Visietekst GON MPI GO t Vurstjen Evergem

Transcriptie

1 Visietekst GON MPI GO t Vurstjen Evergem 1

2 Inhoudsopgave Wat is GON? 3 Wat betekent GON voor onze school? 3 Hoe organiseren wij GON? 4 1. Hoe kan GON aangevraagd worden op onze school? 4 2. Welke leerlingen komen in aanmerking voor onze GON-werking? 5 3. Hoe stellen wij een integratieplan op? 6 4. Hoe wenden wij het GON-pakket aan? 7 5. Wat verstaan wij onder additionele hulp? 9 6. Hoe stellen wij het GON-team samen? 10 Wat zijn onze troeven? De werkgroepen Begeleiding van de JFK s Studiedagen en nascholingen Teamondersteunend werken Zorg voor kwaliteit 14 Welke waarden vinden wij belangrijk? 14 2

3 Wat is GON? Het geïntegreerd onderwijs is een samenwerking tussen het gewoon onderwijs en het buitengewoon onderwijs. Het is bedoeld om leerlingen met een beperking en/of leer- en opvoedingsmoeilijkheden, de lessen of activiteiten te laten volgen in een school voor gewoon onderwijs. Om deze leerlingen de kans te geven school te lopen in het gewoon onderwijs, biedt het buitengewoon onderwijs aanvullende lestijden en/of aanvullende uren. De school voor buitengewoon onderwijs krijgt hiervoor via het werkingsbudget een integratietoelage of krediet. (Omzendbrief Geïntegreerd onderwijs GD/2003/05, publicatiedatum 11/09/2003) Wat betekent GON voor onze school? Inclusie is een permanent proces waarbij de dimensie handicap steeds minder belangrijk wordt. Men ontdekt stap voor stap de persoon achter het van buitenaf toegekende label handicap. ( bijdrage GRIP-Open-dag, 12 mei 2012, Joeri Van den Brande, VUB) Als MPI willen wij de ervaring, de kennis en de specifieke aanpak uit het buitengewoon onderwijs delen met het gewoon onderwijs. Door deze samenwerking kunnen de GON-leerlingen genieten van een optimale professionele ondersteuning uit het buitengewoon onderwijs. Op die manier kunnen ze zich naar hun eigen capaciteiten maximaal ontplooien. Zo komen de scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs dichter bij elkaar te staan. Het is onze visie dat de kennis en expertise omtrent functiebeperkingen zoveel mogelijk worden uitgewisseld zowel binnen het GON-team als binnen het MPI. 3

4 Dit proberen wij te realiseren door: Ons GON-team zo divers mogelijk samen te stellen. In ons GON-team zijn zowel therapeuten (kinesitherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten) als onderwijskundigen aangesteld. Wekelijks overleg in te richten waarop alle GON-begeleiders aanwezig zijn. Hier wordt mogelijkheid geboden tot: - Uitwisselen van informatie i.v.m. gevolgde studiedagen of nieuw materiaal. - Grondig bespreken van een casus door middel van intervisie. - Werken in werkgroepen. Deze werkgroepen worden hieronder nog verder besproken. - Algemene discussies rond pijnpunten of vragen die leven binnen het team. Op die dag vindt ook het autiteam en het paramedisch overleg binnen het MPI plaats. Twee van onze GON-begeleiders maken deel uit van deze teams. Zodoende bestaat er een maximale uitwisseling van informatie tussen de 3 teams. Hoe organiseren wij GON? 1. Hoe kan GON aangevraagd worden op onze school? Nieuwe GON-leerlingen worden aangemeld door het CLB van de gastschool. Hierbij geldt dat de leerlingen die het eerst aangemeld werden ook het eerst kans op GON-begeleiding hebben. Het is onze visie dat wij steeds onze kennis en expertise ter beschikking van de CLB-medewerkers stellen om samen uit te maken of geïntegreerd onderwijs de optimale manier is om een leerling met een beperking te ondersteunen in het gewoon onderwijs. 4

