenstander een feit is maak dan terrein - afstand en stop op jouw moment. De aanval kan dan moeilijk uitkomen en bovendien sta je helemaal klaar voor de parade riposte. Dit oefenen we door tegenover elkaar te staan, de een valt aan en de ander zet af met het voorste been om sneller naar achteren te gaan. Maak daarbij de laatste stap groot en maak je klein. Neem een handhouding aan maar dat mag ook zijn dat je het wapen op de grond houdt totdat de aanval-finale wordt ingezet. Deze is dan b.v. met een parade 5 goed te weren, waarna riposte. Wordt de aanval niet voltooid neem dan zelf direct het initiatief. De schermers gaan hierbij steeds dwars over de zaal snel naar voor en naar achter. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Afgroeten en les-beëindiging.

9 9 Les 6: Vrijdag 18 november: Wapen: sabel Korte evaluatie les 5: We hebben ervaren dat bij het gebruik van de sabel treffers worden toegebracht met de punt, de snijkant, de rug en de platte kanten van het wapen. Er is minder aandacht voor het raken met de punt van de sabel. Opwarming: Op de plaats: Deze oefeningen kunnen ook thuis gedaan worden. Oefeningen voor de benen en in kracht - balans. De oefening hiernaast heeft niet het juiste wapen en slaan we over. Spel: Meester zegt Oefeningen: 2-tallen: 1. Doigté. Werk dus weer met de vingers: Deze zijn sneller en beweeglijker dan de pols. Hiervoor staan we weer tegenover elkaar en raken met het scherp van de kling steeds het lichaam. 2. Uitleg over de riposte die gelijktijdig aankomt met de remise van de aanval 3. Riposte zonder parade : de lichaamswering 4. Arrêt par opposition. 5. Arrêt met lichaamswering 6. Riposte op aanval in gesloten lijn 7. Steek -aanval tussen wapen en masker (eventueel met slag ruggescherp.) 8. De aanval en de verdediging wissel per kant van de zaal van rol. De verdediger probeert sneller achteruit te gaan dan de aanvaller voorwaarts gaat middels achterwaartse uitval - passen. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Tenslotte doen afwisselend twee schermers een partij o.l.v. de scheidsrechter. De scheidsrechter wordt geassisteerd door 4 assessoren of hulpscheidsrechters. Deze assessoren hebben Afgroeten en les-beëindiging.

10 10 Les 7: Vrijdag 25 november: Wapen: degen Korte evaluatie les 6 Verschillen met trefvlakken Degen heeft geen conventie Opwarming: Met wapen. Tweetallen: Wapenpunt (handhouding: duim op de groef van het wapen, dus boven!) in de handschoen van de tegenstander. Deze staat met gestrekte arm zijwaarts, heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel. Ervaar de druk van het wapen met gestrekte arm. Belangrijk: Bij de wapens floret en sabel wordt ca 80% van de treffers gescoord met de aanval en 20% met riposte en contra-riposte. Bij degen is dit de tegen-aanval. Hierop is ook de les gebaseerd. Onderwerpen: - Het leren strekken van de arm, een vervolg. - De onderscheppende steek - Arrêt par opposition Partij schermen: Raken zonder geraakt te worden of gewoon ruim de eerste zijn die raakt. Ruim is meer dan 0,2 seconden. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Olympische spelen Londen 2012: Silver Roumanie (left) against Tatiana Logunova.

