Veiligheidsschakeling SM01-001

Transcriptie

1 Kollmorgen Steuerungstechnik GmbH Broichstraße Köln Telefon +49 (0) Telefax +49 (0) info@kollmorgen.de KOLLMORGEN Steuerungstechnik GmbH Köln / / DO_BASMn.doc

2 Inhould 1 Beschrijving van het product Doelmatig gebruik Samenstelling Beschrijving van de werking Technische gegevens...4 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Verplichting van de exploitant tot zorgvuldigheid...4. Verklaring van de gebruikte veiligheidssymbolen Ten grondslag liggende veiligheidsmaatregelen Transport / opstellen Inbedrijfstelling Maken van de aansluitingen aan stroomnet e.d Controleren van de werking Hulp ingeval van storingen Mogelijke storingen en het opheffen ervan Beschrijving van de schakeltoestanden van de module SM Onderhoud / reparaties Buiten bedrijf stellen... 9 Appendix EG- verklaring van conformiteit

3 Breedte EB-94A SM Veiligheidsschakeling SM Beschrijving van het product 1.1 Doelmatig gebruik De module SM mag uitsluitend als elektrische veiligheidsschakeling in besturingen voor liften volgens EN 81 deel 1 en deel, punt TRA 64. richtlijn 95/16/EG artikel 1 lid 1, artikel 8 lid 1 worden gebruikt. 1. Samenstelling Lengte K71 = zone-relais 1 met LED-indicatie-element K7 = zone-relais met LED-indicatie-element K73 = controle-relais met LED-indicatieelement K74 = start-relais met LED-indicatie-element LED Status = controle-indicator LED Bündig / Level = indicatie De toewijzing van de klemmen is te vinden in het hoofdstuk Inbedrijfstelling. K71 Relais Relais Relais Relais K7 K73 K74 K 71 K 7 K 73 K 74 Bündig Bündig/ Status Status Level Level De module SM is uitgerust met vier veiligheidsrelais en de bijbehorende aansluitklemmen. De module bevindt zich in een open behuizing, die geschikt is om op montagerails te worden bevestigd. 1.3 Beschrijving van de werking Het aankomen en nivelleren met geopende schachtdeur en geopende deur van de kooi dient te worden bewaakt door middel van twee onafhankelijk werkende schakelaars. In de veiligheidsschakeling SM worden de onafhankelijk van elkaar werkende zone-schakelaars en met behulp van de relais K71, K7 en K73 bewaakt of ze zonder fouten werken. Of deze relais volgens voorschrift zijn geschakeld, wordt gecontroleerd door middel van de controleschakeling tussen klem 7 en klem 1 van de veiligheidsschakeling SM Bij een non-equivalentie van de relais K71 en K7 wordt volgens EN 81 deel 1 en deel no de stroomflux naar klem 1 onderbroken (de LED "Status" gaat uit) en wordt op die manier de volgende start door de kiezermechaniek verhinderd. De bypass (klem 1 en ) is alleen in het zone-bereik tijdens het aankomen en nivelleren gesloten. Wanneer de deuren geopend zijn, functioneren de contacten van de veiligheidsschakeling rechtstreeks op de contactors. Bij het aankomen en nivelleren in het zone-bereik wordt de lift bij een onderbreking onmiddellijk uitgeschakeld. Een elektronische indicator-schakeling "LED Bündig / Level" op de module geeft aan dat wanneer de zone-schakelaar geactiveerd is, de liftcabine zich in het bereik van bevindt. BELANGRIJK! Het verloop van de functietest wordt beschreven in het hoofdstuk Inbedrijfstelling