5 2. Welke leerlingen komen in aanmerking voor onze GON-werking? De Staten die Partij zijn erkennen het recht van personen met een handicap op onderwijs. Teneinde dit recht zonder discriminatie en op basis van gelijke kansen te verwezenlijken, waarborgen Staten die Partij zijn een inclusief onderwijssysteem op alle niveaus en voorzieningen voor een leven lang leren (Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, Onze GON-leerlingen bevinden zich in alle onderwijsnetten en - niveaus: kleuter-, lager, secundair en hoger, niet-universitair onderwijs. Leerlingen met volgende attesten komen in aanmerking voor GON-begeleiding vanuit onze school: Leerlingen met een motorische beperking (type 4) Leerlingen met een matige visuele beperking (type 6) Leerlingen met autismespectrumstoornis (type 7) Leerlingen met een auditieve beperking (type 7) Leerlingen met spraak- en taalontwikkelingsstoornissen (type 7) Leerlingen met een attest type 1, 3 of 8. Hierbij gaat het om re-integratie en moet de leerling het voorafgaande schooljaar minstens 9 maanden voltijds les gevolgd hebben in het desbetreffende type buitengewoon onderwijs. Het gebied waarbinnen onze begeleiders de scholen bezoeken werd geografisch afgebakend. De grensgebieden zijn de volgende: - noord: grens met Nederland - oost: Zelzate, Wachtebeke, Lokeren, Destelbergen - zuid: Heusden, Melle, Merelbeke, Zwijnaarde, Sint-Denijs- Westrem, E40 tot Aalter - west: Aalter, Knesselare, Maldegem, Sint-Laureins 5

6 3. Hoe stellen wij een integratieplan op? Het integratieplan is het officiële document dat nodig is om een GON-begeleiding op te starten. Voor elke nieuwe GON-leerling moet een integratieplan worden opgemaakt. Het is een soort contract tussen alle betrokken partijen: de leerling en zijn ouders, de gastschool, de dienstverlenende school en het CLB van de gastschool. Voor elke nieuwe GON-leerling gaat op de gastschool een intakegesprek door. Hierbij worden alle betrokken partijen uitgenodigd, namelijk de ouders, eventueel de leerling of student, een afgevaardigde van de gastschool, een afgevaardigde van de dienstverlenende school (onze school dus) en een afgevaardigde van het begeleidende CLB. Zij vormen samen met de GON-begeleider het integratieteam. Eventueel worden op deze intakegesprekken ook externe begeleiders uitgenodigd. Bijvoorbeeld thuisbegeleider, revalidatiecentrum, privé-begeleiders, Het is onze visie om samen met het integratieteam handelingsgericht te werken. Dit verstaan wij onder handelingsgericht werken: In het integratieplan nemen we algemene doelstellingen op die voortkomen uit de hulpvragen van de leerling, de ouders en de gastschool, alsook de noden eigen aan de functiebeperking. Het integratieteam filtert hieruit de doelstellingen waarrond dat jaar zal gewerkt worden. De taakverdeling wordt afgesproken. Zo wordt bepaald wie aan welke doelstellingen zal werken. Elke GON-begeleider stelt per leerling een handelingsplan op waarin de specifieke doelstellingen opgenomen worden waarrond dat schooljaar zal worden gewerkt. Het handelingsplan is een werkinstrument dat door het schooljaar heen kan aangepast worden. Zo kunnen we telkens ingaan op specifieke noden en behoeften die zich in de loop van het schooljaar kunnen voordoen. 6

