Februari Criminologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Februari 2007. Criminologie"

Transcriptie

1 Februari 2007 Criminologie

2 Uitgave: Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon +31 (0) Fax: +31 (0) Internet QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. QANU /Criminologie

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen Deel 9 1. De onderwijsvisitatie Criminologie Het referentiekader Algemene bevindingen 5 Deel II Opleidingsrapporten De bachelor- en masteropleiding Criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam De masteropleiding Criminologie aan de Universiteit Utrecht De bachelor- en masteropleiding Criminologie aan de Universiteit Leiden De bachelor- en masteropleiding Criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam 145 Bijlagen 187 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 189 Bijlage B: Bezoekprogramma s visitatiecommissie Criminologie Bijlage C: Checklist 197 QANU / Criminologie 3

4 4 QANU /Criminologie

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, alsmede een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de accreditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De Visitatiecommissie Criminologie van QANU heeft haar taken met grote toewijding uitgevvoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleidingen zijn beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overwweging zullen worden genomen door de betrokken opleidingen, faculteitsbesturen en Colleges van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteiten voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur QANU / Criminologie 5

6 6 QANU /Criminologie

7 VOORWOORD VOORZITTER VISITATIECOMMISSIE Dit eindrapport is het product van een intense samenwerking tussen de vier opleidingen Crimminologie, QANU en de visitatiecommissie. Samen hebben alle betrokkenen veel tijd en energgie besteed aan de voorbereidingen, de visitatie zelf en aan het eindrapport. De criminologische opleiding heeft in Nederland een wat eigensoortige ontwikkeling gekend. Terwijl vele jaren geleden de criminologische opleidingen opgingen in ruimere onderwijsverbbanden, hebben enkele Nederlandse voortrekkers in amper een paar jaar tijd nieuwe zelfstanddige opleidingen weten in te richten, hiermee gevolg gevend aan de sterke maatschappelijke roep naar criminologen op de arbeidsmarkt, waardoor de Nederlandse criminologie terug op volwaardige wijze op de onderwijskaart werd gezet. In grote mate hebben ze dit op eigen kracht gedaan, en dat dwingt zonder enige twijfel bewondering en respect af. Er is bijzonder hard gewerkt en veel werd op relatief korte termijn uit de steigers gehaald. Zoals voor alle opleidingen in Nederland is een visitatie van groot belang, gezien de recente invoering van de bachelor-masterstructuur en de eruit voorvloeiende consequenties op het vlak van accreditatie. Voor de criminologische opleidingen geldt dit evenzeer, maar er is tezelfddertijd het feit dat deze nieuwe opleidingen voor het eerst een visitatie kregen. Dat maakte deze oefening uiteraard extra spannend, en de inzet groot. Vanuit dit opzicht kan rustig gezegd worden dat deze visitatie echt wel op het gepaste tijdstip kwam. In algemene zin heeft de visitatiecommissie vele enthousiaste en eigentijdse pioniers ontmoet. In het Nederlandse criminologenwereldje heerst hoegenaamd geen zelfgenoegzaamheid en is het besef groot dat er nog veel staat te gebeuren en te ontwikkelen. De commissie heeft duiddelijk aangevoeld dat de bereidheid om er voluit voor te gaan sterk aanwezig is en dat er doordachte visies schuilgaan achter de in ontwikkeling zijnde onderwijsprojecten. Ondanks (of misschien wel dankzij) de recente datum van invoering had de commissie op onderdelen zelfs het gevoel dat de wet van de remmende voorsprong speelt, waardoor de Nederlandse opleidingen innovaties ingevoerd hebben, die landen met een langere traditie op het vlak van het criminologisch onderwijs nog niet realiseerden. Dat neemt niet weg dat de commissie vele facetten moest beoordelen op basis van een zeer korte ervaring met een volkomen nieuw curriculum, waaraan onvermijdelijke kinderziekten en groeipijnen verbonden zijn. Soms had de commissie de indruk eerder plannen en verwachttingen te moeten beoordelen, dan realisaties. Zo was het ietwat voorbarig om solide uitspraken te doen omtrent het studierendement. Uiteraard heeft de commissie haar best gedaan om daarbij zo objectief mogelijk te blijven. De commissie heeft mijn inziens goed werk kunnen leveren. Dit was ongetwijfeld de verdienste van de opleidingen zelf, die zelfstudies van degelijke kwaliteit hadden afgeleverd. Ze vormden de essentiële basis voor de voorbereidingen en voor de bezoeken ter plaatse. De commissie werd door de vier opleidingen goed ontvangen en de opleidingen waren uitstekend voorbereid op de bezoeken. Alle nodige materiaal en alle informatie waren ter beschikking of werden op verzoek ter beschikking gesteld. Inzet en bijdrage van alle opleidingen verdienen alle lof. De gesprekken waren open en constructief, georiënteerd op inhoud en niet louter formeel-evaluatief. Als voorzitter wens ik alle leden van de commissie te danken voor de grote betrokkenheid, de uitstekende samenwerking en de goede verstandhouding. De visitatie bleek een tijdrov- QANU / Criminologie 7

8 vende taak. Elk lid heeft vanuit zijn eigen perspectief, ervaring en achtergrond bijgedragen tot een succesrijke, positieve visitatie en tot dit eindrapport. De multidisciplinaire samenstelling van de commissie was een onbetwistbaar voordeel, precies omwille van het multidisciplinaire karakter van de Nederlandse criminologie. Ook het feit dat de commissie een internationale samenstelling had, heeft mijns inziens voordelen opgeleverd. Verder hebben de twee vrouwwelijke studenten, die de dominante mannelijke samenstelling van de commissie toch wat temperden, zich uitstekend van hun taak gekweten. De secretaris, toegevoegd vanuit QANU, was een onmisbare schakel in het geheel. Hij heeft de andere commissieleden ontlast van vele praktische beslommeringen en van het minutieus notuleren van de gesprekken, opmerkingen, vragen en antwoorden. De commissie hoopt van harte dat dit rapport een significante bijdrage moge zijn tot het verder verbeteren, bijsturen en verfijnen van de criminologische opleidingen in de komende jaren. Prof. dr. Paul Ponsaers Voorzitter visitatiecommissie Criminologie 8 QANU /Criminologie