4 1.4 Technische gegevens Klem Spanningstoevoer, ingangen,... Klem Uitgangen 1, 50 VAC / 6A 17 Indicator max. +4VDC / 50 ma 3, 4 + 4VDC / 60 ma 6 + 4VDC / ma 15 Noodstroomvoorziening VDC / max. 50 ma Te verwachten levensduur: Afmetingen: Gewicht: mechan ( ) periodetijden Lengte* Breedte* Hoogte* Hoogte** 660 g elektr ( ) periodetijden 15 mm 96 mm 80 mm 64 mm *incl. kunststof bak en bevestiging t.b.v. montage aan dekrail, **incl. kunststof bak en bevestigingsplaat Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid.1 Verplichting van de exploitant tot zorgvuldigheid De exploitant dient de handleiding voor het bedrijf steeds onder bereik voor het personeel te houden en zich ervan te overtuigen dat het personeel deze heeft gelezen en de inhoud ervan begrijpt. ervoor te zorgen dat de module uitsluitend wordt gebruikt voor het doel waarvoor ze is voorzien. ervoor te zorgen dat de bediening en het onderhoud uitsluitend worden uitgevoerd door een persoon met een technische opleiding.. Verklaring van de gebruikte veiligheidssymbolen GEVAAR! Hiermee wordt een direct dreigend gevaar voor het leven en de gezondheid van personen aangeduid. WAARSCHUWING! Hiermee wordt een situatie aangeduid die mogelijkerwijs gevaar kan opleveren. Wanneer de aanwijzing niet wordt opgevolgd, kan dit tot dodelijke of althans zeer zware verwondingen leiden. Deze aanwijzing betekent bovendien een waarschuwing voor gevaren voor de machine, het materiaal of het milieu. Dit teken staat bij informatie die bedoeld is om voor de lezer de processen beter begrijpelijk te maken..3 Ten grondslag liggende veiligheidsmaatregelen Werken onder spanning betekent levens-gevaar! Voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden gaat uitvoeren dient u de spanningstoevoer te onderbreken (hoofdschakelaar, zekering). Haal nooit veiligheidsinstallaties weg of stel deze door verandering buiten bedrijf. Houd u aan de bepalingen zoals die in de normen DIN VDE 0100 en VBG 4 zijn gesteld

5 3 Transport / opstellen Zorg ervoor dat de aangegeven grenswaarden niet worden overschreden: Omgevingstemperatuur Schokbestendigheid Trillingsbestendigheid C 15 g bij 11 msec 10 g bij Hz Het gebruik in de in hoofdstuk 1.1 genoemde besturingen voor liften is uitsluitend toegestaan, wanneer de module is beschermd tegen water, geleidend stof en dauw. De module dient voor dit doel in een behuizing of een kast met minimaal beschermingsklasse IP 33 te worden ingebouwd. 4 Inbedrijfstelling 4.1 Maken van de aansluitingen aan stroomnet e.d. Werken onder spanning betekent levens-gevaar! Voer voordat u begint met de inbedrijfstelling de volgende werkzaamheden aan de installatie uit: 1. Schakel de installatie vrij. Beveilig de installatie tegen opnieuw inschakelen 3. Ga na of de spanning van de betrokken onderdelen is gehaald 4. Zorg voor aarding en kortsluiting 5. Dek onderdelen in de buurt die onder spanning staan af of scherm ze af Sluit nu de module aan zoals in de schakelschema s is aangegeven: Klem functie K73 K74 K7 K VDC Controle vd aankomstsnelheid v<0.3 m/sec (regeling) Noodstroomvoorziening Indicatie verdieping 1/: 3: 4: 5: 6/7: 8: 9/10: 11: 1: 13/14: 15: 16: 17: 18: bypass voor de deuren de blokkeerschakelaar zone-schakelaar zone-schakelaar uitgang 4V+ zone-signaal DSK aansluiting 4V+ ingang aankomen en nivelleren brug of contact v < 0.3m/sec uitgang 4V+ zone-signaal controle-uitgang 4V+ aansluiting 0V plus-pool van de noodstroomvoorziening 6-4V min-pool van de noodstroomvoorziening plus-pool van de indicator verdieping min-pool van de indicator verdieping Aansluitschema van de module