7 4. Hoe wenden wij het GON-pakket aan? Het MPI krijgt een GON-pakket. Dit zijn aanvullende lestijden en/of uren. Die uren worden binnen onze GON-werking zo optimaal mogelijk verdeeld naar gelang de noden van elke leerling. We gaan na welke hulpvraag leerlingen hebben. We bepalen welke discipline het meest aangewezen is. We kijken ook naar de eigenheid van de leerling en de mogelijke GON-begeleider. Het is belangrijk dat er een vertrouwensrelatie is tussen GONbegeleider en leerling, maar ook tussen GON-begeleider en gastschool. Indien een GON-leerling verandert van school, gaat de GONbegeleider ook mee, tenzij de afstand te groot is. Onze visie is immers dat de GON-begeleider de leerling het beste kent en de nieuwe gastschool het best kan informeren. Daarom kunnen al onze GON-begeleiders leerlingen op verschillende onderwijsniveaus begeleiden. Het is echter wel zo dat sommige van onze begeleiders gespecialiseerd zijn in een bepaald onderwijsniveau en/of een bepaalde functiebeperking en dan ook hun kennis en expertise op dat vlak doorgeven aan collega s. We waken er ook over dat de uren verdeeld worden zodanig dat elke GON-begeleider optimaal kan functioneren. We proberen er daarom naar te streven dat de GON-begeleider zoveel mogelijk aan één school verbonden wordt. Zo bereiken we twee zaken: GON-begeleiders moeten zich minder verplaatsen tijdens de schooluren. Ze kunnen meerdere leerlingen binnen één school op dezelfde dag begeleiden en ze kunnen flexibeler omgaan met de toegewezen eenheden. GON-begeleiders en schoolteams raken meer vertrouwd met elkaar. Hierdoor wordt de samenwerking bevorderd. Voor onze leerlingen met ASS, die geen recht meer hebben op begeleiding uit het officiële GON-pakket, vragen wij elk schooljaar extra uren aan uit het extra-uren-pakket. 7

8 Aangezien we niet over voldoende uren beschikken om aan de hulpvraag van al deze leerlingen te voldoen, verdelen we de uren over de leerlingen met de grootste hulpvraag. Deze beslissingen worden binnen het GON-team genomen. Daarbij worden volgende vragen aan GON-begeleiders gesteld: Bestaat er betreffende deze leerling nog een hulpvraag? In hoeverre moet die hulpvraag specifiek door de GON opgevangen worden? Hoelang heeft deze leerling reeds ondersteuning uit de extra uren genoten? Kan een teamondersteunende werking volstaan of is er nog individuele leerlinggebonden begeleiding nodig? 8

9 5. Wat verstaan wij onder additionele hulp? Een GON-leerling heeft recht op 2 of 4 eenheden begeleiding per week. Dit is afhankelijk van de aard van zijn attest. Deze eenheden worden verdeeld over 3 domeinen. Teamgerichte werking, leerlinggerichte werking en oudergerichte werking. Teamgericht: Tips, informatie (artikels, boeken, sites, bijscholingen, ) en uitleg kunnen gegeven worden aan het schoolteam in verband met de aanpak van de GON-leerling en zijn specifieke problemen. Er zal regelmatig overleg zijn tussen de leraren en de GON-begeleider om de hulpvragen van de leerling op te sporen en hiervoor oplossingen te zoeken en afspraken te maken. De GON-begeleider zal er steeds naar streven een steun voor het personeel van de gastschool te zijn. Als GON-team streven wij ernaar het volledige schoolteam bij de integratie van de leerling te betrekken. De integratie is immers teamwerk en niet het werk van één enkele persoon. Leerlinggericht: Onze leerlingen kunnen rekenen op een begeleiding die aangepast is aan hun specifieke noden. Om de kennis en het inzicht over de problematiek van de leerling te verdiepen, worden studiedagen gevolgd over de betreffende onderwerpen. Ook vindt er regelmatig overleg plaats tussen de GON-begeleiders en de gespecialiseerde mensen op het MPI. Op de gastschool wordt de leerling regelmatig geobserveerd in verschillende schoolsituaties. Zowel individuele begeleiding als begeleiding in de klas en speelplaatsbegeleiding behoren tot de mogelijkheden. De inhoud van de ondersteuning kan van sociaal-emotionele aard zijn, maar ook therapeutisch of leerstofgericht. Het hoofddoel moet hier steeds zijn de integratie van de leerling op de gastschool te bevorderen. Oudergericht: Wij vinden het uitermate belangrijk dat ouders zo nauw mogelijk betrokken worden bij de integratie van hun zoon/dochter. Wij streven naar een open communicatie tussen school, ouders en GON-begeleider. 9