11 11 Les 8: Vrijdag 2 december: Wapen: degen Korte evaluatie les 7 Opwarming: Rondgang onderbroken met diverse schermoefeningen. Precieze plaats en moment van steken: 1. Steekafstand: op de schouder / sleutelbeen c.q. kuiltje naar een zijde van de zaal en wissel. Om dit gemakkelijk te maken wordt er een viltje geplakt om op te richten. 2. Uitvals-afstand: Bij het voorwaarts gaan maakt de tegenstander een voorwaartse beweging met de hand nog laag waarop uitval op het kuiltje 3. Strekken!: Op de voorwaartse beweging van de tegenstander wordt de punt in het kuiltje geplaatst en laat de schermer zich a.h.w. achterwaarts drukken. Eerst raken, dan mee gaan. 4. Relatie met floret t.a.v. de weringen alleen nu spersteken 5. Liever tegenaanval met arrêt en spersteken dan direct de aanval. 6. Nogmaals de onderscheppende steek: het wapen van de tegenstander oplichten met kring-6 waarbij deze kring niet volledig hoeft te zijn. Door de punt onder het wapen te plaatsen, te lichten en vervolgens te geleiden tijdens het oplichten met de punt van tegenstander bij de kom = Sterk op zwak. 7. Steek met remise: Elleboog - schouder (kuiltje). Eveneens viltje in de elleboog plooi. 8. Sentiment du fer: de schermer plaatst de punt op de elleboogholte van de tegenstander met gestrekte arm en sluit aan = sperren. De arm wordt naar voor en naar achteren gebogen en met gestrekte arm wordt toegegeven aan de druk. De tegenstander (leraar) brengt het ijzer onderdoor. De punt blijft op de arm! Dan wordt er direct weer aangesloten. Idem in voorzichtige beweging. Partij schermen: Aangeven als je geraakt wordt met een steek (slag telt niet). Nèt raken is OK. Afstanden goed inschatten en het lezen van de tegenstander. Raken zonder geraakt te worden of gewoon ruim de eerste zijn die raakt. Ruim is meer dan 0,2 seconden. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld. Houdt afstand! Hier zien we Romania's Simona Gherman (L) tegen Great Britain's Corinna Lawrence. Simone heeft zojuist Corina getroffen op haar mislukte aanval.

12 12 Les 9: Vrijdag 9 december: Wapen: degen Korte evaluatie les 8 De leer van de voorbereidingen: Geldt voor alle wapens. Wat is een voorbereiding? Antw.: Een voorbereiding is iedere handeling welke voorafgaat aan de aanval. 1. Met een schijn: In de uitvoering van de schijn-steek of schijn-aanval moet deze ook nèt echt lijken, zodanig dat de tegenstander gaat reageren. 2. Met een uitnodiging (invite): Hier wordt de mogelijkheid geboden tot het plaatsen van een aanval met een treffer. Dit kan omdat de wijze waarop dit gebeurd bekend is en er tegenmaatregelen klaar staan zoals bijvoorbeeld een aanval op de voorbereiding, een lijnsluitende steek of houw bij sabel, etc. 3. Met de kling: Denk hierbij aan slag-ijzer zoals de slag-steek of slag-coupé en het nemen van het ijzer. Deze les is mechanisch schermen in gebruik en oefeningen van de verschillende voorbereidingen en het kunnen doorzien van voorbereidingen oftewel het beter kunnen lezen van de tegenstander: Dit zijn processen welke verwijzen naar de vaardigheid om te begrijpen dat andere personen andere gedachten hebben dan jijzelf, de vaardigheid deze andere gedachten te kunnen begrijpen, en de vaardigheid handelingen van anderen te kunnen voorspellen. Leeftijd omstreeks 15 e.v. Onderwerpen vervolg van: - Het leren strekken van de arm, een vervolg. M.n. de ontspannen schouder met bewegen. - De onderscheppende steek: Is het liften van de kling van de tegenstander met kring 6 - Arrêt par opposition: Is het stoppen van de tegenstander met een blokkerende steek - De tegen-aanval: Is een aanval op een aanval. Meestal a.g.v. onbedoeld gelijktijdig tempo maar kan in degenschermen juist de bedoeling hebben tot een double als je toch voor staat. Opwarming: Circuit-Training met 2-tallen 1. Bal buiten houden, steken met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval Electronic Fencing Target met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval Balance board: parade riposte is 2 punten, arrêt is Spring over de kling: Elke sprong 1 punt, er op springen is -10! 5. Ballen steken: steken met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval 10 Partij schermen: Aangeven als je geraakt wordt met een steek (slag telt niet). Nèt raken is OK. Afstanden goed inschatten en het lezen van de tegenstander. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een

13 13 eigen manier van schermen ontwikkeld. Les 10: Vrijdag 9 december: Wapen: sabel Korte evaluatie les 9 Opwarming met sabel en herhalingen van de conventies (gevechtsgang) met het recht van de aanval. Partij-schermen Sabel