6 WAARSCHUWING! De min-pool van de noodstroomvoorziening mag niet op de PE-aansluiting of op de 0Vaansluiting van de 4VDC-stroomvoorziening worden aangesloten. Hierdoor wordt verhinderd dat de stroom vanuit de noodstroom voorziening naar de 4VDCstroomvoorziening terug stroomt. Houd steeds rekening met de informatie in het magneetschakelaar-schema dat met de schakeldocumentatie wordt meegeleverd. Controleer vóór de eerste ingebruikname: Of alle klemverbindingen correct zijn aangesloten en goed vast zitten Of de module functioneert zoals in het hoofdstuk Controleren van de werking is opgegeven. 4. Controleren van de werking Voorwaarde: De schakelaars en zijn geïnstalleerd zoals in het magneetschakelaar-schema is aangegeven en het schakelcontact dient te zijn gesloten, d.w.z. dat de cabine zich binnen het zone-bereik bevindt. Handelwijze: 1. Houd tijdens het starten van de cabine de schakelaar gesloten. Zorg voor dit doel voor een draadbrug van klem 6 naar klem 3 van de veiligheidsschakeling.. Geef nu een commando naar een willekeurige verdieping. Bij aankomst op de gekozen verdieping worden de deurcontacten en de deur grendelschakelaar niet overbrugd. De LED "Status" brandt niet meer en de volgende start van de lift blijft geblokkeerd. Bij liften met een hydraulische aandrijving en waar dalen is ingesteld zal een fout in veiligheidsschakeling SM niet ertoe leiden dat de volgende beweging onmiddellijk wordt geblokkeerd, maar zal de lift eerst een noodrit omlaag uitvoeren. Pas daarna wordt de lift voor de volgende beweging omlaag geblokkeerd. 3. Haal nu de draadbrug weg en schakel de besturing UIT / AAN. Op deze manier heft u de blokkering op. De volgende beweging verloopt normaal. 4. Herhaal de punten 1 tot en met 3 voor de schakelaar. Let er daarbij op dat u nu een draadbrug van klem 6 naar klem 4 van de veiligheidsschakeling moet aanbrengen

7 Veiligheidsschakeling SM Hulp ingeval van storingen Hef een storing alleen op als u ook gekwalificeerd bent om dit te doen. Lees ook het hoofdstuk "Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ". 5.1 Mogelijke storingen en het opheffen ervan Bij de besturingsgeneratie van de MPK serie-a en hoger worden alle fouten en storingen geregistreerd in het MPK-logboekgeheugen. Hoe u dit geheugen kunt uitlezen en aanvullende informatie bij de registraties kunt verkrijgen, kunt u vinden in de MPKdocumentatie handleiding. Hoe te handelen om de storing op te heffen: 1. Lees het logboekgeheugen uit.. Brandt de LED Status op het veiligheidsmodule SM01-001? NEEN: Handel dan als in geval 1 JA: Handel dan als in geval Geval 1: Mogelijke foutmeldingen 1 in het logboekgeheugen van de MPK: 1 fout in verd. kiezer geen zone bij stand nastelling fout zone bij nastellen Mogelijke reacties op de foutmeldingen: Lift blokkeerd veiligheidsschak. veiligheidsschak. vr. deu. & nast. uit Mogelijke oorzaken van de foutmeldingen : Ad 1 De zone-schakelaaars zijn defect. + Opheffen van de fouten: Controleer de zone-schakelaars. Controleer de spanning wanneer de zone-schakelaars gesloten zijn (SM01-001: spanning op klem 3 en klem 4 gemeten volgens klem 13 > 0V). Ad 1 + De positie van de magneten komt niet overeen met de positie van de schakelaars. De afstand tussen de magneet en de schakelaar is te groot. Controleer de positie van de magneten. Controleer of de schakelaars in de buurt van de magneten hierdoor worden beinvloed (Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de magneetschakelaars). Controleer de speling in de kabinegeleidingen Ad 1 De magneten voor / zijn niet op dezelfde hoogte. Controleer waar de magneten zich bevinden. Het verschil in tijd tussen en moet minder zijn dan 300 msec. Het resulterende traject heeft betrekking op de aankomstsnelheid! Max. verschil 300 msec Max. verschil 300 msec