9 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Criminologie 9

10 10 QANU /Criminologie

11 1. De onderwijsvisitatie Criminologie 1.1. Inleiding Met het oog op de accreditatie van de wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen door middel van externe kwaliteitsbeoordeling heeft het bestuur van de Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) in april 2006 de visitatiecommissie Criminologie ingesteld. In de periode mei t/m juni 2006 heeft deze commissie een bezoek gebracht aan de bacheloren masteropleidingen op het gebied van de Criminologie, waarvoor de QANU een opdracht tot visite ren had ontvangen van de betrokken universitaire Colleges van Bestuur (zie par. 1.2). De com missie heeft haar bevindingen vastgelegd in hoofdstuk 3 van Deel I en in de in Deel II opgenomen opleidingsrapporten per universiteit (in volgorde van de visitatiebezoeken), waarbbij de bachelor- en masteropleiding per instelling in samenhang beschreven en beoordeeld worden. In hoofdstuk 3 van Deel I gaat de commissie in op een aantal aspecten die haar tijdens de visitatie bijzon der hebben getroffen, maar waarvan de bespreking minder goed past in de hoofdstukken in Deel II. Hoofdstuk 2 van Deel I bevat het door de commissie gehanteerde referentiekader De betrokken opleidingen De volgende academische opleidingen zijn in het kader van deze visitatie bezocht: Erasmus Universiteit Rotterdam (22-23 mei 2006): de bacheloropleiding Criminologie (CROHO 56469) de masteropleiding Criminologie (CROHO 66469) Universiteit Utrecht (23-24 mei 2006): de masteropleiding Criminologie (CROHO 66469) Universiteit Leiden (26-27 juni 2006): de bacheloropleiding Criminologie (CROHO 56469) de masteropleiding Criminologie (CROHO 66469) Vrije Universiteit Amsterdam (28-29 juni 2006): de bacheloropleiding Criminologie (CROHO 56469) de masteropleiding Criminologie (CROHO 66469) De namen van de genoemde universiteiten worden in het vervolg van dit rapport in de bovenggenoemde volgorde als volgt afgekort: EUR, UU, LEI en VU. QANU / Criminologie 11

12 1.3. Samenstelling en taak van de commissie De samenstelling van de commissie is totstandgekomen aan de hand van suggesties vanuit het Disciplineoverleg Rechtsgeleerdheid (DRG). Alle betrokken opleidingen en faculteitsbesturren zijn in de voorbereidingsfase in de gelegenheid geweest om bezwaar aan te teke nen tegen de door QANU voorgelegde conceptsamenstelling van de commissie, een en ander conform C van het QANU-kader. Van deze gelegenheid is geen gebruikgemaakt. De voorzitter van de Visitatiecommissie Criminologie werd benoemd: prof. dr. P. Ponsaers hoogleraar Criminologie, Universiteit Gent Tot leden van de commissie werden benoemd: drs. L.G.H. Gunther Moor prof. dr. R. van Hezewijk drs. M.W. Koppers prof. dr. A. Peters prof. mr. J.M. Reijntjes E.M. Witzier directeur Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) decaan Faculteit Psychologie, Open Universiteit Nederland masterstudent Criminologie, Universiteit Leiden emeritus hoogleraar Criminologie, Katholieke Universiteit Leuven decaan Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van de Nederlandse Antillen masterstudent Criminologie,Vrije Universiteit Amsterdam Tot secretaris van de commissie werd benoemd: drs. R.V. van der Dussen, medewerker bureau QANU. Als bijlage A zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. Op grond van het instellingsbesluit van de commissie d.d. 13 april 2006 was het de taak van de commissie om op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken 1) een oordeel te geven over de verschillende kwaliteitsasppecten van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het QANU-kader d.d. januari 2004; 2) op basis daarvan vast te stellen of de opleidingen naar haar oordeel voldoen aan de criteria voor basiskwaliteit, en 3) de aspecten van de opleidingen te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn Werkwijze van de commissie De installatievergadering De commissie hield haar installatievergadering op 13 april 2006 in Utrecht. Zij werd for meel namens het QANU-bestuur geïnstalleerd door drs. F.W. Wamelink. Daaraan voorafgaand zijn van de zijde van QANU de bepalingen in bijlage 2 van het QANU-kader met betrekking tot de onafhankelijkheid van de leden van een visitatiecommmissie onder de aandacht gebracht van de leden. Als uitvloeisel daarvan is alle leden verzzocht een onafhankelijkheidsverklaring te ondertekenen en aan de QANU ter beschikking te stel len. Alle leden hebben aan dit verzoek gevolg gegeven. Tijdens de vergadering zijn de 12 QANU /Criminologie

13 volgende afspraken gemaakt om de onafhankelijke oordelen van de commissie te kunnen garanderen: (a) E.M. Witzier zal niet deelnemen aan het visitatiebezoek en de beoordeling van de opleiddingen aan de VU, de universiteit waar zij studeert. (b) M.W. Koppers zal niet deelnemen aan het visitatiebezoek en de beoordeling van de opleiddingen aan de LEI, de universiteit waar zij studeert. Daarmee was de visitatie Criminologie naar het oordeel van QANU omgeven met voldoende onafhankelijkheidswaarborgen. Uit het onder (a) en (b) beschrevene volgt dat E.M. Witzier betrokken was bij de beoordeling van de EUR en de LEI, en dat M.W. Koppers betrokken was bij de beoordeling van de UU en de VU. Vervolgens werden afspraken gemaakt op de volgende punten: de te volgen werkwijze; de globale dagindeling van de visitatiebezoeken; het vice-voorzitterschap van de commissie; de verdeling in globale zin van aandachtsgebieden tussen de commissieleden; de verdeling van de afstudeerscripties per opleiding; vaststelling van de vanuit de QANU aangereikte checklist. Op basis van een door de voorzitter en de secretaris geformuleerd voorstel heeft de commisssie in haar startvergadering tevens de concepttekst besproken van het, in het visitatieprotocol voorziene, referentiekader. Tijdens haar installatievergadering heeft de commissie ook de zelfsstudies in oriënterende zin besproken en werden per opleiding specifieke aandachtspunten geïnventariseerd, mede op basis van een door het bureau QANU opgestelde verkennende analyse. Na de installatievergadering op 13 april 2006 is het formele instellingsbesluit van de commissie vanuit de QANU verzonden naar de daarvoor in aanmerking komende instantties (Col leges van Bestuur, faculteitsbesturen, de NVAO, de Vereniging van Universiteiten (VSNU), het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, et cetera). De voorbereidingsfase De commissieleden ontvingen ruim voor het visitatiebezoek de zelfevaluatierapporten (en bijlaggen) en formuleerden vragen. De secretaris compileerde alle vragen tot één document dat voorlag tijdens het visitatiebezoek. Per bezoek lazen de commissieleden van tevoren een aantal (doctoraal-, bachelor- en/of master-)scripties. Uit de bij de zelfstudie gevoegde lijst van 25 meest recente scriptties had de commissie in totaal twaalf eindwerken per opleiding geselecteerd en opgevraagd, waarbbij was gelet op een goede spreiding naar specialisa tie en gegeven eindcijfer. Op basis van de conclusies, bereikt in de installatievergadering, is vanuit het bureau van de QANU contact opgenomen met alle betrokken lokale visitatiecoördinatoren en is de voorberreiding van elk visitatiebezoek in onderling overleg tussen de visitatiecoördinator en de secrettaris van de visitatiecommissie ter hand genomen. Laatstgenoemde heeft daartoe ongeveer één maand voorafgaand aan elk visitatiebezoek een bezoek gebracht aan elke instelling. Daarbij werden concrete afspraken gemaakt over de invulling van het bezoek op basis van het globale dagpro gramma dat de commissie had vastgesteld. Namens de commissie is bij de voorbereidding van elk visitatiebezoek verzocht om tijdens het bezoek inzage te kunnen krijgen in het volgende informatiemateriaal: QANU / Criminologie 13