10 De ondersteuning die geboden wordt, sluit aan bij de gestelde hulpvragen die door alle betrokken partijen beschreven werden in het integratieplan of bij hulpvragen die in de loop van het schooljaar opduiken. Dit is altijd maatwerk! Wij proberen steeds een optimale communicatie tussen de verschillende partijen te bevorderen omdat we van mening zijn dat dit de integratie van de leerling ten goede komt. Deze communicatie streven we na door het organiseren van twee of meer overleggen per schooljaar waarin de hulpvragen en de doelstellingen kunnen besproken en geëvalueerd worden. Bij die team-overleggen worden ook externe partijen betrokken (privé-hulpverleners, revalidatiecentrum en begeleidende artsen). We streven er ook naar om regelmatig contact te hebben om nuttige en relevante informatie door te spelen. 6. Hoe stellen we het GON-team samen? Onder onze GON-begeleiders tellen wij zowel onderwijskundigen als logopedisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten. Sommigen van hen werken fulltime als GON-begeleider of IONbegeleider en anderen hebben ook een opdracht op het MPI om zo het contact met het buitengewoon onderwijs te garanderen. We kiezen voor een multidisciplinair team om aan een zo breed mogelijke waaier van hulpvragen te kunnen tegemoetkomen. Op die manier kunnen we de integratie van onze leerlingen zowel vanuit een therapeutisch als vanuit een pedagogisch oogpunt stimuleren. 10

11 Wat zijn onze troeven? Inclusie is iets dat door zijn relationeel perspectief voordelen heeft voor alle partijen. Als iedereen er kan bijhoren in verbondenheid dan wordt iedereen er beter van. (bijdrage GRIP-Open-dag, 12 mei 2012, Mechelen. Joeri Van den Brande, VUBl) 1. De werkgroepen Binnen het GON-team bestaan verschillende werkgroepen. Deze werkgroepen hebben als doel de algemene werking van het team te bevorderen, te optimaliseren en kwaliteit te verzekeren. Hierbij krijgt elk teamlid de kans om zijn eigen specifieke talenten en vaardigheden naar voor te brengen. Sommige van deze werkgroepen zijn permanent en andere hebben een tijdelijk karakter. Het kernteam Het kernteam bestaat uit een vertegenwoordiger van elke discipline. Samen met de GON-coördinator, die ook deel uitmaakt van dit team, staan zij onder meer in voor het bijhouden van de administratie, het opstellen van de uurroosters, het ontwikkelen van visies en strategieën, het uitwerken van nieuwe projecten en het toezien op een eerlijke prestatieregeling voor de GONbegeleiders. Bovendien ondersteunen en bevorderen zij de kwaliteit binnen ons team. De werkgroep materiaal De werkgroep materiaal beheert de materialen, naslagwerken, boeken en werkmethodes. Ze maken een klassement van de materialen en organiseren een uitleendienst. Ze maken ook een lijst op van de materialen die nog moeten worden aangekocht waarbij rekening gehouden wordt met de wensen van elk teamlid. 11

12 De werkgroep digitalisering De werkgroep digitalisering zorgt ervoor dat alle benodigde documenten betreffende de GON op Smartschool komen. Zij zijn ook bezig met het maken van een website van ons GON-team en het digitaliseren van het individueel dossier. De werkgroep inleefboxen Deze werkgroep heeft twee inleefboxen ontwikkeld. Een box voor ASS en een box voor DCD. Deze boxen bevatten een rijke voorraad aan materiaal dat kan gebruikt worden om een klas of schoolteam te informeren over de betreffende beperkingen. Bovendien is deze werkgroep momenteel bezig met het ontwikkelen van een inleefbox met het thema anders zijn. De werkgroep individueel dossier Deze werkgroep ontwikkelde de documenten die gebruikt worden in de individuele leerlingendossiers. Zij bevragen regelmatig de teamleden of de documenten handig en werkbaar zijn en passen deze eventueel aan. De werkgroep inleefmoment Dit is een tijdelijke werkgroep. Aan het begin van elk schooljaar organiseert ons team een info/inleefmoment voor de ouders leerkrachten en CLB-medewerkers van onze leerlingen. Deze werkgroep kijkt toe op de organisatie van deze studiedag en de verdeling van de taken onder alle teamleden. De werkgroep database Deze werkgroep stelt gegevenslijsten op van gastscholen, CLB s en andere instellingen en personen waar we mee samenwerken. Deze lijsten worden regelmatig geactualiseerd. De werkgroep opstartmap Deze werkgroep heeft de GON-werking volledig gekaderd en uitgeschreven. Deze map dient als leidraad voor nieuwe GONbegeleiders en tevens als ondersteuning voor ervaren medewerkers. De opstart map bestaat ook in gedigitaliseerde vorm en wordt regelmatig geactualiseerd. 12