8 S1B S1B S1A S1A Veiligheidsschakeling SM Geval : Mogelijke foutmeldingen 1 in het logboekgeheugen van de MPK: 1 fout in verd. kiezer geen zone bij stand nastelling fout zone bij nastellen Mogelijke reacties op de foutmeldingen: Lift blokkeerd veiligheidsschak. veiligheidsschak. vr. deu. & nivel. uit Mogelijke oorzaken van de foutmeldingen : Ad 1 De magneten voor / zijn niet op dezelfde hoogte. Opheffen van de fouten: Ad 1 De zone-schakelaars zijn defect. Controleer de zone-schakelaars. Controleer de spanning wanneer de zone-schakelaars gesloten zijn. (SM01-001: spanning op klem 3 en klem 4 gemeten volgens klem 13 > 0V). Controleer waar de magneten zich bevinden. Het verschil in tijd tussen en moet minder zijn dan 300 msec. Het resulterende traject heeft betrekking op de aankomstsnelheid! Max. verschil 300 msec Ad 1 De magneten voor S1A / S1B bevinden zich voor de magneten /. Max. verschil 300 msec Controleer waar de magneten zich bevinden. De magneetschakelaars S1A/S1B mogen niet eerder schakelen dan de magneetschakelaars /. Ad 1 + De verbinding tussen het veiligheidsmodule en de MPK is defect. Controleer de verbindingen tussen de veiligheidsschakeling en de MPK. Ad 1 De zone-signaal wordt extra geschakeld via het snelheidscontact van de regeling. Controleer de instellingen op de regeling. 5. Beschrijving van de schakeltoestanden van de module SM In de tabel worden de mogelijke schakeltoestanden van de relais K71-73 weergegeven. Relais* K... Toestand Deurveiligheids-circuit en deur grendelschakelaar overbrugd Defect Buiten het zone-bereik Defect Defect Defect Defect Deur cabine in zone-bereik JA *0 = relais niet actief / LED uit Defect - D *1 uit = relais actief / LED aan

9 6 Onderhoud / reparaties WAARSCHUWING! De beschermkappen van de relais mogen niet worden weggehaald. Nooit de contacten van de relais bewerken! U vernietigt daarmee de module en stelt zichzelf onder bepaalde omstandigheden zelfs bloot aan levensgevaarlijke spanningen! Wanneer de module defect is dient u ze naar de fabrikant terug te sturen. Het betreft in dit geval nl. een veiligheidsmodule waarvoor de verplichting tot afname bestaat en waarvoor speciale testvoorschriften gelden! Controleer bij iedere onderhoudsbeurt of de module nog goed functioneert (zie het hoofdstuk Controleren van de werking ). Controleer minstens één keer per jaar de klemverbindingen van de module. Wanneer dit nodig is dient de module m.b.v. een droge doek te worden schoongemaakt. Geen reinigings- of oplosmiddel gebruiken! 7 Buiten bedrijf stellen Werken onder spanning betekent levens-gevaar! Voer voordat u begint met de inbedrijfstelling de volgende werkzaamheden aan de installatie uit: 1. Schakel de installatie vrij. Beveilig de installatie tegen opnieuw inschakelen 3. Ga na of de spanning van de betrokken onderdelen is gehaald 4. Zorg voor aarding en kortsluiting 5. Nabijgelegen onder spanning staande delen atschermen of beveiligen Wanneer u de module niet meer gebruikt en het dus verwijdert of als afval beschouwt, dient u zich te houden aan de wettelijke bepalingen voor speciaal afval. Laat de benodigde handelingen in dat geval over aan een specialistisch bedrijf op dit gebied of stuur de module terug naar de fabrikant