14 een zo volledig mogelijke set van het onderwijsmateriaal (studiehandleidingen, readers, syllabi, kern(leer)boeken, et cetera); een representatieve set van de toetsen die tijdens de opleiding worden gemaakt, in alle fasen van de opleiding, zowel de opgaven als de uitwerking/beantwoording en correcties daarvan; een representatieve set van de scripties, portfolio s, stageverslagen en papers (inclusief beooordelingsformulieren); de elektronische leeromgeving en de op de opleiding beschikbare specifieke software; een overzicht van de beschikbare (relevante) tijdschriften; kwaliteitshandboeken, (een ruime selectie van de) evaluatieverslagen en de beleidsmatige verwerking daarvan (verbeterplannen, kwaliteitsjaarverslagen en dergelijke); evaluatieresultaten die de kwaliteit van de afgestudeerden aantonen (alumni-enquêtes, bevvraging afnemend veld, et cetera); alle beleidsdocumenten waarnaar verwezen wordt in de zelfstudie of die relevant zijn; voorlichtingsmateriaal voor aankomende studenten en evaluaties van de voorlichting; documentatie die inzicht geeft in de onderzoeksomgeving en aantoont dat deze van erkkende kwaliteit is; documentatie die inzicht geeft in personeelsbeleid, scholing staf, onderwijsbelasting van de staf, beschikbare menskracht en middelen; Onderwijs- en Examenreglement (OER), examenreglement, studentenstatuten en de nottulen van de Opleidingscommissie en de Examencommissie; kengetallen rendementen en studievoortgangsmonitoring. Ter bestudering vooraf werd bij elke instelling opgevraagd: 24 afstudeerscripties dan wel werkstukken (twaalf bacheloreindwerken en twaalf master- /doctoraaleindwerken); log-in voor de elektronische leeromgeving (Blackboard). Het visitatiebezoek De secretaris heeft voor ieder bezoek in samenspraak met de voorzitter en de visitatiecoördinattor van de betreffende instelling een bezoekprogramma opgesteld. De bezoeken aan de EUR, de LEI en de VU duurden tweeënhalve dag en begon op de eerste dag in de middag met een (nadere) bespreking in commissieverband van de zelfstudies en de afstudeerscripties. Het bezoek aan de UU duurde anderhalve dag, aangezien het de beoordeling van één opleiding betrof. Zie bijlage B voor een standaard bezoekprogramma. Ook was er de mogelijkheid om een documentenanalyse uit te voeren. Vanaf de ochtend op de tweede visitatiedag werden er gesprekken gevoerd met verschillende instanties en personen, zoals de opstellers van de zelfstudie, de verantwoordelijken voor kwalliteitszorg (studenten apart), de leden van de Opleidingscommissie (studenten apart), versschillende groepen studenten, leden van de wetenschappelijke staf, vertegenwoordigers van de Examencommissie, alumni, aio s, studieadviseurs/-begeleiders, overige ondersteunende staf, onderwijscoördinatoren en het opleidingsmanagement/faculteitsbestuur. De verschillende bachelor- en masterstudenten zijn als volgt geselecteerd: 50% van de bachelor- en masterstudenten is geselecteerd door de desbetreffende studievvereniging; de overige 50% is, op basis van de studentenoverzichten, door de commissie geselecteerd; 14 QANU /Criminologie

15 bij de selectie van studenten is rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over de studiejaren (aantal behaalde ECTS-studiepunten (European Credit Transfer System)) en eventuele specialisaties. Omdat ten tijde van het visitatiebezoek de bacheloropleiding volledig was ingevoerd, maar de masteropleiding vaak nog in beperkte mate, viel de groep bachelorstudenten duidelijk te identificeren, maar was de groep masterstudenten vaak nog beperkt. Daar waar sprake is van een deeltijdopleiding, heeft de commissie ook gesproken met deeltijdstudenten. Tijdens elk bezoek hield de commissie een ruim van tevoren op brede schaal aangekondigd spreekuur, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid kregen om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Belangstellenden konden zich daarvoor direct bij de secretaris van de commissie aanmelden. Bij alle bezoeken heeft de commissie een rondleiding van een uur gekregen om zich een beeld te kunnen vormen van de beschikbare faciliteiten. Vast onderdeel daarvan was ook een demonstratie van de plaatselijk gebruikte elektronische leeromgeving. Na afronding van de visitatiegesprekken heeft de commissie haar conclusies geformuleerd aan de hand van de checklist (zie bijlage C). Besloten werd om deze lijst eerst individueel in te vulllen, waarna de checklist in commissieverband is besproken en een commissieoordeel per facet is vastgesteld. De ingevulde lijst is de basis geweest voor de formulering van de opleidingsrappporten en voor de inhoud van de mondelinge rapportage met het voorlopige oordeel van de commissie aan het eind van de laatste visitatiedag. Kengetallen Universitair Onderwijs (KUO-cijfers) De schrijvers van de zelfevaluaties hebben cijfermateriaal gebruikt dat afkomstig is uit een database die onder auspiciën van de VSNU is ontwikkeld. Deze cijfers worden ook wel de KUO-cijfers genoemd (Kengetallen Universitair Onderwijs). Deze database bevat onder andere gegevens over studenteninstroom, rendementen en studieduur van de cohorten tot en met Aangezien de cijfers op identieke wijze door het Centraal Bureau Statisttiek (CBS) worden bewerkt, is het mogelijk om de universiteiten en opleidingen onderling te vergelijken. Met uitzondering van de cijfers over het aantal ingeschrevenen zijn alle cijfers over instroom, rendementen en studieduur gebaseerd op één basisdefinitie: de student heeft niet eerder aan een bepaalde opleiding van een instelling ingeschreven gestaan. Dit wordt ook wel de inschrijving Eerstejaars-Opleiding-Instel ling (EOI) genoemd. Studenten met meer dan één inschrijving blijven dus buiten beschouwing vanwege het feit dat ze niet goed in te delen zijn in hoofd- en nevenopleiding. Ten tijde van de visitatie waren voornamelijk verouderde KUO-cijfers beschikbaar. Daarbij zijn de bachelor- en masteropleidingen Criminologie pas sinds kort zelfstandige entiteiten. De renddementsgegevens inzake de opleidingen waren dan ook ten tijde van de visitatie zeer beperkt. Om die reden zijn deze cijfers niet opgenomen. De commissie heeft naast de KUO-cijfers ook kennisgenomen van de rendements- en doorstroomcijfers zoals die door de opleidingen zelf worden gebruikt, vaak voor interne doeleinden en ten behoeve van het monitoren van beleidsmmaatregelen. Bij het beoordelen van de rendementen worden de maatregelen betrokken die de opleiding heeft genomen om deze eventueel te verbeteren. QANU / Criminologie 15