13 2. Begeleiding van de JFK s (Jonge Frisse Krachten) Nieuwe GON-begeleiders kunnen steeds rekenen op de steun van het GON-team. Ze worden uitgebreid geïnformeerd over de problematiek van de leerlingen en over onze GON-werking. Ze krijgen steun en begeleiding bij hun eerste contacten met de gastscholen en kunnen steeds beroep doen op de ervaring van de collega s van het MPI. De GON-coördinator zal er persoonlijk op toezien dat de nieuwe begeleider zich maximaal ondersteund voelt. Omdat onze GON-begeleiders de kans zouden krijgen om raad en advies te vragen aan mensen van verschillende disciplines, werd geopteerd voor een peter- of meterschap, maar niet gekoppeld aan één discipline. Als GON-team vinden we het belangrijk dat een kruisbestuiving tussen de verschillende disciplines gestimuleerd wordt. Daarom krijgen de nieuwe GON-begeleiders een lijst met telefoonnummers en adressen van alle GON-begeleiders. Bij vragen of problemen hebben ze dus eigenlijk het volledige GON-team en het MPI-team ter beschikking. Elke nieuwe GON-begeleider krijgt ook een digitale versie van de opstartmap voor nieuwe GON-begeleiders. 3. Studiedagen en nascholingen De taak van een GON-begeleider is heel complex en dit vereist verschillende kennis, inzichten en vaardigheden. Geen enkele opleiding kan daarin volledig voorzien. Daarom motiveren wij ons team om zich zo ruim mogelijk bij te scholen in functie van de hulpvraag van onze leerlingen. Onze richtlijn is minimum 2 en maximum 6 studiedagen per schooljaar te volgen. Dit is inclusief de 2 studiedagen die op het MPI worden gegeven. We vragen aan de GON-begeleiders om erover te waken dat niet steeds dezelfde leerlingen hierdoor een GON-begeleiding missen. We vinden het als team heel belangrijk om informatie en inhoud van studiedagen met elkaar te delen. Dit gebeurt op de wekelijkse teamvergadering. Een keer per jaar vindt er ook een algemene uitwisseling plaats. 13

14 4. Teamondersteunend werken Eenmaal per schooljaar, bij voorkeur aan het begin van het schooljaar, organiseren wij een informatie- en inleefmoment voor de ouders en gastscholen van onze leerlingen met DCD en ASS. Wij opteerden voor deze twee functiebeperkingen omdat zij het merendeel van onze leerlingen uitmaken. De deelname aan deze informatiemomenten is kosteloos omdat wij het informeren van ouders en schoolteams als een deel van onze taak zien. Het gebeurt ook dat we op vraag van schoolteams deze inleefmomenten op de gastschool geven. 5. Zorg voor kwaliteit Het bieden van kwaliteit is voor ons team vanaf het begin een prioriteit geweest. Graag willen wij dit vanaf dit schooljaar gestructureerd aanpakken. Daarvoor zullen wij ons baseren op het CIPO-model en onze zorg voor kwaliteit stapsgewijs uitbouwen. Aangezien dit voor ons een nieuw gegeven is, worden wij hierbij ondersteund door de pedagogische begeleidingsdienst van het GO. Welke waarden vinden wij belangrijk? Naast onze specifieke integratie-opdracht willen wij graag aan onze leerlingen een aantal belangrijke waarden meegeven. De belangrijkste waarden vormen de kern van ons onderwijs. Respectvol is de uitschieter. Samenwerken, een open geest hebben, verdraagzaam zijn en leerplezier vervolledigen de top vijf. (GO! Waardenboek. Het DNA van het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) 14