Module 1 Leren & Loopbaan begint bij jezelf

Transcriptie

1 Module 1 Leren & Loopbaan begint bij jezelf Hoofdstuk 7 Je handelt professioneel Inhoud 7.1 Professionaliteit Opdracht 1 Professioneel handelen van Charlotte Opdracht 2 Impulsief handelen en gevolgen Opdracht 3 Verschil amateuristisch en professioneel Opdracht 4 Kenmerken professioneel beroep hoog in aanzien Opdracht 5 MBO- beroepen professioneler? 7.2 Professioneel handelen in de praktijk Opdracht 6 Standaardeisen van het beroep Opdracht 7 Efficiënt werken Opdracht 8 Hoe ga jij om met fouten? 7.2 Verantwoordelijkheden Opdracht 9 Taakomschrijving Farah Opdracht10 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden in organisatie Opdracht11 Bedrijfscodes: wat mag wel en wat mag niet? Opdracht12 Hoe professioneel ben jij? Bijlagen 1

2 7.1 Verantwoordelijkheden en professionaliteit Opdracht 1 Lees de kadertekst op blz. 51. Vind je dat Charlotte professioneel heeft gehandeld? Geeft argumenten waarom ze wel of niet professioneel heeft gehandeld. Opdracht 2 Je kunt impulsief, emotioneel handelen. Je kunt op basis van onwetendheid handelen of bij gebrek aan ervaring. a. Geef een voorbeeld van impulsief handelen waar je later spijt van hebt gekregen. b. Welke consequenties had dit voor jou? En voor de ander? Opdracht 3 Wat is het verschil tussen een amateur en een professional? Opdracht 4 Noem vier kenmerken van professionele beroepen die van oudsher hoog in aanzien staan of stonden. Opdracht 5 In welk opzicht zijn de mbo- beroepen de laatste jaren professioneler geworden? 2

3 7.2 Professioneel handelen in de praktijk Opdracht 6 Elk beroep kent standaardeisen waaraan je behoort te voldoen. Wat zijn de eisen van het beroep waarvoor jij wordt opgeleid? Opdracht 7 Efficiënt werken Hoe efficiënt ben jij? Kruis onderstaande stellingen aan: Ja, Soms, Nee Werkgewoonten 1 Ik stel vervelende taken nooit uit. 2 Als ik een heb afgehandeld verplaatst of verwijder ik deze meteen. 3 Ik ben op tijd op afspraken, zowel intern als extern 4 Ik beëindig een taak voordat ik aan de volgende begin. Organisatie van je werkplek 5 Ik kan alles wat ik nodig heb binnen 1 minuut vinden. 6 Ik heb een overzichtelijke mappenstructuur op mijn PC. 7 Mijn inbox bevat maximaal 15 s. 8 Anderen kunnen zonder veel moeite in mijn archief vinden wat ze nodig hebben. 9 Ik heb mijn werkarchief (direct bij de hand) en mijn referentiearchief (archief- en opbergkasten) gescheiden. Werkplanning 10 Ik reserveer tijd voor een wekelijkse planning. 11 Ik heb een duidelijk en gestructureerd overzicht van al mijn taken. 12 Ik ben bij en heb geen achterstanden in mijn werk. 13 Ik neem voldoende tijd voor het onderhoud van mijn werkplek. Totaal Ja Soms Nee Bron: PEP, werken.com Score: 3

4 Heb je tussen de 8 en 13 keer Ja geantwoord, dan ben je redelijk goed georganiseerd. 4

5 Opdracht 8 Fouten maken. Hoe ga je om met fouten? Waar wordt gehakt, vallen spaanders. Wat is jouw mening over fouten maken? a. Lees de stellingen: eens of oneens? Uitspraken Eens Oneens Mensen zijn vaak bang om fouten te maken. Het verdoezelen van fouten heeft voordelen. Een fout geeft aan wat je kunt verbeteren. Als je een fout maakt, praat je daar met niemand over. Als je een fout maakt, los je dat zelf op, in plaats van hulp bij anderen te zoeken. Als je iets wil bereiken, zul je het risico op fouten maken moeten nemen. b. Heb jij wel eens een fout gemaakt? Zo ja, hoe ben je daarmee omgegaan? c. Welke gevolgen had dit voor jou en eventueel voor de ander? d. Hoe kun je fouten in de toekomst voorkomen? 5