16 In dit rapport zijn de volgende KUO-tabellen opgenomen die afkomstig zijn van het meest recente KUO-bestand (DocOnderwijsvisitatie ): Tabel B1.1: Cohortomvang en samenstelling bachelor In deze tabel is de definitie voor het cohort: de studenten met uitsluitend één EOI-inschrijving per inschrijvingsjaar (selectie voorkomen 1). De hbo-instroom omvat ook de studenten die een premaster doen. Deze studenten kunnen op dit moment nog niet worden onderscheiden van de overige hbo-instroom. Tabel B9.1: Ingeschrevenen naar onderwijsvorm en geslacht Alle ingeschrevenen naar inschrijvingsvorm en geslacht per 1 oktober (peildatum). Deze tabel geeft een indicatie van de onderwijslast; studenten met een andere hoofdinschrijving, mogelijk aan een andere instelling, zijn meegenomen. Beslisregels De commissie is bij het toekennen van scores per facet uitgegaan van de in het QANU-kader beschreven vierpuntsschaal. De standaard QANU-beslisregels zijn: De beoordeling onvoldoende wijst erop dat het facet beneden de gestelde basisnorm ligt en dat beleidsaandacht op dit punt nodig is. De beoordeling voldoende houdt in dat het facet beantwoordt aan de basisnorm. De beoordeling goed houdt in dat het niveau van het facet uitstijgt boven de basiskkwaliteit. De beoordeling excellent houdt in dat voor het facet een niveau wordt gerealiseerd waarddoor de beoordeelde opleiding zowel nationaal als internationaal als een voorbeeld van best practice kan functioneren. Per onderwerp is op een tweepuntsschaal een oordeel gegeven: positief of negatief. De commissie is van mening dat zij het oordeel voldoende voor een facet kan toekennen wanneer zij kritische opmerkingen heeft gemaakt met betrekking tot dat facet. Het is dan wel noodzakelijk dat er tegenover die kritische opmerkingen ook positieve bevindingen kunnen worden geplaatst. De commissie heeft, conform de regels, op facetniveau het predikaat volddoende gebruikt voor de basisnorm. Op de oppervlakkige lezer zou dit kunnen overkomen of zij de beoordeelde opleidingen als aan de magere kan beschouwt. Een visitatiecommissie beoordeelt echter of de gestelde basiskwaliteit binnen de opleiding is gewaarborgd. In werkellijkheid is ze juist over het algemeen van mening dat faculteiten en opleidingen de ontwikkelling van bachelor- en masterprogramma s voortvarend hebben aangegrepen om op basis van de bestaande, veelal goede en soms zeer goede kwaliteit tot verbetering te raken. Het oordeel over een onderwerp is een gewogen oordeel van de verschillende tot dat onderwerp behorende facetten, waarbij de commissie de weging heeft bepaald. Een onderwerp waarbinnnen een facet als onvoldoende wordt beoordeeld kan door de overige voldoendes net aan de basiskwaliteit voldoen, mits de commissie van mening is dat de andere facetten van zwaarder gewicht zijn dan het als onvoldoende beoordeelde facet. Positieve waarderingen kunnen dus gebruikt worden als compensatie van een facet binnen hetzelfde onderwerp met een onvolddoende oordeel. Hierbij zijn inhoudelijke afwegingen van belang. 16 QANU /Criminologie

17 De rapportage De conceptbeoordelingsrapporten per opleiding zijn in commissieverband op 27 september 2006 in Utrecht vastgesteld. In oktober 2006 heeft de interne kwaliteitstoetsing van QANU plaatsgevonden: intercollegiale beoordeling en bestuurlijke toetsing hebben daaropvolgend plaatsgevonden. In oktober 2006 heeft de hoor-wederhoorprocedure plaatsgevonden, waarbij het rapport is aangeboden aan de faculteiten voor correctie van eventuele feitelijke onjuisthedden. Ver volgens heeft de commissie de ontvangen reacties besproken en wanneer daartoe in haar ogen aanleiding bestond, verwerkt in de formulering van de definitieve beoordelingsrappporten. De concepttekst van het integrale eindrapport is in januari 2007 door de commissie vastgesteld. QANU / Criminologie 17

18 18 QANU /Criminologie

19 2. Het referentiekader Inleiding Criminologie bevindt zich op een kruispunt van sociale en juridische wetenschappen. De disccipline heeft als object de sociale werkelijkheid en sociale problemen, de (sociale) constructie ervan, de oorzaken ervan, de reactie erop en de preventie ervan. Daarin moeten zowel daders en slachtoffers, als de andere actoren in het veld (instituten) worden betrokken. In het kader hiervan hebben de bachelor- en masteropleidingen Criminologie tot doel discipplinebekwame en maatschappelijk bekwame criminologen met een kritische geest te vormen, Zij moeten zelfstandig probleemsituaties kunnen ontleden en oplossingen kunnen suggereren. Daarom moeten zij analytisch maar ook synthetisch kunnen denken. Dit betekent dat zowel het wetenschappelijke niveau als de maatschappelijke relevantie van de opleiding moeten wordden gegarandeerd. Het spreekt vanzelf dat actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied in relatie tot hun maatschappelijke achtergrond voldoende aandacht dienen te krijgen. Bepalend voor de kwaliteit van het opleidingsaanbod is de deskundigheid en de wetenschapppelijk-kritische instelling van de staf. Specialisaties binnen de staf aanwezig kunnen daarbij beperkingen, maar ook extra mogelijkheden voor de opbouw van het programma bieden. De opleidingen dienen de algemene doelstellingen te vertalen in bachelor- en mastereindkwallificaties, in termen van kennis, vaardigheden en attitude. De eindkwalificaties dienen een duidelijke en concrete weergave te zijn van wat de bachelor- en masterstudent minimaal moet hebben bereikt. A. Wat mag van afgestudeerden van de universitaire master opleidingen Criminologie worden verwacht? Met het oog op het realiseren van een kwaliteitsvolle masteropleiding Criminologie, is de commissie van mening dat de masterstudenten minimaal aan de volgende eindkwalificaties moeten voldoen: 1. het kunnen formuleren en onderzoeken van criminologische vraagstukken; 2. het kunnen samenvatten en verklaren van empirische informatie en onderzoeksbevinddingen omtrent criminalisering, victimisering, criminaliteit, penologie, reclassering, crimminaliteitsbeheersing en straffen, alsmede het kritisch kunnen beoordelen van de hierbij gebruikte onderzoeksmethoden en -strategieën; 3. het kunnen selecteren, toepassen en gebruiken van geschikte (sociaalwetenschappelijke) onderzoeksmethoden of -strategieën voor een specifiek probleemstuk; 4. het kunnen verzamelen van geschikte informatie om vraagstukken omtrent criminologie, strafrecht, criminaliteitsbeheersing en politie te beantwoorden; 5. het kunnen analyseren van ethische implicaties van wetenschappelijk criminologisch ondderzoek in gevarieerde toegepaste onderzoeksettings; 6. het kunnen beoordelen van criminologische onderwerpen met het in acht nemen van criminologische theorieën, evidenties en via de relatie tot beleid (beleidsontwikkeling). 7. het kunnen identificeren en beoordelen van de waarde van criminologisch werk op het gebied van criminaliteit, criminalisering, slachtoffers, criminaliteitsbeheersing en strafbepaling. QANU / Criminologie 19

20 8. het gericht zijn op het aanleren van beginselen en minder op het nastreven van encyclopeddische volledigheid, dit vooral met het oog op het aanleren van het autonoom en effectief onderkennen, structureren en oplossen van criminologische problemen, steunend op een degelijke hedendaagse en klassieke theoretische en methodologische onderbouw; 9. het beschikken over een ruime, algemene vorming in de menswetenschappen; 10. het onder de nodige begeleiding aanleren en aanmoedigen van zelfstudie, dit onder meer in het kader van de aandacht voor het leven lang leren; 11. het beschikken over de vaardigheden en attitudes om actief deel te nemen aan wetensschappelijke activiteiten in de discipline en aan theorieontwikkeling. B. Wat mag van de masteropleidingen Criminologie worden verwacht? De universitaire opleidingen tot master Criminologie kennen een grote verscheiden heid aan (combinaties van) profielen, waarbij in het algemeen theoretische, empirische en juridischnormatieve elementen de hoofdrol spelen. De commissie respecteert de gekozen (combinaties van) profielen die worden aangebo den, maar meent wel dat het programma van de opleidingen in ieder geval moet voldoen aan de hieronder genoemde voorwaarden. Van het masterprogramma van de opleiding mag verwacht worden dat: 1. in het onderwijs de in het bachelorprogramma ingezette ontwikkeling van repro ductie van kennis naar abstractie, reflectie, zelfstandigheid, diepgang en specialisatie in de masteroopleiding zijn voltooiing dient te vinden; 2. het masterprogramma, ook in de differentiaties, een redelijk evenwicht vertoont tussen research gericht heid en toepassingsgerichtheid; 3. het programma een acceptabel evenwicht biedt tussen breedheid en diepgang per deelgebied waarbij hoge eisen gesteld mogen worden aan de mate van diepgang in het als speciaalisatie gekozen deelgebied; 4. het programma, met inbegrip van de keuzevakken, voldoende samenhang vertoont; 5. daarin werkvormen worden gebruikt waarin samenwerken en projectma tig wer ken aan de orde komen; 6. het programma de studenten die belangstelling en aanleg hebben voor het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek, de basis aan kennis, inzicht en vaardigheden biedt die nodig is voor het succesvol vervullen van een promotieplaats in één van de kennnisdomeinen van de Criminologie; 7. het de studenten die ervoor opteren om na hun studie een beroep te vervullen in een aansluitend werkveld buiten de universiteit, in staat stelt om in de loop van de studie te voldoen aan de (formele registratie-)eisen van de betrokken werkvelden c.q. van de betrokkken beroepsvereniging(en); 8. een stage zo goed mogelijk in de opleiding wordt inge past, waarbij de opleiding de student actief terzijde staat bij het vinden van een stageplek en zorgt voor adequate richtlijnen en begeleiding; 9. het afstudeerwerk een zekere mate van specialisatie inhoudt en een duidelijk sluitstuk van de studie is, waarin de student kan aanto nen de vereiste inzichten, kennis en vaardigheden te hebben verworven, en het vermogen heeft ontwikkeld kennis en vaardigheden te integgreren; 20 QANU /Criminologie