6 7.3 Verantwoordelijkheden Opdracht 9 Als je baas je geen officiële taakomschrijving overhandigt, moet je er zelf een maken. Of niet? Lees het voorbeeld van Farah. Farah werkt nu al zes maanden bij de stichting Jeugd en welzijn en heeft nog steeds geen duidelijk geformuleerde taakomschrijving. Haar vriend zegt dat dit een absurde situatie is. Daarop besluit ze zelf een duidelijke taakomschrijving te maken Ze typt die uit en stuur deze naar het bestuur. In haar begeleidende brief geeft ze aan dat dit nu haar taakomschrijving is a. Kruis aan, welke van de volgende uitspraken de juiste is: A. Dit had ze nooit zelf mogen doen, want dit behoort tot de taak en verantwoordelijkheid van bestuur en management. B. Dat is een prima zaak, want ze zet het bestuur en management voor het blok door zelf een beslisdocument te voorschijn te toveren. C. Dit kan ze nu wel doen, maar het is de vraag hoe bestuur en management hierop zullen reageren, want die beslissen hierover. b. Geef aan waarom je dit vindt. Opdracht 10 Op een aantal manieren zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd binnen een organisatie. Een ervan is de functie- en taakomschrijving. Zoek op internet (bijvoorbeeld of in de krant naar een vacature met daarin een functie- en taakomschrijving van het beroep waarvoor jij wordt opgeleid. a. Welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in de functieomschrijving vastgelegd? b. Noem nog twee manieren waarop de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd binnen een organisatie. 6

7 Opdracht 11 Bedrijfscodes Er zijn veel verschillende gedragscodes, voor verschillende branches en werkniveaus. Daarom staan gedragscodes ook in het teken van de functie die je beoefent. Hieronder volgen een aantal algemene gedragscodes voor op de werkvloer: 1. Bij een representatieve baan hoor je je netjes aan te kleden, dus geen vrijetijdskleding. 2. Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie. 3. Zorg te allen tijde dat je werkplek er schoon en opgeruimd uitziet. 4. Je hoort te allen tijde respectvol met collega's om te gaan. 5. Je hoort te allen tijde respectvol met cliënten om te gaan. 6. Je zorgt te allen tijde voor je eigen veiligheid en dat van anderen te zorgen. Dit zijn algemene gedragscodes. Verstandig is om bij een nieuw bedrijf waar je begint met werken te vragen naar de specifieke gedragscodes van dat bedrijf. Daarnaast wijzen wij je nog op het volgende: Het is algemeen bekend dat je op je op je werk netjes moet gedragen, niet mag vloeken, geen alcohol en drugs mag gebruiken. Dit zijn regels/normen en waarden waar iedereen zich aan moet houden en vallen dus niet onder gedragscodes! Welk gedrag is geoorloofd (op de werkvloer?). Is ontslag mogelijk? 1 Een liefdesrelatie tussen collega s op het werk Mijn mening is: 2 Een militair gebruikt in zijn vrije tijd drugs. Mijn mening is: 3 Alcoholgebruik onder werktijd. Mijn mening is: 7

8 Opdracht 12 Welke verantwoordelijkheden heb jij op school? Of in het algemeen de leerlingen binnen de schoolorganisatie of opleiding. 8

9 Opdracht 13 Hoe professioneel ben je? Welke van deze carrièrekwaliteiten heb jij nu al in je? Werk deze opdracht uit in groepjes. Vul de onderstaande tabel eerst voor jezelf in. De score loopt van één tot vijf: 1 = niet; 2 = onvoldoende; 3 = redelijk; 4 = voldoende; 5 = goed. Vul vervolgens de tabel ook in voor ieder van je groepsgenoten. Wat vind jij van hun carrièrekwaliteiten? Vergelijk ten slotte jullie score. Top 20 van carrièretips Score (1 5) 1. Kleed je passend. 2. Zoek een coach/mentor. 3. Help collega s. 4. Neem extra taken op je. 5. Maak projecten/klussen op tijd af. 6. Hou je vakkennis up to date. 7. Wees niet bang beslissingen te nemen. 8. Geef complimenten aan collega s als ze dat verdienen. 9. Gun de eer aan anderen als ze daar recht op hebben. 10. Draag verantwoording voor je fouten. 11. Vraag om feedback van leidinggevenden over jouw prestaties. 12. Weet wat van je verwacht wordt. 13. Respecteer de normen en waarden van de organisatie. 14. Geen negen-tot-vijf mentaliteit. 15. Laat persoonlijke zaken en problemen thuis. 16. Roddel nooit. 17. Stel jezelf hoge doelen. 18. Wees een plezier om mee samen te werken. 19. Klaag zo min mogelijk. 20. Kom op tijd. 9