21 10. een onmiskenbaar wetenschappelijk karakter draagt, dat wil zeggen zich oriënteert op wetenschappelijke normen, waarden, theorieën, methoden, ontwikkelingen, toepassingsmogelijk he den et cetera, en daarbij duidelijk aansluit bij recente (inter nationale) ontwikkkelingen en theorievorming in het wetenschappelijk onderzoek op het betreffende wetensschapsgebied; 11. het programma in verband met het laatstgenoemde met name wordt verzorgd door leden van de wetenschappelijke staf die actief betrokken zijn bij lopend wetenschappelijk onderzzoek; 12. het programma mogelijkheden biedt voor een grondige bestudering van het begrippenappparaat in sociaalwetenschappelijk onderzoek alsmede van vaktypi sche theorie en methodolo gie: methoden van dataverzameling en -verwerking, statistiek en statistische analysetechnnieken, en ontwerpen van onderzoek. C. De eisen van (internationale) vakgenoten en het beroepenveld Uit een internationale vergelijking van inhoud, structuur en beoogde eindkwalificaties van de universitaire opleidingen Criminologie in Nederland, komt naar voren dat de structuur van verwante opleidingen in de meeste andere landen (met uitzondering van België) zeer divers is, en in feite onvergelijkbaar is met de Nederlandse situatie. De commissie heeft zich bij de internationale vergelijking gericht op de uiteindelijke eindkwalificaties en niet op de opleidingsvorm waarmee zij gerealiseerd worden. Zij heeft daartoe kennisgenomen en soms gebruikgemaakt van het volgende materiaal: het referentiemateriaal dat is gebruikt in de laatstgehouden onderwijsvisitatie Criminologgie aan de Vlaamse universiteiten (maart 2001, VLIR); Criminology Benchmarks (draft , British Society of Criminology); Met het oog op de toekomst Verkenning naar de kennisvragen over misdaad en misddaadbestrijding in 2010, Verkenningscommissie Criminaliteit. Deze vergelijking heeft de visitatiecommissie tot de conclusie geleid dat de door haar onder A geformuleerde beoogde eindkwalificaties van de afgestudeerde universitaire master Criminollogie in het algemeen goed aansluiten bij het internatio nale vergelijkingsmateriaal dat zij heeft geïnventariseerd en geanalyseerd. Het feit dat in de commissie veel buitenlandse expertise is vertegenwoordigd, is hierbij van groot nut gebleken. D. Wat mag van afgestudeerden van de universitaire bacheloropleidingen Criminologie worden verwacht? De visitatiecommissie stelt vast dat de Nederlandse universiteiten zich in de Europese voorhhoede bevinden waar het gaat om de invoering van de bachelor-masterstructuur. Voor de universitaire masteropleidingen in de Criminologie is het nog relatief goed mogelijk om eindkkwalificaties te onderscheiden en te formuleren waarvan gesteld kan worden dat deze in internnationaal verband gehanteerd worden als vereiste voor de wetenschappelijke beroepspraktijk op het gebied van met name evidence based beleidsondersteuning, hypothesetoetsend onderzzoek voor verklaring van (vermeend) crimineel en afwijkend gedrag, beleidsondersteunend onderzoek gericht op interventie, forensisch onderzoek (diagnostisch), victimologisch onderzzoek en beleid en dergelijke. Een zelfde vergelijking ten aanzien van de bacheloropleidingen is QANU / Criminologie 21

22 beduidend minder goed uitvoerbaar. Het ontbreken van ervaring met gedeelde opleidingen in deze wetenschapsgebieden en van een duidelijk af te bakenen arbeids markt voor afgesstudeerde universitaire bachelors spelen hierbij een belangrijke rol. De commissie verwacht echter dat, wanneer eenmaal in meerdere Europese landen ervaring is opgedaan met de bachelor-masterstructuur, er een beter perspectief zal zijn ontstaan voor het op Europees niveau formuleren van gezamenlijke eindkwalificaties van de universitaire bacheloropleidinggen in de genoemde gebieden, en dus ook voor de bacheloropleidingen Criminologie aan de Nederlandse universiteiten. Tot dat moment zullen de eindkwalificaties die verwacht mogen worden van afgestu deerden van deze bacheloropleidingen langs indirecte weg geformuleerd en gehanteerd moeten worden. Deze visitatiecommissie heeft dat gedaan door voor een pragmatische benadering te kiezen en de onderstaande redeneer trant te volgen. 1. De beoogde (internationaal aanvaardbare) eindkwalificaties van de universitaire masteroplleidingen op met name de gebieden onderzoek, beleidsondersteuning en forensisch onderzzoek zijn relatief goed te omschrijven en in de bewoordingen van de commissie neergelegd in paragraaf A. 2. In internationaal verband is consensus bereikt over het te verwachten niveau verschil (nietdomeinspecifiek) tussen een universitaire bachelor- en een universitaire masteropleiding. Deze consensus heeft zijn neerslag gekregen in de zogenaamde Dublin-descriptoren, waarnnaar ook het kader van de NVAO verwijst. De commissie is bij de beoordeling van de bacheloropleidingen Criminologie uitgegaan van de onder A geformuleerde eindkwalificaties, omdat per slot van rekening voor het bereiken van het masterniveau het belangrijkste fundament wordt gelegd in de bacheloropleiding. Zij heeft daarbij echter voor elk van de beoogde eindkwalificaties in par. A het niveauverschil verdiscontteerd tussen bachelor- en masterniveau op de wijze zoals gedaan wordt in het model van de Dublin-descriptoren. (zie de bijlage bij dit referentiekader). De commissie hecht er in ieder geval aan dat de bacheloropleiding in alle gevallen wordt afgessloten met een integratieve afsluitende toets waaruit blijkt dat de afgestudeerde inderdaad de eindkwalificaties heeft bereikt die worden beoogd met de bacheloropleiding als zelfstandige universitaire opleiding. 22 QANU /Criminologie

23 Bijlage bij domeinspecifiek referentiekader visitatie Criminologie 2006: omschrijving niveau bachelors en masters ( Dublin-descriptoren ) Kennis en inzicht eindtermen in par.a: 8 en 9 Toepassen kennis en inzicht eindtermen in par.a: 1,3,5 en 7 Kwalificaties bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/ haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Kwalificaties master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Oordeelsvorming eindtermen in par.a: 4 en 6 Communicatie eindtermen in par.a: 2 Leervaardigheden eindtermen in par.a: 10 en 11 Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. QANU / Criminologie 23

24 24 QANU /Criminologie

25 3. Algemene bevindingen De visitatiecommissie Criminologie heeft haar beoordeling neergelegd in de navolgende vier opleidingsrapporten. Elk van deze eindrapporten heeft betrekking op een specifieke opleiding. Niettemin zijn er enkele algemene bevindingen die de commissie wenst te formuleren ten aanzzien van het onderwijs in de criminologische wetenschappen in Nederland. In dit onderdeel worden deze elementen samengebracht. Nood aan een gemeenschappelijk referentiekader (1) De commissie heeft vastgesteld dat drie universiteiten (Universiteit Leiden, Vrije Universiteit Amsterdam en Erasmus Universiteit Rotterdam) in grote mate hebben samengewerkt bij de totstandkoming van de criminologische opleidingen. Deze samenwerking juicht de commmissie toe en moedigt ze aan. Nochtans moet zij vaststellen dat nu reeds, amper enkele jaren na de inrichting van de drie opleidingen, deze samenwerking onder druk staat, wellicht ten gevolge van het onverhoopte grote succes, waardoor de toevloed van studenten veel groter is dan verwacht. De commissie beveelt nochtans aan deze samenwerking te verdiepen, verder inhoudelijk en institutioneel te verankeren. Het gevaar is immers groot dat, naarmate de tijd vordert, de opleidingen meer en meer hun eigen weg gaan en groeien naar concurrerende posities. Een dergelijke evolutie zou, naar het inzicht van de commissieleden, weinig kwalittatieve meerwaarde opleveren. (2) Overigens heeft de commissie vastgesteld dat de Utrechtse masteropleiding een eerder geïïsoleerde positie inneemt ten aanzien van de drie grote zusteropleidingen. Zelden of niet worden wederzijdse verwijzingen naar elkaars bestaan gemaakt. Opnieuw is de commissie de overtuiging toegedaan dat dit geen erg gelukkige situatie is. Het hoeft geen betoog dat de Nederlandse criminologie gediend is met een evolutie naar meer wederzijdse erkenning en waardering. (3) De commissie heeft zich in haar zoektocht naar een referentiekader laten leiden door een aantal buitenlandse inspiratiebronnen. Het zou goed zijn, mochten de vier Nederlandse opleidingen de sterkte en daadkracht ontwikkelen, om samen tot een gemeenschappelijk referentiekader te komen. Uiteraard mag deze paragraaf niet gelezen worden als een pleiddooi voor uniformisering en eenheidsdenken. Grote, brede opleidingen én kleine, meer gerichtere opleidingen moeten naast elkaar kunnen bestaan. Een dergelijk referentiekader moet dan ook voldoende ruimte laten voor het behoud van de identiteit (en waarom niet specialisatie?) van elk van de vier opleidingen. Niettemin zouden het beroepenveld, de criminologiestudenten én een eventuele toekomstige visitatiecommissie sterk geholpen zijn met een dergelijk gemeenschappelijk referentiekader. Arbeidsmarkt afgestudeerden bacheloropleiding (4) De commissie beveelt de faculteiten aan om de discussie over de vraag aan welke behoeftten op de arbeidsmarkt de bacheloropleiding tegemoet kan komen en tot welke beroepen de bacheloropleiding toegang zou kunnen geven, voort te zetten. De commissie realiseert zich dat het een nieuwe opleiding betreft binnen de nieuwe bachelor-masterstructuur. Hierdoor is het niet zo zeker dat de arbeidsmarkt zich zomaar spontaan zal richten op afggestudeerden van de bacheloropleiding. Het zou dan ook goed zijn dat de opleidingen zélf hier (meer) initiatieven initiëren. Een en ander hangt samen met het beroepsprofiel dat in QANU / Criminologie 25

26 de bacheloropleidingen zelf leeft van afgestudeerden. De commissie lijkt een verbreding van het bestaande beeld essentieel. Meer internationale benchmarking (5) De commissie heeft moeten vaststellen dat eerder uitzonderlijk door de criminologische opleidingen in Nederland aan internationale benchmarking wordt gedaan. Het komt de commissie voor dat op dit vlak een inspanning nodig is naar de toekomst toe. Het zou ongetwijfeld de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen meer over het internationale muurtje te kijken, goede praktijken die elders gelden ingang te laten vinden en (waarom niet?) zich te meten aan internationale standaarden. Het zou goed zijn bij het uitwerken van hierboven vermeld gemeenschappelijk referentiekader zich ook internationaler te oriëënteren. Meer valorisering van de stage (6) Tijdens alle opleidingen criminologie in Nederland wordt de stage een plaats gegeven. Deze zienswijze wordt door de visitatiecommissie ondersteund en aangemoedigd. De stagges zijn naar het inzicht van de commissie een essentieel instrument om de studenten aansluiting te laten vinden op het beroepenveld. Een dergelijk instrument is uiterst nutttig in een land, zoals in Nederland, waar de criminoloog zijn beroepspraktijk(-en) nog in grote mate dient uit te bouwen. (7) De commissie heeft moeten vaststellen dat de stage in de huidige curricula weinig instituttioneel verankerd is, wat tot uiting komt in het feit dat ze niet erkend wordt als een afzondderlijk opleidingsonderdeel, nauwelijks of geen aparte quotering of eigenstandige valorissering krijgt. De stage wordt in de Nederlandse opleidingen vooral functioneel gezien in het proces van het schrijven van een eindwerk, hoewel dient gezegd dat de opleidingen op dit vlak wel enige verschillen vertonen. Dit heeft consequenties ook voor de inhoudelijke opvulling van de stages, die voornamelijk beschouwd worden als onderzoeksperioden. In de schoot van de commissie leefde de sterke overtuiging dat hierdoor de stage al te eng wordt opgevat. (8) Indien de criminologie in Nederland wenst uit te groeien tot een ruime maatschappelijk betekenisvolle en erkende opleiding, zal zij zich uit de dwangbuis van het wetenschappellijk onderzoek dienen te vechten. De commissie heeft (uiteraard) geen probleem met een onderzoeksgerichte oriëntatie, maar wel met een exclusieve gerichtheid. Andere beroepsppraktijken, naast de waardevolle onderzoekspraktijk, zijn weggelegd voor goed ingewerkte criminologen, waarbij voornamelijk kan gedacht worden aan beleidsfuncties in uiterst uiteenlopende instellingen en settings. De stage lijkt de commissie de meest aangewezen hefboom naar een dergelijke verbreding van het beroepenveld. De commissie moedigt de opleidingen dan ook aan omtrent verdergaande stagemogelijkheden en -opportuniteiten creatief te reflecteren. (9) Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat met de invoering van de bachelor-mastterstructuur, ook het bachelordiploma een eigenstandige beroepsfinaliteit dient te verwwerven. Als de Nederlandse criminologie ook deze ambitie invulling wenst te geven, zal wellicht mee in de overweging moeten betrokken worden dat de stage zich niet (enkel) kan situeren tijdens de masteropleiding. 26 QANU /Criminologie

27 De ethische component inbouwen (10) Over het algemeen hebben de opleidingen inhoudelijk degelijke curricula weten uit te bouwen naar het oordeel van de visitatiecommissie. Eén hiaat is de commissie evenwel opgevallen. De ethische component, verbonden aan de diversiteit in beroepspraktijken van de criminoloog, komt wellicht wat te sporadisch aan bod. In het licht van hetgeen hoger werd geschreven in verband met de stages lijkt het raadzaam zich hieromtrent te beraden. De feminisering van het vak (11) Bijzonder opvallend was voor de commissie dat op het niveau van de criminologiestuddenten een uitdrukkelijke feminisering is ingetreden. Naarmate men echter opklimt in de hiërarchie van het onderwijzend personeel komt de feminisering van het criminologgisch vak nog onvoldoende tot uiting, enkele markante uitzonderingen daargelaten. De vergelijkbaarheid van de stafgegevens (12) In elk van de vier onderwijssettings die de commissie heeft bezocht, bleek de staf van diegenen die de opleiding Criminologie schragen anders in de rechtsfaculteit ingebouwd. Dit bracht met zich mee dat de commissie bijzonder veel moeite had om een pertinente inschatting te (kunnen) maken van de feitelijke onderwijscapaciteit. Dit had uiteraard tot gevolg dat de vergelijkbaarheid van de stafgegevens, zowel binnen de faculteiten als tussen de opleidingen onderling, in het gedrang kwam. De commissie dringt erop aan op dit vlak een bijzondere inspanning te doen om in de toekomst een dergelijke situatie te vermijden en de feitelijke personeelsmatige toestand helderder te benoemen en zichtbaar te maken. QANU / Criminologie 27

28 28 QANU /Criminologie

29 DEEL II: OPLEIDINGSRAPPORTEN QANU / Criminologie 29

30 30 QANU /Criminologie

31 1. De bachelor- en masteropleiding Criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Bacheloropleiding Naam van de opleiding/croho-nummer Criminologie (56469) Het niveau resp. de oriëntatie van de opleiding Bachelor wo Studielast in ECTS-studiepunten 180 Graad BSc Varianten (voltijd, deeltijd en/of duaal) Voltijd en deeltijd* Locatie(s) Rotterdam Geaccrediteerd tot 31 december 2007 Masteropleiding Naam van de opleiding/croho-nummer Criminologie (66469) Het niveau resp. de oriëntatie van de opleiding Master wo Studielast in ECTS-studiepunten 60 Graad MSc Varianten (voltijd, deeltijd en/of duaal) Voltijd en deeltijd* Locatie(s) Rotterdam Geaccrediteerd tot 31 december 2007 * Voor de bachelor- en masteropleiding geldt dat de onderdelen van toepassing zijn voor zowel de voltijd- als deeltijdvariant, tenzij anders vermeld Structuur en organisatie van de faculteit De bachelor- en masteropleiding Criminologie worden verzorgd vanuit de sectie Criminologie die onderdeel uitmaakt van de capaciteitsgroep Publiekrecht. Deze capaciteitsgroep is een van de vier capaciteitsgroepen van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). De overige drie capaciteitsgroepen zijn: Algemene rechtswetenschappen, Fiscaal recht en Privaatrecht. De vier capaciteitsgroepen zijn onderverdeeld in twintig secties. De sectie Criminologie maakt een geïntegreerd onderdeel uit van de beleidsvoorbereidende en besluitvormende structuur van de faculteit. In inhoudelijk relevante overleggroepen en commmissies zijn leden van de sectie vertegenwoordigd, zoals in het B1-beraad (onderwijsoverleg van docenten), in de Commissie Internationalisering en de facultaire werkgroep Kwaliteitszorg en Onderwijsvernieuwing. De decaan van de faculteit is de uiteindelijk verantwoordelijke voor het onderwijs van alle opleidingen binnen de faculteit. De hoogleraar Criminologie maakt als onderwijsdecaan Crimminologie deel uit van het bestuursteam van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De faculteit kent voor de opleidingen Criminologie een afzonderlijke Opleidingscommissie en een afzondderlijke Examencommissie. QANU / Criminologie 31

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Oktober 2006. Communicatiewetenschap

Oktober 2006. Communicatiewetenschap Oktober 2006 Communicatiewetenschap Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding 2014-2015 BA 1 IK Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- 2 blok 1 weken blok 2 weken blok 3 toetsweken blok 4 opdrachten schr. tent. schr. tent.

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING

VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 1 van 6 VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING Dit protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding hoort bij stap 1 van het protocol Aanvraag nieuwe opleiding, verkrijgbaar

Nadere informatie

December 2005. Pedagogische Wetenschappen

December 2005. Pedagogische Wetenschappen December 2005 Pedagogische Wetenschappen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 P.O. Box 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: +31 (0) 30 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 BA 1 CIW Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken blok 1 weken blok 2 weken blok 3 3 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 titel code week 1-7 colleges Introduction to Audiovisual Culture continue toetsing, wekelijks verschillende

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in: a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008).

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008). Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008). 1. Concept-besluit en facultaire

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

Februari 2007. Juridische Opleidingen Leiden

Februari 2007. Juridische Opleidingen Leiden Februari 2007 Juridische Opleidingen Leiden Uitgave: Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon +31 (0)30 230 31 00 Fax: +31 (0)30

Nadere informatie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

Artikel 1 Toepassingsbereik

Artikel 1 Toepassingsbereik Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Nederlandstalige opleidingen Inhoud Artikel 1 Toepassingsbereik... 1 Artikel 2 Scriptiecoördinator/scriptiebegeleider... 1 Artikel 3 Doel... 2 Artikel 4 Studielast...

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen. BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-2015 BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- blok 1 weken blok 2 weken blok 3 Academisch schrijven

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands,

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in: a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants Vernieuwing op basis van traditie 2 Aanleiding en doelstelling Het vaststellen van de kwalificatie eisen, inhoud, eindtermen en studiebelasting

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting)

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting) Structuurrapport Leerstoel Bestuursrecht 1 Algemene informatie Titel: Bestuursrecht Titel in het Engels: Administrative Law Afdeling: Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting) Omvang: 1.0 fte

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 1 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

MAAK KENNIS MET CRIMINOLOGIE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID PROF.DR.MR. WIM HUISMAN

MAAK KENNIS MET CRIMINOLOGIE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID PROF.DR.MR. WIM HUISMAN MAAK KENNIS MET CRIMINOLOGIE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID PROF.DR.MR. WIM HUISMAN LIQUIDATIE NIJMAN Waarom liquidaties? Vechtsport & georganiseerde misdaad Criminele inlichtingen Forenisische opsporing

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Per 1 september 2016 is

Nadere informatie

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam

Sociologie. Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam Sociologie Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling U2014/4637-1 Vrijstellingsregels 2014-2015 Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling Deze procedure voor het verlenen van vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens en/of

Nadere informatie

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen QANU maart 2007 Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax:

Nadere informatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie «nvao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie fluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de postinitiële wo-master Marketing van de Vrije

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam QANU, december 2009 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen september 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 3 Beoordeling standaarden 10 pagina 2 1 Inleiding Vanuit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Archeologie - MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa voor het studiejaar 2017-2018

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Commercieel Privaatrecht van de Erasmus

Nadere informatie

Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit

Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit Beknopte instructies voor het schrijven van een zelfevaluatierapport basiskwaliteit QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Leidseveer 35 Postbus 8035 3503 RA UTRECHT T 030-2363800 F 030-2363805

Nadere informatie

December 2006. Onderwijskunde

December 2006. Onderwijskunde December 2006 Onderwijskunde Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 P.O. Box 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: +31 (0) 30 230 3100 Fax: +31 (0) 30 230

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER 2017-2018 Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Alle studenten die per 1 september 2016 willen starten

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie